weed© Blad
Weekpraatje.
No. 1520.
Ecicbehe (Bou/taiit
terdag 10 October 1914.
Publieke vermakelijk
heden.
wordt geklaagd, dat, niettegenstaan
de treurige tijden, die wij medemaken,
i nog zooveel geld uitgegeven wordt
het bezoeken van publieke vermake
leden. Anderen zeggen, dat men daar
over moet klagen, men moet de za-
laten zooals ze zijn. Met de publieke
Lkelijkheden door te laten gaan voor-
t men werkeloosheid, wordt gezorgd,
er geld onder de menschen komt het
afleiding in deze droeve tijden. Men
onze meening over publieke vermake
eden; daarover zullen wij het dus he-
nict hebben.
>t is een feit, een ieder kan het opmer-
dat in de groote steden een even
gebruik gemaakt wordt van aller-
de theaters. Alle rangen zijn bezet, de
Ikoope, zoowel als de dure en dat met-
nstaande de bede om hulp van steun-
ité's en vereenigingen. Al blijft Neder-
de oorlog bespaard, daarom nog niet
evolgen, en wij zijn er van overtuigd,
er nog wel een tijd kan komen, dat
igeen spijt zal hebben van geld, dat
naar dergelijke gebouwen gebracht
t. Er kan een tijd komen, niemand
het, dat het voor velen zeer moeilijk
lijn het hoofd boven water te houden,
'e verschillende groote gemeenten
B. en W. reeds aangekonïïigd, dat
daar er zooveel geld noodig is, over-
en op de een of andere wijze aan geld
omen, in Leiden o.a. door verhooging
den gasprijs. Maar heeft men al ge
it aan het heffen eener belasting op
ieke vermakelijkheden? Er kan een
dig sommetje mede ontvangen wor-
En laat men nu niet aankomen met
eggen, dat men in deze treurige tij
den menschen hun vermaak niet be-
tn, Menschen, die in deze tijden nog
hebben en zich de luxe kunnen ver-
>ven eenig ekwartjes of guldens voor
plaats in een of andere schouwburg
italen, kunnen ook nog wel zooveel pro
belasting opbrengen. De menschen, die
geld hebben, gaan toch naar die ver-
elijkheden. Zij zullen gaarne die be-
g betalen', omdat zij weten, dat zfj
u goed werk mede doen, anderen
non, anderen verlichten. In Amster-
lieeft men reeds een belasting op
liekc vermakelijkheden ten bate van
Steuncomité. Laat men in andere
eri hetzelfde doen. Niet wachten, maar
e eerste de beste vergadering van den
d met voorstellen komen en een
«herordening maken.
Als straks.
s 't straks weer vrede zal zijn 't
rorkelijk het eenige lichtpunt, uat
vrede toch wel eens köïnen zaï wat
vragen dit met het oog op ons
inland, want over de kaart van Euro-
zal de een of andere conferentie .wel
Men.
Wil ons zoo voorkomen, dat de vrede
ongewone drukte zal veroorzaken in
economisch leven. Wat nu stil ligt
op slag weer gaan varen, wat nu
olen is weer heropenen, wat nu een
o gangetje behield de oude snelheid
r hernemen. En ieder zal trachten
rjoo spoedig mogelijk bij t5 zijn, ter-
de dan in te trekken noodwetten alle
i&'Weer zullen losmaken,
aïïjst de vraag: zal dat alles zonder
fcfcuhnen gaan? Zal het geen zaak zijn
oor te zorgen dat de raderen van net
Schappelijk leven, hetwelk o zulk een
ewikkeld samenstel is, in hun nieuwe
rt geen onverachte onheilen stichten
nadeele van een of andere categorie
bevolking.
et valt nu nog niet te voorzien, wel te
fioeden wat er gebeuren kan. Een
os kan er ontstaan, waarbij opnieuw
moet worden ingegrepen.
Wie zal zuliks met de RegeeiVing
doen?
We hebben het oog op het Nationaal
Steuncomité, dat zoo veelzijdig is samen
gesteld. De voornaamste onzer oecono-
mische organisaties zijn erin vertegen
woordigd en nu reeds heeft het naastl
steunen ook richten en voorlichten ten
doel.
Als straks de vrede Komt o mocht
dat spoedig wezen! worde het comité
niet plotseling ontbonden maar krijge het
tot nieuwe taak, de hernieuwde gang van
het maatschappelijk raderwerk op de
meest doelmatige wijze te regelen.
Zou niet reeds thans daarop kunnen
worden aangestuurd?
Niettegenstaande de huidige crisis gaat
het leven uiterlijk zijn gewone gang. Op
de straat ,in de café's, in de schouwbur
gen en bioscopen en lunchrooms is niet te
bespeuren, dat ook ons land gedrukt
wordt door de gevolgen van den Euro-
peeschen oorlog. Maar ik geloof als men
innerlijk eens een kijkje mocht nemen, dat
men dan wel een andere gevolgtrekking zou
maken. Ik heb het oog op een categorie
middenstanders, die door dezen oorlog
weinig of niets te doen hebben, die door
dezen oorlog buiten betrekking zijn ge
raakt, die een erfenisje hebben gehad, het
geld in effecten hebben belegd en nu maar
moeten zien hoe ze er komen. Den weg van
het Steuncomité kennen zij niet, willen zij
voor geen geld ter wereld betreden. De
stille armoedel Ik heb me vaak afge
vraagd, hoe komen die menschen er toch,
wat wordt er voor hen gedaan? Wellicht
hadden zij wat geld op de spaarbank!
Maar het is verslonden, hoe zuinig ze ook
geleefd hebben. De regeering heeft al het
mogelijke gedaan om den degelijken en
flinken arbeiders den weg te sparen naar
het Steuncomité. Zij heeft krachtigen
steun gegeven aan de weikloosheidskas-
sen en zelfs niet aangeslotenen de gelegen
heid gegeven om na drie maanden toe te
treden. Een maatregel, dien wij ten
zeerste toejuichen. De flinke werkman, die
jaren heeft bijgedragen aan zijn fonds
tegen de werkeloosheid, wordt nu niet
teleurgesteld, nu de regeering bijspringt.
Het beginsel van verzekering tegen werke
loosheid komt gelukkig niet in het ge
drang. Maar moest feitelijk op dezelfde
wijze niet de middenstander geholpen
worden, die jaren en jaren zijn spaarpen
ningen gebracht heeft naar de spaarbank.
Het geld raakt op of het begint ten minste
aardig af te nemen. De regeering helpt
den arbeider, zij moest ook den midden
stander helpen. En laat men nu niet zeg
gen: het is een ander geval. Het is het
zelfde geval. De wijze, waarop de geor
ganiseerde werkman geholpen wordt is
ook een verkapte bedeeling. Het moet dien
menschen wel te moede zijn, wanneer zij
die volle café's, schouwburgen, bioscope's
zien. Nu zal men zeggen, maar die inrich
tingen moeten toch ook bestaan. Wanneer
gij ze sluit, maakt ge de werkeloosheid nog
grooter, den toestand slechter. Het is be-
tiekkelijk waar. Menschen die geregeld
hun inkomen hebben gaan gewoon hun
gang, geven uit en gaan uit onbezorgd voor
den dag van morgen. En wie zegt, dat
morgen of overmorgen in deze buitenge
wone tijden die menschen ook niet zonder
verdienste zijn?Wie dan leeft, die dan zorgt!
Daar heb je het. De regeering moet dan ook
maar voor ons zorgen. Zoo is feitelijk de
toestancl. Maar die toestand is verkeerd.
Zeker het is geen tijd om zich alles te ont
zeggen, er is narigheid genoeg, maar alle
overdrijving schaadt. Zooals er in de meeste
groote plaatsen nog geleefd wordt, kan
niet door den beugel. Indien eens een
maand lang voor een 1/3 minder uitge
gaan werd en dat geld werd besteed om
nood of mogelijke nood te lenigen, de
maatschappij en de schatkist zou er wel
bij varen, niemand zou er iets te kort bij
komen.
De buitengewone tijden kosten ook aan
de gemeente Leiden handen vol geld. Men
zal dat wel het best volgend jaar op het
aanslagbiljet in den H. O. kunnen mer
ken. B. en W. zoeken nu reeds naar
middelen om aan geld te komen en de uit
gaven zoo strict mogelijk te beperken. Zij
overwegen om met een voorstel bij den
Raad te komen om den gasprijs te ver-
hoogen. De R. K. Volksbond en de R. K.
Winkeliersvereeniging en de arbeiders en
de middenstanders hopen maar, dat het
bij overwegen blijft. De Volksbond heeft
reeds een adres gezonden aan den Raad,
de Winkeliersvereeniging zal zich recht
streeks tot B. en W. wenden. Men heeft
het op een verhooging van den gasprijs
niet begrepen. Ik kan me dat best voor
stellen. De winkelier vooral voelt al gV
noeg den druk der tijden. Hij verstookt
het meeste gas, moet dus het meeste bij
dragen. Billijk zal men zeggen! Ik vind
het zoo billijk niet. De winst, die de gas
fabriek oplevert wordt toch ook niet over
de winkeliers verdeeld. Of naarmate zij
door verbruik aan die winst hebben bij
gedragen worden zij toch ook niet minder
in de belasting aangeslagen! Neen, hebben
B. en W. geld noodig, goed. Maar laten zij
dan den druk leggen op allen, laat ieder
naar zijn vermogen en inkomsten bijdra
gen, dat is een zuivere en rechtvaardige
oplossing. Mochten B. en W. werkelijk
met een dergelijk voorstel bij den Raad
komen, dan hoop ik en met mij vele mid
denstanders en arbeiders, dat de Raad
dit voorstel met groote meerderheid ver
werpt.
De crisis heeft toch ook goede zijden.
Zoo heeft zij den middenstand wakker
geschud. Er is geen dorp in de buurt of
er zijn pogingen aangewend om te komen
tot de oprichting van afd. van ,,De Hanze"
en een bijbank of correspondentschap van
de Coöp. Middenst. Credietbank op te
richten. De middenstand gaat eindelijk
eens inzien, dat er aangepakt moet wor
den voor het te laat is. Het is te hopen,
dat de voormannen dezen tijd weten te
benutten, dan kan men zeggen, dat de
crisis tenminste een goede zijde gehad
•heeft, dat zij de middenstanders tot elkan
der gebracht heeft, den middenstand nieuw
leven heeft ingestort.
In arbeiderskringen is men niet te spre
ken over het Steuncomité te Leiden. Op
aandringen van het Nat. Steuncomité heb
ben de steuncomité's in de verschillende
plaatsen in ons land samenwerking ge
zocht met de vakorganisaties in het ver-
leenen van hulp en uitkeering \an geld.
Het Nat Steuncomité, waarvan H. M. de
Koningin voorzitter is, stond er ook op,
dat bestuursleden van vakorganisaties in
de steuncomité's zitting zouden nemen. In
Leiden schijnt het steuncomité daarvan
geen nota genomen te hebben. De organi
saties staan er op, evenals in de andere
groote steden, dat het geld rechtstreeks
wordt uitgekeerd aan de verschillende
vakvereenigingen, opdat den flinken ge-
organiseerden arbeider bespaard wordt
in de rij te gaan staan en zijn hand op te
houden voor een aalmoes. Ik kan me
voorstellen, dat de arbeiders het niet be
grepen hebben op het steuncomité. Waar
het Nat. Steuncomité er zoo op aangedron
gen heeft, daar moest het steuncomité te
Leiden een dergelijke eenzijdige houding
niet aannemen. Leiden staat alleen. Het
steuncomité in den strikten zin van het
woord is geen armenzorg. Wij hebben te
doen met abnormale tijden, met bijzon-
tier tijdsomstandigheden. Flinke mannen,
die altijd werk hebben, zijn nu zonder.
Er zijn boekhouders, reizigers, klerken
zonder werk. Menschen, die altijd hebben
kunnen werken en nooit hun hand hebben
behoeven op te houden, passen zich wel
om in het rijtje te gaan staan. Het steun
comité meest dat inzien en dankbaar de
hulp van de organisaties aanvaarden.
Ook voor de contróle. In Rotterdam is het
gebeurd, dat het steuncomité 800 terug
ontving van de organisaties, omdat een
gedeelte der menschen in dien tijd werk
had bekomen. Het steuncomité moet zijn
aangenomen houding laten varen. Het
moet zooveel mogelijk medewerken dat het
idee „bedeeling" geen ingang vinde»
PEDROSER.
KERKNIEUWS.
Paus Benediclus XV en de
studenten.
Dezer degen heeft Paus Benedictus een
groot aantal vertegenwoordigers ontvan
gen van den bond van Katholieke studen
tenverenigingen in Italië; de vereeni
gingen van Milaan, Pavia, Genua, Flo
rence, Bologna, Pisa, Turijn, Ferrara,
Cagliari, Napels, Messina en Rome had
den alle hun afgevaardigden gezonden en
vooral van de studenten te Rome nam on
danks den vacantietijd een groot aantal
aan de audiëntie deel.
Op een rede van den bondsvoorzitter,
waarin deze een verklaring van trouw
en aanhankelijkheid jegens den H. Stoel
•aflegde, antwoordde de H. Vader o.m.
aldus: „Wij hebben in de gedenkwaar
dige dagen van het bondscongres in ons
Bologna groote achting gekregen voor de
Katholieke Universiteitsstudenten; wij
verheugen ons buitenmate over uw werk.
Want wij weten hoe in onze dagen meer
dan ooit de behoefte bestaat aan de vor
ming van echt-Christelijke karakters
en van de overwinning van alle mensche-
lijk opzicht. Helaas is het tegenwoordig
de jeugd, die het meest bloot staat aan
gevaren en valstrikken. Maar, wanneer
scharen van jongelieden, die aan univer
siteiten studeeren, ondanks de ongunstige
omstandigheden, waarin zij verkeeren,
den moed hebben, openlijk getuigenis af
te leggen van hun godsdienstige begin
selen, zich aanhankelijk te verklareri
jegens den H. Stoel en zich om ons te
scharen om den hemelschen zegen af to
smeeken, o, dan vatten wij werkelijk weer
de grootste hoop en verheugen ons over
de vruchten, welke in de toekomst die
jeugdige krachten brengen zullen."
In verband met een woord van den
voorzitter, die den H. Vader begroet had
als den eersten student ter wereld, zeirle
de Paus; „Dit is een titel, uie ons in wer
kelijkheid niet toekomt. Want, toen wij de
universiteit van Genua bezochten, waren
er nog geen Katholieke studentenvereeni-
gingen en kon men die ook nog niet ver
wachten. Als er bestaan hadden, dan zou
den wij dadelijk onzen naam als lid heb
ben opgegeven. Toch was er toen reeds in
Genua een kleine groep Katholieke stu
denten, die zich aaneengesloten hadden
om hun Katholieke overtuiging te verster
ken en zich aan nuttige werken te wijden.
Zij gaven Pius IX eens bij zijn verjaardag
een mooi bewijs van hulde; wij waren toen
de secretaris van die kleine groep stu
denten.
Zooals wij als jongelieden toen, zoo
heeft de jeugd van heden ook een groote
taak; een harden strijd voor de verdedi
ging van de Katholieke belangen zult gij
te strijden hebben. Het schijnt ons toe,
alsof gij hierheen gekomen zijt om voor
ons een eereschuld op u te nemen en wij
zijn er zeker van, dat gij u bij uw vorder
streven die eereschuid zult herinneren....
Wij van onzen kant noodigen den pre
sident en den adviseur van den bond uit
ons wel te laten weten, welke de meest
dringende behoeften, de meest noodige
eischen van den bond zijn. Wij zullen u
toonen, dat wij niet alleen met woorden
maar ook metterdaad ons herinneren lot
de groep van Katholieke studenten be
hoord te hebben, die de vorming der Ka
tholieke studenten vereenigingen eeniger-
mate heeft voorbereid.
Houdt vast aan de goede voornemens,
welke ik indertijd in het heiligdom della
Guardia te Bologna aan het einde van uw
congres heb samengevat, gaat voort met
krachtigen moed. Om dit te kunnen «oen,
hebt gij steeds den zegen Gods noodig en
Zijn genade. Zijn genade, welke u onge
twijfeld zal vergezellen, daar gij den
wensch immens hebt uitgesproken om uw
oefeningen van godsvrucht te vermeerde
ren. En opdat gij in het goede werk,
waartoe gij u vereenigt, moogt volharden,
schenken wij u van ganscher harte den
zegen des Hemels"...
Na de audiëntie gingen de studenten
bidden op het graf van Pius X z.g.
Het wapen van Z. H. Pans Benedictus XV.
Uit Iiorne wordt aan de „Tijd" een repro
ductie toegezonden van het wapen, gekozen
door Z. H. Paus Benedictus XV.
Het schild van het wapen is doorsneden.
Eén helft, de bovenste, is van goud, beladen
met een zwarter) adelaar, omdat het schild
doorsneden is, dus zonder staart en klauwen.
Do nadere helft is geschuimd van blauw cn
goud, met een kerkje van zilver, in earolin-
Jfischen stijl over beide afgeschuinde gedeelten
ïeen. Dit kerkje spreekt, De familienaam van
Z. H. „della Chiesa*' beteekent: „van de Kerk".
Boven het schild zijn, als bij iederen anderen
Paus, aangebracht twee gekruiste sleutels
(ven Petrus), die de pauselijke tiara onder
steunen.
Het pauselijk jaarbeek voor 1915.
Dicht onder het dak van het Vntician
jwordt het pauselijk jaarboek samenga»
steld. Wanneer men, na 285 treden ie
hebben bewandeld, op (le derde verdie
ping is aangekomen, waar zich de kanse
larij der Staatssecretarie bevindt, Leeft
men links een glazen deur, en wanneer
men deze doorgaat, moet men weder door
een nauwe, witgekalkte gang, waarna
men het Lescheiden vertrek van het ,,An-
nuario pontificio" bereikt, hetwelk bij het
laatst gehouden Conclave aan Z. Em.
Kardinaal van Rossum en zijn secretaris
den ZeerEerw. ZeerGel. Pater dr. Dreh-
manns C.s.s.R. als „cel'1 was toebedeeld.
In noimale tijden heeft mgr. Procaocmi,
uit het gravengeslacht der Montescaglioso,
deken der beambten van het gerechtshof
der pauselijke Segnatura aldaar, het rijk
alleen. Hij vereenigt den autor, redacieur
en corrector van liet jaarboek in (én per
soon. Hij corrigeert op het «.ogenblik de
proeven voor 1915. In hokjes aan de wan
den zijn systematisch volgens de landen
en de bisdommen, waarop zij betrekking
hebben, vragenlijsten geordend, dio door
hem jn deri loop van het jaar aan de bis
schoppen der geheele wereld verzonden
worden, en waarin deze nauwkeurig den
staat opgeven dier personen vin hun pa
rochie, die recht hebben, om hun i aam
in het pauselijk jaarboek vernield te vien.
Daar nu de door Paus Pius X benoemde
geheim- en eerekamerheeren uit den gees
telijken stand,-de kamerheeron en eere
kapelaans extra urbem, de geheim- en
eerekapelaans, de geheim- en eere-kamer-
heeren di spada e cappa uit den wereld
lijken stand, met Zijn dood die waardig
heid verloren hebben, worden in het jaar-
hoek voor 1915 van deze waard igheidsbe-
kleeders slechts die weder opgenomen,
welke op hernieuwd verzoek van hun Bis
schop, door den tegenwoordigen Paus Be
nedictus XV bij bijzonder schrijven van
den majordomes bevestigd zijn geworden,
slechts tot 30 November worden zulke be
noemingen, promoties en vernieuwingen
nog opgenomen.
Reeds nu blijkt, dat het TI. College van
Kardinalen uit 64 leden is samengesteld.
De oudste drager van den rooden mantel
is Kardinaal Netto, die 31 jaren reeds het
Kardinalaat heeft bekleed. Dan volgen de
Kardinalen Gibbons met een Kardinalaat
van 29, Serafino Vannutelli met een van
28, Zijn broeder Vinoenzo met <*on van
26, de Kardinalen di Pietro, Vaszary,
Logue met een van 22, Gotti met een van
20, Agliardi, Prisco, Ferrata met een van
19, de la Ilerreta met een van 18, Cassetta,
della Volpe, Francica Nava, Richemly met
een van 16 jaren.
Naar den ouderdom staat aan de spiti
van het H. College kardinaal di Pietro
met 87 jaren, waarna volgt kardinaal de
Cabrières, bisschop van Montpellier. Tus-
schen de jongste Eminenties von Skrbcns-
ky met 52 en Merry del Val met 50 jaren
js thans kardinaal Pifil met 51 jaren ge
komen. De Keulsche aartsbisschop Z.Em.
kardinaal von Hartmann staat, al telt
hij 64 jaren, eerst op de 44e plaats. Do
doorsnee ouderdom der 64 kardinalen is
68 jaren.
In de elf aren van het pontificaat van
Paus Pius X zijn 48 Kardinalen gestor
ven, waarvan de meeste namelijk zeven
in het jaar 1906. Als curiosum valt nog
te vermelden ,dat men in geen pauselijk
jaarboek Giacomo della Chiesa als Kar
dinaal vermeldt vindt, wijl hij in hetzelf
de jaar, dat hij medelid werd vnn het W.
College, tot de hoogste waardigheid in
de Katholieke Kerk werd verheven.
Uit de Natuur.
Kanonnen.
Het 42 cM. geschut.
K tegenwoordige ooi log en de geheel
geschutsvormen van groot kaliber
kn meer dan vroeger de aandacht ge-
!ib'd op de Krupp-fabrieken te Essen.
m de 18e eeuw door Friedrich Krüpp
*nchte smederij en metaalgieterij ging
onder de leiding van Alfred Krupp
*ggen op het gieten van groote stuk-
1 als hardijzeren gepolijste walsen en
Oplaten en de toen in gebruik zijnd*
pen kanonnen.
"i de constructie van bronnen kanonnen
thlte men het bezwaar dat dit metaal
Je hitte zoo spoedig omgezet werd in
er. terwijl het tin uitsmolt, te onder
en door een gedeelte met staal te om-
®e,L Van zelf kwam men hiermede op
liee de kanonnen geheel van staal te
jaardigen, en nadat reeds een klein
el stalen kanon in 1847 gemaakt was,
z-6- drie ponder met voorïaadinrich-
Kwamen de Krupp-fabrieken in 1851
tentoonstelling in Londen uit met
Beheel nieuwe vinding: een zéspo'ricler
mantelkanon met achterlaadinrichting.
Bij het afschieten van een kanon zaL de
binnenzijde het sterkst verwarmd worden.
Deze tracht zich hierdoor in meerdere mate
dan de minder verwarmde buitenzijde uit
te zetten, zoodat de buitenste lagen een
2ger sterke drukking moeten kunnen weer
staan. Teneinde nu dit te bereiken was de
loop dier nieuwe kanonnen uit 3 lagen sa
mengesteld; de middelste laag is hierbij
zoo nauw, dat deze niet over de binnenste
laag kan worden geschoven, dan nadat ze
door sterke verwarming uitgezet is. Na
de bekoeling van de aldus ineengezette
buizen wordt hierom de eveneens door ver
hitting verwijdde derde laag gebracht. Bij
kanonnen van dezen vorm, de z.g. man-
teikanonnen, zal een grooter druk kunnen
Weerstaan worden dan bij andere van
dezelfde wanddikte, die slechts uit een
laag bestaat.
De tweede eigenaardigheid, dier nieuwe
kanonnen was dat niet de lading van de
voorzijde in den loop behoefde gedaan te
worden, maar de loop eindigde in een
sluitstuk, dat, geopend zijnde, de gelegen
heid gaf tot het direkt in de achterzijde
inbrengen van de lading, wat natuurlijk
een groote vermeerdering van snelhefd 1
gaf in opeenvolging der schoten.
Teheinde de» weerstand der jöopen nojf
verder te vergrooten weiden bij de ka
nonnen van grooter formaat om den even
eens uit meerdere lagen bestaande loop
nog ringen aangebracht, waardoor z.g„
mantel-ring-loop kanonnen ontstonden.
Nadat in 1865 nog verdere verbeteringen
Sn de constructie waren aangebracht, als
een verbetering van het sluitstuk dat een
meer kegelvormige gedaante verkreeg, en
een nieuwe afschiet-methode, terwijl door
!het aanbrengen van spiraalgroeven ïtI
den loop aan het projectiel een meer
draaiende en daardoor zuiverder loop
werd gegeven, kreeg de fabriek de ge
heele geschulslevering voor de Duïtsche,
Oostenrijksch-Hongaarsche, Italiaansc'ne
en Russische veld-artillerie en tevens voor
de Duitsche vesting-, scbeeps- en kust-
batterijen.
Bovendien werden aan vele andere sta
ten (ook Nederland betrok bijna al zijn
geschut van de Krupp-fabrieken) leverin
gen gedaan, zoodat in '1894 reeds aan 34
Staten 25000 kanonnen waren afgeleverd.
De ontzettende omvang die de fabriek
heeft verkregen laat zich inet beter uitdruk
ken dan in eenig getallen. In eigendom
behooren 3 kolengroeven en 547 ijzereits-
groeven, waarvan enkele in Noord-Spanje
felegen, wier productie door vier eigen
ceaan-boQten vervoerd wordt. Tot liet
verwerken van het erts en het omzetten
van ijzer in gietstaal worden 15 Bessemer
kon vertors en 18 Martin-ovens gebruikt.
Dë verschillende fabrieksafdeelingen wor
den door een eigen gas- en electriciteits-
fabriek van licht voorzien en zijn onder
ling door een 85 K.M. lange spoorweg
verbonden, waarop ruim 30 locomotieven
dienst doen.
Dagelijks worden er 2500 ton steenkolen
verbruikt, o.a. tot het drijven van meer
dan 400 stoommachine's van een gezamen
lijke kracht van bijna 40.000 paardekrach-
ten.
Het aantal arbeiders in de fabrieken
werkzaam bedraagt bijna dertigduizend
man, voor wie de fabriek eigen woningen,
scholen, badhuizen, café's, bakkerijen,
slagerijen enz. heeft gesticht,* zoodat on
geveer zeventig winkels onder direct
fabrieksbeheer staan.
Al deze arbeidskrachten zijn we mo
gen wel zeggen gelukkig niet werkzaam
voor oorlogsdoeleinden, daar de Krupp-
fabrieken zich ook toeleggen op het fabri-
eeeren van stalen binten en scheepsplaten
en bijna de uitsluitende vervaardigers zijn
van alle in Europa gebruikte spoorweg
rails.
.Van dit deel van het bedijjf echter is
momenteel alle aandacht afgeleid, dié
wordt getrokken tot het nieuwste product,
het 42 cM. belegeringsgeschut, waarvan
vele tegenstrijdige beschrijvingen gege
ven worden. Zeker echter is het dat deze
reusachtige kanonnen, die granaten ai-
schieten van 42 cM. in doorsnede en 1.80
lang, nog zeer vele bezwaren in liet ge
bruik medebrengen. Hun kolossaal ge
wicht niet minder dan 32 paarden zijn
voor het verplaatsen noodig maakt het
ondoenlijk hen in hun geheel tc vervoe
ren, waarom zij in vier stukkon uiteeu
genomen worden. Maar ook deze stukken
2ijn niet anders dan over sterke straat
wegen vervoerbaar.
De ineengezette stukken kunnen door
hun zwaarte niet anders dan op speciaal
aangelegde gemetselde of betonvloeren
geplaatst worden, waardoor het steed3
lang moet duren eer zij in gebruik geno
men kunnen worden. Bovendien zal door
de ontzettende krachten van de zware
projectielen een spoedige vcrslijting van
de loop, en dus een snelle vermindering
van de trefkans plaats hebben. Deson
danks echter vormen zij door hun ilver-
nielende kracht een geducht wapen bij
een vesting-belegering, waarbij het op«
een snelle vei plaatsing van strijdkrachten
niet aankomt. II,