weed© Blad Weekpraatje. No. 1520. Ecicbehe (Bou/taiit terdag 10 October 1914. Publieke vermakelijk heden. wordt geklaagd, dat, niettegenstaan de treurige tijden, die wij medemaken, i nog zooveel geld uitgegeven wordt het bezoeken van publieke vermake leden. Anderen zeggen, dat men daar over moet klagen, men moet de za- laten zooals ze zijn. Met de publieke Lkelijkheden door te laten gaan voor- t men werkeloosheid, wordt gezorgd, er geld onder de menschen komt het afleiding in deze droeve tijden. Men onze meening over publieke vermake eden; daarover zullen wij het dus he- nict hebben. >t is een feit, een ieder kan het opmer- dat in de groote steden een even gebruik gemaakt wordt van aller- de theaters. Alle rangen zijn bezet, de Ikoope, zoowel als de dure en dat met- nstaande de bede om hulp van steun- ité's en vereenigingen. Al blijft Neder- de oorlog bespaard, daarom nog niet evolgen, en wij zijn er van overtuigd, er nog wel een tijd kan komen, dat igeen spijt zal hebben van geld, dat naar dergelijke gebouwen gebracht t. Er kan een tijd komen, niemand het, dat het voor velen zeer moeilijk lijn het hoofd boven water te houden, 'e verschillende groote gemeenten B. en W. reeds aangekonïïigd, dat daar er zooveel geld noodig is, over- en op de een of andere wijze aan geld omen, in Leiden o.a. door verhooging den gasprijs. Maar heeft men al ge it aan het heffen eener belasting op ieke vermakelijkheden? Er kan een dig sommetje mede ontvangen wor- En laat men nu niet aankomen met eggen, dat men in deze treurige tij den menschen hun vermaak niet be- tn, Menschen, die in deze tijden nog hebben en zich de luxe kunnen ver- >ven eenig ekwartjes of guldens voor plaats in een of andere schouwburg italen, kunnen ook nog wel zooveel pro belasting opbrengen. De menschen, die geld hebben, gaan toch naar die ver- elijkheden. Zij zullen gaarne die be- g betalen', omdat zij weten, dat zfj u goed werk mede doen, anderen non, anderen verlichten. In Amster- lieeft men reeds een belasting op liekc vermakelijkheden ten bate van Steuncomité. Laat men in andere eri hetzelfde doen. Niet wachten, maar e eerste de beste vergadering van den d met voorstellen komen en een «herordening maken. Als straks. s 't straks weer vrede zal zijn 't rorkelijk het eenige lichtpunt, uat vrede toch wel eens köïnen zaï wat vragen dit met het oog op ons inland, want over de kaart van Euro- zal de een of andere conferentie .wel Men. Wil ons zoo voorkomen, dat de vrede ongewone drukte zal veroorzaken in economisch leven. Wat nu stil ligt op slag weer gaan varen, wat nu olen is weer heropenen, wat nu een o gangetje behield de oude snelheid r hernemen. En ieder zal trachten rjoo spoedig mogelijk bij t5 zijn, ter- de dan in te trekken noodwetten alle i&'Weer zullen losmaken, aïïjst de vraag: zal dat alles zonder fcfcuhnen gaan? Zal het geen zaak zijn oor te zorgen dat de raderen van net Schappelijk leven, hetwelk o zulk een ewikkeld samenstel is, in hun nieuwe rt geen onverachte onheilen stichten nadeele van een of andere categorie bevolking. et valt nu nog niet te voorzien, wel te fioeden wat er gebeuren kan. Een os kan er ontstaan, waarbij opnieuw moet worden ingegrepen. Wie zal zuliks met de RegeeiVing doen? We hebben het oog op het Nationaal Steuncomité, dat zoo veelzijdig is samen gesteld. De voornaamste onzer oecono- mische organisaties zijn erin vertegen woordigd en nu reeds heeft het naastl steunen ook richten en voorlichten ten doel. Als straks de vrede Komt o mocht dat spoedig wezen! worde het comité niet plotseling ontbonden maar krijge het tot nieuwe taak, de hernieuwde gang van het maatschappelijk raderwerk op de meest doelmatige wijze te regelen. Zou niet reeds thans daarop kunnen worden aangestuurd? Niettegenstaande de huidige crisis gaat het leven uiterlijk zijn gewone gang. Op de straat ,in de café's, in de schouwbur gen en bioscopen en lunchrooms is niet te bespeuren, dat ook ons land gedrukt wordt door de gevolgen van den Euro- peeschen oorlog. Maar ik geloof als men innerlijk eens een kijkje mocht nemen, dat men dan wel een andere gevolgtrekking zou maken. Ik heb het oog op een categorie middenstanders, die door dezen oorlog weinig of niets te doen hebben, die door dezen oorlog buiten betrekking zijn ge raakt, die een erfenisje hebben gehad, het geld in effecten hebben belegd en nu maar moeten zien hoe ze er komen. Den weg van het Steuncomité kennen zij niet, willen zij voor geen geld ter wereld betreden. De stille armoedel Ik heb me vaak afge vraagd, hoe komen die menschen er toch, wat wordt er voor hen gedaan? Wellicht hadden zij wat geld op de spaarbank! Maar het is verslonden, hoe zuinig ze ook geleefd hebben. De regeering heeft al het mogelijke gedaan om den degelijken en flinken arbeiders den weg te sparen naar het Steuncomité. Zij heeft krachtigen steun gegeven aan de weikloosheidskas- sen en zelfs niet aangeslotenen de gelegen heid gegeven om na drie maanden toe te treden. Een maatregel, dien wij ten zeerste toejuichen. De flinke werkman, die jaren heeft bijgedragen aan zijn fonds tegen de werkeloosheid, wordt nu niet teleurgesteld, nu de regeering bijspringt. Het beginsel van verzekering tegen werke loosheid komt gelukkig niet in het ge drang. Maar moest feitelijk op dezelfde wijze niet de middenstander geholpen worden, die jaren en jaren zijn spaarpen ningen gebracht heeft naar de spaarbank. Het geld raakt op of het begint ten minste aardig af te nemen. De regeering helpt den arbeider, zij moest ook den midden stander helpen. En laat men nu niet zeg gen: het is een ander geval. Het is het zelfde geval. De wijze, waarop de geor ganiseerde werkman geholpen wordt is ook een verkapte bedeeling. Het moet dien menschen wel te moede zijn, wanneer zij die volle café's, schouwburgen, bioscope's zien. Nu zal men zeggen, maar die inrich tingen moeten toch ook bestaan. Wanneer gij ze sluit, maakt ge de werkeloosheid nog grooter, den toestand slechter. Het is be- tiekkelijk waar. Menschen die geregeld hun inkomen hebben gaan gewoon hun gang, geven uit en gaan uit onbezorgd voor den dag van morgen. En wie zegt, dat morgen of overmorgen in deze buitenge wone tijden die menschen ook niet zonder verdienste zijn?Wie dan leeft, die dan zorgt! Daar heb je het. De regeering moet dan ook maar voor ons zorgen. Zoo is feitelijk de toestancl. Maar die toestand is verkeerd. Zeker het is geen tijd om zich alles te ont zeggen, er is narigheid genoeg, maar alle overdrijving schaadt. Zooals er in de meeste groote plaatsen nog geleefd wordt, kan niet door den beugel. Indien eens een maand lang voor een 1/3 minder uitge gaan werd en dat geld werd besteed om nood of mogelijke nood te lenigen, de maatschappij en de schatkist zou er wel bij varen, niemand zou er iets te kort bij komen. De buitengewone tijden kosten ook aan de gemeente Leiden handen vol geld. Men zal dat wel het best volgend jaar op het aanslagbiljet in den H. O. kunnen mer ken. B. en W. zoeken nu reeds naar middelen om aan geld te komen en de uit gaven zoo strict mogelijk te beperken. Zij overwegen om met een voorstel bij den Raad te komen om den gasprijs te ver- hoogen. De R. K. Volksbond en de R. K. Winkeliersvereeniging en de arbeiders en de middenstanders hopen maar, dat het bij overwegen blijft. De Volksbond heeft reeds een adres gezonden aan den Raad, de Winkeliersvereeniging zal zich recht streeks tot B. en W. wenden. Men heeft het op een verhooging van den gasprijs niet begrepen. Ik kan me dat best voor stellen. De winkelier vooral voelt al gV noeg den druk der tijden. Hij verstookt het meeste gas, moet dus het meeste bij dragen. Billijk zal men zeggen! Ik vind het zoo billijk niet. De winst, die de gas fabriek oplevert wordt toch ook niet over de winkeliers verdeeld. Of naarmate zij door verbruik aan die winst hebben bij gedragen worden zij toch ook niet minder in de belasting aangeslagen! Neen, hebben B. en W. geld noodig, goed. Maar laten zij dan den druk leggen op allen, laat ieder naar zijn vermogen en inkomsten bijdra gen, dat is een zuivere en rechtvaardige oplossing. Mochten B. en W. werkelijk met een dergelijk voorstel bij den Raad komen, dan hoop ik en met mij vele mid denstanders en arbeiders, dat de Raad dit voorstel met groote meerderheid ver werpt. De crisis heeft toch ook goede zijden. Zoo heeft zij den middenstand wakker geschud. Er is geen dorp in de buurt of er zijn pogingen aangewend om te komen tot de oprichting van afd. van ,,De Hanze" en een bijbank of correspondentschap van de Coöp. Middenst. Credietbank op te richten. De middenstand gaat eindelijk eens inzien, dat er aangepakt moet wor den voor het te laat is. Het is te hopen, dat de voormannen dezen tijd weten te benutten, dan kan men zeggen, dat de crisis tenminste een goede zijde gehad •heeft, dat zij de middenstanders tot elkan der gebracht heeft, den middenstand nieuw leven heeft ingestort. In arbeiderskringen is men niet te spre ken over het Steuncomité te Leiden. Op aandringen van het Nat. Steuncomité heb ben de steuncomité's in de verschillende plaatsen in ons land samenwerking ge zocht met de vakorganisaties in het ver- leenen van hulp en uitkeering \an geld. Het Nat Steuncomité, waarvan H. M. de Koningin voorzitter is, stond er ook op, dat bestuursleden van vakorganisaties in de steuncomité's zitting zouden nemen. In Leiden schijnt het steuncomité daarvan geen nota genomen te hebben. De organi saties staan er op, evenals in de andere groote steden, dat het geld rechtstreeks wordt uitgekeerd aan de verschillende vakvereenigingen, opdat den flinken ge- organiseerden arbeider bespaard wordt in de rij te gaan staan en zijn hand op te houden voor een aalmoes. Ik kan me voorstellen, dat de arbeiders het niet be grepen hebben op het steuncomité. Waar het Nat. Steuncomité er zoo op aangedron gen heeft, daar moest het steuncomité te Leiden een dergelijke eenzijdige houding niet aannemen. Leiden staat alleen. Het steuncomité in den strikten zin van het woord is geen armenzorg. Wij hebben te doen met abnormale tijden, met bijzon- tier tijdsomstandigheden. Flinke mannen, die altijd werk hebben, zijn nu zonder. Er zijn boekhouders, reizigers, klerken zonder werk. Menschen, die altijd hebben kunnen werken en nooit hun hand hebben behoeven op te houden, passen zich wel om in het rijtje te gaan staan. Het steun comité meest dat inzien en dankbaar de hulp van de organisaties aanvaarden. Ook voor de contróle. In Rotterdam is het gebeurd, dat het steuncomité 800 terug ontving van de organisaties, omdat een gedeelte der menschen in dien tijd werk had bekomen. Het steuncomité moet zijn aangenomen houding laten varen. Het moet zooveel mogelijk medewerken dat het idee „bedeeling" geen ingang vinde» PEDROSER. KERKNIEUWS. Paus Benediclus XV en de studenten. Dezer degen heeft Paus Benedictus een groot aantal vertegenwoordigers ontvan gen van den bond van Katholieke studen tenverenigingen in Italië; de vereeni gingen van Milaan, Pavia, Genua, Flo rence, Bologna, Pisa, Turijn, Ferrara, Cagliari, Napels, Messina en Rome had den alle hun afgevaardigden gezonden en vooral van de studenten te Rome nam on danks den vacantietijd een groot aantal aan de audiëntie deel. Op een rede van den bondsvoorzitter, waarin deze een verklaring van trouw en aanhankelijkheid jegens den H. Stoel •aflegde, antwoordde de H. Vader o.m. aldus: „Wij hebben in de gedenkwaar dige dagen van het bondscongres in ons Bologna groote achting gekregen voor de Katholieke Universiteitsstudenten; wij verheugen ons buitenmate over uw werk. Want wij weten hoe in onze dagen meer dan ooit de behoefte bestaat aan de vor ming van echt-Christelijke karakters en van de overwinning van alle mensche- lijk opzicht. Helaas is het tegenwoordig de jeugd, die het meest bloot staat aan gevaren en valstrikken. Maar, wanneer scharen van jongelieden, die aan univer siteiten studeeren, ondanks de ongunstige omstandigheden, waarin zij verkeeren, den moed hebben, openlijk getuigenis af te leggen van hun godsdienstige begin selen, zich aanhankelijk te verklareri jegens den H. Stoel en zich om ons te scharen om den hemelschen zegen af to smeeken, o, dan vatten wij werkelijk weer de grootste hoop en verheugen ons over de vruchten, welke in de toekomst die jeugdige krachten brengen zullen." In verband met een woord van den voorzitter, die den H. Vader begroet had als den eersten student ter wereld, zeirle de Paus; „Dit is een titel, uie ons in wer kelijkheid niet toekomt. Want, toen wij de universiteit van Genua bezochten, waren er nog geen Katholieke studentenvereeni- gingen en kon men die ook nog niet ver wachten. Als er bestaan hadden, dan zou den wij dadelijk onzen naam als lid heb ben opgegeven. Toch was er toen reeds in Genua een kleine groep Katholieke stu denten, die zich aaneengesloten hadden om hun Katholieke overtuiging te verster ken en zich aan nuttige werken te wijden. Zij gaven Pius IX eens bij zijn verjaardag een mooi bewijs van hulde; wij waren toen de secretaris van die kleine groep stu denten. Zooals wij als jongelieden toen, zoo heeft de jeugd van heden ook een groote taak; een harden strijd voor de verdedi ging van de Katholieke belangen zult gij te strijden hebben. Het schijnt ons toe, alsof gij hierheen gekomen zijt om voor ons een eereschuld op u te nemen en wij zijn er zeker van, dat gij u bij uw vorder streven die eereschuid zult herinneren.... Wij van onzen kant noodigen den pre sident en den adviseur van den bond uit ons wel te laten weten, welke de meest dringende behoeften, de meest noodige eischen van den bond zijn. Wij zullen u toonen, dat wij niet alleen met woorden maar ook metterdaad ons herinneren lot de groep van Katholieke studenten be hoord te hebben, die de vorming der Ka tholieke studenten vereenigingen eeniger- mate heeft voorbereid. Houdt vast aan de goede voornemens, welke ik indertijd in het heiligdom della Guardia te Bologna aan het einde van uw congres heb samengevat, gaat voort met krachtigen moed. Om dit te kunnen «oen, hebt gij steeds den zegen Gods noodig en Zijn genade. Zijn genade, welke u onge twijfeld zal vergezellen, daar gij den wensch immens hebt uitgesproken om uw oefeningen van godsvrucht te vermeerde ren. En opdat gij in het goede werk, waartoe gij u vereenigt, moogt volharden, schenken wij u van ganscher harte den zegen des Hemels"... Na de audiëntie gingen de studenten bidden op het graf van Pius X z.g. Het wapen van Z. H. Pans Benedictus XV. Uit Iiorne wordt aan de „Tijd" een repro ductie toegezonden van het wapen, gekozen door Z. H. Paus Benedictus XV. Het schild van het wapen is doorsneden. Eén helft, de bovenste, is van goud, beladen met een zwarter) adelaar, omdat het schild doorsneden is, dus zonder staart en klauwen. Do nadere helft is geschuimd van blauw cn goud, met een kerkje van zilver, in earolin- Jfischen stijl over beide afgeschuinde gedeelten ïeen. Dit kerkje spreekt, De familienaam van Z. H. „della Chiesa*' beteekent: „van de Kerk". Boven het schild zijn, als bij iederen anderen Paus, aangebracht twee gekruiste sleutels (ven Petrus), die de pauselijke tiara onder steunen. Het pauselijk jaarbeek voor 1915. Dicht onder het dak van het Vntician jwordt het pauselijk jaarboek samenga» steld. Wanneer men, na 285 treden ie hebben bewandeld, op (le derde verdie ping is aangekomen, waar zich de kanse larij der Staatssecretarie bevindt, Leeft men links een glazen deur, en wanneer men deze doorgaat, moet men weder door een nauwe, witgekalkte gang, waarna men het Lescheiden vertrek van het ,,An- nuario pontificio" bereikt, hetwelk bij het laatst gehouden Conclave aan Z. Em. Kardinaal van Rossum en zijn secretaris den ZeerEerw. ZeerGel. Pater dr. Dreh- manns C.s.s.R. als „cel'1 was toebedeeld. In noimale tijden heeft mgr. Procaocmi, uit het gravengeslacht der Montescaglioso, deken der beambten van het gerechtshof der pauselijke Segnatura aldaar, het rijk alleen. Hij vereenigt den autor, redacieur en corrector van liet jaarboek in (én per soon. Hij corrigeert op het «.ogenblik de proeven voor 1915. In hokjes aan de wan den zijn systematisch volgens de landen en de bisdommen, waarop zij betrekking hebben, vragenlijsten geordend, dio door hem jn deri loop van het jaar aan de bis schoppen der geheele wereld verzonden worden, en waarin deze nauwkeurig den staat opgeven dier personen vin hun pa rochie, die recht hebben, om hun i aam in het pauselijk jaarboek vernield te vien. Daar nu de door Paus Pius X benoemde geheim- en eerekamerheeren uit den gees telijken stand,-de kamerheeron en eere kapelaans extra urbem, de geheim- en eerekapelaans, de geheim- en eere-kamer- heeren di spada e cappa uit den wereld lijken stand, met Zijn dood die waardig heid verloren hebben, worden in het jaar- hoek voor 1915 van deze waard igheidsbe- kleeders slechts die weder opgenomen, welke op hernieuwd verzoek van hun Bis schop, door den tegenwoordigen Paus Be nedictus XV bij bijzonder schrijven van den majordomes bevestigd zijn geworden, slechts tot 30 November worden zulke be noemingen, promoties en vernieuwingen nog opgenomen. Reeds nu blijkt, dat het TI. College van Kardinalen uit 64 leden is samengesteld. De oudste drager van den rooden mantel is Kardinaal Netto, die 31 jaren reeds het Kardinalaat heeft bekleed. Dan volgen de Kardinalen Gibbons met een Kardinalaat van 29, Serafino Vannutelli met een van 28, Zijn broeder Vinoenzo met <*on van 26, de Kardinalen di Pietro, Vaszary, Logue met een van 22, Gotti met een van 20, Agliardi, Prisco, Ferrata met een van 19, de la Ilerreta met een van 18, Cassetta, della Volpe, Francica Nava, Richemly met een van 16 jaren. Naar den ouderdom staat aan de spiti van het H. College kardinaal di Pietro met 87 jaren, waarna volgt kardinaal de Cabrières, bisschop van Montpellier. Tus- schen de jongste Eminenties von Skrbcns- ky met 52 en Merry del Val met 50 jaren js thans kardinaal Pifil met 51 jaren ge komen. De Keulsche aartsbisschop Z.Em. kardinaal von Hartmann staat, al telt hij 64 jaren, eerst op de 44e plaats. Do doorsnee ouderdom der 64 kardinalen is 68 jaren. In de elf aren van het pontificaat van Paus Pius X zijn 48 Kardinalen gestor ven, waarvan de meeste namelijk zeven in het jaar 1906. Als curiosum valt nog te vermelden ,dat men in geen pauselijk jaarboek Giacomo della Chiesa als Kar dinaal vermeldt vindt, wijl hij in hetzelf de jaar, dat hij medelid werd vnn het W. College, tot de hoogste waardigheid in de Katholieke Kerk werd verheven. Uit de Natuur. Kanonnen. Het 42 cM. geschut. K tegenwoordige ooi log en de geheel geschutsvormen van groot kaliber kn meer dan vroeger de aandacht ge- !ib'd op de Krupp-fabrieken te Essen. m de 18e eeuw door Friedrich Krüpp *nchte smederij en metaalgieterij ging onder de leiding van Alfred Krupp *ggen op het gieten van groote stuk- 1 als hardijzeren gepolijste walsen en Oplaten en de toen in gebruik zijnd* pen kanonnen. "i de constructie van bronnen kanonnen thlte men het bezwaar dat dit metaal Je hitte zoo spoedig omgezet werd in er. terwijl het tin uitsmolt, te onder en door een gedeelte met staal te om- ®e,L Van zelf kwam men hiermede op liee de kanonnen geheel van staal te jaardigen, en nadat reeds een klein el stalen kanon in 1847 gemaakt was, z-6- drie ponder met voorïaadinrich- Kwamen de Krupp-fabrieken in 1851 tentoonstelling in Londen uit met Beheel nieuwe vinding: een zéspo'ricler mantelkanon met achterlaadinrichting. Bij het afschieten van een kanon zaL de binnenzijde het sterkst verwarmd worden. Deze tracht zich hierdoor in meerdere mate dan de minder verwarmde buitenzijde uit te zetten, zoodat de buitenste lagen een 2ger sterke drukking moeten kunnen weer staan. Teneinde nu dit te bereiken was de loop dier nieuwe kanonnen uit 3 lagen sa mengesteld; de middelste laag is hierbij zoo nauw, dat deze niet over de binnenste laag kan worden geschoven, dan nadat ze door sterke verwarming uitgezet is. Na de bekoeling van de aldus ineengezette buizen wordt hierom de eveneens door ver hitting verwijdde derde laag gebracht. Bij kanonnen van dezen vorm, de z.g. man- teikanonnen, zal een grooter druk kunnen Weerstaan worden dan bij andere van dezelfde wanddikte, die slechts uit een laag bestaat. De tweede eigenaardigheid, dier nieuwe kanonnen was dat niet de lading van de voorzijde in den loop behoefde gedaan te worden, maar de loop eindigde in een sluitstuk, dat, geopend zijnde, de gelegen heid gaf tot het direkt in de achterzijde inbrengen van de lading, wat natuurlijk een groote vermeerdering van snelhefd 1 gaf in opeenvolging der schoten. Teheinde de» weerstand der jöopen nojf verder te vergrooten weiden bij de ka nonnen van grooter formaat om den even eens uit meerdere lagen bestaande loop nog ringen aangebracht, waardoor z.g„ mantel-ring-loop kanonnen ontstonden. Nadat in 1865 nog verdere verbeteringen Sn de constructie waren aangebracht, als een verbetering van het sluitstuk dat een meer kegelvormige gedaante verkreeg, en een nieuwe afschiet-methode, terwijl door !het aanbrengen van spiraalgroeven ïtI den loop aan het projectiel een meer draaiende en daardoor zuiverder loop werd gegeven, kreeg de fabriek de ge heele geschulslevering voor de Duïtsche, Oostenrijksch-Hongaarsche, Italiaansc'ne en Russische veld-artillerie en tevens voor de Duitsche vesting-, scbeeps- en kust- batterijen. Bovendien werden aan vele andere sta ten (ook Nederland betrok bijna al zijn geschut van de Krupp-fabrieken) leverin gen gedaan, zoodat in '1894 reeds aan 34 Staten 25000 kanonnen waren afgeleverd. De ontzettende omvang die de fabriek heeft verkregen laat zich inet beter uitdruk ken dan in eenig getallen. In eigendom behooren 3 kolengroeven en 547 ijzereits- groeven, waarvan enkele in Noord-Spanje felegen, wier productie door vier eigen ceaan-boQten vervoerd wordt. Tot liet verwerken van het erts en het omzetten van ijzer in gietstaal worden 15 Bessemer kon vertors en 18 Martin-ovens gebruikt. Dë verschillende fabrieksafdeelingen wor den door een eigen gas- en electriciteits- fabriek van licht voorzien en zijn onder ling door een 85 K.M. lange spoorweg verbonden, waarop ruim 30 locomotieven dienst doen. Dagelijks worden er 2500 ton steenkolen verbruikt, o.a. tot het drijven van meer dan 400 stoommachine's van een gezamen lijke kracht van bijna 40.000 paardekrach- ten. Het aantal arbeiders in de fabrieken werkzaam bedraagt bijna dertigduizend man, voor wie de fabriek eigen woningen, scholen, badhuizen, café's, bakkerijen, slagerijen enz. heeft gesticht,* zoodat on geveer zeventig winkels onder direct fabrieksbeheer staan. Al deze arbeidskrachten zijn we mo gen wel zeggen gelukkig niet werkzaam voor oorlogsdoeleinden, daar de Krupp- fabrieken zich ook toeleggen op het fabri- eeeren van stalen binten en scheepsplaten en bijna de uitsluitende vervaardigers zijn van alle in Europa gebruikte spoorweg rails. .Van dit deel van het bedijjf echter is momenteel alle aandacht afgeleid, dié wordt getrokken tot het nieuwste product, het 42 cM. belegeringsgeschut, waarvan vele tegenstrijdige beschrijvingen gege ven worden. Zeker echter is het dat deze reusachtige kanonnen, die granaten ai- schieten van 42 cM. in doorsnede en 1.80 lang, nog zeer vele bezwaren in liet ge bruik medebrengen. Hun kolossaal ge wicht niet minder dan 32 paarden zijn voor het verplaatsen noodig maakt het ondoenlijk hen in hun geheel tc vervoe ren, waarom zij in vier stukkon uiteeu genomen worden. Maar ook deze stukken 2ijn niet anders dan over sterke straat wegen vervoerbaar. De ineengezette stukken kunnen door hun zwaarte niet anders dan op speciaal aangelegde gemetselde of betonvloeren geplaatst worden, waardoor het steed3 lang moet duren eer zij in gebruik geno men kunnen worden. Bovendien zal door de ontzettende krachten van de zware projectielen een spoedige vcrslijting van de loop, en dus een snelle vermindering van de trefkans plaats hebben. Deson danks echter vormen zij door hun ilver- nielende kracht een geducht wapen bij een vesting-belegering, waarbij het op« een snelle vei plaatsing van strijdkrachten niet aankomt. II,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1