10 Oorlogs-gedachten. BUITENLAND. De Oorlog. DE VLIEGMACHINE. BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GfiATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, fi.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. ZATERDAG OCTOBER. I9I4. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden medtdselingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen met geïll streerd Zon dagsblad. Daar worden overwinningen bevochten, triomphen gevierd. Triomphen van de geweldige macht der wapenen, door den menschelijken geest op vernuftige wijze gevormd tot een on weerstaanbaar vernielende en verwoes tende kracht. In haat staan de volkeren tegenover elkander en de grondvesten der aarde schokken onder den dreun hunner bonzen de wapenen en de menschheid siddert onder de bliksem-schichten van hunnen ziedenden toorn. Machtig meende zich de mensch in het scheppend vermogen zijner met rede be gaafde natuur. Hoog rezen de scheppin gen van zijn vernuft, siïeds hooger moes ten zij rijzen... De wetenschap wilde zichzelve een mo nument bouwen, dat den hemel zou zet ten in den schaduw van zijn majestueuze grootheid en zóó uit alle hoofden en har ten zou rukken de gedachte aan een Schgp- per en Heer dezer wereld, aan een Al- Bestierder. En ziet.... De scheppingen de vernuf tigste van den menschelijken geest wor den gekeerd tegen de menschheid zelve. De kanonnen beschieten van alle zijden liet vijandige land en verwoesten er wat er is aan schoonheid en kunst en weten schap, wat er is aan levende kracht. De vliegtuigen zweven in de lucht en zaaien uit over de onschuldige bewoners dood- en verderfbrengende projectielen. En van onder liet water, waarop drijven zoo vele kostbare schatten van het ongelukkige land, duiken op de booten en de mij nen, die in één oogenblik vernielen de vruchten van jaren arbeids en tonnen gouds. Zóó draagt een cultuur, die haar werken niet stempelt met het koninklijk stempel ,,ter eere Gods" in zich zelve de veroordeeling tot de slavernij, tot de sla vernij van haar eigen brute, door geen zedelijke banden gebonden, kracht. Is deze oorlog, waarin tractaten, verbintenissen, verdragen, met voeten worden getrecfen, waarin voor de bewoners van het vijan delijke land geen rechten meer schijnen te bestaan, is deze oorlog niet een logisch gevolg van de stof-aanbidding en de siof- vergoding dezer tijden? De menschelijke kracht is gevierd en bejubeld als een god heid. Welaan, ziet nu, gij machtigen der aarde, ziet nu, hoe die menschelijke kracht, zichzelve souverein haar triumphen viert. Ziet nu en begrijpt.... De wetenschap.... De wetenscliap-zonder- God, wier streven was zichzelve met god delijke glorie te omkransen en den armen mensch voor hare souvereiniteit in aan bidding te laten neerknielen, zij staat nu voor de menschheid in hare ware gedaan te, somber en doodsch, met diep naar de aarde gebogen hoofd, de gekromde rug gekeerd naar het gouden zonnelicht van Gods openbaring. Wat baat nu d i e we tenschap? Wat schenkt zij den in smart en kommer neerzittenden mensch? Geen hulp en geen troost en geen kracht. Niets. Daar worden overwinningen bevochten, triumphen gevierd. Triumphen van den geest op de stof. Triumphen van de liefde op den haat. Triumphen van het geloof op het onge loof. Triumphen van den godsdienst op de zelfzucht en de eigengenoegzaamheid van de in haar trots verdwaalde en verdwaas de menschheid. Door de donkere troosteloosheid, waar onder de wereld ligt neergeploft, schieten de zonnestralen van geloof, van gods dienstzin, van naastenliefde. En onder die zonnestralen ontkiemt en groeit op, hoo ger en hooger, de vreugde der berusting en de kracht van het één-zijn als kinderen van eenzelifde Vader. En het wordt licht rondom ons en lichter en lichter -als bij het aanbreken van een nieuwen dag Het Christendom staat voor heel de we reld als de lichtende wolk in den donkeren nacht. De ontredderde naties smeeken tot God om redding. Belasterde priesters en ver jaagde religieuzen worden ontvangen met blijdschap, omdat hun geloof, hun liefde, hun boed hulp en troost en kracht kun nen brengen aan het verbijsterde volk. De menigte vult de kerken en draagt, in daad werkelijk geloof, de beproeving in bidden en boeten.... Daar wordt een overwinning gevierd, een overwinning van de Goddelijke Wijs heid en de Goddelijke Liefde. God heeft het kwade, door de mensch heid zichzelve berokkend, weten ee kee- ren tot haar heil. Nu begrijpen zoovelen die het eerst niet verstonden, dat woord van Guizot: „Godsdienst, ziedaar het leven der menschheid.... „Er is een grootere macht noodig dan de machten der aarde, er zijn breedere vergezichten, dan die van het leven; wij hebben God noodig, God'en de eeuwig heid...." Nu staat in de onloochenbare werke lijkheid der feiten bewaarheid het woord van den profeet Osee: In hunne beproeving zullen zij vroeg tot mij opgaan en zeggen: Komt, keeren wij terug tot den Heer." V Een gepaste hulde en een ernstige vraag. 't Moet worden erkend: Het R. K. Huis vestingscomité, hetwelk zijn zetel hier te Leiden heeft, doet al het mogelijke om zijn hoog te waardeeren doel de stoffelijke en geest el ij ke verzorging der arme Belgische vluchtelingen, vooral der kin deren te behartigen^ Onophoudelijk zijn de volijverige be stuursleden er op uit om, hetzij persoon- lijk, hetzij langs anderen weg, den tien tallen kinderen een goed tehuis te bezor gen. Toen er vannacht te halfeen een trein met een twintigtal vluchtelingen hier arriveerde, waren de bestuursleden van het R. K. Huisvestingscomité tegenwoordig om de arme menschen naar het St. Elisa- bethsgesticht te begeleiden. En vanmorgen vroeg waren zij wederom in actie. Doch nu een ernstige vraag: Tqonen alle katholieken van Leiden, met name die uit de hoogere standen, dat hun het heil der arme Belgische vluchte lingen ter harte gaat? Wordt nu ec-n katholieke actie gevoerd in den schoonsten vorm? Wordt nu het Ge loof beleden in daden, in daden van Liefde, van alles-opofferende Liefde? Nu geen woorden, nu daden, daden, die getuigen van opofferingsge- z i nd h e i d. Dat is Roomsche plicht. De val van Antwerpen. Gistermorgen te negen uur is de witte vlag geheschen op de kathedraal te Ant werpen. Burgemeester de Vos en schepen Louis Frank ontmoetten generaal Von Beseier aan de Berchemer poort en gaven de stad over. Op grond van de berichten, ontvangea op het oogenblik dat wij dit schrijven, kunnen wij niet anders aannemen, dau dat Antwerpen zich heeft overgegeven. Dit zou dan gisterochtend reeds tame lijk vroeg zijn geschied. Hiermede kloppén de berichten uit Roosendaal, dat aldaar den geheelen dag het kanongedonder niet meer is gehoord. En ook de mededeeling dat in Zeeuwsch-Vlaanderen Engelsche en Belgische soldaten in vrij grooten getale over de Nederlandsche grgevlucht zijn en door onze troepen ontwapend om he den naar de interneeringskampen te wor den gezonden. Onze eerste aandoening bij liet verne men van Ant\*erpen's spcedige val, is een gevoel van verluchting. Om de algeheele verwoesting der prachtige Scheldestad door het oppermachtige Duitsche geschut te voorkomen brandde het niet reeds op verscheidene punten der stad? zullen burgemeester De Vos en Schepen Frar.ck den Duitschen generaal de sleutels dei- stad zijn gaan overreiken. Het voornemen van verdediging tot het uiterste, waarop de uittocht der honderdduizenden bur gers die voor het overgroote deel in ons land een toevlucht zijn komen zoeken, alsook de toevloed van Engelsche troepen (men zeide 60.000 man) naar de stad scheen te duiden, zou dus in het gezicht van de schrikkelijke werkelijkheid van een bom bardement met de volle kracht waarover de Duitsche artillerie beschikt, zijn prijs gegeven. Met verbazende snelheid heeft zich dit proces voltrokken. En de allereerste vraag, zoowel militair als politiek van hoog be lang is nu: wat is er van het Belgische veldleger geworden, voorzoover het zich binnen de stelling Antwerpen bevond? Het groote Duitsche hoofdkwartier meld de gisteravond: Vanochtend zijn verschei dene forten van de binnenlinie van Ant werpen gevallen. De stad bevindt zich gewonnen hebben en bij het vallen van den nacht aangekomen zijn, de comman dant van het fort zou de wanhoopsdaad niet hebben behoeven uit te voeren, waar toe majoor Heuzey op zijn sterfbed het he vel had gegeven. Wie was die commandant? Kapitein Broadway ongetwijfeld. En de ongeduldig heid van den jongen man nam toe in he vigheid. Ik bid u, commandant, laat een sloep uitzetten,laat mij naar het fort brengen... Ik zal den weg wel vinden. Als zij er nog is, zal ik haar vinden... Misschi'en zijn er reeds Japanners ontscheept.... Wij zullen samen gaan!... Eenige oogenblikken geduld nog, ik moet mijn werk afmaken. De tweede kruiser verdween naar liet Westen, overhellend naar bakboord, ont redderd evenals de andere. Het was onnoodig hem te achtervolgen; de torpedovernielers van de divisie, die in allerijl aankwamen, zouden het schip in halen en zonder genade in den grond boren. Elk ontredderd schip is de prooi van de torpedo's. De taak van de Colorado was, na afloop van den sla-" den horizon af te zoeken met zijn rciiectors, want andere tegenstands koüden komen, door het kanon hierheen geroepen. Zoolang de Montana de Colorado nog niet had ingehaald, moest com- liggen, als een hond, gereed om te bijten. Dien plicht kennende, liet de oom van Kate een sloep in gereedheid brengen om Maurice Rimbaut naar de vesting te ver voeren en hoeveel leed het hem ook deed, sedert vanmiddag jn ons bezit. De bevelhebber en de bezetting hebben de vesting verlaten. Slechts enkele forten zijn nog door verdedigers bezet. Aan het bezit van Antwerpen doet dat echter niets af. Uit Roosendaal wordt aan de „N. R. Ct." geseind: Toen ik hedenmorgen Antwerpen verliet, begonnen de Engelschen in Westelijke richting af te trekken, nadat de Belgen reeds voor waren gegaan. Vanochtend vonden hevige ontploffingen plaats, waar schijnlijk veroorzaakt door het jn de lucht laten vliegen-van forten. De 5 petroleumtanks waren eergisteren reeds in brand gestoken door de Belgen om te voorkomen, dat ze in Duitsche han den vielen. Gisteren den geheelen dag stonden zij in lichtelaaie. Gisterenmiddag werden alle lichters, met graan geladen, om dezelfde reden tot zinken gebracht. Evenzoo werden gisteren verschillende lichters tot zinken gebracht met de bedoe ling om den doorgang tot de Schelde te belemmeren. De Rijkssluizen werden op geblazen. Hedenmorgen bij mijn vertrek was de stad vrijwel verlaten. Op de stra ten zag men slechts havenbeambten, en enkele militairen. De Belgen verlieten de stad in de rich ting van Boom, terwijl de Engelschen over de pontonbrug bij Tète de Flandre de stad verlieten en daarna de brug opbliezen. Aan het „Vad." wordt gemeld: „De Koning heeft daags voor de stad viel, haar willen overgeven om de onge lukkige bevolking verdere rampen te be sparen. Maar de Engelschen, die het op percommando hadden overgenomen, wei gerden dit, van hun standpunt tercht, vestingen zijn er nu eenmaal voor om verdedigd, te worden. Wellicht zijn de zware scheepskanonnen die zij hadden meegevoerd en die blijk baar geen of weinig dienst meer hebben kunnen doen, den weg gevolgd van dc 20 Duitsche Rijnaken en de 10 dito mailboo ten die in de haven lagen, en die zij daar hebben laten zinken, natuurlijk om Duitschland zooveel mogelijk te bemoeilij ken in eventueele pogingen om de ver overde stad in de eerste tijden te gebrui ken als een Wilhelmshafen aan de Schel de, een gebruik waartoe trouwens ook van de zijde van Nederland nimmer toestem ming zou worden gegeven, mogelijk zelfs niet, indien de stad bij het sluiten van den vrede in Duitschlands handen bleef. Het Belgische veldleger schijnt grooten- deels de stad te hebben kunnen verlaten, en zal nu waarschijnlijk de verdediging van de provinciën Oost- en West-Vlaan- deren op zich nemen, dan wel de tussehen Roubaix en de kust staande Duitsche ca valerie in den rug bestoken. Onverschillig welk werk over krijgskunst men raadplege, de stelling Antwerpen werd daarin geroemd als buitengewoon sterk in haar drie-dubbelen versterkings gordel, n.l. Ie. de muren en grachten die de stad nauw omsloten, 2e. den gordel van ongepantserde forten die op initiatief van Brialmont zijn gebouwd, 3e. den buiten sten gordel van moderne gepantserde for ten. Behalve deze kunstmatige, beschikte het over belangrijke natuurlijke verdedi gingsmiddelen. Een rivier van groote hij vergezelde hem niet. Acht gewapende matrozen, onder aan voering van een officier, kregen bevel om den ingenieur te begeleiden, aan zijn aan wijzingen te gehoorzamen en hem te be schermen tegen alle mogelijke gebeurlijk heden. Het scheepje ligt thans in den kleinen inham, waar veertien dagen geleden liet schuitje van den bestuurbaren ballon had gelegen. De dag rijst aan de kim. De ingenieur vindt zonder moeite den weg weer naar den ingang van het fort. Hij komt aan den wand van de gracht; de ophaalbrug is omhooggehaald, de rots muur is bezaaid met galen van kanonko gels. De jonge Franschman roept. Hij heraalt luidkeels het woord, dat zijn vriend Forster riep, toen de verdedigers van 't fort hem reeds onder schot namen; United States! United Statesl Hij denkt er in 't geheel niet aan, dat hij geyaar loopt met geweervuur door de Amerikanen ontvangen te worden, uie hem voor een gele zullen houden of door de Japanners, als ze reeds vasten voet in de vesting hebben: Maar geen antwoord komt uit het fort en het is onbereikbaar. Maurice Rimbaut herinnert zich, dat de kruitkamer, tenminste die, welke hij kent, aan den anderen kant- van het fort fs. Aan de andere zijde dus moet de bres zijn van de ontploffing. De gracht is op die plaats voor drie vierden gevuld met puin, waaronder men een stuk stalen koepel ziet, dat van een der torens is neergevallen. Daar kon men in Midway komen. breedte en diepte, waarvan de overbrug ging (men herinnere zich Parma's pogin gen) buitengewoon moeilijk, en onder het artillerievuur van den tegenwoordigen tijd bijna onmogelijk scheen. Verder be hoorden twee rivieren, de Rupel en de Nethe, tot de natuurlijke verdedigingswer ken, en liet de hoogteligging van het voor terrein toe, dit over een aanzienlijk deel to inundeeren. Ternauwernood tien dagen hebben de Duitschers dit puik der vestingen behoe ven te belegeren. Na op een behoorlijken afstand de buitenforten te hebben aan gevallen en hun beton en stalen pantser in onherkenbare puinhoopen te hebben ver anderd, hebben zij, met groote moeite wel is waar (want zij werden voortdurend door het geschut der bjnnenforten en door de dappere Engelsch-Belgische infanterie be schoten) maar toch met succes, hunne zware belegeringskanonnen, die een vas ten bodem noodig hebben, naar de forten overgebracht, waar materiaal genoeg voorhanden was om hun in korten tijd dien vasten ondergrond te verschaffen. De correspondent van het „Vad." seinde gisteren: In Merzem en Antwerpen zag ik geen enkele soldaat meer. Prikkeldraad versperringen en verschansingen waren verlaten, 't Scheen dat Merzem en Ant werpen in elk huis een doode hadden, alles was gesloten en op de straat weinig angstig publiek. Te 10 uur bereikte ik Antwerpen, zonder hoop doorkruiste ik de stad en bevond dat het bombardement weinig schade deed. Op de Keizerlei waren nummer 57 en 59 beschadigd, waren van af nummer 23 twaalf huizen geheel uitgebrand, geen enkel openbaar gebouw of kunstmonument bekwam eenige schade, behalve de lichte beschadiging aan het Paleis van Justitie. Het Marktplein is geheel ongedeerd, in de Dierckezernstraat waren twee café's ge heel vernield, een verbrijzelde hond lag er bij. Terwijl ik er was kwamen nog twee bommen goed aan op het emplacement van de Zuiderstatie en een stak een sigaren fabriek in het centrum aan. Te twee uur volgde met het burgerlijk bestuur de capitulatie op het stadhuis, daalde eerst de Fransche, daarna Belgische en Engelsche standaard en werd de Duit- sqhe vlag geheschen. Onder de twee drie honderd toeschouwers maakte het diepen indruk. Enkele weenden, anderen balden de vuisten. De Duitsche troepen kwamen stil zonder muziek of gezang binnen. De artilleristen, de meester der beslissing, hadden bloemen in het knoopsgat. Te vo ren reden auto's van het comité door de stad, om de bevolking tot kalmte te ma nen. Er was voor de Duitschers een groote teleurstelling aan de overwinning verbonden. Zij maakten zoo goed als geen gevangenen. Voor de val. Een bijzondere correspondent van de „Tijd" schrijft dd. gisteren uit Roozen- daal: „Zooeven ben ik hier aangekomen uit de belegerde veste, die er benard, maar niet hopeloos voorstaat. Wat de Antwerp- sche pers niet mocht vertellen het „Hbl. v. Antw." verscheen eergisteren maar met één bladzijde wit en ééne zonder nieuws hoorde ik het eerst van een Dc jonge man gaat' door de opening, klimt over een stuk muur en begeeft zich naar een groote zaal met leege gewelven. Zijn oogen zijn spoedig gewend aan de duisternis en onderscheiden twee evenwij dig loopende bakken. Thans heeft hij zich weer georiënteerd; het is de kazemat, waar de vergaarbakken zijn. Half gevuld met puin van het gewelf is de waterbak, die üe watervoorraad van het garnizoen bevat, geheel droog. Terwijl hij zich onwillekeurig voorover buigt om te zien, knalt er dicht bij hem een geweerschot; een van de matrozen, die hern begeleidde, heeft op een Japanner geschoten, die tussehen dc ruïnen uitkwam en lar.gs de rotsen wegvluchtte. Zij hebben dus toch troepen aan wal ge zet? Wanneer? Zijn ze reeds daar meerdere dagen of alleen sedert de ontploffing? Maurice Rimbaut geeft zich geen moeite om het antwoord op deze vraag te vin den; hij bekommert zich evenmin om de schoten, die de Japanner lost, die zich achter een brok metselwerk heeft opge steld. Hij loopt werktuigelijk verder, al leen denkend aan Kate, haar naam zacnt- jes noemend, vast besloten, haar in alle hoeken van het fort te zoeken, haar dood of levend terug te vinden. - Voor hem bevindt zich een trap, de ijzeren leuning ervan is geheel verbogen door de ontploffing. (Wordt vervolgd.) FEUILLETON. 88) Daarna helde de kruiser nog sneller over en de masten naderden meer en meer het water; eerst verdwenen de marsen, de projector straalde geen licht meer uit en j «ensklaps zonk het geheele schip weg in de golven. Dat is één! zegde commandant Heuzey met een stem als metaal... Nu de andere!... Hij nam het stuur üit de handen van den roerganger om een te snelle zwenking van het schip te vermijden, die de artille rie niet in staat gesteld zou hebben haar werk te doen op te sloepen, die de landings troepen naar Midway vervoerden. Reeds knalden ale stukken aan bakboord en de groote kanonnen deden heele menschen- ritsen neerstorten in de golven; andere duchtten naar links 'om buiten de licht streep te komen, die hen aan een regen fan kanonnenkogels deed blootstellen. Het was onder een anderen vorm de her haling van de vreeselijke paniek, waar in Maurice Rimbaut getuige was geweest, toen de projectors van Midway eensklaps de troepen der Japanners op het platform ifl het volle licht hadden geplaatst. Het smartelijk gevoel, dat hem kwelde, ^•minderde hij het zien van deze vurig verlangde overwinning, maar om eenige "ogenblikken later nog heviger, nog vlij- ®ender terug te keeren, want de zegepraal hem nooit dat wezentje vol schoon- ■d en- bevalligheid teruggeven, .welks liefdesbekentenis hij voortdurend hoorde naklinken in zijn ooren. Waar was zij op het oogenblik? Was zij 'in dat gedeelte van Midway, dat bij de ontploffing was gespaard, of dobberde zij rond in het motorsloepje van het fort, of was zij reeds gestorven onder de verschrik kelijke drukking van het gas uit de kruit kamer? Hij had slechts één gedachte: ontsche pen te Midway, deze ruinen doorloopen, haar overal zoeken, haar roepen zonder ophouden. En hij was als in een droom getuige van het einde van den strijd, waarin niemand van den vijand gebruik maakte van de ka nonnen en torpedo's, want de Japanners hadden geen tijd om tegenstand te bieden. Hij hoorde opnieuw het vuren van de twee 305-milimeter-kanonnen, maar kon de uitwerking ervan niet zien, want de Colorado keerde zijn achtersteven naar Midway toe en thans zag de jonge man, beschenen door het licht van de pro jectors, de melkachtige tint, waarmee de morgenstond den verren horizon kleurde Een groote woede maakte zich van hem meester. Als ze een uur eerder gekomen waren, had de ontploffing nog niet plaats gehad. Dat de"kl o 1 o r a d o niet op tijd geko men was, was de schuld van dien admi raal Hopkins, die verscheidene uren voor de eerste divisie kruisers had doen verlo ren gaan, door deze te belasten met de aanhouding van de Cosmopolitan Had hij deze zending niet aan de volgende divisie kunnen toevertrouwen of aan eenige torpedovernielers? Zoodoende zou de Colorado vier uur

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1