VRIJDAG 2 OCTOBER. 1914. BUITENLAND. De Oorlog. DE VLIEGMACHINE. |0e JAARGANG. No. 1513. BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT ELAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en 5EILLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij ïgenten II cent per week, f 1.4-5 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2% cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. het onze De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 50 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. "I Zoo gaan de dubbeltjes. I In een beschrijving, welke het ,,Hbl." 'geeft van het leven der zeelieden te Rot terdam, lezen we het volgende van een clubje stokers, dat genoot van „een rondje ,bier". „Ze lieten den grooten vijf-liter-beker rondgaan. Dat is zoo de gewoonte. De be ker is van glas en heeft den vorm van een laars. Men drinkt om de beurt zoo onge veer een halven liter. Maar de moeilijkheid komt als de drinkers aan de „punt" van de laars zijn. Doordat die nogal oingeno-- gen is, ontsnapt dan de lucht met een klok kend geluid en wie dat treft, moet een rondje geven...." Zoo gaande zuurverdiende penningen in een paar dagen door 't keelgat, want elk rondje levert natuurlijk weer 't hartver heffende moment van dat klokken op, met het gevolg daarvan, zoodat het eind van zoon partij eigenlijk niet te voorzien valt. En wie niet meedoet is een flauwe vent, terwijl de wilskracht daalt met het stijgen van het aantal rondjes, 't Betreft hier wel slechts bier, maar men weet dat ooK.spi- litualiën zich al te goed vor zoo'n rondje leenen, terwijl men immers toch niet altijd bier kan drinken.... Wanneer men zulke dingen leest en overweegt verwondert het niet, dat er zoo veel armoede heerscht ook in kringen, waar goed verdient wordt. De gage der zeelieden is waarlijk zoo gering niet, maar op dusdanige manier moet er immers wel niets van overblijven, zoodat menigeen .weer berooid het zeegat uitgaat. Eenmaal nuchter op de baren, zien de betere ele menten wel in dat het zoo niet gaat, maai de verleiding blijft bij 't passagieren velen •te sterk. En zou het in andere kringen der maat schappij niet juist gaan als bij de zeelie den? Bij dezen komt het zoo goed aan 't licht omdat op een gegeven moment de beurs het loon van een of meer maanden bevat, maar ook uit beurzen met weekloon worden wel rondjes gegeven, zij 't dan niet met een vijf-liter-laars. En zulke grapjes zijn duur, eischen een veel te hoog per- 'centage. van het loon. I Waarlijk, de drankweer is een mooi werk (van naastenliefde en heeft nog een breed arbeidsveld. De toestand in Frankrijk. Dagelijks nieuwe verliezen voor de beide partijen. Millioenen zullen door de gebeur tenissen, die zich thans in Frankrijk afspe len in smart en rouw worden gedompeld. De „Times" schat het aantal Duitsche gewon den en dooden in Frankrijk nu reeds op 400.000. En zou het aan de andere zijde veel .minder zijn. En nu moet de beslissende •slag nog worden gestreden! Toch valt er 'zeer weinig te vermelden. De berichten zijn (Uiterst schaarsch. Gaat men nu na welke veranderingen er sedert gisteren in den stand der partijen zijn gekomen, dan bevindt men, dat deze zich bepalen tot de beide vleugels. Wat den linkervleugel aangaat, is het ech ter niet mogelijk een positieve gevolgtrek king uit de berichten te maken. Het offi- cieele communiqué constateert daar voor uitgang der geallieerden. Het Duitsche spreekt van het terugslaan van overmach tige vijandelijke troepen door de Duitschers. Deze troepen, klaarblijkelijk uit Franschen en Engelschen bestaande, bewogen zich ten Noorden en ten Zuiden van het stadje Al- bert, gelegen aan de Ancre, een Noordelijk zijtakje van de Somme. Indien hier echter en het Duitsche bericht laat daaraan geen twijfel toe, zulke sterke troepenaf- deelingen der bondgenooten worden samen getrokken, dan schijnt dit voor Von Kluck's leger niet zonder bedenking. Dit is het eeni- ge wat men er uit concludeeren kan. De andere verandering van beteekenis be treft de streek langs de Maas. Ten Oosten van St. Mihiel breidde het terrein, dat de bondgenooten beheerschen, zich uit. Zij ver overden een paar plaatsen Oostelijk van die vesting, n.l. Louprnont en Seicheprey, en drongen de Duitschers daar nog verder naar het Oosten terug, tot aan de hoogten langs de Rupt de Mad, een takje van den Moezel. De Russen. Van het Oostelijk oorlogsveld zijn de be richten niet veel uitvoeriger. Een Russisch bericht maakt melding van een overwinning op de Duitschers. Na he vige gevechten hebben de Russen zich mees ter gemaakt van de Duitsche stellingen bij Augustow en Koptsycwo, in Rusland gele gen plaatsen, Oostelijk van de Duitsche grensplaats Lyck. De Duitschers werden uit Koptsycwo te ruggeslagen naar Soewalki. Meer noordelijk hebben de Duitschers, na de Russen uit Tilsit en de omgeving te heb ben verdreven, de grens overschreden en Tau roggen, in het gouvernement Soewuiki bezet. De beteekenis van Galicië. Dr. Heinrich Friedjung, de bekende Oos- tenrijksche geschiedschrijver, deelt in de „Vossisclie Zeitung-' zijn oordeel mede over de beteekenis van Galicië in den tegen- woordigen oorlog. Weer zijn Oostermark en het stroomgebied van den Donau het schild, dat de Duitsche natie beschut tegen den in val van den vijand uit het Oosten, want niet alleen beschermen Oostenrijk-Hongaarsche soldaten de straten van Weenen en Boeda pest met hun lichaam, doch ook die van Breslau en Berlijn. Het groote strategische plan van dezen oorlog is er op ingericht, om de Franschen zoo spoedig mogelijk door de hoofdmacht der Duitsche legers ten onder te brengen. Intusschen moeten de Oostenrijk- sche bondgenooten de overmacht der Russen met zelfopofferenden moed tegenhouden, hetzij door aanvallend te ewrk te gaan, zooals bij Krasnik en Komarof, hetzij door defentieven strijd, zooals bij -Lemberg. Zij moeten hen zoolang bezighouden, tot uit de bewonderenswaardige krijgstoerusting van Duitschland voldoende zwaarden beschik baar zijn en scherp geslepen, om den vijand in het Oosten neer te houwen. Het bombardement van l" Antwerpen. Men schrijft ons uit St. Nikolaas, Woens dag 30 September: De onrust neemt toe en daar is reden voor. Van vanmorgen 9 uur af hebben wij het voortdurend hooren bombardeeren. Ik telde 12 schoten in 3 seconden, en dan, na eenige seconden rust, harde, schrikver wekkende slagen. We weten van oogge tuigen, dat zelfs het fort Bornhem (tegen over Tamise aan de Schelde) in het gevecht betrokken is. De stad is vol vluchtelingen, die meest naar Hulst worden gestuurd, waar een uitstekend verzorgings- en door zend ings-comité is. Maar van Aalst dat verbrand en totaal geplunderd is krijgen we weinig nieuws. Zooeven een man en vrouw met kind, die we voorthielpen maar de man deed niets dan schreien, een zeeman, met kor daat wijf doch wat hadden ze mee gemaakt. Hun vlucht, na zeven uur in een kel der alles hooren, de kanonnen, geweer schoten, en gillen van beangste stadgenoo- ten hun vlucht was door lijken en ge wonden, naar een schip- in de Dendre vandaar naar Dendermonde was onmoge lijk! Dus te voet, in Westelijke richting. Maar Wetteren is ook al in handen van den Duitschman. Dan te voet en gedeeltelijk met hulp van een vrachtwagen tot Loke ren, vanwaar ze half met trein, half met hondenkar St. Nicolaas konden bereiken. Zoo zooveel! Ons wordt gewaarschuwd terug te gaan. De trein naar Holland loopt niet. Het ma teriaal, waarvan al zooveel door België ge- requireerd, is in hoofdzaak op het Hol- landsch. Te voet dus tot St. Gilles, van waar de trein nog naar Neuzen gaat. In St. Gilles een moment stilte .op 't station niets dan permanent kanonge bulder. In Hulst op de oude Avaf""— de stad slaapt meer dan honderd schoten te hooren per minuut. Slaap dan eens als je treinen vol gewonden hebt gezien als je de uitwerking van bómmen en granaten op „open steden" hebt gezien als je ooren nog vol zijn van de verhalen der vluchtelingen. In en om Antwerpen. liet ,,H. v. A." beschrijft als volgt de stemming van de bevolking: De twee of drie laatste dagen heeft cTe stad haar kalm en bedaard uitzicht zoo wat verloren. De herhaalde verschijningen van vijan delijke luchtschepen en vliegtuigen, die nu hier, dan daar hun werk verrichten, de tijdingen uit Mechelen, de beschieting on zer zuidelijkste forten ,lict herhaalde bom bardeeren van Mechelen gisteren van het fort en de stad Lier vandaag, brengen in de bewoners een soort van gejaagd heid, van opwinding, van verontwaardi ging. Men voege daarbij het toestroomen van vluchtelingen uit genoemde steden, uit Duffel, Heffen en Waelhem, het medelijden en de gevoelens van wraaklust, die in iedere borst oprijzen, en men kan zich een denkbeeld vormen van den gemoedstoe stand der bevolking, gemoedstoestand, die wel eenigszins overeenkomt met die, op den avond der oorlogsverklaring. Het is vooral in de nabijheid der Oost statie, dat de straten het bedroevendste tooneel opleveren. Rijen mannen, vrouwen en kinderen, dezen met een pak geladen, gene met een zuigeling op den arm, trekken de De Key- serlei over, schuilen eenigen tijd onder het glazen afdak van een koffiehuis, om dan in groepen naar het eene of *andere voorloo- pige toevluchtsoord te wórden geleid. Een oogenblik later trekt een andere stoet, alweer met pak en zak de richting van de Dokken de Handelslei op, om naai de Harwichbot te gaan. Ten derden male wordt het volk door de politie en burgerwacht op zij gedrongen: 't is voor de trams, met mat geschilderde ruiten, die aan de statie gekwetste solda ten hebben opgeladen, om ze naar de ver schillende ambulancen te voeren. De toestand te Brussel. Wij hebben medegedeeld, dat de burge meester van Laeken gevangen genomen werd, omdat hij aan de Duitschers niet de ladders van de brandweer wilde afstaan. In verband daarmede wordt uit Brussel aan de N. R. Ct. het volgende gemeld: „De burgemeester van Laeken is gevan gen genomen. Ik hoor, dat men hem een 30 meter langen ladder gevraagd had, waarover hij eerst met den gemeenteraad wilde spreken. Dat duurde de Duitschers blijkbaar te lang, ze namen de ladders van de brandweer en zetten den burgemeester gevangen. Maar 't gekke van 't geval is, dat ik later op den dag overal in Brussel de brandweerladders door Duitsche soldaten zak weghalen, en niemand goed begrijpen kun waartoe dit dienen moet. De een zegt, dat ze de telegraafdraden willen doorknip pen bij een eventueelen terugtocht, een an der, dat ze de brandweer machteloos wil len maken bij een eventueelen brand." Naar aanleiding daarvan schrijft men van bevoegde zijde aan het blad: Even wil ik u het raadsel van die ladders oplossen. De brandladders worden ge bruikt voor observatie bij artillerie, die vuurt. Van die ladders geschiedt de opne ming, waarnaar de schoten worden gecor- Het wegvoeren wijst er dus op, dat vele batterijen op Antwerpen zullen gaan vu ren en dat deze belegering met kracht aangevat wordt. Het is merkwaardig, dat men dit te Brus sel niet voelt. Verschillende Oorlogs berichten. Brief kaart-drama. Hoe tragisch de oorlog wezen kan, bewijst, zoo schrijft de „Weser Ztg.", de volgende briefkaart, welke dezer dagen door een jonge verloofde te Alfeld ontvangen werd. De veldpost-ansicht, met een beeld uit Passy- Grigny, was gedateerd van 14 September, en luidde als volgt: „Lieve Anna! Vandaag wordt ge weer een jaar ouder, en talrijke gelukwenschen zullen u wel ten deel vallen. Het is vandaag ook de tweede verjaardag van onze verloving." Daaronder werd door een andere hand, hei volgende geschreven: „Geachte juffrouwIk ben een kameraad van Elze. Het cerate ge deelte heeft hij nog geschreven. Nu moet ik u echter medeueelen, dat Elze voor een half uur den heldendood voor het vaderland ge storven is. Wees sterk, en verdraag ook gij deze tijding met heldenmoed, Ullrich." Eucharistisch gebed. Z. Em. Kardinaal Scvin heeft aan de bekende katholieke Gravin van Saint Laurent, voorzitster van don Franschen Vrouwenbond, het volgend schrijven gericht Gij doet mij do eer, aan mij tc vragen welke dagorder gij moet uitvaardigen aan de leden van den „Bond der Fransche vrouwen". Die dagorder volgt hier in een paar woorden: eiken morgen ter II. Tafel naderen! De leden van uw Bond zijn Franschen, zij moeten dus de H. Communie opdragen voor haar vaderland, want in de II. Eucharistie is God aanwezig, wiens erfdeel de naties zijn en die de Souvcreine Hechter is over de zegepraal. De leden van uw Bond zijn moeders, eclitgc- nooton, zusters van soldaten. Zij moeten dus ter 11. Tafel gaan om hen, die in gevaar ver- keeren en die zij van harte liefhebben. Wie zal onze strijders behoeden? God Alleen. Als zij vallen, wie zal hun dan de vreugde schenken, om heilig te sterven? God alleen. Wie zal na hun dooa de overlevenden troosten? God alleen Ga dan tot de Tafel der H. Encjiaristic. Ga eiken dag. De II. Eucharistc moet het leven zijn van hen, die gij lief hebt. Welk een troost zal u dit verschaffenGode zegene uw aposto laat, mevrouw de Gravin. Laat de bondsleden strijden door het verplegen der gewonden en vooral door bidden en doen bidden, te coni- municceren en te doen Gevaarlijke slobkousen en verrekijkers. Do plaatsvervangende commandoorende gene raal van het gardekorps, Von laissenveld, te Berlijn, heeft blijkbaar in verband niet het groot aantal gewonde en gesneuvelde Duit- sche officieren laten bekendmaken, dat krijgsgevangen Fransche oflieieren de ver klaring hebben afgelegd, dat de Duitsche officieren gemakkelijk tc herkennen zijn aan hun wit lederen slobkousen. I)e Engelschen hebben een ander herkeuningsteeken ontdekt, n.l. de verrekijker, welke de Duitsche officieren voortdurend gebruiken. Het gebruik dezer laatste kan moeilijk worden afgeraden, doch die wit leeren slobkousende generaal raadt den officieren aan, deze door middel van slijk of asch grijs te maken. Japanners en Duitsrhcrs. Do Japanners, die do herbaalde krachtige aanvallen der Duitschers afsloegen, schijnen hun eerste plan voor een langzame belegering van Kiautsjau te hebben opgegeven, ongetwij feld als gevolg van de verzwakte positie van Duitschland in Europa. Een botsing tusschen China en Japan is onwaarschijnlijk; tie Chineesche regeering neemt tegenover allo quaestios betredende den oorlog een zeer gematigde houding aan. Op een uiyn gcstootcn. Een Engelsch kolenschip niet 3000 ton kolen aan boord, dat van Shields naar Ant werpen voer, is in den afgeloopen nacht op een mijn gcstootcn en gezonken De bemanning wist do booten nog te bereiken en werd op genomen door een visschersschuit, die baar hedeuochtend naar Lowestoft bracht. FEUILLETON. 81) Admiraal, zegde commandant Heuzey, 'naar vuren tredend, wil mij dan de eer gunnen, inij met mijn kruiser aan het huofd van het eskader te mogen stellen. De ..Colorado" kan 24 knoopen loopen en u hebt haar aan 't werk gezien. Misschien zal ik zoodoende den troost smaken mijn broeder de oogen te sluiten en het eerst aan zijn arm kind de vertroostingen te geven, waaraan het behoefte heeft. 1 Toegestaan, waarde commandant^ zegde de admiraal goedig. Maak u zoo spoedig mogelijk gereed. De „Montana" ,zal met u mede vertrekken; twee transport schepen met steenkolen geladen, die de (gouverneur in gereedheid heeft doen bren- jgen, zullen klaar zijn om u te volgen met. (het schip met drinkwater en admiraal De- «.wey zal drie van zijn snelste torpedover- <nlelers aanwijzen om den weg te verken den. Ik draag u het bevel over deze divisie fp. 4 i Dank u, admiraal, zegde de comman dant, geroerd. Mijn schip ligt nog onder ;Stoom, al mijn manschappen zijn aan (boord, mijn krijgsvoorraad en levensmid delen zijn eergisteren aangevuld te Mag- jdalena-Bay. Binnen het uur zal ik ver trokken zijn. U zult op drie uur afstand door een ihveede divisie kruisers van gelijke sterkte ;gfivolgd worden. Twee divisies pantser- jSchepen zullen te middernacht vertrekken; zal ze dadelijk aan mijn overste van den |F?nei^len staf aanwijzen, en ..aanstonds zal men met het innemen van steenkolen Daarna zegde hij op meer gedempten toon tot den vloot-commandant: Ik had to nu toe niet geloofd aan de vliegkunst... Ik had slechts haar toepassing beginnen. De kruisers zullen regelrecht naar Midwey gaanf de pantserschepen naar Ilonoloeloe. En toen Maurice Rimbaut, na admiraal Hopkins gegroet te hebben, zich naar de deur begaf, gevolgd dor den commandant van de „Colorado", zegde deze: Nogmaals mijn dank, mijnheer, en mijn dankvooral, ik herhaal het, daarvoor, dat u ons bevrijd hebt uit den toestand, die vooral op zee het onaangenaamst is, dien van besluiteloosheid. Tot weerziens, want we zullen elkaar daar ginds weldra weer ontmoeten. gezien over korte afstanden. Maar nu is mij en de heele wereld overtuigend geble ken, wat zij vermag. Minder dan een uur later, nadat hij af scheid genomen had van sir "William, die hem zoo ijverig behulpzaam was geweest en door wiens tusschenkomst hij eenige noodzakelijke inkoopen had kunnen doen, besteeg Maurice Rimbaut de ladder naar het dek van de „Colorado". Het was een prachtig schip, rank van vormen, geheel ingericht voor een snelle vaart, met zijn machienen van 40.000 paar denkracht. De bemanning, die sedert lan gen tijd geen deel had genomen aan de krijgsoperaties vanwege de lange en moei lijke vaart naar San Francisco, toonde zich zeer verheugd ,dat ze was aangewezen om zich aan het hoofd van het eskader te stel len en maakte met de nauwgezetheid, die zij zich door de praktijk had eigen ge maakt, in ale "haast toebereidselen voor het vertrek/ iit Om 8 uur 's avonds verliet de kruiser de haven en op eenige kabelengten afstands voorafgegaan door den verkenner-torpedo vernieler „Bullet", voer hij het kanaal bin nen. Reeds was het in de heele stad bekend, dat een deel van het eskader naar de Hawai-eilanden ging vertrekken. De spoed, waarmede dit besluit genomen was, had bij de geheele bevolking een on beschrijfelijke geestdrift gewekt. Men wist ook, dat de Fransche vlieger zich aan boord van de „Colorado" bevond en als een bijzondere gunst had verzocht naar Midway te mogen terugkeeren en opnieuw was men vol bewondering voor het land, dat zulke mannen voortbracht. De oevers van het kanaal waren dan ook bij het vallen van den avond geheel bezet met toeschouwers, evenals bij de aan komst van het eskader, en te midden van donderende hoera's vertrokken de schepen, die de voorhoede vormden van de vloot van den StHlfen Oceaan, naar de aardige „kleine Japs". Geheel anders ingericht en aangevoerd dan de oude Russische schepen van Rod- jestvenski, gingen zij trachten aan Japan te bewijzen, dat de oorlog; door middel van verraad en onridderlijke krijgstaktiek ge voerd, aardige uitslagen kan opleveren in het begin maar dat er een blijvende recht vaardigheid bestaat zoowel voor de volken als voor de individuen, als ze tegenstan ders aanvallen, die hun liefde voor het va derland en het gevoel van nationale eer steeds hebben bewaard. XV. OP DEN KRUISER. Nadat hij zelj; eerst de leiding gehad had, toen zijn schip de Goudhaven uitvoer en koers naar Midway zette, keerde comman dant Henzey naar de eetzaal bij den inge nieur terug, dien hij verzocht had geduren de den overtocht aan tafel plaats te willen nemen naast den onder-commandant van de Colorado en een marine-luitenant, die het ambt van vlag-kapitein vervulde. Op zijn verzoek deed Maurice Rimbaqt nu nog eens het verhaal van de gebeurte nissen, in den loop waarvan de comman dant van het fort Midway de vreeselijke verwonding had ontvangen, waaraan hij ging sterven. Hij kon zich niet ontveinzen, dat hij niet de minste hoop moest koeste ren, hem levend terug te zien en sprak over het jonge meisje, als over den troostenden engel, die thans over zijn laatste levens stonden waakte. Arme Kate! piompclde de kapitein, wiens smart bij het denken aan die droe vige oogenblikken, pijnlijk was om aan te zien. Arme kleine; nu is ze wees en heeft geen andere steun in het leven dan een ouden jongen als ik, die altijd op zee of in de koloniën geweest is! Wat een treurig leven gaat er voor haar beginnen..,, Mijn broeder had mij gesproken van zijn plan haar uit tc huwen aan een luitenant van zijn garnizoen. Wat zal daar nu van ko men? En bovendis», zullen wij op tijd ko men? Ik word schier razend, als ik er aan denk, wat er daar ginds kan gebeuren, als de gelen ons voor zijn. Zij zullen on getwijfeld het onmogelijke doen om het fort in hun macht te krijgen, vóórdat wij aankomen. Zij begrijpen het gewicht ervan evengoed als wij. Hoeveél tijd heeft de Colorado noodig om er te komen- vroeg Maurice Rimbaut, die zijn eigen ongerusthoid on der èen kalm^ezicht^trachtte te verbergen. Precies zes dagen, als wij gemiddeld 22 knoopen loopen. Ik zou er 24 kunnen maken, en ik zal ze ook maken, als het noodig is, gedurende de laatste 24 uren, maar altijd zitten we met die moeilijke kwwestie van de steenkolen: als ik rnij ik even goed kan noemen ongewapend, in daar ginds bevond zonder steenkolen, wac het gezicht van Midway, dat in de handen der Japaners was gevallen.... het zou ver schrikkelijk zijn! Welke afstand ligt er dan tusschen hier en Midway?... In rechte lijn gemeten 3200 mijlen; maar wij zijn genoodzaakt onzen weg met ongeveer 250 mijlen te verlengen, ingevol ge het bevel van den admiraal, die uit drukkelijk verlangt, dat wij hem uit een groote moeilijkheid redden door dat drij vende elcctrische station te passeeren, dat ge hebt aangeduid. Daarom moeten wij op Hawaï aanhouden, daar een rechtlijnige vaart ons er 800 mijlen van zou verwijde ren. Maar het is van te groot belang, dat wij de verbindingen tusschen dc vloot en het vasteland herstellen, dan dat wij mo gen aarzelen. Wil alleen zoo goed zijn, waarde ingenieur, om naar uw schatting bij benadering de ligplaats van dit ellen dige schip aan te duiden. Maurice Rimbaut duidde het dadelijk zonder aarzelen aan. Volgens het uur, waarop hij er over heen vloog, lag het 850 mijlen van Hawat en 1250 mijlen van San Francisco. Een rood kruis gaf de plaats ervan op dc zee kaart, die men aan boord had, aan. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1