5)e £eicbehe (Soii/ta/iit
13
BUITENLAND.
De Oorlog.
5e Jaargang.
No. 498
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIULN.
In tere. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAO, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAOEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
ra het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week
ƒ1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1 30 per kwartaal. Franco
per post ƒ1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Oeïliustreerd Zondagsblad 5 cent.
Dinsdag
September
1914
De ADVER 1 EN I ILI'WIJo bedraagt van 15 regels 0.75, elke rege' neer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 15 regels f 1.50, elke regel meer 30 ceni mei gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Oroote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiöngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, Iedere regel meer 5 centaangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, Iedere regel m 10 cent.
Encycliek van Z.H. den Paus aan
de Katholieken der wereld.
1 Die „Csservatore Romano1" geeft als
volgt idlen tekst ider Encycliek door 'Paus
Benedict us XV op ld en feestdag1 van Ma
ria Geboorte uiitgevaandigld
Onmiddellijk na Onze verheffing- op
iden Stoel van Petrus hebben Wjij, hoe
wel Ons bewust zijnde, hoe weinig Wiij
voor dat hooge ambt berekend zijn, uit
het diepst van ons hart de ondoorgron
delijke raadsbesluiten der Voorzienigheid
aanbeden, welke Onze zoo geringe per
soonlijkheid tot een zoo "hooge waardig
heid heeft verheven. jWianneer Wij, hoe
wel zonder eigen verdienste, derhalve
met blijmoedigheid en vol vertrouwen die
rqgeering van het hoogste priesterschapi
aanvaarden, geschiedde dit, omdat Wij
in vertrouwen op Goid's goedheid er niet
aan twijfelen, dat (Hjij, die Ons 'dien zwa-
ren last van dit ambt op de schouders
legde, Ons Zijin kracht en te juister tijd
Zijn bijstand schenken zaL
!W|anneer Wij van uit dezen hoogen
wachtpost van 'Ons Apostolisch Ambt
Qnzen blik laten gaan over de kudidle
des Heeren, dan wondien Wij1 dadelijk
aangegrep'en door een onbeschrijfelijke
ontzetting en 'een grotote bitterheid bij
het zien van geheel 'dit verschrikkelijke
oorlogstooneel, dat £en zoo groot deel
van Europa te vuur en te zwaard ver
woest en met christenbloed rood kleurt
Door den Goeden .Herder, Jezus Chris
tus, is Ons immers opgedragen, alle lam
meren en schapen Zijner kudde met de
diepste vaderlijke liefde te omvatten.
Daar Wij, het voorbeeld des [Heeren vol
gend, bereid moeten zijn en ook bereid
zijn, Ons leven te geven voor hun heil,
zoo is het Ons vast besluit, niets na te
laten, wat in Ons vermogen ligt, om het
leinide van de rampen te bespoedigen..
Intusschen moeten |W|ij, alvorens Wij
ons volgens die gewoonte der Roomsche
Pausen, bij' het begin van ons Pontifi
caat aan alle herders richten, het laatste
woord van onzen heiligen en onverge-
telijken Voorganger Pi us X in herinne
ring brengen, dat hém kort voor zijn
dood door zijn Apostolische voorzorg
len liefde tot het menschdom werd in
gegeven.
Tierwijl W|ij zelf met de ooigen en han-
idieai ten hemel verheven, niet zullen op
houden, den Allerhoogste te smeéken,
vragen, bezweren en vermanen., Wijl. zoo
als ook onze Voorganger het uitdrukke
lijk heeft gedaan, alle Zonen der Kerk,
in 't bijzonder de 'dienaren des Heeren1,
dat zij voortgaan, 't zij in deemoedig
gebed of in openbare oefeningen, God te
bestormen, 'dat Hij gedachtig aan Zijn
barmhartigheid den geesel van Zijn
toorn, waarmede Hij gerechtigheid uit
oefent over Ide zonden dér volkeren*
tooge afwenden.
Moge ide Allerzaligste Maagd en Moe
der Golds ons gebeid' ondersteunen; Zij',
iWiier geboorte wij hédensvieren, en Die,
stralenid als 'het morgenrood des vredes,
aan het gepijnigd menschdom Hem zou
schenken, in Wien de Eeuwige Vader
alles willde verzoenen.
Ten slotte bidden en bezweren Wij
uit het diepst onzer ziel hen, die het
lot onzer volkeren besturen, 'dat zij om
het welzijn van ide menschelijke gemeen
schap de tweedracht der zijde stellen; dat
zij mogen bedenken, "hoe reeds te veel
rouw en ellende zijin veroorzaakt, om
die nog te vermeerderenhoe reed's ge-
neeg in piuinen is herschapen en reeds
(gjenoeg menschienbloéd gestroomd, 'Dlat
zij spoedig hun gemoed openen voor
gevoelens van vrede en elkander dé hand
toereiken. 'Daardoor zullen zijl 'Zoowel
voor zich Zeiven als voor hun volkeren
van God rijker loon oogsten; Zij zullen
zich hooge verdiensten om de beschaving
verwerven en aan Ons datgene schen
ken, wat Ons het meest aangenaam en
[het meest gewenscht is, waar ook Wij
immers door de zoo groove verwikke
ling der verhoudingen "vanden beginne
af Ons Apostolisch Ambt niet weinig
bemoeilijkt zien.
Rome, den 8en September 1914.
BENEDJCTUS XV.
Dt TROONREDh.
Zooals te. venvachten was, bevat de
Troonrede dezen keer niet de aankon
diging van nieuwe wetsontwerpen. De
toestand is te onzeker, de omstandighe
den zijn te buitengewoon om voor 'den
arbeid van de Staten-jGeneraal in dit
nieuwe regeeringsjaar vaste lijnen te kun
nen trekken.
Het staatsstuk, dat de Troonrede wordt
genoemd, heeft echter juist d i t jaar een
bijzondere waaide en een blijvende
historische beteeken is.
Met welk een onverschilligheid hebben
velen t elken jare in de Troonrede gelezen
de 'traditioneele zinsnede over handel en
industrie, die altijd getuigenis aflegde van
een algemeenen bloei, zij 't dan, dat
er hier of daar of onder enkele opzichten
van tegenslag moest |gewag gemaakt wor
den. (W|ij hebben die bekende passages
meestal of misschien altijd gelezen zondér
levendige dankbaarheid te gevoelen.
Maar nu, nu in de Troonrede moet
worden getuigd, dat het economische le
ven, zoowel hier als in de koloniën, in
al zijn vertakkingen, een geweldi
gen terugslag heeft ondervonden, nu be
seffen wij, wat een geluk die traditionee
le zinsnede van andere jaren in zich
hield, nu gevoelen wij onze dankbaar
heid van andere jaren....
Gelukkig ikan er op worden gewezen,
dat reeds een lichtstraal door de donkerte
rondom ons heen komt doordringen.
„Todh komt Ier" zoo lezen wij
„eenige verlichting in den druk".
Maar en hier vooral klinkt een no
bele toon hoe zwaar de lasten zijn,
die op ons drukken, wij torsen ze gedul
dig, wetend, dat andere volkeren nog,
zwaarder lijden hebben te verdulden, en
wij geven zelfs nog, eigen zorgen verge
tend, van het onze af aan de ongeluk-
kigen uit andere landen, die onze hulp
inroepen.
„Diep begaan zoo staat er in de
Troonrede „met het lot van alle vol
ken die in den krijg zijn medegesleept,
Idraagt Tliejderlanid1 de buitengewone las
ten die Ihet woriden opgelegd gewillig
len ontvangt met open armen alle oiv-
gelukkigen die binnen zijne grenze(ii een
toevlucht zoeken."
Het voornaamste in de Troonrede zou
den wij willen noemen de verklaring,
(dat de vriendschappelijke betrekkingen
van Nederland met alle andere mogend
heden ongestoord zijn gebleven. De
Koningin zeide, dit feit „dankbaar" vast
te stellen. Ook hier hebben wij een van
die traditioneele zinsneden, waarvan wjj
andere jaren de draagwijdte niet zoo
volkomlen begrepen. Maar nu zijn wij met
onze geëerbiedigde Vorstin dankbaar, en
in de hoogste mate dankbaar, dat dit jaar
die gewone verklaring wederom in de
Troonrede kan worden opgenomen.
Todh en het is goed, dat daar in
hét h ooge Staatsstuk op wordt gewezen
blijft „onafgieb rok en waak
zaamheid" (noodzakelijk. Tot de
waakzaamheid1., die in ideze omstandighe
den wordt geëischt, behoort ook, en niet
op de laatste plaats, 'de nauwgezette,
(handhaving van onze volstrekte neutra
liteit. Daarom doet de Koningin een
krachtig beroep op allen om alles te
vermijden, wat onze neutraliteit in ge
vaar zou kunnen brengen, om zelfs den
schijn te vermijden, dat wij voor een of
andere mogendheid partij kiezen.
Ten slotte bidt de Koningin God om
kracht... Ook van deze telken jare terug
voerende zinsnede moet helaas worden
(gezegd, dat Jz*ij door velen werd be
schouwd als een loutere formaliteit Mo
ge nu edhter in breeder kringen dan voor-
jhéen, het besef levendig zijn, dat de
mlensch kan zaaien en maaien, maar dat
hét God is, die 'den wasdom geeft.Li1
De terugtocht der Duitschers.
Thans iis ook de Duitsche Kroonprins,
wiens leger in de streek tusschen Ver
dun en Toul ageerde, en die het langst
stand hield, teruggeslagen. Zijn hoofd
kwartier, gevestigd te ,St Menehould,
ten Z.W. van Verdun, is overgebracht
naar Mount Faucon, ten N. W. van die
plaats.
Meer Zuidwaarts in de streek van
Nancy is, volgens, een der telegrammen
van dezen nacht, het grondgebied van
Frankrijk tot aan de Vogezen toe ge
heel door de Duitschers ontruimd.
De terugtocht van het Duitsche Jeger j
in Frankrijk heeft zich nu vrijwel over
het geheele front uitgebreid. En waft
tot dusver onverklaarbaar scheen in de
zen paniekachtigen terugtocht, begint te
gelijkertijd een weinig te worden opge
helderd. Merkwaardig is daarbij, dat het
begin van dit alles reeds 10 dagen ge
leden is voorgevallén, én dat de terug
tocht, die weldra in een vlucht zou ont
aarden, reeds 8 September is aangevan
gen.
Van wat er is gebeurd, geeft het
„Vad." het volgende juiste overzicht.
Von Kluck, dit bij Charleroi en Lille
zulk een grooten rol had gespeeld, en
die met zijn leger op den rechtervleugel
van het Duitsche front stond, heeft ge
tracht, den tegenover hem staanden lin
kervleugel van het leger der bondge-
nooten van het overige deel af te snij
den. Hij nam daartoe zijn toevlucht A)t
twee middelen, n.l. Ie. het drijven van
een sterke troepenmacht tusschen Parijs
en den linkervleugel der Franschen, en
2e. het maken van een omtrekkende be
weging tegen den door hem blijkbaar
zwak geachten rechtervleugel, via de 'sta'd
Coulommiers, ongeveer 55 K.M. ten CX
van Parijs. Ter linker- en ter rechterzijde
tusschen zijn omtrekkende troepen in-
geknepen, zou de Fransche linkervleugel
tegenover zich vinden de sterke reserves,
die hij tegenover hen aan de Ourcq
achterliet, en tusschen deze drie groepen,
die hen in een levenden ring zouden
insluiten, zou dat gedeelte van hert! Fran
sche Jeger het lot van het leger voor
Sédan in 1870 ondergaa met dit onder
scheid, dat het niet in een vesting zou
worden gedrongen, maar buiten de mu
ren van Parijs omsjngeld en gevangen
genomen of vernietigd.
Maar Von Kluck misrekende zich. De
Franschen bij Parijs weken n'iet, en
naar de zijde van Comlommiers vond hij
het front des vijands versterkt] door En-
gelsche troepen, welker aanwezigheid hij
daar niet vermoedde.
Wat verder gebeurd is, schijnt (want
zekerheid hebben wij nog niet) als
volgt te kunnen worden weergegeven.
Toen nu, te midden van het taaie verzeg
der Franschen bij Parijs en den onver
wacht krachtigen tegens/and der Erigel-
schen naar de zijde van Coulommiers,
het Fransch - Engelsche centrum nog
kracht genoeg bleek te bezitten om Von
Kluck's reserves aan de Ourcq aan te
vallen, werd tot den terugkocht besloten.
Welken indruk dit bevel gemaakt
heeft op de Duitsche troepen, die tot
dusver sjechts aan zegevierend voor
waarts gaan gewend waren^ laat zich
denken. Is dit de oorzaak geweekt,
waarom de terugtocht al spoedig een
vlucht en naar het schijnt vervolgens
een paniek werd, die zich mededeelde
aan de andere legers, eersjt aan dat van
Von Bulow, daarna aan dat van Von
Haussien, vervolgens aan dat van den
Kroonprins van WürtembUrg?
Hiet leger van Von Bülow schijnt het
eerst, en wel aan de Ais^ne, tot sfaari te
zijn gebracht, waarschijnlijk na het ont
vangen van versterkingen uit de door
Duitsche troepen bezetjté steden in
Noord-Frankrijk en misfsjchien ook uit
België. Hij heeft daar getracht, de gealli
eerden tegen te houden, maar niettemin
gelukte het dezen de rivier over te trek
ken, iets waarin ook de link& en rechts
van hen ageerende Fransch-Engelsche
troepen slaagden.
IHier volgen de twee voornaamste tele
grammen van hedennacht
Uit Londen wordt geseind
[Het persbureau deelt mede fdld. 14
SeptemberGedurende den geheelen dag
gisteren betwistten de (Duitschers den En
gels chen den overtocht over de 'Aisne.
Echter slaagden de Engelschen er on
danks den moeilijken overtocht in, met
aanzienlijike troepen de rivier over te
steken |tjegen zonsondergang, Aan defn
rechter- en linkervleugel van het Engel
sche leger slaagden de Fransche legers
in een soortgelijke beweging. De Engel
schen maakten nog talrijke gevangenen.
Het Fransche hoofdkwartier Ideelt me
lde, dat het leger van dén .Duitschen
kroonprins werd verslagen en verplicht
zijn hoofdkwartier te veranderen van St-
Ménehould naar Mont Faucon.
Uit Parijs telegrafeert men:
Een oommuniqué meldt: Aan den lin
kervleugel moesten de Duitschers hun
verdedigingslinie ten Noorden van de
Aisne £uss chen Compiègne .en Sa is sons
opgeven. Hun detachementen te Amelins
trokken terug over Péronne piaar Saint-
Quentin.
Het centrum kon het defensief achter
Reims in de Argonnen niet handhavejn
en moest Noordwaarts trekken aan de
andere zijde van het bosch van Belnoné
len Triancourt Aan ide rechterzijde is
die terugtocht der Duitschers algemeen.
Westelijk van Nancy tot de Vogezen was
gisteren het Fransche grondgebied totaal
ontruimd.
De overwinn.ng de Kussen op de
Oostenrijker*.
De oorlogs-verslaggever van "het
W; e e n s c h e blad „Morgan" bericht om
trent den slag bij Lemberg het volgende:
,Het gevecht werd afgebroken, onze
troepen trokken terug en werden in 'po
sities gebracht idie yoor verdediging de
'mieest gunstige omstandigheden aanbie
den. Ons plan, door een snél en ko^n
offensief het Russische leger te verslaan,
mislukte niet door gebrekkige leiding of
inferioriteit der troepen; integendeel vol
brachten leiding en troepen het boven-
menschelijke, maar het beroisme van het
leger kon niet o(p tegen de kolossale
overmacht van den vijanjcL
Vastgesteld is, dat ide overmacht der
[Russian vele divisies bedraagt, waarbij!
nog in aanmerking moet genomen wor
den, dat een Russische divisie sterker
is dan teen bij ons.
Verder zijn de Russen met de mobili
satie ver vooruit, (daar zij lang vóór het
officieel begin van tden oorlog ermede
begonnen. Eindelijk .hebben wij bijna de
j*eheele hoofdmacht der Russen tegen
over ons. Wanneer men dit alles bedenkt,
kan men eerst de restatie onzer troepen
juist beoordeelen, die in gevechten, wel
ke bijna ononderbroken drie wéken duur
den, stand hielden,, (een panhoudietnd offertv
sïef bewaarden. Zestigduizend1 gevange
nen met drie honderd stukken geschut
vielen ons in handen, maar hoe groot
ook deze gedeeltelijke successen waren,
zij konden niet tot het gewenschfce pe-
sultaat leiden, wijl de Russen letterlijk
voor iedere verslagen divisie een nieuwe
naar voren konden brengen.
Hoogere strategische overwegingen
verlangen thans verzameling onzer troe
pen in een stelling, waarop de Russische
overmadht zich komt Verpletteren. Wij
kunnen hier rustig den aanval afwach
ten. Ik herhaal nogmaals, onze troepen
zijn niet verslagen, voelen zich ook niet
verslagen. Het leger betrekt een stelling,
die zoo sterk is, dat Zij iedere vijand
het hoofd zou kunnen bieden.
De beschuldiging van den Duitschen
Keizer.
Aan den oorlog van 1870 schrijft
in een uiterst voorzichtig gesteld artikel
de „Germania" zijn voor ons, Duitsche
Katholieken, de herinneringen van dejn
kultuurkamp Verbonden. Maar deze erge
tijden zijn wij vergeten. Door niemand
laten wij ons in offervaardige liefde voor
het vaderland overtreffen. Voor ons "be
staat in deze liefde geen onderscheid van
geloof, wij strijden schouder aan schou
der, met alle Duitsche broeders, voor de
redding van het Vaderland.
Ziedaar de gevoelens, fejje pok ons Duit
sche Katholieken bezielen. En wij laten
ons niet in het minst terugdringen door
het feit, dat het grootendeels geloofsbroe
ders zijn, die tegen ons in het veld staan.
Waarlijk het spijt ons, dat zelfs de gees
telijkheid, idie wij uit den aard der ?aak
bijzondere achting toedragen, enkele han
delingen, tegen alle volkenrecht in, fe-
jglen ons en pns leger hebben begaanJ
Het keizerlijke woord is een stuk van
historische beteekenis, heeft deze 'hande^-
lingen aan de wereld bekend gemaakt
Wij kennen het rechtvaardigheidsgevoel
en de edele ridderlijkheid van onzen Kei
zer te goed, dan idat wij zijn woord in
twijfel zouden durven trekken/Al bloedt
ook ons hart, wij klemmen cxns vast aan
dé 'hfipop, dat het slechts uitzonderingen
heeft gegolden.
Maar des te krachtiger protesteeren wij
tegen elke poging en er zijn er maar
al te veel aangewend om deze uit
zonderingen te veralgemeen en, ze op on
verantwoordelijke wijze op grond van
geruchten en onbewezen beweringen te
vermeerderen of aan den geheelen gees
telijken stand ten laste te leggen, wat
leen fout van de verkeerde vaderlands
liefde van afzonderlijke personen is.
Wij hebben reeds gezegd, dat sommige
'ervaringen der laatste weken bij vele
Duitsche Katholieken de vrees voor een
nieuwen „Kultuurkampf" hebben gewekt,
Welke strijd zou beginnen, nadat een
nieuw tijdperk van Dtuitschen vooruitgang
het oorlogswee van thans zal hebben
genezen.
WSj1 hopen en wens chen dat tfeze vrees
ongegrond zij'. En zij zal ongegrond zijn,
wanneer wij, Duitsche Katholieken, met
terdaad bewijzen ons breed inzicht, dat
ons in de jaren '70 en '80 mede voerde
tot overwinnen. Toen ontstond het mee-
rendeel der katholieke persorganen, wet.
Re wij thans nog steunen en waarvoor
wij ons thans vooral moeten inspannefci
om ze te doen vooruitgaan.
Tot zoover de „Germania", die maar
al te duidelijk het "inzicht Idér Duitsche
Katholieken omtrent de mogelijkheid van
(een nieuwen „Kulturkampf" vertolkt.
De Paus als vrederechter.
Aan het hoofd van ons blad hebben
wij afgedrukt het rondschrijven van Z.
H. Paus Benedictus XV. Het zijn woor
den, tintelend van vaderlijke liefde, be
vend van bezorgdheid voor het geluk der
menschheid over heel de wereld. Hier,
klinkt in de kracht der hemelsche wijs-i
heid en der zich-zelf opofferende liefde,
de stem van een Vader, van den alge-i
meenen Vader der Christenheid.
Is het niet opmerkelijk, zegt de Msb
dat in dezen oorlogstijd het eerste open
lijke beroep op de vorsten om vrede uit
gaat van het Paösschap, wier drager een
maal vormelijk werd voorbijgegaan, toen
de machten aezer aarde in vredestijd bij
eenkwamen om den vrede te oestendi-
gen? Dèèr, te midden van de gezanten
der aardsche vorsten, had de gezant van
den Koning der Koningen rechtmatig de
eereplaats moeten innemen.
De voornaamste taak toch van Zijn
ambt is het den vredé te béhoiuden en te
bevorderen; Hij met zijn machtigen in
vloed over de millioenen Katholieken
der geheele wereld is beter dan wie ook
in staat om den vrede onder de volkeren
te handhaven; de Pausen, die in de ge
schiedenis reeds zoo menigmaal als vre
destichter of scheidsrechter vijandige
partijen wisten bijeen te brengen in
vrede en vriendschap, zij op de eerste
plaats moesten geroepen geweest zijn
om den vrede in de wereld te helpen be-i
vestigen. 1 1 I I
Wat de menschen onmogelijk maak
ten, dat maakt nu Oods Voorzienigheid
tot werkelijkheid. Terwijl de anderen
zwijgen, spreekt nu de Paus, wat de an
deren niet vermogen, dat vertrouwt de
Paus te kunnen met de hulp van God.
Treffende edelmoedigheid 1 Vergeten
en voorbijgegaan, biedt Hij uit eigen
beweging, ongevraagd, zijn macht en in
vloed en zijn leven aan, om te doen,
wat zijn Voorganger eens had willen
doen, maar niet mochtl
't Is het groote liefdegebod van den
Meester, in daden omgezet: zich zelf ver
getend, om alles voor allen te zijn; niet
vragend naar eigen eer of wrokkend
om ondergane beleediging, maar slechts
vragend naar de eer van God en het
heil der menschheid.
Zooals de liefdezusters van Frank
rijk, eenmaal verdreven en vervolgd, met
haar onverstoorden glimlach van barm
hartige liefde wederkeerden, om hun
vervolgers en verjagers de weldaden ha-
rer liefde te schenken; zooals de ver
bannen priesters aanstonds hun krach-i
ten gavèn om hun Vaderland te verde
digen, dat hen eens uitwierp, en het zie-
leheil hunner landgenooten te beharti
gen, die in vredestijd niet van hen weten
wilden, zoo biedt ook de Paus in edel-i
moedige grootheid van ziel zijn liefde en
macht aan, om nu te doen, wat hem
eens onrechtmatig belet werd.
De Oostenrijksche gezant bij den Paus.
De „Köln. Volksztg." verneemt uit
Rome, dat de H. Vader eergisteren den
Oostenrijk-Hongaarsche gezant bij den
H. Stoel, vorst Schoenburg, in particu
liere audiëntie ontvangen heeft. De ge
zant was de eerste, die den Paus zijn
geloofsbrieven overhandigde. In naam
van keizer Frans Jozef wenschte hij den
H. Vader geluk met de keuze en betuigde
hij de kinderlijke aanhankelijkheid des
keizers aan den H. Stoel en diens onver
breekbare trouw, jegens de H. Kerk.
De gezant verklaarde, dat al zijn po-