BUITENLAND. De Oorlog. DE VLIEGMACHINE. 5e Jaargang. No. -i92. S)e £.cicbclie Sow/taut Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. In tere. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAQ, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAOEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week ƒ1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post ƒ1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2V, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent De ADVERTEN riEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent. met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-ad vertentlën) 15 regels 25 cent iedere regel meer 5 centaangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent iedere regel 10 cent. Een voorbeeld. Zoo juist lazen we een welsprekend artikel van den oud-minister Colijn, waarin deze reorganisator van ons leger nog eens duidelijk uiteenzet, wat thans de taak van onze weermacht is en van hoe groote beteekenis die weermacht moet geacht worden, allen bedillers ten spijt. Een enkel kenmerkend citaat (Wiijzend o»p ide „Hamburger Nadh- richten" van 11 Augustus, volgens wiellke de huidige strijd gaat om .een nieuwe regeling van de machtsverhoudingen in centraal-Europa, om een wijziging van het geheele politieke opganisme d^r oude yereldj. zegt de heer Colijn: „Dat kan voeren tot de noodzakel ijkheid om onze neutraliteit te la|- ten varen. "Wanneer er een geheel inieuwe kaart van Europa geteekend' moet worden, wanneer dat eens de uitkomst zou iijin van de nu aangevanh gen worsteling, dan k a in! er een oogen,- blik komen, dat ook wij onze stem moeten doen hooren. Niet uit dwaze, belachelijke zucht, om aan groote po litiek te doen, maar om bij de £ind- regeling onze eigen belangen te waar borgen .En dan verlieze men niet uit het oog, dat een paar honderd duij- zend man volkomen versche troepen aan bet eind van dien grooten oorlog driemaal zooveel Waard zijln als in het begin. tt,Ook daarom moet jhet leger w a c h:- ten, gereed tot daden". Da's klare taal, welke even onopge. smukt als onweerlegbaar de waarheid zegt En zoo is het heele artikel. Niet echter om1 op dit geschrift "zelf te wijzen, memoreerden we 't hier, maar wel om even te doen jiitkomen, waar de heer Colijn zijn stuk j>laatste. Hij. koos 'daartoe §en eenvoudig, be scheiden Christelijk orgaan: „De Jonge Man" wat niet (heeft belet, dat „de groote .pers" ziijn woorden vond, en uit voerig oVerneemt. Een mooi voorbeeld gaf de heer Goj- lijn hier aan allén, die hiinl eigen pers voorbijgaan, om maar spoedig en zeker bij „de groote pers" gehoor te vinden. iWie waarlijk wat te Zeggen heeft, kan dit best (tot uiting brengen alleen in een blad van zijn eigen kleur, Waarmede dan tevens dit eigen blad gebaat wordt. <- De organisator Colijn heeft ook dif begrepen. Zijn artikel veriieft „De Jon ge Man" en zoo bereikte hij een dubbel doelnaast het uiten Zijner denkbeelden ook het stqumen van Zijhf eigen pers. Vinde dit goede voorbeeld steeds na volging. De Fransch-Engelsche legermacht. De eindresultaten zijn voorloopig voor de Fransch-Engelsche legermacht niet bemoedigend. Steeds blijft Zij te- FEUILLETON. 64) Vervolgens onderzocht hij met de grootste koelbloedigheid heit* stelsel van de karabijn, idie hij zich zoo gelukkig ihad toegeëigend. Zeven patronen in biet magazijn, zei hij. (Hiermede kan ik het wel een dag iof acht uithouden. r~ Zoudt ge (denken vroieg Maurice Rimbaut. Ik zal maar 'een van de muilezels nemen; als tfnijn vriend de planter hier was, dan Zou ik er beslist een van hem kunnen krijgen. Neem die drie bussen conserven, dan ben ik die kwijt— En geen tijd ver loren. Ik zou gaarne willen, dat ge in veiligheid waart. i— Wacht, ïk (zal tien motor aandraaien. Bind inu eerst het touw, dat de machine vasthoudt :aan de rots achter u, en 'kap filet evenals te Midway met een enkelen slag [van dit bijltje door. Ik Ikon misschien beter mijn mies no emen, om iu dit werktuig, dat ge noodig kunt hebben, (niet te ontnemen. Neen, {met een bijl gaat (het beter. De heb (ze niet meer noodig. rugtrekken, met welk doel is niet dui delijk. Maar aan Fransdie zijde worden de geleden nederlagen en verliezen er kend. De oud-minister Pjchon schrijft in 'het „Petit Journal" „Zelfs al zijn wij hier en daar ave wonnen, vaker overwonnen, dan wij overwinningen behaalden, toch blijven Iwij in (staat vol te houden. 'De lange duur van den oorlog Zal ons redden". Een soortgelijke meening verkondigt Clemenceau, de tijger, in de Engelsche „Daily Mail". Ook hij! zegt: „Al worden wij verslagen en nogmaals vers Jagen, wij zullen daarom den strijd niet opgeven. Wij wisten dat wij een nederlaag zouden lijden, maar wij bieden tegen stand met groote taaiheid, en houden nog veel troepen in reserve voor den strijd die nog komen moet", t i Uit deze en soortgelijke redeneerirt. gen kan Uien opmaken, dat de Franschen niet in de laatste plaats bouwen op de kracht hunner bondgeniooten. De hulp der Engelschen, die straks wel zullen optreden met hun vloot, als 'de Duitsche legers uitgeput zijn, die der Russjen, «die eindelijk de Duitsche legers wel zullen slaan, worden door Frankrijk verwacht, om de eindelijke beslissing te verkrijgen ten gunste der bondgenooten. Wat Clemenceau aanvoert over hef doel van den strijd: „Wij strijden .voor de waardigheid der menschheid, voor het recht, voor het Voortbestaan dercul!- tuur, wij, strijden voor de naties van Europa, opdat Zij kunnen leven ^zonder onder den voet eener andere natie te' geraken"' dat zegt Von Biilow, de Duitsche oud-kanselier, van de Duitsche Zijde ook „Onze overwinning verzekert recht vaardigheid en orde, en de ontwikkeling van Europa en de geheele wereld. Voor ons Duitsche volk staat het vast, dat de uitslag van dezen oorlog beslissend zal) Zijn voor de Vraag of de Duitsche geest en de Duitsche beschaving de wereld' levenskracht zullen geven, of dat zij tert offer vallen Zal aan biarbaarschheid, ver derf en slavernij". Beide groepen strijden dus voor be schaving, tegen barbaarschfieid, tegen slavernij, vóór de cultuur.». Een belangrijk gevecht. Een bericht van hedennacht spreekt van een hevig gevecht, dat gevoerd werd op de Ijjn, die Parijs over Nanteuil (ten N. van Parijs), Sézanne (Westelijk van Parijs), en Vitry met Verdun verbindft, en waarbij op delinie „der Duitschers teekenen van een terugtrekkende bewef ging viellen waar te nemen. Misschien brengen nadere berichteln hedennacht nog meer licht aangaande de beteekenis van dit gevecht. 1 De Duitschers ia België. Een telegram uit Ostende dd. 7SepL meldt: r De Duitschers zijn gisteren in de rich ting noordwestelijk van Brussel tus- scjhen Gent en Antwerpen op gerukt. Vanochtend waren alle verbin dingen per telegraaf en spoorweg tus- iToen het fouw bevestigd was, nam Maurice Rimbaut plaats bij het stuur, toen de gedachte, dait hij afscheid van Archibald Forster knoest nemen, hem het hoofd deed omwenden. De zelfde gedachte kwam ook bij lui tenant Forster pp; hij keerde zich op (hetzelfde oogenblik Pm. De beide man nen omhelsden lelkaar. Vergeet 'mij niet!.^. zei de jonge Franschman. rNoch !u, noch haar!.» En nogmaals, fld dank u', dat ge tiiw leven 'voor mijn land waagt|0, ja, ik zou het haast nog vergeten.., 61 (graden naar San Francisco, 61 graden, denk er aan. 61 graden, goed.^. Even later gleed op het signaal van den vlieger de „Katesbird" langs de helr ling en zweefde bijna onmiddellijk daarn boven de enorme leegte van den krater. Een hevige ontroering maakte zich van luitenant Forster meester. Want de aeroplaan had geen zee meer onder-zich, alleen brandend', kokend lava van een temperatuur van 2000 a 3000 graden, lava, waarin vlieger !en aerop!aan binnen lénkele minuten in gas zouden zijn veranderd. Met kloppend hart volgde de Ame- rikaansche officier den grooten gelen vo gel, die iich wendde naar den rooden schijn van de Ualemaumau. schen die twee steden verbroken. Gisteren is het te Oordegem bij Wetteren tot botsingen gekomen. !De jagers-verkenners en wielrijders zonden een patrouille naar Oordegemwaar ulanen gesignaleerd waren. Vier jagers en gendarmes sloten zich bij hen aan, en weldra bevonden de Belgen zich tegenover 20(0 ulanen, die (het vuur openden. De. Belgische soldaten ant woordden. Tegelijkertijd kwamen een groot aantal militaire wielrijders uit een bosch te voorschijn en schoten in den rug van de Duitschers. Majoor de Goninck werd door een kogel in het hoofd getroffen. De Bel gen moesten ten slotte voor de over macht wijken. De Duitschers om Antwerpen. Gmtrent de Duitsche actie tegen de Antwerpsche stelling meldt de „Nieuwe Gazet" van 5 Sept.: Gisterenmorgen is een aanzienlijke Duitsche troepenmacht uit Brussel ver trokken in noordwestelijke richting, blijk baar met de bedoeling, de gemeenschap van Antwerpen imet de kust af te snijden. Zooals we reeds gemeld hebben, kwa men zij door Buggenhout, vernielden er de statie en sneden de telegraafdraden door. Ten noordwesten van Mechelen heb ben onze troepen op verschillende plaat sen de dijken doorgestoken en het land onder water laten loopen. Een groot aantal Duitsche soldaten met ruiterij en kanonnen werden door dezen zondvloed verrist en vluchtten, tot aan hun middel in .iet water, terwijl hun kanonnen in het lijk vastraakten. In dezen hachelijken'toestand werden Zij door onze troepen «en forten behoorlijk onder vuur genomen en moeten zware verliezen geleden hebben. Vrijdagmorgen hebben zij Dender monde bezet en de bewoners verjaagd, die in de richting van Sjnt Nikolaas en Lokeren gevlucht zijn. Verschil lende hardnekkige gevechten hadden plaats op de geheele linie. Te Capellen op den Bosch ontstond een verwoede strijd tus- schen een aanzienlijke Duitsche leger macht en verschillende afdeelingen onzer troepen. Een duizendtal Duitschers zou gesneuveld zijn. Onze troepen werden gesteund door het kanonvuur van. Jhet fort Liezele. Verschillende dorpen in den om trek werden platgeschoten of verbrand. De kerktoren van Breendonck werd in brand geschoten en vernield. Dezen morgen vernielde de vijand die spoorbaan tusschen Dendermonde en Baesrode om aldus het verkeer tusschen AntwerpenGentDendermonde te be letten. De treinen rijden nog enkel tot Puers. Al de gemeenten, door de Duit schers bezet, zijn niet toegankelijk meer voor de bewoners. De straten en wegen, die er heen leiden, zijn door onze troe pen afgesloten. Vele vluchtelingen over nachten onder den "blooten hemel. Volgens mededeeling van een bijzon- deréh oorrespondent van het blad, zou- De Katesbiiid" 'zweefde bevallig en ste'eg hoogertoien zij den anderen "kant van den 'krater bereikte, was zij op een hoogte van 50 meter boven de met Jcreuh pelhout bedekte Vlakte. Vervolgens verdween, zij achter de eerste hellingen, die naar de zee af daalden. Bravo! riep de Amerikaan, die aan den rand Van Ide rots stond. ,Toen hij dezen kreet weer herhaalde, werden twee handen zichtbaar op de zelfde plaats, \vaar de eerste Japanner zich naar boven 'had geheschien. De tweede afvaller kwam dus Langs dien zelfden weg. De Amerikaan 'had de bijl, waarmede ■hij het 'touw had doorgekapt, nog in de hand. Hij aarzelde (geen seconde. Met één Sla^j. sloeg hij hem de han den af. De luitenant 'achtte het niet „de moeite waard, die tweedie tuimeling met de oogen te Volgen. 'Hij stopte den kleurling, wiens vroo- lijlke lach opnieuw weerklonk, een tien tal van 'dé goud stukken in de hand, waan- mée hij rzich bij zijn vertrek uit Midway rijkelijk had Voorzien. Voor u en uw makkers, zei hij. Ge moet uw meester zeggen, dat onze vloot binnen 'acht dagen zal aankomen den Vrijdag de Duitschers tot in dJe nabijheid van Willebroeck zijn doorge drongen. Voortdurend bewegen zich Duitsche vliegtuigen boven de forten van Liezele en Puers. De Leuvensche bibliotheek. In de „Tijd" vinden wij het verslag van een onderhoud met prof. |Noël priester-leeraar aan de Leuvensche unL versiteit. Over de vernieling van de bi bliotheek meldde deze, dat men sedert een jaar bezig was de boekenverzame ling te inventariseeren. Ondanks geregelden arbeid, was men er in een jaar pas in geslaagd, de paar eerste letters van het alphabet in den ouden catalogus na te snuffelen en te ordenen. Gedurende dit jaar had men honderden brochures, pamfletten en al lerlei geschriften gevonden, die alle on bekend waren en alle dateerende uit die 16e en le eeuw. Deze vertegenwoordigden een onge looflijken schat voor de geschiedenis der Nederlanden, waaruit men buitengewoon veel belangrijks had kunnen vinden, dat geheel onbekend was aan onze historici. En dit alles gold juist de theologische afdeeling, die men het eerst begonnen was te inventariseeren. Ook tallooze wiegedrukken bevatte deze prachtbiblio- theek. En van dat alles zal waarschijnlijk niets weergevonden en gereconstrueerd kunnen worden. Ik heb, zeide de hoogleeraar verder, een student gesproken, die de puin- hoopen bezocht heeft van de bibliotheek, en deze verklaarde, dat er niets van de muren over is. Het Russische leger. In het Oosten valt nu te constateeren een vereenigd optreden van de Russen in Galicië met die in de Bukowina; de Russen werden hier door de Oostenrij kers teruggeworpen. Daarentegen be zetten de voorposten van het Russische leger, dat Lemberg nam, de Karpathen- passen, die naar Hongarije voeren, en eenige grootere Galicische plaatsen, bv. Halicz, Stryj en het reeds vrij ver naar het Westen gelegen Przemysl, dat 200 K.M. van Krakau ligt. In Oost Pruisen gaat, na het ontzag lijke verlies van het Zuiderleger, het Noorderleger met dubbele bedachtzaam heid voort. De vernietiging van het Zui derleger was grootendeels een gevolg van de eigenaardige gesteldheid van het terrein. De Russen zijn daar grooten deels in de meren, poelen en moerassen omgekomen of met kan an en mitrailleur- vuur afgemaakt, terwijl zij worstelden om uit den modder en het drijfzand' los te komen. Het Noorderleger der Russen, dat Til sit bezette, en waarvan reeds gemeld werd, dat het Koningsberg veroverd had (iets wat in een telegram van den bur gemeester der stad, werd ontkend), be weegt zich nu door de moerassige wei develden langs het Kurische Haf naar de en id'at ik! 'hem Zijin muilezel terug zaJ laten bezorgen, als ik hem zelf niet kan komen bedanken. 'Zorgt nu, dat £e zoo gauw mogelijk 'wiegkomt. Overigens zul len ze 'wel niet meer komen kijken, nu de aeroplaan toch weg is. En toen tie opzichter hem geholpen had in het zadelen, zei hij bij zich zelf: Ik heb levensmiddelen, een goed geweer en 'acht dagen vacantie en zich naar den besheeuwden top van dien Mau- na-Loa wendend, Voegde hij er aan toe: ik zal me die bergbeldimming van der tienduizend-achthonderd voiet veroorloo- ven. Dan Jieb ik boel wat indrukken te vertellen aan onZe club te Oakland!.* Toen hij leen magnoliabosch bereikt had, bleef 'hij stilstaan, stalk ieen sigaret aan, én ademde die eerste wolkjes in. Vier en-twintig uur lang had hij Zich aan dit aangename tijdverdrijf moeten onttrekken, want een sigaret aansteken op twee stappen afstand van een voorraad benzine levert voor den vlieger he£ zelfde gevaar op als Voor een luchf- schipper, die een Verbazende hoeveelheid waterstof 'bij zich' heeft Hij was nu op een heuVeltje gekomen, vanwaar hij de groote oppervlakte van den Stillen Oceaan kon zien en hij meen!- ide in de verte een klein visschersyaartuig te bespeuren. Van uit het verheven punt waarop hij Pregel toe, waarschijnlijk met het voor nemen om op Koningsberg aan te ruk ken. Het terrein is in die streken echter bijna even gevaarlijk als daar waar het Zuiderleger vernietigd is. Op Zee. De ondergang van de „Runo". De oorrespondent van de „Daily Te- legr." te Grimsby geeft een uitvoerig relaas van de ramp die de stoomboot „Runo" van de Wilsonlijn is overkomen. (Zooals reeds is gemeld, is dit schip aan de Engelsche oostkust op een mijn geloopen en gezonken). De oorrespon dent verklaart dat de officierien van oor deel zijn, dat een zeventig opvarenden die nog vermist worden, gered zijn dbor visschersbooten. De passagiers waren geen vluchtelin gen maar Russische reservisten, die uit Apierika zijn teruggeroepen. De kapiteins van de trawlers toonden buitengewonen moed. Een der booteir kon het wrak alleen naderen langs een weg die met mijnen bezaaid was. Men wees den kapitein op het gevaar, maar hij antwoordde eenvoudig: De djuivel hale die mijnen; het is onze plicht de in gevaar verkeerenden 't leven te redj den of het onze te verliezen. i De Engelsche kruiser „Pathfinder" Over het vergaan van den Engel schen kruiser Pathfinder vinden wij bij zonderheden in de Daily Chronicle (van Maandagochtend. De ramp had Zaterdag middag om half vijf plaats op 10 mijlen ten noor den van St. Abb's Head. De man schappen waren juist beneden aan hun maaltijd, toen het schip een schok kreeg. Aan dek komende zagen zij het schip van achteren naar voren overhellen, en een oogenblik later had een vreeselijke ont ploffing plaats, waardoor het schip aan stukken vloog. Het ongeval duurde vier minuten. Een torpedojager, welke op 5 of 6 mijlen van de plek was toen de ramp ge schiedde, stoomde onmiddellijk naderbij en een goed uur later was ook de red dingboot van St. Abb's ter plaatse. Te gen zes uur in den namiddag waren nog meer schepen, ook oorlogsschepen, aangekomen, die allen naar drenkelin gen vischten. De mijn scheen den kruiser dicht bij het magazijn te hebben getroffen. De ontploffing was zoo hevig geweest, dat van het houtwerk van het schip nog slechts één stuk hout was overgebleven, groot genoeg om een drenkeling te dra gen. f De Pathfinder stond onder bevel [van kapitein Francis Martin Leake. De be manning telde 268 koppen. Volgens leen Exchange-telegram zouden er 90 zijn ge red. Deze zijn naar Rosyth en andere plaatsen in de bovenstreek van de Firth of Forth gebracht. Behalve de kapitein moeten ook nog 8 landere officieren ge red zijn. stond, scheen de aeroplaan hem' eed klein zeilschip toe, dat op de goliven dlobberde. 'Het is 2 uur, Zeide hij in zich Zelf.. Met zulk een snelheid, zal hij moi^ genmjddag om twaalf uur op de wijzer plaat Van Ferry Bujldjng kpnnen zien hoe laat het is... XIII. EENZAAM DGGR DE WOLKEN. Het werd duister, Maurice Rimbaut was alleen in de oneindigheid. Tot aan het AmerikaansChe vasteland was er geen eiland meer, geen rots, geert rif, waarop hij kon rusten, als zijn ma'- tihicn iets zou overkomen. Zijn leven hing aan deze brooze ma. chien die, als zij onvoldoende gesmeerd was, langzamer jzou beginnen te loopen en dan stilstaan en dam.. Plotseling voelde hij een gevoel van ontzetting zich van hem meester maken. Zijn ziel had hem tot [heldenmoed opgevoerd, had hem die kracht geschon ken, als een vurige haard van energie, En daarom voelde i. ijn bevende m'enstihheid zich een oogenblik door vrees Vernüetigd in die duisternisf en in de stilte. Hij scheen meegevoerd op vTetfr gelen van hallucinatie boven onbekende afgronden. t (Wprdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1