Gemengd Nieuws.
Uit de Pers.
I70) MAGNA.
rede gehouden. (Hiet (was eefn leiderstede,
zoodie bijl de tegenwoordige positie
van den spreker in zljfn partij behoort;
voor ieder en voor alles Zoo een 'pas1-/
send en gepast woordje
Nu zijn er „sprekers" en „redenaars!"* I
en dat zijn heel' verschillend soort van
menschen. Dr. Bos behoort tot de eérste
rubriek. Hij is een spreker, een keurig!
en geestig spreker, aangenaam, helder en
hoffelijk om te hooren. Maar een rede
naar is hij niet. Hij issjteeds zakelijk
Wij konden dan ook moeilijk een glim1-!
lach onderdrukken, toen wij in het ver
slag van zijn rede deze zinsnede lazen
„Er was alle reden ook voor ons, vrij
zinnig-democraten, om te zamen op te
trekken, wanneer wij ons voor den geest
halen den tijd, toen W:ij verkeerden oaid'er
den zwaren, langdurigen duik vair de
partijen der rechterzijde". Dat is voor
een redenaar een mooie traditie, maar
voor een kahn spreker als, Dr. Bos vroe
gen we onsafWjat bedoelt hij daar
toch mee? I I I l
:Maar de nadere argumentatie bleef
niet uit l I I
De „zware langdurige druk" waar
onder de vrijzinnigen gezucht hadden,
bestond in de navolgende feiteni
1. de gevaren, die door de rechter
zijde voor ons koloniaal b'ezit dreigden.
Hiérvan kan opgemerkt, dat de heer
Pleyte niets anders en beters wist te
doen, dan de politiek van Idenburg en
Malëfijt op denzelfden voet voort te
zetten.
2e. de plannen tot grondwetsherzie
ning, waarbij de Eerste Kamer dreigde
te worden versterkt en de zaak van het
vrouwenkiesrecht niet werd opgelost,
Te dezer zake herinneren Wij ier aan ,dat
de genoemde, voorstellen tot grondwets
herziening werden ingediend op 5 Fe
bruari 1913, zoodat de „zware l'angdu-*
rige druk" hier een goed jaar geduurd
heeft en bestond, wat de „zwaarte"' be
treft, in de indiening van een voorstel',
waarover bij de verkiezingen de strijd
nog zou loop en, dus voorloopig in
niets. 1
3e. het tarief, dat het zelfs nooit tot
openbare behandeling gebracht heeft, en
dus ook nog niet „zwaar en langdurig"1
kon drukken.
De „zware llandurige druk" waaraan
de vrijzinnigen zijn ontkomen, bestond
alZoo in dingen, die ze zelf precies zóó
voortzetten of die nog ten eeneumale
in de tucht hingen.
Of, om frnet 1/vlr. [Heemskerk te spreken,
die druk bestond alleen in de „geachte
verbeelding" van den spreker.
De vrouw als politie-agent.
Wlij lezen in de S t a in d ia a a r d
Men had daar (in Chicago) namelijk
velerlei aanzoek van vrouwen en dames
gekregen, om bij de politie emplooi te
krijgen. Het scheen zoo. vanzelf spre
kend, dat de politie in zulk een groote
stad nu en dan ook onder de vrofuwen
de orde heeft te bestellen ,en te hers,telJ
l'en, al was het maar op de vischmarkt
En nu scheen ;t toch wel wat beleedi-"
gend voor de vrouwenwereld, dat hierop
mannen werden afgestuurd. Op mannen
stu.urt men geen vrouwen af, maar dan
moest men tegen de vrouwen ook geen
mannen toelaten. Vandaar het verzoek,
om naast de mannelijke politie ook een
vrouwelijke politie in het leven te roe-"
pen. L 1 1 t
Vrouwen zouden onder de vrouwen
veel beter dan de mannen orde kunnen
houden. Zij kenden de vrouw beter. De
•vrouw zou eerder en beter naar haar
luisteren, dan naar zoo'n agent En daar
om1 solliciteerde men van - vrouwelijke
zijldei Tamelijk druk zelfs. En het Stede
lijk bestuur bang voor Suffragettes, gaf
toe. A
Zoo kwamen er dan vrouwelijke poli
tieagenten. Tamelijk veel zelfs.
En wat meldt nu de „Daily Mail";
op gezag van zijh oorrespondent te New-i
York?
Dit, dat nu- reeds 20 Van die police
women in een enkel stadskwartier hun1
ontslag kregen.
Er was een staking van diensboden
uitgebroken. Diit gaf opstootjes. En nu
dacht men door dames-agenten ^hierop
;t best. te kunnen werken.
Maar het sloeg zoo bitter tegen.
Zie hier wat het hoofd der politie
van Chicago er zelf over schrijft Hef
is nogal curieus
„De vrouwelijke politieagenten bleken
veel brutaler te zÜjln dan hun mannelijke
collega's zoodra ze tot arrestatie moesten
overgaan: ongelukkig echter bleken ze
in weerwil' van haar brutaliteit geen ge
noegzame spierkracht te bezitten, om1 het
bij de arresteering alleen klaar te spelen.
Ze stonden tegenover die opstootjes van
vrouwelijke dienstboden eenvoudig machJ
telloos.
Erger nog.
De gekste scènes, die door haar bru
taal' en machteloos optreden ontstonden,
maakten, dat er telkens eene heele op
loop kwam .En dan loopt het zoo hoog
dat deze Damesagenten er geheel onder
raken; ja, dat ze ten slotte geen andeU
renv uitweg zien, dan om' hun mannelijke
collega's te fluiten, liefst zelfs politie
te paard, omdat ze anders niet te ontJ
zetten Zijn."^
Suffragettes alk omtae .en bij Londen.
Dames - politieagenten van Chicago
dooi; politie te paard gered, waar ze
anders onder den voet zouden geraakt
zijn I
O, die eerepositie "der voor man spe
lende vrouw 1
STATEN-GENERAAL.
TWEED£ KAMER.
Vergadering v\an Vrijdag 29 Mei.
De algemeene beschouwingen ovdr de
Bootwerkerswet worden voortge
zet.
De heer Spiekman (S. D. A. R,)
repliceert, stelt minister Lloyd George
tegenover minister Treub, en zegt nog
een enkel wooird over de dopr den mi
nister afgewezen iwjijtzigingen.
Die heer Nierstrasz (V.-IL.) verde
digt zich tegen ieen op hem; alk werk
gever, gedanen aanval
De heer Ter Spill (V.-L.) verweert
zich in zijn repliek tegen het verwijt
van overdrijving en kiezersvrees.
De Iheer |R o io d e n b u f g1 (V-D-hoopt
dat de uitgesproken beginselen van den
minister meer bedoeld ziijn als voor dit
ontwerp dan .voor de sociale wetgeving
in het algemeen.
De heer De Savornin Lohman
(C.-H.) hoopt, dat de amendementen,
die feitelijk amendementen-Talma zijn, in
de wet zullen worden opgenomen. v
De Kamer stelt de eindbeslissing oVer
het ontwerp-'inkomstenbelasting en het
ontwerp betreffende de Irad'ejn vjan beroiep
voor de directe .belastingen vast op
Woensdag a.s.
De heer Van der Voort van Z:ijp
(A.-R.) en de heer Van Nis pen tot
Seven.aer, R.-K., Nijmegen) zetten de
replieken voort.
De laatste vraagt nogmaalk naar het
principieel'e verschil tusschen het ont-
werp-Talm,a en het ontwerp-Treub.
De heer Schaper (S. D. A. R)
spoort den minister aan ten minste de
amendementen betreffende den arbeids
duur over te nemen en bestrijdt overi
gens Verschillende éprekers, waarbij hij
herhaaldelijk tot de orde wordt geroe
pen.
De heer Beumer (A.JR.) verklaart,
dat h!ij zich niet zal1 .laten .overbluffen
door den heer Schaper.
Daarna dupliceert de minister van
1 a n d b' o uw, n 'ij v e r h e i d en hand 'el;
de heer TreubL Spr. ontkent, dat hij
werkgevers zou hebben gehoord'. Ziijl kwa
men vrijwillig tot hem en hij ontving
ze, zooal's hij ook de arbeiders zou heb
ben ontvangen, wanneer dezen waren ge
komen.
Spr. verklaart nogmaals het principi
eel e verschil tusschen het binden van de
uitoefening van een bedrijf aan een ver
gunning en het geven van voorschriften
betreffende de wijze van uitoefening.
Rechtszaken.
Kantongerecht te Leiden.
J. H. de K., med. student, had
15 April 's nachts op het Rapenburg te
Leiden een lantaarn uitgedraaid en aan
den verbalisant een valschen naam opge
geven. Van dit laatste had hij echter
spijt, waarop hij den volgenden dag zelf
bij de politie zijn juisten naam is komen
mededeelen. Het O.M. wilde met dit
verweer rekening houden ;en eischte daar
om voor het laatste feit f 6 of 4 d. voor
het eerste feit f 1 of 1 d. Beklaagde had
gedacht dat hij er met ongeveer f2.50
zou afkomen.
Wi de W., schipp. te Leiden, had
met een te groote .snelheid gevaren, wat
bek!, bekende. Eisch f3 of 2 dageii
M. O., schipp. te K a t w ij k, had
te Oegstgeest gevaren in het boezemwa
ter van Rijnland en bij het aan wal Igaanl
liggen de schroef laten werken. Het O},
M. zeide, dat hij dan maar een haak
moest gebruiken. Eisch f3 of 2 dagen.
-Th.v.d.iWL, te Noordwijke,rhout
had een jongen doen rijden op edn hön-l
denfcar, waarop de naam van den eige-"
naar niet duidelijk leesbaar was,. Bekl.
zeide dat hij den jongen geen last had
gegeven om met die Jiondenkar te rij-1
den. Het gebeurt hoogstens^ eens per
jaar, dat zijn zopa pp zijn l'ast rijdt,
B,eklaagde heeft hem overigens nooit
toegestaan met die kar te rijden. Eisch
f 5 of 3 dagen. -
T. G. te K a t w ij k had terecht
gestaan wegens het bezigen van een
paard, dat een verwonding aan de borst
had. IJ. van Rijn, de vorige keer als ge
tuige gedagvaard en toen niet versche-1
neri, verklaarde nu dat inderdaad het
paard gewond was. Hij had G. er des
morgens nog op opmerkzaam gemaakt
en de wenschelijkheid uitgesproken om
het paard van een borstlap te voorzien.
Het O. M. eischte na deze verklaring
f 5 boete subs. 3 dagen hechtenis. i
Vervolgens wend nadat Mr,. Klein de
taak van kantonrechter weer had oven
genomen Idle behandeling voortgezet van
de zaaktegen Gebrs. Chr», drogisten te
Leiden, die eenige weken geleden te-
recht had gestaan wegens het verkoopen
van geneesmiddelen (anti-plyrine poeder)
in kleinere hoeveelheden dan de wet toe
laat De apotheker Ai. J« Reijst, in een
vorige zitting als deskundige beëedijgd,
verklaarde nu dat hij, jia drie proeven
genomen te hebben, tot de conclusie was
gekomen, dat het anti-pyrine was.
Geëischt werd f 5 boete, suibs. 2 dagen
hechtenis.
De verdediger van beklaagde, |M|r. Dee,
concludeerde tot vrijspraak, subs, ontslag
van rechtsvervolging* Pleiter wees daarbij
op de dwaasheid van lijst C., waarop ver
schillende artikelen voorkomen, idie slechts
de apothekers in elke hoeveelheid mogen
verkoopen. Qp die lijst komen o.a. voor
teerzeep, die iedere kapper verkoopt, va
seline, die bij iedere rijwielhandelaar te
krijgen is, enz. 'Ook deze menschen zou
den dus strafbaar zijn. Verdediger zal,
alvorens in idëze zaak meer te zeggen*
eerst de uitspraak van den kantonrechter
afwachten.
C. P. O*, schipper te Le id en, had
met betrekking tot de loonlijst van 2
zijner knechts op -die lijst niet het juiste
loon vermeld; dat zij verdienden.
Nadat (die knechts als getuigen waren
gehoord; werd tegen bekl. f 10, subs. 5
dagen hechtenis geëischt.
P. V. te Leiden, had volgens de
dagvaarding, met zetlijnen gevischt Bekl
ontkende dit; hij had gevischt met een
dobber» Veldwachter Oudshoorn verklaar
de dat het wel een dobber was, doch dat
hij Ideze zóódanig had gebezigd, dat hij
niet verschilde van een zetlijn.
Het O. M. eischte f2 boete, subs. 2
dagen, met last tot verbeurdverklaring
van het vischtuig»
G. v. 't Wj. en C. van B|. te N o o r di-
wijk Binnen hadden zich in 't koffie
huis bevonden van den koffiehuishouder
Ham aldaar en dezen gemolesteerd, door
hemj bij de (borst te (grijpen, lenz.. |Zij ijvaren
beschonken geweest. Een kelber van
Ham, Idie ook als getuige optrad; beves
tigde deze verklaring*
Eisch drie dagen principale hechtenis.
i C. Springer, los werkman te Lei
den, was in verzet gekomen tegen een
vonnis, waarbij hij was veroordeeld tot
1 dag hechtenis en opzending voor den
tijd van een jaar naar een Rijkswerkin
richting, wegens herhaalde dronkenschap.
Bekl verzocht clementie en het nog eens
te probeeren. De kantonrrechter zeide,
dat hij het al eens had geprobeerd, en
daarna slechts verdriet van hem had be
leefd»
Het O. M. vroeg bevestiging van het
vonnis* i
De kantonrechter-zei, dat hij alvast kon
beginnen, met afscheid,' van zijn vrienden
te nemen, omdat hij er op kan rekenen,
jdat de uitspraak niet anders zal zijn.
ifWj. B(. te Leiden had met een te
groote snelheid gevaren in Rijnlands boe
zemwater Beid. bekende, doch wist niet,
dat hij met die snelheid niet mocht varen1.
Eisch f3 boete, subs* 1' klag hechtenis,
jWj. K., schipper te R ij n s b u r g, had
gevaren onder barmond in het boezem
water van Rijnland zonder vergunning.
Beklaagde verklaarde wel vergunning te
hebben, welke hij ook overlegde. Of hij
dan ook een vaartuig op sleeptouw had,
vroeg] (hret O. AL Bekl bevestigde dit in
zooverre, idat tegen zijp wil een schipper
met zijn vaartuig zich door het zijne liet
sleepen.
De zaak werd 14 dagen aangehouden.
Gerrit v. d. Wi. te V o o r s c h o t e n
had een snoekstrik pp den openbaren »weg
vervoerd. Voor dit feit werd tegen bekl.
f 3, subs. 3 dagen hechtenis geëischt De
snoekstrik zal hij wel niet moer terugzien,
verklaarde de kantonrechter.
J. P. de B. te (Zpeterwoudo
had te Leiderdorp later dan een half
uur na zonsondergang op een rijwiel ge
reden zonder licht en bovendien een val
schen naam opgegeven.
Voor het eerste feit werd' geëischt f3
of 3 dagen en voor het tweede f 10 of
5 dagen.
<X v» kLB. te Le i d en had 's nachts
op den openbaren weg burengerucht ge
maakt door luid te schreeuwen. BekL
zeide, dat hij zijn elfjarig zoontje eenige
liedjes had voorgezongen, die hij juist op
een partijtje, waar hij van af kwam, had
gehoord.
Eisch f 3 of 2 dagen.
J. Q. T\.y sturist te Amsterdam,
had halfweg Lriden-Zpeterwoude gere
den op een weg, die voor het auto-vei?
keer is afgesloten. .Het waarschuwings
bord staat zeer onduidelijk» wat de kan
tonrechter toegeeft
'Eisch f 2 boete, subis. 2 dagen.
P. D.» boekdrukker te Le i d e n,
had 'n minderjarigen jongen arbeid laten
verrichten in een tijd; dat de jongen niet
werkzaam mocht zijn.
'Eisch f 5 of 3 dagen.
iWi de J» te Leiderdorp had
aldaar op een hondenkar gereden zonder
nummerbewijs» Hij verfdaarde dat hij niet
te 9. uur, zooals in de dagvaarding stond,
maarte 9.55 'smorgens was bekeurd. Dit
kan hem in zijn verdediging niet schaden,
verklaarde de kantonrechter. Aangezien
beklaagde behalve dit feit tevens was ten
laste gelegd' het niet op zijn wagen 'doen
voorkomen van Zijn naam en het niet bij
zich hebben van een drinkbak, eischte het
O. MJ. 3 geldboeten van f 1, subs. 3 ml
1 idag hechtenis.
Qe Arrondissements-rechtbank te Haar
lem deed de volgende uitspraken:
Th. L., tuiindersknecht te RoeLofarends-
Veen, [diefstal 3 maanden gev.straf; G.
iH., arbeider te Wiouibirugge, 'diefstal, f10
boete, of 1 maand tuchtschool.
De Gouwenaars. Naar de
„Goudsche Crt" verneemt heeft de fir
ma P. van der Want Gzoon, te Gouda,
besloten de afdeeling pijlpenfabricage Van
haar bedrijf op te heffen, op grond Van
de ongunstige uitkomsten die de .fabri-
Derde Blad behoorende
bij De Leidsefte Courant van
Zaterdag 30 Mei no. 1408.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De Bootwerkerswet.
Gisteren een dag van replieken, die
niets nieuws heeft gebracht.
Wij zijn erg benieuwd of de sociaal
democraten hun amendementen, hun Tal-
ma-amendementen, zullen vasthouden of
zullen intrekken. De heeren Spiekman en;
Schaper hebben gisteren wel verklaard,
dat ze niet op den loop gaan voor het
dreigement van den minister, dat hij
de wet, zoo de amendementen worden
aangenomen, zal intrekken, maar we zul
len de volgende week zien of, ze woord
houden, 't Is te betwijfelen.
Het ontwerp Aalberse.
In De Middenstandsbond
schrijft de heer J. S. Meuwsen, president
van den Middenstandsbond:
In een politiek weekblad („De Fak
kel") meent mr. J. A. Levy het noodig
te achten een l'oopje te moeten nemen
met den Nederlandschen Middenstand en
met 't initiatief van mr. Aalberse tot ver
krijging van een wet tot bestrijding van
de oneerlijke concurrentie, zooals die
door den Middenstand gewenscht wordt
De geleerde schrijtver begint met een
herhaling van zlijln argumenten tegen een
dergelijke wet, welke hij in 1902 in een
redevoering op het Internationaal Mid
denstandscongres te Amsterdam gehou
den heeft Vervolgens worden ettelijke
kolommen yan bovenbedoeld weekblad
door hem gevuld met aanhalingen van
klassieke en moderne schrijvers, klaar
blijkelijk alleen om te doen.^ien: zie
jullie wel, hoe g,eleerd ik ben, hoe be-^
lezen ik ben. i
Nu daarvoor is mr. Levy bekend. Maar
heeft een geleerd en belezen man als
hij dan daardoor het recht een door.
den eerlijken handel gewenschte wet ter
beteugeling en bestraffing van handel
drijven met oneerlijke middelen eenvou
dig weg te bestempelen en te veroor-
deelën als „een iRoomsche wet"j?
Wij hadden van een jnsn met een ge
leerde en belezen faam als mr. Leviy
bezit, desnoods wel' kunnen verwachten,
dat hij zich lijnrecht zou plaatsen tegen
alle maatregelen, Welke er op doelen
oneerlijkheid in den handel strafbaar te
stellen, doch niet hadden Wijl verwacht*
dat mr. Levy, zlijln eigen standpunt zoo
zwak zou vinden pm het ontwerp Aal
berse ,te bestrijden, omdat Jiet z.i. een
Roomhche wet .zou ziijn.
Nog minder hadden wij het van een
geleerd man als .tor. Levy verwacht een
uitspraak van het congres, samengesteld
uit vertegenwoordigers van tienduizen
den handel'drijVenden en industrieelën,
eenvoudig bespottelijk te maken.
Waarlijk', zelfs „geleerde" menschen
kunnen dikwijls wonderlijk handelen.
Waarom past mr. Levy niet in de eerste
plaats op zichzelf toe hetgeen hij den
leden van den Middenstandsbond toe
voegt:
„De eerste plicht toch-van den Neder-'
„l'andschen -Staatsburger is te zwijgen
„over (dingen, waarvan hij niets weet"'.
Als straks de beide Kamers der Sta-
ten-Oeneraal het ontwerp zullen hebben
aangenomen, en de Koningin het tot -wet
zal hebben verheven, kupnen ziijl, die1 daar
aan medegewerkt hebben, de overtuiging
médedragen, een goede daad in het be
lang van den eerlijken handel en in het
belang van het geheele Nederlandsche
Volk gedaan te hebben, n'en déplaise
mr. L.
Geachte verbeelding.
De (A. |R.) Rotter da mm! er
schrijfti
,Dr. Bps heeft op d'e vergadering van
den vrijzinnig-democratischen Bbnd een
FEUILLETON.
Gij zult nu spoedig, hoop ik, geheel
herstellen. Is Ditry niet groot en sterk
geworden, voegde zij er, van onderwerp
veranderend, bij. Vindt ge niet, dat hijl
op Josi Landskron gelijkt?
Dat zal "hem in uw oog, wel bij
zondere waarde geven, antwoordde Dor-
nick met iets van zijn oude ironie. Maar
Goddank, als hij op dien goeden jongen'
lijkt Hoe ouder men wordt, des te meer
leert men zoo'n oprecht gemoed, zoo'rt
warm hart te waardeeren. In ieder ge
val maakt Ditry op mij den indruk, dat
gij alle eer hebt van zijn opvoeding., en
dat het maar goed is, dat zijn vader er
zich niet in mengde, voegde hij er zacht
bij, terwijl zijn blik met welgevallen 'op
den knaap rustte.
Een kwartier later gebruikten zij bij
den zieke het ontbijt en Magna nam
terstond de taak der huisvrouw op, door
thee te zetten en haar gemaal bij den
maaltijd behulpzaam te zijn de 'taak
der huisvrouw, die zij nog slechts twee
of drie dagen haars levens vervuld had.
Hoe konden toch weinige minuten van
het tegenwoordige een jarenlange schei
ding overbruggen.
Het vroolijk gesnap van den knaap
verbande daarbij iederen dwang, en toen
de dokter binnentrad, vond deze de ver
standhouding zoo natuurlijk mogelijk.
Zoo zal het goed worden, sprak de
arts vroolijk. Nu zal de genezing spoedig
vorderen. Heb ik het niet altijd gezegd,
mijnheer de graaf, dat uw familie moest
gewaarschuwd worden? Ik ben onschul
dig aan de vertraging, mevrouw. De
graaf wilde niet, dat u verontrust werd.
iMaar mijn vriend Hellbrinck, die een
landsman van u is en den graaf kent,
heeft gedaan wat mij verboden was.
Magna troffen de woorden van den]
dokter onaangenaam. Haar echtgenoot
had nog in 't geheel niet gevraagd, hoe
zij 't bericht omtrent zijn ziekte ontvan
gen had.
Wie kende mij hier? vroeg Dornick
min of meer geraakt Wie heeft u het
bericht gezonden, Magna?
Frans Hellbrinck uit Feldhaus, ant
woordde zij oogenschijnlijk rustig, hoe
wel zij alles behalve gerust was. Ik wist
niet of gij van zijn aanwezigheid onder
richt waart. Hij had nog een paar ja
ren gevangenisstraf bekomen; Fraulein
Adith Schulze, die u ook kende, heeft
hem echter helpen vluchten en hem van
Engeland doen oversteken. Van daar is
hij naar Amerika gegaan, waar hij nu
de leiding van een aanzienlijk Duitsch
blad heeft Hij moet zeer voldoen.
Dat zou ik ook meenen, onderbrak
de dokter op zijn ongegeneerde wijze,
de gravin. Zulke mannen kunnen wij hier
gebruiken. Bismarck mag er ons nog wel
wat zoo overzenden.
Magna's oogen rustten angstigvop haar
echtgenoot, die zwijgend voor zich keek
en, naar zij vond, zeer bleqk. Zou reeds
in de eerste oogenblikken de kloof we
der gapen? Zou de pas bekomen vrede
weder gevaar loopen?
De heer Hellbrinck hield het voor
zijn plicht, mij van de ziekte te verwit
tigen, onderbrak zij aarzelend de woor
denvloed van den arts.
U klare wijn te schenken, mevrouw
de gravin, was de beste streek van mijn
vereerden vriend. Daar mijnheer de graaf
een Duitscher was, vroeg ik er Hell
brinck naar of hij den naam Dornick
kende, waarop hij terstond antwoordde,
dat hij niet slechts den naam maar ook
de persoon kende. Gelukkig! Ik hoop;
dat het nu met de genezing voorspoedi
ger zal gaan. De graaf zal u voor uwe
komst reeds dankbaar genoeg zijn, be
sloot hij, de gravin de hand drukkend.
De spraakzame dokter drentelde de
deur uit.
Een diepe stilte trad in. Magna meen
de haar hart te hooren kloppen. 1
l.'eeft die ongelukkige jongen
August Hellbrinck, nog, vroeg Dornick
na een wijle met onzekere stem.
Hij is nog altijd in een krankzin
nigengesticht in Engeland; men zegt, dat
hij ongeneeslijk is.
Dornick volhardde weder in zijn stil
zwijgen.
Magna stond na eenige oogenblikken
op, om hem de geneesmiddelen te rei
ken.
Met een eigenaardig lachje greep DoF-
nich haar bij de hand.
Frans Hellbrinck heeft mij* leer om
leer gegeven, sprak hij. Eens heb ik
hem aan den reenter overgeleverd en
in de gevangenis gebracht, thans heeft
hij het mij gedaan. Gij behoeft niet bang
te wezen, ik zal u niet meer ontvluch
ten en gij zult, hoop ik, een genadige
rechter zijn. Vriend Hellbrinck zullen wij
verzoeken hier te komen, opdat ik hem
mijn dank kan betuigen.
LVL
Magna en Dietrich hadden huiselijk
in den vreemde geleefd en Arthur Dor-
nick's gezondheid was onder de verple
ging zijner vrouw veel verbeterd, zoo
dat men hem thans gevoegelijk ajs ge
nezen kon beschouwen. Hij sdheen ech
ter nog niet geneigd, aan het verblijf te
New-York een einde ie maken en liet-
zich gaarne als patiënt behandelen. Zoo
had zich daar een stil familieleven ge
vormd, waarin Frans Hellbrinck vaak en
gaarne te gast was.
;t Was blijkbaar een groote vreugde
voor Dornick, sinds hlijl zich met geestes-i
arbeid mocht bezig houden, met Magna's
geschriften kennis te maken. Haar werk
zaamheid in dat opzicht was hem geheel
onbekend gebleven. Een uiting van Die
trich, die met trots alle boeken opJ
somde, door zijn mama geschreven, had
hem tot d'e ontdekking gebracht. Toch
was nog een ongeduldige aanmaning van
den knaap noodig, voor hij die boeken
ter hand nam. Hij ondervond een onver
klaarbare afschrik voor de kennismaking.
Hoe zou hem Magna's geestesrichting
daarin tegemoet komen? Hoe zqu zij
haar bittere ervaringen daarin geweven
hebben.
Meer om niet onvriendelijk te schij
nen dan uit werkelijke neiging had hij
zijn gemalin verzocht, hem ze te willen
voorlezen. De klank harer stem zou ver
zachtend en verzoenend op de woorden
werken, meende hij.
Magna had er niets tegen zij was on
bekommerd'. Met de onafhankelijkheid
van ware scheppingskracht had Zij haar
beelden vrij u,it het leven genomen, zon
der haar persoonlijke ervaringen aan te
roeren. (Wórdt vervolgd)