Gemengd Nieuws. Uit de Pers. I70) MAGNA. rede gehouden. (Hiet (was eefn leiderstede, zoodie bijl de tegenwoordige positie van den spreker in zljfn partij behoort; voor ieder en voor alles Zoo een 'pas1-/ send en gepast woordje Nu zijn er „sprekers" en „redenaars!"* I en dat zijn heel' verschillend soort van menschen. Dr. Bos behoort tot de eérste rubriek. Hij is een spreker, een keurig! en geestig spreker, aangenaam, helder en hoffelijk om te hooren. Maar een rede naar is hij niet. Hij issjteeds zakelijk Wij konden dan ook moeilijk een glim1-! lach onderdrukken, toen wij in het ver slag van zijn rede deze zinsnede lazen „Er was alle reden ook voor ons, vrij zinnig-democraten, om te zamen op te trekken, wanneer wij ons voor den geest halen den tijd, toen W:ij verkeerden oaid'er den zwaren, langdurigen duik vair de partijen der rechterzijde". Dat is voor een redenaar een mooie traditie, maar voor een kahn spreker als, Dr. Bos vroe gen we onsafWjat bedoelt hij daar toch mee? I I I l :Maar de nadere argumentatie bleef niet uit l I I De „zware langdurige druk" waar onder de vrijzinnigen gezucht hadden, bestond in de navolgende feiteni 1. de gevaren, die door de rechter zijde voor ons koloniaal b'ezit dreigden. Hiérvan kan opgemerkt, dat de heer Pleyte niets anders en beters wist te doen, dan de politiek van Idenburg en Malëfijt op denzelfden voet voort te zetten. 2e. de plannen tot grondwetsherzie ning, waarbij de Eerste Kamer dreigde te worden versterkt en de zaak van het vrouwenkiesrecht niet werd opgelost, Te dezer zake herinneren Wij ier aan ,dat de genoemde, voorstellen tot grondwets herziening werden ingediend op 5 Fe bruari 1913, zoodat de „zware l'angdu-* rige druk" hier een goed jaar geduurd heeft en bestond, wat de „zwaarte"' be treft, in de indiening van een voorstel', waarover bij de verkiezingen de strijd nog zou loop en, dus voorloopig in niets. 1 3e. het tarief, dat het zelfs nooit tot openbare behandeling gebracht heeft, en dus ook nog niet „zwaar en langdurig"1 kon drukken. De „zware llandurige druk" waaraan de vrijzinnigen zijn ontkomen, bestond alZoo in dingen, die ze zelf precies zóó voortzetten of die nog ten eeneumale in de tucht hingen. Of, om frnet 1/vlr. [Heemskerk te spreken, die druk bestond alleen in de „geachte verbeelding" van den spreker. De vrouw als politie-agent. Wlij lezen in de S t a in d ia a a r d Men had daar (in Chicago) namelijk velerlei aanzoek van vrouwen en dames gekregen, om bij de politie emplooi te krijgen. Het scheen zoo. vanzelf spre kend, dat de politie in zulk een groote stad nu en dan ook onder de vrofuwen de orde heeft te bestellen ,en te hers,telJ l'en, al was het maar op de vischmarkt En nu scheen ;t toch wel wat beleedi-" gend voor de vrouwenwereld, dat hierop mannen werden afgestuurd. Op mannen stu.urt men geen vrouwen af, maar dan moest men tegen de vrouwen ook geen mannen toelaten. Vandaar het verzoek, om naast de mannelijke politie ook een vrouwelijke politie in het leven te roe-" pen. L 1 1 t Vrouwen zouden onder de vrouwen veel beter dan de mannen orde kunnen houden. Zij kenden de vrouw beter. De •vrouw zou eerder en beter naar haar luisteren, dan naar zoo'n agent En daar om1 solliciteerde men van - vrouwelijke zijldei Tamelijk druk zelfs. En het Stede lijk bestuur bang voor Suffragettes, gaf toe. A Zoo kwamen er dan vrouwelijke poli tieagenten. Tamelijk veel zelfs. En wat meldt nu de „Daily Mail"; op gezag van zijh oorrespondent te New-i York? Dit, dat nu- reeds 20 Van die police women in een enkel stadskwartier hun1 ontslag kregen. Er was een staking van diensboden uitgebroken. Diit gaf opstootjes. En nu dacht men door dames-agenten ^hierop ;t best. te kunnen werken. Maar het sloeg zoo bitter tegen. Zie hier wat het hoofd der politie van Chicago er zelf over schrijft Hef is nogal curieus „De vrouwelijke politieagenten bleken veel brutaler te zÜjln dan hun mannelijke collega's zoodra ze tot arrestatie moesten overgaan: ongelukkig echter bleken ze in weerwil' van haar brutaliteit geen ge noegzame spierkracht te bezitten, om1 het bij de arresteering alleen klaar te spelen. Ze stonden tegenover die opstootjes van vrouwelijke dienstboden eenvoudig machJ telloos. Erger nog. De gekste scènes, die door haar bru taal' en machteloos optreden ontstonden, maakten, dat er telkens eene heele op loop kwam .En dan loopt het zoo hoog dat deze Damesagenten er geheel onder raken; ja, dat ze ten slotte geen andeU renv uitweg zien, dan om' hun mannelijke collega's te fluiten, liefst zelfs politie te paard, omdat ze anders niet te ontJ zetten Zijn."^ Suffragettes alk omtae .en bij Londen. Dames - politieagenten van Chicago dooi; politie te paard gered, waar ze anders onder den voet zouden geraakt zijn I O, die eerepositie "der voor man spe lende vrouw 1 STATEN-GENERAAL. TWEED£ KAMER. Vergadering v\an Vrijdag 29 Mei. De algemeene beschouwingen ovdr de Bootwerkerswet worden voortge zet. De heer Spiekman (S. D. A. R,) repliceert, stelt minister Lloyd George tegenover minister Treub, en zegt nog een enkel wooird over de dopr den mi nister afgewezen iwjijtzigingen. Die heer Nierstrasz (V.-IL.) verde digt zich tegen ieen op hem; alk werk gever, gedanen aanval De heer Ter Spill (V.-L.) verweert zich in zijn repliek tegen het verwijt van overdrijving en kiezersvrees. De Iheer |R o io d e n b u f g1 (V-D-hoopt dat de uitgesproken beginselen van den minister meer bedoeld ziijn als voor dit ontwerp dan .voor de sociale wetgeving in het algemeen. De heer De Savornin Lohman (C.-H.) hoopt, dat de amendementen, die feitelijk amendementen-Talma zijn, in de wet zullen worden opgenomen. v De Kamer stelt de eindbeslissing oVer het ontwerp-'inkomstenbelasting en het ontwerp betreffende de Irad'ejn vjan beroiep voor de directe .belastingen vast op Woensdag a.s. De heer Van der Voort van Z:ijp (A.-R.) en de heer Van Nis pen tot Seven.aer, R.-K., Nijmegen) zetten de replieken voort. De laatste vraagt nogmaalk naar het principieel'e verschil tusschen het ont- werp-Talm,a en het ontwerp-Treub. De heer Schaper (S. D. A. R) spoort den minister aan ten minste de amendementen betreffende den arbeids duur over te nemen en bestrijdt overi gens Verschillende éprekers, waarbij hij herhaaldelijk tot de orde wordt geroe pen. De heer Beumer (A.JR.) verklaart, dat h!ij zich niet zal1 .laten .overbluffen door den heer Schaper. Daarna dupliceert de minister van 1 a n d b' o uw, n 'ij v e r h e i d en hand 'el; de heer TreubL Spr. ontkent, dat hij werkgevers zou hebben gehoord'. Ziijl kwa men vrijwillig tot hem en hij ontving ze, zooal's hij ook de arbeiders zou heb ben ontvangen, wanneer dezen waren ge komen. Spr. verklaart nogmaals het principi eel e verschil tusschen het binden van de uitoefening van een bedrijf aan een ver gunning en het geven van voorschriften betreffende de wijze van uitoefening. Rechtszaken. Kantongerecht te Leiden. J. H. de K., med. student, had 15 April 's nachts op het Rapenburg te Leiden een lantaarn uitgedraaid en aan den verbalisant een valschen naam opge geven. Van dit laatste had hij echter spijt, waarop hij den volgenden dag zelf bij de politie zijn juisten naam is komen mededeelen. Het O.M. wilde met dit verweer rekening houden ;en eischte daar om voor het laatste feit f 6 of 4 d. voor het eerste feit f 1 of 1 d. Beklaagde had gedacht dat hij er met ongeveer f2.50 zou afkomen. Wi de W., schipp. te Leiden, had met een te groote .snelheid gevaren, wat bek!, bekende. Eisch f3 of 2 dageii M. O., schipp. te K a t w ij k, had te Oegstgeest gevaren in het boezemwa ter van Rijnland en bij het aan wal Igaanl liggen de schroef laten werken. Het O}, M. zeide, dat hij dan maar een haak moest gebruiken. Eisch f3 of 2 dagen. -Th.v.d.iWL, te Noordwijke,rhout had een jongen doen rijden op edn hön-l denfcar, waarop de naam van den eige-" naar niet duidelijk leesbaar was,. Bekl. zeide dat hij den jongen geen last had gegeven om met die Jiondenkar te rij-1 den. Het gebeurt hoogstens^ eens per jaar, dat zijn zopa pp zijn l'ast rijdt, B,eklaagde heeft hem overigens nooit toegestaan met die kar te rijden. Eisch f 5 of 3 dagen. - T. G. te K a t w ij k had terecht gestaan wegens het bezigen van een paard, dat een verwonding aan de borst had. IJ. van Rijn, de vorige keer als ge tuige gedagvaard en toen niet versche-1 neri, verklaarde nu dat inderdaad het paard gewond was. Hij had G. er des morgens nog op opmerkzaam gemaakt en de wenschelijkheid uitgesproken om het paard van een borstlap te voorzien. Het O. M. eischte na deze verklaring f 5 boete subs. 3 dagen hechtenis. i Vervolgens wend nadat Mr,. Klein de taak van kantonrechter weer had oven genomen Idle behandeling voortgezet van de zaaktegen Gebrs. Chr», drogisten te Leiden, die eenige weken geleden te- recht had gestaan wegens het verkoopen van geneesmiddelen (anti-plyrine poeder) in kleinere hoeveelheden dan de wet toe laat De apotheker Ai. J« Reijst, in een vorige zitting als deskundige beëedijgd, verklaarde nu dat hij, jia drie proeven genomen te hebben, tot de conclusie was gekomen, dat het anti-pyrine was. Geëischt werd f 5 boete, suibs. 2 dagen hechtenis. De verdediger van beklaagde, |M|r. Dee, concludeerde tot vrijspraak, subs, ontslag van rechtsvervolging* Pleiter wees daarbij op de dwaasheid van lijst C., waarop ver schillende artikelen voorkomen, idie slechts de apothekers in elke hoeveelheid mogen verkoopen. Qp die lijst komen o.a. voor teerzeep, die iedere kapper verkoopt, va seline, die bij iedere rijwielhandelaar te krijgen is, enz. 'Ook deze menschen zou den dus strafbaar zijn. Verdediger zal, alvorens in idëze zaak meer te zeggen* eerst de uitspraak van den kantonrechter afwachten. C. P. O*, schipper te Le id en, had met betrekking tot de loonlijst van 2 zijner knechts op -die lijst niet het juiste loon vermeld; dat zij verdienden. Nadat (die knechts als getuigen waren gehoord; werd tegen bekl. f 10, subs. 5 dagen hechtenis geëischt. P. V. te Leiden, had volgens de dagvaarding, met zetlijnen gevischt Bekl ontkende dit; hij had gevischt met een dobber» Veldwachter Oudshoorn verklaar de dat het wel een dobber was, doch dat hij Ideze zóódanig had gebezigd, dat hij niet verschilde van een zetlijn. Het O. M. eischte f2 boete, subs. 2 dagen, met last tot verbeurdverklaring van het vischtuig» G. v. 't Wj. en C. van B|. te N o o r di- wijk Binnen hadden zich in 't koffie huis bevonden van den koffiehuishouder Ham aldaar en dezen gemolesteerd, door hemj bij de (borst te (grijpen, lenz.. |Zij ijvaren beschonken geweest. Een kelber van Ham, Idie ook als getuige optrad; beves tigde deze verklaring* Eisch drie dagen principale hechtenis. i C. Springer, los werkman te Lei den, was in verzet gekomen tegen een vonnis, waarbij hij was veroordeeld tot 1 dag hechtenis en opzending voor den tijd van een jaar naar een Rijkswerkin richting, wegens herhaalde dronkenschap. Bekl verzocht clementie en het nog eens te probeeren. De kantonrrechter zeide, dat hij het al eens had geprobeerd, en daarna slechts verdriet van hem had be leefd» Het O. M. vroeg bevestiging van het vonnis* i De kantonrechter-zei, dat hij alvast kon beginnen, met afscheid,' van zijn vrienden te nemen, omdat hij er op kan rekenen, jdat de uitspraak niet anders zal zijn. ifWj. B(. te Leiden had met een te groote snelheid gevaren in Rijnlands boe zemwater Beid. bekende, doch wist niet, dat hij met die snelheid niet mocht varen1. Eisch f3 boete, subs* 1' klag hechtenis, jWj. K., schipper te R ij n s b u r g, had gevaren onder barmond in het boezem water van Rijnland zonder vergunning. Beklaagde verklaarde wel vergunning te hebben, welke hij ook overlegde. Of hij dan ook een vaartuig op sleeptouw had, vroeg] (hret O. AL Bekl bevestigde dit in zooverre, idat tegen zijp wil een schipper met zijn vaartuig zich door het zijne liet sleepen. De zaak werd 14 dagen aangehouden. Gerrit v. d. Wi. te V o o r s c h o t e n had een snoekstrik pp den openbaren »weg vervoerd. Voor dit feit werd tegen bekl. f 3, subs. 3 dagen hechtenis geëischt De snoekstrik zal hij wel niet moer terugzien, verklaarde de kantonrechter. J. P. de B. te (Zpeterwoudo had te Leiderdorp later dan een half uur na zonsondergang op een rijwiel ge reden zonder licht en bovendien een val schen naam opgegeven. Voor het eerste feit werd' geëischt f3 of 3 dagen en voor het tweede f 10 of 5 dagen. <X v» kLB. te Le i d en had 's nachts op den openbaren weg burengerucht ge maakt door luid te schreeuwen. BekL zeide, dat hij zijn elfjarig zoontje eenige liedjes had voorgezongen, die hij juist op een partijtje, waar hij van af kwam, had gehoord. Eisch f 3 of 2 dagen. J. Q. T\.y sturist te Amsterdam, had halfweg Lriden-Zpeterwoude gere den op een weg, die voor het auto-vei? keer is afgesloten. .Het waarschuwings bord staat zeer onduidelijk» wat de kan tonrechter toegeeft 'Eisch f 2 boete, subis. 2 dagen. P. D.» boekdrukker te Le i d e n, had 'n minderjarigen jongen arbeid laten verrichten in een tijd; dat de jongen niet werkzaam mocht zijn. 'Eisch f 5 of 3 dagen. iWi de J» te Leiderdorp had aldaar op een hondenkar gereden zonder nummerbewijs» Hij verfdaarde dat hij niet te 9. uur, zooals in de dagvaarding stond, maarte 9.55 'smorgens was bekeurd. Dit kan hem in zijn verdediging niet schaden, verklaarde de kantonrechter. Aangezien beklaagde behalve dit feit tevens was ten laste gelegd' het niet op zijn wagen 'doen voorkomen van Zijn naam en het niet bij zich hebben van een drinkbak, eischte het O. MJ. 3 geldboeten van f 1, subs. 3 ml 1 idag hechtenis. Qe Arrondissements-rechtbank te Haar lem deed de volgende uitspraken: Th. L., tuiindersknecht te RoeLofarends- Veen, [diefstal 3 maanden gev.straf; G. iH., arbeider te Wiouibirugge, 'diefstal, f10 boete, of 1 maand tuchtschool. De Gouwenaars. Naar de „Goudsche Crt" verneemt heeft de fir ma P. van der Want Gzoon, te Gouda, besloten de afdeeling pijlpenfabricage Van haar bedrijf op te heffen, op grond Van de ongunstige uitkomsten die de .fabri- Derde Blad behoorende bij De Leidsefte Courant van Zaterdag 30 Mei no. 1408. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. De Bootwerkerswet. Gisteren een dag van replieken, die niets nieuws heeft gebracht. Wij zijn erg benieuwd of de sociaal democraten hun amendementen, hun Tal- ma-amendementen, zullen vasthouden of zullen intrekken. De heeren Spiekman en; Schaper hebben gisteren wel verklaard, dat ze niet op den loop gaan voor het dreigement van den minister, dat hij de wet, zoo de amendementen worden aangenomen, zal intrekken, maar we zul len de volgende week zien of, ze woord houden, 't Is te betwijfelen. Het ontwerp Aalberse. In De Middenstandsbond schrijft de heer J. S. Meuwsen, president van den Middenstandsbond: In een politiek weekblad („De Fak kel") meent mr. J. A. Levy het noodig te achten een l'oopje te moeten nemen met den Nederlandschen Middenstand en met 't initiatief van mr. Aalberse tot ver krijging van een wet tot bestrijding van de oneerlijke concurrentie, zooals die door den Middenstand gewenscht wordt De geleerde schrijtver begint met een herhaling van zlijln argumenten tegen een dergelijke wet, welke hij in 1902 in een redevoering op het Internationaal Mid denstandscongres te Amsterdam gehou den heeft Vervolgens worden ettelijke kolommen yan bovenbedoeld weekblad door hem gevuld met aanhalingen van klassieke en moderne schrijvers, klaar blijkelijk alleen om te doen.^ien: zie jullie wel, hoe g,eleerd ik ben, hoe be-^ lezen ik ben. i Nu daarvoor is mr. Levy bekend. Maar heeft een geleerd en belezen man als hij dan daardoor het recht een door. den eerlijken handel gewenschte wet ter beteugeling en bestraffing van handel drijven met oneerlijke middelen eenvou dig weg te bestempelen en te veroor- deelën als „een iRoomsche wet"j? Wij hadden van een jnsn met een ge leerde en belezen faam als mr. Leviy bezit, desnoods wel' kunnen verwachten, dat hij zich lijnrecht zou plaatsen tegen alle maatregelen, Welke er op doelen oneerlijkheid in den handel strafbaar te stellen, doch niet hadden Wijl verwacht* dat mr. Levy, zlijln eigen standpunt zoo zwak zou vinden pm het ontwerp Aal berse ,te bestrijden, omdat Jiet z.i. een Roomhche wet .zou ziijn. Nog minder hadden wij het van een geleerd man als .tor. Levy verwacht een uitspraak van het congres, samengesteld uit vertegenwoordigers van tienduizen den handel'drijVenden en industrieelën, eenvoudig bespottelijk te maken. Waarlijk', zelfs „geleerde" menschen kunnen dikwijls wonderlijk handelen. Waarom past mr. Levy niet in de eerste plaats op zichzelf toe hetgeen hij den leden van den Middenstandsbond toe voegt: „De eerste plicht toch-van den Neder-' „l'andschen -Staatsburger is te zwijgen „over (dingen, waarvan hij niets weet"'. Als straks de beide Kamers der Sta- ten-Oeneraal het ontwerp zullen hebben aangenomen, en de Koningin het tot -wet zal hebben verheven, kupnen ziijl, die1 daar aan medegewerkt hebben, de overtuiging médedragen, een goede daad in het be lang van den eerlijken handel en in het belang van het geheele Nederlandsche Volk gedaan te hebben, n'en déplaise mr. L. Geachte verbeelding. De (A. |R.) Rotter da mm! er schrijfti ,Dr. Bps heeft op d'e vergadering van den vrijzinnig-democratischen Bbnd een FEUILLETON. Gij zult nu spoedig, hoop ik, geheel herstellen. Is Ditry niet groot en sterk geworden, voegde zij er, van onderwerp veranderend, bij. Vindt ge niet, dat hijl op Josi Landskron gelijkt? Dat zal "hem in uw oog, wel bij zondere waarde geven, antwoordde Dor- nick met iets van zijn oude ironie. Maar Goddank, als hij op dien goeden jongen' lijkt Hoe ouder men wordt, des te meer leert men zoo'n oprecht gemoed, zoo'rt warm hart te waardeeren. In ieder ge val maakt Ditry op mij den indruk, dat gij alle eer hebt van zijn opvoeding., en dat het maar goed is, dat zijn vader er zich niet in mengde, voegde hij er zacht bij, terwijl zijn blik met welgevallen 'op den knaap rustte. Een kwartier later gebruikten zij bij den zieke het ontbijt en Magna nam terstond de taak der huisvrouw op, door thee te zetten en haar gemaal bij den maaltijd behulpzaam te zijn de 'taak der huisvrouw, die zij nog slechts twee of drie dagen haars levens vervuld had. Hoe konden toch weinige minuten van het tegenwoordige een jarenlange schei ding overbruggen. Het vroolijk gesnap van den knaap verbande daarbij iederen dwang, en toen de dokter binnentrad, vond deze de ver standhouding zoo natuurlijk mogelijk. Zoo zal het goed worden, sprak de arts vroolijk. Nu zal de genezing spoedig vorderen. Heb ik het niet altijd gezegd, mijnheer de graaf, dat uw familie moest gewaarschuwd worden? Ik ben onschul dig aan de vertraging, mevrouw. De graaf wilde niet, dat u verontrust werd. iMaar mijn vriend Hellbrinck, die een landsman van u is en den graaf kent, heeft gedaan wat mij verboden was. Magna troffen de woorden van den] dokter onaangenaam. Haar echtgenoot had nog in 't geheel niet gevraagd, hoe zij 't bericht omtrent zijn ziekte ontvan gen had. Wie kende mij hier? vroeg Dornick min of meer geraakt Wie heeft u het bericht gezonden, Magna? Frans Hellbrinck uit Feldhaus, ant woordde zij oogenschijnlijk rustig, hoe wel zij alles behalve gerust was. Ik wist niet of gij van zijn aanwezigheid onder richt waart. Hij had nog een paar ja ren gevangenisstraf bekomen; Fraulein Adith Schulze, die u ook kende, heeft hem echter helpen vluchten en hem van Engeland doen oversteken. Van daar is hij naar Amerika gegaan, waar hij nu de leiding van een aanzienlijk Duitsch blad heeft Hij moet zeer voldoen. Dat zou ik ook meenen, onderbrak de dokter op zijn ongegeneerde wijze, de gravin. Zulke mannen kunnen wij hier gebruiken. Bismarck mag er ons nog wel wat zoo overzenden. Magna's oogen rustten angstigvop haar echtgenoot, die zwijgend voor zich keek en, naar zij vond, zeer bleqk. Zou reeds in de eerste oogenblikken de kloof we der gapen? Zou de pas bekomen vrede weder gevaar loopen? De heer Hellbrinck hield het voor zijn plicht, mij van de ziekte te verwit tigen, onderbrak zij aarzelend de woor denvloed van den arts. U klare wijn te schenken, mevrouw de gravin, was de beste streek van mijn vereerden vriend. Daar mijnheer de graaf een Duitscher was, vroeg ik er Hell brinck naar of hij den naam Dornick kende, waarop hij terstond antwoordde, dat hij niet slechts den naam maar ook de persoon kende. Gelukkig! Ik hoop; dat het nu met de genezing voorspoedi ger zal gaan. De graaf zal u voor uwe komst reeds dankbaar genoeg zijn, be sloot hij, de gravin de hand drukkend. De spraakzame dokter drentelde de deur uit. Een diepe stilte trad in. Magna meen de haar hart te hooren kloppen. 1 l.'eeft die ongelukkige jongen August Hellbrinck, nog, vroeg Dornick na een wijle met onzekere stem. Hij is nog altijd in een krankzin nigengesticht in Engeland; men zegt, dat hij ongeneeslijk is. Dornick volhardde weder in zijn stil zwijgen. Magna stond na eenige oogenblikken op, om hem de geneesmiddelen te rei ken. Met een eigenaardig lachje greep DoF- nich haar bij de hand. Frans Hellbrinck heeft mij* leer om leer gegeven, sprak hij. Eens heb ik hem aan den reenter overgeleverd en in de gevangenis gebracht, thans heeft hij het mij gedaan. Gij behoeft niet bang te wezen, ik zal u niet meer ontvluch ten en gij zult, hoop ik, een genadige rechter zijn. Vriend Hellbrinck zullen wij verzoeken hier te komen, opdat ik hem mijn dank kan betuigen. LVL Magna en Dietrich hadden huiselijk in den vreemde geleefd en Arthur Dor- nick's gezondheid was onder de verple ging zijner vrouw veel verbeterd, zoo dat men hem thans gevoegelijk ajs ge nezen kon beschouwen. Hij sdheen ech ter nog niet geneigd, aan het verblijf te New-York een einde ie maken en liet- zich gaarne als patiënt behandelen. Zoo had zich daar een stil familieleven ge vormd, waarin Frans Hellbrinck vaak en gaarne te gast was. ;t Was blijkbaar een groote vreugde voor Dornick, sinds hlijl zich met geestes-i arbeid mocht bezig houden, met Magna's geschriften kennis te maken. Haar werk zaamheid in dat opzicht was hem geheel onbekend gebleven. Een uiting van Die trich, die met trots alle boeken opJ somde, door zijn mama geschreven, had hem tot d'e ontdekking gebracht. Toch was nog een ongeduldige aanmaning van den knaap noodig, voor hij die boeken ter hand nam. Hij ondervond een onver klaarbare afschrik voor de kennismaking. Hoe zou hem Magna's geestesrichting daarin tegemoet komen? Hoe zqu zij haar bittere ervaringen daarin geweven hebben. Meer om niet onvriendelijk te schij nen dan uit werkelijke neiging had hij zijn gemalin verzocht, hem ze te willen voorlezen. De klank harer stem zou ver zachtend en verzoenend op de woorden werken, meende hij. Magna had er niets tegen zij was on bekommerd'. Met de onafhankelijkheid van ware scheppingskracht had Zij haar beelden vrij u,it het leven genomen, zon der haar persoonlijke ervaringen aan te roeren. (Wórdt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 9