Uit de Pers. 162) MAGNA. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 20 Mei no. 1400. KAMEROVERZICHT. TWEfcüE KAMER. Amendementen Een practische gedachte was door den heer Fleskens in een amendement beli chaamd. De Katholieke afgevaardigde wenschte een ongerief weg te .nemen uit de practijk der belastingheffing, dat geen dlag meer moest bestaan, ril» het ongerief, jdlat gemeente en rijk bij het bepalen idler inkomstenbelasting ieder hun ejgen paden volgen, zonder onderling verband. Maar de meerderheid der Kamer oor deelde, dat dit amendement ontoelaat baar was, als niet behoorende ibij het be handelde wetsontwerp. Verder is een vrijizinnig-democratisch amendement inzake een progressieve hef fing bij de vermogensbelasting in behan deling gekomen. Minister Bertling in navolging van minister Kolkman heeft voorgesteld, van elke f1000, waarmede de waande Van het vermogen 'de 30j.OQO (overschrijdt, f 0.50 te heffen. (Bij vermogens van f16.000 tot f30.000 zal fl verschuldigd zijn van elke f1000, waarmede zij het bedrag van f15.000 te boven gaan.) Op een kleinigheid na dus een zuiver proportioneele heffing» 'Gansch anders de heeren Bos en Marchant c. s., die f 0.75 willen heffen van elke f1000, waarmee de ton overschreden wondt, en f 1 van het excedent willen eischen, voor elke f 1000, waarmede de waarde van het vermogen de twee ton te boven gaat De heer Patijln wil daarentegen het algemeen heffingscijfer verhoogen en brengen op f 0.75 van elke flQOQ. Onbetaalbaar. Onbetaalbaar is toch de vrijmoedig heid van sommige concentratie-beeren, merkt de (A. R.) Rotterdammer op. Sprekende van den alleszins, natuurlij ken tegenzin, die de rechterzijde tot fen- ver zet te l'ijk'en weerstand tegien Treub's' ontwerp dwingt, schrijft het „Vaderland"1 „Zoo zal dus onze sociale wetgeving* waarbij men thans zoo goed tot een com promis zou kunnen komenalweer gp- maakt worden tot inzet Wan politiek spel, en dat piles tot groote schade yan <tè[ Nederlandsche nptie'\ Aldus klaagt 's heeren Roodhuijzens liberale-iunie orgaan. Het is onbetaalbaar. Dat verplichte invaliditeits-< en ouder- dioms-verzekering moest komen wasi bij rechts en links gemeenschappelijke overtuiging geworden. De vrijzinnig-democratische Minister Veegens diende onder het laatste vrijzin- nig^Kabinet zijln ontwerp op de verplichte verzekering in. Talma slaagde e,r in de Verplichte inva liditeitsverzekering tot sjtiand te brengen. Echter ging de linkerzijde drijven haar beruchten staatspensjtmneeringszwendel!. Geen die zich feller tegen die staatsL pensionneering keerde dan de tegeinwoor-» dige Minister Treub. Eu nu diezelfde man zich opmaakt om, berekend met alle constitutioneele regelen, omver te werpen wat na moei- zamen arbeid tot stand is gebracht, nu hij hooghartig zoekt in te voeren het geen hij eens alls een ramp voor het viol'k pekelde nu zal der b'ooze rechter zijde als schuld worden aangerekend, dat Zij hem in dit luguber bedrijf niet steunt. Nu wit de rechterzijde van een „com promis" b— nota bene compromis.! niet weten 1 Voor het goed verstand vart het „Va derland" hopen w'ij van ganscher harte, dat haar redacteur zat te schuddebollen van het lachen, toen hij de aangehaalde woorden neerschreef. FEUILLETON. Met haar eigeii werkkring in het nieu we vaderland was de zuster weinig min der ingenomen. Ja, dat oude vaderland, sprak zij, is recht ondankbaar geweest. Het heeft al die arme kinderen daar zij wees op den groep harer medezusters zon der eenige reden vader!andsloos gemaakt en velen van haar zijn sjechts noode over de zee gegaan. Nu echter opent zich ginds voor ons een zoo groot ar beidsveld, dat de Heer hun krachten ginds noodig heeft en haar dus, gelijk den profeet Habakuk, vervoert. Wellicht gaat het met u ook zoo, mijnheer Hell- brinck, meende zij opgewekt. Onze lands lieden daarginds hebben Duitschen in vloed wel noodig. Het Engelsche ele ment verdrukt anders iedere herinnering aan het vaderland. Slechts het kleinste aantal1 der kinderen van Duitsche uitge wekenen leert nog de moedertaal. Maar in onze schoten moeten zij er weder aan, ing de doortastende vrouw voort. Ik leb den zusters in ?t biijlzonder opgedra gen, bij de kinderen weder liefde voor de Duitsche taal op te wekken, den; trots op bun Duitsche' afstamming te Misleidende maand. De Standaard driestart: Financiën kwam er in de Tweede Ka mer, zij 't al' niet zonder k! eer scheuk ren, dan toch door, maar in 't land liep 't landziekig. Prachtig in schijn. Veertig ton meer dan in April! 1913. Vier millioen accres. En toch feicelijk een achteruitgang. Met wie ons verlieten, stond' Minjs/ter Biertl'ing op gewenschten voet. Van hun successie brachten de erfgenamen in één maand f 3.967.000 in 's Ministers kas. Bijna nooit voorgekomen. Een accres met ruim twee millioen twee tonbijha on gelofelijk. Nie dagewesen. Daarentegen onder de levenden lel hij 't af. Over de zes ton minder dan in 1913 in dezelfde maand. Over de zes ton minder, en dit niette genstaande de gewone accres-possen van post, telegraaf en een klein accres op Bedrijfsbelasting, wijn en geslacht. En let wel, minder op de Grondbelasting, op het Personeel^, op de Vermogens^ belasting, op het Tarief, op de Suikert op ;t Gedistilleerd, op het zo,ut, op hejl) bier, op den azijn, op goud en zillver- waar, op zegel, op de registratie, op de hypotheekrechten, op de domeinen, en op de loodsgelden. En daaronder vermin deringen met f 196.000 op één post, ter wijl het hoogst accres geen kwart ton haalt. Geen blij vooruitzicht. Het decres komt toch op te veel'post ten tegelijk, om toevallig te zijn. Er moet een haperment in het oeconomisch wellj zijln achter schuilen, dat,, herhaalde bet zich in de komende maanden, zelfs een verontrustend karakter zou kunnen aan nemen. Laat ons hopen, dat April ons| op een Aprilgrap heeft onthaald. Millioenen meer op de Successie, en ze& ton minder op de uitbrengst uit 't leven. Ons eens f bl'ijjgemaakt, en toen even een kleinen schrik op 't lijf gejaagd. Het zou anders met al de nieuwe lasten en opcenten, idie op til zijln, een nog bedenkelijker toestand worden. Onze heeren van Links worden voor hun anti-XarieiMnanie toch reeds zoo ge voelig gestraft, maar ze wezen er met Dr. Bos reeds voor maanden oper kan nu nog een decres in de middelen bijko men, en dan zal Links Leiden eerst recht in tast komen. Onderdrukking gevraagd. Aan een artikel in het Huisgezin ontleenen we het volgende: In het jongste nummer van de „Pro testant" worden, met verwijzing naar Frankrijk, „radicale maatregelen" tegen de Katholieke Kerk gevraagd. „De vrijheid der maatschappij blijkt onvereenigbaar met de vrijheid der roomsche kerk. Welnu?" aldus luidt het slotwoord, dat geen andere con clusie toelaat dan dat de Katholieke kerk haar vrijheid dient in te boeten en ge kneveld behoort te worden. Waarom dat? Ons, katholieken, wordt verweten, dat wij op een veroveringsoorlog uit zijn, dat wij er naar streven de geheele maat schappij in middeleeuwschen geest te vervormen. Welke verschijnselen hebben de „Pro testant" tot het uitspreken van dit oor deel gebracht, welke bewijzen voert zij aan? Behalve het kloosteronderwijs heeft de „Protestant" deze grief tegen de Ka tholieken^: «zij vereenigen zich in Ka tholieke 'vereenigingen. De Grondwet erkent dit recht, ande ren doen het :ok, sociaal-democraten en v. ijmctselaren hebben hun eigen organi saties. Het doet er niet toe; voor de Katho lieken zou de „Protestant" het grond wettig recht wel op zij willen schuiven. En even fantastisch als het blad in heel zijn beschouwing is, ziet het de maatschappij verscheurd „in een roomsch gedeelte, waarover de bisschoppen on beperkt heerschappij voeren, en het ove rig deel, dat met den tijdgeest mede- gaat." versterken en hen hun vaderland in eere te leeren houden. En het Duitschland, dat u verban nen heeft, zal' u nog een ridderorde voor dien arbeid moeten verleenen, antwoord de Frans opgewekt Het was hem of een frissche wind zijn zwaarmoedigheid had weggevaagd en hem nieuwen levens lust had toegevoerd. Wat zou de ijzeren kansejier regeeren als hij! u had! hooren spreken Nu, hij mag zeggen wat hijl will Ik l'aat hem gaarne al Zijd verdiensten Hij heeft Duitsfchland groot en sterk gemaakt en dat is veell Zijln overige handelingen zijd een schikking des; Hee ren. Blij vele dingen zeg ik thans, gelijk eens de Heer: „Ze weten niet wat zij doen"* Als zij eerst zien, hoe het slech te zaad welig opschiet, roepen zij ons} well terug. De Heer weet wanneer het Zijn tijd is, voegde zij er bij, den jongen man troostend de hand rijkend, want zij l'as uit zijn trekken, dat ook hefrï dezen weg zwaar viel'. Wij zullen allen Gode bidden, dat hij den dag van djen storm bekort. De Heer s.l'aap niet, hoe hoog de golven jodk om ons mogeni Eenige jaren zijn voorbijgegaan. Van het tiental' jaren dat zoo stormachtig be gonnen was en na den uiterlijk en groo- Voor de niet-katholieke Christenen is het wel aangenaam zoo op één hoop gegooid te worden met „het overige deel, dat met den tijdgeest medegaat." Wat zal men van de „onbeperkte" heerschappij der bisschoppen zeggen wat van deze andere bewering in den zelfden gedachtengang„het roomsche volksdeel voelt zich tamelijk los van Nederland als staat en ziet veel meer in den bisschop een staatshoofd als stad houder van den paus-koning"? De „Protestant" heeft dit alles noo dig om tot de conclusie te komen, dat de katholieken moeten worden onder- d: ukt. Wiel verzekert het blad, dat eenmaal, misschien reeds spoedig, „een frissche windvlaag de vunze kloosterlucht uit de roomsche kerk zal wegvagen en het mon- nikengeknutsel als een kaartenhuis zal doen ineenvallen", maar de „Protes tant" heeft geen geduld om op die windvlaag te wachten. En de Staat is met wachten niet verantwoord. Hij moet ingrijpen. Een „protestantsche" regeering mag een aan slag op de maatschappij, „van achter de kloostermuren geleid", niet dulden. Ten slotte vraagt de „Protestant" één krachtige algemeene beweging, die de na ie van „dit afschuwelijke monniken- geknoei" bevrijdt. Op, op, Ter Spill en Drion, roem- ru:hte Eerdmans vooral, kent uw plicht! Voert uw legioenen tegen de „monni ken" aan en dwingt de nalatige „pro testantsche" regeering haar plicht te doen 1 STATEin-GENERAAL, TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag 19 Mei. Daar bij de opening der vergadering niet het vereischte aantal leden tegen woordig is, wordt de vergadering ver daagd tot half twaalf. Alsdan is aan de orde art. 64, in een vorige vergade ring aangehouden. De commissie van rapporteurs stelt voor de slotalinea van dit artikel als volgt te lezen: In het geval bedoeld in het vorige artikel (aanslag in de vermo gensbelasting) is voorzitter der commis sie de oudste in jaren der beide inspec teurs; in alle overige gevallen de in specteur der directe belastingen. De Minister vereenigt zich met dit amendement. Dienovereenkomstig beslo ten. Goedgekeurd wordt vervolgens art. 85a te lezen als gewijzigd door den Minister, luidende: „indien een navor dering in verband staat met navordering van vermogensbelasting, is de inspec teur der Registratie, tevens belast met de in dit hoofdstuk bedoelde verrich tingen van den inspecteur der directe belastingen." Aan de orde is thans art. 122 met het amendement van de heeren Fles kens en van Sasse van Ysselt, bepalende in art. 122 in te lasschen een geheel nieuw hoofdstuk tot het leggen van ver band tusschen de plaatselijke directe belastingen voor het inkomen en de rijks inkomstenbelasting. De Voorzitter betoogde, dat het amendement ontoelaatbaar is. De heer Fleskens (R. K.) verde digde de toelaatbaarheid van zijn amen dement. Het past z.i. volkomen in de wet, en heeft niets te maken met op- centenheffing door de gemeente, of ver ruiming der gemeentelijke belastingen. De f eer Pa tijn (U. L.) voelt veel voor de bezwaren van den voorzitter, maar ook veel' voor de amendementen. Spr. vraagt hoe de regeering over de door den Voorzitter opgeworpen vraag denkt. De minister van Binnenland* sche zaken schaart zich aan de zijde van den voorzitter. Na nog een opmerking v|an den voor zitter besluit de Kamer met 47 tfegen 17 stemmen tot niet-^oel'antbaarheid. Art. 123 wordt aangenomen. Aan de orde is dan art. 124 Van het ontwerp-inkomstenb'el'as.ting ,dat herti ta rief vaststel' van de heffing van de Ver mogensbelasting (beneden de f16.000 niets; f 16.000f30.000 fl per dui-i zend boven de f15.000; van f30.000 af f 0.50 per duizend. De heer Marchant (V. D.) verde digt nogmaals de progressie in de ver mogensbelasting. Nadat nog de heeren Pat ijn (U.L.) en De Geer (G.Hj.) hierover het woord hebben gevoerd', wordt de vergadering verdaagd tot hedenmorgen. 18 Mei, Hoevelen, die deze woorden „18 Mei" lezen, zullen dan terstond begrijpen, wéarover deze beschouwing gaat? Hoe- velen zullen er niet zijn, wien het nog geheel onbekend is, dat het thans reeds de vijftiende maal is, dat duizenden voorstanders van de wereldvrede, over alle landen der wereld verspreid, op 18 Mei herdenken dien gedenkwaardigen 18 Mei van het jaar 1899, toen de Eerste Vredesconferentie de grootste wereldgebeurtenis van den nieuwen tijd geopend werd? Op 18 Mei plegen de VTedesvrienden een terugblik te geven op het verleden, een woord van vertrouwen te uiten je gens de toekomst Deze terugblik kan dit jaar niet an ders dan blijmoedig zijn, zoo schrijft men ons. Want wel is het doel nog bij lange na niet bereikt, maar is het te ontken nen, dat het afgeloopen jaar ons we derom vooruitgang heeft gebracht? Officieel moge de toestand tusschen de verschillende Staten van Europa nog onveranderd zijn, officieel mogen de Sta ten nog meenen door wederzijdsche ver meerdering van wapenen het best den vrede te dienen, de verhoudingen tus schen de burgers der verschillende Sta ten onderling zijn ook in het afgeloo pen jaar voortgegaan zich te wijzigen. Voor den toestand van wederzijdsche onbekendheid treedt meer en meer die van onderlinge kennismaking en waar deering te voorschijn. Een bekend Duit sche tegenstander der Vredesbeweging zeide in 1899, dat de Vredesconferen ties met haar vredesorganisaties der Sta ten inderdaad gemeenschappelijke be langen onderling hadden. Wielnu, de bur gers der Staten geven steeds opnieuw blijk zich bewust te zijn van den groo- ten samenhang hunner belangen ook op internationaal gebied. Het toenemend aantal internationale Congressen, ook in het afgeloopen jaar, moge nu deze stelling als voorbeeld die nen. In het bijzonder voor Nederland is het dit jaar duidelijk geweest. Ons jubeljaar ter eere onzer honderd jarige onafhankelijkheid en ter eere van de opening van het Vredespaleis een zichtbaar gevolg van de handelingen, die op 18 Mei 1899 een aanvang namen! heeft honderden vreemdelingen in inter nationale bijeenkomst tot ons te zamen gebracht: de internationale congressen van den Vrouwenraad, de Katoenfabri- kanten, de Letterkundigen, de Vegeta riërs, de Woninghervormers, de Physi- ologen, de Pharmaceuten, de Toeristen, de Parlementsleden en natuurlijk ook de Pacifisten, waren een getuigenis, in hoe wijden kring het begrip van de nood zakelijkheid van internationale samen werking reeds doorgedrongen is. Ondanks de toenemende bewapening hebben echter ook de Regeeringen ge toond voor de reeds bestaande en steeds aangroeiende nationale saamhoorigheid niet blind te zijn. De Balkanoorlog, die zoo vele gelegenheden had geboden voor een regeering die den oorlog wjil, om dezen te doen uitbreken, is tot den Balkan beperkt gehouden. De „onvermijdelijke" Europeescheoor log is ook thans weder uitgebleven. Ja, nog dezer dagen heeft de verantwoorde lijke leiding der Duitsche Politiek in deq Rijksdag de uitdrukkelijke verklaring af gelegd dat inderdaad de ontspanning in den internationalen toestand aanhoudt en veld wint. Ook in andere Parlementen is een dergelijke, zeldzaam optimisti sche toon van regeeringswege geuit. Is het onder deze omstandigheden te verwonderen, dat méér dan ooit te vo ren de weg geopend is voor de derde Vredesconferentie, die het vervolg en in menig opzicht reeds de bekroning zal moejten worden van het op 18 Mei 1899 begonnen werk? De Regeeringen be raadslagen thans over de instelling van de Internationale Commissie, die deze deze Derde Vredesconferentie zal moe ten voorbereiden. Minister Loudon ver klaarde onlangs de hoop te hebben zeer spoedig definitieve mededeelingen te kunnen doem En intusschen wordt gaan deweg de nationale voorbereiding alge meen ter hand genomen. In Italië, België en Frankrijk zijn de voorbereidingscommissies dezer dagen tot stand gekomen, als bewijs dat het ernst wordt met de Derde Vredesconfe rentie. In Duitschland ook wordt aan het Departement van Buitenlandsche Za ken krachtig aan de voorbereiding ge arbeid. In Amerika, Zweden, Noorwe gen, Denemarken, Oostenrijk, J^usland, Nederland is de arbeid reeds geruimen tijd geleden begonnen. Ook in Engeland bestaat groote belangstelling. Zoo wijzen alle teekenen er op, dat, wanneer wij één of twee jaar verder zijn, de 18 Mei-dag een zeer bijzondere beteekenis zal hebben. De Derde Vredesconferentie nadert! Het bestaan eener krachtige volksover tuiging in alle landen, dat dan het werk van 18 Mei 1899 met geestdrift en vertrouwen moet worden voortgezet, kan op de uitkomsten dier Derde Vredescon ferentie van grooten invloed zijn. Moge ook deze 18 Mei-dag er toe hebben bij gedragen die volksovertuiging overal te versterken 1 R.K Timmerliedenbond. 12e jaarvergadering van den Neder- l'andschen R.K. Timmerliedenbond, ge-i houden op 16 en 17 Mei in het St. Josephhuis, Obrechtfttraat, Utrecht. Te 4 uur werd de vergadering door den Voorzitter, den Heer A. Smulders, geopend. t Met genoegen constateert hij heitf feit, dat 'de Bond na de reorganisatie van 1 Mei met reuzenschreden is. vooruit ge gaan. In begin 1913 hadden (met het oog op de Reorganisatie met ziij'n contributie van een plaatselijk uurloon) meerdere leden den Bond verlaten. Zoo telde hij op 1 Mei 1913 1500 Teden. Na dien tijd is het ledental enorm gestegen, zoodat er thans reeds 66 afdeel'ingen met 2500 leden zijn. De afdeeling Eindhoven klom door volhardende propaganda van 16 tot 'ruim' 1O0 leden. Als voorbeeld voor de andere -afdee-l l'ingen werden bijzonder genoemd de af- deelingen Nijmegen en Delft, zoo goed als alle R.K. timmerlieden zjjta ter plaat se in die afdeel'ingen ondergebracht. De voorzitter wijst op de conflicten en moeilijkheden, die.zijln ondervtondetn1 De Secretaris, l'ee^/t de notulen, die zonder bemerking onder dankzegging werden goedgekeurd. Het jaarverslag en het finantieel ver slag mochten eveneens de goedkeuring der vergadering verwerven. De ontvangsten werkloozenfonds, be dragen f3227.73, de uitgaven wericloo-i zenfonds bedragen f 1537.121/2, geeft een saldo groot f 1790.601/2. De ontvangsten van het overlijd ens^ fonds bedragen f665,54i/2, de uitgaven van het overlijdensfonds. bedragen f 65.44 geeft een saldo groot f600.10i/2 De ontvangsten van het vakblad be dragen "f901,38, de uitgaven rvoor het Vakblad bedragen f 896,36, geeft een saldo van f 5.02. De totale ontvangsten bedragen f 16142.011/2 de totale uitgaven bedra gen f6672.64i/2, geeft een voordeelig saldo van f 9469,37. if De begrooting voor 1914 wijst een ontvangst aan groot f21375.de be grooting voor 1914 wijst een uitgave aan groot f 14917,50, saldo f6457,50. een rit naar Bruckhoven, waar lyj het gymnasium bezocht» Het paardje was het loon geweest voor den vlijt, dien hij toonde, hoewel de eergeerigheid hem daartoe niet minder zou gedreven heb ben, d'an het uitzicht op een rijpaard. De knaap zag er hupsch uit, nu hij zoo met stralende oogen zijn kunst aan zijn moeder toonde. Gelijk zijn oom Josi toonde hij voor al de lichamelijke oefe ningen grooter aanleg, terwijl geestelijke ontspanning hem minder bekoorde. Eenige oogenblikken later trad' hij bij zijln moeder binnen, een courant in Üe hand. —Mama, ik kom u (het extra-blad' bren gen, sprak hij opgewekt De meester heeft het mij gegeven; het zou u genoe gen doen, zeide hijL ~U kunt niet geloo- ven, hoe het bedien in Bruckhoven was» toen de domklok zoo plotseling begon te luiden. De klokken in de andere ker ken begonnen ook en die menschen sta ken de vlaggen uit Er waren meer men schen op straat dan ooit In het blad; zegt de meester,/staat, dat de nieuwe Paus reeds aan onzen keizer geschreven heeft dat..», dat..* Dietrich wist klaar- blijfkelijk niet duidelijk meer wat er ge schied. was. orl 1 v ten zegepraal zooveel inwdhdigen strijd gebracht had, was de 1'aats.te helft bijna voorbij. De doodsklok van Pius IX had reeds geluid. De man met het rotsvaste geloof van een Joannes Evangelist, die hooge reine liefde en stille kracht in zich vereenigde, was tot den eeuwigen vrede overgegaan, zonder dat hij vrede voor zijn kerk had mogen verwerven. Trots al' het drijven van de tegenJ standers der kerk wa$ de keuze van' den nieuwen plaatsvervanger van Chris tus op aarde zonder stoorni^ geschied en allerwege klonken die klonken door de Februari lucht, om aan de Katholieken die blijde tijding te verkondigen. In het Duitsche Rijk keken echter ve len zorgvol op naar de Domkerken, die verweesd stonden, wier opperherder^,nog immer in ballingschap of gevangenis zuchtten. En hoeVefe pastoors plaatsen in den lande stonden evenzeer ledig. Ook Manga Dornick zag vol weemoed naar haar kerkje, dat nog altijd in ver getelheid daar stond. Onwillekeurig her dacht zij nu den stond, waarop alle) klokken zoo luid hadden gebeierd, om dat het Duitsche Rijfk weder verrezen, en de Duitsche keizer opgestaan wasj Hoeveel hoop had toen niet de harten doorstroomd. Zij bedacht, hoe zelfs haar oude vader op dien dag uit zijn doffe mijmering ontwaakt was, zijn langdurige haat jegens Pruisen had afgelegd en het fees! vol geestdrift had meegevierd1. Hoe spoedig en hoe gruwzaam had men het geloovige volk die vreugde benomenl Maar ooik persoonlijk had de tijd aan Magna de bitterste ontgoochelingen be reid. Zij was indertijd zoo trots;ch ge weest, dat haar gemaal bij den glorie rijken kamp tegen Frankrijk medestreed zij had gewaand, den dag van zijn ver heugden wederkeer niet ,te Jcunnen af wachten. Welke kloof giaapte echter sindsdien tusschen hen. Zij was eenzaam gebleven, hopeloos eenzaam I Thans was» zij daar in den dagel'ijkschen kringloop des levens aan gewoon. De mensjch ver mag niet immer te kiezen en de vergan kelijke tijd brengt dezen zegen met zich, dat h'ij ons zelfs, het hardste leert ver dragen. Maar het woord verdragen Wijst toch op een opgelegde last.... Magna werd door een helderen kreet van uit den tuin in haar peinzen onder broken. Zij trad aan 't venster en zag Dietrich, die toch zijln Hector zoo ge dresseerd had, dat zij zijn rijkunst be wonderen kon. Dae pony was een nieuwe ontspanning {voor hemze tvvas Miagna's |Kerstgesch-enk geweest, om hem vroeg in die ridderlijke kunst op te leiden. lederen morgen maak te hi^ onder toezicht van een bediende,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3