Uit de Pers.
162) MAGNA.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 20 Mei no. 1400.
KAMEROVERZICHT.
TWEfcüE KAMER.
Amendementen
Een practische gedachte was door den
heer Fleskens in een amendement beli
chaamd. De Katholieke afgevaardigde
wenschte een ongerief weg te .nemen uit
de practijk der belastingheffing, dat geen
dlag meer moest bestaan, ril» het ongerief,
jdlat gemeente en rijk bij het bepalen
idler inkomstenbelasting ieder hun ejgen
paden volgen, zonder onderling verband.
Maar de meerderheid der Kamer oor
deelde, dat dit amendement ontoelaat
baar was, als niet behoorende ibij het be
handelde wetsontwerp.
Verder is een vrijizinnig-democratisch
amendement inzake een progressieve hef
fing bij de vermogensbelasting in behan
deling gekomen.
Minister Bertling in navolging van
minister Kolkman heeft voorgesteld,
van elke f1000, waarmede de waande
Van het vermogen 'de 30j.OQO (overschrijdt,
f 0.50 te heffen. (Bij vermogens van
f16.000 tot f30.000 zal fl verschuldigd
zijn van elke f1000, waarmede zij het
bedrag van f15.000 te boven gaan.)
Op een kleinigheid na dus een zuiver
proportioneele heffing» 'Gansch anders de
heeren Bos en Marchant c. s., die f 0.75
willen heffen van elke f1000, waarmee
de ton overschreden wondt, en f 1 van het
excedent willen eischen, voor elke f 1000,
waarmede de waarde van het vermogen
de twee ton te boven gaat
De heer Patijln wil daarentegen het
algemeen heffingscijfer verhoogen en
brengen op f 0.75 van elke flQOQ.
Onbetaalbaar.
Onbetaalbaar is toch de vrijmoedig
heid van sommige concentratie-beeren,
merkt de (A. R.) Rotterdammer op.
Sprekende van den alleszins, natuurlij
ken tegenzin, die de rechterzijde tot fen-
ver zet te l'ijk'en weerstand tegien Treub's'
ontwerp dwingt, schrijft het „Vaderland"1
„Zoo zal dus onze sociale wetgeving*
waarbij men thans zoo goed tot een com
promis zou kunnen komenalweer gp-
maakt worden tot inzet Wan politiek spel,
en dat piles tot groote schade yan <tè[
Nederlandsche nptie'\
Aldus klaagt 's heeren Roodhuijzens
liberale-iunie orgaan.
Het is onbetaalbaar.
Dat verplichte invaliditeits-< en ouder-
dioms-verzekering moest komen wasi
bij rechts en links gemeenschappelijke
overtuiging geworden.
De vrijzinnig-democratische Minister
Veegens diende onder het laatste vrijzin-
nig^Kabinet zijln ontwerp op de verplichte
verzekering in.
Talma slaagde e,r in de Verplichte inva
liditeitsverzekering tot sjtiand te brengen.
Echter ging de linkerzijde drijven haar
beruchten staatspensjtmneeringszwendel!.
Geen die zich feller tegen die staatsL
pensionneering keerde dan de tegeinwoor-»
dige Minister Treub.
Eu nu diezelfde man zich opmaakt
om, berekend met alle constitutioneele
regelen, omver te werpen wat na moei-
zamen arbeid tot stand is gebracht, nu
hij hooghartig zoekt in te voeren het
geen hij eens alls een ramp voor het
viol'k pekelde nu zal der b'ooze rechter
zijde als schuld worden aangerekend, dat
Zij hem in dit luguber bedrijf niet steunt.
Nu wit de rechterzijde van een „com
promis" b— nota bene compromis.!
niet weten 1
Voor het goed verstand vart het „Va
derland" hopen w'ij van ganscher harte,
dat haar redacteur zat te schuddebollen
van het lachen, toen hij de aangehaalde
woorden neerschreef.
FEUILLETON.
Met haar eigeii werkkring in het nieu
we vaderland was de zuster weinig min
der ingenomen.
Ja, dat oude vaderland, sprak zij,
is recht ondankbaar geweest. Het heeft
al die arme kinderen daar zij wees
op den groep harer medezusters zon
der eenige reden vader!andsloos gemaakt
en velen van haar zijn sjechts noode
over de zee gegaan. Nu echter opent
zich ginds voor ons een zoo groot ar
beidsveld, dat de Heer hun krachten
ginds noodig heeft en haar dus, gelijk
den profeet Habakuk, vervoert. Wellicht
gaat het met u ook zoo, mijnheer Hell-
brinck, meende zij opgewekt. Onze lands
lieden daarginds hebben Duitschen in
vloed wel noodig. Het Engelsche ele
ment verdrukt anders iedere herinnering
aan het vaderland. Slechts het kleinste
aantal1 der kinderen van Duitsche uitge
wekenen leert nog de moedertaal. Maar
in onze schoten moeten zij er weder aan,
ing de doortastende vrouw voort. Ik
leb den zusters in ?t biijlzonder opgedra
gen, bij de kinderen weder liefde voor
de Duitsche taal op te wekken, den;
trots op bun Duitsche' afstamming te
Misleidende maand.
De Standaard driestart:
Financiën kwam er in de Tweede Ka
mer, zij 't al' niet zonder k! eer scheuk
ren, dan toch door, maar in 't land liep
't landziekig.
Prachtig in schijn. Veertig ton meer
dan in April! 1913. Vier millioen accres.
En toch feicelijk een achteruitgang.
Met wie ons verlieten, stond' Minjs/ter
Biertl'ing op gewenschten voet. Van hun
successie brachten de erfgenamen in één
maand f 3.967.000 in 's Ministers kas.
Bijna nooit voorgekomen. Een accres met
ruim twee millioen twee tonbijha on
gelofelijk. Nie dagewesen. Daarentegen
onder de levenden lel hij 't af. Over de
zes ton minder dan in 1913 in dezelfde
maand.
Over de zes ton minder, en dit niette
genstaande de gewone accres-possen van
post, telegraaf en een klein accres op
Bedrijfsbelasting, wijn en geslacht. En
let wel, minder op de Grondbelasting,
op het Personeel^, op de Vermogens^
belasting, op het Tarief, op de Suikert
op ;t Gedistilleerd, op het zo,ut, op hejl)
bier, op den azijn, op goud en zillver-
waar, op zegel, op de registratie, op de
hypotheekrechten, op de domeinen, en
op de loodsgelden. En daaronder vermin
deringen met f 196.000 op één post, ter
wijl het hoogst accres geen kwart ton
haalt.
Geen blij vooruitzicht.
Het decres komt toch op te veel'post
ten tegelijk, om toevallig te zijn. Er moet
een haperment in het oeconomisch wellj
zijln achter schuilen, dat,, herhaalde bet
zich in de komende maanden, zelfs een
verontrustend karakter zou kunnen aan
nemen.
Laat ons hopen, dat April ons| op een
Aprilgrap heeft onthaald. Millioenen
meer op de Successie, en ze& ton minder
op de uitbrengst uit 't leven. Ons eens f
bl'ijjgemaakt, en toen even een kleinen
schrik op 't lijf gejaagd.
Het zou anders met al de nieuwe
lasten en opcenten, idie op til zijln, een
nog bedenkelijker toestand worden.
Onze heeren van Links worden voor
hun anti-XarieiMnanie toch reeds zoo ge
voelig gestraft, maar ze wezen er met
Dr. Bos reeds voor maanden oper kan
nu nog een decres in de middelen bijko
men, en dan zal Links Leiden eerst recht
in tast komen.
Onderdrukking gevraagd.
Aan een artikel in het Huisgezin
ontleenen we het volgende:
In het jongste nummer van de „Pro
testant" worden, met verwijzing naar
Frankrijk, „radicale maatregelen" tegen
de Katholieke Kerk gevraagd.
„De vrijheid der maatschappij blijkt
onvereenigbaar met de vrijheid der
roomsche kerk. Welnu?" aldus luidt
het slotwoord, dat geen andere con
clusie toelaat dan dat de Katholieke kerk
haar vrijheid dient in te boeten en ge
kneveld behoort te worden.
Waarom dat?
Ons, katholieken, wordt verweten, dat
wij op een veroveringsoorlog uit zijn,
dat wij er naar streven de geheele maat
schappij in middeleeuwschen geest te
vervormen.
Welke verschijnselen hebben de „Pro
testant" tot het uitspreken van dit oor
deel gebracht, welke bewijzen voert zij
aan?
Behalve het kloosteronderwijs heeft
de „Protestant" deze grief tegen de Ka
tholieken^: «zij vereenigen zich in Ka
tholieke 'vereenigingen.
De Grondwet erkent dit recht, ande
ren doen het :ok, sociaal-democraten en
v. ijmctselaren hebben hun eigen organi
saties.
Het doet er niet toe; voor de Katho
lieken zou de „Protestant" het grond
wettig recht wel op zij willen schuiven.
En even fantastisch als het blad in
heel zijn beschouwing is, ziet het de
maatschappij verscheurd „in een roomsch
gedeelte, waarover de bisschoppen on
beperkt heerschappij voeren, en het ove
rig deel, dat met den tijdgeest mede-
gaat."
versterken en hen hun vaderland in eere
te leeren houden.
En het Duitschland, dat u verban
nen heeft, zal' u nog een ridderorde voor
dien arbeid moeten verleenen, antwoord
de Frans opgewekt Het was hem of
een frissche wind zijn zwaarmoedigheid
had weggevaagd en hem nieuwen levens
lust had toegevoerd. Wat zou de ijzeren
kansejier regeeren als hij! u had! hooren
spreken
Nu, hij mag zeggen wat hijl will
Ik l'aat hem gaarne al Zijd verdiensten
Hij heeft Duitsfchland groot en sterk
gemaakt en dat is veell Zijln overige
handelingen zijd een schikking des; Hee
ren. Blij vele dingen zeg ik thans, gelijk
eens de Heer: „Ze weten niet wat zij
doen"* Als zij eerst zien, hoe het slech
te zaad welig opschiet, roepen zij ons}
well terug. De Heer weet wanneer het
Zijn tijd is, voegde zij er bij, den jongen
man troostend de hand rijkend, want
zij l'as uit zijn trekken, dat ook hefrï
dezen weg zwaar viel'. Wij zullen allen
Gode bidden, dat hij den dag van djen
storm bekort. De Heer s.l'aap niet, hoe
hoog de golven jodk om ons mogeni
Eenige jaren zijn voorbijgegaan. Van
het tiental' jaren dat zoo stormachtig be
gonnen was en na den uiterlijk en groo-
Voor de niet-katholieke Christenen is
het wel aangenaam zoo op één hoop
gegooid te worden met „het overige
deel, dat met den tijdgeest medegaat."
Wat zal men van de „onbeperkte"
heerschappij der bisschoppen zeggen
wat van deze andere bewering in den
zelfden gedachtengang„het roomsche
volksdeel voelt zich tamelijk los van
Nederland als staat en ziet veel meer
in den bisschop een staatshoofd als stad
houder van den paus-koning"?
De „Protestant" heeft dit alles noo
dig om tot de conclusie te komen, dat
de katholieken moeten worden onder-
d: ukt.
Wiel verzekert het blad, dat eenmaal,
misschien reeds spoedig, „een frissche
windvlaag de vunze kloosterlucht uit de
roomsche kerk zal wegvagen en het mon-
nikengeknutsel als een kaartenhuis zal
doen ineenvallen", maar de „Protes
tant" heeft geen geduld om op die
windvlaag te wachten.
En de Staat is met wachten niet
verantwoord. Hij moet ingrijpen. Een
„protestantsche" regeering mag een aan
slag op de maatschappij, „van achter de
kloostermuren geleid", niet dulden.
Ten slotte vraagt de „Protestant" één
krachtige algemeene beweging, die de
na ie van „dit afschuwelijke monniken-
geknoei" bevrijdt.
Op, op, Ter Spill en Drion, roem-
ru:hte Eerdmans vooral, kent uw plicht!
Voert uw legioenen tegen de „monni
ken" aan en dwingt de nalatige „pro
testantsche" regeering haar plicht te
doen 1
STATEin-GENERAAL,
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag 19 Mei.
Daar bij de opening der vergadering
niet het vereischte aantal leden tegen
woordig is, wordt de vergadering ver
daagd tot half twaalf. Alsdan is aan
de orde art. 64, in een vorige vergade
ring aangehouden.
De commissie van rapporteurs stelt
voor de slotalinea van dit artikel als
volgt te lezen: In het geval bedoeld in
het vorige artikel (aanslag in de vermo
gensbelasting) is voorzitter der commis
sie de oudste in jaren der beide inspec
teurs; in alle overige gevallen de in
specteur der directe belastingen.
De Minister vereenigt zich met dit
amendement. Dienovereenkomstig beslo
ten.
Goedgekeurd wordt vervolgens art.
85a te lezen als gewijzigd door den
Minister, luidende: „indien een navor
dering in verband staat met navordering
van vermogensbelasting, is de inspec
teur der Registratie, tevens belast met
de in dit hoofdstuk bedoelde verrich
tingen van den inspecteur der directe
belastingen."
Aan de orde is thans art. 122 met
het amendement van de heeren Fles
kens en van Sasse van Ysselt, bepalende
in art. 122 in te lasschen een geheel
nieuw hoofdstuk tot het leggen van ver
band tusschen de plaatselijke directe
belastingen voor het inkomen en de rijks
inkomstenbelasting.
De Voorzitter betoogde, dat het
amendement ontoelaatbaar is.
De heer Fleskens (R. K.) verde
digde de toelaatbaarheid van zijn amen
dement. Het past z.i. volkomen in de
wet, en heeft niets te maken met op-
centenheffing door de gemeente, of ver
ruiming der gemeentelijke belastingen.
De f eer Pa tijn (U. L.) voelt veel
voor de bezwaren van den voorzitter,
maar ook veel' voor de amendementen.
Spr. vraagt hoe de regeering over de
door den Voorzitter opgeworpen vraag
denkt.
De minister van Binnenland*
sche zaken schaart zich aan de zijde
van den voorzitter.
Na nog een opmerking v|an den voor
zitter besluit de Kamer met 47 tfegen 17
stemmen tot niet-^oel'antbaarheid.
Art. 123 wordt aangenomen.
Aan de orde is dan art. 124 Van het
ontwerp-inkomstenb'el'as.ting ,dat herti ta
rief vaststel' van de heffing van de Ver
mogensbelasting (beneden de f16.000
niets; f 16.000f30.000 fl per dui-i
zend boven de f15.000; van f30.000 af
f 0.50 per duizend.
De heer Marchant (V. D.) verde
digt nogmaals de progressie in de ver
mogensbelasting.
Nadat nog de heeren Pat ijn (U.L.) en
De Geer (G.Hj.) hierover het woord
hebben gevoerd', wordt de vergadering
verdaagd tot hedenmorgen.
18 Mei,
Hoevelen, die deze woorden „18 Mei"
lezen, zullen dan terstond begrijpen,
wéarover deze beschouwing gaat? Hoe-
velen zullen er niet zijn, wien het nog
geheel onbekend is, dat het thans reeds
de vijftiende maal is, dat duizenden
voorstanders van de wereldvrede, over
alle landen der wereld verspreid, op
18 Mei herdenken dien gedenkwaardigen
18 Mei van het jaar 1899, toen de
Eerste Vredesconferentie de grootste
wereldgebeurtenis van den nieuwen tijd
geopend werd?
Op 18 Mei plegen de VTedesvrienden
een terugblik te geven op het verleden,
een woord van vertrouwen te uiten je
gens de toekomst
Deze terugblik kan dit jaar niet an
ders dan blijmoedig zijn, zoo schrijft men
ons. Want wel is het doel nog bij lange
na niet bereikt, maar is het te ontken
nen, dat het afgeloopen jaar ons we
derom vooruitgang heeft gebracht?
Officieel moge de toestand tusschen
de verschillende Staten van Europa nog
onveranderd zijn, officieel mogen de Sta
ten nog meenen door wederzijdsche ver
meerdering van wapenen het best den
vrede te dienen, de verhoudingen tus
schen de burgers der verschillende Sta
ten onderling zijn ook in het afgeloo
pen jaar voortgegaan zich te wijzigen.
Voor den toestand van wederzijdsche
onbekendheid treedt meer en meer die
van onderlinge kennismaking en waar
deering te voorschijn. Een bekend Duit
sche tegenstander der Vredesbeweging
zeide in 1899, dat de Vredesconferen
ties met haar vredesorganisaties der Sta
ten inderdaad gemeenschappelijke be
langen onderling hadden. Wielnu, de bur
gers der Staten geven steeds opnieuw
blijk zich bewust te zijn van den groo-
ten samenhang hunner belangen ook op
internationaal gebied.
Het toenemend aantal internationale
Congressen, ook in het afgeloopen jaar,
moge nu deze stelling als voorbeeld die
nen. In het bijzonder voor Nederland is
het dit jaar duidelijk geweest.
Ons jubeljaar ter eere onzer honderd
jarige onafhankelijkheid en ter eere van
de opening van het Vredespaleis een
zichtbaar gevolg van de handelingen, die
op 18 Mei 1899 een aanvang namen!
heeft honderden vreemdelingen in inter
nationale bijeenkomst tot ons te zamen
gebracht: de internationale congressen
van den Vrouwenraad, de Katoenfabri-
kanten, de Letterkundigen, de Vegeta
riërs, de Woninghervormers, de Physi-
ologen, de Pharmaceuten, de Toeristen,
de Parlementsleden en natuurlijk ook de
Pacifisten, waren een getuigenis, in hoe
wijden kring het begrip van de nood
zakelijkheid van internationale samen
werking reeds doorgedrongen is.
Ondanks de toenemende bewapening
hebben echter ook de Regeeringen ge
toond voor de reeds bestaande en steeds
aangroeiende nationale saamhoorigheid
niet blind te zijn. De Balkanoorlog, die
zoo vele gelegenheden had geboden
voor een regeering die den oorlog wjil,
om dezen te doen uitbreken, is tot den
Balkan beperkt gehouden.
De „onvermijdelijke" Europeescheoor
log is ook thans weder uitgebleven. Ja,
nog dezer dagen heeft de verantwoorde
lijke leiding der Duitsche Politiek in deq
Rijksdag de uitdrukkelijke verklaring af
gelegd dat inderdaad de ontspanning
in den internationalen toestand aanhoudt
en veld wint. Ook in andere Parlementen
is een dergelijke, zeldzaam optimisti
sche toon van regeeringswege geuit.
Is het onder deze omstandigheden te
verwonderen, dat méér dan ooit te vo
ren de weg geopend is voor de derde
Vredesconferentie, die het vervolg en in
menig opzicht reeds de bekroning zal
moejten worden van het op 18 Mei 1899
begonnen werk? De Regeeringen be
raadslagen thans over de instelling van
de Internationale Commissie, die deze
deze Derde Vredesconferentie zal moe
ten voorbereiden. Minister Loudon ver
klaarde onlangs de hoop te hebben zeer
spoedig definitieve mededeelingen te
kunnen doem En intusschen wordt gaan
deweg de nationale voorbereiding alge
meen ter hand genomen.
In Italië, België en Frankrijk zijn de
voorbereidingscommissies dezer dagen
tot stand gekomen, als bewijs dat het
ernst wordt met de Derde Vredesconfe
rentie. In Duitschland ook wordt aan
het Departement van Buitenlandsche Za
ken krachtig aan de voorbereiding ge
arbeid. In Amerika, Zweden, Noorwe
gen, Denemarken, Oostenrijk, J^usland,
Nederland is de arbeid reeds geruimen
tijd geleden begonnen. Ook in Engeland
bestaat groote belangstelling.
Zoo wijzen alle teekenen er op, dat,
wanneer wij één of twee jaar verder
zijn, de 18 Mei-dag een zeer bijzondere
beteekenis zal hebben.
De Derde Vredesconferentie nadert!
Het bestaan eener krachtige volksover
tuiging in alle landen, dat dan het werk
van 18 Mei 1899 met geestdrift en
vertrouwen moet worden voortgezet, kan
op de uitkomsten dier Derde Vredescon
ferentie van grooten invloed zijn. Moge
ook deze 18 Mei-dag er toe hebben bij
gedragen die volksovertuiging overal te
versterken 1
R.K Timmerliedenbond.
12e jaarvergadering van den Neder-
l'andschen R.K. Timmerliedenbond, ge-i
houden op 16 en 17 Mei in het St.
Josephhuis, Obrechtfttraat, Utrecht.
Te 4 uur werd de vergadering door
den Voorzitter, den Heer A. Smulders,
geopend. t
Met genoegen constateert hij heitf feit,
dat 'de Bond na de reorganisatie van 1
Mei met reuzenschreden is. vooruit ge
gaan.
In begin 1913 hadden (met het oog
op de Reorganisatie met ziij'n contributie
van een plaatselijk uurloon) meerdere
leden den Bond verlaten. Zoo telde hij
op 1 Mei 1913 1500 Teden. Na dien tijd
is het ledental enorm gestegen, zoodat
er thans reeds 66 afdeel'ingen met 2500
leden zijn.
De afdeeling Eindhoven klom door
volhardende propaganda van 16 tot 'ruim'
1O0 leden.
Als voorbeeld voor de andere -afdee-l
l'ingen werden bijzonder genoemd de af-
deelingen Nijmegen en Delft, zoo goed
als alle R.K. timmerlieden zjjta ter plaat
se in die afdeel'ingen ondergebracht.
De voorzitter wijst op de conflicten
en moeilijkheden, die.zijln ondervtondetn1
De Secretaris, l'ee^/t de notulen, die
zonder bemerking onder dankzegging
werden goedgekeurd.
Het jaarverslag en het finantieel ver
slag mochten eveneens de goedkeuring
der vergadering verwerven.
De ontvangsten werkloozenfonds, be
dragen f3227.73, de uitgaven wericloo-i
zenfonds bedragen f 1537.121/2, geeft een
saldo groot f 1790.601/2.
De ontvangsten van het overlijd ens^
fonds bedragen f665,54i/2, de uitgaven
van het overlijdensfonds. bedragen f 65.44
geeft een saldo groot f600.10i/2
De ontvangsten van het vakblad be
dragen "f901,38, de uitgaven rvoor het
Vakblad bedragen f 896,36, geeft een
saldo van f 5.02.
De totale ontvangsten bedragen
f 16142.011/2 de totale uitgaven bedra
gen f6672.64i/2, geeft een voordeelig
saldo van f 9469,37. if
De begrooting voor 1914 wijst een
ontvangst aan groot f21375.de be
grooting voor 1914 wijst een uitgave
aan groot f 14917,50, saldo f6457,50.
een rit naar Bruckhoven, waar lyj het
gymnasium bezocht» Het paardje was het
loon geweest voor den vlijt, dien hij
toonde, hoewel de eergeerigheid hem
daartoe niet minder zou gedreven heb
ben, d'an het uitzicht op een rijpaard.
De knaap zag er hupsch uit, nu hij
zoo met stralende oogen zijn kunst aan
zijn moeder toonde. Gelijk zijn oom Josi
toonde hij voor al de lichamelijke oefe
ningen grooter aanleg, terwijl geestelijke
ontspanning hem minder bekoorde.
Eenige oogenblikken later trad' hij bij
zijln moeder binnen, een courant in Üe
hand.
—Mama, ik kom u (het extra-blad' bren
gen, sprak hij opgewekt De meester
heeft het mij gegeven; het zou u genoe
gen doen, zeide hijL ~U kunt niet geloo-
ven, hoe het bedien in Bruckhoven was»
toen de domklok zoo plotseling begon
te luiden. De klokken in de andere ker
ken begonnen ook en die menschen sta
ken de vlaggen uit Er waren meer men
schen op straat dan ooit In het blad;
zegt de meester,/staat, dat de nieuwe
Paus reeds aan onzen keizer geschreven
heeft dat..», dat..* Dietrich wist klaar-
blijfkelijk niet duidelijk meer wat er ge
schied. was.
orl 1 v
ten zegepraal zooveel inwdhdigen strijd
gebracht had, was de 1'aats.te helft bijna
voorbij.
De doodsklok van Pius IX had reeds
geluid. De man met het rotsvaste
geloof van een Joannes Evangelist, die
hooge reine liefde en stille kracht in
zich vereenigde, was tot den eeuwigen
vrede overgegaan, zonder dat hij vrede
voor zijn kerk had mogen verwerven.
Trots al' het drijven van de tegenJ
standers der kerk wa$ de keuze van'
den nieuwen plaatsvervanger van Chris
tus op aarde zonder stoorni^ geschied
en allerwege klonken die klonken door
de Februari lucht, om aan de Katholieken
die blijde tijding te verkondigen.
In het Duitsche Rijk keken echter ve
len zorgvol op naar de Domkerken, die
verweesd stonden, wier opperherder^,nog
immer in ballingschap of gevangenis
zuchtten. En hoeVefe pastoors plaatsen in
den lande stonden evenzeer ledig.
Ook Manga Dornick zag vol weemoed
naar haar kerkje, dat nog altijd in ver
getelheid daar stond. Onwillekeurig her
dacht zij nu den stond, waarop alle)
klokken zoo luid hadden gebeierd, om
dat het Duitsche Rijfk weder verrezen,
en de Duitsche keizer opgestaan wasj
Hoeveel hoop had toen niet de harten
doorstroomd. Zij bedacht, hoe zelfs haar
oude vader op dien dag uit zijn doffe
mijmering ontwaakt was, zijn langdurige
haat jegens Pruisen had afgelegd en
het fees! vol geestdrift had meegevierd1.
Hoe spoedig en hoe gruwzaam had men
het geloovige volk die vreugde benomenl
Maar ooik persoonlijk had de tijd aan
Magna de bitterste ontgoochelingen be
reid. Zij was indertijd zoo trots;ch ge
weest, dat haar gemaal bij den glorie
rijken kamp tegen Frankrijk medestreed
zij had gewaand, den dag van zijn ver
heugden wederkeer niet ,te Jcunnen af
wachten. Welke kloof giaapte echter
sindsdien tusschen hen. Zij was eenzaam
gebleven, hopeloos eenzaam I Thans was»
zij daar in den dagel'ijkschen kringloop
des levens aan gewoon. De mensjch ver
mag niet immer te kiezen en de vergan
kelijke tijd brengt dezen zegen met zich,
dat h'ij ons zelfs, het hardste leert ver
dragen. Maar het woord verdragen Wijst
toch op een opgelegde last....
Magna werd door een helderen kreet
van uit den tuin in haar peinzen onder
broken. Zij trad aan 't venster en zag
Dietrich, die toch zijln Hector zoo ge
dresseerd had, dat zij zijn rijkunst be
wonderen kon.
Dae pony was een nieuwe ontspanning
{voor hemze tvvas Miagna's |Kerstgesch-enk
geweest, om hem vroeg in die ridderlijke
kunst op te leiden. lederen morgen maak
te hi^ onder toezicht van een bediende,