Uit de Pers. ,02) MAGNA. r'-I",' Tweede Blad, behoorende Wj De Leldsche Courant van Zaterdag 7 Maart. no. 1338. De opcenten. Over het opcenten-voorstel schrijft de T ijd: De Minister van Financiën heeft een begin gemaakt met de indiening zijner voorstellen tot benadering van liet even wicht tussen en de Rijks-inkomsten en uitgaven over 1914. Oe heer Bertling becijfert n.l. dat, ais 'hij niet aan het sui kerpotje wil komen, en ook de meer dere opbrengst van de accijnzen op het het gedistilleerd boven het vastgestelde bedrag weer wil opleggen, er in den loop van dit jaar een tekort zal zijn van 10.6 millioen, ook al zou de aanwas der Rijksmiddelen in gelijke mate door gaan als in 1913 het geval was. De heer Bertling wil nu ter tijdelijke dekking van het tekort 20 opcenten hef fen op de aanslagen der vermogens en bedrijfsbelastingen en 60 opcenten op de aanslagen van naaml. vennootschap pen, vereenigingen, enz. Van de op brengst dezer opcenten, waarvan de Mi nister rekent reeds voor het belasting,- jaar 191415 te kunnen gebruik ma ken, wil hij twee derde op het budget van 1914 brengen en gelooft dan een meerdere opbrengst te zullen krijgen van ongeveer 4.2 millioen. Dat is als vast wat In de Memorie van Toelichting deelt de Minister nog mede, dat hij binnen enkele dagen een voorstel zal indienen tot verhooging van den bieraccijns, waar uit hij een hoogere opbrengst van 1.2 millioen per jaar verwacht, waarvan 5 a 6 ton ten goede zal kunnen komen van het budget van 1914. Het stelsel van den Minister komt ons niet slecht gekozen voor. Z.Excel- lentie werkt met druppels en niet met stralen. In dit verband is ook van be lang zijn opmerking, dat de bezwaren tegen een tijdelijke opcentenverhooging niet zoo ernstig zijn, als men weet, dat er toch een nieuwe regeling moet ko men van de belasting zelf, waardoor de ze verhoogd wordt Het is inderdaad juist Als men vooraf weet, daj men toch meer belasting moet betalen, dan is het een aangenaam gevo'el, als een Minister alvast vooraf een generale re petitie laat houden met opcenten. Ten slotte is het toch veel genoegelijker een rijksdaalder aan belasting meer te be talen dan twee gulden vijftig aan opcen ten. Men zal zien, dat de belasting schuldigen gaan petitioneeren voor de belastingverhooging, alleen om maar van die gehate opcenten af te komen. De verhoogde bieraccijns is een inter mezzo, daar straks nog meer opcenten noodig zijn. „Het Centrum" zegt er van': De opcenten op vermogens- en be drijfsbelasting worden verdubbeld, ter wijl zij in een bepaald geval nog aan zienlijk kunnen stijgen. Ook zal het glaasje bier duurder wor den door verhooging van den accijns, die, gelet op hetgeen de minister daar van verwacht, verre van onbeduidend zal wezen. Feitelijk wordt met deze voorstellen vooruitgeloopen op het tot stand bren gen der inkomsten-belasting. Eerst wanneer die belasting in wer king treedt, zal men van de opcenten af komen, maar of men dan minder zal be talen, is de vraag. Aan het Tarief wil of durft deze re geering niet raken. En waar net vorige Kabinet allereerst uit die bron wilde putten, om de kost ten der sociale wetgeving te dekken, worden nu de Nederlandsche belasting betalers het kind van de rekening. Zij zullen het gewaar worden, wanneer zij straks hun aanslagbiljetten thuiskrij gen en het voorstel in de Kamers er door is gegaan. I I 111 Tabeltjes. De Maasbode schrijft De verrassingen, waarmee het belas tingbetalend publiek door minister Bert ling wordt verblijd, zullen natuurlijk bij zeer velen van links eenig gevoel van spijtigheid hebben opgewekt. Bij de stembus van den vorigen zomer toch hebben de vrijzinnigen zoo braaf hum best gedaan, om de ons vaderland in den vorm eener tariefbelasting bedreigende „ramp" af te wenden; en zie, nu ra ken ze met de 'ordinaire duimschroeven- politiek van den huldigen financiënrni- nister van den wal i? c'sloot. De vrij/innige pers ziet die onbeha gelijke stemming aankomen. Daarom haast zich de „N. R. Ct.m vóór hare lezers iets ergs mochten gaan denken, ze maar dadelijk aan het ver stand te brengen, dat het eigenlijk al weer die rechterzijde is, welke hen zoo wil laten bloeden. Het brave blad zucht eens heel diep over de lawine van nieuwe belastingen, - die te dreigend hangt.maar er is hal laas niets aan te veranderen, want het vorige ministerie heeft ons nu eenmaal in de put geholpen. Een brutaler mystificatie is, meenen wij, moeilijk uit te denken. Immers, ware het rechtsche ministerie aan het bewind gebleven, dan zou van al die nieuwe bronnen van inkomsten voor de schatkist geen sprake gekomen zijn, maar dan had het tarief, terwijl het beschermend werkte voor de nationale industrie, tegelijk de noodige revenuen gebracht voor de uitvoering der sociale wetgeving. En het baat de liberale redactie niet, zich te beroepen pp het feit, dat dan toch artikel 369 der Invaliditeitswet maar in werking is gezet, voor dat de maatregel financieel gedekt was. Vooreerst toch hebben aan de ver vroegde uitvoering van art. 369 even goed de Kamerleden meegewerkt, waar mee de „N. R. C." zien geestverwant gevoelt; maar ten andere is deze uitvlucht van de brave redactie des te meer onoprecht, vermits zij aan de stem bus dapper heeft meegedaan zij het ter wille van de samenwerking met het concentratiegeschreeuw om staats pensioen, een wettelijken maatregel, die nog heel wat dieper in den zak moest doen tasten dan de onschuldige over gangsbepaling van minister Talma. De poging, om de vorige regeering aansprakelijk te stellen voor het beleid des heeren Bertling, is daarom niets dan een laf zich onttrekken aan de ver antwoordelijkheid, nu deze voor de anti tarief-agitators compromitteerend dreigt te worden. Het is daarom goed, fabeltjes als de „N. R. Ct." nu verspreiden gaat, aan stonds den kop in te drukken. Kindertoeslag. Wlij [lezen in de (A. R.R o 11 e r d a m- m e r. Onze warme sympathie voor een kin dertoeslag bij het loon hebben we nim mer onder stoelen en banken gestoken. Wie oordeelen dat daarin schuilt een gezond ethisch beginsel, dat naar ver schillende zijden goede werking kan uitoefenen^ Dat het loon zuiver en alleen naar verdiensten, naar bekwaamheid zou kun nen worden afgemeten, is eene fictie. Ook andere omstandigheden behooren daarnevens invlbed te oefenen en onder die factoren nemen da l'evensonderhoud- kosten een belangrijke plaats in., We ontveinzen ons niet dat in 't par ticuliere bedrijfsleven ee.-?. ijveren voor slgeireene doorvoering /an de r kir.ver- toeslag bedenkelijke gevolger., hebben kan. Maai de Overheid kan. r.'rl" in deze meerder vrijheid van beweging verooi lo ven en als goed werkgeefster de grootte van het gezin invloed doen hebben op de lloonsbepaling. Vandaar onze warme ingenomenheid met gemeentebesturen alls Hilversum en Nijmegen, die hier voorgingen. Onze warme ingenomenheid ook voor Minister Heemskerk^ kindertoeslag voor de onderwijzers en de sal'arisrege- ling voor de postambtenaren. Van zekere zijden is geageerd om voor onze postmannen deze regeling prijs te ge ven en den kindertoeslag af te schaffen. Terecht Met daarentegen de oud-Minis ter Regout in de Eerste Kamer zijn waarschuwende stem hooren. En nu komt ook uit den kring der postmannen zelf het verzet los. Niet alleen dat de beide Christelijke bonden nl. de R. K. Petrus en de Chris telijk Protesiantsche Bond „Door Plicht tot Recht" op behoud aandringen, maar ook bijna 200 leden van cien Neder- landschen Bond van Post- en Telegraaf- beambten „De Post", welks bestuur de actie tot afschaffing aanving, zonden aan den Minster van Waterstaat een verzoek schrift om bestendiging van den bestaan- den toestand. Verwonderen doet het ons niet. De kindertoeslag, het gezinsloon, be vat een voortreffelijk economisch begin sel, dat in de toekomst sterker zal door werken. v I 1 Het zou een stap achterwaarts zijn, als Minister flüelly den kindertoeslag prijs gaf. L)e Week in liet Buitenland. Wanneer we de gebeurtenissen, die deze weèlc in het buitenland hebben plaats gegrepen, de revue laten passeeren, udn i» ci gccii, die zooveel indruk in binnen- en buitenland gewekt heeft dan het overlijden van Em. Kardinaal Kopp. We hebben reeds gelegenheid gehad in eenige onzer vorige nummers levens- en andere wetenswaardige bijzonderheden van dezen eminenten kerkvorst mede te deelen en zullen daarover niet in her haling treden. Hier moge alleen nog een korte beschrijving volgen van de wijze, waarop het Katholieke Troppau gisteren zijn ontslapen "Kerkvorst geëerd heeft. Het stoffelijk overschot van wijlen Z. Em. Kardinaal Kopp was gisteren in de kloosterkerk te Troppau op ëen baar geplaatst; duizenden maakten van de ge- legenheid gebruik om den overleden Kar dinaal een laatste maal te zien. De speciale trein, welke het lijk zou overbrengen, is gistermiddag te vijf uur in Breslau aangekomen; het Domkapittel en de geeste. ijkheid waren aan hel sta tion aanwezig. De plechtige uitvaartdienst zal Dinsdagmorgen om 10 uur beginnen; met den aartsbisschop van Keulen en den bisschop Schmidt uit Fulda zal de wij bisschop Litowski uit Posen bij den lijk dienst assisteeren. De domprediker dr. Herrlich zal de lijkrede uitspreken. Heeft Duitschland dezer dagen gestaan aan (liet sterfbed van een harer grootste zonen, ook het Bielgenland is getroffen door een ramp, die in veler geheugen een onuitwischbaar smartelijken indruk heeft achtergelaten. Bielgië is getroffen door een mijnramp in 't plaatsje Strepy. Reeds Maandag, in den loop van den dag was de ingenieur Manche gewaar schuwd geworden, dat water in de galerij ter diepte van 270 meter sijpelde. De ingenieur had gelast de aarden dam men ite versterken. Het werkvolk was aan dezen arbeid bezig, toen bemerkt werd, dat de zijwanden meer en meer water doorlieten en de wanden zelf gingen toegeven. De ingenieur Manche en de bestuurder der mijn, A. Dubois, daalden neder en stelden inderdaad' het dreigend gevaar vast Een dof gerommel werd gehoord en weldra had een aardinzakking plaats. Eensklaps drong het water met verschrik kelijk geweld in de galerij, alles op Zijn doortocht verbrijzelend of vervoerend. Ooggetuigen zeggen, dat geladen wagon- netjes ais stroonalmen weiden weggeslin gerd. Het was als een zee van aarde en modder, die door de galerijen naar 'de schacht stroomde. De ploegbazen gaven blijk van waren heldenmoed, want ze begrepen maar al te goed aan welk gevaar ze zich bloot stelden met zich van de schacht en dein ophaalbak te verwijderen om de andere voorvechters van den godsdienst moeten daarin het voorbeeld geven. Nu, vooruit ejrtnede, al's ge iets daartegen hebt in te brengen, voegde hij erbij, toen de ge laatsuitdrukking van den jongen man verried, dat zijn meening bij dezen geen 'instemming Vond. Bij zulk een blinde gehoorzaamheid zou het Christendom wef geen uitbrei ding gevonden hebben, overste, en de door u zoo bijzonder vereerden ajjostel1 Paulus, zou niet zoo dikwijls gevangen genomen en veroordeeld zijn, als hij maar altijd de bevelen der overheid op gevolgd had. Het gezag van den staat reikt niet zoover, dat het macht heeft over het geweten, sprak Frans ernstig. In ieder geval' hebben wij, katholieken, het recht, onze meening voor te staan. Wiij hebben altijd meegestreden voor de roem en de grootheid des vaderlands;: wij hebben allo lasten mede gedragen en zijn geen vreemdelingen op den [Duit- schen [bodem. Toen wij, Westfal'en, Prui sen werden, heeft het koninklijk woord om> onze rechten verzekerd. Ik heb het voor een eer gehouden 's konings rok te dragen en ik zal' den koning verdedi gen met mijn leven, maar ik zal het mij ook steeds tot plicht en eere rekenen voor mijne Kerk te strijden en met alle geoorloofde middelen voor haar in het krijt te treden. mijnwerkers te waarschuwen. Terwijl het water met donderend ge weid door de galerijen neerstortte, wachtten de moedige werklieden hunne beurt af -om opgehaald te worden. De laatsten, die werden opgehaald, stonden reeds tot aan de borst in 't water. Ingenieur Manche, die de laatste van allen de mijn verliet, had bij het in stappen in den ophaalbak water tot aan de kin. Onder de dooden bevindt zich de ploegbaas Hordet, die gestorven is als een held. De man had zich oen der eerster k muen redden, doch, gehoor zamend aan hei bevel yan den ingenieur, die hem oplegde do werklieden in de afgelegen galerijen te gaan waarschuwen, werd hij door het water verrast en verdronk. Een andere ploegbaas, L. Marotte, gaf insgelijks blijk van grooten heldenmoed. Terwijl het water door de galerijen bruiste, hoorde men een akelig gerucht in de verte. Het was bet wanhopig ge hinnik der 25 paarden in de omderaard- sche stallingen. Deze dieren, bet water voelend klimmen rond zich en het gevaar vermoedend, riepen op hunne manier om hulp. Denkelijk zal de ramp voor de maat schappij van Bracquegnies zware gevol gen hebben. Het is niet onmogelijk, dat de uitbating van den put moet opgegeven worden, wat een aanzienlijk kapitaal zou doen te loor gaan. Bestaat er kans, de galerijen in goeden staat terug te brengen, dan zal dit overgroote kosten vergen en de werken zullen minstens zes weken tot twee maanden duren. Woensdag was - het grootste gedeelte van het water uit den put gepompt Men bereikte den grond tot op een afstand van 13 meter. In den put no. 2 staan nog 50 meter water uit te pompen. Er blijft echter veel drijfzand te verwijderen, door het water meegevoerd. Zoodra het water verwijderd is, zal men op zoek gaan naar de lijken der slachtoffers, doch men vreest voor instortingen. De grond is op vele plaatsen rond de kolenmijn ingezakt en de huizen dreigen in te storten. Het is een ware ramp voor het dorp. Tot slot willen wij hier nog gaarne even vermelden op welke wijze de groote kardinaal-aartsbisschop van Boston, O' Connell zich dezer dagen op den kansel uitgelaten heeft over de moderne stroo mingen in de vrouwenwereld. In schouwburgen, in winkels en bal zalen, zeide de kardinaal, ontwaart men overal een schrikbarende minachting voor ieder overblijfsel zelfs van fatsoen, in kleeding, optreden en gesprekken. Wij behoeven nóch preutsch, nóch piuri- teinsch te zijn om te kunnen constateeren, dat iets in het hart en de gezindheid van de hedendaagsche vrouw binnenge drongen is, dat haar hard en onvrou welijk maakt. Die betreurenswaardige verandering breidt zich ieder jaar meer en mieer uit en wanneer dit zoo doorgaat, zullen er weldra geen gezinnen, geen tehuis en geen normale vrouwelijke karakters meer bestaan. Goddank, zal echter een vrouw, die haar godsdienst getrouw is, niet licht beïnvloed worden en toegeven aan deze buitensporigheden van het moderne heidendom. LEO. Weekpraatjc. Ik geloof niet, dat ik het mis heb, als ik veronderstel, dat vele lezeressen en lezers leelijk hebben opgekeken, toen zij van de week in de courant de plannen vernamen van dezen minister van finan ciën, den heer Bieriling. Als zij in vredes naam maar niet denken, dat zij nu vam alles op de hoogte zijn, wat van de zijde des ministers hou porlemoiinaie oo- dreigt, want dat zou hun nog wel eens leelijk kunnen tegenvallen'. Het nieuws van deze week is, dat ontwerpen zijn ingekomen tot heffing van 20 opcenten op de vermogens- en op de bedrijfsbe lasting. Wanneer gij uw belastingbiljet thuis krijgt voor vermogen of voor be drijf, dan moogt gij er op rekenen, dat De staat heeft echter veile middelen om zijn wil door te drijlven, vriendje. De overste blleef vlak voor den jongen man staan en keek hem scherp aan, Frans sloeg echter de oogeni niet ne der; zijn gelaat gloeide van opgewon denheid. Wij zullen nog meer volhoudings- vermogen hebben, antwoordde hij on vervaard. En dan, overste, u hebt toch ook vóór den slag niet gevraagd, wan neer en door wie de victorie zou wor-» den behaald. De overste lachte bij deze laatste woorden hartelijk. Flink gesproken 1 Er steekt toch wel' iets van een soldaat in je, sprak hij op gansch anderen toon, den jongen man de hand op den schouder leggend} Ik weet, dat gij van eerl'ijike overtuiging zijt en God beware mij, daaraan te kort te doen. Wiat gij echter ook verrichteii moogt, houd je vaderland in eere en waar gij tot vrede kunt aansporen, doe het dan. De strijd der meeningen is on vermijdelijk, is gezond, maar als de goh ven te hoog gaan, is het wel goed dat men igr olie op giet Houd dat in gedach ten, heer journalist Ga met God. Mijn deur zal altijd voor je openstaan en ik hoop, dat gij den weg hierheen zult weten te vinden, voegde hij met groote hartelijkheid eraan toe. Dan breken we uw aanslag niet alleen met één dubbeltje per gulden wordt verhoogd, zooals tot op heden, doch dat dit eerste dubbeltje het gezelschap krijgt van een tweede. Maar hiermede zijn de verrassingen van den goeden Sint, in dit geval Zijne Excel lentie den minister van binancizn, nog op lange na niet uitgeput. Straks begint de Kamer aan de algemeene inkomstenbe lasting. Toegezegd is een belasting op tabak, een verhooging van de zegelbe lasting, een verhooging van de successie- belasting, een verhooging van den bier accijns. Een indrukwekkende lijst! Diat ook het bier zal worden aangesproken om er twaalf ton gouds meer int te halen het zal ongeveer dubbel zoo duur worden is door den minister ook eerst deze week medegedeeld, tegelijk met zijn opcenten-voorstel. Nu moge men in prijzenswaardige toewijding zijn hart heb ben verpand aan de geheel-onthouding of men moge dat niet, in beide gevallen zal men het verwonderlijk vinden, dat, nadat de tariefwet is bestreden o.a. op grond, dat de „kleine man" er voorname lijk de dupe van werd, nu een belasting zal worden ingevoerd niet alleen op de pruimtabak, maar ook op het glas bier. En dat slikken de kiezers ik bedoel die belasting. Dat alles weegt immers niet op tegen het groote goed, dat de tariefwet van de baan is en het rechtsche Kabinet er bij. Minister Bertling zal er echter zijn plannen niet zoo heel gemakkelijk door krijgen, denken we, evenmin als minister Treub, de minister van landbouw, handel en nijverheid, zijn z.g. staatspensioen. Met spannende nieuwsgierigheid wachten we af, wat er in de Tweede Kamer over deze mislukte proeve van staat&pension- neering zal worden gezegd. En minister Pleyte, die de koloniën onder zijn beheer heeft, is ook al onder geen gelukkig gesternte geboren. Luister 'ns, hoe de Delftsche hoogleeraar prof. J. G. Slees- wijk in het „Tijdschrift voor sociale hy giëne" een artikel schrijft over de pest op Java, met het volgende slot: „Over 'n jaar of wat zullen wij dank zij veel praten en weinig doen onze koloniën wel hebben verspeeld. Laten we nu toch zóóveel eergevoel er op na houden, dat wij pogen de eilanden dan niet „verpest" achter te laten." Met die vlijmende bemerking kan zoo wel de concentratie als de huidige regee ring het doen! Nu is 'twel waar, dat de critiek gemakkelijk is adres speciaal aan de sociaal-democratie,' die dezer dagen heeft gepubliceerd de agenda voor het a.s. Paaschcongres, waarin o.a. staat een voorstel van de afd. Biussum, scherp af keurende de ouderdomsrente van minis ter Treub. Hadden ze dan zelf deelge nomen aan de regeering >en de aangebo den minister-portefeuilles aanvaard! Nog maals critiek is gemakkelijk. 't Wordt met den dag duidelijker, d'at de ouders, die hunne kinderen naar de openbare school sturen, groote kans be- loopen ze toe te vertrouwen aan vol bloed bloed sociaal-democraten. Zoo werd dezer dagen op de huishoudelijke ver gadering van de afd. 'sGravenhage van den Bond van Ned. Onderwijzers, met enkele stemmen tegen, besloten twee afgevaardigden te zenden naar de meeting voor algemeen kiesrecht, uitgaande van de S. D. A. P. en het N. V,. V. 't Is maar één voorbeeld uit de zeer vele. Wat lezen we de laatste dagen van arbeidsconflicten, hier staking, daar uit sluiting. Naar aanleiding van dat alles welt mij een wensch naar de keel dichterlijk gezegd! moge Leiden van een arbeidsconflict in het kleermakersbe- drijf gespaard blijven. De wonden, welke een geschil, speciaal een staking of uit- siuiting, tusschen patroons en arbeiders slaat, zijn dikwijls niet zoo gauw geheeld. Moge onderling overleg, gebaseem op goeden wil en vertrouwen in eikaars be doelingen, een conflict in dat bedrijf ver hoeden. Eén der groote middelen is, dat èn patroons èn arbeiders gezamenlijk, liefst georganiseerd, optreden en de be sprekingen voeren. Deze weg worde zoo veel 'mogelijk bewandeld. Dan vreezen wij het ergste niet. JAN. samen tnog eens een l'ans. Hij schudde den jongen man krachtijg de hand en Frans kon nog slechts een hartelijk dankbaren blik werpen op zijn weldoener, van wien te scheiden, hem zwaar viel. Eerst toen hij op straat was, dacht hij er aan, dat zich weder een deel' zijns levens voor hem afgesloten had. Die diensttijd, die hem zoo oneindig l'ang had toegeschenen, behoorde alzoo ook reeds tot het verledene. In den aan vang was hem het kazerneleven een zwa re beproeving geweest, en had zijn onge schiktheid voor den dienst hem menig onaangenaam uur bereid. Door de wel willendheid van zijn beschermer was hij echter zijn geestesarbeid weder nader gekomen. Behalve dat hij de bibliotheek ordenen moest, had de overste hem steeds tot verdere studeeren opgewekt en bij den geringen dienst, dien hij te verrichten had, bleef hem daartoe tijd genoeg. De overste was een ontwikkeld man* die op velerlei gebied artikelen sChreef en de vlugge pen van tHellbrinck gaarne tot overschrijven en uitwerken benutte. Zijn grondige kennis, de zucht om het welzijn van den jongen man, die hem steeds meer beviel', te bevorder ren, $lles had medegewerkt om Frans tot meerdere ontwikkeling te brengen. (\Vordt vervolgd.j FEUILLETON. Onze tijd heeft schrijvers noodig, sprak hij dan. Ik denk mij vooreerst aan de journalistiek te wijden. Courantschrijver! sprak de overste blijkbaar verbaasd. LWjat drommel 1 Voor de studiën aan de universiteit heb ik op 't oogenblik niet genoeg mid delen. Ook verlang'ik er naar, handelend op te treden in den strijd onzer dagen. Reeds als knaap was het mijn ideaal, mede te strijden voor het hoogste goed en |de welvaart des vaderlands. Die pers is de voortzetting van den parlementairen strijd. Nu, de sprekers en de schrijvers hebben de regeeringen en die vólkern al tijd meer schade gedaan dan voordeel gebracht, antwoordde de overste onna: denkend. Een donker rood kleurde het gelaat van den jonkman, maar hij zweeg. Nu, spreek o.p, riep de hoofdman. Ik zie, dat ge 'n antwoord op de tong hebt. Het militair despotisme heeft ook reeds veel ellende gebracht en toch is het ideaal van den militairen stand, de schuts van het vaderland te zijn, nog onaangetast. Overigens hebt gij zelf, overste, mij in dezen tijd vaak op het voordeel van den parlementairen strijd gewezen. 't Is nog zoo'n kwaad artikel niet, sprak de overste goedmoedig. Maar waar denkt ge nu werk te vinden, mijnheer de journalist. Hier in Berlijn, bij de redactie van onze nieuwe Katholieke courant.-. Wat drommel, wilt gij bij dat Hetz- blatt gaan. Het slaat een toon aan.... Die het door de noodzakelijkheid der verdediging opgelegd wordt. Hiet wordt van alle zijden smadelijk aange vallen, reeds bij zijn eerste verschijnen.- Laten we "daar niet over twisten. Gij wilt daar dus uw heil zoeken. Men wil het ten minste met mij proeven. Als het mij gelukt, zal ik een beroep gevonden hebben, die mij zeer bevredigen zal!. Veel1 lauweren zullen je daar niet wachten, meende de overste, maar ik weet, dat ge daar niet om geeft en ik benijd u en je geloofsgenooten om je Overtuigingskracht Ik deel' de tegen woordige zienswijze der Regeering niet ik sta aan de zijde van Klëist, Retzow, en andere conservatieve protestanten en wilde dat die .wetten niet gemaakt wa- ren. Al's ze echter eenmaal aangenomen zijn, dan moet er geho.orzaamd worden. Gehoorzaamheid is christenplicht en de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3