Uit de Pers. wachten oogsten worden, volgens nu, 's Jacob, president van ae Kamer van Koophandel te Batavia, wanneer de plan tingen lot Yolie ontwikkeling zullen zijn gekomen, berekend :v-suiker i - 0, tabak 168, thee 25.5, 1 ,>ffie 2QL8, kinarast 4.3, cacao 1.6, djatihout 'i./j tapioo 4, diver sen 2.5, te zamen 380 rruliioen, waarin niet is begrepen de snel stijgende .op brengst van 3e rubber, welke nog niet is te begrooten. Daarbuiten vallen de eveneens voor rui mer debiet vatbaar geachte minerale voortbrengselen en bosch- en zeeproduc- ten. waarvan de uitvoer in 1910 ruim 120 niillioen bedroeg. Ais de takken var. de Nederlandsche nijverheid, die bij] den export naar Indië voornamelijk belang hebben, noemen wij de textiel-industrie (het totaal van dep invoer van manufacturen uit Nederland in Indië bedroeg in 1911' 34 millioen), de machine-industrie (met 10 millioen), en verder de fabricage van spoorwegma teriaal, gedistilleerd, papier, glaswerk, kleederen, boter, olie, veekoeken, biscuit, aardewerk, chemicaliën, .zeep, verfwaren, tabak, sigaren en sigaretten, boeken, blik- werk, amoniak, automobiel en, rijwielen enz. Ook hier Zijn alle belangen niet precies onder cijfers te brengen. Van het indirecte voordeel» dat de In dische scheepvaart aanbrengt dat is dus afgezien van de winsten, door de maatschappijen uitgekeerd {rijn 'wij ech- terdoor calculatie kunnea komen tot een meer nauwkeurig beeld. De bouwkosten van nieuwe schepen voor de Indische stoomvaartlijnen» ge durende de beide vorige jaren op Neder- landsche werven voltooid of op stapel gezet, bedragen omstreeks 35 millioen. Van de 97 stoomschepen, die de Kon. Paketvaart Mij. in de vaart heeft, is voor meer dan 90 pCt der waarde in Ne derland gebouwd. De leverantiën voor uitrusting der sche pen in Nederland beloopt thans ongeveer 6 millioen per jaar. Door de vier maat schappijen wordt jaarlijks uitbetaald aan gages aan de Nederlandsche bemanning der 6chepen, salarissen Yan ambtenaren en loonen van werklieden in Nederland (met inbegrip van pensioenen) omstreeks 9 millioen. ,Hier buiten valt de commissie, uitbe taald aan de agenten, waarvan het ge zamenlijk bedrag eveneens in de milli oen en loopt Eindelijk wordt in Nederland voor de stoomschepen aan haven- en loodsgelden een paar ion per jaar be taald. Van wat de Indische scheepvaart voor ons land beteekent (wij bepaalden ons tot de geregelde lijnen) geven deze of fers eenig denkbeeld. Men houde in het oog, dat door de snelle uitbreiding der thans 185 schepen tellende vloot, welke verbindingen in den Archipel en met Ne derland, Engelsch-lndië, Australië, China en Japan onderhoudt, de uitgaven van jaar tot jaar beduidend stijgen. Het moeilijkst in cijfers uit te drukken is het belang, dat de kleinhandel, de le veranciers van allerlei levensbenoodigd- heden, met inbegrip van de beoefenaars der bouwvakhen, hebben bij dat gedeelte der bevolking zeker niet het minst koopkrachtige dat. ns terugkeer uit Ch-lndië., in het yaderland rijn rente of pensioen verteert. En evenmin Is het na te gaan, v/ëlk bedrag de fh.ais aan rijks- en gemeentebelastingen, als aandeel in de directe en indirecte baten uit Indië ontvangt. Een feit is hep dai tie A;, at meedeelt in de algemeene velwr -n z*fn bur gers. En het koloniaal b,-:?ng is voor Ne derland zeker een zeer voorname,, zoo niet de voornaamste factor voor de alge- meene welvaart En nu ten slotte. Wjj schreven hier boven: „Ons belang bij] het behoud van Indië." Dit beteekent niet,, dat voor het geval Nederland dén Oost verloor, alle bezittingen van Nederlanders in Indië met één slag zouden verloren zijn. iH,et gezag, dat het Nederlandsche aldaar zou op volgen, zou den eigendom van particu lieren hebben te 'eerbiedigen. Maar het beteekent wel,- dat de Neder- landers gaandeweg uit Indië zouden wor- j den verdrongen- Een vreemde overweldi- ger zou zich zeker niet meester maken van den Archipel om den tegenwoordigen gang van zaken te bestendigen en den Mjollanders het leeuwendeel der economi sche voordeelen te laten. Dat spreekt van zelf. Eerst zou hij natuurlijk alle Neder landers, die openbare betrekkingen be- kleeden, naar huis zenden. En als het ons dan mocht gelukken ons op den duur in onze handelsrelatiën met onze voormalige kolonie te handhaven, dan zou dit zijn in evenredigheid tot de an dere vreemde naties, hetgeen als het naar de getalsterkte gaat, hierop zou neerko men, dat Nederland in Indië niet meer zou innemen de eerste plaats, doch de.... vijf-en-twintigste I KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMEk. Op reces. Na twee weken is de Tweede Kamer met de Begrooting van Binnenlandsche Zaken klaar gekomen. De redevoeringen van den minister en de replieken buiten rekening gelaten zijn er niet minder dan 149 speechen gehouden. Ten slotte is de begrooting zonder stemming aangenon men. De Kamer gaat nu op reces, waar schijnlijk tot niet langer dan 10 Maart. Na de terugkomst zullen, naaf verwacht wordt, in de afdeelingen worden onder- kocht de wetsontwerpen tot heffing van opcenten en instellen van ouderdoms rente. De minister hoopt dat daarna het ontwerp-inkomstenbelast ing nog vóór Jiet Paaschreces zal kunnen worden be handeld. Als de heeren Van der Voort van Zijp en Van Nispen (Nijmegen) hun zin krij gen, zal ook de Stuwadoorswet (waarin intusschen door minister Treub belang rijke wijzigingen zijn aangebracht) nog Vóór het Paaschreces behandeld worden. En de heer Limburg deed een goed woordje voor het wetsontwerp betref fende de onrechtmatige daad. Het onderwijsdebat in de Kamer. Men weet het nog wel, de salarisver-1 hooging van de onderwijzers was, dus heette het in en kort na de verkiezings dagen het „eene noodige". Niet minder dan 7000 man van den B;ond trokken uit als verkiezingsagenten om die salaris- verhooging binnen te halenmaar de vrienden kwamen van een koude kermis tehuiser kwam geen liberaal-socialis tisch ministerieer kwam geen concen- .tratiekabineter kwam geen extra-par lementair ministerie, dat bij tijden en oogenblikken verzekert heel weinig met de verkiezingsbeloften der linksche heeren te maken te hebben, en op 't oogenblik niet te beschikken over den tijd ,en Jt geld, die door de linksche maat regelen betreffende het onderwijs zou den gevorderd hebben. Dit laatste is in de Kamer deze week vnogal duidelijk door minister Cort van der Linden meegedeeld, en ;t heeft na tuurlijk eenig belang te zien hoe de linksche pers zich bij deze gelegenheid houdt. Het Vaderland vindt de uitkomst van de Kamerdiscussie „eenigszins troos teloos". Het blad schrijft: „Er is voorloopig niets bereikt. "Er is geen geld en het hooge belang, aan verbooging der onderwijzerswedden ver bonden, kan voorhands niet bevredigd worden"* De man van het H a n d e 1 s bi a d schrijft onder meer: „Verder dan de Minister gedoogde, is de linkerzijde dus niet gegaan. Ook het socialistische gedeelte nietl Zoodra de Minister maar even met den vinger dreigde, schoot men schichtig in "t hok terug". Aan het slot van haar Kameroverzicht schrijft de Nieuwe C r t. Tweede Blad, behoorende bij De Leldsche Courant van Zaterdag 7 Febr. no. 1314. Ons belang bij het behoud van indie. Vele menschen zien piet in^wtlk belang wij hebben bij het bezit onzer Koloniën. Langs verschillende wegen is dal be lang aan te toonen». Beschouwen we nu eens de Indische ondernemingen, ,W|anneer wij spreken van de 2000 mil lioen, waarop het kapitaal, bij de Indi sche ondernemingen betrokken, wordt ge schat, en van de 300 millioen grilden, welke volgens raming aan jaarlijksche revenuen uit Indië worden genoten, dan dient hierbij te worden opgemerkt, dat hiermede niet uitsluitend Nederlandsche belangen zijn gemoeid. Immers van som mige in Nederland of Indië gevestigde maatschappijen (die, welke in het bui tenland haar zetel hebben, zjijo buiten rekening gelaten)* zijtn de aandeeilen voor een grooter of kleiner deel in handfcn van buitenlanders en onder de particuliere ondernemers en de geëmployeerden der in Indië gevestigde bedrijven komen; hier meer, daar minder, vreemdelingen voor. En zelfs onder de Europeanen, die Staats betrekkingen bekleeden, zijn jer van vreemde nationaliteit, zoo bijv. ingenieurs en officieren van gezondheid'. En einde lijk dienen er bij het O.-I, leger, zooals van algemeene bekendheid is* in de min dere rangen steeds Belgen, Duitschers, Oostenrijkers, Zwitsers enz. iHoe nu in al deze verschillende opzich ten precies de verhouding is tusschen het belang van 'Nederlanders en van perso nen van andere nationaliteit, is onmoge lijk aan te geven. Maar wat inmiddels vaststaat is, dat op ieder gebied het Ne derlandsche belang verreweg overwe- gend is. Natuurlijk komen ook de indirecte voordeelen niet alleen aan Nederlanders ten goede. H.et zou niet mogelijk zijln, den vreemden ondernemingsgeest op han delsgebied buiten te sluiten, en het zou zeker evenmin verstandig zijn, daarnaar te streven. Doch dit neemt niet weg, dat ten aanzien van den handelsomzot van Indië, Nederland de allereerste plaats in neemt, zoowel in den invoer air in den uitvoer. ]Het bepalen van de juiste verhouding is ook hier alweer niet wel mogelijk. De bestaande statistische gegevens zijn daar voor niet voldoende^ De waardebereke- ning» bij het samenstellen der Nederland sche in- en uitvoer-statistiek gebezigd; is vooral hoogst gebrekkig, omdat daarbij als maatstaf geldt een tarief» dat in 1846 is vastgesteld iDe Indische statistiek is in dit opzicht zeker veel beter, omdat de prijzen voor de verschillende artikelen jaarlijks opnieuw worden bepaald. Hier stuiten wij echter op een andere moei lijkheid, welke verband houdt met het nagaan van het land van herkomst of bestemming, voor het geval in een tus- schenhaven - hetzij in Europa, hetziji in Azië, voornamelijk te Singapore of Pe- nang overlading heeft plaats gehad. iWij geven daarom hier de opbrengst van eenige der voornaamste producten, gedurende 1912 in Nederland in veihng verkocht, als: tabak 84 millioen, thee 7 millioen, tin 40 millioen. De bruto- opbrengst der verkochte producten, hier te lande aangevoerd ?ioorde JWederU !H;an- delmaaschappij (koffie, kina, tin, tabak, thee, copra, rubber enz.), beliep in dit jaar 71 millioen, terwijl aan "den Staat werd verantwoord als opbrengst in Ne derland van de Gouvernementsproduc ten, met inbegrip der door de Billiton- maatschappij betaalde pachtschat, ruim 42 millioen gulden. Tot dusver is nog slechts een betrekke lijk klein gedeelte Jyan^ide vruchtbare (eilan den in cultuur gebracht. De van 'de tot nu toe bebouwde uitgestrektheid to ver- FEUILLETON. 79) MAGNA. Dornick liet zich de zieken toonen. Op den hotsenden wagen, niet ai te zacht bekleed, lag tusschen de andere kranken een jongeman in Beiersche uniform wiens smartelijke trekken en aanhoudend steunen op groote smart wezen. De graaf richtte eenige deelnemende woorden tot hemde van koorts gloeiende oogen van den kranke zagen dankbaar tot hem op, terwijl zijn gezwollen handen vruchteloos een poging maakten om zich te verheffen. iWaar had Dornick toch die trekken meer gezien? De blik dezer oogen kwam hem zoo bekend voor. Ook over 't gelaat van den zieke scheen plotseling een blijde trek van herkenning te glijden. Graaf*. graaf Dornick, stamelde hij nauwelijks hoorbaar, en een traan rolde daarbij over zijn wangen. Korporaal August Hellbrinck van het Beiersche infanterie-regiment nominer berichtte in stramme houding de onderofficier op den vragenden blik van den officier. Ik kan het niet uithouden.-. Ik zal sterven, klaagde de zieke. O, help mij; help mij. Mijn trmt moeder, ik zal haar niet meer terugzien. r— Drommels, arme kunstleerling, ik had niet gedacht, je zoo terug te zien, sprak de graaf met een poging tot hu mor, doch deelnemend* intusschen k la guerre comiae a la guerre. Het doet mij echter genoegen te zien» dat je ledematen nog heel zijn. ]Wjij( moeten den moed niet verliezen. ,W)at scheelt je eigen lijk. Zes weken met de typhus in 't la zaret gelegen*.]., nu al weken lijdend aan gev/richts-rheumatisme~. O,,* waanzin nige pijn-*, stamelde de zieke. Ik kan dat rijden niet uithouden. Ik wou maar liever sterven- Zoo erg zal het, hopen wij, niet worden. Ik ken de geschiedenis; heb er eenige weken zelf aan geleden. Ik denk, dat ik je verder vervoer wel 'kan bespa ren. Ik ken de bestuurster van een la zaret tot vrijwillige ziekenverpleging hier; ik hoop je opname te kunnen bewerken. Ik zal vooruit rijden en zien,, dat er een plaatsje voor je gemaakt werdt. ,Over een uurtje ben je dan, hoop 'ik, daar opgenomen. Dornick bracht den onderofficier op de hoogte en reed daarna vooruit, om den jongeman de zoo gewenschte op name te verschaffen. Het lazaret lag voor de stad; 't was een best ingerichte verzameling barak ken, zooals er nog eenige op 't slagveld opgericht warenze getuigden van Ame- rikaansche wilskracht, Amerikaansche zienswijze en Amerikaansche middelen. Dornick had er zelf een onderkomen ge vonden en genoot sinds bij de dame, die aan 't hoofd stond, bijzonderen aan zien. Zoodra hij voorreed kwam zij hem zelf met de grootste voorkomendheid te gemoet. 1 Zoo aangenaam mij uw bezoek is, heer graaf, zoo weinig hoop ik, dat gij bij ons terug moet keeren, sprak Mrs. Ahrens, met een krachtige handdruk hem verwelkomend. Dat zeg ik alleen met het oog op uw gezondheid, want, inder daad, onze gesprekken gedurende uw be terschap ware lichtpunten voor mij. He den echter kan ik u slechts kortte woord staan, daar onze tijd zeer in beslag is genomen. Dornick droeg dan ook met militaire kortheid zijn verzoek voor, waarbij hij den jongen man als zijn bijzonderen be schermeling en als een veelbelovend kun stenaar voorstelde. Gij zult mij een bijzonderen dienst bewijzen. Waarschijnlijk zal mijn opont houd hier nog maanden duren en er is mij veel han gelegen, hem in mijn nabij heid te houden; ik kan hem dan dikwijls bezoeken en ook zijn ouders tijding doen geworden. „Wij weten niet of het ons gelukt is voor den lezer in de verwarde vertoo-1 ning van 'dezen dag eenige klaarheid te brengen. Zoo neen, dan zal hij toch wel "dit oegrijpen, dat de met 40 tegen 31 stemmen aangenomen motie een ding is zonder eenige waarde en zelfs nauwe lijks van eenige demonstratieve betee- kenis. Zal deze overweging sommige le den b wogen hebben er hun stem dan maar te geven, anderen zijn erdoor "gedreven naar den tegenovergestelden! 'kant. Wij houden het met de laatsten/7 Vernietigend vonnis. Misschien is Zegt het Huisgezin nog niet zoo scherp als gisteren, nog wel door minister Cort van der Linden, vonnis gestreken over het optreden der linkerzijde bij de verkiezingen. ,Waj spreken nu niet over verkiezings- manieren, over het uitbuiten van 't anti papisme, het misbruiken van het tarief, het vermoffelen der landsverdediging. W!ij bedoelen heel den opzet bij de verkiezingen. Staatspensionneering zou men geven •en een ingrijpende verbetering van het 'onderwijs, waarvan een herziening der onderwijssalarssen een onderdeel was. De rechterzijde had "beide zaken ver waarloosd de invaliditeitswet was een caricatuur en het toeslagwetje was een caricatuur; de linkerzijde zou ander Sverk leveren. Welnu k Minister Cort van der Linden zei gis- ren„Men had een ruime regeling van het onderwijs aan de orde kunnen stel len, maar dan had men de behandeling van invaliditeits- en ouderdomszorg tot later moeten verschuiven". Eén van tweeën dus was mogelijk, niet beide tegelijk. De linkerzijde heeft beide beloofd en daarmee de kiezers en de betrokkenen bedot. Onbewust? Maar dan 6taat zij" schul dig aan kortzichtigheid en gemis van po litiek inzicht. Bewust? Maar dan is zij nog veel 'schuldiger en verdient zij het schroeiend- ste brandmerk. De „goedgezlnden". Het Friesch Dagblad schrijft: Dat is 't oude deuntje. Mr. Marchant, deze week een'politieke rede houdende, zeide daarin o.m., spre kende over Staatscommissie inzake het Onderwijs „De goedgezinden van de Rechter zijde zijn den schoolstrijd moede, en geneigd iets toe te geven, om tot een oplossing te geraken". Dat is 't oude kunstje, om zijn tegen standers onderling aan het twisten te brengen, door hen te verdeelen in „goed"- en „kwaad"-gezinden. De eersten willen vrede. Willen ook wat toegeven. De laatsten zijn de kwade rakkers, die niet leven kunnen zonder ruzie en en twist Nu eenmaal met de Staatscommissie begonnen is, hopen we van ganscher harte dat ze ook tot een eenparig resul taat kome. Mislukking we wezen er reeds vroeger op zou den strijd fel ler dan ooit te voren doen uitbarsten. Doch voorzichtigheid is en blijft raad» zaam.. Reeds is in allen ernst het voorstel in de Pers gedaan, om van Overheidswege drie soorten van scholen te betalen: neu trale, roomsche en protestantsche en dus de wijzers van den tijd meer dan een halve eeuw terug te zetten. Niet genoeg kan er voorts op gewezen dat wij met genoegen zouden blijven voortgaan, geld voor onze scholen op te brengen, 't Was ons niet te doen, om „er af" te komen. Mits dan ook maar, precies op dezelfde wijze, iedei voor zijn school juist dezelfde offers brenge. „Gelijk recht voor allen". Als onze mannen op düt punt aan M toegeven gaan, dan wordt het tóch weei onrecht. On9 huis is zeer bezet; doch 't ware onbillijk uw verzoek af te slaan. Zie maar dat gij 't met onzen eigen- zinnigen dokter klaar speelt; ik zal geen hindernis in den weg leggen. Voor één moet hij maar plaat9 maken. Ik had be vel gegeven, allen af te wijzen, maar voor de weldoeners van ons huis moe ten wij wat inschikkelijk zijn. De donkere, glanzende oogen zonden daarbij den graaf een bijzonder vrien delijke blik toe en ondanks de eenvou dige verpleegsters-kleedij zag de dame er net uit, als had zij alle ijdelheid der wereld afgelegd. Met. den arts had Dornick de aangele- geheid spoedig in orde en spoedig kon hij zijn beschermeling het troostvolle be richt van zijn opneming brengen. Een ware Adones is uw bescherme ling, zeide mrs. Ahrens, toen Dornick eenige dagen na de opname van August Hellburch naar diens welstand kwam vernemen. Hebt gij den tijd om een uur tje met mij te praten, voegde zij er aan toe, hein in de spreekkamer een stoel wijzend en zelf ook plaats nemend. Slechts wat vrouwelijk, wat senti menteel schijnt hij te zijn, ging zij in haar gedachtengang voort; maar dat is Duitsche mode. Gij zijt eigenlijk de eer ste Druitscher bij wien ik niets daarvan En als men ons op dat punt maar niet beknibbelt, dan zijn we zoo „toe gefelijk" als 't maar kan. De Week In] Het Buitenland. Deze week hebben we in het buiten land een bij uitstek woelige week mede gemaakt Opstanden en omwentelingen zijn aan de orde van dag geweest Daar heb je bijv., om maar eens iets te noo- men, de kabinetscrisis in Portugal, waar bij, ouder gewoonte, met bommen ge werkt is, alsof het zoo niets is. Verder hebben we opstanden op Haïti beleefd Ook Peru heeft zich niet onbetuigd ge laten. De buitenlandsche bladen spreken van een formeele omwenteling aldaar. De houding van de Vereenigde Staten tegen deze plotselinge ommekeer van za ken zal, volgens mededeelingen, uit Was hington, afhangen van de omstandighe den. Wül de militaire partij; die de om wenteling bewerkte* trachten te regeeren zonder den nationalen wil te erkennen, dan zal men in iWjashington de nieuwe re geering zeker niet erkennen. ,Zal deze daarentegen er toe overgaan om bet Con gres te Lima bijeen te roepen en het een nieuwen president langs wettigen weg doen kiezen, dan zal men hem1 ver- moedelijjk 'erkennen. Deze tweede mogelijkheid schijnt wel kans van slagen te hebben. De Amerikaansche regeering schijnt door het uitbreken van de revolutie in Peru volkomen verrast te zijn geweest In regeerings- en diplomatieke kringen had men er niet de minste notie van, dat er in Peru troebelen in aantocht wa- ren. De revolutie heeft echter gelukkig tot dusver weinig bloed gekost Generaal Va- rela, de minister-president is gedood. De president zal het land worden uitgezet Het schijnt, dat er weinig ruwheden zijn bedreven: bovendien heet het, dat de revolutie een in hoofdzaak militaire beweging populair is bij de bevolking. In de afgeloopen week heeft de onaer- wijzersstaking in het graafschap Here fordshire (Engeland) bijzonder de aan dacht getrokken. Voorloopig schijnt er nog weinig kans te zijn, dat deze spoedig tot het verleden zal behooren. De stakers blijven op hun stuk staan en de onderwijs-raad van het graafschap blijft even beslist weigeren hun eischen in te willigen. Volgens een opgave van stakerszijde zijln er op 't oogenblik zeventig scholen gesloten» ter- Wijl lu i aantal onderkruipers en werk- Dnderwijlzers hoogstens 25 is. De ijzersbond1, waartoe het meeren- der onderwijzers van het graafschap beho heeft bovendien den stakers voor vijf jaa hun volle salaris toegezegd,, voor 't gevai zij door de staking hun betrek king mochten verliezen. Met deze zeker heid achter zich behoeven zij natuurlijk voorloopig niet aan toegeven te denken. Hun eischen komen,, kort samengevat, hierop neer. Voor een hoofdonderwijzer aan scholen met 80 leerlingen of minder 120 tot 160 pist.met 81' tot 120 leer lingen 140 tot 180 p.st.; en boven de 121 leerlingen 160 tot 200 p. sL Boven dien moet in het contract een jaarlijksche yerhooging met 5 jpi st tot het maximum is bereikt, vastgelegd worden. Voor hoofd onderwijzeressen worden, bij een zelfde aantal leerlingen, salarissen gevraagd van resp. 100 tot 140» 120 tot 160 en 140 tot 180 p.st, eveneens met een jaarlijksche verhooging van 5 p.st. Voor den klasse onderwijzer wordt gevraagd 90 tot 150 p.st., voor de klasse-onderwijzeres 80 tot '130 p.st, ook met een jaarlijkschen opslag van 5 p.st Men ziet, deze minimum- en maximum- eischen zijn waarlijk niet te hoog, vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat het leven in Engeland over 't algemeen duurder is dan ten onzent Trouwens het graafschap Herefordshire is jn de Engelsche onderwijzerswereld b.efaamd om ahjn schrielheid ten opzichte van alle schooluitgaven. Deze schrielheid maakte het ook alleen Ipiiogelijk, <dat, terwijjl in alle ontdekt heb. Naar den geest hebt gij een stalen natuur. Ik geloof, dat men u niet licht durft tegenwerken. Goed staal blijft bij verstandige behandeling, en gij weet bovendien niet, hoeveel sentimentaliteit ook in mij ontf- waken kan, antwoordde Dornick, de si gaar aannemend, die zij hem bood. Zij stak er zelf ook een aan, wat ge heel bij haar uiterlijk paste. Die volle lie pen, het kort geknipte haar, de losse bet wegingen gaven haar 'iets mannelijks, wat haar echter niet kwaad stond. Zoo'n beetje sentimentaliteit schijnt werkelijk voor dien kunstenaar bij u door te komen, zoo vatte zij het antwoord wéder op. Men smukt bij u te lande ieder daarmede op. Het fiere zelfbewustzijn gaat u lieden niet goed af, zelfs uw heeren niet. Waarom zou ik u bijvoorbeeld niet zeggen, dat ik zoo deed? vroeg zij, met ronden overmoed het hoofd opheffend. Ik deed het, wijl ik van organiseeren houd, wijl het mij tegen de "borst stuit de lijdenden hulpeloos 'te laten;.. Ik doe 7t om dat 't mij bevalt... niet meer of minder... Moet gij een glaasje cognac? Of moet ik er sentimenteel bijvoegen: Hebt gij versterking noodig? u Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3