Uit de Pers.
wachten oogsten worden, volgens nu,
's Jacob, president van ae Kamer van
Koophandel te Batavia, wanneer de plan
tingen lot Yolie ontwikkeling zullen zijn
gekomen, berekend :v-suiker i - 0, tabak
168, thee 25.5, 1 ,>ffie 2QL8, kinarast 4.3,
cacao 1.6, djatihout 'i./j tapioo 4, diver
sen 2.5, te zamen 380 rruliioen, waarin
niet is begrepen de snel stijgende .op
brengst van 3e rubber, welke nog niet is
te begrooten.
Daarbuiten vallen de eveneens voor rui
mer debiet vatbaar geachte minerale
voortbrengselen en bosch- en zeeproduc-
ten. waarvan de uitvoer in 1910 ruim
120 niillioen bedroeg.
Ais de takken var. de Nederlandsche
nijverheid, die bij] den export naar Indië
voornamelijk belang hebben, noemen wij
de textiel-industrie (het totaal van dep
invoer van manufacturen uit Nederland
in Indië bedroeg in 1911' 34 millioen),
de machine-industrie (met 10 millioen),
en verder de fabricage van spoorwegma
teriaal, gedistilleerd, papier, glaswerk,
kleederen, boter, olie, veekoeken, biscuit,
aardewerk, chemicaliën, .zeep, verfwaren,
tabak, sigaren en sigaretten, boeken, blik-
werk, amoniak, automobiel en, rijwielen
enz. Ook hier Zijn alle belangen niet
precies onder cijfers te brengen.
Van het indirecte voordeel» dat de In
dische scheepvaart aanbrengt dat is
dus afgezien van de winsten, door de
maatschappijen uitgekeerd {rijn 'wij ech-
terdoor calculatie kunnea komen tot een
meer nauwkeurig beeld.
De bouwkosten van nieuwe schepen
voor de Indische stoomvaartlijnen» ge
durende de beide vorige jaren op Neder-
landsche werven voltooid of op stapel
gezet, bedragen omstreeks 35 millioen.
Van de 97 stoomschepen, die de Kon.
Paketvaart Mij. in de vaart heeft, is voor
meer dan 90 pCt der waarde in Ne
derland gebouwd.
De leverantiën voor uitrusting der sche
pen in Nederland beloopt thans ongeveer
6 millioen per jaar. Door de vier maat
schappijen wordt jaarlijks uitbetaald aan
gages aan de Nederlandsche bemanning
der 6chepen, salarissen Yan ambtenaren
en loonen van werklieden in Nederland
(met inbegrip van pensioenen) omstreeks
9 millioen.
,Hier buiten valt de commissie, uitbe
taald aan de agenten, waarvan het ge
zamenlijk bedrag eveneens in de milli
oen en loopt Eindelijk wordt in Nederland
voor de stoomschepen aan haven- en
loodsgelden een paar ion per jaar be
taald.
Van wat de Indische scheepvaart voor
ons land beteekent (wij bepaalden ons
tot de geregelde lijnen) geven deze of
fers eenig denkbeeld. Men houde in het
oog, dat door de snelle uitbreiding der
thans 185 schepen tellende vloot, welke
verbindingen in den Archipel en met Ne
derland, Engelsch-lndië, Australië, China
en Japan onderhoudt, de uitgaven van
jaar tot jaar beduidend stijgen.
Het moeilijkst in cijfers uit te drukken
is het belang, dat de kleinhandel, de le
veranciers van allerlei levensbenoodigd-
heden, met inbegrip van de beoefenaars
der bouwvakhen, hebben bij dat gedeelte
der bevolking zeker niet het minst
koopkrachtige dat. ns terugkeer uit
Ch-lndië., in het yaderland rijn rente of
pensioen verteert. En evenmin Is het na
te gaan, v/ëlk bedrag de fh.ais aan rijks-
en gemeentebelastingen, als aandeel in
de directe en indirecte baten uit Indië
ontvangt.
Een feit is hep dai tie A;, at meedeelt
in de algemeene velwr -n z*fn bur
gers. En het koloniaal b,-:?ng is voor Ne
derland zeker een zeer voorname,, zoo
niet de voornaamste factor voor de alge-
meene welvaart
En nu ten slotte. Wjj schreven hier
boven: „Ons belang bij] het behoud van
Indië." Dit beteekent niet,, dat voor het
geval Nederland dén Oost verloor, alle
bezittingen van Nederlanders in Indië met
één slag zouden verloren zijn. iH,et gezag,
dat het Nederlandsche aldaar zou op
volgen, zou den eigendom van particu
lieren hebben te 'eerbiedigen.
Maar het beteekent wel,- dat de Neder-
landers gaandeweg uit Indië zouden wor- j
den verdrongen- Een vreemde overweldi-
ger zou zich zeker niet meester maken
van den Archipel om den tegenwoordigen
gang van zaken te bestendigen en den
Mjollanders het leeuwendeel der economi
sche voordeelen te laten. Dat spreekt van
zelf.
Eerst zou hij natuurlijk alle Neder
landers, die openbare betrekkingen be-
kleeden, naar huis zenden. En als het
ons dan mocht gelukken ons op den
duur in onze handelsrelatiën met onze
voormalige kolonie te handhaven, dan
zou dit zijn in evenredigheid tot de an
dere vreemde naties, hetgeen als het naar
de getalsterkte gaat, hierop zou neerko
men, dat Nederland in Indië niet meer
zou innemen de eerste plaats, doch de....
vijf-en-twintigste I
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMEk.
Op reces.
Na twee weken is de Tweede Kamer
met de Begrooting van Binnenlandsche
Zaken klaar gekomen. De redevoeringen
van den minister en de replieken buiten
rekening gelaten zijn er niet minder dan
149 speechen gehouden. Ten slotte is de
begrooting zonder stemming aangenon
men.
De Kamer gaat nu op reces, waar
schijnlijk tot niet langer dan 10 Maart.
Na de terugkomst zullen, naaf verwacht
wordt, in de afdeelingen worden onder-
kocht de wetsontwerpen tot heffing van
opcenten en instellen van ouderdoms
rente. De minister hoopt dat daarna het
ontwerp-inkomstenbelast ing nog vóór
Jiet Paaschreces zal kunnen worden be
handeld.
Als de heeren Van der Voort van Zijp
en Van Nispen (Nijmegen) hun zin krij
gen, zal ook de Stuwadoorswet (waarin
intusschen door minister Treub belang
rijke wijzigingen zijn aangebracht) nog
Vóór het Paaschreces behandeld worden.
En de heer Limburg deed een goed
woordje voor het wetsontwerp betref
fende de onrechtmatige daad.
Het onderwijsdebat in de Kamer.
Men weet het nog wel, de salarisver-1
hooging van de onderwijzers was, dus
heette het in en kort na de verkiezings
dagen het „eene noodige". Niet minder
dan 7000 man van den B;ond trokken uit
als verkiezingsagenten om die salaris-
verhooging binnen te halenmaar de
vrienden kwamen van een koude kermis
tehuiser kwam geen liberaal-socialis
tisch ministerieer kwam geen concen-
.tratiekabineter kwam geen extra-par
lementair ministerie, dat bij tijden en
oogenblikken verzekert heel weinig met
de verkiezingsbeloften der linksche
heeren te maken te hebben, en op 't
oogenblik niet te beschikken over den
tijd ,en Jt geld, die door de linksche maat
regelen betreffende het onderwijs zou
den gevorderd hebben.
Dit laatste is in de Kamer deze week
vnogal duidelijk door minister Cort van
der Linden meegedeeld, en ;t heeft na
tuurlijk eenig belang te zien hoe de
linksche pers zich bij deze gelegenheid
houdt.
Het Vaderland vindt de uitkomst
van de Kamerdiscussie „eenigszins troos
teloos". Het blad schrijft:
„Er is voorloopig niets bereikt. "Er
is geen geld en het hooge belang, aan
verbooging der onderwijzerswedden ver
bonden, kan voorhands niet bevredigd
worden"*
De man van het H a n d e 1 s bi a d
schrijft onder meer:
„Verder dan de Minister gedoogde,
is de linkerzijde dus niet gegaan. Ook
het socialistische gedeelte nietl Zoodra
de Minister maar even met den vinger
dreigde, schoot men schichtig in "t hok
terug".
Aan het slot van haar Kameroverzicht
schrijft de Nieuwe C r t.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leldsche Courant van
Zaterdag 7 Febr. no. 1314.
Ons belang bij het
behoud van indie.
Vele menschen zien piet in^wtlk belang
wij hebben bij het bezit onzer Koloniën.
Langs verschillende wegen is dal be
lang aan te toonen».
Beschouwen we nu eens de Indische
ondernemingen,
,W|anneer wij spreken van de 2000 mil
lioen, waarop het kapitaal, bij de Indi
sche ondernemingen betrokken, wordt ge
schat, en van de 300 millioen grilden,
welke volgens raming aan jaarlijksche
revenuen uit Indië worden genoten, dan
dient hierbij te worden opgemerkt, dat
hiermede niet uitsluitend Nederlandsche
belangen zijn gemoeid. Immers van som
mige in Nederland of Indië gevestigde
maatschappijen (die, welke in het bui
tenland haar zetel hebben, zjijo buiten
rekening gelaten)* zijtn de aandeeilen voor
een grooter of kleiner deel in handfcn
van buitenlanders en onder de particuliere
ondernemers en de geëmployeerden der
in Indië gevestigde bedrijven komen; hier
meer, daar minder, vreemdelingen voor.
En zelfs onder de Europeanen, die Staats
betrekkingen bekleeden, zijn jer van
vreemde nationaliteit, zoo bijv. ingenieurs
en officieren van gezondheid'. En einde
lijk dienen er bij het O.-I, leger, zooals
van algemeene bekendheid is* in de min
dere rangen steeds Belgen, Duitschers,
Oostenrijkers, Zwitsers enz.
iHoe nu in al deze verschillende opzich
ten precies de verhouding is tusschen het
belang van 'Nederlanders en van perso
nen van andere nationaliteit, is onmoge
lijk aan te geven. Maar wat inmiddels
vaststaat is, dat op ieder gebied het Ne
derlandsche belang verreweg overwe-
gend is.
Natuurlijk komen ook de indirecte
voordeelen niet alleen aan Nederlanders
ten goede. H.et zou niet mogelijk zijln,
den vreemden ondernemingsgeest op han
delsgebied buiten te sluiten, en het zou
zeker evenmin verstandig zijn, daarnaar
te streven. Doch dit neemt niet weg, dat
ten aanzien van den handelsomzot van
Indië, Nederland de allereerste plaats in
neemt, zoowel in den invoer air in den
uitvoer.
]Het bepalen van de juiste verhouding
is ook hier alweer niet wel mogelijk. De
bestaande statistische gegevens zijn daar
voor niet voldoende^ De waardebereke-
ning» bij het samenstellen der Nederland
sche in- en uitvoer-statistiek gebezigd; is
vooral hoogst gebrekkig, omdat daarbij
als maatstaf geldt een tarief» dat in 1846
is vastgesteld iDe Indische statistiek is
in dit opzicht zeker veel beter, omdat
de prijzen voor de verschillende artikelen
jaarlijks opnieuw worden bepaald. Hier
stuiten wij echter op een andere moei
lijkheid, welke verband houdt met het
nagaan van het land van herkomst of
bestemming, voor het geval in een tus-
schenhaven - hetzij in Europa, hetziji in
Azië, voornamelijk te Singapore of Pe-
nang overlading heeft plaats gehad.
iWij geven daarom hier de opbrengst
van eenige der voornaamste producten,
gedurende 1912 in Nederland in veihng
verkocht, als: tabak 84 millioen, thee
7 millioen, tin 40 millioen. De bruto-
opbrengst der verkochte producten, hier
te lande aangevoerd ?ioorde JWederU !H;an-
delmaaschappij (koffie, kina, tin, tabak,
thee, copra, rubber enz.), beliep in dit
jaar 71 millioen, terwijl aan "den Staat
werd verantwoord als opbrengst in Ne
derland van de Gouvernementsproduc
ten, met inbegrip der door de Billiton-
maatschappij betaalde pachtschat, ruim
42 millioen gulden.
Tot dusver is nog slechts een betrekke
lijk klein gedeelte Jyan^ide vruchtbare (eilan
den in cultuur gebracht. De van 'de tot
nu toe bebouwde uitgestrektheid to ver-
FEUILLETON.
79) MAGNA.
Dornick liet zich de zieken toonen. Op
den hotsenden wagen, niet ai te zacht
bekleed, lag tusschen de andere kranken
een jongeman in Beiersche uniform
wiens smartelijke trekken en aanhoudend
steunen op groote smart wezen. De graaf
richtte eenige deelnemende woorden tot
hemde van koorts gloeiende oogen van
den kranke zagen dankbaar tot hem op,
terwijl zijn gezwollen handen vruchteloos
een poging maakten om zich te verheffen.
iWaar had Dornick toch die trekken
meer gezien? De blik dezer oogen kwam
hem zoo bekend voor.
Ook over 't gelaat van den zieke scheen
plotseling een blijde trek van herkenning
te glijden.
Graaf*. graaf Dornick, stamelde
hij nauwelijks hoorbaar, en een traan
rolde daarbij over zijn wangen.
Korporaal August Hellbrinck van
het Beiersche infanterie-regiment nominer
berichtte in stramme houding de
onderofficier op den vragenden blik van
den officier.
Ik kan het niet uithouden.-. Ik zal
sterven, klaagde de zieke. O, help mij;
help mij. Mijn trmt moeder, ik zal
haar niet meer terugzien.
r— Drommels, arme kunstleerling, ik
had niet gedacht, je zoo terug te zien,
sprak de graaf met een poging tot hu
mor, doch deelnemend* intusschen k la
guerre comiae a la guerre. Het doet
mij echter genoegen te zien» dat je
ledematen nog heel zijn. ]Wjij( moeten den
moed niet verliezen. ,W)at scheelt je eigen
lijk.
Zes weken met de typhus in 't la
zaret gelegen*.]., nu al weken lijdend aan
gev/richts-rheumatisme~. O,,* waanzin
nige pijn-*, stamelde de zieke. Ik kan
dat rijden niet uithouden. Ik wou maar
liever sterven-
Zoo erg zal het, hopen wij, niet
worden. Ik ken de geschiedenis; heb er
eenige weken zelf aan geleden. Ik denk,
dat ik je verder vervoer wel 'kan bespa
ren. Ik ken de bestuurster van een la
zaret tot vrijwillige ziekenverpleging hier;
ik hoop je opname te kunnen bewerken.
Ik zal vooruit rijden en zien,, dat er een
plaatsje voor je gemaakt werdt. ,Over
een uurtje ben je dan, hoop 'ik, daar
opgenomen.
Dornick bracht den onderofficier op
de hoogte en reed daarna vooruit, om
den jongeman de zoo gewenschte op
name te verschaffen.
Het lazaret lag voor de stad; 't was
een best ingerichte verzameling barak
ken, zooals er nog eenige op 't slagveld
opgericht warenze getuigden van Ame-
rikaansche wilskracht, Amerikaansche
zienswijze en Amerikaansche middelen.
Dornick had er zelf een onderkomen ge
vonden en genoot sinds bij de dame,
die aan 't hoofd stond, bijzonderen aan
zien. Zoodra hij voorreed kwam zij hem
zelf met de grootste voorkomendheid te
gemoet. 1
Zoo aangenaam mij uw bezoek is,
heer graaf, zoo weinig hoop ik, dat gij
bij ons terug moet keeren, sprak Mrs.
Ahrens, met een krachtige handdruk hem
verwelkomend. Dat zeg ik alleen met
het oog op uw gezondheid, want, inder
daad, onze gesprekken gedurende uw be
terschap ware lichtpunten voor mij. He
den echter kan ik u slechts kortte woord
staan, daar onze tijd zeer in beslag is
genomen.
Dornick droeg dan ook met militaire
kortheid zijn verzoek voor, waarbij hij
den jongen man als zijn bijzonderen be
schermeling en als een veelbelovend kun
stenaar voorstelde.
Gij zult mij een bijzonderen dienst
bewijzen. Waarschijnlijk zal mijn opont
houd hier nog maanden duren en er is
mij veel han gelegen, hem in mijn nabij
heid te houden; ik kan hem dan dikwijls
bezoeken en ook zijn ouders tijding doen
geworden.
„Wij weten niet of het ons gelukt is
voor den lezer in de verwarde vertoo-1
ning van 'dezen dag eenige klaarheid
te brengen. Zoo neen, dan zal hij toch
wel "dit oegrijpen, dat de met 40 tegen
31 stemmen aangenomen motie een ding
is zonder eenige waarde en zelfs nauwe
lijks van eenige demonstratieve betee-
kenis. Zal deze overweging sommige le
den b wogen hebben er hun stem dan
maar te geven, anderen zijn erdoor
"gedreven naar den tegenovergestelden!
'kant.
Wij houden het met de laatsten/7
Vernietigend vonnis.
Misschien is Zegt het Huisgezin
nog niet zoo scherp als gisteren, nog
wel door minister Cort van der Linden,
vonnis gestreken over het optreden der
linkerzijde bij de verkiezingen.
,Waj spreken nu niet over verkiezings-
manieren, over het uitbuiten van 't anti
papisme, het misbruiken van het tarief,
het vermoffelen der landsverdediging.
W!ij bedoelen heel den opzet bij de
verkiezingen.
Staatspensionneering zou men geven
•en een ingrijpende verbetering van het
'onderwijs, waarvan een herziening der
onderwijssalarssen een onderdeel was.
De rechterzijde had "beide zaken ver
waarloosd de invaliditeitswet was een
caricatuur en het toeslagwetje was een
caricatuur; de linkerzijde zou ander
Sverk leveren.
Welnu k
Minister Cort van der Linden zei gis-
ren„Men had een ruime regeling van
het onderwijs aan de orde kunnen stel
len, maar dan had men de behandeling
van invaliditeits- en ouderdomszorg tot
later moeten verschuiven".
Eén van tweeën dus was mogelijk, niet
beide tegelijk.
De linkerzijde heeft beide beloofd en
daarmee de kiezers en de betrokkenen
bedot.
Onbewust? Maar dan 6taat zij" schul
dig aan kortzichtigheid en gemis van po
litiek inzicht.
Bewust? Maar dan is zij nog veel
'schuldiger en verdient zij het schroeiend-
ste brandmerk.
De „goedgezlnden".
Het Friesch Dagblad schrijft:
Dat is 't oude deuntje.
Mr. Marchant, deze week een'politieke
rede houdende, zeide daarin o.m., spre
kende over Staatscommissie inzake het
Onderwijs
„De goedgezinden van de Rechter
zijde zijn den schoolstrijd moede, en
geneigd iets toe te geven, om tot een
oplossing te geraken".
Dat is 't oude kunstje, om zijn tegen
standers onderling aan het twisten te
brengen, door hen te verdeelen in
„goed"- en „kwaad"-gezinden.
De eersten willen vrede.
Willen ook wat toegeven.
De laatsten zijn de kwade rakkers,
die niet leven kunnen zonder ruzie en
en twist
Nu eenmaal met de Staatscommissie
begonnen is, hopen we van ganscher
harte dat ze ook tot een eenparig resul
taat kome. Mislukking we wezen er
reeds vroeger op zou den strijd fel
ler dan ooit te voren doen uitbarsten.
Doch voorzichtigheid is en blijft raad»
zaam..
Reeds is in allen ernst het voorstel in
de Pers gedaan, om van Overheidswege
drie soorten van scholen te betalen: neu
trale, roomsche en protestantsche en dus
de wijzers van den tijd meer dan een
halve eeuw terug te zetten.
Niet genoeg kan er voorts op gewezen
dat wij met genoegen zouden blijven
voortgaan, geld voor onze scholen op
te brengen, 't Was ons niet te doen,
om „er af" te komen. Mits dan ook
maar, precies op dezelfde wijze, iedei
voor zijn school juist dezelfde offers
brenge.
„Gelijk recht voor allen".
Als onze mannen op düt punt aan M
toegeven gaan, dan wordt het tóch weei
onrecht.
On9 huis is zeer bezet; doch 't
ware onbillijk uw verzoek af te slaan.
Zie maar dat gij 't met onzen eigen-
zinnigen dokter klaar speelt; ik zal geen
hindernis in den weg leggen. Voor één
moet hij maar plaat9 maken. Ik had be
vel gegeven, allen af te wijzen, maar
voor de weldoeners van ons huis moe
ten wij wat inschikkelijk zijn.
De donkere, glanzende oogen zonden
daarbij den graaf een bijzonder vrien
delijke blik toe en ondanks de eenvou
dige verpleegsters-kleedij zag de dame
er net uit, als had zij alle ijdelheid der
wereld afgelegd.
Met. den arts had Dornick de aangele-
geheid spoedig in orde en spoedig kon
hij zijn beschermeling het troostvolle be
richt van zijn opneming brengen.
Een ware Adones is uw bescherme
ling, zeide mrs. Ahrens, toen Dornick
eenige dagen na de opname van August
Hellburch naar diens welstand kwam
vernemen. Hebt gij den tijd om een uur
tje met mij te praten, voegde zij er aan
toe, hein in de spreekkamer een stoel
wijzend en zelf ook plaats nemend.
Slechts wat vrouwelijk, wat senti
menteel schijnt hij te zijn, ging zij in
haar gedachtengang voort; maar dat is
Duitsche mode. Gij zijt eigenlijk de eer
ste Druitscher bij wien ik niets daarvan
En als men ons op dat punt maar
niet beknibbelt, dan zijn we zoo „toe
gefelijk" als 't maar kan.
De Week
In] Het Buitenland.
Deze week hebben we in het buiten
land een bij uitstek woelige week mede
gemaakt Opstanden en omwentelingen
zijn aan de orde van dag geweest Daar
heb je bijv., om maar eens iets te noo-
men, de kabinetscrisis in Portugal, waar
bij, ouder gewoonte, met bommen ge
werkt is, alsof het zoo niets is. Verder
hebben we opstanden op Haïti beleefd
Ook Peru heeft zich niet onbetuigd ge
laten. De buitenlandsche bladen spreken
van een formeele omwenteling aldaar.
De houding van de Vereenigde Staten
tegen deze plotselinge ommekeer van za
ken zal, volgens mededeelingen, uit Was
hington, afhangen van de omstandighe
den. Wül de militaire partij; die de om
wenteling bewerkte* trachten te regeeren
zonder den nationalen wil te erkennen,
dan zal men in iWjashington de nieuwe re
geering zeker niet erkennen. ,Zal deze
daarentegen er toe overgaan om bet Con
gres te Lima bijeen te roepen en het
een nieuwen president langs wettigen
weg doen kiezen, dan zal men hem1 ver-
moedelijjk 'erkennen.
Deze tweede mogelijkheid schijnt wel
kans van slagen te hebben.
De Amerikaansche regeering schijnt
door het uitbreken van de revolutie in
Peru volkomen verrast te zijn geweest
In regeerings- en diplomatieke kringen
had men er niet de minste notie van,
dat er in Peru troebelen in aantocht wa-
ren.
De revolutie heeft echter gelukkig tot
dusver weinig bloed gekost Generaal Va-
rela, de minister-president is gedood. De
president zal het land worden uitgezet
Het schijnt, dat er weinig ruwheden zijn
bedreven: bovendien heet het, dat de
revolutie een in hoofdzaak militaire
beweging populair is bij de bevolking.
In de afgeloopen week heeft de onaer-
wijzersstaking in het graafschap Here
fordshire (Engeland) bijzonder de aan
dacht getrokken.
Voorloopig schijnt er nog weinig kans
te zijn, dat deze spoedig tot het verleden
zal behooren. De stakers blijven op hun
stuk staan en de onderwijs-raad van het
graafschap blijft even beslist weigeren
hun eischen in te willigen. Volgens een
opgave van stakerszijde zijln er op 't
oogenblik zeventig scholen gesloten» ter-
Wijl lu i aantal onderkruipers en werk-
Dnderwijlzers hoogstens 25 is. De
ijzersbond1, waartoe het meeren-
der onderwijzers van het graafschap
beho heeft bovendien den stakers voor
vijf jaa hun volle salaris toegezegd,, voor
't gevai zij door de staking hun betrek
king mochten verliezen. Met deze zeker
heid achter zich behoeven zij natuurlijk
voorloopig niet aan toegeven te denken.
Hun eischen komen,, kort samengevat,
hierop neer. Voor een hoofdonderwijzer
aan scholen met 80 leerlingen of minder
120 tot 160 pist.met 81' tot 120 leer
lingen 140 tot 180 p.st.; en boven de
121 leerlingen 160 tot 200 p. sL Boven
dien moet in het contract een jaarlijksche
yerhooging met 5 jpi st tot het maximum
is bereikt, vastgelegd worden. Voor hoofd
onderwijzeressen worden, bij een zelfde
aantal leerlingen, salarissen gevraagd van
resp. 100 tot 140» 120 tot 160 en 140 tot
180 p.st, eveneens met een jaarlijksche
verhooging van 5 p.st. Voor den klasse
onderwijzer wordt gevraagd 90 tot 150
p.st., voor de klasse-onderwijzeres 80 tot
'130 p.st, ook met een jaarlijkschen opslag
van 5 p.st
Men ziet, deze minimum- en maximum-
eischen zijn waarlijk niet te hoog, vooral
wanneer men in aanmerking neemt, dat
het leven in Engeland over 't algemeen
duurder is dan ten onzent Trouwens
het graafschap Herefordshire is jn de
Engelsche onderwijzerswereld b.efaamd
om ahjn schrielheid ten opzichte van alle
schooluitgaven. Deze schrielheid maakte
het ook alleen Ipiiogelijk, <dat, terwijjl in alle
ontdekt heb. Naar den geest hebt gij
een stalen natuur. Ik geloof, dat men
u niet licht durft tegenwerken.
Goed staal blijft bij verstandige
behandeling, en gij weet bovendien niet,
hoeveel sentimentaliteit ook in mij ontf-
waken kan, antwoordde Dornick, de si
gaar aannemend, die zij hem bood.
Zij stak er zelf ook een aan, wat ge
heel bij haar uiterlijk paste. Die volle lie
pen, het kort geknipte haar, de losse bet
wegingen gaven haar 'iets mannelijks,
wat haar echter niet kwaad stond.
Zoo'n beetje sentimentaliteit
schijnt werkelijk voor dien kunstenaar
bij u door te komen, zoo vatte zij het
antwoord wéder op. Men smukt bij u
te lande ieder daarmede op. Het fiere
zelfbewustzijn gaat u lieden niet goed
af, zelfs uw heeren niet. Waarom zou ik
u bijvoorbeeld niet zeggen, dat ik zoo
deed? vroeg zij, met ronden overmoed
het hoofd opheffend. Ik deed het, wijl
ik van organiseeren houd, wijl het mij
tegen de "borst stuit de lijdenden
hulpeloos 'te laten;.. Ik doe 7t om
dat 't mij bevalt... niet meer of minder...
Moet gij een glaasje cognac? Of moet
ik er sentimenteel bijvoegen: Hebt gij
versterking noodig?
u
Wordt vervolgd.