Nieuwjaarswensclien. Uit de Pers. Tweede Blad, behoorende bü De Leidsche Courant van Zaterdag 27 Dec. no. 1298 Even als vorige jaren stellen wij in het No. dat op 31 December 1913 zal verschijnen, voor belangstellenden de ge legenheid open om op goedkoope en doeltreffende wijze de gebruikelijke Nieuwjaarswenschen bij advertentie in „DE LEIDSCHE COURANT" aan familie, vrienden en begunstigers aan~te bieden, voor den prijs van f 025, grootte als onderstaand vakje. Dubbele grootte, dubbele prijs v. f 0.50. KAMEROVERZICHT. KjerstWLcantpe. Bij de behandeling der oorlogsbegroo- ting is er Wioeflsdag weinig voorgeval len. De motie van den heer De Jong, die de •wenschel'ij|kh(e|id uitsprak, dat de eischen voor het examen van voorge oefendheid in dien zin zouden worden verzwakt, dat niet voor alles een vol doend cijfer zou behoeven behaald te worden, die motie is, toien de minister een'ige toezegging had-gedaan en het vertrouwen der leden had gevraagd weer ingetrokken. De [heer Ter Laan heeft eveneens een zijher moties ingetrokken. De andere, betrekking hebbende op de 3e herhalingsoefening, handhaafde hij1, maar teen het op stemmjen aankwam', bleek het vereischte aantal Kamerleden niet aanwezig te zijn. Toen ging de Kamer tot nader te publioeeren datum uiteen. Met het werk der begrootingen is de Kamer Inteer achter dan ooit tevoren het geval was. Verleden jaar was de toe stand exceptioneel, toen de begrootin gen vaü Binnenlandsche Zaken, van Ma rine, 'en van Suriname en Curasao [moes ten uitgesteld worden tot na Kerstmis. Nu echter is ook 'de belgrooting van Oorlog nog niet gereed. Minister Treub's plannen. Minister Treub heeft van zijn plannen' ten'aanzien d;er Invaliditeitswet een over zicht (gjegeven, en tmen kan het, na hem gjehoord, te hebben, slechtsi te meer be treuren, dat zijn voorganger thans in het Parlement een plaats mis|t. zegft hejt C ontruim. Wiant "het was grootendeel'a een for meel requisitoir' teg|en de wet-Talma, dat de heer Treub hield. Aan die wet ontbreekt volgens Z.Exc. zooveel, dat ze gjeheel zal moeten wor dien omgewerkt, en van de wijze, waar- Pip| dit z.i. idient te gesthie[d|en, gaf h,ij nu in d,e Kamer een overzicht. Links werd geapplaudi'sieerd^ ma;ar het IS d,e vraagt of diit aplplads) niet -meer voortkwam uit d,e zucht om tegjeu Talma fin d,e Rechterzijde te getuigen, dan uit geestdrift voor die aanigökonidjgde her vormingen d,es heer en Treub. Men weet, d,at de Linkerzijde in haar geheel tegen de Invaliditeitswet heeflt gestemd 'en die houding "wil men blijk baar gaarne omgeven zien met een au- '~FËU'ILL ETÖN. -MAGNA. Zijn oogen blikten intusschen ernstig en treurig op de weinige woorden oj de kaart. Hij wist, hoeveel de schrijfste leed. ..liki üHi De arm zijner zuster omstrengelde hem nu. Gij hadt toch gelijk met uw be slissing, Bernard, zeide zij innig, of schoon iki er eerst nauwelijks aan kon gelooven. Op vreemden bodem zoudt gij geen geluk gevonden hebben. Wept ge overigens, wat men hier tegen je in 't schild voert? Frans Hellbrinck zegt, dat ze je voor den nieuwen rijksdag kie ken willen. Alle partij en moeten 't daar in met elkaar eens zijn. Dat moefje toch pleizier doen. Regeeringsraad Schulze sprak mij daar ook van. De verkiezingen zullen in Februari zijn. Je (neemt ihet toch |aan? vroeg Mpg- na in spanning. Mo dunkt het moet on- gewoon belangrijk en aangenaam zijn aan de verdere ontwikkeling van den nieuwen staat van zaken persoonlijk aan deel te hemen. .1 'i reool van voortreffelijk' staatsbeleid,. Er was d,an ook in het optreden van d,en heer Treub -een niet onbelangrijk stuk politiek. Dat hij zich, heeft willen verd',edigjen tegen de opmerking dat hij ten aanzien d.'er Staatspen^ionneeringi gedraald; zou zijn en van tegenstandier geheel of ge deeltelijk voorstander zou zijn gewor den, is te begrijpen. i Maar dje wijze, waarop hij over de afhandeling der Invaliditeitswet sprak, ging bepaald over de schroef, te meer waar d[it gjeischiedlcje van de mini's(fersp tafel, terwijl zijn voorganger niet d[aar kon zijn, om: zich te verd'edigen. E;n zeker stond} hij ook niiet sterk, Waar hij de uitkeering aan de oudien van da gen, wed|erom als afgeslcheid'en van de wet defid doorgaan en daarbij van een „slechte invoering van staatepen^tonnee- ringf' sprak. Den heer Talma werd het als een ernstige fout aangerekend^ dat hij h:et amend;eme!nt-Duys had overgenomen. Maar verklaarde de heer Goeman Borgesius, niet, dat hij vóór het amen dement zou hébben gestemd1, indjen dit hi et door den minister wasi overgeno men En1 hebben d|e sociaal-dem'ocraten niet gjetracht, d|e fiier der uitkeering aan de oudien van dagen naar zich toe te h;alen Die heer Treub hadj daarover dan ook ten spijt van zijne grieven met minder geringschatting kunnen' spreken. En nog in ander opzicht klonk zijn woord harder, dan dat zijne argumentatie sterk wasj. Hiermee zij niet gezegd, dat dje Wijzi gingen, welke hij zich voorstelt in d,e lnvalid(i(teit$wet aan te brengen, geen goedle elementen bevatten. Maar djie plannen zullen in elk geval eens nader en a tête reposjée moeten worden beschouwdl, terwijl het hoogst twijfelachtig is, of men daarmee op1 tijid zal gereed komien, om de verplichting te ontgaan, welke d)e uitvoering dér !n- validjiteitslwet met zich brengf. Summa s,ummarum blie's\ de heer Treub in zijn Links toegejuichde red'e te hoog van d|en toren tegen de vorige regeeering en imeerderheid en legde h|ij anderzijds, een zeldzaam optimis(me aan dlpn dag, wat de verwezenlijking Zijner eigen plannen betreft. Hij loopt alle kans te ondi'ervind'en, dat hij te veel hooi uip ziijn vork genomen hjeeft. Met miinder zou hij mis'sichien meer kunnen bereiken. En wanneer hij niet slaagt, of niet bij- tijdiS slaagt wat verre v,an onwaar schijnlijk is; dan gleld't Idie onafwijsbare e i sc h, (dat de Invaliditeitswet zooals) zij aangenomen is, wordjt uitgevoerd binnen den tijdl van drie jaren, daartoe gesteld De candidatuur van prof. Eerdmans in Rotterdam III. Meer dan ergerlijk noemt de T ijl d; de candidatuur van prof. Berdmans in Rot terdam1 III. „Meer dan ergerlijk is het, dat men in Rotterdam III die canidjdatuur d/Urft stel len van prof. Eerdmans, den. man, dje, door partijhaat verblind', alle christelijke Staatsbemoeiing verwerpt en dje met name den Katholieken nog rehabilitatie sehuldjgi is voor zijne insjinuatieaj in zake zeker [misdrijf. Dat imlen zulks dp et te Rotterdam', waar nog onlangs een patrioii's|ch woord; .werd vernomen over een willig samen gaan van alle partijen in het belang d|er stad, waar de chrisitel ijkJhiisjtorisfeRe wet houder die Jong en de liberale „Nieuwe Roti Courant*mis&Lhien voor het ge meentewerk één Weg op Willen en dfe Katholieken zeker niet in d(e contramine willen spelen, bewijls(t, hoezeer dje kan ker van het anti-dericalis|mie op dfe Vrij zinnige Concentratie heeft ingevreten. Welke candidatuur men ook bij' de gezamenlijke Concerntratie^partijen voor stond, deze canldjd'atuur is,1 er een, om tot fel verzet en protest te prikkelen. De candidatuur Eerdmans is, onValderlan'd^ch en, maar onze tneening, in1 die gegeveh ams'tandiigjhedén ook ontactisch. Daarbij toch laaien de anti tel eri cal fi Dat denk ik ook, zusjelief en God geve, dat het een gezonde en gansch Duitschland heil brengende arbeid zij. Vele wanklanken moeten vergeten wor den. De tijd zal echter wel veel heelen, besloot hij. Ondanks deze verstandige opmerking, zag Magna intusschen dat hij den brief van Tiny in zijn zak stak, als ware die aan hem gericht. XIV. Berlijn, Mei 1868. Zusjelief. „Ik geloof werkelijk, dat dit door God gezegend voorjaar geheel nieuwe levensvreugde wekt. Hoewel reeds sinds maanden in de residentie en onder ar beid begraven, want twee heeren dienen den Noorddeutschen Rijksdag en het Departement is geen kleinigheid, is mij het léven toch zoo genoegelijk als het in lang niet was. „Is de bijeenroeping van het parle ment, waardoor alle Duitschers een drachtig leeren samenwerken, een goe de gedachte geweest, waarin ik mij ver heug, voor mij is bovendien van zeer veel waarde het samentreffen met zoo veel mannen van beteekenis uit alle Duitsche gewesten. Velen daarvan waren LU U i j Li I 1 I V i hartstochten, dtie eenige maanden tot .rust waren gekomen, weer op en zal het in Rotterdam III komen tot een $tr;id| pp uitersten. 1 Het is djaaroim ter plaatste goedl ge zien, dat men tegenover den papenhater Eerdmans aan rechts vierkant stiel ling heeft genomen met djen k'athfolieken can- dkllaat Stuhlfimeyer, een Rotterdammer, djie reedls eenimaal in het 'dj^trict een groot aantal stemmen heeft geh;aaldj en djie in zijn stadl kan worden g)econtjror leerdj en beoordeeld) naar Zijn beginselen. Met zulk een cand'idaat uitkomen te- gjenover het kunstmatig opgezweept an ti-clerical isme, wekt s'ympathie. Mogen dé kiezers van' christelijk en huizev maar mogen vooral dje Kathblieken in het di strict beskffen, wat nu hun plicht il^f. Laten zij nu eens zorgen djat Zijl den bezem in d]en mast kunnen voeren, dloor oinze politieke wateren te zuiveren Van zulke onsympathieke bijtel engjs|elsj." Het Huisgezin er het vol- De Rptt'erdam'sche liberalen hebben profess|or Eierdlmsnsj opi het schild ge heven. Daar ia niets tegen hij is} hen waardf. Profes&or Eerdjmanjsf heeft zich; in die zoimlercampagne djoor zijn antipapisme, zelfs; naasft mannen al$ Ter Spill en Drion, Quas,t en Tidpman, loffelijk on dierscheiden. Het Rptterd;amsche liberalisme even- zoo,. 1 J Ze vinden iel handler, |dje meest gewone zaak ter wereld;. Wiel is ernstig, d;at de liberale Ka merfractie en het hoofdbestuur der Libe rale Unie, zijd,elings fbekend met het} Voornemen professpr EerdmansJ cand'i daat te stellen, Ibeide jor zich zeer ingeno men mee hebben getoond;. Deze splid,a r i tei ts(v erk 1 a ring van Ka merfractie en Unie-bestuur met een man als Eerdmans maakt in het h,uid'ig tijds gewricht een zonderlingen, stellig niet bemoedigenden indruk. Minister Gort van der Linden, djie bij het algemeen d,ebat aan het adres, van Ter Spill c.s. rake djngjen over het anti papisme heeft gezegd, zou zich, indien men ook zijn advies gevraagd had(, met d,e candidatuur-'Eerdlmans niet zoo warm ingenomen verklaard, hebben. Intusschen, 'het liberalisme ga zijn gang. Indjen het meent ihet landsbelang te dj enen miet de candjdatuur van een manl, dje ook nog de befaamde beweringen over d,e Tilburgsche moordzaak opi zijn debet heeft, indien het dpor deze candjdatuur ld|e antithese weinsoht te ver scherpen, het wachte d.e gevolgen daar van' af. 1 De Roitt er dammer schrijft: De candjdatuur van prof. Eerdlm'ans in Rotterdam III heeft bijzonder veel van ,een tartende uitdiaging. Een der inleest hatelijke trekken van d,en in dlezein zomer gevoerden Verkie- zingsstrijid was [het felle anti-p apis me, waarimee mien de 'kiezers tegen de rech terzijde trachtte op te hitsen. Zoo erg was het, dat bij die laatsfte begrootingsdebatten, minister Gort van d,er Linden zich tot een zaclijt, zij h!et ook niet onduidelijk, protest tegen zijn partijgenooten gedwongen zag. Hij betreurdje de houding van som mige zijner parfijlgenooten en sprak': „Hoe d,e verhouding is van 'dé Katholie ken tot hun Kerk, is naar mijn meenitng hun zaak. Hoe mijn verhöudjng is van mijn Katholieke landgenooten tot en Welke plaats zij innemen in de maatf- schappij is, hun zaak. Maar hjoe zij d[at mogen bepalen, zij hebben met ons de zelfde jgeschiedénisj, dezelfde taal, 'die zelfde zeden, zij vormen met ons dezelf de natie, zij bouwien met ons aan die zelfde staatsinstellingen, aan denzelfd|en| Staat". f Aldgs richttei hij zich tot die papen haters. En ziet het antwoord! dat d|e politieke vrienlden in Rotterdam op deze verma ning, geven is dé candldaatirftfelling van prof. Eerdmans. Prof. Eerdjman's, wiens glorieuze s|taats- mansverdjensfe eigenlijk daarin besjtaat, d,at hij tegen Rome met niets ontzien dfe verwoed,beid optreedlt. Als het Room&che islp'ook in Mei of Juni moest worden vertoond!, dan werd prof. Eerd,mans gehaald!. Het „tegen Rome en Dordt,J was in zijn persoon vereenigd„ Die figuur word,t dé uitverkorene van Rotterdam III, Zij is een waardjg sjot-^tuk op d'e beruchte concenfratie-vergadering met rnr. P. Tid,eman Zij is een uitd,agjng, dlie niet zal na laten de onzen te prikkelen. STATEN-GENERAAL Weekpraatjc. Terwijl iik zit te scjhrijven, kletteren de ramen ien klapperen de deuren van het geweld der beukende regen- en wind vlagen. dat je er haast bang v(an zoud't worden, 'n Kerstmis met dilkbesneeuwde velden en wegen vilndt je zooi langza merhand alleen ma,ar op schilderijen 't heugt ,ons bijnia miet (pieer in Werkeli'jk- fheild zoo-te Kerstfeest te 'hebben ge vierd. Todh, 'dat doet gelulkkiig weinig of niet9 af van onze kerststemming. Wij weten, welke djiep^ geheimen van God delijke liefde de Kerstnadht 'ons leert, en onze aandoeningen, onze kinderlijke igévoeleris van wederliefde zijn niet af hankelijk van een beetje sneeuw, Van het weer. De Goddelijke Zaliigimaker is iin dien nadht mensch geworden om ons te verlos'slen, -en i|s[ een leven begfonnlen van weldaden ien versjnaidingen, van zegenin gen en verachtingen. Het waren armep en eenvoudig en, die als eerstelingen ge roepen werden om den Messias id Zijn Kribbe te aanbidden. Maar we raken verzeild, in na-besch'ou- gfin over Met Kerst'fees(t, en d,a|f naar aanleiding van die dik-besneeuwde vel den en wegen, waarover de Kerstklokken luiden, en welke je tegenwoordig alleen maar op schilderijen vindt. Ik h|eb al eens door ijstiefhfibbers/ met bittere 'te leurstelling de rneeriiing 'hooren uitspre ken, dat wij onzen kindskinderen! over de koude winters zullen kunnen praten als over trekschuiten en paarden en. spoorwegen en misfcthien obk automo- I hielen, dingen, die dan alle uit den tijd zullen zijn, omdat de -menschen zullen vliegen. Maar d|an overkomen den rei- zenden menschen wellicht nog veel meer vlieg-ongelujkken dan nu spoorweg- ongelulkken. ja, dat vreeselijik spoor wegongeluk Woensdagavond bij Gronin gen heeft over onze Kerstvreugde wel een schaduw geworpen. In het nummer van ddit blad zult ge er wél vele bijizonder- heden over kunnen lezen. Wat kap een geheel' onverwachte gebeurtenis toidh mis schien reeds lang beraamde plannen in rooik doen vervliegenbWat is [het gjeluk en Ihet ongeluk to-dh onafhankelijk van aard- sdhe bezittingenZ,oo ben ilk dezer dagen even aan het pihilosopheeren getrokken en vergat daardoor bijna gelheel mijn ergernis over de candiidaats,telling van pirof. Eerd mans in Rotterdam III.... Dat isi ook een niet fiijin-voelende tactiek; van de Rotterdamsdhe vrijzinnigheid of liever van ,d0 Vrijzinnigheid Jbjier te lande om een man, die voor het politieke openbare leven zidh geen andere „verdienste" verworven heeft dan dat hi] de Kathplie- ko heeft belasterd, te begiftigen meft een candidatuur voor 'die Tweede Kamer. Ze moeten dat echter zelf weten; ze ^gooien er hun eigen glazen mee in. Toen ik nog vol was van de ergernis over de candi datuur, liep ik een vriend tegen het lijf, wien ik jmijn wrevel luchtte. KereR zei hij, laten ze honderd terdmansen op elr kaar zetten öf naast elkaar, als gé dat liever wilt, ,d[an zullen ze toch niets ver mogen tegen dje Katholieke Kerk. Hoe veel krachtiger, veel, ontzettend veel krachtiger persoonlijkheden dan prof. 1 Eérdjmans hébben h;et in den loop dier eeuwen tegen ide Kath. Kerk beproefd1.. En wie heeft het ond.ersp-it moeiten dél- env? Niet de Kerk, maar zij. Hij had schoon gelijk, dje vriend van me, JAN. mij al van vroeger bekend. „Onder de Katholieke afgevaardigden zijn vele bekwame mannen. Reichens- berger en von Mallinckrodt zijn reeds als beteekenisvolle redenaars bekend. In den 'laatste bewonder ik vooral zijn scherpe blik, zijn helderheid, zijn war me Katholieke overtuiging, waaraan hij zoo h,eerlijk uitdrukking weet te geven.' Zulke mannen behoeven wij in onzen tijd, ook om de rechter onzer Kerk te doen erkennen. Mallinckrodt's bemin nenswaardig karakter maakt hem gezien bij alle partijen. „De kleinste onder alle parlementa riërs heeft, naar 't mij schijnt, den meesten aanleg om de grootste te wor den. Het is de vroegere Haniioversche minister Windthorst, wiens verschijning hoogst zonderling is, een machtig hoofd op een kleine gestalte. Schoon is hij niet maar 'n man van beteekenis, een van nature grootsch aangelegde geest. Zijn antwoord aan graaf von Bismarck op diens verwijt betreffende het particu larisme, was edel, slagvaardig en door tastend. S „Onze taak zal hier weldra geëin digd zijn. Eenige feesten, om onze Zuid- Duitsche broeders te eeren, moeten nog plaats vinden. Men ©preekt ook van een bezoek door het Zolparlement te bren gen aan Kiel, tot bezichtiging der Duit sche vloot. Dat zal in ieder geval be langrijk zijn. Voor ons leden van den Rijksdag, volgen dan nog eenige zit tingen na het sluiten van het Zolpar lement. Maar voor Pinksteren komen wij toch 'klaar. „Hebt gij niets van Dornick gehoord? Ik kan mij niet begrijpen dat hij in de zen ernstigen tijd verre van het vader land blijft en in den vreemde omzwerft. ZSju oameg wijst toch op grooter din gen.. Den laatsten zin las Magna Behren- berg, Arthur Dornick, die tegenover haar zat, met schelmschen blik voor. Hij had haar niet een bezoek, vereerd, en deelde hem op zijn verzoek het laat ste schrijven haars broeders mede. 'tV/as een luchtig en behaaglijk ver trek, de huiskamer van Feldhaus. Door het geopende venster, van buiten om lijst door klimplanten, drongen de geu ren uit den bloementeuin naar binnen en een aangename temperatuur heersch- te in dde kamer. Bij het venster had de jeugdige gast vrouw plaats genomen; op haar aange zicht lag een glans van opgewektheid verspreid. Of de brief dan wel het ba- TWEEDE KAMER. V4rgad\ertTtg Van 24 Dei. Aan de orde is de Oor logs be groeting. J 1 De Minis t er van Oorlog, de heer Bosboom, verklaart zich alsnog te willen neerleggen bij den wensch, ih de motie-Ter Laan geuit De heer Ter Laan (S.D.) trekt zijé motie in. (If De heer Eland (U.L.) vraagt, of de Minister zijn tegemoetkomende verkla ring ten aanzien van' het examen voor de zesmaanders nog wil uitbreiden. De Minister vergist zich, wanneer hij| meent dat er wettelijke bezwaren tegen ziijh. De Minister kan dit nog niet toen zeggen; hij moet daaromtrent eerst advi seurs raadplegen, die er meer van weten dan de geachte afgevaardigde. 'De heer de Jong ,(U.L.) trekt zijn motie in, een blijk van vertrouwen wil lende geven, De motie-Duymaer van Twist wordt verworpen met 40 tegen 11 stemmen. De iheer Roodbuijzen (U.L.) be pleit gelijkstelling van de vaandeldragers met de kapelmeesters in rang fin positie. <De heer Duymaer van "Twist (AR.) constateert met genoegen, dat de positie van de sergeanten-majoors is ver beterd, Jdij mist evenwel voldoende spe cificatie van tal van posten 'bij dit artikel. De Minister zegt, dat verschillende verihoogingen een (gevolg zijtn van salaris - vermeerdering. Ook heeft hij ridhi venjgi-te in het aantal schrijvers. Vaandeldrager zijtn lang niet van zooveel 'belang als opzichters bij fortificaties, een der cate gorieën, waarmede de afgevaardigde hen gelijkstelde. Die Minister erkent, dat de vaandel dragers achteigesteld zijn 'hij de hoofd opzichters der fortificaties, .cahier ge- lootf hij niet, dat zij zoo onmisbaar zijn. De hoofdopzichters hebbeni belangrijker werk te verrichten, waaraan veel Verant woording is verbondem Zij zjjn dus niet gelijk te stellen en wanneer nu de hoofd opzichters meer salaris krijgen, is dit geen reden om deze veiteoogïng ook te vragen voor de vaandeldragers. Die motie-Ter Laan besprekend, wijist spr. er op, dat er nog vijf lichtingen zijn', die de derde herhalingsoefening hebben mee te maken. Dnltl zijln de laatste die vallen onder de oude militie wet 'Spr. kan niet anders doem dan de mbfie ont raden. De manschappen, die thans nog onder de bepaling vallen, zijtn opgeleid in een tijd van zeer veel proefnemingen. De heer R00d'hiuijlzen (UA.) ver klaart zich teleurgesteld over het ant woord van den Minister. Dij had meer sympathie verwacht voor cto vaandel dragers, Zij staan nu in zeer ongunstige positie ook tegenover de kapelmeesters, die allicht veel bijverdiensten hebben. Spr. dringt nogmaals op verbetering aan. De Voorzitter stelt voor, de motie- Ter Laan op een nader te bepalen dag in stemming te brengen. De heer Duymaer van Twijst (A.R.) vraagt stemming over diit voorstel van den Voorzitter. D;ij wil de punten stuk voor stuk afhandelen. |Het voorstel van den Voorzitter, om. de stemming uit te stellen koimt tn stemming. Die uitslag is, dat 45 leden zidh hebben verklaard vóór en 4 leden tegen. Daar uit blijkt, dat niet het voldoende aantal leedn aanwezig Is. Die vergadering wordt tot nadere bijl eenroeping gesloten. Gemeenteraad van Wassenaar. Vergadering van Woensdag 24 Dec. Ongeveer tien uur werd de vergade ring geopend. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering. De notulen worden daarop ongewijzigd goedgekeurd. Naar aanleiding van een ingekomen schrijven, stelt de Voorzitter voor de Kerkdam op een breedte van 12 M. te brengen. De heer v. Pallandt meent dat ver breeding niet noodig is, daar er drie verkeerswegen bestaan. zoek hiervan de oorzaak was, blijft een vraag. Zendt Bernard altijd zulke uitvoe rige brieven, vroeg Dornick op de laat ste bemerking slechts met een spottend lachje antwoordend. Bij de heerschende warmte een verdienstelijke arbeid. Een werk der broederlijke liefde, sprak Magna, de papieren zorgvuldig samenvouwend. Hij weet, hoe wettig van het openbaar leven tot mij door dringt en op deze wijze tracht hij nu in 'dat gemis te voorzien. Ik weet dat dubbel hoog te schatten, wijl van zijn arbeid toch veel gevergd wordt. Ais een der jongste leden van het parlement heeft men hem gekozen voor het op stellen van rapporten en weet ik wat al meer. Hij bemint echter den arbeid, een leven, alleen om te genieten Zooals gij zeker thans het mijne betitelt, viel Dornick haar in de rede. Waarom op mijn oordeel vooruit loopen, sprak Magna lachend en rees op om de blinden te sluiten, daar de zon begon te branden. Gij hebt het bij uw terugkeer uit het Zuiden goed ge troffen. De Meidagen waarop men zich voor de zon en de warmte beschutten moet, zijn hier zeer ongewoon. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3