Nieuwjaarswensclien.
Uit de Pers.
Tweede Blad, behoorende
bü De Leidsche Courant van
Zaterdag 27 Dec. no. 1298
Even als vorige jaren stellen wij in
het No. dat op 31 December 1913 zal
verschijnen, voor belangstellenden de ge
legenheid open om op goedkoope en
doeltreffende wijze de gebruikelijke
Nieuwjaarswenschen
bij advertentie in „DE LEIDSCHE
COURANT" aan familie, vrienden en
begunstigers aan~te bieden, voor den prijs
van f 025, grootte als onderstaand vakje.
Dubbele grootte, dubbele prijs v. f 0.50.
KAMEROVERZICHT.
KjerstWLcantpe.
Bij de behandeling der oorlogsbegroo-
ting is er Wioeflsdag weinig voorgeval
len.
De motie van den heer De Jong, die
de •wenschel'ij|kh(e|id uitsprak, dat de
eischen voor het examen van voorge
oefendheid in dien zin zouden worden
verzwakt, dat niet voor alles een vol
doend cijfer zou behoeven behaald te
worden, die motie is, toien de minister
een'ige toezegging had-gedaan en het
vertrouwen der leden had gevraagd weer
ingetrokken. De [heer Ter Laan heeft
eveneens een zijher moties ingetrokken.
De andere, betrekking hebbende op de 3e
herhalingsoefening, handhaafde hij1, maar
teen het op stemmjen aankwam', bleek
het vereischte aantal Kamerleden niet
aanwezig te zijn. Toen ging de Kamer
tot nader te publioeeren datum uiteen.
Met het werk der begrootingen is de
Kamer Inteer achter dan ooit tevoren het
geval was. Verleden jaar was de toe
stand exceptioneel, toen de begrootin
gen vaü Binnenlandsche Zaken, van Ma
rine, 'en van Suriname en Curasao [moes
ten uitgesteld worden tot na Kerstmis.
Nu echter is ook 'de belgrooting van
Oorlog nog niet gereed.
Minister Treub's plannen.
Minister Treub heeft van zijn plannen'
ten'aanzien d;er Invaliditeitswet een over
zicht (gjegeven, en tmen kan het, na hem
gjehoord, te hebben, slechtsi te meer be
treuren, dat zijn voorganger thans in het
Parlement een plaats mis|t. zegft hejt
C ontruim.
Wiant "het was grootendeel'a een for
meel requisitoir' teg|en de wet-Talma, dat
de heer Treub hield.
Aan die wet ontbreekt volgens Z.Exc.
zooveel, dat ze gjeheel zal moeten wor
dien omgewerkt, en van de wijze, waar-
Pip| dit z.i. idient te gesthie[d|en, gaf h,ij
nu in d,e Kamer een overzicht.
Links werd geapplaudi'sieerd^ ma;ar het
IS d,e vraagt of diit aplplads) niet -meer
voortkwam uit d,e zucht om tegjeu Talma
fin d,e Rechterzijde te getuigen, dan uit
geestdrift voor die aanigökonidjgde her
vormingen d,es heer en Treub.
Men weet, d,at de Linkerzijde in haar
geheel tegen de Invaliditeitswet heeflt
gestemd 'en die houding "wil men blijk
baar gaarne omgeven zien met een au-
'~FËU'ILL ETÖN.
-MAGNA.
Zijn oogen blikten intusschen ernstig
en treurig op de weinige woorden oj
de kaart. Hij wist, hoeveel de schrijfste
leed. ..liki üHi
De arm zijner zuster omstrengelde
hem nu.
Gij hadt toch gelijk met uw be
slissing, Bernard, zeide zij innig, of
schoon iki er eerst nauwelijks aan kon
gelooven. Op vreemden bodem zoudt
gij geen geluk gevonden hebben. Wept
ge overigens, wat men hier tegen je in
't schild voert? Frans Hellbrinck zegt,
dat ze je voor den nieuwen rijksdag kie
ken willen. Alle partij en moeten 't daar
in met elkaar eens zijn. Dat moefje toch
pleizier doen.
Regeeringsraad Schulze sprak mij
daar ook van. De verkiezingen zullen
in Februari zijn.
Je (neemt ihet toch |aan? vroeg Mpg-
na in spanning. Mo dunkt het moet on-
gewoon belangrijk en aangenaam zijn
aan de verdere ontwikkeling van den
nieuwen staat van zaken persoonlijk aan
deel te hemen.
.1 'i
reool van voortreffelijk' staatsbeleid,.
Er was d,an ook in het optreden van
d,en heer Treub -een niet onbelangrijk
stuk politiek.
Dat hij zich, heeft willen verd',edigjen
tegen de opmerking dat hij ten aanzien
d.'er Staatspen^ionneeringi gedraald; zou
zijn en van tegenstandier geheel of ge
deeltelijk voorstander zou zijn gewor
den, is te begrijpen. i
Maar dje wijze, waarop hij over de
afhandeling der Invaliditeitswet sprak,
ging bepaald over de schroef, te meer
waar d[it gjeischiedlcje van de mini's(fersp
tafel, terwijl zijn voorganger niet d[aar
kon zijn, om: zich te verd'edigen.
E;n zeker stond} hij ook niiet sterk, Waar
hij de uitkeering aan de oudien van da
gen, wed|erom als afgeslcheid'en van de
wet defid doorgaan en daarbij van een
„slechte invoering van staatepen^tonnee-
ringf' sprak.
Den heer Talma werd het als een
ernstige fout aangerekend^ dat hij h:et
amend;eme!nt-Duys had overgenomen.
Maar verklaarde de heer Goeman
Borgesius, niet, dat hij vóór het amen
dement zou hébben gestemd1, indjen dit
hi et door den minister wasi overgeno
men
En1 hebben d|e sociaal-dem'ocraten niet
gjetracht, d|e fiier der uitkeering aan de
oudien van dagen naar zich toe te h;alen
Die heer Treub hadj daarover dan ook
ten spijt van zijne grieven met
minder geringschatting kunnen' spreken.
En nog in ander opzicht klonk zijn
woord harder, dan dat zijne argumentatie
sterk wasj.
Hiermee zij niet gezegd, dat dje Wijzi
gingen, welke hij zich voorstelt in d,e
lnvalid(i(teit$wet aan te brengen, geen
goedle elementen bevatten.
Maar djie plannen zullen in elk geval
eens nader en a tête reposjée moeten
worden beschouwdl, terwijl het hoogst
twijfelachtig is, of men daarmee op1 tijid
zal gereed komien, om de verplichting
te ontgaan, welke d)e uitvoering dér !n-
validjiteitslwet met zich brengf.
Summa s,ummarum blie's\ de heer
Treub in zijn Links toegejuichde red'e
te hoog van d|en toren tegen de vorige
regeeering en imeerderheid en legde h|ij
anderzijds, een zeldzaam optimis(me aan
dlpn dag, wat de verwezenlijking Zijner
eigen plannen betreft.
Hij loopt alle kans te ondi'ervind'en,
dat hij te veel hooi uip ziijn vork genomen
hjeeft.
Met miinder zou hij mis'sichien meer
kunnen bereiken.
En wanneer hij niet slaagt, of niet bij-
tijdiS slaagt wat verre v,an onwaar
schijnlijk is; dan gleld't Idie onafwijsbare
e i sc h, (dat de Invaliditeitswet zooals)
zij aangenomen is, wordjt uitgevoerd
binnen den tijdl van drie jaren, daartoe
gesteld
De candidatuur van prof. Eerdmans
in Rotterdam III.
Meer dan ergerlijk noemt de T ijl d; de
candidatuur van prof. Berdmans in Rot
terdam1 III.
„Meer dan ergerlijk is het, dat men in
Rotterdam III die canidjdatuur d/Urft stel
len van prof. Eerdmans, den. man, dje,
door partijhaat verblind', alle christelijke
Staatsbemoeiing verwerpt en dje met
name den Katholieken nog rehabilitatie
sehuldjgi is voor zijne insjinuatieaj in zake
zeker [misdrijf.
Dat imlen zulks dp et te Rotterdam',
waar nog onlangs een patrioii's|ch woord;
.werd vernomen over een willig samen
gaan van alle partijen in het belang d|er
stad, waar de chrisitel ijkJhiisjtorisfeRe wet
houder die Jong en de liberale „Nieuwe
Roti Courant*mis&Lhien voor het ge
meentewerk één Weg op Willen en dfe
Katholieken zeker niet in d(e contramine
willen spelen, bewijls(t, hoezeer dje kan
ker van het anti-dericalis|mie op dfe Vrij
zinnige Concentratie heeft ingevreten.
Welke candidatuur men ook bij' de
gezamenlijke Concerntratie^partijen voor
stond, deze canldjd'atuur is,1 er een, om
tot fel verzet en protest te prikkelen. De
candidatuur Eerdmans is, onValderlan'd^ch
en, maar onze tneening, in1 die gegeveh
ams'tandiigjhedén ook ontactisch.
Daarbij toch laaien de anti tel eri cal fi
Dat denk ik ook, zusjelief en God
geve, dat het een gezonde en gansch
Duitschland heil brengende arbeid zij.
Vele wanklanken moeten vergeten wor
den. De tijd zal echter wel veel heelen,
besloot hij.
Ondanks deze verstandige opmerking,
zag Magna intusschen dat hij den brief
van Tiny in zijn zak stak, als ware die
aan hem gericht.
XIV.
Berlijn, Mei 1868.
Zusjelief.
„Ik geloof werkelijk, dat dit door
God gezegend voorjaar geheel nieuwe
levensvreugde wekt. Hoewel reeds sinds
maanden in de residentie en onder ar
beid begraven, want twee heeren dienen
den Noorddeutschen Rijksdag en het
Departement is geen kleinigheid, is mij
het léven toch zoo genoegelijk als het
in lang niet was.
„Is de bijeenroeping van het parle
ment, waardoor alle Duitschers een
drachtig leeren samenwerken, een goe
de gedachte geweest, waarin ik mij ver
heug, voor mij is bovendien van zeer
veel waarde het samentreffen met zoo
veel mannen van beteekenis uit alle
Duitsche gewesten. Velen daarvan waren
LU U i j Li I 1 I V i
hartstochten, dtie eenige maanden tot
.rust waren gekomen, weer op en zal het
in Rotterdam III komen tot een $tr;id|
pp uitersten. 1
Het is djaaroim ter plaatste goedl ge
zien, dat men tegenover den papenhater
Eerdmans aan rechts vierkant stiel ling
heeft genomen met djen k'athfolieken can-
dkllaat Stuhlfimeyer, een Rotterdammer,
djie reedls eenimaal in het 'dj^trict een
groot aantal stemmen heeft geh;aaldj en
djie in zijn stadl kan worden g)econtjror
leerdj en beoordeeld) naar Zijn beginselen.
Met zulk een cand'idaat uitkomen te-
gjenover het kunstmatig opgezweept an
ti-clerical isme, wekt s'ympathie. Mogen
dé kiezers van' christelijk en huizev maar
mogen vooral dje Kathblieken in het di
strict beskffen, wat nu hun plicht il^f.
Laten zij nu eens zorgen djat Zijl den
bezem in d]en mast kunnen voeren, dloor
oinze politieke wateren te zuiveren Van
zulke onsympathieke bijtel engjs|elsj."
Het Huisgezin
er het vol-
De Rptt'erdam'sche liberalen hebben
profess|or Eierdlmsnsj opi het schild ge
heven.
Daar ia niets tegen hij is} hen waardf.
Profes&or Eerdjmanjsf heeft zich; in die
zoimlercampagne djoor zijn antipapisme,
zelfs; naasft mannen al$ Ter Spill en
Drion, Quas,t en Tidpman, loffelijk on
dierscheiden.
Het Rptterd;amsche liberalisme even-
zoo,. 1 J
Ze vinden iel handler, |dje meest gewone
zaak ter wereld;.
Wiel is ernstig, d;at de liberale Ka
merfractie en het hoofdbestuur der Libe
rale Unie, zijd,elings fbekend met het}
Voornemen professpr EerdmansJ cand'i
daat te stellen, Ibeide jor zich zeer ingeno
men mee hebben getoond;.
Deze splid,a r i tei ts(v erk 1 a ring van Ka
merfractie en Unie-bestuur met een man
als Eerdmans maakt in het h,uid'ig tijds
gewricht een zonderlingen, stellig niet
bemoedigenden indruk.
Minister Gort van der Linden, djie bij
het algemeen d,ebat aan het adres, van
Ter Spill c.s. rake djngjen over het anti
papisme heeft gezegd, zou zich, indien
men ook zijn advies gevraagd had(, met
d,e candidatuur-'Eerdlmans niet zoo warm
ingenomen verklaard, hebben.
Intusschen, 'het liberalisme ga zijn
gang.
Indjen het meent ihet landsbelang te
dj enen miet de candjdatuur van een manl,
dje ook nog de befaamde beweringen
over d,e Tilburgsche moordzaak opi zijn
debet heeft, indien het dpor deze
candjdatuur ld|e antithese weinsoht te ver
scherpen, het wachte d.e gevolgen daar
van' af. 1
De Roitt er dammer schrijft:
De candjdatuur van prof. Eerdlm'ans
in Rotterdam III heeft bijzonder veel
van ,een tartende uitdiaging.
Een der inleest hatelijke trekken van
d,en in dlezein zomer gevoerden Verkie-
zingsstrijid was [het felle anti-p apis me,
waarimee mien de 'kiezers tegen de rech
terzijde trachtte op te hitsen.
Zoo erg was het, dat bij die laatsfte
begrootingsdebatten, minister Gort van
d,er Linden zich tot een zaclijt, zij h!et
ook niet onduidelijk, protest tegen zijn
partijgenooten gedwongen zag.
Hij betreurdje de houding van som
mige zijner parfijlgenooten en sprak':
„Hoe d,e verhouding is van 'dé Katholie
ken tot hun Kerk, is naar mijn meenitng
hun zaak. Hoe mijn verhöudjng is van
mijn Katholieke landgenooten tot en
Welke plaats zij innemen in de maatf-
schappij is, hun zaak. Maar hjoe zij d[at
mogen bepalen, zij hebben met ons de
zelfde jgeschiedénisj, dezelfde taal, 'die
zelfde zeden, zij vormen met ons dezelf
de natie, zij bouwien met ons aan die
zelfde staatsinstellingen, aan denzelfd|en|
Staat". f
Aldgs richttei hij zich tot die papen
haters.
En ziet het antwoord! dat d|e politieke
vrienlden in Rotterdam op deze verma
ning, geven is dé candldaatirftfelling
van prof. Eerdmans.
Prof. Eerdjman's, wiens glorieuze s|taats-
mansverdjensfe eigenlijk daarin besjtaat,
d,at hij tegen Rome met niets ontzien dfe
verwoed,beid optreedlt.
Als het Room&che islp'ook in Mei of
Juni moest worden vertoond!, dan werd
prof. Eerd,mans gehaald!.
Het „tegen Rome en Dordt,J was in
zijn persoon vereenigd„
Die figuur word,t dé uitverkorene van
Rotterdam III,
Zij is een waardjg sjot-^tuk op d'e
beruchte concenfratie-vergadering met
rnr. P. Tid,eman
Zij is een uitd,agjng, dlie niet zal na
laten de onzen te prikkelen.
STATEN-GENERAAL
Weekpraatjc.
Terwijl iik zit te scjhrijven, kletteren
de ramen ien klapperen de deuren van
het geweld der beukende regen- en wind
vlagen. dat je er haast bang v(an zoud't
worden, 'n Kerstmis met dilkbesneeuwde
velden en wegen vilndt je zooi langza
merhand alleen ma,ar op schilderijen
't heugt ,ons bijnia miet (pieer in Werkeli'jk-
fheild zoo-te Kerstfeest te 'hebben ge
vierd. Todh, 'dat doet gelulkkiig weinig of
niet9 af van onze kerststemming. Wij
weten, welke djiep^ geheimen van God
delijke liefde de Kerstnadht 'ons leert,
en onze aandoeningen, onze kinderlijke
igévoeleris van wederliefde zijn niet af
hankelijk van een beetje sneeuw, Van
het weer. De Goddelijke Zaliigimaker is
iin dien nadht mensch geworden om ons te
verlos'slen, -en i|s[ een leven begfonnlen van
weldaden ien versjnaidingen, van zegenin
gen en verachtingen. Het waren armep
en eenvoudig en, die als eerstelingen ge
roepen werden om den Messias id Zijn
Kribbe te aanbidden.
Maar we raken verzeild, in na-besch'ou-
gfin over Met Kerst'fees(t, en d,a|f naar
aanleiding van die dik-besneeuwde vel
den en wegen, waarover de Kerstklokken
luiden, en welke je tegenwoordig alleen
maar op schilderijen vindt. Ik h|eb al
eens door ijstiefhfibbers/ met bittere 'te
leurstelling de rneeriiing 'hooren uitspre
ken, dat wij onzen kindskinderen! over
de koude winters zullen kunnen praten
als over trekschuiten en paarden en.
spoorwegen en misfcthien obk automo-
I hielen, dingen, die dan alle uit den tijd
zullen zijn, omdat de -menschen zullen
vliegen. Maar d|an overkomen den rei-
zenden menschen wellicht nog veel meer
vlieg-ongelujkken dan nu spoorweg-
ongelulkken. ja, dat vreeselijik spoor
wegongeluk Woensdagavond bij Gronin
gen heeft over onze Kerstvreugde wel
een schaduw geworpen. In het nummer
van ddit blad zult ge er wél vele bijizonder-
heden over kunnen lezen. Wat kap een
geheel' onverwachte gebeurtenis toidh mis
schien reeds lang beraamde plannen in
rooik doen vervliegenbWat is [het gjeluk en
Ihet ongeluk to-dh onafhankelijk van aard-
sdhe bezittingenZ,oo ben ilk dezer dagen
even aan het pihilosopheeren getrokken en
vergat daardoor bijna gelheel mijn ergernis
over de candiidaats,telling van pirof. Eerd
mans in Rotterdam III.... Dat isi ook
een niet fiijin-voelende tactiek; van de
Rotterdamsdhe vrijzinnigheid of liever
van ,d0 Vrijzinnigheid Jbjier te lande om
een man, die voor het politieke openbare
leven zidh geen andere „verdienste"
verworven heeft dan dat hi] de Kathplie-
ko heeft belasterd, te begiftigen meft een
candidatuur voor 'die Tweede Kamer. Ze
moeten dat echter zelf weten; ze ^gooien
er hun eigen glazen mee in. Toen ik nog
vol was van de ergernis over de candi
datuur, liep ik een vriend tegen het lijf,
wien ik jmijn wrevel luchtte. KereR zei
hij, laten ze honderd terdmansen op elr
kaar zetten öf naast elkaar, als gé dat
liever wilt, ,d[an zullen ze toch niets ver
mogen tegen dje Katholieke Kerk. Hoe
veel krachtiger, veel, ontzettend veel
krachtiger persoonlijkheden dan prof.
1 Eérdjmans hébben h;et in den loop dier
eeuwen tegen ide Kath. Kerk beproefd1..
En wie heeft het ond.ersp-it moeiten dél-
env? Niet de Kerk, maar zij. Hij had
schoon gelijk, dje vriend van me,
JAN.
mij al van vroeger bekend.
„Onder de Katholieke afgevaardigden
zijn vele bekwame mannen. Reichens-
berger en von Mallinckrodt zijn reeds
als beteekenisvolle redenaars bekend. In
den 'laatste bewonder ik vooral zijn
scherpe blik, zijn helderheid, zijn war
me Katholieke overtuiging, waaraan hij
zoo h,eerlijk uitdrukking weet te geven.'
Zulke mannen behoeven wij in onzen
tijd, ook om de rechter onzer Kerk te
doen erkennen. Mallinckrodt's bemin
nenswaardig karakter maakt hem gezien
bij alle partijen.
„De kleinste onder alle parlementa
riërs heeft, naar 't mij schijnt, den
meesten aanleg om de grootste te wor
den. Het is de vroegere Haniioversche
minister Windthorst, wiens verschijning
hoogst zonderling is, een machtig hoofd
op een kleine gestalte. Schoon is hij niet
maar 'n man van beteekenis, een van
nature grootsch aangelegde geest. Zijn
antwoord aan graaf von Bismarck op
diens verwijt betreffende het particu
larisme, was edel, slagvaardig en door
tastend. S
„Onze taak zal hier weldra geëin
digd zijn. Eenige feesten, om onze Zuid-
Duitsche broeders te eeren, moeten nog
plaats vinden. Men ©preekt ook van een
bezoek door het Zolparlement te bren
gen aan Kiel, tot bezichtiging der Duit
sche vloot. Dat zal in ieder geval be
langrijk zijn. Voor ons leden van den
Rijksdag, volgen dan nog eenige zit
tingen na het sluiten van het Zolpar
lement. Maar voor Pinksteren komen
wij toch 'klaar.
„Hebt gij niets van Dornick gehoord?
Ik kan mij niet begrijpen dat hij in de
zen ernstigen tijd verre van het vader
land blijft en in den vreemde omzwerft.
ZSju oameg wijst toch op grooter din
gen..
Den laatsten zin las Magna Behren-
berg, Arthur Dornick, die tegenover
haar zat, met schelmschen blik voor.
Hij had haar niet een bezoek, vereerd,
en deelde hem op zijn verzoek het laat
ste schrijven haars broeders mede.
'tV/as een luchtig en behaaglijk ver
trek, de huiskamer van Feldhaus. Door
het geopende venster, van buiten om
lijst door klimplanten, drongen de geu
ren uit den bloementeuin naar binnen
en een aangename temperatuur heersch-
te in dde kamer.
Bij het venster had de jeugdige gast
vrouw plaats genomen; op haar aange
zicht lag een glans van opgewektheid
verspreid. Of de brief dan wel het ba-
TWEEDE KAMER.
V4rgad\ertTtg Van 24 Dei.
Aan de orde is de Oor logs be
groeting. J 1
De Minis t er van Oorlog, de heer
Bosboom, verklaart zich alsnog te
willen neerleggen bij den wensch, ih de
motie-Ter Laan geuit
De heer Ter Laan (S.D.) trekt zijé
motie in. (If
De heer Eland (U.L.) vraagt, of de
Minister zijn tegemoetkomende verkla
ring ten aanzien van' het examen voor
de zesmaanders nog wil uitbreiden. De
Minister vergist zich, wanneer hij| meent
dat er wettelijke bezwaren tegen ziijh.
De Minister kan dit nog niet toen
zeggen; hij moet daaromtrent eerst advi
seurs raadplegen, die er meer van weten
dan de geachte afgevaardigde.
'De heer de Jong ,(U.L.) trekt zijn
motie in, een blijk van vertrouwen wil
lende geven,
De motie-Duymaer van Twist wordt
verworpen met 40 tegen 11 stemmen.
De iheer Roodbuijzen (U.L.) be
pleit gelijkstelling van de vaandeldragers
met de kapelmeesters in rang fin positie.
<De heer Duymaer van "Twist
(AR.) constateert met genoegen, dat de
positie van de sergeanten-majoors is ver
beterd, Jdij mist evenwel voldoende spe
cificatie van tal van posten 'bij dit artikel.
De Minister zegt, dat verschillende
verihoogingen een (gevolg zijtn van salaris -
vermeerdering. Ook heeft hij ridhi venjgi-te
in het aantal schrijvers. Vaandeldrager
zijtn lang niet van zooveel 'belang als
opzichters bij fortificaties, een der cate
gorieën, waarmede de afgevaardigde hen
gelijkstelde.
Die Minister erkent, dat de vaandel
dragers achteigesteld zijn 'hij de hoofd
opzichters der fortificaties, .cahier ge-
lootf hij niet, dat zij zoo onmisbaar zijn.
De hoofdopzichters hebbeni belangrijker
werk te verrichten, waaraan veel Verant
woording is verbondem Zij zjjn dus niet
gelijk te stellen en wanneer nu de hoofd
opzichters meer salaris krijgen, is dit
geen reden om deze veiteoogïng ook te
vragen voor de vaandeldragers.
Die motie-Ter Laan besprekend, wijist
spr. er op, dat er nog vijf lichtingen zijn',
die de derde herhalingsoefening hebben
mee te maken. Dnltl zijln de laatste die
vallen onder de oude militie wet 'Spr.
kan niet anders doem dan de mbfie ont
raden. De manschappen, die thans nog
onder de bepaling vallen, zijtn opgeleid
in een tijd van zeer veel proefnemingen.
De heer R00d'hiuijlzen (UA.) ver
klaart zich teleurgesteld over het ant
woord van den Minister. Dij had meer
sympathie verwacht voor cto vaandel
dragers, Zij staan nu in zeer ongunstige
positie ook tegenover de kapelmeesters,
die allicht veel bijverdiensten hebben.
Spr. dringt nogmaals op verbetering aan.
De Voorzitter stelt voor, de motie-
Ter Laan op een nader te bepalen dag
in stemming te brengen.
De heer Duymaer van Twijst
(A.R.) vraagt stemming over diit voorstel
van den Voorzitter. D;ij wil de punten
stuk voor stuk afhandelen.
|Het voorstel van den Voorzitter, om. de
stemming uit te stellen koimt tn stemming.
Die uitslag is, dat 45 leden zidh hebben
verklaard vóór en 4 leden tegen. Daar
uit blijkt, dat niet het voldoende aantal
leedn aanwezig Is.
Die vergadering wordt tot nadere bijl
eenroeping gesloten.
Gemeenteraad van Wassenaar.
Vergadering van Woensdag 24 Dec.
Ongeveer tien uur werd de vergade
ring geopend. Aanwezig alle leden. De
Voorzitter opent de vergadering. De
notulen worden daarop ongewijzigd
goedgekeurd.
Naar aanleiding van een ingekomen
schrijven, stelt de Voorzitter voor
de Kerkdam op een breedte van 12 M.
te brengen.
De heer v. Pallandt meent dat ver
breeding niet noodig is, daar er drie
verkeerswegen bestaan.
zoek hiervan de oorzaak was, blijft een
vraag.
Zendt Bernard altijd zulke uitvoe
rige brieven, vroeg Dornick op de laat
ste bemerking slechts met een spottend
lachje antwoordend. Bij de heerschende
warmte een verdienstelijke arbeid.
Een werk der broederlijke liefde,
sprak Magna, de papieren zorgvuldig
samenvouwend. Hij weet, hoe wettig
van het openbaar leven tot mij door
dringt en op deze wijze tracht hij nu
in 'dat gemis te voorzien. Ik weet dat
dubbel hoog te schatten, wijl van zijn
arbeid toch veel gevergd wordt. Ais
een der jongste leden van het parlement
heeft men hem gekozen voor het op
stellen van rapporten en weet ik wat al
meer. Hij bemint echter den arbeid, een
leven, alleen om te genieten
Zooals gij zeker thans het mijne
betitelt, viel Dornick haar in de rede.
Waarom op mijn oordeel vooruit
loopen, sprak Magna lachend en rees
op om de blinden te sluiten, daar de
zon begon te branden. Gij hebt het bij
uw terugkeer uit het Zuiden goed ge
troffen. De Meidagen waarop men zich
voor de zon en de warmte beschutten
moet, zijn hier zeer ongewoon.
(Wordt vervolgd.)