BINNENLAND. De Liturgie. Een andere Diaz, neef van den vroe- geren president, bond eindelijk in Fe bruari van dit jaar 'den strijd met hem aan, èn men verwachtte veel van hem, afgaande o-p den naam. Dioch slechts met behulp van den overlooper Huerta, tot ontzet der bedreigde regeering naar de hoofdstad ontboden, kon hij Madero ten val brengen. "D'och in den helper stak meer het bloed van zijn grooten oom dan in Felix Diaz zelf, die zich vreedzaam liet verdringen en met een mooi schijnend eerepost,e uit het land sturen. Sindsdien speelde Huerta, ofschoon slechts den titel aannemend van waar nemend president, op zijln beurt den dic tator, na veel uitstellen slechts verkie zingen uitschrijvend voor 'de leus, die hij toch, wanneer ze niet gunstig voor hem zouden uitloopen, niet in het minst zou tellen. Hij zit eenmaal op het kus sen en „een knap man, die me er af haalt", denkt hij. De Vereenigde Staten zouden dit nu willen probeeren, hebben althans met een ultimatum, dat later weer geen ul timatum genoemd is, zijn aftreden ge- ëischt, doch ^Huerta is van plan hun nul op het rekest te geven en stilletjes te doen wat hem zelf goeddunkt. En wie zal het hem beletten? De V. S. We zullen zien. V. YV eekpraatje. jW;at een geweldige tegenvaller voor de socialisten in Amsterdam 111! Wat zij allerminst hadden verwacht in het zoogenaamde door de wol ultrarood ge verfde district Amsterdam III, is ge- sdhied. Waar het als van zelf sprak, dat de roode candidaat er bij eerste stem ming kwam, daar is nu herstemming tusscben den concentratie-man Otto en den socialist Oudegeest. Je kunt er zeker van zijn, dat de roode broeders nu allies op haren en snaren zuilen zetten óm „hun" district weer in jianden te krijgen. Maar 'de concentratie zal ook niet bij de pakken gaan neerzitten. En de redht- sche partijen? Een definitieve beslissing is nog niet gekomen. Het A. R. hoofd orgaan de „Standaard" raadt onthouding aan, de Christ.-Hist. „Nederlander" voelt er veel voor om den concentratie-man te steunen tegenover den man der spoor wegstaking, Oudegeest. De Katholieke bladen zijn niet alle van eenzelfde oor deel. Eenige zijn het eens met de „Stan daard", andere met de „Nederlander". Mij staat de meening van die bladen, welke onthouding adviseeren, het beste aan. Die vrijzinnige heeren hebbeni er niet de minste aanspraak op, dat, ten behoeve van hun candidaat, onzerzijds één hand wordt uitgestoken, één voet wordt verzet. Hoe het ook zij, hoe de uit slag der herstemming ook afloope, de verhouding tusschen de concentratie en de sociaal-democratie wordt er niet beter op. Het „Volk" is woest op de concentratie, die aan de sociaal-demo craten hun vasten zetel wil afsnoepen. Laat ze maar ruzie maken; waar twee honden vechten om een beeft, enz..,.. Die concentratie draagt trouwens anders niets dan de schade en de schande barer houding bij de verkiezingen, toen zij samenspande èn samenschool met de vijanden van den Staats,. Sapperloot, dat is waar ook, hoe durft een Kaliholiek praten over „vijlanden van den Staat"? Prof. Eerdmans en die kan het weten heeft herhaaldelijk en ook nog slechts eenige weken geleden hier in'Leiden ons, Katholieken, er van beschuldigd, dat juist wij staatsgevaar lijke individuen zijn. Maar na dien tijd is er echter een andere geleerde opge staan, en een, die minsterts even weinig sympathie voor de Katholieke Kerk heeft als onze Leidsche professor, nl. de voor zitter der Evangelische Maatschappij:, dr. C. Hille Ris Lambers. Deze nogmaals van geen verborgen sympathieën te verdenken schrijver, getuigt in de „Pro testant"! dat 3]ij „in het algemeen de Roomsch-Katholieken als goede staats burgers" erkent Die uitspraak kan ons misschien nog wel eens 'den een of anderen keer te pas komen. Laten we ze maar zorgvuldig bewaren! De heeren zullen er zeker niet gestidht over zijln, als wij er gebruik van zouden maken, evenr min als de liberale pers het aardig vindt, dat bij de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting de Loge ter sprake is gebracht. De „N. R. Crt." spreekt van .„kinderachtige beuzelpraat". Maar wij weten wel heter, dat de Loge een internationaal gezelschap L, d„t pvera; en ten allen tijde tegen den godsdienst en vóór de vrijzinnigheid was. En zou dat hier te lande n.et zoo zijn? Jongen, wat heb ik men vergeve mij den groo.en sprong van de week een buitenmenschen in den Leidschen schouwburg gezien! Ze kwamen ge nieten van het „Teeken des Kruises". Nu, als er altijd zulke tooneelkunst werd gegeven, zouden de Katholieken met allie liefde hun stem willen geven voor "het aan dien schouwburg gegeven subsidie. Dit is echter niet zoo. Er wordt maar al te veel op de planken gebracht, wat den toets eener op Christelijke begin selen geschoeide critiek niet kan door staan. Ik wilde dit even opmerken; een of andere bezoeker moest eens denken, dat het meestal in dien schouwburg dergelijke goede stukken zijn, die het publiek worden voorgezet. Dan sloeg hij de plank echter heelemaal mis. Daar er in dezen tijd bij de be grootingen in de gemeenteraden, en op allerlei slag van vergaderingen zoo veel wordt gepraat, zullen wijf nu eens weinig vertellen. Variatio delectat af wisseling ihoudt den smaak erin. JAN. Onbetaalde rekeningen. In „De Middenstandsbond" schrijft de heer J. S. Meuwsen over onbetaalde rekeningen. Hij haalt de ook door ons vermelde advertentie in een Haagsch blad aan, waarin een zaakwaarnemer óe klanten van een dameshoedenzaak ver zocht hare rekeningen te betalen opdat zijn cliënteele niet failliet verklaard zou worden. Dan vervolgt de heer M. aldus: „Beseft men wel, wat het zeggen wil, voor een eerlijk man (of vrouw) aan het hoofd van een zaak staande, met onmid dellijke faillietverklaring bedreigd te worden, wegens nietbetaling van een lut tel bedrag als f125, terwijl vorderin gen op gegoede cliënteele, meer dan twintigvoud daarvan bedragende, jaren lang in de boeken open staan, zonder dat men het wagen durft die klanten om betaling hunner schulden aan te spre ken." En verder: „Hier behoeft demiddenstand niet ootmoedig aan de Regeering om tus- schenkomst te verzoeken, hier kan de middenstand zelf ingrijpen. Daartoe is echter noodig, dat de lauwe en dikvvijls bange laksheid worde afgelegd. Hier moeten de kapitaalkrachtige 'middenstan ders hand aan hand gaan met hunne zwakkere collega's en deze laatste op hun beürt ook toetreden tot de organi saties van hunne collega's. „Aan de middenstandsvereenigingen zij' dan verder de taak toebedeeld, om op de wijze zooals reeds verschillende middenstandsvereenigingen dit deden, den handschoen op te nemen voor het goed recht van den middenstand en op behoorlijken korten termijn betaling van zijn geleverde ware of zijn verrichte werkzaamheden te verkrijgen. „En ten slotte de plicht van het koa- pende publiek. Meer en meer moet de overtuiging toch veld winnen, dat er iets onbehoorlijks is, wanneer men iets ge kocht heeft of werkzaamheden hfeeft la ten verrichten en door de betaling daar van jaren uit te stellen tegelijkertijd het genot van het bezit van het artikel en van het geld heeft. Laat de annonce uit de „Haagsche Courant" bij' velen de oogen doen opengaan, van onwillens ge Tweede Blad, behoorende jij De Leidsche Courant van Saterdag 8 Nov. no. 1241, De Week in net bu.ienland. 1 Na Brunswijk, dat het zoo lang met iet regentschap heeft moeten aoen en idh nu weer gelukkeg voelt in het bezit an een eigen vorst, is deze week ook ieieren aan de 'beurc gekomen. iWjas ech- 1 er voor Brunswijik de reden van Jiet egentsChap gelegen in de nog frissche der Cumberlands, die hun aan- praken op den troon van Hannover niet 'vilden laten varen, en wekte die riva- 'iteit, die de troonsbestijging in Bruns- 'vijk belette, nog wel een idee van rid- lerlijk'heid, in Beieren was de reden een erschrikkelijlke, die slechts medelijden Vekte met den diep beklagenswaardigen Jirfgenaam van den troon. Ottoi I toch, 3 lie in 1886 zijn broer Ludwigb II op- olgde op den troon van Beieren, is zich Vel nimmer zijne koninklijke waardigheid iewust geweest. De donkere sluier der rankzinniglheid, die zjjn verstand om was hem wel geen beletsel vol gens de grondwet den troon te bestij- en, docih de regeering heeft hij nimmer daadwerkelijk mogen voeren. Zoo goed ls voor zijn eveneens krankzimnigeh broeder in diens laatste levensjaren, deed it voor hem zijn oom Luitpold. Ruim <!5 jaren had deze onhoudbare toestand, vaaraan de op zich zelf wel mooie idet I an ihet koningsahap bij Gods genade Beieren belette een éinde te makm, II oortgeduurd, toen de oude regent kwam e sterven. En nu al aanstonds werd Me vraag aan de orde gesteld of het niet Meter was, nu de gelegenheid zich aan- Mood, de wanverhouding op te heffen. l'an den nieuwen prins-regent Ludwig ad men een staatsgreep verwacht, docb retrouw eerste dienaar zijns volks, wilde leze zich niet door onrecht verschaffen, vat het volk als zijn rechtvaardig bezit em toedacht En zoo bleef de zaak weer slepende, .loewel steeds van alle kanten bekeken, eot nu eindelijk een nieuwe wet op-het egentsChap de mogelijkheid voor de ang gehoopte oplossing open stelde. De ingeneeslijk verklaarde vorst, al zal hij iok de titels zijner geërfde waardigheid 'r ilijVen voeren, zal door een nieuwen toning opgevolgd worden, die de lustei? jj en rechten zal krijgen van de kroon, iraarvan hij de plichten en lasten slechts Iroeg, Vreedzaam en zonder rechten met voe- en te treden heeft hier 'dus een nieuwe n geliefde vorst, den ouden, onbeken- j en, onbeminden, slechts diep beklaagden ervangen. Hij drage zijn met eere ver- j irorven kroon in lange vredejaren. j Minder vlug en tegeiijk minder vreed- e aam gaat het nog steeds met de re geringswisseling in Mexico, die weer jien nieuwe fase is ingetreden door het j latste optreden van de Vereenigde Sta- e en, dat nog tot rare dingen in het verre resten leiden kan. De tweejarige ellende-geschiedenis van iet door gestage revoluties getijsierde "i'nd staat een ieder nog heider voor 'en geest. De oude Porfirio Diaz, die ijzeren dictatorsvuist de teugels van et bewind strak had gespannen gehou- Bi. die gee»n 'enkele maCht naast zich ,!dde, werd plotseling door de revo- "Bonaire beweging, in het Noorden door ïl ;fJero begonnen,,genoodzaakt de vlucht nemen ver van zijin land. .En Madero, 's verreweg de beste van het plunde» Jnde bandietentroepje van rebeLenaan- oeders, die zich als kampioen "der on- erdrukte landarbeiders had opgeworpen, ivas de waardigste om den presidents- etel in Mexico in te nemen. Doch de zeren vuist van den verjaagden dictator 31 ntbrak hem om het land tot rust te ngen en in alle hoeken bileef het ;>'oer smeulen, om telkens weer hoog te laaien. XXI. De November-maand. Uit de liturgie der .Kerk spreekt dui- J lelijk tot ons het dogma- der Kerk. vaarin ons geleerd wordt de gemeen- >cnap der heiligen, d. w. z. der zaligen M s den hemel, der lijdenden i»n> het vage- uur en der strijdenden op de aarde, p ederen dag begint de priester aan het iltaar zijn Misotter onder aanroeping van ie heiligen, wier gebeente in het altaar 'USL in verscnillende gedeelten der Wis bidt hij tot de meest glorievolle .li neiligen en den heilige van den dag. •Ln stelt dezen op als een hemelsdhien Hofstoet rondom den troon van dei? Sacramenteelen Christus. Door de heili gen, die Christus omringen als hun Ko- Hing en het Doel van 'hun streven en at beminnen, leeren wijl Hem zoeken als Ijzen Middelaar, naar 'der jieiijgen roemk 0 voorbeeld. 'Gelijk wij den onbe- betten luister der ^on aanschouwen ii? jjei net onbewogen en klare water, zoo zien j{* ffjj Gods oneindige heiligheid weerschar iliiwd In het smetteiooze leven 'der hei- 0 -gen. Als in een spiegel zien wijl Gods 1 "eerlijkheden weerkaatst in de deugden- jh schittering 'zijner heilagen. Nooit echter wordt ons de gemeen- schap der heiligen één Kerk, in drie deelen, de strijdende, de lijdende en de zegepralende zoo> levendig voor oogei) gesteld als in de Novembermaand, waar- in op het feest van Allerheiligen onmid dellijk volgt de Allerzielen-gedacntenis. Den eenen dag smeeken wij tom der zaligen voorspraak, terwijl! wij den voL- genden dag zelf voorsprekers zijn bij den troon van God voor de in het vage vuur boetende zielen. Den eenen dag zingt de Kerk uit de vreugde der he melen, breed en lang, hoog en laag,, rekkend en Herhalend hare juichtonen de inzet der Mis, de Introïtus, j* al vol triumpiieerenden jubel in het „Gaudeamus omrits in Domino, diem festum celebrantes, sub honore Sancto rum omnium" (Laten wijl ons venieugen in den Heer, een feestdag vierend ter eere van alle Heiligen) terwijil dien eigen avond nog de lichten en de kleuren der feest'hymnen en lofzangen verkwijnen en verbleeken, en worden ingezet, vol bedwongen droefheid en. smartelijk smee ken, de Vespers van den volgenden dag, den dag der dooden, het Allerzielen. Maar uit de dooden-liturgie der Kerk spreekt niet de droefheid der heidenen, die geen geloof hebben en wier droefenis daarom geen grenzen kent, niet de wan- hoopssmart van hen, die zioh hun dooden voorstellen als teruggezonken in het niet. Neen, de droefheid wordt bedwongen door de gedachte aan Gods barmhartig heid en de smart lost zich op in een smeekbede. I In de Vespers der overledenen bidt de Kerk: „Barmhartig is de Heer en rechtvaardig, en onze God heeft erbar ming." En verder: „Mijne hulp komt van den Heer, Die hemel) en aarde ge maakt heeft." En herhaaldelijk: „Zoo Gij de ongereciitigheden in acht neemt, o Heer! Heer, wie zal dan bestaan?" En in de Metten der Overledenen bidt de Kerk de heerlijke, troostrijke psalm „Gelijk een hert naar de waterbronnen smacnt, zoo smacht mijne zieli naar U, o God. Mijne ziel dorst naar den machtigen, den levenden God; wanneer zS.1 ik ko men en verschijnen voor Gods aan gezicht? Mijne tranen zijn mijne spijs gewoi den, dag* en nacht; daar men, dag aan dag, tot mij zegt: [Wlaar is uw God? Ik denk er aan en mijn hart smelt er b:ij weg hoe ik opging naar de plaats der heerlijke tente, naar het huis van God. Onder gejuich en lofgezang, onder "de feestvierende menigte. (Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel, en waarom ontrust gij mij? Betrouw op God! Want ik zat Hem nog loven (zeggende)Gij zijt mijn heil, en mijn God." t pleegd onrecht en de oude rekeningen, welke nog onbetaald liggen, onverwijld doen betalen." G. J. van Swaay. De heer Prof. G .J.^van Swaay ei., gisteren gekozen tot lid van de Eerste Kamer, behaalde in het j,aar 1889 aan de voormalige Polytechnische school te Delft, zijn diploma als ingenieur. Daar na was hij enkele jaren als assistent verbonden aan die school, totdat op 1 Januari 1893 zijn benoeming tot lee- raar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Winterswijk volgde. Bij Kon. Besl. van 11. Juni 1894 werd de heer Van Swaay benoemd tot lee- raar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Tilburg, op 3 November 1897 tot tij delijk leeraar in de natuurkunde aan de polytechnische school te Delft, op 1 Fe bruari 1898 volgde zijn definitieve aan stelling en den 6den Juli 1904 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de electro- techniek aan de polytechnische scljool, welke in 1905 in de technische hooge- school werd omgezet. Bekend mag worden geacht, dat prof. Van Swaay dezen zomer herkozen werd tot lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland en later gekozen .is tot lid van Gedeputeerde Staten dier pro vincie, welke betrekking niet vereenig- baar werd geacht met die van hooglee raar aan de Technische Hoogeschool. Prof. Van Swaay is lid van de Staats commissie voor de electriciteits-voorzie ning, ingesteld bij Kon. Besluit van 14 Juli 1911. Zijn werken op electrotechnisch ge bied, worden, alhoewel niet algemeen bekend, in de vakkringen algemeen ge waardeerd. R.K. Platteland. In het Bisdom 's Bosch is een organi satie tot stand gekomen, voor de min- gegoede plattelanders, die genoemd wordt „R.-K. Platteland".. Deze orga nisatie werd 29 October 1.1. door Mgr., v. d. Ven goedgekeurd. Deze vereeniging stelt zich ten doel de godsdienstige maatschappelijke en stoffelijke belangen te bevorderen der mingegoede Plattelanders, die deze ver eeniging vormen. Zij tracht dit doel te bereiken door: lo. het bevorderen der godsdienstige en maatschappelijke belangen en de ont wikkeling der leden, door godsdienstige oefeningen, godsdienstige en sociale voordrachten, verspreiding van goede lectuur, bevordering van het Duitsch Missiewerk enz. 2o. door het krachtig bevorderen van R. K. Standsorganisatie, door het Bis schoppelijk Igezag lerkend, onder de ledjen en, door de leden afzonderlijk of bij groepsgewijze daartoe te brengen, in zooverre zij voor aansluiting bijl deze or ganisatie in aanmerking komen; 3o. door het oprichten en instandhou den onder" de leden van afdeelingen of deelen van afdeelingen ter behartiging van stoffelijke zaken als: a. Ziekteverzekering; b. Geneeskundige behandeling; c. Ziekenverpleging; d. Geitenfokkerij; e. Geiten verzekering; f. Varkensfokkeriji; g. Varkensverzekering; h. Pluimveefokkerij; i. Konijnenfokkeriji k. Coöperatieve aan- of verkoopi; 1. Tuinbouw (Floralia) m'. Huisvlijt; n. Arbeidsbemiddeling ,en Werkver schaffing. 4o. door het verschaffen van ver edelende ontspanning aan de leden; 5o. door aansluiting bij eene Centrale Diocesane Vereeniging: „R. K. Platte land" 6o. door de verdere werken, die aan de bereiking van het doel der Vereeni ging bevorderlijk zijn. Nederlaiidsche Handelshoogeschool. Hedenmiddag had plaats de opening van de NederL Handelshoogeschool te Rotterdam. De leiding van de plechtig heid was in handen van den heer A.G. Kröller, president van den raad van be heer, dip de aanwezigen verwelkomde. Die plechtigheid werd bijgewoond door de Ministers van 'Binnen- en van Biuitenr landsdhe Zaken*en van Landbouw, Han del en Nijverheid, en verder door den Commissaris der Koningin in Zu/id-Hol- land, baron Sweerts de Landas Wy- yborgh, en het col.ege van Ged. Staten van Zuid-Holiand, {net den griffier. De Minister van Binnen!» ZaKen, mr. Cort van der Linden, hield een rede, waarin hij de opening dezer hoogeschool van bijzonder belang, noemde, vooreerst omdat zij haar ontstaan dankt aan het particulier initiatief van energieke en ver lichte mannen. Hij wees er daarbij op, dat organisaties, die de algemeene 'be langen van den Staat bevorderen, steun en leiding en voorlichting van de Regee ring mogen eisohen. Een handelshoogeschool is een onmis bare schakel in het systeem van ons onderwijs. In den handel kan men niet meer door toepassing van eenvoudige formules zelfstandig besluiten nemen of uitvoeren. Diat kan men alleen indien men geleerd heeft de algemeene beginselen, die de ervaring uit wisselende omstan digheden afleidt. Dat is de 'taak der handelshoogeschool. Na uiteengezet te hebben, dat de han delshoogeschool staat tusschen de Uni versiteit en de middelbare en lagere vakscholen en dat het gëheele .systeem van het onderwijs moet worden eene organisatie, die in al hare deelen ver band houdt met de zich organisch -vor mende maatschappij, wees de Minister erop, dat het een Nederlandsche hoogeschool is, die hier staat geopend te worden, die niet alleen aan den 'Rotter- damschen handel ten goede zal komen. Maar de vooruitgang van Rotterdam, de voortvarendheid en durf van den Rotter- damsdhen handel en de Rotterdamsahe ondernemingsgeest scheppen invloeden, die voor het welslagen van deze inrich ting van onschatbare waarde zijn. En omgekeerd is de vestiging van deze in stelling te Rotterdam een voorrecht voojt die stad. Ten blijke van haar hooge waardeering van al hetgeen door het particulier initia tief is gedaan in het publiek belang, heeft de Regeering den man willen eeren, die meer dan een ander tot het welslagen dezer onderneming heeft bijgedragen. Het verheugt den Minister daarom, te kunnen mededeelen, dat H. M. de Koningin den heer van Stoik heeft benoemd tot ridder in de orde van den Nederll Leeuw. De Minister verklaarde hierop de NederL Handelshoogeschool te Rotter dam voor geopend. Voorts werd het woord gevoerd door de heeren dr. IX Bos, president-curator, prof. dr. G. W|. J. Bruins, rector-magnir ficus van de Handelshoogeschool; den burgemeester van Rotterdam, den vice- voorzitter der Rotterd. Kamer van Koop handel (de voorzitter, de heer E. P. de Monchy, is ongesteld) en prof. dr. Qt Jelgersma, rector-magnificus der Leid sche hoogeschooL STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Waterstaatsbegrooting. Voorloopig verslag. Aan het voorloopig verslag betreffen de de W'aterstaatsbegrooting ontleenen we: Opnieuw werd de wensch uitgespro ken, dat gevolg zou worden gegeven aan de voorstellen, door de commissie van enquête omtrent het tramwegpersoneel gedaan. De rechtspositie en de arbeids voorwaarden laten veel te wensdhen over en (de izorg voor veiligheid en gezondheid is onvoldoende. Een gezonde ontwikke ling van de organisatie van het tramper soneel (Wordt, op leen enkele uitzondering na, door de directies, vereenigd in de Maar het treffendst en het diepst) van zin en beteekenis zijn de Misgebeden. In het Epistel herinnert de Kerk eraan, dat geen troostrijker gedadhte ons bij het afsterven onzer dierbaren kan bemoedigen dan de vaste hoop der glo rievolle verrijzenis, welke aan de ware Christenen zoo stellig wordt beloofd: „Broeders, wij willen niet, dat gij on wetend zijt aangaande de ontslapenen, opdat gij u niet bedroeft gelijk de overi gen (de heidenen), die geen hoop heb ben. .Want gelijk, naar wij, gelooven, Jesuis is gestorven en verrezen, evenzoo zal ook God degenen, die in ^esus ont slapen zijn, opwekken en met "riem ver eenigen." In de Sequentia dat meester werk van een Franciscaansdhern dichter uit de dertiende eeuw de j,Dies irae, dies ilia" .(Dag van toorn, dag van wrake) wordt de geheele wereld ten oordeel geroepen: De wereld vergaat, de dooden staan op, de Rechter ver- sdhijnt; alles, wat tot nu toe verborgen was, wordt klaar als de dag, en met het schaamrood op de wangen zinken wij voor den Reahterstoel neder; niet om te wanhopen,, wan't wijt, Jevenden. leven nog in den tijd van genade en erbarming, maar om vergeving af tc smeeken door de verdiensten van onzen goddeiijken Zaligmaker vergeving vooral voor de geloovige zielen. Bij de Offerande, in het Off er to riu.m, smeekt de Kerk: „Heer Jesus Christus, Koning van glorie, bevrijd de zielen van al de over ledene géloovigen van de pijnen des vagevuurs en van den diepen jammer poel: Xerlos haar uit den muil des leeuws, dat de afgrond haar _,niet in- zvvelge, en zij niet verzinken in de plaats der duisternis, maar dat Uw vaandrig, de H. Michaël, haar opvoere tot het heilig licht, dat Gij eertijds beloofd hebt aan Abraham en aan diens nakomellng- sahap. Offeranden en lofgebeden dragen wij U op, o Heer; aanvaard Gij ze voor die zielen, waarvan wij heden gedachte nis houaen; doe haar, o> Heer, van den dood overgaan tot het leven." Hoevelen zijn er, die helaas de lessen der Kerk in de Dooden-liturgie, vooral die in de "M.is-gebeden, niet verstaan de lessen, die de Kerk geeft in haar onvolprezen liturgische wijsheid, als „meesteresse van den meest verheven goeden smaak, van het edelste, fijn ge voel en van het diepste besef der ont zaglijke waarheden." Dat zij in .deze November-maand, de maand der dooden, tradhten die heerlijk heden dieper te doorgronden en beter te waardeeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3