BINNENLAND.
De Liturgie.
Een andere Diaz, neef van den vroe-
geren president, bond eindelijk in Fe
bruari van dit jaar 'den strijd met hem
aan, èn men verwachtte veel van hem,
afgaande o-p den naam. Dioch slechts
met behulp van den overlooper Huerta,
tot ontzet der bedreigde regeering naar
de hoofdstad ontboden, kon hij Madero
ten val brengen. "D'och in den helper
stak meer het bloed van zijn grooten
oom dan in Felix Diaz zelf, die zich
vreedzaam liet verdringen en met een
mooi schijnend eerepost,e uit het land
sturen.
Sindsdien speelde Huerta, ofschoon
slechts den titel aannemend van waar
nemend president, op zijln beurt den dic
tator, na veel uitstellen slechts verkie
zingen uitschrijvend voor 'de leus, die
hij toch, wanneer ze niet gunstig voor
hem zouden uitloopen, niet in het minst
zou tellen. Hij zit eenmaal op het kus
sen en „een knap man, die me er af
haalt", denkt hij.
De Vereenigde Staten zouden dit nu
willen probeeren, hebben althans met
een ultimatum, dat later weer geen ul
timatum genoemd is, zijn aftreden ge-
ëischt, doch ^Huerta is van plan hun
nul op het rekest te geven en stilletjes
te doen wat hem zelf goeddunkt. En
wie zal het hem beletten? De V. S.
We zullen zien. V.
YV eekpraatje.
jW;at een geweldige tegenvaller voor
de socialisten in Amsterdam 111! Wat
zij allerminst hadden verwacht in het
zoogenaamde door de wol ultrarood ge
verfde district Amsterdam III, is ge-
sdhied. Waar het als van zelf sprak, dat
de roode candidaat er bij eerste stem
ming kwam, daar is nu herstemming
tusscben den concentratie-man Otto en
den socialist Oudegeest. Je kunt er zeker
van zijn, dat de roode broeders nu allies
op haren en snaren zuilen zetten óm
„hun" district weer in jianden te krijgen.
Maar 'de concentratie zal ook niet bij
de pakken gaan neerzitten. En de redht-
sche partijen? Een definitieve beslissing
is nog niet gekomen. Het A. R. hoofd
orgaan de „Standaard" raadt onthouding
aan, de Christ.-Hist. „Nederlander" voelt
er veel voor om den concentratie-man
te steunen tegenover den man der spoor
wegstaking, Oudegeest. De Katholieke
bladen zijn niet alle van eenzelfde oor
deel. Eenige zijn het eens met de „Stan
daard", andere met de „Nederlander".
Mij staat de meening van die bladen,
welke onthouding adviseeren, het beste
aan. Die vrijzinnige heeren hebbeni er
niet de minste aanspraak op, dat, ten
behoeve van hun candidaat, onzerzijds
één hand wordt uitgestoken, één voet
wordt verzet. Hoe het ook zij, hoe de uit
slag der herstemming ook afloope, de
verhouding tusschen de concentratie en
de sociaal-democratie wordt er niet
beter op. Het „Volk" is woest op
de concentratie, die aan de sociaal-demo
craten hun vasten zetel wil afsnoepen.
Laat ze maar ruzie maken; waar twee
honden vechten om een beeft, enz..,.. Die
concentratie draagt trouwens anders
niets dan de schade en de schande
barer houding bij de verkiezingen, toen
zij samenspande èn samenschool met de
vijanden van den Staats,.
Sapperloot, dat is waar ook, hoe durft
een Kaliholiek praten over „vijlanden van
den Staat"? Prof. Eerdmans en die
kan het weten heeft herhaaldelijk en
ook nog slechts eenige weken geleden
hier in'Leiden ons, Katholieken, er van
beschuldigd, dat juist wij staatsgevaar
lijke individuen zijn. Maar na dien tijd
is er echter een andere geleerde opge
staan, en een, die minsterts even weinig
sympathie voor de Katholieke Kerk heeft
als onze Leidsche professor, nl. de voor
zitter der Evangelische Maatschappij:, dr.
C. Hille Ris Lambers. Deze nogmaals
van geen verborgen sympathieën te
verdenken schrijver, getuigt in de „Pro
testant"! dat 3]ij „in het algemeen de
Roomsch-Katholieken als goede staats
burgers" erkent Die uitspraak kan ons
misschien nog wel eens 'den een of
anderen keer te pas komen. Laten we
ze maar zorgvuldig bewaren! De heeren
zullen er zeker niet gestidht over zijln, als
wij er gebruik van zouden maken, evenr
min als de liberale pers het aardig vindt,
dat bij de algemeene beschouwingen over
de Staatsbegrooting de Loge ter sprake
is gebracht. De „N. R. Crt." spreekt
van .„kinderachtige beuzelpraat". Maar
wij weten wel heter, dat de Loge een
internationaal gezelschap L, d„t pvera;
en ten allen tijde tegen den godsdienst
en vóór de vrijzinnigheid was. En zou
dat hier te lande n.et zoo zijn?
Jongen, wat heb ik men vergeve
mij den groo.en sprong van de week
een buitenmenschen in den Leidschen
schouwburg gezien! Ze kwamen ge
nieten van het „Teeken des Kruises".
Nu, als er altijd zulke tooneelkunst werd
gegeven, zouden de Katholieken met allie
liefde hun stem willen geven voor "het
aan dien schouwburg gegeven subsidie.
Dit is echter niet zoo. Er wordt maar
al te veel op de planken gebracht, wat
den toets eener op Christelijke begin
selen geschoeide critiek niet kan door
staan. Ik wilde dit even opmerken; een
of andere bezoeker moest eens denken,
dat het meestal in dien schouwburg
dergelijke goede stukken zijn, die het
publiek worden voorgezet. Dan sloeg hij
de plank echter heelemaal mis.
Daar er in dezen tijd bij de be
grootingen in de gemeenteraden, en op
allerlei slag van vergaderingen zoo
veel wordt gepraat, zullen wijf nu eens
weinig vertellen. Variatio delectat af
wisseling ihoudt den smaak erin. JAN.
Onbetaalde rekeningen.
In „De Middenstandsbond" schrijft
de heer J. S. Meuwsen over onbetaalde
rekeningen. Hij haalt de ook door ons
vermelde advertentie in een Haagsch
blad aan, waarin een zaakwaarnemer óe
klanten van een dameshoedenzaak ver
zocht hare rekeningen te betalen opdat
zijn cliënteele niet failliet verklaard zou
worden. Dan vervolgt de heer M. aldus:
„Beseft men wel, wat het zeggen wil,
voor een eerlijk man (of vrouw) aan het
hoofd van een zaak staande, met onmid
dellijke faillietverklaring bedreigd te
worden, wegens nietbetaling van een lut
tel bedrag als f125, terwijl vorderin
gen op gegoede cliënteele, meer dan
twintigvoud daarvan bedragende, jaren
lang in de boeken open staan, zonder
dat men het wagen durft die klanten
om betaling hunner schulden aan te spre
ken."
En verder:
„Hier behoeft demiddenstand niet
ootmoedig aan de Regeering om tus-
schenkomst te verzoeken, hier kan de
middenstand zelf ingrijpen. Daartoe is
echter noodig, dat de lauwe en dikvvijls
bange laksheid worde afgelegd. Hier
moeten de kapitaalkrachtige 'middenstan
ders hand aan hand gaan met hunne
zwakkere collega's en deze laatste op
hun beürt ook toetreden tot de organi
saties van hunne collega's.
„Aan de middenstandsvereenigingen
zij' dan verder de taak toebedeeld, om
op de wijze zooals reeds verschillende
middenstandsvereenigingen dit deden,
den handschoen op te nemen voor het
goed recht van den middenstand en op
behoorlijken korten termijn betaling van
zijn geleverde ware of zijn verrichte
werkzaamheden te verkrijgen.
„En ten slotte de plicht van het koa-
pende publiek. Meer en meer moet de
overtuiging toch veld winnen, dat er iets
onbehoorlijks is, wanneer men iets ge
kocht heeft of werkzaamheden hfeeft la
ten verrichten en door de betaling daar
van jaren uit te stellen tegelijkertijd het
genot van het bezit van het artikel en
van het geld heeft. Laat de annonce uit
de „Haagsche Courant" bij' velen de
oogen doen opengaan, van onwillens ge
Tweede Blad, behoorende
jij De Leidsche Courant van
Saterdag 8 Nov. no. 1241,
De Week
in net bu.ienland.
1 Na Brunswijk, dat het zoo lang met
iet regentschap heeft moeten aoen en
idh nu weer gelukkeg voelt in het bezit
an een eigen vorst, is deze week ook
ieieren aan de 'beurc gekomen. iWjas ech-
1 er voor Brunswijik de reden van Jiet
egentsChap gelegen in de nog frissche
der Cumberlands, die hun aan-
praken op den troon van Hannover niet
'vilden laten varen, en wekte die riva-
'iteit, die de troonsbestijging in Bruns-
'vijk belette, nog wel een idee van rid-
lerlijk'heid, in Beieren was de reden een
erschrikkelijlke, die slechts medelijden
Vekte met den diep beklagenswaardigen
Jirfgenaam van den troon. Ottoi I toch,
3 lie in 1886 zijn broer Ludwigb II op-
olgde op den troon van Beieren, is zich
Vel nimmer zijne koninklijke waardigheid
iewust geweest. De donkere sluier der
rankzinniglheid, die zjjn verstand om
was hem wel geen beletsel vol
gens de grondwet den troon te bestij-
en, docih de regeering heeft hij nimmer
daadwerkelijk mogen voeren. Zoo goed
ls voor zijn eveneens krankzimnigeh
broeder in diens laatste levensjaren, deed
it voor hem zijn oom Luitpold. Ruim
<!5 jaren had deze onhoudbare toestand,
vaaraan de op zich zelf wel mooie idet
I an ihet koningsahap bij Gods genade
Beieren belette een éinde te makm,
II oortgeduurd, toen de oude regent kwam
e sterven. En nu al aanstonds werd
Me vraag aan de orde gesteld of het niet
Meter was, nu de gelegenheid zich aan-
Mood, de wanverhouding op te heffen.
l'an den nieuwen prins-regent Ludwig
ad men een staatsgreep verwacht, docb
retrouw eerste dienaar zijns volks, wilde
leze zich niet door onrecht verschaffen,
vat het volk als zijn rechtvaardig bezit
em toedacht
En zoo bleef de zaak weer slepende,
.loewel steeds van alle kanten bekeken,
eot nu eindelijk een nieuwe wet op-het
egentsChap de mogelijkheid voor de
ang gehoopte oplossing open stelde. De
ingeneeslijk verklaarde vorst, al zal hij
iok de titels zijner geërfde waardigheid
'r ilijVen voeren, zal door een nieuwen
toning opgevolgd worden, die de lustei?
jj en rechten zal krijgen van de kroon,
iraarvan hij de plichten en lasten slechts
Iroeg,
Vreedzaam en zonder rechten met voe-
en te treden heeft hier 'dus een nieuwe
n geliefde vorst, den ouden, onbeken-
j en, onbeminden, slechts diep beklaagden
ervangen. Hij drage zijn met eere ver-
j irorven kroon in lange vredejaren.
j Minder vlug en tegeiijk minder vreed-
e aam gaat het nog steeds met de re
geringswisseling in Mexico, die weer
jien nieuwe fase is ingetreden door het
j latste optreden van de Vereenigde Sta-
e en, dat nog tot rare dingen in het verre
resten leiden kan.
De tweejarige ellende-geschiedenis van
iet door gestage revoluties getijsierde
"i'nd staat een ieder nog heider voor
'en geest. De oude Porfirio Diaz, die
ijzeren dictatorsvuist de teugels van
et bewind strak had gespannen gehou-
Bi. die gee»n 'enkele maCht naast zich
,!dde, werd plotseling door de revo-
"Bonaire beweging, in het Noorden door
ïl ;fJero begonnen,,genoodzaakt de vlucht
nemen ver van zijin land. .En Madero,
's verreweg de beste van het plunde»
Jnde bandietentroepje van rebeLenaan-
oeders, die zich als kampioen "der on-
erdrukte landarbeiders had opgeworpen,
ivas de waardigste om den presidents-
etel in Mexico in te nemen. Doch de
zeren vuist van den verjaagden dictator
31 ntbrak hem om het land tot rust te
ngen en in alle hoeken bileef het
;>'oer smeulen, om telkens weer hoog
te laaien.
XXI.
De November-maand.
Uit de liturgie der .Kerk spreekt dui-
J lelijk tot ons het dogma- der Kerk.
vaarin ons geleerd wordt de gemeen-
>cnap der heiligen, d. w. z. der zaligen
M s den hemel, der lijdenden i»n> het vage-
uur en der strijdenden op de aarde,
p ederen dag begint de priester aan het
iltaar zijn Misotter onder aanroeping van
ie heiligen, wier gebeente in het altaar
'USL in verscnillende gedeelten der
Wis bidt hij tot de meest glorievolle
.li neiligen en den heilige van den dag.
•Ln stelt dezen op als een hemelsdhien
Hofstoet rondom den troon van dei?
Sacramenteelen Christus. Door de heili
gen, die Christus omringen als hun Ko-
Hing en het Doel van 'hun streven en
at beminnen, leeren wijl Hem zoeken als
Ijzen Middelaar, naar 'der jieiijgen roemk
0 voorbeeld. 'Gelijk wij den onbe-
betten luister der ^on aanschouwen ii?
jjei net onbewogen en klare water, zoo zien
j{* ffjj Gods oneindige heiligheid weerschar
iliiwd In het smetteiooze leven 'der hei-
0 -gen. Als in een spiegel zien wijl Gods
1 "eerlijkheden weerkaatst in de deugden-
jh schittering 'zijner heilagen.
Nooit echter wordt ons de gemeen-
schap der heiligen één Kerk, in drie
deelen, de strijdende, de lijdende en de
zegepralende zoo> levendig voor oogei)
gesteld als in de Novembermaand, waar-
in op het feest van Allerheiligen onmid
dellijk volgt de Allerzielen-gedacntenis.
Den eenen dag smeeken wij tom der
zaligen voorspraak, terwijl! wij den voL-
genden dag zelf voorsprekers zijn bij
den troon van God voor de in het vage
vuur boetende zielen. Den eenen dag
zingt de Kerk uit de vreugde der he
melen, breed en lang, hoog en laag,,
rekkend en Herhalend hare juichtonen
de inzet der Mis, de Introïtus, j*
al vol triumpiieerenden jubel in het
„Gaudeamus omrits in Domino, diem
festum celebrantes, sub honore Sancto
rum omnium" (Laten wijl ons venieugen
in den Heer, een feestdag vierend ter
eere van alle Heiligen) terwijil dien
eigen avond nog de lichten en de kleuren
der feest'hymnen en lofzangen verkwijnen
en verbleeken, en worden ingezet, vol
bedwongen droefheid en. smartelijk smee
ken, de Vespers van den volgenden dag,
den dag der dooden, het Allerzielen.
Maar uit de dooden-liturgie der Kerk
spreekt niet de droefheid der heidenen,
die geen geloof hebben en wier droefenis
daarom geen grenzen kent, niet de wan-
hoopssmart van hen, die zioh hun dooden
voorstellen als teruggezonken in het niet.
Neen, de droefheid wordt bedwongen
door de gedachte aan Gods barmhartig
heid en de smart lost zich op in een
smeekbede.
I In de Vespers der overledenen bidt
de Kerk: „Barmhartig is de Heer en
rechtvaardig, en onze God heeft erbar
ming." En verder: „Mijne hulp komt
van den Heer, Die hemel) en aarde ge
maakt heeft." En herhaaldelijk: „Zoo
Gij de ongereciitigheden in acht neemt,
o Heer! Heer, wie zal dan bestaan?"
En in de Metten der Overledenen
bidt de Kerk de heerlijke, troostrijke
psalm
„Gelijk een hert naar de waterbronnen
smacnt, zoo smacht mijne zieli naar U,
o God.
Mijne ziel dorst naar den machtigen,
den levenden God; wanneer zS.1 ik ko
men en verschijnen voor Gods aan
gezicht?
Mijne tranen zijn mijne spijs gewoi
den, dag* en nacht; daar men, dag aan
dag, tot mij zegt: [Wlaar is uw God?
Ik denk er aan en mijn hart smelt
er b:ij weg hoe ik opging naar de
plaats der heerlijke tente, naar het huis
van God.
Onder gejuich en lofgezang, onder "de
feestvierende menigte.
(Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel,
en waarom ontrust gij mij?
Betrouw op God! Want ik zat Hem
nog loven (zeggende)Gij zijt mijn heil,
en mijn God." t
pleegd onrecht en de oude rekeningen,
welke nog onbetaald liggen, onverwijld
doen betalen."
G. J. van Swaay.
De heer Prof. G .J.^van Swaay ei.,
gisteren gekozen tot lid van de Eerste
Kamer, behaalde in het j,aar 1889 aan
de voormalige Polytechnische school te
Delft, zijn diploma als ingenieur. Daar
na was hij enkele jaren als assistent
verbonden aan die school, totdat op 1
Januari 1893 zijn benoeming tot lee-
raar aan de Rijks Hoogere Burgerschool
te Winterswijk volgde.
Bij Kon. Besl. van 11. Juni 1894 werd
de heer Van Swaay benoemd tot lee-
raar aan de Rijks Hoogere Burgerschool
te Tilburg, op 3 November 1897 tot tij
delijk leeraar in de natuurkunde aan de
polytechnische school te Delft, op 1 Fe
bruari 1898 volgde zijn definitieve aan
stelling en den 6den Juli 1904 werd hij
benoemd tot hoogleeraar in de electro-
techniek aan de polytechnische scljool,
welke in 1905 in de technische hooge-
school werd omgezet.
Bekend mag worden geacht, dat prof.
Van Swaay dezen zomer herkozen werd
tot lid van de Provinciale Staten van
Zuid-Holland en later gekozen .is tot
lid van Gedeputeerde Staten dier pro
vincie, welke betrekking niet vereenig-
baar werd geacht met die van hooglee
raar aan de Technische Hoogeschool.
Prof. Van Swaay is lid van de Staats
commissie voor de electriciteits-voorzie
ning, ingesteld bij Kon. Besluit van 14
Juli 1911.
Zijn werken op electrotechnisch ge
bied, worden, alhoewel niet algemeen
bekend, in de vakkringen algemeen ge
waardeerd.
R.K. Platteland.
In het Bisdom 's Bosch is een organi
satie tot stand gekomen, voor de min-
gegoede plattelanders, die genoemd
wordt „R.-K. Platteland".. Deze orga
nisatie werd 29 October 1.1. door Mgr.,
v. d. Ven goedgekeurd.
Deze vereeniging stelt zich ten doel
de godsdienstige maatschappelijke en
stoffelijke belangen te bevorderen der
mingegoede Plattelanders, die deze ver
eeniging vormen.
Zij tracht dit doel te bereiken door:
lo. het bevorderen der godsdienstige
en maatschappelijke belangen en de ont
wikkeling der leden, door godsdienstige
oefeningen, godsdienstige en sociale
voordrachten, verspreiding van goede
lectuur, bevordering van het Duitsch
Missiewerk enz.
2o. door het krachtig bevorderen van
R. K. Standsorganisatie, door het Bis
schoppelijk Igezag lerkend, onder de ledjen
en, door de leden afzonderlijk of bij
groepsgewijze daartoe te brengen, in
zooverre zij voor aansluiting bijl deze or
ganisatie in aanmerking komen;
3o. door het oprichten en instandhou
den onder" de leden van afdeelingen of
deelen van afdeelingen ter behartiging van
stoffelijke zaken als:
a. Ziekteverzekering;
b. Geneeskundige behandeling;
c. Ziekenverpleging;
d. Geitenfokkerij;
e. Geiten verzekering;
f. Varkensfokkeriji;
g. Varkensverzekering;
h. Pluimveefokkerij;
i. Konijnenfokkeriji
k. Coöperatieve aan- of verkoopi;
1. Tuinbouw (Floralia)
m'. Huisvlijt;
n. Arbeidsbemiddeling ,en Werkver
schaffing.
4o. door het verschaffen van ver
edelende ontspanning aan de leden;
5o. door aansluiting bij eene Centrale
Diocesane Vereeniging: „R. K. Platte
land"
6o. door de verdere werken, die aan
de bereiking van het doel der Vereeni
ging bevorderlijk zijn.
Nederlaiidsche Handelshoogeschool.
Hedenmiddag had plaats de opening
van de NederL Handelshoogeschool te
Rotterdam. De leiding van de plechtig
heid was in handen van den heer A.G.
Kröller, president van den raad van be
heer, dip de aanwezigen verwelkomde.
Die plechtigheid werd bijgewoond door
de Ministers van 'Binnen- en van Biuitenr
landsdhe Zaken*en van Landbouw, Han
del en Nijverheid, en verder door den
Commissaris der Koningin in Zu/id-Hol-
land, baron Sweerts de Landas Wy-
yborgh, en het col.ege van Ged. Staten
van Zuid-Holiand, {net den griffier.
De Minister van Binnen!» ZaKen, mr.
Cort van der Linden, hield een rede,
waarin hij de opening dezer hoogeschool
van bijzonder belang, noemde, vooreerst
omdat zij haar ontstaan dankt aan het
particulier initiatief van energieke en ver
lichte mannen. Hij wees er daarbij op,
dat organisaties, die de algemeene 'be
langen van den Staat bevorderen, steun
en leiding en voorlichting van de Regee
ring mogen eisohen.
Een handelshoogeschool is een onmis
bare schakel in het systeem van ons
onderwijs. In den handel kan men niet
meer door toepassing van eenvoudige
formules zelfstandig besluiten nemen of
uitvoeren. Diat kan men alleen indien men
geleerd heeft de algemeene beginselen,
die de ervaring uit wisselende omstan
digheden afleidt. Dat is de 'taak der
handelshoogeschool.
Na uiteengezet te hebben, dat de han
delshoogeschool staat tusschen de Uni
versiteit en de middelbare en lagere
vakscholen en dat het gëheele .systeem
van het onderwijs moet worden eene
organisatie, die in al hare deelen ver
band houdt met de zich organisch -vor
mende maatschappij, wees de Minister
erop, dat het een Nederlandsche
hoogeschool is, die hier staat geopend te
worden, die niet alleen aan den 'Rotter-
damschen handel ten goede zal komen.
Maar de vooruitgang van Rotterdam, de
voortvarendheid en durf van den Rotter-
damsdhen handel en de Rotterdamsahe
ondernemingsgeest scheppen invloeden,
die voor het welslagen van deze inrich
ting van onschatbare waarde zijn. En
omgekeerd is de vestiging van deze in
stelling te Rotterdam een voorrecht voojt
die stad.
Ten blijke van haar hooge waardeering
van al hetgeen door het particulier initia
tief is gedaan in het publiek belang, heeft
de Regeering den man willen eeren, die
meer dan een ander tot het welslagen
dezer onderneming heeft bijgedragen. Het
verheugt den Minister daarom, te kunnen
mededeelen, dat H. M. de Koningin den
heer van Stoik heeft benoemd tot ridder
in de orde van den Nederll Leeuw.
De Minister verklaarde hierop de
NederL Handelshoogeschool te Rotter
dam voor geopend.
Voorts werd het woord gevoerd door
de heeren dr. IX Bos, president-curator,
prof. dr. G. W|. J. Bruins, rector-magnir
ficus van de Handelshoogeschool; den
burgemeester van Rotterdam, den vice-
voorzitter der Rotterd. Kamer van Koop
handel (de voorzitter, de heer E. P. de
Monchy, is ongesteld) en prof. dr. Qt
Jelgersma, rector-magnificus der Leid
sche hoogeschooL
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Waterstaatsbegrooting.
Voorloopig verslag.
Aan het voorloopig verslag betreffen
de de W'aterstaatsbegrooting ontleenen
we:
Opnieuw werd de wensch uitgespro
ken, dat gevolg zou worden gegeven aan
de voorstellen, door de commissie van
enquête omtrent het tramwegpersoneel
gedaan. De rechtspositie en de arbeids
voorwaarden laten veel te wensdhen over
en (de izorg voor veiligheid en gezondheid
is onvoldoende. Een gezonde ontwikke
ling van de organisatie van het tramper
soneel (Wordt, op leen enkele uitzondering
na, door de directies, vereenigd in de
Maar het treffendst en het diepst) van
zin en beteekenis zijn de Misgebeden.
In het Epistel herinnert de Kerk
eraan, dat geen troostrijker gedadhte ons
bij het afsterven onzer dierbaren kan
bemoedigen dan de vaste hoop der glo
rievolle verrijzenis, welke aan de ware
Christenen zoo stellig wordt beloofd:
„Broeders, wij willen niet, dat gij on
wetend zijt aangaande de ontslapenen,
opdat gij u niet bedroeft gelijk de overi
gen (de heidenen), die geen hoop heb
ben. .Want gelijk, naar wij, gelooven,
Jesuis is gestorven en verrezen, evenzoo
zal ook God degenen, die in ^esus ont
slapen zijn, opwekken en met "riem ver
eenigen."
In de Sequentia dat meester
werk van een Franciscaansdhern dichter
uit de dertiende eeuw de j,Dies irae,
dies ilia" .(Dag van toorn, dag van
wrake) wordt de geheele wereld ten
oordeel geroepen: De wereld vergaat,
de dooden staan op, de Rechter ver-
sdhijnt; alles, wat tot nu toe verborgen
was, wordt klaar als de dag, en met
het schaamrood op de wangen zinken
wij voor den Reahterstoel neder; niet
om te wanhopen,, wan't wijt, Jevenden.
leven nog in den tijd van genade en
erbarming, maar om vergeving af tc
smeeken door de verdiensten van onzen
goddeiijken Zaligmaker vergeving
vooral voor de geloovige zielen.
Bij de Offerande, in het Off er to
riu.m, smeekt de Kerk:
„Heer Jesus Christus, Koning van
glorie, bevrijd de zielen van al de over
ledene géloovigen van de pijnen des
vagevuurs en van den diepen jammer
poel: Xerlos haar uit den muil des
leeuws, dat de afgrond haar _,niet in-
zvvelge, en zij niet verzinken in de plaats
der duisternis, maar dat Uw vaandrig,
de H. Michaël, haar opvoere tot het
heilig licht, dat Gij eertijds beloofd hebt
aan Abraham en aan diens nakomellng-
sahap. Offeranden en lofgebeden dragen
wij U op, o Heer; aanvaard Gij ze voor
die zielen, waarvan wij heden gedachte
nis houaen; doe haar, o> Heer, van den
dood overgaan tot het leven."
Hoevelen zijn er, die helaas de lessen
der Kerk in de Dooden-liturgie, vooral
die in de "M.is-gebeden, niet verstaan
de lessen, die de Kerk geeft in haar
onvolprezen liturgische wijsheid, als
„meesteresse van den meest verheven
goeden smaak, van het edelste, fijn ge
voel en van het diepste besef der ont
zaglijke waarheden."
Dat zij in .deze November-maand, de
maand der dooden, tradhten die heerlijk
heden dieper te doorgronden en beter
te waardeeren.