Uit de Pers. MAGNA. )erde Blad behoorende lij De Leidsche Courant van 'aterdag 8 Nov. no. 1241. Grond aan de landarbeiders. I Wij lezen in de Gelderlander: 1 Het bekende ontwerp van minister Jalma tot uitgifte van grond iaan land arbeiders is door zijn opvolger Treub tkrergenomen en zal nog in deze Waan cl l de afdeelingen worden onderzocht ],Dit Zal ongetwijfeld bij allen, die het lel W een en w et de landbouwers, warme iejuiching vinden. [Het Woet toch strekken tot verhoo- "ng 'der welvaart op het platteland, ;aar nu de ellende zoovelen naar de rjoote steden drijft tot groot nadeel van lai zeiven en tot schande van het alge- pen. 'Minister Talma wilde de land ar bei ers, door hen aan een eigen stukje 1 ond Wet een eigen huisje er op te hel- m, meer aan het land binden, hun gele- rnheid geven onafhankelijke boertjes te orden, die, zich opwerkend, ook weer aderen 'gelegenheid zouden geven, een ïhoorljjk bestaan te vinden. jHet was geheel in de lijn van de elvaartspolitiek der vorige regeering; e ook door de bevordering van den derlandschen arbeid, welke het tarief n Zelf moest meebrengen, de welvaart n den werkman had willen verhoogen. Welhu evenals het socialistische Volk" 'zich indertijd met hand en tand) gen dit laatste verzette, zoo komt het >k hu al aanstonds op tegen het denk- :eld: fgrond aan de landarbeiders. Kunstmatige kweek van keuterboer- es, dus smaalt het socialistenblad, en iar doen de socialisten niet iaan mee. Minister Talma had terecht in zijn elichting gezegd: „Het bezit van een gen bedrijfje prikkelt den landbouwer t grootere energie, weerhoudt hem, htvaardig weg te trekken en bevor-- irt de stabiliteit der landbouwende be- ilking, waaraan door iederen Staat zoo- el waarde wordt gehecht" iWlelnu, dat acht het socialistenblad ist uit den booze, Evenals het is tegen gen arbeiderswoningen, is het ook te- in grondbezit van den landarbeider, aardoor wordt deze maar aan den bo- ïm geketend'; hij Werkt en ploetert weit jn heele gezin om vooruit te komen. „En al dien tijd is de man voor de kbeweging verloren, wordt zijn eigen- imsfanatisme versterkt en verwaarloost de gemeenschappelijke belangen van t proletariaat" Met andere woorden, dan is hij voor t socialisme verloren; dan hebben de wie woorden van de volksmisleiders, e den landarbeiders een gouden toe- rnst voorspellen, als alle grond een- aal aan de gemeenschap zal behooren, en vat meer op hem. „Oneindig beter dan", zegt „het >lk", „in alle opzichten, een breede asse van arbeiders, die eensgezind rijdt Voor een hoogeren lëvensstan- ard." Ja, oneindig beter.., voor de partij, e meer heeft aan losse, zwervende, itevreden arbeiders, dan aan landbou- ers, die zich met hard werken geluk- g voelen op hun eigen erf. En dan beweert „het Volk" nog wel: ipzettel'ijk arbeiders loondienaars te >uden is ook niet de taak der sociaal- tmocraten". Maar ondertusschen verzet het zich di alvast uit alle (macht tegen het derik*- seld, landbouwers van loonarbeiders tot ije eigen boertjes te Waken. Zoo is het altijd. Het is den socialis- n, ondanks hun geschreeuw om lots- rbetering voor de arbeiders, niet om :zer welvaart en vooruitgang te doen. ij mogen geen eigen huisje, geen eigen rond krijgen, ze moeten allemaal loon- lenaars blijven, in afwachting dat «in- FEUILLETON. Broeder en zuster drukten elkaar de lad; Magna verliet het rijtuig, dat lama den weg naar Brückboven in- oeg. Magna ijlde de trap op en was spoe- ig op de bovenste verdieping aangeko men, waar de kamers baars vaders wa rn. In een eenvoudig vertrek, door een tadielamp slechts flauw verlicht, zat 'een rolstoel een oude heer, wiens ril- frwit haar en eveneens witte baard tem ouder deden schijnen dan hij wel as. Het moest een schoon man ge lest zijn, al was de huidkleur thans 'leek en geelachtig en zijn gelaat van •Uooze rimpels doorploegd. De oogen igen diep en werden door borstelige tnkbrauwen overschaduwd; op het Ogenblik waren zij half gesloten. Op <le tafel in zijn nabijheid stond ^schaakbord; daarnevens wat boeken courantenvan de laatste ook e enige den 'grond, als waren zij achteloos ^geslingerd. *- Ik ben laat gekomen, vadertje, zei kgna, hem teeder begroetend. De ^dkrons wenschten dat wij om zes 311 bleven dineeren. Ik hoop, dat de delijk de socialistische staat de ééne groote meester wordt, in wiens dienst allen kunnen slaven. Art. 369 Invaliditeitswet. Naar aanleiding van het jongste Ka merdebat en de door Minister Treub gegeven inlichtingen betreffende de uit voering van art. 369 Inv. wet, vermeldt! de Nederlander een reeks gevallen welke het blad beschouwt als specimen van de beslissingen die door het Bank- bestuur zullen worden genomen, indien wat aan geen redelijken twijfel on derhevig is de adviezen van d)e(n! hoofdambtenaar Lindner worden] ge volgd I. I Een mian was werkzak bij een Ver een i ging, welke hulpbetoon dreief; zijjn werkzaamheden bestonden in Touwplui zen en bastschillen en wel ieder jaar gedurende enkele maanden1, waarvoor hij werd beloond met respectievelijk! f 1.40 per week en f 0.45 per dag. Alhoewel bij een vereeniging, van Jj'ët karakter als deze, van bedrijfsuitoefe ning geen sprake is, werd doodleuk loondienst aangenomen en mitsdien de rente toegekend. II. Een pakjesdrager, z.g. „witkiel", is niet in dienst geweest van een hotel houder, maar was tusschen 1903 en 1913 dagelijks in qe omgeving van het station aanwezig om aan de reizigers zijn diensten aan te bieden. De heer Lindner beslist nu, dat Jfbe doelde pakjesdrager aanspraak op rente krachtens art. 369 I. Wi kan doen gel den". 1 (Blijkbaar heeft de adviseur later de onzinnigheid althans Van deze beslisfefcng ingezien, en is' zij bij nader order ver nietigd). III. Een vrouw bakert, breit en verricht handarbeid bij haar kinderen. Aan dje Bank meent men „dat deze werkzaam heden aanvraagster tot arbeidstjer sftem- pelen". IV. Een timmerman, die „den boer op gaat" en in den regel eenige dagen achtereen op een hoeve voor het ver richten van kleine herstellingen werkt, en zich daarbij geheel heeft te richten zoowel wat tijdsverdeeling, als wat werkwijze betreft, naar de aanWijZingeni van „den boer", worctt aan de iR. V. BI geacht als knecht, als ondergeschikte ar beider werkzaam .te zijn geweest V.. Een „(bedienaar v|an begrafenissen" zal rente ontvangen. Aldus gemotiveerd!De man doet blijkbaar dienst ,als „aan spreker" bij begrafenissen tegen een be paald loon. I VI. Een aanvraagster breit kousen voor een firma. De Rente-Comlmissie advi seert afwijzend, omdat aanvraagster m'eer werkt om zich niet te Vervelen dan om! in haar onderhoud te Voorzien, blijkens de zeer geringe verdiensten. B|eslisSing: Waar de Comtnïs^ie de aanwezigheid van loondienst niet kan ontkennen en deze Zelf toegeeft, ren te toekennen. VII. Een aanvraagster Wascht gordijnen1, enz. in hoofdzaak ten behoeve van het bedrijf van een behangersfirma, die zich met deze werkzaamheden voor haar klan ten belast De Ren te-Commissie vraagttf of dit loondienst is. Beslissing: Ja. De omstandigheid dat aanvraagster, die in het loon voor haatf werkzaamheden voor bedoelde behan-f gersfirma geen voldoend middel van be staan vond genoodzaakt was ook voor anderen als zelfstandig onder neemster arbeid te veirrichten, stjaafc haar recht op rente niet langer in dein De gemeente^ambtenaren kunnen op hun vóór 1 October 1913 in gemeente dienst Verrichten arbeid, onverschillig of tijd u niet te lang gevallen is. Het is zeer goed dat gij gebleven rijt, sprak hij; zijn stem had een matten klank. Gaat het hun allen goed? vroeg hij verder, maar er s prak niet veel be- lanigistelüng uit den toon, waarop bij dat deed. De graaf was juist van plan hier heen te komen, toen ik ginds kwam', zeide Magtna, mantel en hoed afleggend. Maar nu komt hij dezer dagen en me vrouw de gravin hoopt ook spoedig te kamen.*.. Is de pastoor ook hier geweest en heeft hij een spelletje met u ge- schjaakt? Neen, hij is niet hier gekomen. Hij is zeker opgehouden. Hoe jammer 1 Malgtna nam op een lage tabouret plaats naast haar vader, in wiens trek ken zij' 'een zekere ontstemming meende te lezen. Zal ik pratqn of wenscht gij, dat ik wat voorleze.... Heeft u de cou ranten gelezen? vroeg zij verbaasd, een blad oprapend. GelezenHelaas ja, zeide de oude toornig. Neem jdat ding ,weg, voeg de bij er ongeduldig bij. Ik wil het niet meer zien. Als men ze zelfs na twintig jaar weer eens inziet, dragen ze je nog altijd hetzelfde leed voor van leugen, eigenwaan en heerschzucht. De een over den .ander, ieder voor zijn eigen eer. De Pruisen zijn al niet beter zij al dan niet tot de nieuwe Rijkspen sioenregeling toetreden, aanspraak op rente gronden. Wordt bijgevoegd: Ook in de toekomst zal ieder gemeente-ambtenaar die na 3 December 1913 zijn 70e jaar, doch vóór 1 October 1913 in 156 weken in gemeente-dienst heeft gearbeid, stieeds op grond van dien arbeid recht op rente hebben, ook al trad hij tot de Pensioen regeling voor eigen pensioen toe. IX. Onderwijzers ,die vóór 1 Januari 1916 in loondienst waren bij het bijzonder onderwijs, zullen aanspraak op 'rente hebben. X. iEen secretaris-'p'enniugmeelster van een polder heeft rech.t op rente wegens loon dienst l XI. Een collectrice vpor R.-K. armen, die elke week één dag arbeidt voor 25 cent per dag, krijgt voor dezen arbeid rente. (De laagste loonklasse vordert een pre mie van 20 centindien de vrouw1 wer kelijk verzekerd ware, winst 5 cent XII. Iemand brengt Zaterdags voor den dominé de toga naar de kerk, en haalt deze des Maandags terug. Belooningj f 0.20. Rente toegekend. (Premie f0.20. Winst null Toch rente!) Het blad vraagt of de Minister of welk Kamerlid ook in gemoede kan ver zekeren ,dat men zoo iets bedoeld heeft toen de Kamer art. 369 aannam1. Bjjzonder ruim is mlen ook in de toe passing wat het aa|ntal weken betjbefjt. De algemeene opvatting bij de rijks bank is, zegt de Ned.j. dat de uitkeering moet gegeven worden aan ieder die be weert „arbeid" te hebbein verricht, vrij wel ongeacht hoe lang of hoe kort het dienstverband tusschen den aanvrager en zijn „[werkgever" bestond. Ojok gaat men bij de ,R. V. Bi. blijkbaar slechts dan zonder meer op de adviezen van dfe rentecommüs9ieS af, als) deze gunstig voor den aanvrager luidenanders ontvangen zij ze terug met verzoek „om' 'nader adl- vjes". Er zijn dan ook thans reeds 57,000 aanvragen bm rente toegekend (behou dens de beslissing van het bestuur) eni nog geen 2000 afgfewezen.... d. i. 1 op de 28. (B|ij de Ongevallenwet is de ver houding 1 op de 21). iDe Nederl. besluit met de verwach ting uit te spreken dat) iminisfter Treub het zijne zal doen om de wet, wier uit voerder hij is krachtens zijn hooge ambt, naar letteren geest te J*andh,avfeiii. Overmoed. Over het optreden van den Ridder kerks chen afgevaardigde, den heer Drion, schrijft het Huisgezin: Een der minst sympathieke aanwinsten der vrijzinnige concentratie indelweede Kamer is de renegaat Drion, Deze heer heeft dezer dagen den libe ralen candidaat voor de naverkiezing iw Amsterdam III aanbevolen Maar hoe! Een schop naar de katholieken de „ultramontaansche" kiezers werden sma delijk bejegend een schop naar de sociaal-democraten, ten een overmatige verheerlijking van de concentratie eni het Ministerie-Cort van der Linden. Met dit laatste zij de oud-liberaail Drion voorzichtig. Want het Ministerie, dat hij in de wolken verheft, is een beeld aan kolossus denkt niemand met leem en voeten. Met de concentratie alleen vermag het niets, heeft het geen uur levens. Het zal óf op de gesmade socialisten óf op de evenzeer gesmade rechterzijde moeten steunen. En wat de concentratie betreft, is het eenvoudig belachelijk van overmoed dat deze oud-liberaal in het vervolg de niet-geloovige arbeiders op liberalen en niet meer op sociaal-democraten ziet stemmen» (De concentratie heeft in Juni 37 ze- dan de andere; zij denken ook slechts aan zich zelf. Duitschland wordt tot spot van alle volken. En daarvoor heeft men in 1813 en '15 gestreden. Daarvoor zijd de besten gevallen, ging hij steeds toor- niger voort, met de hand op de arm leuning van zijin stoel slaande. En die dan nog het betere wenschten, voor hun vaderland, vervolgde hij, werden als ver raders en rebellen gevangen gehouden tot hun alle levenslust verging. Neem die kranten weg, laten ze mij niet meer onder de oogen komen... Ik wil er niets meer van hooren of zien. Magna was al opgestaan en had de ongelukkige couranten uit haars vaders giezichtskring verwijderd. Zij kende zijn opwellingen, hoewel zij de eigenlijke oorzaak daarvan niet kende. Vermoeid door zijd heftigen uitval schoot hij' weder in zijn stoel terug; een koud zweet stond hem op het voor hoofd en zijn handen beefden. Magna wischte hem het voorhoofd af, streelde zijn handen en verpleegde hem liefderijk. Daarna bleef zij een poosje stilzwijgend naast hem zitten. Zal ik u ook wat voorlezen? vroeg rij eindelijk. De oude knikte. Magna greep naar een zwart boek, hem wederom vragend aanziende. De oude knikte nogmaals en zeide: Lees mij voor de groote courant tels binnengehaald enkele meer dan zij in 1905 verwierf 't is waar, maar haar candidaten kregen te zamen minder stemmen dan in '05. En zoodra ae socialisten de hand van haar aftrekken, is de concentratie llam geslagen. De waan en de overmoed van den heer Drion zijn eenvoudig belachelijk, en als die moeten gelden als aanwijzing van de geestesgesteldheid der geheele groep, dan gebeuren er binnenkort on gelukken. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Voorloopig verslag der afdeelingen van de Tweede Kamer op de begrotingsvoorstellen HOOFDSTUK I. Algemeene beschouwingen, (slot.) Men stelde verder de volgende vrar gen: lo. 'zal het Ministerie voorstellen doen de toeneming der macht van Rome, waarover 'tijdens de verkiezingen zoo lui de geklaagd werd, tegen te gaan? Zullen uitzonderingsmaatregelen woe den ingediend om de vrijheid en den vooruitgang der Roomsch-Katholieken te stuiten. 2o. Is het kabinet voornemens het ver- leenen Van een speciale bescherming aan dé Hervormde Kerk, bijvoorbeeld door verhooging van bijdragen uit 's lands kas te bevorderen? 3o. Wielke meening is het ministerie toegedaan omtrent de vraag of bij be noemingen op de godsdienstige gezind heid der candidaten zal worden gelet? 4o. 'Zal het kabinet in militaire aan gelegenheden 'de lijn volgen, door minis,- ter 'Colijn aangegeven en rekent het ten deze bp den steun der rechterzijde? Re^ kent het ministerie ten deze ook op "den steun der geheele linkerzijde? 5o. Is het waar, dat ,als minister van Koloniën is aangezocht een buiten het parlement staand persoon, Wiens richting zeer 'verschilt van die van den benoem,- den Minister? Zoo ja, welke is de reden van deze afwijking van den eersten opzet? 60. Heeft de heer Cort van der Linden omtrent 'de aanvaarding en de vervulling van 'zijn opdracht overleg gepleegd met de voormannen der concentratie? De Troonrede had sommigen niet vol daan, 'omdat zij naar hun inzien geen Voldoende licht geeft omtrent de po,- litiek, welke het Ministerie denkt te vol gen. Anderen prezen den toon en* den soberen opzet der rede en zagen daarin een streven naar samenwerking met de gematigden van alle richtingen. Men wees hierbij ook op 'de aan het onderwijs gewijde paragraaf. Ook onder deze le den waren er echter, die de richting van het te volgen regeeringsbeleid niet duidelijk aangegeven achtten. Een derde groep van leden was van meening, dat de Troonrede een duidelijk beeld geeft van het regeeringsprogramj in zoover dit geschieden kan in een stuk, waarin niet in bijzonderheden kan woe den getreden en enkele groote lijhen kunnen worden aangegeven. Ten aanzien van verschillende para grafen Werden verscheidene opmerkin gen gemaakt en vragen gesteld. Ten aanzien van de paragraaf omtrent de Grondwetsherziening werd in de eer ste plaats gevraagd, of de bedoeling is, dat die herziening zich uitsluitend zal bepalen tot het kiesrechtvraagstuk. Ve len achten dit ondenkbaar en onderstel len dat het Kabinet ook een voorstel tot 'wijziging van art 192 zal doen. Het had verder verwondering gewekt, dat in de Grondwetsparagraaf niet ge sproken wordt over de evenredige ver tegenwoordiging. Andere leden konden zich met beper king der Grondwetsherziening tot het kiesrechtvraagstuk vereenigen, al be treurden zij, dat andere bepalingen wei- Van tijd .en eeuwigheid, zooals de Apos tel Joannes die geschreven heeft. Dan Vergeet men het kleingeestig spel der wereld, waaraan men toch niet verande ren kan en waaraan men rich eigenlijk niet storen moest. Door de stille kamer klonken daarna door Magna Is ernstige, welluidende stem vertolkt, de machtige woorden van het Joannes-Evangelie„In den beginne was het woord, en het woord was bij God en het woord was God.".... Zacht spraken haar lippen de oude woorden uit, hier en daar eenige meer deren nadruk leggend. Het licht scheen in de duisternis sen en de duisternissen hebben het niet begrepen, las de dochter. Zij hebben het niet begrepen en rij begrijpen het nog niet, mompelde de oude en Volgde met groote aandacht de lezing. En aan 't einde sprak hij: Dat is de eenige courant, die men lezen moest. De vermoeidheid scheen intusschen de overhand te nemen; zijn oogen slo ten zich, een vredige uitdrukking tee- kende zich af op rijn gelaat en de rus tige ademhaling bewees, dat hij zacht ingeslapen was. 'Magna bleef nog eenigen tijd naast hem zitten en schelde daarna de kamer dienaar om hem te gelasten haar vader ke herziening behocen, thans niet zul len wórden verbeterd. De aankondiging, dat ter zake van de subsidieering van het bijzonder onder wijs eene Staatscommissie zal benoemd worden, had niet weinige leden verrast Sommigen waren bereid in deze aan kondiging een teeken te zien dat het Ka binet geneigd is tot eene verzoenende politiek. Voor het tot stand komen van een compromis achtte men het echter noo- dig de taak der commissie niet te beper ken tot de subsidieering, maar haar uit te breiden tot het geheele vraagstuk van Je verhouding tusschen het openbaar en 1 et bijzonder onderwijs, waarbij dan ook ter sprake zal komen het geven van meer vrijheid aan de openbare school en het toelaten van een leerplan voor de bijzon dere, afwijkende van dat der openbare school. L l iHet had somïnigen teleur gesteld, dat enkel van de benoeming eener commissie gesproken is en geene andere mededee- lingen rijn gedaan over de onderwijspo litiek van het Ministerie. Naar aanleiding van hetgeen in de Troonrede omtrent de sociale verzeke ringen is gezegd, werd in de eerste plaats opgemerkt, dat tot dusverre door de elkander opvolgende Ministeries cont inuïteit werd in adht genomen. Men betreurde, dat de Regeering thans een anderen weg wil inslaan en de op voorstel van den Minister Talma tot stand gekomen verzekeringswette/^ niet schijnt te willen uitvoeren dan na dat rij op ingrijlpende Wijze zullen zijn gewijzigd. Vereenvoudiging van de Ra- denwet door een Minister wiens amen dementen bijl de behandeling der wet werden verworpen, beschouwden soinS- migen als eene bedenkelijke reactie. Door sommige leden werd het optre den van dezen Minister met het in de Troonrede en de Millioenennota ontwik keld sociale programma voor de rech terzijde niet sympathiek genoemd. De voorgenomen uitsluiting van be deelden had bij verscheidene leden groor te teleurstelling gewekt Sommige leden meenden dat hetgeen in de Troonrede en in de millïoenen :ota voorkojmt niet voljdoende is om de voor nemens Van het Kabinet op sociaal ge bied te beoprdeelen. Zij wenschten, dat de Regeering reeds nu eene meer duide lijke en uitvoerige uiteenzetting harer plannen zotf 'geven, met name ook van hetgeen in de millioenennota omtrent de wijziging der Invaliditeitswet wordt ge zegd. Met belangstelling was vernomen, dat eene spoedige herziening van het Wet boek van Strafvordering bevorderd zal worden. Intusschen zal nog wel gerui me tijd voorbij gaan, voordat die herzie ning tot stand kan komen. In dien) tus- schentijd zal er gelegenheid bestaan ten ander gewichtig onderwerp ter hand te nemen, dat spoedig voor openbare be handeling rijp kan zijn, namelijk de Ad ministratieve rechtspraak. Verscheidene leden spraken de hoop uit, dat de Mi nister van Justitie het zijne zal doen om' spoedige afdoening der belangrijke voor stellen, welke sedert jaren bij de Ka mer aanhangig rijn, krachtig te bevor deren. Aangaande de beteekenis der mede- deeling, dat ten behoeve van de vlerdledi- ging van Indië aanbouw van een slag schip zal worden voorgesteld, werden nadere inlichtingen gevraagd. Sommigen hadden van! de meded^eling met teenige ,-vreemding kennis genomen. Gaarne zouden eenige leden vernemen, waarom in de aan militaire zaken gewij de paragraaf gezwegen wordt over de li chamelijke oefening der jeugd in het tijd perk 'aan den diensttijd voorafgaande en welke Ten deze de plannen der Regee ring rijn. Sommige leden juichten het aangekon digd voorstel tot afsluiting en gedeelte lijke droogmaking der Zuiderzee toe. Ad deren 'betwijfelden of van deze zaak veel komen 'zal. Eenigen betreurden, dat de zoo spoedig dat kon, ter rust te leggen. Zij zelf zocht de rust nog niet. De dag had haar te veel afleiding gebracht. Haar leVen was tot dusverre zoo kalm voorbij gegleden, de wereldgebeurtenis sen waren haar zoo vreemd gebleven, nu scheen het plotseling, dat zij al len in den maalstroom van den tijd zou den worden medegesleept. Wat zou de tijd leeren, die allen zoo in opgewon denheid bracht III. Hoewel Magna eerst laat haar leger stede opzocht, was zij den volgenden morgen al vroeg in haar schrijfkamer te vinden. Mantel, hoed en gebedenboek die op een stoel lagen, bewezen dat zij al uit geweest was en zich nu ijverig aan den arbeid gezet had. Groote huishoudboeken lagen voor haar opengeslagen. Op 't oogenblik was zij echter bezig met een ander, dicht beschreven papier waarin haar poiiuod vaak onbarmhartige streepen trok. Zij was daarin zoo verdiept, dat rij het openen en sluiten der deur niet hoorde en eerst opschrok, toen rij zacht werd toegesproken met: Gnadiges Fraulein. Een welgedane gestalte stond bij de deur; ,i£t het (breede gelaat straalden eer- paar kloeke oogen haar tegen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 5