Uit de Pers. DE TWEE_VRIENDEN. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende m jij De Leidsche Courant van en Woensdag 30 juli no. 1157. hif De Crisis. Het Centrum wil niets weten van ken zitting nemen door rechtsche leden a een Zakenkabinet. Aan een goed gedocumenteerd artikel genoemd blad ontleenen we: M Lcn zuiver Rechtsch Kabinet is natuur- jk uitgesloten. Maar ook een gemengd nimsterie, het moge zich dan als extra jarldhientair of als Z,aken-K|a(binet aan- - lui en en, kan voor de kRechtache politici weinig of geen aantrekkingskracht bezit- ten. Van de liberalen zijn wij evenzeer principieel gescheiden als van de socia- isten, dit vergete men niet. De £oncen- tru. iieeft zeer nadrukkelijk front tegen gemaakt, speciaal aan de stembus :'it jaar. Hoe zouden wij dan nu met litiha.-r, nare geestverwanten in eenige et vernading kunnen treden? En Vooral^ eihcr z >_iden leden der Rechtsche partijen lziwh als b^v'indsmannen onder con" Bitrole, liet goedvinden, of hoe men 't loemen II, kunnen stellen van een Ka lt mer, welke voor de grootste helft uit L i n k s c h e afgevaardigden bestaat Het zou bovendien al heel vreemd zijn, dat, nu de socialisten hebben gewei gerd met de liberalen in eenzelfde Ka binet zitting te nemen, katholieken,! anti- revolutionnairen of christelijk-histori- schen dit zouden moeten doen. Eerstens slozou men daarmee een wensch vervullen! e welke niet onduidelijk van socialistisch en kant werd uitgesproken, maar wat het voornaamste is, men zou ook het meest onlogische antwoord op den uitslag der erkiezingen geven, dat zich denken laat. Bij den strijd in Juni stond program tegenover program, koers tegenover koers. Die uitspraak kan men niet ne- geeren, en het ware al te zonderling,, in dien men terstond na de gtembus ging ergeten, of grootendeels vergeten, wat vlak te voren was gezegd -en geschreven. Als oppositie staat een partij en a for tiori een coalitie van partijen altijd eenigszins vrijer dan als regeeringsmeer- derheid. Maar de hoofdzaken blijven de beginselen veranderen niet, de kans'om opnieuw meerderheid te worden, mag niet verspeeld. Geen dwarsdrijverij, geen oppositie welke de grenzen van het ge oorloofde overschrijdt, of belemmerend zou werken op den algemeenen ganig van zaken. Maar ook geen ministerieel' avontuur met tegenstanders, die ipen gis teren nog bestreed, die men morgen op nieuw zal moeten bestrijden. Ook al tre den zij gematigder op .dan anderen zoo kan dit nog geen reden zijn, om de gren zen weg te doezelen. Waar Links won jnoet Links regeeren,/ dit is de onafwijsbare eisch. H o e zij regeeren wil, "vereend of gescheiden,) dient zij voor zich-zelve uit te maken. Telkens als de Rechterzijde overwon^- heeft deze zich gekweten van de taaie,, haar door de uitspraak' der kiezers en het vertrouwen der Kroon opgelegd. De 'Linkerzijde handele thans eveneens. Daar is geen ontkomen aan. Alleen wanneer h.aa r a,b so lute on macht gebleken is, om gen oplos sing te geven aan de crisis, of lievfer om het land te besturen, kan Rechts over wegen. wat haar te doen staat. Het lands belang zal dan ten slotte den weg wij zen. Maar de Linkerzijde zal dan haar onmacht hebben te b ekenn en „beter noghebben te b e w ij z e n. Voorshands blijft zij aan bod en heeft Rechts niets anders te doen dan het verloop dier din gen te volgen. Zij de Coalitie be hoeft ziel) nietje haasten^ nochi met wil de drift jacht te maken op ministers portefeuilles. En geen ernstiger fout zou zij kunnen begaan, dan wanneer zij hare positie verzwakte, of compromitteerde door .combinaties, welke haar voorv.de" toekomst noodlottig zouden worden. FEUIL L ETO N. 250) Zijt gij eerzuchtig? Neen, generaal, .mijn toekomst is vernietigd. Door allerlei gebeurtenissen, te veel oin u hier te vertellen, zijn onze goederen verbeurd verklaard en ver kocht ten voordeele van de natieeen hu welijk, waarop ik al mijn hoop geves tigd had, is onmogelijk geworden. Toen heb ik een besluit genomen: voor het vaderland te sneuvelen. Dat is gemakkelijk. Wanneer ik u help, zult, ge mij dan trouw zijn? 1 Zooals aan Barras. Op- den 9 Ther- midor, toen men hem wilde doodschie ten, heb ik hem met mijn lichaam be schut. Dat was een hachelijk oogenblik, generaal. S Ik weet het. Wilt gij hier blijven:? Wanneer gij het beveelt, generaal. Gij kent het militaire vak niet? Ik ben niet al te taai van begrip, generaal. Ik zal mijn best doen om uw bevelen te begrijpen en ze uit te voeren. Het is goed Ik geloof niet dat deze veldtocht nog langer dan eenjjaar dagen Loge voor. Het Dagblad van Noordbra;- b a n t schrijft Halló, Loge. I Gij moet thans voor de proppen. Ik??? i l ja. g'j- 1 tfiWij mogen het nooit vergeten'% schreef uw „Magonniek Tijdschrift" van 1 Dec. 1912, „dat de stoot tot de con centratie yan magonnieke-zijde is gege ven". En in Juni schreef datzelfde tijd schrift: Jvioor een groot deel is, in op zet. de concentratie werk yan de Vrijmet selaren geweest." Welnu, de concentratie heeft de hulp der socialisten niet kunnen verwerven^ en is nu aangewezen om alleen te, trach ten een ministerie te vprmen. ,M,aar de oorsprong der concentratie zijt giji, kracht der duisternis. Gij draagt dus de verantwoordelijk heid. Aajn' u is het, naar 'constitutioneelen eisch om een ministerie te vormen. Of kunt gij de openbaarheid niet ver dragen I Moet gij het ministerie voorbereiden en samenstellen in de duisternis, gelijk; gij zegt de concentratie in uwe donkere werkplaatsen te hebben voorbereid en samengevoegd Dat is vlakweg in strijd met onze wet ten en gebruiken. Wij zijn hier niet in Frankrijk Voor den dag, duisterlingen. De verantwoordelijkheid aanVaard voor uwe lichtschuwe daden. Broeder Herman Snijders heeft, vol gens het „(Magonniek Tijdschrift" de con centratie „(definitief aan het,rollen ge bracht", hij zij de opvolger Van dr. Bos, die, na de weigering der sociaal democraten, zijn opdracht tot formatie van een Kabinet uit de geheele linkerzij de waarschijnlijk in handen heeft gesteld v,an H. M. de Koningin. Loge vóór nu. v l De concentratie is aan bod. En de concentratie, dat is de Loge/ naar het „Magonniek Tijdschrift" zelf heeft geschreven. Lr. Kuyper. Veel is er in de Linksch'e pers ge schreven over een „inconsequentie" van dr. Kuyper. .die wegens doofheid' be dankt had vo.or het lidmaatschap van dfe Tweede Kamer en nu dat van de .Eerste Kamer heeft aangenomen. Ter verklaring v,an deze z.g. inconsequentieleizen we o. m. in de St.an!daar(d: Dr. Kuyper is bij deze (de linksch'e) Pers 't mikpunt voor hg.ar scherpste pij len zonder overdrijving mag men zeg gen sinds nu veertig jaren, d e politieke tegenstander. Nu wordt deze politicus achtervolgd door een uiterst hinderlijk gehoorgebrek. Reeds als Minister kon hij nooit van de ministerstafel de sprekers volgen maar zag zich altoos verplicht naast of voor hen te gaan zitten. Sinds is dit erfelijk gebrek toegeno men, en dwong hem zelfs Jot 't nemen van zijn ontslag .uit de Tweede Kamer; iets wat, naar eisch van ridderlijke usan- tie, overal elders een medegevoel van deernis zou gewekt hebben. Niet alzoo ten onzent. Hier spot men er mee. Gelooft er niet aan. Verklaart 't voor voorgewend. En distilleert er op die manier een nieuw pijndoend verwijt uit. Thans vooral nu deze half-doove het aandorst om naar de Eerste Kamer te gaan. Alsof op dit punt .de Eerste Kamer met de Tweede voor ..vergelijking ook maar vatbaar vvare. Zoo weinig staan ze gelijk, dat 't geen in de Tweede Kamer den halfdoove bui ten gevecht ^telt in de £erste Kamer dusver ganschelijk sLst voorkwam. Wat in de Tweede Kamer bezwaar Oplevert, is toch niet het volgen van 'de gewone redevoeringen. Daarvoor kan men zich de moeite geven, dicht bij den spreker te gaan staan of zitten. Neen. wat Tn de Tweede Kamer de zaak onmogelijk maakt en afsnijdt, is het gedurig voorkomen van parlemen- duren zal. Ik zal aan Barras schrijven. In afwachting zal ik u papieren geven, die gij hem brengen moet. Ik' stel ver trouwen in hem. Barras heeft véél men- schenkennis. Wanneer hij vriendschap v,oor u heeft, dan verdient gij dat ook.. Hij riep: r I Kapitein ben officier trad binnen. Bonaparte zeide tegen hem Belast u met .dien jongeman, hij heet Jean Rocher, generaal. Hij is mij aanbevolen. Geeft hem een plaats in uw kamp en kom jnorgeni om vijf uur met hem1 hier. Ik' wilde heengaan. Hij riep mij terug. Kunt gij paardrijden? Ja, generaal. En schieten Ik was altijd een hartstochtelijk jager. Het is go«?d, ga. Hij ging met ons mee. iVan de hoogte, waarop wij ons be vonden en waar hij zijn hoofdkwartier had opgeslagen in een ellendige bouw vallige hut, kon men een onmetelijke vlakte overzien. Bij het licht van, de sterren in dezen helderen herfstnacht was alles duidelijk taire opstootjes, als van Linkg en Rechts alles zich om den voorzitterszetel Ver dringt, alles dooreen roept en praat, eü er onder dat drukke gewoel juist dfe ge wichtigste beslissingen yallen. Daarvan verstaat de half-doove dan ni ets. Geen woord. Hij komt zelfs niet achter wat er gaande is. 'En dam) kan vooral iemand die voorzitter van een club is eenvoudig zijn plicht niet doen. Hij staat buiten het debat. In de Eerste Kamer daarentegen komt zoo iets niet voor. Op de wijs als in de Tweede Kamer kan men zeggen, dusver nooit. 9 Het is alzoo volkomen natuurlijk, dat waar heengaan uit de Tweede,Kamer plicht werd, aanneming van een lidmaat schap in de Eerste Kamer mogelijk bleef. i Dat nu redacteuren, die hiervan niet op de hoogte waren, pver de onderstelde inconsequentie' vielen, 'kan er mee door. Maar dat hieraan mee deden redacteu ren, die van dit allesbeslissende ondfer- scheid door .eigen .aanschouwing per fect op de hoogte waren, kan het rid derlijk karakter yan hun polemiek niet ongemoeid laten. Openbare en bijzondere scholen. Wij lezen in het Oudersbliad.' Wanneer men sommige bladen leesfy zou men zoo denken dat het Nederland^ sche volk zeer aan de Openbare school is gehecht. Men zou verwachten, 4at de Openbare scholen hoe langer hoe volL ler raken, als werkelijk ons volk aan die school is gehecht. Vergelijkt men echjter eventjes de cijfers, die hier onder volgen^ en die aanwijzen, hoeveel leerlingen er op de duizend leerlingen per jaar van af 1890 tot 1911 bijgekomen zijn op "de Openbare school en op de Bijzondere school dan blijkt het tegendeel. Aantal leerlingen, dat er op; de dui zend bijkwam op de Openb. school op! "de Bijz. 6chooi in 1890 5 37 in 1891 3 25 in 1£92 18 25 in 1893 15 20 in 1894 7 19 in 1895 14 21 in 1896 7 13 l in 1897 15 16 in 1898 17 11 in 1899 9 20 I in 1900 21 18 in 1901 51 65 in 1902 16 35 in 1903 5 27 in 1904 7 32 in 1905 2 I 38 in 1908 nog niet 1 38 in 1910 nog niet 1 35 In dit lijstje worden gemist de jaren 1906. 1907 en 1909. In 1906 vermeer derde namelijk het leerlingen-aantal niet op de opehb. school, maar verminderde, zoo ook in de andere twee jaren. Op de duizend leerlingen verminderde het aan tal in 1906 met 6, in 1907 met 2 en in 1909 met 1. Terwijl daarentlegen het leerlingenaantal op de duizend leerlin gen der Bijzondere school steeg met .45 in 1906, met 52 in 1907 en met 40 in 1909. Ziet men deze cjjfers. dan zou men eerder tot de conclusie komen, dat ons volk niet v,an de Openbare school is ge diend maar d,e Bijzondere school ver kiest. De briefwisseling in zake de kabinetscrisis. In een deel der pers wij zeggien er 'teen, en ander over in ons eerste blad is gepubliceerd de briefwisseling, ge voerd tusschen dr, "Bos en mr.Troelstra inzake het zitting nemen, van sociaal democraten in een te vormen ministerie Uit de geheele linkerzijde. Ze begint met een brief van dr> Bos aan mr,. Troelstra, waarin de eerste de hervormingen, welke het nieuwe minis terie zou hebben tot s.tandi te brengen, noemde: „L Grondwetsherziening tot invoering van het algemeen kiesrecht voor mannen, te onderscheiden en in de verte zagen) wij de wachtvuren der Oostenrijkers. De vlakte was er mee bedekt. Bonaparte mompelde: Met onze soldaten ,die zoo dapper en onversaagd zijn, behoefde men er zich niet toe te bepalen de benden van dien De Merci-Argenteau buiten de grenzen te werpen. Men moest hen vervjolgen, met den degen in de vuist, hun troiepen, met kanonschoten uiteenjagen en den oorlog op hun grondgebied overbrengen. Eensklaps riep hij: Welk een rijke landstreek. Wat prachtige provincies om te veroveren Hij stampvoette van woede op den grond en zeilde eensklaps tegen mij1: Tot morgen. Toen 'keerde hij terug. De kapitein, een jonge man van om streeks 22 jaar, groot en forsch ge- bouwc(, met een door de zon gebronsd gelaat, vroeg mij: !Zjjt gij nog geen militair geweest, kameraad? l Neen. En ge wilt het worden Als ik kan. De gelegenheid is gunstig. Overal wordt oorlog gevoerdaan de boorden van de Middellandsche Zee. in het hart van Zwitserland, in Duitschlandy tot aan zonder dat daarmede gepaard gaat wjjzi- ging in de rechten van de Eerste Kamer. Wegneming van de belemmering,welkê in de Grondwet tegen de invoering van vrouwenlkiesrecht is gelegen, onde\r op neming van bepalingen, waardoor wordt voorkomen, dat bij -de regeling van het vrouwenkiesrecht rechtstreeks of middel lijk eischen van maatschappelijken wél stand worden gesteld. Wegneming van de beletselen tegen de verkiesbaarheid van de vrouw 2. Uitbreiding van art. 369 der Invalidi teitswet in den zin van het amendement- Borgesius-Drucker-Tydeman, als voorbe reiding der verwezenlijking van, dat deel va nhet concentratie-manifest, dat op de ouderdomsvoorziening betrekking heeft. 3. Met het oog op dezen maatregel zal aanvulling der geldmiddelen hoofdzakelijk door vervanging van de vermogens- en bfedrjjfslbelaisitingen, door eene Rif^sinkom stenbelasting en door wijziging der suo cessiebelasting noodig zijn. Van tariefs herziening worde afgezien, het bestaande ontwerp ingetrokken." Verder vestigde dr. Bos de aandacht van mr. Troelstra op eenige punten, waarover, nadat de laatste in het deel nemen aan de regeering had toegestemd, in overleg zou zijn te treden. Die punten waren „De houding van het ministerie ten aanzien van reeds aangenomen wetten; voorts die ten aanzien van het onderwijs vraagstuk, daaronder begrepen de ver betering van de opleiding en salarieering der onderwijzers. De houding, door de verschillende par tijen aan te nemen terij aanzien van de begrootingen, meer in het bijzonder die van Oorlog en Marine, en van de onder deden der Indische begrooting, welkie op de defensie betrekking hebben. De houding van de partijen onderling tn het land bij verkiezingen gedurende het tijdperk der samenwerking, zoowel als die van 'de samenwerkende groepen onderling en tegenover het ministerie bij onderscheidene onderwerpen van dage lijks ch belei-d." Mr. Troelstra deelde in antwoord op het schrijven van dr. Bos mee, dat een conferentie van het partijbestuur en de Kamerfractie de zaak zou 'behandelen en dat verder een buitengewoon congres der partij haar standpunt zou bespreken. Intusschen vroeg mri Tr. aan dr. B. hewn aan te toonen, dat en \yaarom het voorgestelde program alléén, kon worden uitgevoerd door een ministerie van de geheele linkerzijde, daarbij eenige bedenkingen ontwikkelend tegen de beoogde samenwerking. Verder verklaarde de heer Tr., d$t z. i. een burgerlijk kabinet, hetwelk het pro gram eerlijk wil uitvoeren, het sterkst staat als het is samengesteld uit vrij zinnigen, aangevuld met een paar minis ters uit de rechterzijde. Ging dit laatste niet. dai) zouden de vrijzinnigen alleen de zaak hebben op te knappen, en moeten opknappen, terwijl de socialistische Ka merfractie zich niet zou kunnen onttrek ken .aan den plicht, hun de uitvoering parlementair mogelijk te maken. Eerst als de vrijzinnigen niet konden of wilden regeeren zonder sociaal-demo craten, zou, vervolgde mr. T,r., de vor ming van een gemengd vrijzininig-socia- listisch kabinet aan de orde komen. iWat voor dr. Bos en de zijnen de eerst-gewenschie oplossing was, was voor mr. Troelstra een oplossing in* geval van o nve r m i jd el ijke noo dzakelijkh e id. Dr, Bos heeft de gevraagde inlichtin gen verstrekt. De voorgestelde oplossing achtte hij de eenige, die in parlemen tairen zin beantwoordde aan den uitslag der verkiezingen en aan* de eischen van het oogenblik. Een ministerie uit leden der imker en der rechterzijde noemde hij een ongcF rijmdheid en lichtte dit uitvoerig toe. Omtrent de tweede oj)lossing, door mr, Tr. aan de hand gedaan een ministerie van de concentratie alléén met belofte van steun van de sociaal-demo craten merkte dr, B. op, dat deze oplossing in de vrijzinnige concentratie niet was besproken, aangezien deze met de Hollandsche grenzen. Wegk' is er genoeg. Hij bromde: Maar het geld is verduiveld Wat doet er dat toe? Wij zullen1 het gaan halen daar waar het is. Dat zegt de generaal ook. Oals1 hij het beveelt, gaan wij overal heen. Wij kwamen aan tenten, gebouwd van boomtakken en lajjpen linnen. Van de plaats waar wij waren, zagen wij boven ons het licht in het h;uis van; den Corsikaan. De kapitein zeide tegen mij De generaal werkt onafgebroken. Hij is klein maar een kerel van ijzer en met een helder verstand. Hjj ontwerpt plannen en wanineer men zijin zin gedaan had, dan zaten wij nu in de Piemontee- sche dorpen die men van hier af kan zien liggen. Het zou ons a^n niets ontbreken'; aan levensmiddelen noch geld, maar de opperbevelhebber heeft niet gedurfd. Hij had ongelijk. Laten wij gaan slapen. Hij wikkelde zich in zijn mantel cn legde zich neer op den harden grondt, waar het bivak was opgeslagen. De anderen sliepen reeds. Ik volirde zijn voorbeeld en legde mij naast mijn metgezel neer. yan punt tot punt zagen wij de schild- hem Instemde over de jn de opdradht vervatte oplossing. Verder merkte dr. Bos op: „Al moge de strijd tuisjschen onze par tijlen in sommige districten zelfs tot het laatste zijn volgehouden, het is niet te ontkennen en is door de voorwaarden, welke de Sociaal-Democratische Arbei derspartij voor den steun bij de herstem mingen gesteld heeft, ten duidelijkste aan het licht gekomen, dat ten slotte de v^r- kiezingsactie van beide zijden op het zelfde :doel was .gericht. Dit samengaan voor een gemeenschappelijk doel bij d>e stembus schept voor beide partijen de zelfde verantwoordelijkheid na de be haalde overwinning. Juist uw schrijven, waarin zoovele punten zijn aangeroerd' van dagelijiksch beleid met het oog op tal van gebeurlijk heden in het land en in de Kamer, ver sterkt mij in mijne overtuiging, dat een toestand onhoudbaar is, waarbijl een min derheid onder controle van een harer felste staatkundige tegenstanders en van deze afhankelijk, een regeeringsprogram moet uitvoeren, dat zij beiden wensch en. Ook blijkt daaruit wel de onmogelijk heid om de voorwaarde» voor het ver- leenen van steun zoodanig te omschrijven, dat men niet ieder oogenblik zou blöot- staan ^an botsingen. Slechts het aan vaarden Van de medeverantwoordelijkheid in de regeering kan dat voorkomen." (Wjlt ge nu óf wilt ge niet samen werken o,p 'de aangegeven wijze, vroeg dr. B. ten slotte. Hierop volgde de weigering van mr. Troelstra of liever van de meerderheid der Partij-conferentieop de bekende gronden. ,Het laatste stuk der briefwisseling is een schrijven van "dr.. Bos van 24 Juli, waarin deze zijn groot leedwezen be tuigt over de weigering. „Door deze weigering is het mj] uit- teraard onmogelijk geworden de mij ver strekte opdracht te aanvaarden, welke ik ten zeerste in het belang heb geacht van de verwezenlijking der hervormingen, welke de meerderheid van ons vólk ver beidt. In dezen zin berichtte ik reeds aan Hare Majesteit de Koningin. Hier mede is mijne taak afgeloopen." De Kolpingsfeesien te Keulen. Door een der vijf leden der St. Jo- zefsgezellénvereeniging, die de Kolping- feesten te Keulen hebiben bijgewoond, de heer W|. A. Kohlbeck, is, Zondag avond het volgend reisverslag uitge bracht: In den vroegen morgen van Zaterdag 19 Juli j.L togen vijf leden der Leidsche "St. Jozefsgezellenvereeniging vol blijde verwachting naar 'het aloude heilige Keulen, om daar, met blijdschap gehoor gevend aan den jubelenden feestroep, gericht aan alle Kolpingszonen, waar ter wereld ook, te getuigen van hunne groote vreugde en dankbaarheid bij de viering van het eerste eeuwfeest van Kolpings geboortedag. Na een vroolijke en> voorspoedige reis kwamen wij omstreeks vier uur behouden en wel in St. Maternusstede aan, alwaar wij, hartelijk ontvangen door een daar toe aangewezen commissielid, aanstonds naar het feestelijk versierd Kolpinghaus geleid werden. O, wat 'deed het ons goed, al aan stonds omringd, neen, bestormd te wor den door onze Amsterdamsche broeders, die, evenals wij, hun vreugde luide uit spraken 'bij het ontmoeten van mede broeders uit eigen Vaderland. 'Na de eerste kennismaking en na o<ns tevens voor de komende nachten van een goed logies te hebben voorzien, nóta- bene i*n hotel „Zum Vater Kolping", brachten wij den verderen avond recht gezellig door. Na een heerlijke nachtrust riepen on$ de feesten weer vroeg uit de vteren Zon dagmorgen,. Thafis was dan de Gezellen- feestdag aangebroken. Thans gold het, met het keurig feestprogram gewapend, alles nauwkeurig te volgen, wat ge noemde „Festordnung" ons te genieten bood. Te half negen trok de eindelooze, kleu- wachten dte heen en weer liepen om wakker te blijven. Verder zag of hoorde men niets. Alles was rustig. Voor de eerste rnaal bevond ik' mij te midden van echte soldaten. Naar hetgeen ik er van gezien had waren de uitrustingen in erbarmel ijken toestand, de uniformen gescheurd,, d!e schoenen versleten en met veters bij el kaar gebonden, maar niettemin was het voorkomen van al die mannen krijgs haftig en vastberaden. Ik sliep eindelijk in met de gedachte aan Rose aan u4 Pierre, en die lieve ba- rones de Frévent. Wat ben ik ver van u verwijderd Ik d,adit niet, dat ik den volgend'enl dag reeds een klein gevecht zou bijwo nen om mij'n aankomst te vieren onder de mannen, die ik niet kende. Bij het aanbreken van den dag schrik ten wij plotseling wakker. Geweerschoten knalden op 7 a S00 pas afstands van de plaats waar wij ons bevonden. t Een oogenblik later was alles op de been. l Men snelde naar de wapenen. De officieren verzamelden hun man schappen. (Wordt vervolgd.) I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3