Uit de Pers.
DE TWEE_VRIENDEN.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
m jij De Leidsche Courant van
en Woensdag 30 juli no. 1157.
hif De Crisis.
Het Centrum wil niets weten van
ken zitting nemen door rechtsche leden
a een Zakenkabinet.
Aan een goed gedocumenteerd artikel
genoemd blad ontleenen we:
M Lcn zuiver Rechtsch Kabinet is natuur-
jk uitgesloten. Maar ook een gemengd
nimsterie, het moge zich dan als extra
jarldhientair of als Z,aken-K|a(binet aan-
- lui en en, kan voor de kRechtache politici
weinig of geen aantrekkingskracht bezit-
ten. Van de liberalen zijn wij evenzeer
principieel gescheiden als van de socia-
isten, dit vergete men niet. De £oncen-
tru. iieeft zeer nadrukkelijk front tegen
gemaakt, speciaal aan de stembus
:'it jaar. Hoe zouden wij dan nu met
litiha.-r, nare geestverwanten in eenige
et vernading kunnen treden? En Vooral^
eihcr z >_iden leden der Rechtsche partijen
lziwh als b^v'indsmannen onder con"
Bitrole, liet goedvinden, of hoe men 't
loemen II, kunnen stellen van een Ka
lt mer, welke voor de grootste helft uit
L i n k s c h e afgevaardigden bestaat
Het zou bovendien al heel vreemd
zijn, dat, nu de socialisten hebben gewei
gerd met de liberalen in eenzelfde Ka
binet zitting te nemen, katholieken,! anti-
revolutionnairen of christelijk-histori-
schen dit zouden moeten doen. Eerstens
slozou men daarmee een wensch vervullen!
e welke niet onduidelijk van socialistisch en
kant werd uitgesproken, maar wat het
voornaamste is, men zou ook het meest
onlogische antwoord op den uitslag der
erkiezingen geven, dat zich denken laat.
Bij den strijd in Juni stond program
tegenover program, koers tegenover
koers. Die uitspraak kan men niet ne-
geeren, en het ware al te zonderling,, in
dien men terstond na de gtembus ging
ergeten, of grootendeels vergeten, wat
vlak te voren was gezegd -en geschreven.
Als oppositie staat een partij en a for
tiori een coalitie van partijen altijd
eenigszins vrijer dan als regeeringsmeer-
derheid. Maar de hoofdzaken blijven de
beginselen veranderen niet, de kans'om
opnieuw meerderheid te worden, mag
niet verspeeld. Geen dwarsdrijverij, geen
oppositie welke de grenzen van het ge
oorloofde overschrijdt, of belemmerend
zou werken op den algemeenen ganig
van zaken. Maar ook geen ministerieel'
avontuur met tegenstanders, die ipen gis
teren nog bestreed, die men morgen op
nieuw zal moeten bestrijden. Ook al tre
den zij gematigder op .dan anderen zoo
kan dit nog geen reden zijn, om de gren
zen weg te doezelen.
Waar Links won jnoet Links regeeren,/
dit is de onafwijsbare eisch. H o e zij
regeeren wil, "vereend of gescheiden,)
dient zij voor zich-zelve uit te maken.
Telkens als de Rechterzijde overwon^-
heeft deze zich gekweten van de taaie,,
haar door de uitspraak' der kiezers en
het vertrouwen der Kroon opgelegd. De
'Linkerzijde handele thans eveneens. Daar
is geen ontkomen aan.
Alleen wanneer h.aa r a,b so lute on
macht gebleken is, om gen oplos
sing te geven aan de crisis, of lievfer om
het land te besturen, kan Rechts over
wegen. wat haar te doen staat. Het lands
belang zal dan ten slotte den weg wij
zen. Maar de Linkerzijde zal dan haar
onmacht hebben te b ekenn en „beter
noghebben te b e w ij z e n. Voorshands
blijft zij aan bod en heeft Rechts niets
anders te doen dan het verloop dier din
gen te volgen. Zij de Coalitie be
hoeft ziel) nietje haasten^ nochi met wil
de drift jacht te maken op ministers
portefeuilles. En geen ernstiger fout zou
zij kunnen begaan, dan wanneer zij hare
positie verzwakte, of compromitteerde
door .combinaties, welke haar voorv.de"
toekomst noodlottig zouden worden.
FEUIL L ETO N.
250)
Zijt gij eerzuchtig?
Neen, generaal, .mijn toekomst is
vernietigd. Door allerlei gebeurtenissen,
te veel oin u hier te vertellen, zijn onze
goederen verbeurd verklaard en ver
kocht ten voordeele van de natieeen hu
welijk, waarop ik al mijn hoop geves
tigd had, is onmogelijk geworden. Toen
heb ik een besluit genomen: voor het
vaderland te sneuvelen.
Dat is gemakkelijk. Wanneer ik u
help, zult, ge mij dan trouw zijn? 1
Zooals aan Barras. Op- den 9 Ther-
midor, toen men hem wilde doodschie
ten, heb ik hem met mijn lichaam be
schut. Dat was een hachelijk oogenblik,
generaal. S
Ik weet het. Wilt gij hier blijven:?
Wanneer gij het beveelt, generaal.
Gij kent het militaire vak niet?
Ik ben niet al te taai van begrip,
generaal. Ik zal mijn best doen om uw
bevelen te begrijpen en ze uit te voeren.
Het is goed Ik geloof niet dat deze
veldtocht nog langer dan eenjjaar dagen
Loge voor.
Het Dagblad van Noordbra;-
b a n t schrijft
Halló, Loge. I
Gij moet thans voor de proppen.
Ik??? i l
ja. g'j- 1
tfiWij mogen het nooit vergeten'%
schreef uw „Magonniek Tijdschrift" van
1 Dec. 1912, „dat de stoot tot de con
centratie yan magonnieke-zijde is gege
ven".
En in Juni schreef datzelfde tijd
schrift: Jvioor een groot deel is, in op
zet. de concentratie werk yan de Vrijmet
selaren geweest."
Welnu, de concentratie heeft de hulp
der socialisten niet kunnen verwerven^
en is nu aangewezen om alleen te, trach
ten een ministerie te vprmen.
,M,aar de oorsprong der concentratie
zijt giji, kracht der duisternis.
Gij draagt dus de verantwoordelijk
heid. Aajn' u is het, naar 'constitutioneelen
eisch om een ministerie te vormen.
Of kunt gij de openbaarheid niet ver
dragen I
Moet gij het ministerie voorbereiden
en samenstellen in de duisternis, gelijk;
gij zegt de concentratie in uwe donkere
werkplaatsen te hebben voorbereid en
samengevoegd
Dat is vlakweg in strijd met onze wet
ten en gebruiken.
Wij zijn hier niet in Frankrijk
Voor den dag, duisterlingen.
De verantwoordelijkheid aanVaard
voor uwe lichtschuwe daden.
Broeder Herman Snijders heeft, vol
gens het „(Magonniek Tijdschrift" de con
centratie „(definitief aan het,rollen ge
bracht", hij zij de opvolger Van dr.
Bos, die, na de weigering der sociaal
democraten, zijn opdracht tot formatie
van een Kabinet uit de geheele linkerzij
de waarschijnlijk in handen heeft gesteld
v,an H. M. de Koningin.
Loge vóór nu. v l
De concentratie is aan bod.
En de concentratie, dat is de Loge/
naar het „Magonniek Tijdschrift" zelf
heeft geschreven.
Lr. Kuyper.
Veel is er in de Linksch'e pers ge
schreven over een „inconsequentie" van
dr. Kuyper. .die wegens doofheid' be
dankt had vo.or het lidmaatschap van dfe
Tweede Kamer en nu dat van de .Eerste
Kamer heeft aangenomen. Ter verklaring
v,an deze z.g. inconsequentieleizen we
o. m. in de St.an!daar(d:
Dr. Kuyper is bij deze (de linksch'e)
Pers 't mikpunt voor hg.ar scherpste pij
len zonder overdrijving mag men zeg
gen sinds nu veertig jaren, d e politieke
tegenstander.
Nu wordt deze politicus achtervolgd
door een uiterst hinderlijk gehoorgebrek.
Reeds als Minister kon hij nooit van de
ministerstafel de sprekers volgen maar
zag zich altoos verplicht naast of voor
hen te gaan zitten.
Sinds is dit erfelijk gebrek toegeno
men, en dwong hem zelfs Jot 't nemen
van zijn ontslag .uit de Tweede Kamer;
iets wat, naar eisch van ridderlijke usan-
tie, overal elders een medegevoel van
deernis zou gewekt hebben.
Niet alzoo ten onzent.
Hier spot men er mee. Gelooft er
niet aan. Verklaart 't voor voorgewend.
En distilleert er op die manier een nieuw
pijndoend verwijt uit.
Thans vooral nu deze half-doove het
aandorst om naar de Eerste Kamer te
gaan.
Alsof op dit punt .de Eerste Kamer
met de Tweede voor ..vergelijking ook
maar vatbaar vvare.
Zoo weinig staan ze gelijk, dat 't geen
in de Tweede Kamer den halfdoove bui
ten gevecht ^telt in de £erste Kamer
dusver ganschelijk sLst voorkwam.
Wat in de Tweede Kamer bezwaar
Oplevert, is toch niet het volgen van 'de
gewone redevoeringen. Daarvoor kan
men zich de moeite geven, dicht bij den
spreker te gaan staan of zitten.
Neen. wat Tn de Tweede Kamer de
zaak onmogelijk maakt en afsnijdt, is
het gedurig voorkomen van parlemen-
duren zal. Ik zal aan Barras schrijven.
In afwachting zal ik u papieren geven,
die gij hem brengen moet. Ik' stel ver
trouwen in hem. Barras heeft véél men-
schenkennis. Wanneer hij vriendschap
v,oor u heeft, dan verdient gij dat ook..
Hij riep: r I
Kapitein
ben officier trad binnen.
Bonaparte zeide tegen hem
Belast u met .dien jongeman, hij
heet Jean
Rocher, generaal.
Hij is mij aanbevolen. Geeft hem
een plaats in uw kamp en kom jnorgeni
om vijf uur met hem1 hier.
Ik' wilde heengaan.
Hij riep mij terug.
Kunt gij paardrijden?
Ja, generaal.
En schieten
Ik was altijd een hartstochtelijk
jager.
Het is go«?d, ga.
Hij ging met ons mee.
iVan de hoogte, waarop wij ons be
vonden en waar hij zijn hoofdkwartier
had opgeslagen in een ellendige bouw
vallige hut, kon men een onmetelijke
vlakte overzien.
Bij het licht van, de sterren in dezen
helderen herfstnacht was alles duidelijk
taire opstootjes, als van Linkg en Rechts
alles zich om den voorzitterszetel Ver
dringt, alles dooreen roept en praat, eü
er onder dat drukke gewoel juist dfe ge
wichtigste beslissingen yallen.
Daarvan verstaat de half-doove dan
ni ets. Geen woord. Hij komt zelfs
niet achter wat er gaande is. 'En dam)
kan vooral iemand die voorzitter van een
club is eenvoudig zijn plicht niet doen.
Hij staat buiten het debat.
In de Eerste Kamer daarentegen komt
zoo iets niet voor. Op de wijs als in de
Tweede Kamer kan men zeggen, dusver
nooit. 9
Het is alzoo volkomen natuurlijk, dat
waar heengaan uit de Tweede,Kamer
plicht werd, aanneming van een lidmaat
schap in de Eerste Kamer mogelijk
bleef. i
Dat nu redacteuren, die hiervan niet
op de hoogte waren, pver de onderstelde
inconsequentie' vielen, 'kan er mee door.
Maar dat hieraan mee deden redacteu
ren, die van dit allesbeslissende ondfer-
scheid door .eigen .aanschouwing per
fect op de hoogte waren, kan het rid
derlijk karakter yan hun polemiek niet
ongemoeid laten.
Openbare en bijzondere scholen.
Wij lezen in het Oudersbliad.'
Wanneer men sommige bladen leesfy
zou men zoo denken dat het Nederland^
sche volk zeer aan de Openbare school is
gehecht. Men zou verwachten, 4at de
Openbare scholen hoe langer hoe volL
ler raken, als werkelijk ons volk aan die
school is gehecht. Vergelijkt men echjter
eventjes de cijfers, die hier onder volgen^
en die aanwijzen, hoeveel leerlingen er
op de duizend leerlingen per jaar van af
1890 tot 1911 bijgekomen zijn op "de
Openbare school en op de Bijzondere
school dan blijkt het tegendeel.
Aantal leerlingen, dat er op; de dui
zend bijkwam
op de Openb. school op! "de Bijz. 6chooi
in 1890 5 37
in 1891 3 25
in 1£92 18 25
in 1893 15 20
in 1894 7 19
in 1895 14 21
in 1896 7 13 l
in 1897 15 16
in 1898 17 11
in 1899 9 20 I
in 1900 21 18
in 1901 51 65
in 1902 16 35
in 1903 5 27
in 1904 7 32
in 1905 2 I 38
in 1908 nog niet 1 38
in 1910 nog niet 1 35
In dit lijstje worden gemist de jaren
1906. 1907 en 1909. In 1906 vermeer
derde namelijk het leerlingen-aantal niet
op de opehb. school, maar verminderde,
zoo ook in de andere twee jaren. Op de
duizend leerlingen verminderde het aan
tal in 1906 met 6, in 1907 met 2 en in
1909 met 1. Terwijl daarentlegen het
leerlingenaantal op de duizend leerlin
gen der Bijzondere school steeg met .45
in 1906, met 52 in 1907 en met 40 in
1909.
Ziet men deze cjjfers. dan zou men
eerder tot de conclusie komen, dat ons
volk niet v,an de Openbare school is ge
diend maar d,e Bijzondere school ver
kiest.
De briefwisseling in zake de
kabinetscrisis.
In een deel der pers wij zeggien er
'teen, en ander over in ons eerste blad
is gepubliceerd de briefwisseling, ge
voerd tusschen dr, "Bos en mr.Troelstra
inzake het zitting nemen, van sociaal
democraten in een te vormen ministerie
Uit de geheele linkerzijde.
Ze begint met een brief van dr> Bos
aan mr,. Troelstra, waarin de eerste de
hervormingen, welke het nieuwe minis
terie zou hebben tot s.tandi te brengen,
noemde:
„L Grondwetsherziening tot invoering
van het algemeen kiesrecht voor mannen,
te onderscheiden en in de verte zagen)
wij de wachtvuren der Oostenrijkers.
De vlakte was er mee bedekt.
Bonaparte mompelde:
Met onze soldaten ,die zoo dapper
en onversaagd zijn, behoefde men er zich
niet toe te bepalen de benden van dien
De Merci-Argenteau buiten de grenzen
te werpen. Men moest hen vervjolgen,
met den degen in de vuist, hun troiepen,
met kanonschoten uiteenjagen en den
oorlog op hun grondgebied overbrengen.
Eensklaps riep hij:
Welk een rijke landstreek. Wat
prachtige provincies om te veroveren
Hij stampvoette van woede op den
grond en zeilde eensklaps tegen mij1:
Tot morgen.
Toen 'keerde hij terug.
De kapitein, een jonge man van om
streeks 22 jaar, groot en forsch ge-
bouwc(, met een door de zon gebronsd
gelaat, vroeg mij:
!Zjjt gij nog geen militair geweest,
kameraad? l
Neen.
En ge wilt het worden
Als ik kan.
De gelegenheid is gunstig. Overal
wordt oorlog gevoerdaan de boorden
van de Middellandsche Zee. in het hart
van Zwitserland, in Duitschlandy tot aan
zonder dat daarmede gepaard gaat wjjzi-
ging in de rechten van de Eerste Kamer.
Wegneming van de belemmering,welkê
in de Grondwet tegen de invoering van
vrouwenlkiesrecht is gelegen, onde\r op
neming van bepalingen, waardoor wordt
voorkomen, dat bij -de regeling van het
vrouwenkiesrecht rechtstreeks of middel
lijk eischen van maatschappelijken wél
stand worden gesteld.
Wegneming van de beletselen tegen
de verkiesbaarheid van de vrouw
2. Uitbreiding van art. 369 der Invalidi
teitswet in den zin van het amendement-
Borgesius-Drucker-Tydeman, als voorbe
reiding der verwezenlijking van, dat deel
va nhet concentratie-manifest, dat op de
ouderdomsvoorziening betrekking heeft.
3. Met het oog op dezen maatregel zal
aanvulling der geldmiddelen hoofdzakelijk
door vervanging van de vermogens- en
bfedrjjfslbelaisitingen, door eene Rif^sinkom
stenbelasting en door wijziging der suo
cessiebelasting noodig zijn. Van tariefs
herziening worde afgezien, het bestaande
ontwerp ingetrokken."
Verder vestigde dr. Bos de aandacht
van mr. Troelstra op eenige punten,
waarover, nadat de laatste in het deel
nemen aan de regeering had toegestemd,
in overleg zou zijn te treden. Die punten
waren
„De houding van het ministerie ten
aanzien van reeds aangenomen wetten;
voorts die ten aanzien van het onderwijs
vraagstuk, daaronder begrepen de ver
betering van de opleiding en salarieering
der onderwijzers.
De houding, door de verschillende par
tijen aan te nemen terij aanzien van de
begrootingen, meer in het bijzonder die
van Oorlog en Marine, en van de onder
deden der Indische begrooting, welkie
op de defensie betrekking hebben.
De houding van de partijen onderling
tn het land bij verkiezingen gedurende
het tijdperk der samenwerking, zoowel
als die van 'de samenwerkende groepen
onderling en tegenover het ministerie bij
onderscheidene onderwerpen van dage
lijks ch belei-d."
Mr. Troelstra deelde in antwoord op
het schrijven van dr. Bos mee, dat een
conferentie van het partijbestuur en de
Kamerfractie de zaak zou 'behandelen en
dat verder een buitengewoon congres der
partij haar standpunt zou bespreken.
Intusschen vroeg mri Tr. aan dr. B.
hewn aan te toonen, dat en \yaarom
het voorgestelde program alléén, kon
worden uitgevoerd door een ministerie
van de geheele linkerzijde, daarbij
eenige bedenkingen ontwikkelend tegen
de beoogde samenwerking.
Verder verklaarde de heer Tr., d$t z. i.
een burgerlijk kabinet, hetwelk het pro
gram eerlijk wil uitvoeren, het sterkst
staat als het is samengesteld uit vrij
zinnigen, aangevuld met een paar minis
ters uit de rechterzijde. Ging dit laatste
niet. dai) zouden de vrijzinnigen alleen
de zaak hebben op te knappen, en moeten
opknappen, terwijl de socialistische Ka
merfractie zich niet zou kunnen onttrek
ken .aan den plicht, hun de uitvoering
parlementair mogelijk te maken.
Eerst als de vrijzinnigen niet konden
of wilden regeeren zonder sociaal-demo
craten, zou, vervolgde mr. T,r., de vor
ming van een gemengd vrijzininig-socia-
listisch kabinet aan de orde komen.
iWat voor dr. Bos en de zijnen de
eerst-gewenschie oplossing was, was voor
mr. Troelstra een oplossing in* geval van
o nve r m i jd el ijke noo dzakelijkh e id.
Dr, Bos heeft de gevraagde inlichtin
gen verstrekt. De voorgestelde oplossing
achtte hij de eenige, die in parlemen
tairen zin beantwoordde aan den uitslag
der verkiezingen en aan* de eischen van
het oogenblik.
Een ministerie uit leden der imker
en der rechterzijde noemde hij een ongcF
rijmdheid en lichtte dit uitvoerig toe.
Omtrent de tweede oj)lossing, door
mr, Tr. aan de hand gedaan een
ministerie van de concentratie alléén met
belofte van steun van de sociaal-demo
craten merkte dr, B. op, dat deze
oplossing in de vrijzinnige concentratie
niet was besproken, aangezien deze met
de Hollandsche grenzen. Wegk' is er
genoeg.
Hij bromde:
Maar het geld is verduiveld
Wat doet er dat toe? Wij zullen1
het gaan halen daar waar het is.
Dat zegt de generaal ook. Oals1
hij het beveelt, gaan wij overal heen.
Wij kwamen aan tenten, gebouwd van
boomtakken en lajjpen linnen.
Van de plaats waar wij waren, zagen
wij boven ons het licht in het h;uis van;
den Corsikaan.
De kapitein zeide tegen mij
De generaal werkt onafgebroken.
Hij is klein maar een kerel van ijzer en
met een helder verstand. Hjj ontwerpt
plannen en wanineer men zijin zin gedaan
had, dan zaten wij nu in de Piemontee-
sche dorpen die men van hier af kan zien
liggen. Het zou ons a^n niets ontbreken';
aan levensmiddelen noch geld, maar de
opperbevelhebber heeft niet gedurfd. Hij
had ongelijk. Laten wij gaan slapen.
Hij wikkelde zich in zijn mantel cn
legde zich neer op den harden grondt,
waar het bivak was opgeslagen.
De anderen sliepen reeds.
Ik volirde zijn voorbeeld en legde mij
naast mijn metgezel neer.
yan punt tot punt zagen wij de schild-
hem Instemde over de jn de opdradht
vervatte oplossing.
Verder merkte dr. Bos op:
„Al moge de strijd tuisjschen onze par
tijlen in sommige districten zelfs tot het
laatste zijn volgehouden, het is niet te
ontkennen en is door de voorwaarden,
welke de Sociaal-Democratische Arbei
derspartij voor den steun bij de herstem
mingen gesteld heeft, ten duidelijkste aan
het licht gekomen, dat ten slotte de v^r-
kiezingsactie van beide zijden op het
zelfde :doel was .gericht. Dit samengaan
voor een gemeenschappelijk doel bij d>e
stembus schept voor beide partijen de
zelfde verantwoordelijkheid na de be
haalde overwinning.
Juist uw schrijven, waarin zoovele
punten zijn aangeroerd' van dagelijiksch
beleid met het oog op tal van gebeurlijk
heden in het land en in de Kamer, ver
sterkt mij in mijne overtuiging, dat een
toestand onhoudbaar is, waarbijl een min
derheid onder controle van een harer
felste staatkundige tegenstanders en van
deze afhankelijk, een regeeringsprogram
moet uitvoeren, dat zij beiden wensch en.
Ook blijkt daaruit wel de onmogelijk
heid om de voorwaarde» voor het ver-
leenen van steun zoodanig te omschrijven,
dat men niet ieder oogenblik zou blöot-
staan ^an botsingen. Slechts het aan
vaarden Van de medeverantwoordelijkheid
in de regeering kan dat voorkomen."
(Wjlt ge nu óf wilt ge niet samen
werken o,p 'de aangegeven wijze, vroeg
dr. B. ten slotte.
Hierop volgde de weigering van mr.
Troelstra of liever van de meerderheid
der Partij-conferentieop de bekende
gronden.
,Het laatste stuk der briefwisseling is
een schrijven van "dr.. Bos van 24 Juli,
waarin deze zijn groot leedwezen be
tuigt over de weigering.
„Door deze weigering is het mj] uit-
teraard onmogelijk geworden de mij ver
strekte opdracht te aanvaarden, welke ik
ten zeerste in het belang heb geacht van
de verwezenlijking der hervormingen,
welke de meerderheid van ons vólk ver
beidt. In dezen zin berichtte ik reeds
aan Hare Majesteit de Koningin. Hier
mede is mijne taak afgeloopen."
De Kolpingsfeesien te Keulen.
Door een der vijf leden der St. Jo-
zefsgezellénvereeniging, die de Kolping-
feesten te Keulen hebiben bijgewoond,
de heer W|. A. Kohlbeck, is, Zondag
avond het volgend reisverslag uitge
bracht:
In den vroegen morgen van Zaterdag
19 Juli j.L togen vijf leden der Leidsche
"St. Jozefsgezellenvereeniging vol blijde
verwachting naar 'het aloude heilige
Keulen, om daar, met blijdschap gehoor
gevend aan den jubelenden feestroep,
gericht aan alle Kolpingszonen, waar ter
wereld ook, te getuigen van hunne groote
vreugde en dankbaarheid bij de viering
van het eerste eeuwfeest van Kolpings
geboortedag.
Na een vroolijke en> voorspoedige reis
kwamen wij omstreeks vier uur behouden
en wel in St. Maternusstede aan, alwaar
wij, hartelijk ontvangen door een daar
toe aangewezen commissielid, aanstonds
naar het feestelijk versierd Kolpinghaus
geleid werden.
O, wat 'deed het ons goed, al aan
stonds omringd, neen, bestormd te wor
den door onze Amsterdamsche broeders,
die, evenals wij, hun vreugde luide uit
spraken 'bij het ontmoeten van mede
broeders uit eigen Vaderland.
'Na de eerste kennismaking en na o<ns
tevens voor de komende nachten van
een goed logies te hebben voorzien, nóta-
bene i*n hotel „Zum Vater Kolping",
brachten wij den verderen avond recht
gezellig door.
Na een heerlijke nachtrust riepen on$
de feesten weer vroeg uit de vteren Zon
dagmorgen,. Thafis was dan de Gezellen-
feestdag aangebroken. Thans gold het,
met het keurig feestprogram gewapend,
alles nauwkeurig te volgen, wat ge
noemde „Festordnung" ons te genieten
bood.
Te half negen trok de eindelooze, kleu-
wachten dte heen en weer liepen om
wakker te blijven.
Verder zag of hoorde men niets.
Alles was rustig.
Voor de eerste rnaal bevond ik' mij
te midden van echte soldaten.
Naar hetgeen ik er van gezien had
waren de uitrustingen in erbarmel ijken
toestand, de uniformen gescheurd,, d!e
schoenen versleten en met veters bij el
kaar gebonden, maar niettemin was het
voorkomen van al die mannen krijgs
haftig en vastberaden.
Ik sliep eindelijk in met de gedachte
aan Rose aan u4 Pierre, en die lieve ba-
rones de Frévent.
Wat ben ik ver van u verwijderd
Ik d,adit niet, dat ik den volgend'enl
dag reeds een klein gevecht zou bijwo
nen om mij'n aankomst te vieren onder de
mannen, die ik niet kende.
Bij het aanbreken van den dag schrik
ten wij plotseling wakker.
Geweerschoten knalden op 7 a S00
pas afstands van de plaats waar wij ons
bevonden. t
Een oogenblik later was alles op de
been. l
Men snelde naar de wapenen.
De officieren verzamelden hun man
schappen.
(Wordt vervolgd.)
I