Uit de Pers.
DE TWEE VRIENDEN.
Tweede Blad, behoorende
-jij De LeidscheCourant van
Aaandag 19 Mei no. 1095.
Jili,!
'N
e middenstand en het nieuwe Tarief.
I.
Aan een brochure van het Voor-tarief-
j-et-comité ontleenen we:
De arbeiders zullen door een meer be-
chermende handelspolitiek in belangrijl-
e mate worden gebaat. De werkgeleg
enheid zal uitgebreider, de chronische
B* werkloosheid dientengevolge minder
i-orden; de loonstandaard zal stijgen.!
ldt[egen een altoos betrekkelijk gering na-
Teel als de mogelijke prijsstijging van
/a>en enkel artikel, wegen deze groote
Dordeelen zeker wel ruimschoots ,op.
a, het wordt doordoor verre ove'rtrofl-
eb.
?eri Heel dwaas is de tegenwerping,, Idat
)%en toch niet alle arbeiders, lagere amb!-
'a! tnaren, enz. kan „beschermen",, dat
oogstens de werklieden in de bescherm1-
bedrijven gebaat zullen wordlen.
langt niet alles in de maatschappij sa^-
ms ien Is verhooging van de productiel-
e kracht van een volk niet de bron v|un
Her welvaart? De salarissen van ambtei-
aren, onderwijzers, arbeiders in publier-
en dienst, worden niet vastgesteld voor
imi||e tijden. Zij stijgen naarmate de well-
,oe aart in een l,and toeneemt, maar blijven
eestal staan bij onveranderde welvlaartl
ijn de salarissen van on d er w ijzers ^amfb'-
:naren, etc. in hoog-ontwikkelde in dus-
belanden niet belangrijk hooger dam ten
ia"azent? Zijn daar ook de loonen yam arl-
ïiders in de z.g.n. „onbeschermde" be)-
•ijven, als metselaars enz., niet bedui)-
end hooger d^n in Nederland? Het
lit woord moet bevestigd luiden. Men
iformeere maar eens in het naburige
uitsohland.
Hebben voorts' ambtenaren, onderwij)-
:rs, werklieden in „onbeschermde" bö-
:ijven geen kinderen, waarvoor zij
1 raks een geschikt emplooi moeten zoef-
in? En zullen zij dan i,n een land met
5 en opgewekt zakenleven, met een krachl-
fe industrie niet gemakkelijker een pasF
nden werkkring voor hun zonen viri
on? "'Is het niet allerbedroevendst in
Nederland, dat voor de minste betreld-
ig honderden sollicitanten zich aanl
eiden? "Weet niet elke burger, hij zij
nderwij'zer, ambtenaar, winkelier of
eine ondernemer, ons te vertellen, hoe
m oeilijk het is om voor züjn kinderen een
-geschikt emplooi te vinden? Wiordt niet
enigmaal bij gebrek aan beter de Zoon
dochter opgeleid voor eigen vak, dat
leds meer dan overviuld is, maar ieenM
audig gekozen wordt, omdat men geen1
nis ziet het kind geplaatst te .krijgen
een betere branche? Js de _abnO|rtJ
ale overlading hier te lande van den
icalen winkelhandel en van de locale
*rl< nbachtsbedrijven; niet grootendeels
raaaraan toe te schrijven? Wiare er meer
jaag naar arbeidskrachten, bestond er1
eer gelegenheid om in nieuwe bedrijV
en een plaats te vinden, dan zou dp
aru )or den geheelen middenstand gunstige
v{evolgen hebben.
21 Men moet dan ook wel heel weinjjg
n 1 ad enken, om te kunnen beweren, dat
echts betrekkelijk „weinigen" van1' de
jverheidsbescherming eenig .voordeel
uilen genieten, Het algemeen be
ding zal daardoor juist ]n hooge mate
orden bevorderd.
Ook niet .het minst het belanfg Van
:n hand'eld'rijv.enden mi'd;d[eri-
ra5tand. Die winkelzaken' kunnen alleen
:r<» loeien* wanneer het groote publiek de
a oo'dige koopkracht bezit.
Ha -
Het Encycliekfeest.
Wje zeiden Zaterdag in onze beschouf-
l yj'ing over dit feest van den Ned. R. K.
olksbond waarlijjk niets te veel,
Het ihieeft telkens weer haar biekoor-
r g ikheid, haar schoonheid, haar indruik-
'ekkendheidw
Jammer, dat het weer een oogenblik
FEUILLETON.
Drs 88)
Een onbeperkt -vertrouwen had deze
g a rouw jn haar Opgewekt en de baro;-
te es van haar kant, die zelf zooveel on^
!eluk had gehad en zooveel j:ouwi,A
ssi 'enschte zich geluk nu eindelijk een we-
/esl en te hebben gevonden,, dat zij weer
an ganscher harte kon liefhebben,
oerl Toch liepen de karakters tvan die twee
t, 1 rouwen wijd uiteen.
Terwijl de jbarones kalm: en statijg bleef
midden van de Wreedste beproevingen
ss'teeds haar zachten aard en haar goed
i lumeur bewaarde en alles pret waardig-
leid verdroeg, werd Rose door het on
wel [eluk verbitterd en in .zichzelf gekeerd.
Niettemin hadden zij, reeds bij haar
irste ontmoeting in de .gevangenis PAb-»
iye zich tot elkaar aangetrokken ge^
mb'oeld door een wederkeerige genegeu-
vff leid.
Daarom had Rose, toen zij met haar
oolnde vriendin, die steeds ,zoo goed voor
.*ste ir was geweest, hereenigd was, haar
"'""is gezegd, bij haar troost gezocht,
gevonden.'
tót I!'
dreigde, de stemming te bederven.
In alle vroegte werd de dag begonnen)
met een gemeenschappelijke ,H. Commu
nie in de Hlartebruigjskerk.
En na de Hoogjmis, onder welke de
verschillende toanieren van de Voliks-
bondsaf d eelingen prijkten tusschien het
groen, waarmede het priesterkoor getooid
was, had een kort dof plaats,, 'dat eindigde
met een Marialied.
Als nu werd de stoet opgesteld. Maar
juist zou hij zich in beweging stellen,
of een lang niet malscb buitje Jcwam
een poging doen om de geestdrift te blus-
sdhen, ,W|at intussohen niet gelukte. De
optocht, waarin een tiental banieren wer
den gedragen, nam zijn weg door Haar
lemmerstraat, Donkers te eg, Hoogstraat;
Maarsmanssteeg, Breestraat, Rapenburg
naar het Bondsgebouw, waar de vele
bondsleden met fanfares van de Har
monie begroet werden. St. Gregorius
wékte verder door een v.rooüjjken marson
de feeststemming weer o,p.
ALsnui heette de voorzitter, de heer Wi,
de la Rivière, allen van harte welkom
op deze vergadering, W|ij herdenken, ver
volgde spr.', de uitvaardiging van de En
cycliek Rerum Novarum. W|ij vieren thans
onzen Room&öhen Meidag^ Spr. wees op
het contrast, dat er bestaat, tussichen de
zen Roomschen Meidag en den eersten
Meidag der socialisten. Wijl voeren niet
den klassenstrijd, wij behartigen onze be
langen op den grondslag van ons heilig
geloof. Gezegend was het oogenblik,
waarop Paus Leo XIII zaliger en roem-
ruchtiger gedachtenis, die heerlijke En
cycliek uitvaardigde, waaruit bleek; dat
de Volksbond op den goeden weg was.
Dien weg zal onze Bond blijven volgen.
Daarom welt heden dank uit ons hart;
daarom naderden onze mannen in den
vroegen morgen tot de tafel des Heeren,
daarom vereeniglden zij zich andermaal
in de kerk, om daafna met ontplooide
banieren door Leidens straten te trekken.
Zij droegen daaiibliji geen roode tulp, maar
het Roomsch nationale volksbondsinsigf-
ne; zij droegen geen transparanten met
JWiijl eischen dit of dat", maar zijl droe
gen vaandels met het kruis, in top; omdat
zij willen te kennen geven, dat zij strijden
voor God en Kerk, Vorsten en Land (Ap-
plasu).
!W|ij loop en, vervolgde spr*, niet gedre
ven door de zweep van een Troelstra,
doch vooraan in onzen stoet liep de Priies-
ster, onze geestelijke leidsman, wien sipr.
hulde brengt voor deze daad. JApplaus.)
Spr. hoopt, dat deze daad navolging,moge
vinden, dat het aantal toeschouwers min
der moge worden, maar dat meerderen
zich in den optocht mogen scharen, op
dat deze worde een grootsche viering van
den Roomschen Meidag voor heel Ka
tholiek Leiden (Dlonderend applaus en
fanfares).
Het zangkoor St. Caecilia zong nu Tiet
jyAve Maria" van Bu Klein, waarna de
voorzitter de Harmonie geluik wensdite
met den derden prijs, dien zij op het
concours te Wiarmond behaalde, den eer
sten onder den nieuwen directeur, den
heer Smeele. Spr,. beval verder de uitge
sloten sigarenmakers in aller steun aan
en deelde mede, dat hun wederom tot
aan de volgende vergadering een gulden
per week wordt uitgekeerd.
Feestrede.
Daarna betrad de feestredenaar, de
weleerw. heer Th. J. van Noord,i kape
laan te 's-Gravenhage, het spreekgestoel
te; spr. feliciteerde allereerst het bestuur
en den geestelijken adviseur met hun
krachtigen bond en hoopte, dat meer
mannen en vrouwen zouden, gaan biegrijh
pen, dat arbeid en vroomheid zijln de twee
gouden sleutels, die de deuren openen
voor 't levensgeluk op de twee werelden.
'Spr. noemde het een gunstig voortee
ken, dat de encycliek Rerum Novarum
verscheen in de Meimaand, die het biegin
van leven en van groei is. Het kost moei
te, vervolgt spr., het stokoude ideaal van
Leo XIII om te zetten in werkelijkheid.
Het kost zooveel strijid en men vraagt
zich wel eens af: rijlst nu todh de kruit
damp nooit van het slagveld? Die soc.ale
strijid is echter voor zoo'n heel groot deel
Haar smart was bijna te zwaar voor
haar geweest om te dragen.
Nu voelde zij zich als verlicht, na in
de armen dier goede .vriendin te hebben
uitgeweend.
De barones had'er haar nog te liever
om, nu zij1 haar heele levensloop kende.
Met welk een teederheid had zij haar
getroost.
Hoe zacht klonk haar *stem, toen zij
zegde
Het is goed, Wij zullen zien, vrees
niets, en Wat er ook gebeuren moge, bij
mij zult ge steeds vriendschap 'en be
scherming vinden.
iOp straat gekomen, gingen Victoire en
Rose langs eenige groepen van men-,
schen, die stonden te praten over de
gebeurtenissen van den dag.
Men vertelde van massa .aanhoudin
gen, van complotten der koningsgezin-
den; van de Vendée, die nog geheel on
der de wapens'was en van de Choua-
nen, die gruwelen pleegden in Bretag-
ne. Voor „Le Père Duchesne", dje met
Hébert verdween, was geen ander blad
in de plaats gekomen, dat de gemoede
ren ophitste, en, Waar ,of overdreven,
'konden die berichten weinig indruk ma
ken op de vreedzame menschen, die ze
elkaar overbrachten.
Wanneer nog de een of andere heet-
een boete, door God aan de christelijke
wereld opgelegd. Dit woord: „Daaraan
zullen zij ten allen tjjjde zien, dat ge mijne
leerlingen zijlt als ge elkander Liefhebt",
drukt uit het ware kenteeklen van den
Ghristen» W[e hebben te lang gewandeld
in de sloffen, maar nu is het tijd! G.od
heeft medelijden met de scharen!
Het is zoowaar, dat God de sociale
gedachte zet in het groote leven niet
alleen, maar ook in het leven van ieder
individu. Goddank, diat men er aan den
ken gaat met name in Diudtschland
de sociale gedachte te brengen reeds
in het kind, opdat het van de school mee-
neme de heilige sociale gedachte.
Waarom spr. alweer gaat spréken van
strijd? Omdat men van de overzijde niet
zanikt, maar zaagt met honderdmaal
weerlegde opwerpingen om de menschen
tegen elkander op te zetten en zoo door
het verdeelen te heers Chen.
Niet bemoedigend is het woord, dat
reeds staat op de oudste bladzijde dier
H; Schrift, toen Zacharias zeide: „Tegen
den avond zal het licht zijn". Geen lidht
dus aan het begin van den dag, geen
licht op den middag, maar op den avond;
het volmaakte grenst aan het einde.
Christus is een teeken, dat zal wor
den tegengesproken. Naast het Rabboni
der liefde schrijht ons het woord van
den twijifel in het hart: „Zijlt gij het,
die in de wereld moet komen of hebben
wij een anderen te verwachten?" Z,oo
wordt het Christelijk geloof ook voort
durend tegengesproken.
Spr. schildert den intocht in Rome van
den gevangen P;aulus van Jharsus, die
onzichtbaar in zijn handen draagt de le
lieblanke kruisstandaard, die hij zal plaat
sen op de tinnen van het kapitool. De
Apostel gaat daar werken, voor Israels
behoud, maar het was alsof 'Plaulus, die
de verloren vrucht van den boom des
levens kwam brengen, den twistappel on
der de Joden was komen werpen* Die
geest van tegenspraak, die P^ulus daar
ontmoette, is niet begraven onder het
Paulinische Rome. Die Paulus met de
Israëlieten is het beeld van de Kerk te
genover de tegenstrevers door alle eeu
wen heen. Heerlijk schildert spr,. den
Moedigen strijid in de eerste eeuwen»
"Maar toen die bloedroode zee van het
martelaarschap eblben ging, was er nog
geen vrede voor de Kerk. Al die oude
ideeën, welke in de vroegere eeuwen
tegen de Kerk in zwang waren, herleven
zelfs thans weer in nieuwe kleedij. Sicherp
'hekelt spr» het onderling geharrewar in
couranten en tijdschriften of op< vergade
ringen. Daardoor is de vechfkracht uitge-
put* als de vijand voor de poort staat
Die haat en de domheid en de brutali
teit zijn de bondgenooten van die tegen
strevers.
Als iemand toont God te dienen in het
aanzien der wereld dan komt verwon
dering en tegenstreving en tegenstand.
Dan zal hem verweten worden, dat hij
'tweedracht brengt. iWiees een middelmatig
Christen en men zal u bewonderen, maar
wees een echt Christen in 'het oog der
wereld en ge wordt tegengesproken, want
daar is in het Christelijk geloof een wet:
de wet van strijd en van tegenstreven,
Bij den ongeloovige schrijnt een wonde
in de ziel, die door geen arts of artsenij
is te Iheelen; het evangelie der Kerk
alleen geeft lantwoord op de levensvragen;
Wjij, die het Kruis kennen, wij weten,
dat het Kruis vleugelen Jiee^ en dat
wij veel meer door 'het Kruis worden
gedragen, 'dan dat wijl ons Kruis dragen^
Wij twijfelen niet meer; dej^eloofsbrieven
van Christus' verheven zending zijin in
millioenen 'harten en, handen.
Maar wat zouden die tegenstrevers nu
toch willen? Diat de hemel zidh opende
om getuigenis te^geven? Maar dat is ge
beurd, de God uit den hemel i.s op
aarde komen getuigen. Wjat dunkt u, ver
dient de voortlevende Christus, de Kerk,
uw Ihaat? Maar er is nog meer. Een
werkelijk Christelijk mensch schildert
spr. Maar zegt men zoo iemand is een
kapstok van deugden, een wandelende
preek, een al te "Christelijk mensch! Wjie
dit zeggen, hun stelt spr. voor oogen de
twaalf eenvoudige apostelen, de heiligen,
hoofd het woord nam en trachtte de
volkshartstochten op te zweepen, da?
hoorde men he'm1 slechts een oogenblik!
aan, om hem weldra den rug toe te
keeren en aan zijn zaken te gaan.
Bij de winkeliers hoorden zfijl niets dan
jammerklachten.
Altijd hetzelfde liedje.
Men zou kunnen gelooven, dat al die
winkeliers behoorden tot de partij van
den onbekende uit het jachthuis van Bagv
nolet.
f Overigens was de buurt van de rue
du Bac rustig, bijna doodsch.
Een graf.
Toen Rose en de kamenier haar bood
schappen gedaan hadden, betraden zij
een bestraat binnenplein, dat tusschen
huiz- van vijf verdiepingen lag, waar
van Ox bewoners nagenoeg allen afwe
zig of verhuisd moesten zijn.
Bijna alle vensters waren met luikerf
of zonneblinden gesloten.
Geen enkel geluid deed zich hooren
in die door. hoog*!: huizen omsloten ruims
te. Victoire ging het binnenplein overj
opende een deur, en ging Rose voor in
een lange, donkere gang, die aan het
^andere einde eveneens een deur had,
'welke door de kamenier geopend werd;
Zoo kwamen de twee vrouwen op een
stuk woesten grond, waar nog eenige
de duizend maal duizenden, die opge-
teekend staan in het boek des levens.
Voeg daarbij de namen van uw vader en
uw moeder, die stierven, niet waar, met
een gl.mlach op de lippen, van die veie
brave zielen, die ge gekend hebt.
Maar is het dan niet vreemd, kdat de
Kenk, die zooveel heiligen opleverde, nog
maar steeds wordt tegengesproken
Neen, dat is niets vreemds, want Chrish
tus' Kerk moet worden tegengesproken.
Het woord der Kerk moet nog steeds
afstuiten op het hart, dat alleen zichzelf
zoekt. Tot den wereldling zegt'de Kerk:
gij hebt niets van uzelf, gijl zijit zelf niets.
De heerlijke geloofsbrieven van den
Christus zijln niet leesbaar voor degenen,
wier oogen verblind zijln door het aard-
sche stof. Die bewijzen zijln gegeven, maar
toch houdt de tegenspraak aan, omdat
de menschen niet het verstand, maar het
hart laten spreken. Zoo streven nimmer
twee wetgevingen tegen elkander als de
wetgeving van "den Christus en die van
den wereldling» Bloemen plukken en ho
ning puren is het werk van den wereld
ling, vrucht dragen, dat is het werk van
den Christen, Wiaren alle Christenen hiu
maar als een P'aulus, maar er zijin nog
te veel heetgebakerde Petrussen, nog te
veel zwaartillende Thomassen!
Er zijn er toch nog zoovelen onder de
Christenen, die maken, dat het geloof
afschrikwekkend schijnt voor de anders
denkenden. Heel het leven van den Chris
ten moest niets anders zijn dan één, ge
tuigenis voor de anderen. Die wereld zou
zichzelf niet liefhebben, als zij' den Chris
tus niet baatte, H,et raadsel is daarmee
opgelost De goede zaak heeft niet gele
den door al die rood vervolgingen, door
al die verdachtmakingenden Christus
hebben zij niet overwonnen. Zij moeten
uitroepen:' Vicisti: gij hebt overwonnen,
Galileër, Oud is de Kerk, maar oud als
de zon, die iederen dag weer verjongd
liare vruchtbare stralen uitzendt over on
ze lage landen! Zoodikwijls de Kerk ter
aarde werd geworpen, ontving- zij van
die aarde nieuwe kracht; het Moed der
Christenen werd het zaad der Kerk. Wiel
moet de Kerk iets grootsch zijn, dat nie
mand onverschillig tqgenover haar staat;
Zij wordt bemind of gehaat! Hpeveel
goeds wordt door die bestrijding niet
geboren» Tegen den donkeren achter
grond komt de lichtgestalte van den
Christen het beste uit. £oo groot zou
Christus' niet boven ons gestaan hebben,
als H.ij alleen over vrienden geregeerd
had. Aan de dwalingen van de moden-
nistenrihebben we te danken de waarbeids-
openbaringen uit de Rascendi, den Pau-
lusbrief van onzen tijd.
Zouden we God niet het meest te dan
ken hebben voor het handhaven van de
aude grondwet: Dioor veel beproevingen
zult (g;ij het rijlk der Hemelen ingaan?
Ten slotte schetste spr. het oordeel
van God over degenen, die niets voor
Hem deden als er gelasterd werd, als
een vriend te redden was, als kinderen
Katholiek moesten worden opgevoed, als
Katholieke Maden moesten gelezen wor
den,
'De eerw. spreker sToot zijn heerlijke
rede met de volgende schilderij, welke
zoo geëigend is voor deze dagen, die roodl
staan van spanning^ Iu onze dagen zien
wij Kuiper strijden, Kuiper, die niet oud
kan worden, maar wiens ouderdom weer
verieuo;digd is als de Jepgd van den
adelaar. Dlie figuur doet sur, denken aan
een andere, aan die van zijn grooten
vriend Sichaepman. En dan komt spr,
voor den „geest dat tafereel uit het boek
Exodus, waar verhaald wordt, hoe het
jonge Israël streed tegen het 'overmoe-
dgie en oyermachtige Amelia Mozes bad
daar op den berg m$t opgeheven, handen,
en van die opgeheven Jjanden harugt het
krijgsgeluk at van Jozué. Als Mozes biidt,
wint Jozué daar beneden in de vlakte.
'Schaepman nu wij gelooven immers
allen in de gemeenschap der Heiligen?
juicht en bidt daar boven op de heu
velen. Hij staat daar op de Hemelsche
heuvelen en wij mogen verwachten, dat
hij zijn Katholieke partij en zijn Katho
liek Nederland en zijh Katholiek. 'Vader
land niet vergeet En met hem bidden
verwilderde boomen stonden en dat ver
der bedekt was met hoog gras, onkruid
en slingerplantenWaarschijnlijk was dit
vroeger een park geweest, maar in jaren
had geen tuinman hier ,een hand aan
geslagen.
Achter in dit park Nstond een verla
ten hotel, bouwvallig en .verveloos.
De deur stond open en achter die deur
zag men een breede vestibule, die voor
heen zeer mooi moest ,zijn geweest, maar
nu waren de marmeren steenen gebar
sten, de wanden vol scheuren en de beeB
den afgebrokkeld en vervuild.
'De kamenier trad binnen, liep de ves
tibule door en opende aan het einde
daarvan een deur, die toegang verleende
tot een soort dienstbodentrap, welke
naar de bovenverdiepingen voerde.
Waar gaan wij heen?" vroeg Rose.
Op geruststellenden toon antwoordde
Victoire:
Volg mij en vrees niets.
Op de it'weede verdieping opende zij
"weer een deur en nu kwamen zij in een
ledige kamer, die uitliep in een grooter
lokaal, die tot kapel was ingericht.
Een dertigtal mannen en vrouwen lag
op den grond geknield, verdiept in het
gebed.
Voor een tafel, die als altaar dienst
deed, stond een priester, een eerbied-
mee al de mannen en vrouwen van be-
teekenis, die daarboven hun loon hebben
etfang'd. En Kuiper s'trijdt hier beneden
zijn strijd, alsof hij nog (Ten jonge man
was, terwijl Bchaepman daarboven bi.dt
En Mozes niet Jozué heeft den
strijd gewonnen. Toen hij afdaalde van
üen Berg waren zfjh oogen moe van het
omzien en zijn handen beefden van het
"Bidden, een dag lang., Maar zoo moe wa
ren zijn handen niet; of zij bouwden daar
beneden een altaar, waarop hij schreef:
„Jehova is nri^n banier".
Dat woord- moeten wij tot het onze
nemen, zoo'lang wij' kunnen overwinnen,
tot het einde der dagen, als de zwaardlen
gebroken worden, als we" niets anders
zullen zien dan witte kleederen en wui
vende palmen (Langdurige geestdriftige
toejuichingen en fanfares).
De weleerw. Pater Zuidgeest, de geest
adv„ bracht dank aan den spreker, wiens
woorden zullen bijdragen tot versterking
van den moed -in den strijd. Diat zal 'des
feestredenaars grootste belooning zijh,
als hij' na eenigen tijd mag vernemen,
hoe Katholiek Leiden gestreden heeft.
De vergaderden werden nu nog eeni
gen tijd aangenaam bezig gehouden door
muziekstukken van Si Caecilia, dat D'e
Morgen van Oushoorn en Vaderlandslied
van Nicalaï ten gehoore bracht. De harv
monie speelde tot slot de Pries term a rsoh.
Gemeentezaken.
Gemeenteraad.
Een vergadering van den gemeenteraad
van Leiden heeft piaats op Donderdag
22 Mei 1913, des namiddags te twee uur»
Te behandelen onderwerpen:
I, Benoeming van inwoners der ge
meente, tevens kiezers in het kiesdistrict,
voor den tijd van twaalf maanden, tot
leden of plaatsvervangende leden in de
stembureaus voor de verkiezing van leden
van de Tweede Kamer der Sitaten-Gene-
raal, d.e Pïov. Sitaten en den Gemeente
raad.
12. Aanwij'zing van een lid van den Ge
meenteraad om, zoo noodig, aLS plaats
vervanger op te treden voor den Burge
meester, als voorzitter van het hoofdstem-
bureau voor de eventueele stemming en
herstemming ter benoeming van één lid
van de Tweede Kamer der Staten-
GeneraaL
3. Benoeming van de Ie'den en plaats
vervangende leden van het hoofdstem
bureau en van de voorzitters, leden £n
plaatsvervangende leden van de overige
stembureaux voor de eventueele stem
ming en herstemming ter benoeming van
één lid van de Tweede Kamer der Statenu
Generaal.
4, .Aanwijzing van een lid van den
Gemeenteraad om, zoo noodig, als, plaats
vervanger op te treden voor' den Burge
meester, als voorzitter van het hoofdstem
bureau voor de eventueele stemming en
Herstemming ter benoeming van drie
leden van de Provinciale Staten*
5, Benoeming van de leden en plaats
vervangende leden van het hoofdstem
bureau en van de voorzitters, leden en
plaatsvervangende leden van de overige
stembureaux voor de eventueele stem
ming en herstemming ter benoeming van
drie Jeden van de Rrov. "Staten,
6. J3ienoeming van een lid van ihet
bestuur der Vereeniging tot bevordering
van den bouw 'van werkmanswoningen),
7» Benoeming van een commissaris der
Gemeentelijke ,Bank van Leeriing,
8» Benoeming van een onderwijzer met
verplichte hoofdakte aan de sdhool der
4e klasse no 1»
9, .Verzoék van dr. B. J. Hl ,Ovink
om eervol ontslag als leeraar aan het
Gymnasium,
10. .Verzoek van ircj^ E. J. Dentz om
eervol ontslag als Ieerares in de gymnas
tiek ,aan het Gymnasium, de beide H.
Scholen, de Kweekschool voor Onder
wijzers en Onderwijizeressen en de scholen
le en 2e klasse,
II, Verzoek van mej. M. A. Greven-
(broedk om eervol ontslag onderwij1-
zeres aan de school der 3e klasse no, 4.
12* £taat tot wijziging' der begrooting,
dienst 1912, van de Gemeentelijke Bank
van Leening»
waardige grijsaard, gekleed in misge-
gewaad, maar Zwart met zilver afgezet,
ten teeken van den rouw, die op allen
drukte.
Hij las de Mis.
Rose knielde naast de anderen neer
en met het gelaat in de handen bad Zij
voor hen, die zij verloren had.
Het was de eerste maal sedert haar
vertrek uit Bretagne, dat zij een gods
dienstoefening bijwoonde
Nu kon zij herhalen den kreet, die haaf
ziel zoo menigmaal had geslaakt in uren
van angst en gevaar:
Mijn God, ma Doué.
Zij smeekte Hem, Die volgens haar
onwrikbaar geloof, over der menschen
lot beschikt, naar Zijn alwijzen wil, haar
nieuwe beproevingen te besparen, haar
lieve ouders, haar broeder en haar vrien
den in genade aan te nemen.
Toen de Mis geëindigd was, voelde
Zij zich versterkt, bijna gelukkig.
Zij booigzich voor dat altaar, misdeeld
van alle pracht en luister, met,meer eer
bied, dan zij ooit voor het meest schiir
terende altaar in de cathedraal had ge
daan.
Vervolgens knielde Zij voor den pries
ter neer en smeekte hem om z|ijn zegen.
(Wordt vervolgd).