DE TWEE VRIENDEN. Ingezonden Mededeclingen 1289 Vari Houtcn's Cacco BINNENLAND. anitfweede Blad, behoorende 01 k iij De Leidsche Courant van SS Densdag 12 Maart no. 1040 i w< isteli Uit de Pers. houd1 l, fe|a( Ie 3S e:," eken Toott dan en e stii l'biw t, mo :k he jodai l. cht oniB lini l 4 evolg an i at n c df teer let ontwerp-In'valititeitsverzekering en de Eerste kamer. Daarover (schrijft ide schrijver der Haag- aïjche Drieven in de Tijd o.m. het vol* tent ende: Zeker, in het ongustig geval dat het i eifllabinet in den uitslag der verkiezing kaps) aiii'ekiing vindt om heen te gaan, heeft e Kamer formeell nog minstens tot 1 Juli jd om het werk af te maken, doch tnschelijk lijkt het niet, belangrijke po- jeke wetsontwerpen te behandelen, als e kiezers aan het woord zijn. Het Kabi- e:-Goeman Borgesius heeft zich daaraan iel niet gehouden en heeft, nadat het gewogen was, door de Eerste Kamer tfen aannemen tusschen 17 en 21 de wet op de paardenfokkerij, de ezondheidswet, de woningwet, de lager iidervvijswet, de militiewet, de wet be- ■effende de exploitatie van steenkolen Staatswege. DloCh wanneer men het ermijden kan, volgt men dergelijke voor- eelden bever niet na. De Eerste Ka- heeft dan ook bij dezelfde gellegen- leid een wetsontwerp, waarbij aides ten r'dt '°*te van een Kon. besluit, on* J_r; inks den aandrang van den toenmaiigen Minister van Koloriiën, niet behandeld. De •erste Kamer kon toen niet vlugger wer- omdat de Tweede Kamer haar de jenoemde wetsontwerpen pas in Aprill of «0&2 lei had toegezonden. Waar zijl thans ^chter het ontwerp reeds- 7 Maart krijgtt, het ongetwijfeld wenschelijik, dat het tisvoorsteï uiterlijk den lsten Juni in .^Staatsblad" s taat. Dit is niet alleen fenschelijk, maar ook mogelijk. Niemand i) toch de Eerste Kamer van overhaas* ff ng beschuldigen indien zij straks na af- oening der begrooting, en dus nog voor t 'ischen, ihet ontwerp in de afdeelingen n m nderzoekt. Het V. V. kan dan begin ,n ipril verschijnen, de M. v. A. half. April a in de Pinksterweek kan dan de open* eerib iare behandeling volgen. Misschien zelfs vep iog een of twee weken vroeger, ledier en al moetjen erkennen, dat deze loop van t aken ide meest gewone, de meest rede- ijk'e zou zijn, d'e meest overeenkomendie Lin|( 10k met aard en gewoonte in de Eerste (amer. En eindstemming over de .Hooger .„ip, inderwijsWet had in d'e Tweede Kamer r-dzi !'aats °P 9 Maart 1905. Op 20 Mei volgde Ie aanneming dioor d'e Eerste Kamer. De eeni rijziging der Lager onderwijs wet-Kuyper lcJlI ('erd in de Tw'eëde Kamer 9 Mei 1905 >0'n nin de Eerste op 31 Mei 1905 aange sp wmen. Er zou dan ook zeker niet de ninste red'en of aanleiding zijn om, niet liet beste te hopen, indien niet de Radein* 2^ net, iwaarmed'e dit wetsiontwerp samen* i langt, naar eerie commissie van voorbe reiding werd gezonden en het feit, dait Jj leze tot nu to'e niets van zich heeft la- en hooren, niet bewees, dat bij het vot- 1 |en van deZen weg de wagen in het zand iiw raakt Komt de wet 1 Jlini in het „Staats- •S1°J blad", dan staat vanaf heden vast, dat zij cp 1 Decemb'er in werking treedt. Dat deze beslissing een gelukkige is,, zoui ilk i Diet durven Zeggen. Ik zou haar dit ze* lellen ker niet h'ebben geacht, indien de heer en u eei Borgesius c.s« er tegen waren geweest, lam De termijn van zes maanden is. kort voor V| bet voorzien in de kosten van het amen- jestó dement-Duys. (Wanneer echter èn de re- kagi ^eeringspartij" <èn id'e oppositieleiders daar in geen bezwaar zien, dan vervalt, dunkt kc mij, deze (bedenking. Ik heb dan. ook hl ze'.den tpf ooit tactisch'een groote jpoli- Ruijl lieke fout 'zien begaan dan door den heer Veb .Borgesius toen hij, na eerst den Minister vera «ver de overneming van het amendement- in, Duys te hebben gekapitteld, verklaarde, emïf dat hij er voor zou hebben gestemd. Er «nul ós nooit duidelijker gezegd, dat de verschil lende stemmingen alleen beoogden dienst te doen ivoor de galerij' en alle innerlijke bete'ekenis misten. (Als onnoozel buiten staander staat 'men echter het meest ver FEUILLETON. baasd over ide brutaliteit, waarmede hier is uitgesproken idat Kamerleden man nen van ibeteekenis als de heer Borgesius nog wel een afzonderlijke verantwoor delijkheid er op nahouden voor zich. zel- vèn en voor d'e regeering. De herbergier een medehelper van den zielzorger. Onder dit opschrift schrijft het maand blad de Tertiaris: Niemand minder dan de bisschop van Wurzburg heeft onlangs gewezen op de hooge beteekenis der herbergiers. eiegenheiid der kerkvisitatie zeide hij, in eene prachtige toespraak, dat van. den, herbergier zoo dikwijls het wel en het; wee van eene parochie afhangt. Och, mochten, nu ook alle herbergiers die woorden ter harte nemen. De herbergiers hebben een zeer groenten invloed o.p het, godsdienstig, ze'deiijk en huishoudelijk leven hunner mede-,parochianen. Vandaar, ook eene groote verantwoordelijkheid. Een goed katholiek herbergier luistert daarom naar "de vermaningen en waar schuwingen van zijn zielzorger. Hij is, er niet .altijd zelfzuchtig op uit om zijn, eldzak te vullen, onverschillig of de ver dienste eerlijk is of niet. De waard) moet; zorgen, dat bij1 .meester blijft iin "zjj'n eigen ihj.uis en, stipt moet hij zich houden, aan ,'het politieuur. Hij moet zich wel wachten om nog te schenken aan halif-beschonken men* schen. Hierin zij hij onverbiddelijk. Wanf; dan alleen zal hij niet op zidh laden, den vloek van de familie van den dronk aard. Zijne zaak zal hierdoor geen schade lijden. Want ook voor hem is het woord waar: aan Gods zegen is alles gedegen.. Een goed Katholiek herbergier, die de medehelper wil zijn van den pastoor,, duldt nimmer zedelooze bijeenkomsten, in 'zijn huis. De jeugd, die nog naar den, catechismus moet gaan, zal hij niet ver leiden, maar ze verwijzen naar de pomp,, waar ganzewijn In overvloed te vinden is. Daar worden ze gezond van en groot. Hij moet beslist optreden als een on verlaat het waagt te vloeken of te spot ten met ons H„ iGeloof of de priesters. Nooit moet hij vergeten, dat hij heer en, meester is in zijn eigen huis en dat hijl het blijven wil. En al vermijden zulke levenmakers ook al zijn huis, dan heeft hij 'weer een grooteren titel om meer ge luk en zegen voor zijne familie te ver wachten en nette bezoekers komen des te; liever in zijne herberg. Een waard, die, zijn fijld kent, houdt de anti-godsdienstige en neutrale 'bladen ver van zijn huis, al schermen zij ook met vrijheid en gelijk heid, ook al zeggen zij niets voor te heb ben dan volkswelvaart en voorlichting var; *tvoLk. Hij aorge celeer dat echt-Kath«n Lieke 'kranten op 'tafel klaar liggen voor de bezoekers,. En "hij lacht er eens om als een 'of andere 'vrijzinnige gast den neus daarvoor optrekt. :Hij weet heel goed, al geeft de wereld het ook al niet toe, dat het in onzen tijd vooral gemunt is. op 't geloof, op den godsdienst. De Kerk is onze moeder en Wie de Kerk aanvalt, valt ons zelf aan. Zoo is ook de herbergier een medehel per ivfan zijn zielzorger. Neutraal kiest altijd partij. In .een hoofdartikel onder dit opschrift, schrijft die Standaard: Niets toch dan zelfbedrog en mislei ding van andieren is het, zoo men ziah inbeeldt, dat lager ouderwijs te geven, valt, zondier 'dat verschil van inzidht op 't onderwijs inwerkt. Dat gaat altoos, door. Ook tal bleef men bij het pure rekenen. In 't rekenen 'toch spreekt een wet. Van wie is 'die wet? H.oe komt er die orde in te foeerschen? Lezen kunt ge niet leeren zonder leesstof, en leesstof geeft voorstelling of leidt in een gedachten- wereld. Doch natuurlijk, ons Lager Onder wijs blijft niet blij rekenen en schrijven ien lezen. Er wordit door het Lager. Onderwijs geëxamineerd in de gronden, der Ned er lands che taal, en daarmee komt; de Linguïstiek. Vanwaar is de taal? Dit hangt weer met 'de schepping van den, mensch saam, er In sluipt de Evolutie, Men komt to<e aan de aardrijkskunde. .137) Ja iden N oo rd-Wiesite lijken hoek der tuinen Van, het Palais Royal, of zooals let destijds heette „Ptalais Egalité,,J stond inliet jaar II der Republiek, 1794 volgens (ie oude tijdrekening, het huis d'at be woond werd .door Paul Francois, voor- burggraaf de Barras, thans een voudig burger Barras geheeten en als een historisch persoon geworden, die tij dens het Directoire de regeeringsvorm die volgen zou op het Schrikbewind en die gevolgd zou worden door het Con* Maat onder Napoleon 'Bonaparte lelie Tijdens het Directoire als de burgeibla- .stuurder Barras de hoogste macht in Jan-den hebben zou. T3e burggraaf de Barras was een echte iand-edelman, geboren in het gebergte van Var, met den ongebonden geest der Provengalen, ci-devant gelijk zooveel an deren, maar die de kunst verstond deze vlek o,p zijn afkomst te doen vergeten... zonder haar zelf te vergeten, want in zijn hart was hij een edelman gebleven. Hij had zich hals over kop geworpen iu de politiek, die tot alles leidt, terwijl! hij als een aal tusschen alle gevaren, alle intriges, alle afgunst en allen liaat door gleed. 'De voormalige burggraaf was aanvan kelijk te Parijs gekomen om zijn fortuin te zoeken als- .jpadet bij het regiment van Languedo'c, daarna had hij als of ficier gediend in 'de tropische gewesten, lie de France len'P'ondiiiühéry, was na 'een leven vol .wederwaardigheden daar ta Marseille teruggekeerd ,en ten slotte -door zijn medeburgers, uit Var gekozen tot lid der Nationale Conventie, hetgeen hem weer te Parijs bracht. Hij had dus veel gereisd, veell gezien, veel ondervonden en.... veei onthouden. Als officier wist hij zich te bewegen op het land en ter zee. Als mensdh, begaafd met een groote levendigheid, een stoere werkkracht, een helderen blik, een grenzenlooze verme telheid, een groote verachting voor de mensclhen, genezen van alile vooroordee- ien, met 'n vurig temperament maar daar bij tevens fijne manieren, een omverza- delijke eerzucht, die hem tegelijk niaar rijkdom en macht deed streven, was hij' als geschapen om er te komen. Het tijdstip waarop hij geboren was stemde volkomen overeen .met zijn avon tuurlijken aard. Boven alles was hij een doorkneed menschenkenner. van hier en Java en Suriname, en raakt daarmee aan de geologische problemen. Dan komt de kennis der natuur. Mach tiger nog de vaderlandsCh-e geschiedenis, En „last not least" komt er een examen Ln de 'beginselen van onderwijs en op voeding; en hiermee raakt men verward, in het groot geheel van de anth-roprolo- gische, psychologische en paedagogische problemen. Gaat ge 'daarop nu niet in, dan kweekf ge dorre oppervlakkigheid en drijft op gissen in stee van op weten. Maar hoe ondiep al zulk onderzoek ook zij, ge staat telkens voor tweesprong 'of drie sprong. ,Ge moet keer op keer kiezen of deelen. Kiezen in de groote problemen, die geheel onze wereld- en levensbe schouwing beheerschen. Om nu nog niet eens te spreken van 'den- omgang met d-e schooljeugd, waarbij nogmaals tal en tal -van paedagogische problemen aan de orde komen. Ook ,kunt ge niet zeggen: Ik kies niet, want dan kiest een ander voor u in -een handboek, dat ge aanvaardt. De heeren op de examens 'laten wel merken, uit weik handboek ze tl zullen vragen. Die .vooruit bekende handboeken wor den dan voor -examen ingepompt. De schrijvers yan zuljk -een handhoek staan in den regel op anti-Christelijk standpunt. Alles empirie en philosophiel Komt .men nu, na zulk een studie en examen, als onderwijzer op school, dan is men reeds door zijn verleden, door zijn omgeving, door zijn handboek, door zijn examinatoren gedetermineerd. Men- kiest op verre na niet altijd zelf, maar de heerschende opiinie doet dit, die in het begin alth-ans door -de gangbare gedach ten .bepaald wo-rdt, en al noemt men zidh dan duizendmaal neutraal- onderwijzer, men is partijman als de beste. En heel onze hooggeloo-fde, openbare, neutrale, lagere school is dan ook reeds nu feite lijk niets anders dan 'één machtige "pro paganda voor het ontkerstenend (Libera lisme, zoo niet reeclS yoor het Socialisme.. Neutraal is het tooverwoord der Volks misleiding. Ni-ets kiest bij 'tonderwijs zoo scherp,, zoo volhardend, zoo altoos doorgaand partij als juist de demon van ;t neutrale. De leermeesters der bandieten. Onder het opschrift „Uit Frankrijk"1 lezen we in het Fries ch D-ag-bladi: Snijdend juist werd het gezegd. Bij de Fransche auto-bandieten, die daar thans terechtstaan, bevond zich ook zekere Carouy, een man met filosofi- 'schen aanleg en wiens hoofd op hol ge bracht is door het lezen der werken van Proudhon. 1 Proudhon was ook Frans chmam Was een der vaders van 't an archisme. Zijn groot-dogma was 't bekende La propriété Pest le vol -eigendom is diefstal. Zijn boeken en vlugschriften woren de uitwerking van dit thema. Carouy bracht in praktijk de rechter had uit te maken hoe yer hij daar in ging wat Proudhon had geleerd. En zie nu 't saherpe contrast. Waarop Carou/s verdediger wees: Voor Proudhon, den leermeester, nog pas te Grenoble een g-edenkteeken opge richt. Q-at werd op schitterende wijze onthuld. Daarbij waren de autoriteiten aanwezig. 'Huldigden den grooten filo soof, waarop immers het vaderland trotsch mag Zijn 1 Ja, zelfs de rechter lijke macht uit die streek deed ambtelijk en officieel aan dat huldebetoon mede. Voor Carouy..., het tuchthuis. Voor zijn makkers.... de doodstraf. Den leermeester: een standbeeld, ver heerlijking en lauwerkransen. Den leerling.,., vonnis, tuchthuis en guillotine l Soms vraagt men zich af, of volken als de Fransche natie in hun geheel -nog toerekenbaar zijn. Zij doen alles om re ligie -en moraal te ondermijnen, ja weg te krabben uit het hart des mensch/en.... en als 't hun gelukt is -en de anarchid steekt den kop omhoog, dan moet de guillotine weer onschadelijk maken, wie ide theorie in praktijk omzetten wil I Toen, om 7 uur, -een straal der zon viel door het venster van zijn kamer, ge legen op de eerste verdieping boven d-a beroemde zuilengalerij, waaronder gedu rende 2/3 van een eeuw heel Parijs, ge slenterd had, rekte Barras zich uit, streek de hand over zijn voorhoofd als om de laatste nevelen van den slaap te ver drijven en riep: Catilina! CatiLina was een mulat, lenig van li chaam en met 'een schrander gelaat, af komstig van het eiland Bourbon. De voormalige burggraaf wist zich te doen gehoorzamen. Catilina snelde toe uit een aan de slaapkamer grenzend vertrek en zeide: Meester? Mijn -kleeren, vlug! De kamer was rijk gemeubileerd, een vorst -had er 'zidh thuis kunnen gevoelen. Het ovale ipilafond was beschilderd met amors, -die .rozenguirlandes ophielden en die de afgevaardigde van Var in de Na tionale Conventie op zijn bed kon be wonderen. De meubelen, tiie hier stonden, het Lage breede ledikant, met zwaar damasten gor dijnen behangen, 'de tafel, stoelen, linnen kast en waschtafel, waarboven een prach tige spiegel hing, konden afkomstig zijn uit een der koninklijke paleizen of min stens uit een hotel Van een der prinsen mag in geen huisgezin ontbreken. Niet de bandieten, zelf hebben de grootste schuld. Maar wel Frankrjjk, dat zijn zonen van God on vaiualleni Gods dienst heeft vervreemd. Geen terugwerkende kracht. Het antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken op het voorloopig verslag van de Eerste Kamer is voor den onderwijzersstand wel een teleurstelling, merkt de „Gelderlander" op. Aan het noodwetje, dat, zoolang geen jalgeheele verandering in de salarisregle- ling heeft plaats gehad, kindergeld aan de gehuwde onderwijzers £oekenti, zou, naar algemeen gehoopt werd, een terug werkende kracht verleend worden, zoo dat de tegemoetkoming zou ingaan 1 Januari 1913. Deze hoop is vervlogen. „Aan het wetsontwerp, betreffende kindeigeld aan ouderwijzers, kan de Minister geen te rugwerkende "kracht geven", lezen we in de Memorie van Antwoord. Wij kunnen ons niet denken, welk for meel bezwaar er tegen dit verleenen van terugwerkende kracht kan bestaan. En vindt de afwijkende houding van d/en Mi nister alleen in den iinancieeleh1 toe4- 'stand haar oorzaak, dan zouden wij ge neigd zijn te zeggen: Wiaar men erkent, dat een noodtoestand is, moeten de gel den gevonden worden, die daaraan een •einde maken. We vertrouwen dan ookt dat de Minis ter alsnog zijn meening ,dat aan het kin derwetje voor de onderwijzers geen te- terugwerkende kracht verleend kan wor ld en, zal wijzigen Fijne manieren. De „Standaard" vestigt de aandacht op de manier, waarop de liberale „Zwol- sche Ct." goed acht over den minister van Oq lag e schrijven. Hier is iete van het fraais: Wie is Colijn? Wat is Colijn? Wij weten dat hij, als wijlen Toontje Po land, werkelijk en overdrachtelijk .een brave boerenzoon is, en uit zijn jeugd eenige boerenmanieren overgehouden heelt, die wjj hem in de drukte en be slommeringen van zijn dubbel ambt gaarne vergeven. Waarlijk, fijne manieren. De drukkende militaire lasten. Vooral voor degenen, die zoo klagen over „de drukkende militaire lasten" is zeer lezenswaardig, wat de Utrechtsche afge/aardigde, de unie-liberale heer V. Karnebeek in de Tweede Kamer heeft gesp roken bij de verdediging van zijn amevdement op -de Landweerwet en dii© wij uilt de juist verschenen Handelingen (blz. (2665) hier overdrukken: „Er is hedenmiddag een voorstelling van zaken gegeven, alsof de laatste her vorming van onze militaire ins-teltingein zou geweest zijn een vermeerdering van militaire (lasten. Dat is volstrekt het Jge- in de voorstad Saint-Germain. E\ en rijk 'als zijn slaapkamer was de gehee.e woning van Barras 'gestoffeerd. HitihuLs, waarvan die Kvoning deel uit- maalrte, het mooiste "gedeelte, behoorde toe 'aan -een tooneelspeelster, 'die in haar tijd beroemd Kvas geweest en die zelfs nu nog voortleeft iin de herinnering 'der P'a- rijzenaars, want (zijl wend tot hoofdpersoon gekozen voor een drama, -dat in onzen tijd te Parijs opgang heeft gemaakt. M'irguérite Montansler. Lang voor Antoinette Lange was zij de ster van schoonheid en talent op het Parijsche tooneel geweest, maar nu was zij 00 zekeren leeftijd gekomen, hoewel nog steeds een- aangename verschijning. De schoonheid was verdwenen. Bevallig heid en geest waren gebleven. Of sdhoone Marguérite speelde geen come die meer, zij Het anderen voor zich spelen, dat wil zeggen, zij bezat een eiger schouwburg, dien zij met veel kunde en kunstzin bestuurde. Hear zaken gingen voorspoedig, de schouwburg, waarin haar gezelschap op trad, was haar eigendom en zij Bezat nog eenige woonhuizen bovendien, die zij verhuurde. W-aar had zij den voormaligen burg- traaf Paul de Barras leeren kennen? Dat leert de geschiedenis niet, maar zij kende hem en hij behaagde haar zoo val nieet. Het is reeds in de gewissefid® stukken ,bij de behandeling van de Mili tiewet, ook van de zijde der Regeering, in het licht gesteld: ons leger is niet vergroot, de militaire lasten, die op de bevolking -zijn gelegd zijn niet vergroot bij de laatste hervorming. De 8 lichtingen die er bestonden op het oogenblik dat die hervorming is ingevoerd, brachten het eigenlijke leger op 121.450 man, en de 6 lichtingen waaruit het eigenlijke leger voortaan zal bestaan, volgens de nieuwe Militiewet, brengen het op 121.670 man; dit is dus nagenoeghetzelfde. Bij dit eigenlijke leger komt dan een getal van 85 a 87.000 man van de landweer, die vroeger opgeleverd werden door de ze ven lichtingen en thans, volgens hetgeen nu "wordt voorgestejd, uit de vijf lich tingen zullen opkomen. Dat is dus samen een oorlogsweermacht van 208.670 man; laten wij zeggen van 208.000 man. Een dergelijke -oorlogsweermacht is voor een land met onze bevolking inder daad zeer gering. Als wjj nagaan hetgeen daaromtrent 'geldt in andere landen, waar mee iwij ons- kunnen en behooren 'te ver gelijken, (vinden wij dat bijv., om terug te 'keeren tot -een land, dat reeds -diikwjjlLs in al deze discussies is genoemd, Zwitser land, met -een bevolking van ongeveer 3.200.000, dus iets meer -dan de hel/ft van onze bevolking wij toch hebben een bevolking van ongeveer ómiilllioen aan Auszug plus landweer kan beschik ken over een oorlogsweermacht van 234.000 man, terwijl wij met niet ver van de dubbele bevolking de beschikking heb ben over slechts 208.000 man. Het ver schil is dus zeer sterk in ons. nadeel Nemen "wij 'een ander landt b.v, Roe menië, dat e'en bevolking heeft, die niet ver van de onz'e afwijkt, dan vinden wij dat het leger op voet van oorlog aldaar bedraagt 300.000 man. Over Servië en Bulgarije, ofschoon die landen Veel kleiner zijn -dan -het o-nze en de bevolking veel geringer is dan die van Nederland, zal ik niet spreken. Waf die lan'den iin den laatstem tijd hebben gepresteerd grenst bijna aan het onge looflijke en daarom zal ik ze niet ala voorbeelden, waarmede wij ons kunnen vergelijken, aanhalen. Maar wel Zwitser land, (Roemenië en ook België, dat een bevolking (heeft van 7J/3 miilioen en dat volgens de legerontwenpen, die daar aan de orde zijn en horrilbile diotu daar grooten steun hebben van de liberalen, van /de linksche partijen in het algemeen en thans ook van degenen, die aan de gij-de van de regeering staan die, kan men (dus wel zeggen, instemming vinden bij een groot deel der voLksvertegenr woordiging een oorlogsleger van 340.000 man zal hebben. Als wij een en ander nagaan, valt- het riiet te ontkennen, -dat ons leger zeer ktein Is ien -dat het belachelijk is te spre ken van idruiklkende militaire lasten, die aan ons volk worden opgelegd." zeer, dat zij hem deze mooie woning had verhuurd en ze met 'zooveel weelde voor hem had laten meubileeren. Was hij gewoon vroeg op te staan en zeer werkzaam, zij was het zeker niet minder dan hij, want nauwelijks was hij met kleeden gereed en daar be steedde hij veel zorg aan toen CatilMna aandiende: v Uw huiseigenares, meester. Hij wierp een blik in den spiegel! om zich te overtuigen, diat er niets aan zijn uiterlijk ontbrak en, toen dit onderzoek een bevredigend resultaat opdaverde, zei-de hij: 1 lil Liaat binnen, j Marguerite Montansler trad de kamer binnen. Veel wias er nog van haar vroegere schoonheid overgebleven, hjaar geliaat was frisdh, haar gestalte sierlijk, hjaar oogen schitterden vol glans -en een glimlach, -een eeuwigdurende glimlach om h|aar lippen. Zij was met veel smaak gekleed en op 'de gepoederde h|aren had zij een zwjart kanten doekje met een groote kam vastgestoken. Biarras bracht de hand, die zij hem toestak, even aan zijn Lippen en verwel komde haar met te zeggen: At op? Wjat gebeurt er? Haastig zeide zij: Men heeft Hébert aangehouden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3