^teenen voor Brood. I DE TWEE VRIENDEN. Tweede Blad, behoorende a jij De Leidsche Courant van )onderdag 20 Febr.no. 1023 hr; noi '(Ingezonden.) n' De tegenstanders cler tariefwet hebben er heerlijk slag van de afgezaagde steSr ei [ngen uit de oude doos, in flagranten Ml strijd met de tegenwoordige eischen der naatschappij en de practijk, telkens en elkens weer op te disschen, als iets rjoednieuwszoo noodig met een inder sausje. Van de zijde der tariefvoorstanders noet dan weer voor de zooveelste maal het vervelende werk geschieden bet D/ipractische ,en ondeugdelijke dier steil ;!J jngen aan te toonen en de opgezette [taarten hui zen om te kegelen. II,1 Dat is een taai werk, maar waar groote V£ lelangen op het spel staan, mag men het errein niet laten aan de anti tari evers, all J letten ze nog zoo'n grooten mond op. ;J Zoo predikt men nu alweer: de Staat jp noet zich houden 'buiten alle inmenging "0l n de onderlinge verhoudingen van handel m nijverheid, zoo iets als het antieke ,kunst is geen regeeringszaak". Hoog- stens zou vader Staat raad mogen geven, naar handelend optreden, regelen, handiel 1;n industrie in nieuwe banen leiden, be- chermen, dat mag hij niet. Want, zegt men, en daarmede maakt I nen dien onzin goed de Staat kan niet ieoordeelen, wat het algemeen bellang J jordert. Maar wie moet 'het dan wel kunnen 'rö Tagen wij. Allergekst is het, die bewering, dat utsluiten van de staatsbemoeiing iin iandel- en industriebescherming, te moe- hooren van eene zijde, die, om een 51 roorbeeld aan te halen, inzake onderwijs der jeugd den Staat almachtig wil maken. Daar mag hij zich wèl mengen in de Inderlinge verhoudingen, waar de h o o g- liai it e g e e s t e 1 ij k e belangen van ver- tand, karakter, toekomst van het kind >p het spel staan. Maar waar het gaat om bet mindere, 1 im de stoffelijke belangen, daar zou de vei itaat verre moeten blijven. a' Aldus meet men openbaar met twee "1 aaten. II D,e Staat moet, volgens hen, zoowat vt oor toeziende voogd spelen. Armen- org, onderwijs, verkeer, mag hijl tot tc idi trekken, zaken van groot belang ïatuurlijk maar moet zich onthouden lan de leniging van den nood der natie loor het verlaten eener valsche en ver- reerde handelspolitiek, mag geen betere J vegen inslaan. Want dan belemmert (jij de vrijheid van het individu en treedt z' e zeer op als bemoeial. In ieder geval heeft hij af te blijven ran het heilig huisje van den vrijhandel, vaarin het politieke vuurtje brandende (eliouden wordt, dat met zijn gloed in len loop van 1913 de Nederlandsche iezers warm moet houden. Heel bezorgd uit men tevens de vrees, lat de Nederlandsche Staatsmachine niet egen zoo'n schok bestand is. d De natuurlijke ontwikkeling der Staats- o; [emeenschap zou gevaar loopen oftegen- A ehouden worden. 0 Men vult met lange, Ledige veronder- jeWngen aaji, wat een krachtige hand m ne: iorschen greep in een ommezien in 11 reine brengt. gt Wilde men rechts en'links eens uitzi en ro: aar de twee buren, België en Dluitsc'h- ik and, maar dat doet men niet. Datzelfde België eenieder weet en e iet het beschermt zijn handel, zijn 1 ndustrie door hoogere invoerrechten, iet eens of daar de industrie onder dat pIsel niet bloeit en reusachtig groot is ;n, eworden. >ri Ziet eens nauwlettend toe, of er de gi eestkracht minder geworden is? Of be ll cherming verslapping, vermindering van d nergie met zich voerde? België is groot en sterk geworden en wij zijln krukken ebleven. )ni "Duurder is het er niet. W;ie met éen p! i'jf- of elfdaags abonnement een «rachtige maatregel,waaraan ze in Utrecht '1 FEUILLETON. 20) De gastvrouw klopte aan twee kamers n bracht het bevel van den commissaris ,verop de derde kamer sliep zij zelf. Het duurde eenige minuten en toen u ertoonde zich twee dames, evenals d'e astvrouw in peignoirs gehuld, voor den eleurgestelden blik van Chaumette. 'ij Deze doorzocht daarop de kamers, pende de kleerkasten, stak met zijn 1 egen onder de .bedden. Niets. T Vervolgens vroeg hij ook dg namen fan die twee dames. t Het waren burgeres Sainte-Amaranthe 3 -n haar dochter Emilie, die voor een 1 'er schoonste meisjes van haar tijd gold )l De commissaris schuimbekte van 1 )'oede. Geen mogelijkheid om het samenzijn lezer drie vrouwen, aie 'blijkbaar slie- )en toen hij voor het huis kwam, als :en „samenzwering" voor te stellen. Men zegde, dat de burgeres GrancV nesnil enkel dames in haar huis ontving, tusschen twee haakjes ook wel eens mochten denken wie eens door B>elgië reist of daar langer vertoeft, weet, dat men daar met ëen franc evenveel doet als in Holland met een gulden. Men ziet overal krachtig leven en werken. Wia.t blijft er nu over van 'de door de anti- tariefmenschen zoo gaarne voorop ge schoven bewering, dat bescherming tie nijveraars s.'ap maakt, de industrie onT- vvricht, de geestkracht dooft en alles duurder maakt? Onzin! D$t is weer een van die opge blazen theorieën, die futloos zijn, op 'het oog heel wat kleur hebben, maar uiteen spatten, als men er naar wijst. Zoo- staat het ook met Duitschland. Die handel bloeit er, de industrie heeft een ongekende vlucht genomen. Men maakt er ten gerieve der industrie reuzen werken. Alles Leeft er, vindt werk ien brood. Zelfs onze eigen werklieden haas ten zich daar te gaan arbeiden en werken mede om Duitschland groot te maken. Zoo groot is de vooruitgang, dat velen het minder loonende lan;dibouwwerk Laten varen, van het platteland naar de steden trekken, zoodat de landbouwer behoefte aan werkkrachten heeft. Maar de land bouw is ook al weer winstgevend, trots die moeilijkheid, door wetten, die de be staansvoorwaarden gemakkelijker maken. In Duits-chland heeft men beter durven doortasten en laat men zich minder ge legen liggen aan de boekengeleerden, die zooals hier in Nederland van uit hun bureau uit willen maken, wat de boer. de winkelier, de industrieel, de han delsman noodig heeft, om zijn zaak vooruit te helpen, en nog minder aan de politici van den zooveelsten rang, die het beter willen weten, dan de ervaren regeerders, die der leiding der staats zaken in handen hebben. W,aar men er-op wijst, dat in Duitsch land de consumptie-artikelen duurder werden., vergeet men, /lat be loonen ook enorm stegen, dus dat dit feit geen ver slechtering van positie bracht. In Duitschland, waar toch anders heel wat afgefilisofeerd wordt, heeft men in drie jaar, toen het met den ouden, sloffefigen vrijhandel niet ging, een anderen koers klaargemaakt. In drie jaair had men daar alles overwogen, alles beredeneerd, alle voorbereidende fiscaLe maatregelen getroffen. Men liet daar de praters praten en handelde bij'tijlds. Een Antitarief-comité had men er niet, alhoewel het daar, evenmin als hier, ge hinderd had aan de totstandkoming der betrekkelijke wetten. Het resultaat was na eenige 'jaren schitterend en nog kan men dagelijks vooruitgang bespeuren, zeer ten nadeele van ons eigen bestaan hier in Nederland. Men noemt ons wel eens de Chineezeini van Europa, en moet er "het zwijgen toe doen, als men uit de beweringen van Het Antitarief-comité leert en ziet, hoe het alffce moeite doet, om den conservatief uit te hangen en alles bij het oude te laten. Is het niet al te gek, dat men van •die zijde nog stellingen ziet verdedigen, die door de resultaten der tariefinvoering in de aangrenzende landen dubbel en dwars weerlegd zijn Waar wij de vraag om eene tariefwetgeving reeds van 1904, dus reeds negen jaar lang, uit all e de el en der natie zien opkomen en noodig heb ben. Het Anticomité belooft ons van wege den vrijhandel gouden bergen voor de .toekomst, terwijl er nu nog geen heuveltje te zien is in de halve eeuw vrijhandel. Blijft het bij den vrijhandel, dan zat er welvaart zijn. En brood in'overvloed! zegt men. Dat is theorie! De vrijhandel wil ons s t e e n e n voor brood blijven geven. D'at is practijk, en daar beware men ons Nederland voor in 1913. KAMEROVERZICHT. TW e£DH KAMER. In snel tempo. Oppositie. Niet minder dan zes 'dagen beraad - slaagd over één artikel, nl. artikel 34, en gisteren, in één dag, zijn er honderd artikelen afgehandeld. maar, hoewel Chaumette ditmaal het te gendeel niet bewijzen kon, geloofde hjj er toch niets van. Hij was te laat gekomen. Er moest verraad in het spel zijn! geweest en intijds gewaarschuwd^ wa ren de vogels gevlogen. Zooals een jachthond het spoor ruikt van het wild, dat bij zijn nadering is gevlucht, zoo hield hij er zich. van over tuigd, dat in dit huis een talrijk gezel schap was geweest, al vond Jjij er nietsj dan deze drie vrouwen en <te bedienden. Alvorens heen te gaan, snauwde hij de burgeres Grandmesnil toe: Men heeft u bij de Nationale Con ventie aangegeven. Uw huis is een broei nest van samenzweerders en verdachten. Gij ontvangt hier aristocraten, ci-devants en handlangers yan de uitgewekenen. Dat is een misdaad tegen de natie. Zij houdt het oog op u gevest:g(d. Neem u in acht. Ik zal mijn rapport .opmaken en daarin schrijven wat. ik gezien heb en wat ik er van denk. Chaumette trok af met zijn manschap pen. De pendules in het jachthuis sloegen twee uur na middernacht, toen de be woonster weer alleen waren. Zij vielen elkaar in de armen, ven- Zulk een feit geeft nog eens moecT| voor de toekomst en doet ons met ver trouwen fde verdere (beraadslagingen tegei- tnoet zien. Er heerschte een zin voor welwillendheid in de Kamer na wat er de laatste dagen is voorgevallen, zeer te apprecieeren stemming. Hier en daar werd een korte halte gemaakt, doch dan ging het weer vlug verder, totdat men kwam aan een amend-ement-Duijs en een amendement- Treub. Beide werden verworpen. Ge lukkig, want beiden streden met den geest van het wetsontwerp. Men be - proefde wederom af te wijken van het grondbeginsel, dat nl. de uitkeering ge- evenredi-gd moet zijn aan de betaalde premiën. De heelr Duijs wilde die uit keering hooger maken voor menschen, die in gevaarlijke bedrijven werken zij moeten daarom een Jpgere premie be talen, omdat het 'bedrijf zelf, de patroon voor het grootste gedeelte de risico van cfat gevaarlijke werk moet dragen. De heer Treub wilde hetzelfde voor men schen met lage Loonen. en zonen, kostwin ners van weduwen. Voor izooveelste maal jging het weer rechts tegen links. Zoo iets bewijst d'e kleingeestigheid van de linkerzijde, dije immer en altijd tegen den minister moet stemmen. Uit de Pers. Minister Talma. In een artikel in de Chr. Hist. Neder lander vinden we o.m. de volgende waardeerende woorden over minister Talma. Geen minister heeft meer voortvarend heid, meer ijver, meer kennis van de zaken van zijn departement betoond, meer wijsheid ook buiten zijn departe ment opgedaan, dan <kze minister. Ook ligt er nog veel ter afdoening gereed. Maar de Kamer is zelve schuld van te weinig afdoening. En zulks door toe doen van de linkerzijde zelve. Wij laten de opzettelijke obstructie nu onbesproken. Maar de Kamer, speciaal de linkerzijde, bezigt voortdurend- den nationalen tijd, den tijd voor afdoen van regeeringsontwerpen bestemd, tot on- derlingen partijenstrijd. Niet over staats- aangelegenheid loopt in den regel) de strijd, maar over de persoonlijke belan gen van ambtenaren en arbeiders. D'aar- ovèr is het gepraat eindeloos. Voorts over de houding der Kamerleden ook buiten de Kamer. Wat in partijmeetings moest worden behandeld, komt in 's lands vergaderzaal ter sprake. Reeds nu zijn honderde bladzijden meer volge praat dan vroeger in een heel jaar! Men debatteert vaak niet meer over wat de Regeering voorstelt, maar over elkan ders gedragingen. En dan komt men aan het land ver tellen, dat Minister Talma niets tot stand brengt. Fraai. Door welke beginselen de vrijzinnigen zich bij het stellen hunner candid'aten laten leiden moge blijken uit het volgen de, wat uit Doetinchem aan het „Vad." wordt geschreven. „Als candidaat d.er liberale partijen in dit district wprd/t veel -genoemd mr. De Meester. Van anderen kant wordt verwacht, dat de liberalen uit tactisch oogpunt geen candidaat in djt zoo ster ke district voor rlechts zullen stellen, maar als één man op den heer v. d. Laar, den dissenter van rechts, zullen stemmen. Ook dan Zal de kans niet groot zijn, daar de a.-r. candidaat den v.origen keer een meerderheid van 2200 stemmen kreeg. Een fraaie tactiek! zegt het Cen trum. Doo rverdeeldheid bij de tegenpartij te zaaien trachten de liberalen te ver krijgen, wat ver buiten het bereik hun ner kracht ligt. l i Een herhaling van hjet onwaardig be drijf in Ommen. De vraag mag echter worden ge steld: zullen mannen als, mr. Van de Laar met hun christelijk-s.ociale begin- .selen zich voor dergelijk onprincipiëel en anti-clericaal gedoe als speelballen laten gebruiken heugd, dat het gevaar voor ditmaal weer geweken was Het gezelschap, dat in het jachthuis bijeengeweest was, had zich verspreid in het park Bagnolet, dat verscheidene uitgangen had, zoodat rnen, mits ^neii maar in tijds voor een naderend gevaar was gewaarschuwd, daar nooit over>- wallen kon worden. Alle bezoekers van het jachthuis wis ten den weg, dien zij te vplgen hadd|:n, om het naderend gevaar te ontwijken, alleen Jean de Trémazan en Pierre Las- son kwamen hier voor het eerst, maar de markies de Chalay verstrekte hun tot gids door de dpnkere lanen onder het zware geboomte en vervolgens over een landweg, die uitkwam op de barrière y^n Charenton. Op dien weg gekomen nam de markies afscheid van hen en sloeg een zijpad in om weer langs ee!n anderen weg Parijs tte bereiken, terwijl zij de barrière door gingen en hun legitimatiebewijzen ver toonden aan den slaperigen wachter. Ongehinderd bereikten zij hun woning aan de rue Neuve-des-Petits-Chainps. Op hun kamer gekomen stak Jean lfcht aan en bij dat licht beke-ek hij het ge zegelde papier, dat de onbekend^ hem Hoe de socialisten zich weren. \Vij lezen in de Gel dAerl an dCer: Als, een staaltje, hoe de socialisten zich nu reeds weren tegen de aanstaande verkiezingen, meen en wij de aandacht te mogen vestigen op een advertentie in het „Nieuwsblad van het Noorden" be treffende een reeks van openbare verga deringen te houden in de distrietsfedo- ratie Hoogezand. De heer Spiekman, lid van den ge meenteraad van Rotterdam, zou te Hoo gezand spreken op 15 Februari, te Hark stede op 16 Febr., denzelfden dag nog te Westerbroek, den 17en te Harendler- molen, den 18en te Vroombosch, den 19en te Helium, den 20en te Ten Boer, •den 2len te Woltersum. Het onderwerp zal telkens zijn „De daden d.er christelijke regeerings.meen- derheid, dje vrijzinnige concentratie en de S. D. A. P. in de Kamer." Toegang tot de vergadering 10 ets., arbeiders 3 ets., vrouwen vrij. Aan de besturen van christelijke en liberale kiesvereenigingen wordt ver zocht, van hun zijde een debater te zen den. Of liet voor mannen van rechts ge raden is aan deze uitnoodiging gevolg te geven zouden wij ernstig betwijfelen. Zelfs de bes.t onderlegde en meest ge vatte spreker is, tegen een niets of nie mand ontzienden socialist niet opgewas sen, allerminst in een openbare verga dering, waar het niet aankomt op logi sche redeneering en strenge argumentee ring, maar op de handigheid om door groote woorden een toch al bevooroor deelde massa op te zweepen. Maar zeker valt er aan onze zijde van de socialisten te leeren hoe "er van nu af al gewerkt en geijverd moet worden om de kiezers in te lichten en op te wekken tegen den aanstaanden stembus strijd. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vergad. van Woensdlag 19 Febr. (Verv.) De heer Treub (V. D.) merkt ten gunste van de amendementen-Duys, op, dat het sterkste bezwaar, dat men aan voerde tegen de toelating van cfc bizon- dere fondsen was, gelegen in d)e -vrees voor selectie. Welnu juist daartegen; geeft het stels.el-Duys een goed wapen, daar bij aanneming der amendementen ook de Bank voor de gunstige ris.ico gunstige premies, kan vragen. Wel zou in de eerste jaren d;e' bppa- ling niet werken bij gebrek aan gegevens om de klas,s.eindeeling te kunnen maken. De Minister wijst erop, dat <Je in- validitcitskans niet volkomen op en neer gaat met de bedrijfsrisico, groote invloe den b.v. worden geoefend door de vraag, of een fabriek midden in een groote stad, staat dan wel in de vrije natuur. Voorts, zou men te veel indeelingen krijgen, te ingewikkelde berekeningen moeten ma ken. Dit zijn de twee redenen, waarom de gevarenklassen buiten het ontwerp zijn gebleven. Alleen in die bedrijven, waarin men duidelijk kan zien, clat de arbeiders zeer ongunstige kans. loopen, kan de premie volgens, een hoogere klasse wordende- heven. Dit heeft de minister zelf reed's, in het ontwerp gebracht. De Minister wijst er bovendien op, dat hetgeen de heer Duys wil, in strijd zou zijn met het beginsel in art. 62 neer gelegd, dat verband, brengt tusschen pre mie en rentebedrag. De heer Duys (S. D.) wijzigt zijn amendement in dien zin d.at de jndee- ling alleen een bevoegdheid wordjt van de Regeering. Het eerste amendement wordt verwor pen met 42 tegen 20 stemmende "an- dere amendementen-Duys zijn daarmee vervallen. Bij art. 167, vaststellende de premie, verdedigt d/e heer Treub (V. D.) een amendement, dat een lagere premie vast stelt voor gehuwden dan voor ongehuw- •'den, het verschil voor de geh,uwd(en bij te passen door -den Staat en,voorts dje premie in de l,agere loonklassen wordf! verlaagd 'en in de hoogere verhoogd. De heer Treub '(V. Dl) betoogt ver in het jachthuis va,n Bagnalet h,ad ge- gev,en. Er waren slechts deze woorden op geschreven „Doe wat brenger dezes u zal vra gen". Geen ondèrteekening. Het "briefje was geadresseerd aan „Burger La 'Bussière, op de griffie van de Revolutionaire Rechtbank." Jean mompelde: Eindelijk zal ik dan weten. Intusschen had Pierre Las.spn op de tafel een brief gevpnden aan Jean rger richt, dien hij hem jiu ter hand steld'e. Hij was yan Jeanne Lègner. Zij schreef: „Mijn vriend De burgeres Lange wenscht u te spre ken. Zij heeft vernomen dat het meisje, waarin gij belang stelt, niet meer in l'Abbaye is en verzoekt u morgenavond om 10 uur, met uw y.riend, in de rup dié Suresnes te komen. Zij geeft daar een feest. Ik zal dan tegelijk het genoegen hebben, u weer-te zien. Vraag naar mij als gij in het huis komt, ik -zal u tot geleide dienen. Uw vriendin, JEANNE." Twee uitnoodigingskaarten waren bij den brief ingesloten. der, dat in het stelsel van het ontwerp de lagere loonen naar verhouding zwaar der worden gedrukt door de premie. Fei telijk is de druk reeds zwaarder, wanneer het percentage gelijk wordt, maar zeker moet men niet de lager bezoldigden ook percentsgewijs nog hooger belasten. Wel iswaar wordt de rente dan wat geringer, maar zelf zegt "de minister, dat het billijk is, dat er tusschen loon en rente eenig verband bestaat. k Bij de verdediging van het verschil tusschen gehuwden en ongehuwd en zegt hij met gehuwden gelijk te stellen den weduwnaar of de weduwe, die een of meer kinderen heeft. Hij heeft niet ge sproken van „kostwinner", omdat dit be grip te vaag is en Th de meeste gevallen zoo'n kostwinner zal zijn een oudste zoon, di.e voor zijn moeder, die weduwe is en zijn jongere broers en zusfers wenkt. Wielnu, deze hebiben weezenrente. Jiij laat het verschil voor de gehuwden en met hen gelijk gestelden dragen -door het Rijk en niet door den werkgever, o.p- 'Jat deze er geen b elang bij li ebbe,, dat ziin arbeiders ongehuwd zijln. De Min ister acht dit laatste in het stelsel van tien heer Treub juist, maar dat neemt niet weg;, dat het.geheel in- druischt tegen hetgeen nu herhaaldelijk is gebleken, het algemeen gevoelen te zijn, dat het Rijk niet in normale om standigheden een belangrijk aandeel mag nemen in de verzekering en dat aan den anderen kant ,de rente voor de laagste loonen niet Jager mag zijn dan zij in het ontwerp is. Inderdaad kan men dan ook niet beneden een zeker minimum gaan, zonder de rente terug te brengen tot een bedrag, dat in het sociale leven niet meer meerekent Voorts is het principieel verkeerd om elke moeilijkheid, die er ontstaat op grond van te groote offers, die van de burgers gorden gevraagd, maar op te lossen door het "Rijk te laten betalen: „principiis obsta" zegt de minister. De heer Treub (V. D.) zegt, dat de minister zoodoende opzettelijk de werk lieden met de laagste loonen naar die kerkelijke diaconieën drijft. Ook van rechts is in de commissie van voorbe reiding erkend, dat het een averechtsdue wijze van doen is, wanneer de sociale verzekering oorzaak zou worden, dat men de arbeiders naar de diaconieën drijft. De minister ziet bij zijn argument, dat de premie zooveel lager zou worden, ge heel over het hoofd, dat iemand, die een zee rlaag loon heeft, dit toch niet zijn gansche leven even laag behoeft te hou den. De Minister refuteert de onderstel lingen van den heer Treub. Hij heeft niet gedacht aan de jonge menschen van 16 en 18 jaar, die laag loon hebben: deze kunnen in elk geval toch wel de premie betalen, maar het gaat om de menschen, die hun gansche leven in kommervolle omstandigheden leven. Diat de menschen naar -de diaconieën zouden worden gedreven, omdat zij één dubbeltje per week meer moeten uitge ven, acht de minister niet aan te nemen. Het amendement-Treub wordt met 36 tegen 20 stemmen verworpen. Gemeenteraad van Alkemade. Vergadering van gisterenavond. Voorzitter de heer F. H. van Wichen, burgemeester. Aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering worden gpedgekeurd. Onder de ingekomen stukken was procesverbaal van kasopname van B. en Wi. bij den gemeente-ontvanger. De kas gelden bedroegen f21326,06, in kas was f4325,06. Ged. Staten hebben goedge keurd een aantal raadsbesluiten, waar onder dat, waarbij een perceel werd aan gekocht en bestemd voor openbare lagere school. Ook was door Ged. Staten goed gekeurd het besluit tot aangaan van een geldleening voor den aankoop van grond te Kaag voor stichting eener openbare lagere schooi; het Kon. besluit was ook ingekomen, houdende goedkeuring van ide verordening op de heffing van'H. O. tot een maximum, van f 10.000. Alle be noemde -en herbenoemde leden van de verschillende commissies van schoolver zuim verklaren schriftelijk, dat zijl (hum Jean de Trémazan keek zijn vriend aan en vroeg: Zullen wij er heen gaan? Waarom niet?, Wij zullen kleederen moeten heb ben om naar dat feest te gaan. Dan zullen wij ze .koopen. Onze middelen veroorloven ons die uitgaven wel Pierre glimlachte vol verrukking1. Ik geloof, zegde hij, dat wij een paar volmaakte Parijzenaars worden. Reeds zijn wij ingewijd in de werelcj.der samenzweerders en nu worden wjj ge- noodigd om o,p een féést ten huize eener beroemde kunstenares te verschijnen. Wie zou dat ooit gedacht hebben, Ik begin -hoe langer hoe meer pleizier in ons avontuurlijk leven te krijgen. Eenige minuten later sliep hij vast, terwijl zijn vriend nog lag te peinzen over zijn lieve Thérèse, zijn zuster Rosa en zijn dierbare afgestorvenen. En hij vroeg zich af: Welke macht bezit die geheimzin nige man toch en wat zal ik morgen op de griffie van de revolutionnaire recht bank vernemen De vermoeienis overwon eindelijk de gedachten, die hem bezighielden en dfe slaap bracht ook hem vergetelheid. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3