VAN HOUTEN 'S Uit de Pers. DE TWEE VRIENDEN. Ingezonden Mcdedeelingen Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 15 Febr. no. 1019. KAMEROVERZICHT. TW fcEDH KAMEK. Amendementen. Schandelijk optred[en. Dr. Nolens sprak gis,teren zoo juist van een wedstrijd in het maar-raak-bie- jièn, van „vriendschapsbetuigingen" aan den arbeider; die A,in zich" geen beteei- Jcenis hebben. Zoo is het met het amen- detnent-Diuys,welks inhouid wij reeds heb ben medegedeeld;. Wil de regeering een uitkeering toekennen aan hen, die geen1 derde meer van hun gewoon loon kun- pen verdienen, ,Duys stelde voor d,at derde" te veranderen in „de helfti;. En het geld? Dat achten ze van minder belang; ze smijten met guldens en rijk'sp daalders, alsof ze d^e goochelen kun- pen. De logica, die to nu in een hoekje dringen, zouden ze toch ook zelf niet kunnen missen, als', ze aan het bewind lavages- 't Is eenvoudig verlakkerij van de arbeiders 1 Mochten ^eze laatsten zoo verstandig zijn zich niet in de luren te iaten leggeniMieltldat amen<tem,ent-Duys is het gegaan, zooals het wa$ te.yoo»- jfienher is zuiver rechts tegen link'sj verworpen. Ook is di,enzelfden weg op^- pegaan een amendement yan den heer ïorgesius, die voorstelde om aan ar beiders die invalid^ zijn geweest de uit kering te blijven geven, als ze bo ven de zestig jaar zijn en... niet meeT tot de invaliden behooren. 't Was een piiver staaltje van maar-raak-bieden. 3een enkel middel werd* door den ypor- iteller genoemd om aan de millioenen te comen, die daarvoor noodig zullen zijn. Dezelfde heer Bprgesius maakte er de rechterzijde een yerwijt van, dpt deze iweeg. Terecht merkte Dr. Nolens, op, lat zij er een eer instelt te zwijgend Zij itelt er een eer in om niet door spren cen den gang yan zaken te bemoeilijken enpractisch de arbeiders te helpten loor ze de totstandkoming van de wet n Minister Talma te verzekeren. En dan is er nog iets geschied, wat de eef der Kamer op schandelijke wijze leeft aangerand. De Zaandamsche afge- raardigde heeft het woorcfj gevoerd om e spreken oyer alles, wat niets/ te-r Like deed, en om te schelden pp Üe echterzijde, te schelden op buuryrou- ven-manier. 't Was schandelijk, zonder :enige overdrijving. E enige leden van dfe rechterzijde verlieten onder protest dp jaal. In het verslag hebben we iets van het incident weefgegeyen. Het te schil leren volgens de werkelijkheid! is on gelijk. Daarvoor stond het te laag; Invoer van bevroren vleesch. Aan een zeer duidelijk artikel In dje tl a a s b o d e over bovengenoemd be- angrijk vraagstuk ontleenen we het vol- 'enae: Eerst worden uiteengezet de na- ïeelen en de voorttelen van den in ner verbonden. „De invoer van goedkoop bevroren rieesch in onze staten -kan namelijk een [evaar meebrengen voor de binnenlandk che veeteelt. Stel, dat zulk Vleesch algemeen ingang indt en dat het werkelijk dien verbrui- er aanmerkelijk goedkooper bereikt dan iet inlandsche vleeisch, dan zal op d/ên luur al het thans voortgebrachte inlandi- che vleesch geen aftrek me,er vinden te- fen de oude prijzen. En wanneer het mlandsche vleesch ich met lager prijzen moet tevreden itellen, dan moet noodzakelijk -d!at ge- leelte der veeteelt, diat .onder de on gunstigste omstandigheden werkt, zich erugtrekken. En wordt dus een belang- ijke bres geschoten in de Nederlandf- che veeteelt. ^og een bjjkomstig nadèel In dezelf- orde: als het bevroren vleesch alge- leen doordringt op het plattelandTen de ileinere plaatsen, dan is er kansf dat FEUILLETON. |l6) Zij hernam: Hoe heet gij? —Rose de Trémazan, mevrouw. Zeg „burgeres", mijn kind. Zij dacht even na. Wacht eens..., Trémazan.». ik geloof lat ik dien naam ken. Heette zoo niet :en van de Bretagners, 'die men heeft... Zij durfde het woord niet uitspreken, "aar Rose zeide koel: w Geguillotineerd, ja, burgeres. O! mijn God! Met klimmende ontroering ging Rose voort: Mijn vader en mijn moeder zijn ge- torven op de place de la Revolution, noec% .gelijk zooveel anderen. Ik ben la" een doodvonnis ontkomen, v/aarom ^eet ik niet, want ik deelde hun mee- tingen en had ook hun lot willen deelen. pi zijn gevallen als martelaren voor eer A plicht! Stil, ongelukkig kind, wanneer men ecns hoorde! God gave het! Blijf ka'.ml de menschen de .zeer economische en zeer sociale huis^lachterij, of de veeteelt voor eigen gebruik, gaan opgeven, om dat ze toch goedkoop) vleesch kunnen krijgen. Dit leidt tot onthechting van h et volk aan het platteland en tot jdto- letariseering der mas.sla. Men zal hierop antwoorden, dat d{it een voorbijgaand nadeel kan zijn, maar dat het daarom.niettemin een diiurzaam voordeel en een wezenlijke yooruitgang betcekent, wanneer men het vleesch voor taan goedkooper kan krijgen dan vroeger. .Deze meening houdt echter niet vol doende rekening met dje toekomst. Want de knoop zit nu juist hierin, dat het bevroren vleesch op den langen duur niet goedkoop blijft. Het oude turopa gaat, naarmate.zijn bevolking vermeerdert en het zijne vee teelt verwaarloost, meer van zulk vleesch vragenen landen als Argentinië, naar mate hunne bevolking toeneemt, en zij zich industrialiseeren, hebben hoe lan ger hoe meer zelf hun yleesch noodig! en kunnen dus hoe langer hoe minder leveren. Meer vraag en minder aanbod doen de prijzen onvermijdelijk stijgen. En zoo komen we op den duur weer voor het geval te staan, dat de prijzen van'Jiet bevroren vleesch even hoog en npg hoo- ger zijn dan de tegenwoordige prijzen van het inlandsch vleesch. Zoo ver gekomen, gaan wie jnet veel tobberijen weer onze oude veeteelt zelf ter hand nemendoch is dieze eenmaal verwaarloosd, dan „zal dfit geen gemakke lijke taak zijn. De duurzame uitkomst is dan dbt we eerst een bloeienden boerenstand, dje ook nog uit biologisch, spciaal .en natio naal oogpunt onmisbaar is, hebben ver nietigd, en in erbarmelijk loonproletari- aat hebben hervormd, en dat we dlaar- na met ontzaglijke moeiten de veeteelt weer van vooraf gaan beginnen. Zooda nig, dat we na al die ellende nog ven der achteruit zijn dan vroeger. Dit is het nadeel, dat aan cjien invoer verbonden is. Maar er is ook een voordeel. Door de industrialisering en djé op- eenhooping der bevolking in groote ste den, wordt in belangrijke mate dfë vleeschvoeding achterwege gelaten, die in primitieve maatschappijen en op het platteland algemeen is. En waar nu de afwezigheid van vleeschvoeding niet wordt aangevuldf door ander krachtvoedcr, indien wjj de zen term hier aan de Jandbouw-termi- nologie mogen ontleenen, daar ontstaat het gevaar van ondervoeding, djje eene nationale ramp zou kunnen worden. Gedeeltelijk hebben die volksgroepen aan de ondervoeding zelf wel .schuld door hunne verbruiksgewoonten van de hoofdzaken naar de bijzaken, als verma ken en snoeperijen, af te legden, maar dat doet hier op 't oogenblik niet ter zake. Wij hebben rekening te houden met het feit dat daar ligt. Nu hebben we juist in het goedkoope bevroren vleesch een prachtig middel, om' die verwaarloosde vleeschvoeding wat bij te werken, en zoo die gevaarlijke ondervoeding te bestrijd.en met een goedkoop krachtvoeder beschikbaar te stellen. Dit is het goede, dat aa'n diezen invoer verbonden is. Het heele vraagstuk van den invoer ■van vleesch zouden we dus. alsL vojgt kunnen formuleerenHoe kunnen we van het goede profiteeren zonder ons de nadeelen op d.en hals te halenzon der *de binnenland.'sche «veeteelt en dus. de h'eele binnenlandsche welvaart te schaden Na in den breede te hebben aange>- toond, dat het voordeel van de goed koopte gemakkelijk wordt weggenomen door de winst, d,at de verkoopers, moe ten behalen, door cartels of trusfen, door dat het bevroren vleesch onder versch vleesch vermengd wordt, trekt het blad de volgende conclusie. Wannéér de gemeenten deze zaak op eigen gelegenheid behandelen, en daar bij het beginsel volgen van .onbelem» Ik ben kalm, mevrouw.,., vergeef mij, burgeres. Ik heb 't recht niet uit Parijs te vertrekken. Men had beter ge daan, mij in de gevangenis te laten. Hebt gij middelen? Zeer weinig. De goederen van niijn ouders znTj verbeurd verklaard, verkocht, geloof ik. Het is goed, ik zal u helpen. Zij wendde zich tot den bediende met de woorden: Ik dank u, dat gij dit meisie hier gebracht hebt, burger, ik zal goed voor haar zorgen. Ook Rose bedankte den man. Pompeus ging heen. Zijn taak was volbracht. Ecnige minuten later trad hij bij zijn meester binnen, die hem vroeg: Is het gebeurd? Ja- Waar is zij? Zoo zacht als een lammetje ging zij mee naar Laurette, op den hoek van de rue de la Sourdière, gij kent haar wel. 't Is goed. Daar is zij in goede handen. Hubert Nollan nam van zijn schrijf- bureel een assignaat van 40 fr., dat hij zijn bediende gaf met de woorden: Dit is voor uw moeite; neem er maar een vroolijken avond van, want zooals het nu gaat zal het over een paar merden handel, dan is er niet voldoende waarborg, dat het uit vleebdiinvoer voortspruitend „goed" ook zooveel mo gelijk wordt bereikt, terwijl het „kwaad" voor het heele land dan vrij spel heeift. Hoe dan het voordeel zooveel moge>- lijk te bereikenx zonder het nadeel op den koop toe te nemen Daarop antwoordend, bevineft rr.en zich op speculatief terreinwant er zijn (jn dit opzicht nog geen omschreven voor stengen gedaan, die ook toepasselijk zijn. Wij hebben indertijd eens d,e meening geopperd, of het niet moge'ijk zou zijn, dat de gemeentelijke abattoirs zichzelf met dezen handel belastten, of hem air thans onder hun toezicht plaatsten. Dat wil zeggen, dat de gemeentelijke abattoirs of dezer agenten op diverse punten in de stad bevroren vleesch be schikbaar stellen, doch rechtstreeks aan de verbruikers, en tegen de laagst moge lijke prijzen. In dit geval zouden wij Zelfs verder willen gaan dan de vrijhand;elaars en alle accijnzen, invoerrechten, keurloor nejo of wat dan ook laten vervallen om toch maar het uiterste prijsminimu.ra te bereiken. Dan was er waarborg, dat dit gocdr koope vleesch ook wezenlijk on.der het bereik kwam van de menschen, die thans niet aan het vleeschverbruik deel ne men. Maar dan is de mogelijkheid! ook geringer, dat het verbruik zich onrust barend uitbreidt, wanneer men wedier- verkoopers, dienstboden, enz. weert. Tot zoolang men ons een betere op lossing aan de hand dpet, of de onmo gelijkheid van deze aantoont, zouden wij het toenmaals geopplerde denkbeeld, nog aan kunnen houden. In ieder geval moet die nationale moeilijkheid opgeruimd word»en: het vleesch mag in de steden alleen komen onder de bevolkingskringen, d,ie thans aan ondervoeding lijeken, en van het platteland moet het wegblijven, omdat het daar niet thuis hoort. Voorloopig kunnen de steden we] op eigen gelegenheid zoo'n nationaal-ge- zinde regeling treffen, omdat bij nader ïnzien bij zoodanige regeling het eigen lijke gemeentebelang tegelijkertijd het best verzekerd is. Zouden de gemeenten daartoe niet bereid zijn, of zou ondanks d«e gemeen telijke regelingen het gevaar zich uit breiden, dan moet de algemeene tands- overheid optreden. De Week in tiet Buitenland. Voor hen die gewoon zijn de macht der liefde, immers „d,ie alles overwint", hoog aan te slaan, Is de historie deze week een voorbeeld rijker geworden. Wat toch fn lange jaren geen langs allerlei kronkelpaadjes zich wringende diplomatie heeft kunnen bewerkstelli gen, is door de liefd(e van een vrouw tot stand gekomen. „Eéne vrouw is duizend; mannen te erg", dichtte Vondel, -maar hier was zij niet alleen twee vorstenhui zen te mach |g 'doch oveSwoa een kwestie die von Bulow indertijd! noemde „een levensbelang van de geheel e natfej." Prinses Victoria Louise de eenige dochter van Keizer Wilhelm heeft zich, verloofd met prins Ernst August van Brunswijk-Lüneburg, meldde kortweg een bericht in het begin dezer week, doch deze verloving heeft heel wat meer voeten in de aarde gehad; dan men zou vermoeden. Men herinnert zich immers nog wel bij het noodlottig ongeval, dat dien ouderen broer van den prins overkwam,' is dit nog ter sprake gekomen, welk een oude yeete er bestond tusschen het huis Hohenzollern en dat der Cumber- lands, aan hetwelk'door het eerstge noemde het recht van opvolging op de troon van Hannover, door de annexatie door Pri| sen, ontnomen wasr Deze yeete dateert van 1866 en welke moeite ook door den Keizer-koning ge daan is om Ernst August van Cumber land met de wreed,e werkeljjkheM te verzoenen, deze pogfïgen qtuitten af op1 dagen toch piet meer zijn dan een waar deloos vodje papier. Toen hij alleen was, wreef hij" zich vergenoegd de jianden en zeide: Ik heb haar in mijn macht en de duivel hale mij, als ik haar nu nog laat ontsnappen XII. DE MAN ZONDER NAAM. Acht dagen waren verloopen sedert Rose de Trémazan de gevangenis l'Ab-' baye had verlaten. Jean de Trémazan, of liever .Jean Rocher, en zijn vriend Pierre Lasson waren diep terneergeslagen. Zij hadden geen spoor van "de ontslagen gevangene kunnen vinden. Toch deed Rose niet de minste moeite om zich te verbergen, waar zij ook geen reden toe had. Dagelijks ging zij uit en liep met onbedekt gezicht door de straten, om een betrekking te zoeken^ die haar in staat zou stellen in haar onderhoud te voorzien, maar zij vond niets en ook de hulp, die haar gast vrouw haar daqrbij verleende of althans scheen te verleenen, baatte niets. Ook Jean en "Pierre bewogen zich iederen dag in de straten, maar de stad was groot en er zou wel een toeval noofUj zijn geweest om Rose en haar bro.eder elkaar te doen ontmoeten. GEEFT HERSTELLENDEN NIEUWE KRACHT de onverzettelijkheid van dfcn prins, die zijn, blinden vader, d,en laatsten koning van Hannover, op zijn sterfbed gezworen had, zijn aanspraken op den troon niet op te geven. Een oogenblik heeft het vroeger al geschenen of het geschil door een hu welijk zou worden uit de wereld; ge holpen. Indertijd was er sprake d,at op den 85sten verjaardag van Koning Christiaan van 'Denemarken ^een verlo ving zou tot stand komen tusschen den Duitschen kroonprins en prinses Alexan dra. Doch op het laatste moment wilde Ernest August weer niet en zoodoende bleef niet enkel de v^ete bestaan, doch ook de moeilijkheid met opvolging in het hertogdom Brunswijk. De koningen van Hannover toch wa ren erfgenamen van .den hertog van Brunswijk en toen in 1885 deze ^troon door het kinderloos overlijden van.her tog Willem open kwam werd hem "déze aangeboden mits hij zijn aanspraken op Hannoyer liet varen. Doch hiervoor was hij niet te yinden. Na den dood van den hierna benoem den regent prins Albrecht in 1906 werd;, dit vraagstuk weer acuut. De regent- schapsfaad bood wederom het hertog^- dom aan Ernst August aan, doch d;eze wilde wel, dat zijn jongste zoon, de nu verloofde prins, den troon besteeg, doch zelf bleef hij op zijn rechten staan en ook Zijn oudsten zoon mocht niet, door deze bestemd was voor den troon van Han noyer. De bondsraad yerklaardje dit echter onvereenigbaar piet dè beginselen van de bondsyerdiragen en de grondwet en besloot dat geen lid yan het huis, Cum berland in Brunswijk mocht regeeren, zoolang er nog een lid aanspraak maakte op Hannover. Tot regent werd toen be noemd de halfbroer van onzen prins-ge maal, Jan Albert van Mecklenburg. Er scheen dus wel nimmer een eind aan dit geharrewar te zullen komen voor den dood, van Ernst August, tot voor eenigen tijd bleek dat prinses, Victoria Louise haar hart had gezet op den jon gen Ernst August. De jongelui moeten Seeds oageveer anderhalf jaar kennis, aan elkaar hebben. Nu Is *r een uitspraak van Keizer Dat toeval bleef uit De twee wapenbroeders hadden zich thans geheel in de beweging geworpen. Dank zij den markies de Ghalay, 'dien zij iederen dag ontmoetten, kenden zij' Parijs nu goed en wisten alles wat er voorviel. De opstand tegen het Schrik bewind en zijn aanhangers werd met grooten ijver voorbereid. Men ging daar bij niet eens met groote geheimzinnig heid te werkde muscadins hielden open bare samenkomsten, en het gebeurde niet zelden, dat de Jacobijnen, wanneer zij zulk een samenkomst wilden uiteen drijven, op een geduchte tegenweer stie ten en dat het tot een bloedig gevecht kwam, waarvan de Parijsche bevolking1 den vólgenden dag een uitvoerig verhaal in de dagbladen lezen kon. De Nationale Conventie had de kracht niet meer tot forsch ingrijpen, want in* haar eigen boezem heerschte verdeeld heid en zij moest al haar ti/d besteder? aan beschuldigingen, die tegen haar leden waren ingebracht. Men sprak echter van verraad, van diefstal, van complotten met de prinsen, ofschoon die op 'toogenb'ik minder gevaarlijk waren voor de Republiek dan "de burgers, die in de eerste dagen der revolutie haar trouw geholpen hadden. Danton zelf werd openlijk beschuldigd en de colossus, die zooveel anderen had Wjlhelm bekend, door hem gedaan toen zijn dochter den huwbaren leeftijd- be reikte. „Ik zal mijn dochter niet aan de politiek opotreren. Zij moet gelukkig worden", had hij .verklaard', en hierdoor kwam hij nu in een moeilijk parket. En nu wordt meteen begrijpelijk de bijzondere vriendelijkheid van den kei zer bij den slag, die Ernst August in Mei van het vorige jaar trof door het verlies van zijn oudsten zoon. Heeft nu dit leed en het daarop gevplgde vriend schapsbetoon het (geknoeid yan den hertog verzacht, zoodat hij voor een schikking gevonden is en hij tevens den Bruns- wijkschen troon zal kunnen bestijgen ^Of heeft keizer Wilhelm water in zijn wijn gedaan terwille van de liefde voor zijn eenige dochter? We zouden geneigd' zijn dit laatste af te leiden uit (Je medo- deeling die die Brunswijksche minister Haftwieg in de kamer heeft gedaan^ dat n.l. deze verloving vooreerst geen politieke gevplgen zou hebben. Van den ouden hertog is het al veel geweest dat hij zijn zoon yerlof heeft ge>- geven dienst te nemen in eea Pruisisch regiment, waardoor deze, dpor zijn eed van trouw aan den koning van zelf af stand doet yan zijn aanspraken op Haa- novef. Waarschijnlijk dat de algeheele op lossing der kwesTie zal wachten op den dood van dpn hertog, dat dus zoo lang de prins als Pruisisch officier aan het hof te Berlijn blijft, om daarna den troon van Brunswijk te bestijgen. V. Weekpraatje. Nog is de storm iniet geluwd, idie is opgestoken in den vrijzinnigen! hoek, tegen het bidden vani ide kinderen op school voor de verkiezingen^ *t Is ook verschrikkelijk, 'tls onpaedagogisch, weet u, 't is een pijniging) van die teere hersentjes. Maar weet u„ wat; niet on paedagogisch is? Gods naam op school te misbruiken of ruwe taal te spreken, 't Is deze week zoo beslist ik zal u man en paard noemen^ in Ambt- Almelo, waar de raad! in meerderheid socialistisch is. Op voorstel van de soa- democr. raadsleden werd daar deze week de wijziging der instructie voor het per- doen sidderen, voelde nu zelf den grond onder zijn voeten beven. Daarbij kwam, dat er vergdeeldheid' heerschte in "het leger. In verschillende provinciën was oproer en men durfde er geen soldaten' heenzenden uit vrees,' dat zij gem eene zaak met 'de oproerlin gen zouden maken. 'Alles ging dus den vijanden van de Nationale Conventie en van de Com mune volkomen naar wensch. De markies de Chalay had 'Jean en Pierre, zijn beide beschermelingen, op genomen: in de gelederen van hen, die de wankelende regeering bestrijden wiP den. Eenmaal bekend met den weg te Parijs, vertrouwd geraakt met het leven en de gewoonten in een groote stad,' hadden de beide Bretagners zich onbe'* vreesd gewaagd op de bEieenkomstsrt der Commune en der Jacobijnen-clubsJ waarheen zij zich arm jn arm begaven; maar goed gewapend en op alle gebeur lijkheden voorbereid. Thans'had Chalay hen opgeroepen Tot een bijeenkomst met het geheimzinnige hoofd der samenzwering, welke bijeen komst zou plaats hebben in een huis buiten Parijs. Het zou hun eerste kennis making zijn met den aanvoerder, aan wier. Chalay beloofd had hen te zullen voorstellen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3