DE MEE VRIENDEN. Denkt aan de Kiezerslijst. Ingezonden Metedeelingen Van houten's Cacao P die yen lister iveede Blad, behaorende j De Leidsche Courant van I /oensdag 29 Jan., No. 1004. «ij lere tuur et or TV\ fcEDE KAMER. Het Bijzonder Onderwijs. In een kernachtige, logisch-opgezette iagsc i logisch-uitgewerkte redevoering heeft ver heer Van Wijnbergen verdedigend en sjqh invallend gestreden voor het goed recht v le onderwijs-poliitiek dezer regee- Het streven van deze regeeringi, de heer Van Wijnbergen, om aan dei de vrije keus te geven wat be- °8nj ;ft het kiezen van het onderwijs voor Unne kinderen» is (volkomen grondwettig, et blijkt, dat de meerderheid van cjj volk is voor de bijzondere school, schoon er nog niet volkomen gelijk- elling bestaat. Toch spreekt men van voorrechting van het bijzonder onder- Jini ijs. Wanneer men er echter op let, wijï it de voorstanders van het bijzonder c-ent* iderwijs nog altijd tonnen gelds heb- ubsliEn *e dragen, niet slechts voor het -jt >or hen gekozen, maar ook voor het \V( penbaar onderwijs, is die beschuldiging )ch al te gek en moest men maar liever om vijgen over die z.g. bevoorrechting. Wat het zoo gewraakte bidden op de :hool betreft de heer v. Wijnbergen perkte zeer wijselijk op, dat het niet ogelijk is over een zaak te discussiee rt ;n met rnenschen, die op een absoluut on ider standpunt staan, die niet begrijpen at de religieuse vorming van het kind jeugdigen leeftijd beteekent. Spr. ci- K,J ert een vers van iGuido Gezelle, waar- •n; )or men tot eenig inzicht kcynt over elke e paedogogische begrippen aan de rech- lerl rzijde. Wij laten hier dat juweeltje van lijk|oèz:e volgen: 't Eerste, dat mij moeder vragen leerde, in lang verleden dagen, als ik hakkelde, ongeriefd nog van woorden, 't was, te gader bei mijn handjes doende: „Vader, geef me een kruisken, als'tu blieft" En dat kruisken, 'tis geschreven, diep tnij in den kop gebleven, teeken van mijn erfgebied: die den schedel mij aan scherven sloege, en hiete 't kruisken derven, nog en had hij 'it kruisken fiiet. tig* ogt KAMEROVERZICHT. Spr. wijst er vervolgens zeer terecht dat het feit, dat de linkerzijde zich imoeid met de gebéden dje op de bij- ondere school worden verricht, wel een fifij j'peerend staaltje is van de bedil- en 0 )emoeizucht aan die zijde. Een deel van de discussies liep over Kollewijnsche spelling, die zulk een irarm verdediger had gevonden in den leer Ter Laan. Geen van de verdeke eden sloot zich hierbij aan. Zelfs zijn lartijgenoot, de heer Schaper, kantte zich chefp tegen hem. Avondvergadering. Het Marine-per so tie el. In de avondvergadering, d,ie liep ov.er Harinebegrooting, kwam de heer Hu- fenholtz aan met verschillende klachten, lelreffende "het Marine - personeel. Rechtspositie, s.alarieering, pensionnee- viji ing, geneeskundige verzorging, voeding, wat al niet meer kwam ter sprake. Tot zoover zou het nog er door kun- rfjien. De afgevaardigde, van nabij bekend inljnet het marinepersoneel, mag zijn ken en zijn genegenheid in kwestie's, dat )ersoneel betreffende, wel eens luchten, rgerlijk was echter dat hij een lans opjneende te moeten breken voor het on- lisciplinair optreden. Hij weet den ver leerden geest enkel en alleen aan het iptreden der overheden, noemdje het een .noodzakelijk en geheel te verontschul- fi dige gevolg d'aarvan. Zou de heer Duymaer van Twist het liet beter hebben doorzien, toen hij als lajporzaak noemde de toenemende godjs- dienstloosheid Wij gelooven van wel. FEUILLETON. 101) Zijn metgezel, die eenige onvoorzich tigheid van zijn kant vreesde, nam hem Dij den arm en trok hem snel mee naar buiten, doch nauiwel.ijlks ,hadden zijl eenige Schreden onder "de bogen dier winkel galerij gedaan, of Plierre Lasson voelde een hand op zijn schouder leggen. Hij keerde zich s,nel om. Een der mus.cadins stond voor hem, een fors.ch gebouwde jonge man, eenige jaren ouder dan de twee vrienden. Hij vroeg: Kent ge mij niet meer? En toen Pierre niet dadelijk ant-> Woordde, ging hij voort: Chalay, de neef van Plélan, bij wien wij elkaar te Vitré ontmoet hebben. Weet ge dat nog? Ja, waarlijk, nu herinner ik het mij, naar ik zou u niet herkend hebbenj. Gij zijt zoo geheel anders, gekleed dan toen. Hoe gaat het u, Louis.? Slecht, zooals, tegenwoordig ieder- te Parijs. En gij Wat drommel komt niet jagen, terwijl het op Vaudreuil toch wel heel wat beter zal zijn? Kiezer worden is voor verreweg de meesten mogelijk. Mits men maar vóór of op den 15den Mei 1913 den leeftijd hebbe be reikt van 23 jaar. Op verschillende wijzen kan men zich een plaatsje op de Kiezerslijst ver zekeren. Het grootste aantal vormen de Belastingkiezers. Belastingkiezers zijn zij, die over het laatste dienstjaar ai hun aanslagen in de Rijksbelastingen hebben voldaan. Die belastingen zijn: Personeele belasting, Grondbelasting, Vermogensbelasting en Bedrijfsbelasting. Dieze aanslagen behoe ven niet te loopen over een vol dienst jaar; men moet eenvoudig de belasting op tijd hebben betaald. De rijwiel belasting telt niet mee. Belastingkiezers behoeven zich niet aan te geven; zij worden ambtshalve op de kiezerslijsten gebracht. Alleen zij, die mede-eigenaren zijn van onroerend goed, behoorende tot eene onver deelde nalatenscha p,waar voor in 1912 grondbelasting is betaald, terwijl hun aandeel in die belasting f 1 bedraagt, behooren zich tusschen 1 en 15 Februari aan te geven op een formulier, dat vóór 15 Februari ingevuld en onderteekend moet worden ingeleverd, met het belastingbiljet. Wie verhuisde naar 'n andere gemeente en in zijn vorige ge meente belasting betaalde, dient zich eveneens aan te geven, met over legging van het voldaan g et ee kend e belastingbiljet. Alle overige kiezers, d.w.z. de huur-, loon-, spaarbank- en examenkiezers, be hooren, zich aan te geven tus schen 1 en 15 Februari ter secre tarie. Zij ontvangen een formulier, dat onderteekend en ingevuld moet worden ingeleverd. Huurkiezers. Huurkiezers zijn zij, die op den 31sten Januari sedert 1 Augustus van 't vorige jaar in een huis of in een deel van een huis hebben gewoond van de huurwaarde, voor iedere gemeente be paald. Men mag in dien tijd ook fi rn a a 1 verhuisd zijn, mits dan ieder der woningen den huurprijs heeft door de wet vastgesteld. Doch nu komt er nog iets bij. Men kan ook kiezer worden, wanneer het huis of een gedeelte van het huis, dat men bewoont, ni et den geëischten huurprijs heeft, doch wanneer men in zijn woonplaats grond of lokalen of werkplaatsen in huur Jieeft. en daar mee het voor de gemeente geldende bedrag wordt verkregen. Nataïlij'k raoet men dien grond of dat lokaal of die werkplaats minstens net zoo lang in huur hebben als het huis. Die bepalingen voor de huurkiezers gelden ook voor de schippers; zij moeten alleen den vastgestelden tijd een schip in eigendom of huur hebben ge had van 24 kub. M. inhoud, of 24.000 K.G. laadvermogen. Loonkiezers. Thans komen we aan de loon kiezers. Diat zijn zij, die van 1 Januari van het voorgaande jaar tut 31 Januari van het volgende achtereenvolgens bij niet meer dan twee personen, onder nemingen, openbare of bijzondere in stellingen in dienstbetrekking zijn ge weest, of als inwonende zoon in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn geweest en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten, dat óók voor iedere gemeente in de wet is vastgesteld. Het loon. in vaste dienstbetrekking door de vrouw genoten, kan worden geteld bij dat van den man, en even zeer het halve loon van minderjarige, inwoner.dt kinderen. Wanneer dat alles bijeen het door de wet geeischte bedrag haait, kan de man kiezer worden. Men behoeft niet precies het juiste bedrag van loon of inkomen op te Plierre Lasson wierp een wantrouwigen blik om zich hees en antwoordde: Het is moeilijk om clat hier te jzeg' gen. Gij hebt gelijk. Waar kan ik u vinden? De musea din dacht even na, keek Jean de Trémazan aan en vroeg: Een vriend van u? Ja, mijn boezemvriend, met wien ik hier gekomen ben. Wanneer? Juist vandaag. Dit Bretagne? Ja. Dan zult ge wel vermoeid zijn van de reis en naar bed verlangen. Wiij wilden ook naar huis gaan. Komt morgen beiden bij mij eten. Wilt gij? Waar? Een eind buiten de stad, in Les Porcherons, rue de la Tour-des-Dames. Daar is een restaurant met tuin, van Ramponneau^ dat vroeger de Koninklijke Tamboer heette, welke naam nu veran derd is in de Nationale Tamboer. De zaak is opgericht door een kok, die in zijn tijd beroemd was. Ramponneau heet te hij, want hij zou zijn eigen zaak Inu niet meer herkennen. Morgenavond om 6 uur verwacht ik u daar, burgers. Ver geet het niet: Ramponneau, de Nationale geven, doch kan volstaan met de ver klaring, dat het loon het door de wet gevorderde bedrag bereikt. Als loon wordt ook gerekend het p e n- s i o e n of de jijfrente, dat door c>penbare instellingen wordt verleend, en ook dat door ondernemingen of bijzondere instel lingen wordt uitbetaald. Natuurlijk blijft het bedrag van het inkomen van iedere gemeente onveranderd. Ongevallenrente wordt ook als loon beschouwd. Staat in een of ander bedrijf In den regel het werk gedurende een gedeelte* ygn het iaar stil, dan wordt de tyd, waarin niet gewerkt wordt, toch als diensttijd beschouwd. Is men hoogstens twee maanden ziek geweest, dan wordt toch het loon gerekend ontvangen te zijn. Ook de kost en inwoning wordt als loon gerekend naar een daarvoor bij de wet voor iedere gemeente vastgesteld bedrag. Wie op Zon- en Christelijke feestdagen den kost echter niet geniet, behoeft voor deze dagen niets af te trekken. Hij wordt tcch gerekend vollen kost en inwoning te genieten. Aan loonkiezers, die op de lijst van het vorige jaar reeds voorkomen, wordt een blanco-aangiftebiljet toegezonden. Spaarbankkiezers. Zien we nu even naar de Spaar bank- en Orootboek-kiezers. Wie op 1 Februari a.s. sedert een jaar f 100 nominaal, op. het Grootboek heeft staan of f50 in de spaarbank, zóó dat het inderdaad zijn eigendom is, kan op giond daarvan aanspraak maken op het kiezerschap. Hij moet tusschen 1 en 15 Februari zich op de secretarie aanmelden onder overlegging van een bewij's van de directie van het Grootboek of het bestuur der Spaarbank, dat hij inderdaad sedert een jaar eigenaar is van de gevorderde bedragen. Het is niet noodig d;ri men 'n boekje hebbe van de Rijkspostspaarbank; andere spaarbanken, zooals die van het Nut, tellen ook mee; doch natuurlijk moeten de lichamen, waarvan deze spaar banken uitgaan, rechtspersoonlijk heid hebben, en zoo ze na 1 Mei 1900 zijn opgericht, moeten ze £en waarborg som van f25.000 bij de Nederlandsche Bank hebben gedeponeerd. Examenkiezers. Ten slotte de Examen-kiezers. De wet zegt, dat zij kiezer kunnen wor den, die „met goed gevolg hebben af gelegd etn examen, ingesteld door of krachtens de wei of aangewezen bij air genieenen maatregel van bestuur en i n verband staande niet de benoem baarheid tot eenig arnut, de vervulling van eenige betrekking of de uitoefening van eenig bedrijf of beroep." Wij voegen aan dit artikel nog ééne opmerking toe. Wie stedelijke inkomstenbelasting be taalt, moet niet meenen, dat hij daar door ambtshalve wordt gebracht op de kiezerslijst. Immers stedelijke inkomstenbelasting is geen R ij k' s belasting. Al wie dus wel stedelijke belasting betaalt en geen Rijksbelasting, moet, om op de Kiezerslijst te komen, huur- kiezer, loonkiezer, spaarbankkiezer of examenkiezer worden. Heeft men 'eenmaal het recht om als zoodanig op de Kiezerslijst geplaatst te worden 'zich door aangifte veroverd, dan veroorzaakt de stedelijke inkomsten belasting bovendien, dat men óólf wordt kiezer voor den gemeenteraad. Uit de Pers. Een liberaal over bescherming. Aan brochure door het Voor tarief wet-comité onder bovenstaanden ti tel uitgegeven ontleenen we het vol gende I Nog altijd heerscht in sommige krin gen de waan voorstelling, dat alleenj „mannen van Rechts" het pleit voeren voor eene herziening van ons tarief in Tambour, in Les Porcherons. Afgesproken. Om 6 uur? Klokslag. De muscadin drukte beiden de hand en keerde, met zijn steek achter Op zijn hoofd en zwaaiend met zijn stok, naar Véry terug. Toen hij weg was vroeg Jean de Tré mazan Wje is hij? Een vroolijke kameraad, Louis Die Chalaj, Parijzenaar van gelpoorte, maar die familie had in den omtrek van Vitré, waar ik kennis ,met hem gemaakt heb. Ik had hem in jaren niet ontmoet en wist niet wat er van hem geworden was. Hij is een schrandere bol en natuurlijk goed bekend te Parijs, dus kan hij ons van veel nut £ijn. Diat is dus een gelukkige ontmoe ting? Ik geloof het wel, wanneer hij ten minste niet met de Revolutie veranderd is. Hij is een oprechte kerel en zoo dapper als een leeuw. Zij kwamen thuis en het duurde geen half uur meer of beiden lagen in diepe rust. Na èen onafgebroken slaap van 10 uren ontwaakten zij den volgenden mor gen en wreven zich de oogen uit, ver wonderd in deze goed gemeubileerde Ik wil nog een kop Het smaakt toch zóó lekker, en Moeder r zegt dat ze nooit heeft geweten dat Cacao ji zoo goedkoop in het gebruik is, voor ze t 1TZZ7Ztso: meer beschermenden zin. Men verklaart dit dan uit zuiver politieke motieven. Nu is het moeilijk voor tegenspraak vatbaar, dat bijna alle landen jle vrij- handelsleer in de practijk verloochenen. Met uitzondering van Engeland, kozen alle Staten voor een meer beschermend stelsel. Wie zal nu durven beweren, dat de leidende Staatslieden in al die landen behooren tot de zoogenaamde „kerkelij ke" partijen Maar, zal misschien deze of gene zeg gen, het is toch een feit, dat de partijs- en van Rechts hier te lande vóór „be scherming" van onze nijverheid zijn en alle mannen van Links er tegen. Men vergist zich. Zóó absoluut is 't niet. Dat blijkt reeds uit de samenstel ling van het Vóór-Tariefwet 'Comité. Noch de Voorzitter, noch de 2e Voorzit ter behooren in politicis tot de Rech terzijde. Vele liberalen hebben bovendien wel in geschrifte het goed recht van een meer beschermende handelspolitiek ver dedigd. Wij herinneren slechts aan dje geschriften van de heeren Jacobson, van Diusseldorp, Jannink, Struve en anderen. Vooral wijzen wij thans op een in 1897 verschenen, maar nog altijd zeer levens waardige 'brochure van wijlen het Ka merlid Mr. J. Pijnappel, een gezag hebbend liberaal staatsman. Onder den titél „Arbeid en bescherming" verscheen deze brochure bij de uitgevers J. H. G. van Heteren te Amsterdam. Het komt ons nuttig en wenschelijk voor, op dit belangrijke geschrift door het ge ven van een kort, virij uittreksel weer te aandacht te vestigen. Men zal zich herinneren, dat Jtijdens de verkiezingscampagne van 1897 v,ooral ook over „graanrechten" strijd werd ge voerd. Mr. Pijnappel keurt graanrechten af. Maar hij wijst er met nadruk op, dat men deze heffingen allerminst met an dere beschermende rechten gelijk mag stellen. En toch gaat men ook thans nog wel aan dit euvel mank. „Graanrechten" zijn op dit oogenblik niet aaii de orde. Het daarop betrek king hebbend gedeelte der brochure van Mr. Pijnappel gaan wij daarom stilzwij gend voorbij. Ernstige aandracht ver dient echter, wat de schrijver over be scherming van onze nationale nijverheid zegt. Een volk, betoogt hij, heeft voortdu- kamer te zijn, waar zij, voor het eerst in vele dagen, zoo rustig hadden gesla pen. Waar zijm we hier? mompelde Jean, nog slaapdronken. Wel, te Parijis natuurlijk! riep Pier re lachend uit. H,ebt gij het geheugen verloren? Jean was al weer klaar wakker. Alles wat hij doorleefd had, zijn onge lukken en de vreeselijke tooneclen voor zijn oogen afgespeeld, stonden hem weer duidelijk vooir -den geest; hij dacht aan zijn plannen en zag de toekomst weer met kalmen blik in. Zacht vroeg hij zijin vriend: Wat zullen wij vandaag doen? De toestand was ernstig en een zware taak wachtte hen. Zij stonden nu tegenover den vijand, maar een anderen vijand dan die welke zij in Bretagne uit ljun hinderlagen kon den neerschieten. Hoe moesten zij den vijand hieT be strijden en zou het hun gelukken hem te overwinnen? Dat vroeg Pierre Lasson zich af. De Nationale Conventie was nu in hun onmiddellijke nabijheid. In de rue Saint-Honoré hield de Ja- cobijnenclub haar bijeenkomsten. De spionnen van het Comité van Openbaar Welzijn slapen overal rond. rend behoefte aan uitbreiding van arbeidsveld. Eén der middelen daartoe is het in het leven roepen van nieuwe, vroeger onbekende takken van nijverheid of wel het vestigen Van be kende takken op plaatsen waar zij vroe ger niet beoefend werden. Door een beschermende handelspoli tiek kan in die richting ongetwijfeld veel worden bereikt. Natuurlijk komt daartegen verzet. Men wijst op vroegere ervaringen, op het nut, dat de vrije handel ten bate van allen kan afwerpen, indien hij algemeen wordt toegepast. Maar tnèt Mr. Pijnappel mag zeker worden gevraagd of Nederland, al leen de vrijhandelsbeginselen kan toe passen. In de meeste Staten toch viert een protectionistische politiek haar tri- umphen. Onze industrie ondervindt daar van veel nadeel. Zal dij nadeel nu nóg grooter worden, indien ook Nederland, bescherming gaat toepassen, óf zal het daardoor veeleer worden beperkt? Deze vraag gaat Mr. Pjjnappel dan be antwoorden. Als grondbeginsel s1 telt hij terecht vooropbescherming mag alleen ver leend worden in het algemeen be lang. Men moet daarom niet Jfbeschermen" wat in ons land óf in fret geheel niet, óf niet in voldoende mate, óf niet dan met opofferingen welke de waarde van het doel overtreffen, kan worden voort gebracht. Bescherming magT voorts de veerkracht niet verlammen. En eindelijk moet wel bedacht, dat hetgeen product is voor des eenen arbeid, de grondjstof is voor dien des anderen. Hieruit yolgt zeker niet, dat bescherming altijd afkeu ring verdient, maar $1 echts dat zij gelijk alle dingen met oordeel moet worden toegepast. Het argument, door de „vrijhandel laars" ontleend aan de theorie van de handelsbalans, wordt vervolgens door Mr. Pijnappel gewogen en te licht be vonden. Dat er een verband is tusschen uit voer en invoer, erkent de schrijver gaar ne. Maar daaruit volgt niet, dat invoer van buiteniandsche producten ook uit voer van binnenlandsche met zich brengt. Neen, de zaak werkt niet zoo^automa- tisch. „Stel, dat alle landen hunne gren zen voor de producten van onzen land bouw en onze nijverheid sloten, geheel en absoluut; stel dat Nederland in den Wat leken zij zwak tegenover deze reuzen, maar zij waren vastberaden en onversaagd en zonder de gevaren licht te achten, was bun vertrouwen in de toekomst toch onverwoestbaar en kon het bewustzijn van die gevaren hun moed slechts aanwakkeren. Zij zouden overwinnen of sterven. IX. i DE MARKIES. Op de plaats waar thans te Parijis de spoorwegstatie Saint-Lazare te vinden is, lag in de 18e eeuw een schilderachtig gehucht buiten de poorten van de stad, omgeven door boomen en landerijen. D'at gehucht heette Les Porcherons en was een uitspanningsplaats voor de rnen schen uit de groote stad. Men had er herbergen en restaurant^, alle door tuinen omgeven, met prieelen en koepels en alle standen der toenma lige samenleving kon men er aantref fen van den adel af, die in met wan penschilden versierde karossen kwam, door rijk opgetuigde paarden getrokken en bestuurd door een koetsier met gel- poederde pruik, tot de jongelingen uit den handwerksstand, die er met hun meisjes een vrijen namiddag vroolijki kwamen doorbrengen. (Wordt vervolgdt)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3