DE TWEE VRIENDEN.
Tv/eede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 18 Jan., No. 995.
~AMEROVËRZÏCHT.
TW L..LDt-. KAMER.
Tooneeluitvoeringen SÜüedam
Een referendum.
Met de hem eigene gevatheid' en door
kruid met grappen en humoristische
zetten, heeft minister Heemskerk gisteren
een antwoord gegeven aan de verschillende
sprekers. Sommigen 'steken den wijsvin
ger op en vinden den minister wel wat
al te grappig. Wij hebben in ons verslag!
vrij uitgebreid weergegeven wat de mi
nister te zeggen had betreffende de too-
neelcensuur. Dat toch was de meesjt pi
kante kwestie. De minister weesf zeer
handig op een uitlating van den heer
Vliegen, dat er stukken kunnen zijn,,
wier opvoering ongewenscht is, m. a. w.
op het gebied van het tooneel past geen
absolute onthouding van de overheid.
Hoe onvereenigbaar is met deze .uit
spraak; de door denzelfden heer Vliegen
met veel emphase uitgesproken s/telling,
,dat de kunst abs.oluut vrij moet zijn!
Wat die vrijheid van de kunst betreft, de
heer van Nispen formuleerde het zoo
juist: de kunst zij vrij, maar riiet teugel
loos.
Een andere pikante Kwestie was die over
de bekende zedelijksheidverordening te
Schiedam. Men 'weet, dat de Raad een ver
bod heeft uitgevaardigd, waarbij het aan
personen van verschillende kunne verbo
den is te zitten of te liggen aan dijken
of bermen, tenzij' die personen gehuwd
of nauw verwant zijn. Dat heeft al voor
heel wat grappen aanleiding gegeven
Terecht merkte de minister op, dat men
Jelke poiitieverordeniog wel bespottelijk
kan maken. Zeer aardig merkte de minis
ter ook op, dat een vernietiging der
verordening op grond van het algemeen
belang met mogelijk was, daar dat be-
Jang niet meebrengt, dat personen Van
verschillende kunne wèl zitten of lig
gen aan dijken of bermen.
Een derde pikante kwestie wij gaan
cfescendo was het referendum te
Naarden gehouden over het al of niet
Jbehouden van de kermis. Men beweerde,
dat niet bij volksstemming over een zaak
beslist moeqt worden, maar door den
RaadDit gevoelen was o^k de minister
toegedaan, die deze lijn trokhet re
ferendum bedoelde slechts inlichtingen in
te winnen, zonder dat dit rechtsgevolgen,
had, terwijl de Raad de eindbeslissing
aan zich hield. Zoo opgevat is het refe
rendum te verdedigen, en heeft het zelfs
een sympathieke "zijde.
Deze drie waren de voornaamste pun
ten, door minister Heemskerk afdoende
besproken, zoodat de replieken heel
flauw waren.
Uit de Pers.
Om de „baantjes".
Het tijdschrift Rome meent, dat het
in Juni a.s. den vrijzinnigen op de aller
eerste plaats te doen zal zijn om de
„baantjes" en schrijft:
Als daar straks In Juni weer een ander
scherv enge richt ouder de burgers zal ge
houden worden, als weer de bus open
staat, de. geweldige, de geheimzinnige
bus, die over liet lot van het ministerie
zal beslissen, dan zal de strijd, die bij
die bus gestreden wordt, in eerste in
stantie wezen de strijd van en om den
liberalen ambtenaar.
Die strijd zal dan gevoerd worden, niet
enkel om den liberalen ambtenaar van
Jieden in zijn stellingen te handhaven),
jnaar veel meer nog om door de wei
gering het liberale ambtenaren-cohort uit
te breiden en sterk te maken, evenals dat
in alle radicale landen gebeurt, waar de
staats- en gemeente-fiscalen uit een reus
achtige poliep hun vangarmen over en
tusschen het volk uitstrekken.
Het moge den Christen-kiezers voor
juni gezegd zijn.
FEUILLETON.
92)
De man, dien hij daar aan de overzijde
meende gezien te hebben, Von Jean dé
Trémazan niet zijn.
Hoe had bij zooveel gevaren om her
kend te worden kunnen trotseeren en
wanneer hij herkend geworden was, zou
ook hij zeker onder de guillotine zijn
gevallen,zoowel als zijn bloedverwanten.
Door deze redeneering was Hubert
Nollan er Lri geslaagd liet spook van
den uitgewekene, dat hem zooveel angst
inboezemde; te verdrijven.
Hij wist dat de jonge graaf vermetel
was, standvastig, het gevaar verachtte
en dat zijn kracht en zijn bedrevenheid
op alle wapens hem tot een geduchten
vfijand maakten.
Toch bleef de mogelijkheid bestaan,
dat hij nog eenmaal voor hem zou ver
schijnen.
Doch, wanneer hij het waagde den
Fransch'en bodem weer te betreden, hoe
zou hij dan ontsnappen aan de nasporin
gen van de politie, aati de vliegende
colonnes, die Bretagne schoonveegden
Want het gaat dan niet om Staats
pensioen, Atgejneen kiesrecht of Grond
wetsherziening.
Met een rechtsche Eerste Kamer boven
zich weet het Liberalisme wel* dat met
wetgeving niets voor ziin beginsel te be
reiken is.
Evenmin zal de strijd gaan om het
concentratieprogram, want het Libera
lisme heeft nooit iets anders te concen-
•treeren gehad dan zijn' haat tegen de
Kerk.
Maar het zal zijn „de ambtenaar aan
de Staatsruif", die de bus zal pogen te
forceeren met de dreigende overmacht
•van getal en poéitie.
Wetgeving en larmoyante phrasen over
den ouden en invaliden werkman zijn
slechts de bedriegelijke leuzen 't Libe
ralisme immers in zijn baatzucht en
egoïsme heeft zich nooit bekommerd om
den minderen man, en is ook niet van
plan om rich in de toekomst over hem
te ontfermen, indien hij hem ten minste
niet gebruiken kan als een ladder, waar
langs de heèren wederom de hoogte
kunnen bereiken van hun macht
Den liberaal is het steeds om "het
laadje te doen.
Al het andere werk neemt hij er
gaarne bij:, hij wil uw belangen ver
zorgen, u tegemoet komen met de aan
genaamste manieren, hij wil rich voor
u plooien als een model van christe
lijke en maatschappelijke deugden, mats
ge hem maar niet van dat laadje ver
drijft.
Hij en hij alleen moet de posten en
ambten blijven bezetten op straffe van
zelfbehoud dat voelt hij wel.
Telkens een ambtenaar minder, wordt
dan ook het Liberalisme meer decadent
Tot op het oogenblik, waarop het rijn
laatsten ambtenaar uitzendt, zal de sekte
voor immer en altoos verdwijnen.
Het pijiflijke van dit noodlot, hetwelk!
het Liberalisme als de begins elloo ze bij!
uitstek altoos bedreigt, gevoelt het in
tde laatste jaren tot op het gebeente toe,
en het is daarom dan ook, dat wie
er ook wegbleef van de stembus, de na-
latigsten zeker niet onder de ambte
naren gevonden werden.
„Tua res agitur", het gaat om .uw
zaak, zoo riep het Liberalisme in de
laatste jaren rijn ambtenaren- toe.
En blijkens den stem bus uitslag, heeft
het die woorden niet tot doove men-
schen gesproken.
Voor de Christenen ligt hier een wenk,
met welk een geduchte macht zij in
Juni hebben rekening te houden.
Krakeel in 'n lijkstoet.
Wij lezen in de Limburger
Koerier:
En zij hadden de CoaLitie netjes in
een doodskist gelegd, er het zwartst
mogelijke kleed overheen gespreid
en met de lijkbaar waren ze op weg
naar het graf.
Dragers met gliundere gezichten: Bor-
gesius, Roodhuizen, Patijn, en' met 'n
strakke ironie: Tydeman.
Als gemeld is drager Treub er van
door gegaan heeft Drucker 'm ge
smeerd, raakte Roodhuyzen hierdoor
uit 't lood, en riep Borgesius benauwd
„Zoo komen wij nooit aan 'tgraf!"
Nu heeft de heer Tydeman verklaard,
dat hij het beleid van dezen minister
van oorlog goedkeurde en er blij mee
was.
Men moet weten, dat deze minister
van oorlog lak heeft aan alle moge
lijke theorieën omtrent volks- en andere
legers, wijl hij met bei z'n oogen de
werkelijkheid ziet.
Deze: dat er elk oogenblik eén F.uxo-
vpeesche oorlog kan uitbreken, en u-ij
dus klaar hebben te zijn om onze neutra
liteit te verdedigen. Niet te markeeren,
zooals het vroeger heette^ maar te ver
dedigen en te handhaven.
Dus hebben wij noodig, naar de heer
Tydernan het uitdrukte, een „paraat""
leger, gereed dus om elk uur ter ver
dediging der grenzen gereed; te staan.
Zoo richt deze minister van oorlog
het leger nu in.
Best! juicht de heer Tydeman.
O jé, klaagde de unie-liberaal Verheij,
van (de Chouanen en hen met heele troe
pen tegelijk naar Reimes voerde,waarde
guillotine onafgebroken in werking was?
Gezeten in de postkoets, die hem naar
Lambaile bracht, verdreef Hubert Noi-
lan toornig de gedachten aan dit schrik
beeld, die telkens terugkeerden en deed
hij zijn best om alleen te denken aan dé
bezigheden, die hij au te verrichten had.
Toen hij uit de koets, gestapt was op
de plaats van bestemming, sloop hij het
huis van zijn vader binnen als eeji mis
dadiger, die vreest gezien te zullen wor
den, en begaf zich regelrecht naar de
kamer van den ouden man.
Deze was daar alleen. Ondanks bet
vergevorderde uur, was de oude Nollan
nog niet naar bed. Hij zat aan tafel,
waarop ecni.ge papieren en administratle-
boeken lagen, waarin hij ijverig scheen
te werken.
Slechte één kaars brandde op de tafel
en haar schemerlicht, dat op het magere,
ingevallen gelaat van den grijsaard met
de diep in 'hun kassen teruggezonken
oogen viel ga? 'aan dat gelaat een spook
achtige uitdrukking.
In den haard 'brandde een houtvuur,
dat zijn -rossig schijnsel door de kamer
wierp, en waardoor de schaduw van
den ouden man 'zich reusadh.bg tegen den
wand afteekende.
Bij het binnentreden van rijn zoon
daar; gaat ons ideaal- naaj de maan: het
volksleger.
En hij klaagde nog: heel gemoedelijk,
want hij is van 'n kalm temperament.
Kap. Thomson, die als militair attaché
in den Balkan is, zou 't 'm anders
hebben geleverd! Maar hij blijft nog 'n
beetje in het verre Oosten, omdat...,
ja, zegt hij, omdat hij er nu eenmaal is.
Maar wijvermoeden, dat hij wegblijft,
om niet al te duidelijk de voorbarige
ruzie in de concentratie te d^monstreeren.
Intusschen zijn de opscherpers op hun
post.
Paraat lanceerde de heer Ter Laan een
motie, waarin de leger-organisatie van
dezen minister wordt afgekeurd.
Nu zult gij de concentratie eens uit
elkaar zien vallen.
Tydernan-Van Karnebeek te-gen Ver
heij-Borgesius
Handelsblad-Nieuwe Crt tegen Vader-
land-Telegraaf.
En zij hadden de coalitie in een dood
kist gelegd en poogden haar grafwaarts
te dragen.
Twee der beste dragers liepen, weg.
De andere begonnen onder elkaar een
luid krakeel.
En de coalitie lag in haar doodkist te
schudden van het lachen!
De ware paladijn.
Het Huisgezin schrijft
Met hun vijven zouden zij op de tran
sen en hauteelen vay den wankelendleji
burcht der openbare school de waJht
betrekken.
Dit was de schoone droom der Ver-
eeniging van Hoofden van Scholen in
Nederland.
Helaas, hij is droevig verstoord.
De Bond van Nederlandsche Onder
wijzers een der vijf heeft gewei
gerd met de anderen samen te werken.
Omdat er onder dezen zijn, die de
vermaarde Ossendorpsche rede over de
neutraliteit der openbare school hebben
afgekeurd.
Zooals Ossendorp de openbare school
wil, zoo moet ze zijn.
Het Genootschap, Volksonderwijs, de
Hoofden van Scholen en het Nut zijn
de ware broeders niet.
De Bond gaat zijti eigen weg, alleen.
Hij kan nu, zonder eenige reserve, voor
de socialistische candidaten ijveren.
En de vier anderen?
Die zitten te kijken als uilen in doods
nood.
Naast de actie van den Bond een
eigen actie durven ze niet aari, beducht
als ze zijn dat de beide acties meer el
kaar zouden bestrijden dan de rechter
zijde.
Men wil dus den 'Bond het yeld vrij
laten.
Dit bewijst de aftakelingldier vier acht
bare corporaties en hoe op het terrein
der openbare school de Bond de lakens
uitdeelt.
De ware paladijn is hij.
De Week
lm, liet Etuttenlancl.
Weer is er een week verloopeu
waarin wij, wat de Balkankwestie aan
gaat, geen duimbreed verder zijn ge
komen, en, naar wij gelooven ondanks de
pessimistische geruchtenevenmin rijn
achteruitgegaan. De kwestie staat voor
de xooveslste ©a«tl op het dooate punt.
Eens te meer echter is deze week
een bewijs geweest, van de rare caprio
len der diplomatie. Oppervlakkig be
schouwd en wie onzer is een dieper
inzicht toegestaan zou men meenen
■dat de heeren niet goed weten wat zij
willen met uitzondering van den Turk.
Deze weet dat zijn voordeel is, de kat
uit den boom te kijken, afwachten wat
de mogendheden doen, in het volle ver
trouwen dat deze pet, man en macht
er voor zullen zorgen dat uit het smeu
lende Balkanvuurtje geen Europeesché
brand oplaait.
En de mogendheden schijinen hun
waarschuwing aan een ander adres dan
het gepubliceerde gericht te hebben cn
stond hij niet op. Hij zeide alleen, ter
wijl hij zijn tot op het gebeente uitge
teerde hand uitstrekte naar de deur der
aangrenzende kamer, die gesloten was
Spreek zacht en wek haar niet Zij
slaapt! Als ge eens wist, hoe bleek zij
is, die arme Thérè.se. Neem. een stoei
en zie
Wat doet gij^ vader?
--- Ik breng onze zaken in orde. Men
heeft mij gewaarschuwd. Ik kan elk
oogenblik mijn schuldelschers verwach
ten. Zij zullen komen. Nu moet ik! toch
weten wat zij van mij te vorderen hebben.
Op -de trekken van den grijsaard was
duidelijk de angst te lezen, en hij* kneep
zijn bloedlooze lippen samen.
Ofschoon hij zijn zoon in een paar
maanden niet gezien had, sedert het
nachtelijke bezoek, dat zulke noodlottige
gevolgen had na zich gesleept, en Hubert
nu geheel onverwacht kwain, toonde de
grijsaard toch niet de mirtete verbazing;
het was als had hij rijn zoon gisteren
nog gezien.
Hij schoof hem een papier vol cijfers toe.
Dat is de afrekening van d'Achet,
zeide hij. W,ij zijn hem veel geld schul
dig, Hubert.
Hoeveel?
Meer dan 40.000 fr.
Zoo.
Hij is een braaf man... Hij zal
de Balkanstaten te hebben aangezegd,
'dat zij zich wat koester behoorden te
houden. Zóo blijft de Turk ironisch
glimlachend verklaren„lieveT den strijd
dan nog meer concessien" (alsjof hij|
reeds eenige concessje had gedaan en
niet als overwonnene moest afwachten
)wat over hem beslist zou worden) ter
wijl de Balkanstaten niet alleen Jtiun'
fiere woorden over de nota, welke zij
op die der mogendheden zouden dóen
volgen, hebben ingetrokken, maar zelfs
weer hebben verklaard een laatste zit
ting de conferentie die dan, bij het niet
treffen van eenige overkomst, officieel
zou worden gesloten, tc willen belegger.
Maar nog altijd blijft er sprake van
een nota die door de mogendheden zou
worden gericht tot de Porte. Een vloot-
betooging zou er op volgen. Dank je
wel, zei een der mogendheden, dan
doe ik niet mee. Nieuwe nota, iets min
der kras, maar toch nog met eenige!
dreiging in den toon. Dankje, zei weer
l,ecn andere grootmogendheid, dan doe ik
niet mee. En zoo is het spelletje voort-
gespeeld, da.g aan dagj, en liter, de beide
driebonden duidelijk merken, dat ze fei
telijk met hun figuur verlegen zitten.
Vermoedelijk zullen zij nu wachten .tot
dat ze weten waarin de Turk zal toe
stemmen geregeld toch is er ictaj van
de eischen cn raadgevingen in de nota
omschreven, .bekend geworden, waarop
'de Turk dan aanstonds antwoordde dat
hij er niet van gediend was om dan,
met een opgelucht gemoed en een streng
gezicht met een nota te komen aanzet
ten, waarmede Turkije genoegen neemt,
en die geen der andere belanghebbenden
eenige reden tot tevredenheid geeft.
Intusschen in dat getalm waarschijn
lijk een dergenen die het bemiddeiings-
balletje aan het rollen hebben gebracht
niet ongevallig. De vacantie in de bui-
tenlandsche aangelegenheid geven gele
genheid de binnenlandsche en de zooveel
nadere, eigene, te behartigen. We be
doelen, de lezer heeft het wel begrepen,
Poincaré, die zich nu naar hartelust kan
overgeven aan zijn hengelpartijtje naar
het presidentschap van de Fransjche re
publiek.
Terwijl we dit schrijven kan het reeds
bekend zijn, wie dc gelukkige is en
op een andere plaats in dit nummer zal
de lezer den uitslag wel vinden, doch
op het moment is nog niet met zeker
heid tc zeggen wie er zal komen, of
schoon men Poincaré wel de meeste1
kans geeft. Toch, men heeft het bij de
voorverkiezingen, de generals repeti
tie voor den grooten 5Hg kunnen zien,
kan hij een harden dobber hebben
tegen zijn collega Pains die de-favorit
der linkerzijde is. Desondanks en onge
acht de pressie op hem qitgeoefend om
zijn candidatuur prijs te geven ten gunste
van Parns of een anderen candidaat,
heeft hij ze echter gehandhaafd.
Nu is het verschil ip het aantal cjtem-
>nen reeds niet groot en Poincajré weet
wel kflat er nog een rech'tsche fractie»
ook bestaat, die waarschijnlijk van den
radicaal Parns niet gediend zal zijn, te
minder daar deze, sullige goeiert als hij
afgeschilderd wordt, Wel ^n den leiband
der radicale kopstukken zai ioopcr. en
Van een nieuwe Combistisciie periode
•schijnt men nog niet gediend.
Echter spreekt in deze ook .mee de
kwestie du Paty de Clam, en het daar-
ppgevolgdc ontslag van minister MiJ-
lerand, waarin het kabinet geen aanlei
ding zag en bloc af te treden. Zoodoen
de kunnen de stemmen der Dreijfusards
en anti-Dreijfusards bij de verkiezing nog
een groote rol gespeeld hebben. Toch
gelooven wc dat Poincaré door niet af te
treden zijn land een dienst bewezen'
heeft. Immers de tijd zou spoedig daar
zijn dat aan dit ministerie vanzelf een
einde zou komen, zonder dat het nu
plotseling met Millerand mede hoefde te
gaan. Na de verkiezing toch is een mi
ni 6tercrisis. te verwachten, zoowel Indien
iPoincaré tot president gekozen wordt,
als* wanneer dit niet het geval zal zijn.
In het laatste geval zal hem wel de
lust ontbreken en ook, gezien de uit
slag der voorverkieriiigeri, het gezag.
wel willen wachtenIk zal hem mijn
verontschuldiging maken... Ook aan
Balazé en Kéroual... Goede menschen,
■die mijn toestand zullen begrijpen en
mijn zwakheid vergeven... Vrienden,
Hubert, oprechte vrienden Zij zullen
mij uitstel geven... Als men tijd heeft
en werken wil en rich ontberingen ge
troosten, dan kan men veel doen.
Hubert Nollan keek vluchtig de reke
ningen in. die hij reeds kende; vervolgens
wierp hij een vluchtigen bhk doe het
ruime vertrek,, dat bij' dag verlicht wend.
door twee hooge vensters, die op .jSe
sombere binnenplaats uitzagen.
Het was sober gemeubileerd met een
groot bed, onder een hemel op vier
stijlen en zonder gordijnen, eenige zetels
niet kussens, -die rnet verschoten bor
duurwerk waren bekleed, en- in een hoek
een ijzeren kist, die met bouten aan
den muur was vastgeklonken e:i waar
van de dikke cl cut, van twee sloten
voorzien, 1111 wijd openstond.
In een rieten mand naast den haard
lagen groote blokken hout Hubert nam
er twee blokken uit en wierp die op
liet vuur, waarvan hij de ascli met den
pook terzijde schoof.
De grijsaard, die hem verbaasd, aan
keek, yroeg'
Wat doet gij?
Dat riet gij, vader. Het wordt hier i
Einde Februari dus een nieuwen pre
sident exi een nieuw ministerie. Ooki
een nieuwe richting? V.
Weekpmatte.
Je moet je een groote mate van vrij
zinnigheid hebben eigengemaakt om, zoo
als de rector magnificus van de Leidsche
Hoogeschoo!, prof. Eerdmans, den boor
op te gaan met lezingen tegen Rome,
terwijl je rnaar steeds een klaarblijke
lijk lasterlijke bewering niet herroept.
Het is nu bijna een jaar geleden, dat
een liberaal orgaan het zwijgen van den
hoogleeraar verklaarde met de meded.ee-
ling, dat dr. Eerdmans met Paaschva-
cantie in het buitenland wasDie ver
klaring konden we toen nog aannemen.
Maar nu... 'tis toch een schande, dat
•de in het nauw gedreven professor zwijgt
en geen boe of ba meer zegt over rijn
gerucht-makende en verdadit-makcnde
praatjes inzake de Tilburgsche moord
zaak! En dat durft dan Rome beschul
digen van twist en tweedracht en ver
deeldheid zaaien'i Is zeer vrijzinnig,
Zeer. En het vrijzinnig gehoor ra! den
vrijzinnigen professor, die te midden van
zijn drukke beslommeringen als rector
magnificus nog öjd weet te vinden om
politieke redevoeringen te gaan houden,
om diens antipapistische hetze^wet har
telijk toejuichen
Dan was het iets anders, wat 1.1. Dins
dag op de fees-tveï-gadering van de Leid
sche Jonge Garde mr. dr. J. van .Best
ons kwam vertellen. Dat waren feiten
en cijfers, die bewijzen met onweer
staanbare duidelijkheid, met overtuigende
kracht. V/at hij zeide over fie .sociale
verzekering, over de tariefwet, over het
onderwijs, alles was zoo helder en
klaar, dat een kind het kan b^jrijpen
en een geleerde het niet kan^klegen-
spreken. De spreker is dan ook op dien
avond wat toegejuicht! Doch, zooals de
courant reeds opmerkte, dat is toch niet
de eigenlijke zaak, daar is het niet om
te doen. Er moeten daden komen!
Met een variatie op een bekend spreek
woord zou ik willen zeggenniet alleen
in de handen klappen, maar doen. De
spreker var. dien avond had zich zeker
niet met rij» lezing ten doel gesteld
t;e worden beapplaudisseerd, te worden
toegejuicht. Dat doel zit klaarblijke
lijk wel voor bij verscheidene sprekers
in onze Tweede Kamer! Daar hadt je
b.v. van de week den heer Ter Laan
in de Tweede Kamer. Die gaf nul weer
'ns het duidelijkste bewijs, dat een socia
list zich van minïsterieele verantwoorde
lijkheid geen zier aantrekt. Hij stemt
alleen voor dc kiezers, voor de volks
gunst, en zijn houding bepaalt hij alleen
uit deze beweegreden: of er voor hem
op een "volksmeeting wa't mee te winnen
is. De belangen van het volk, van het
land, van 's lands verdediging -p- dat
alles staat 'bij den socialist achter de
gunst en achter de toejuichingen van
de „bewuste" arbeiders. Daar speculeert
hij op. Wat toch is er van de week
in de Kamer gebeurd? Met 52 tegen 17
stemmen is besloten de derde herhalings
oefening tot en met het jaar 1917 nog
te laten voortduren. Voor dat het echter
zoover gekomen was, is er eerst heef
wat over gepraat. Onder de .aanvanke
lijke tegenstanders behoorde o.a, de heer
Lasstoors, die dc afschaffing van de derde
herhalingsoefening vroeg in verbard rnet
den grooten hst, dier. de militieplichti-
gen er van hebben. Maar nu beging
deze afgevaardigde de „misdaad",dat hij
zich door den minister liet overtuigen
cn vóór dc derde herhalingsoefening
stemde. Dc 'minister legde er namelijk
den nadruk op, dat, naar het oordeel
van alle militaire autoriteiten, de lichting
1906 en volgende lichtingen (van voor
de militie wet IQ12) absoluut onvol
doende zijn geoefend, tengevolge van de
afschaffing van het blijvend gedeelte
en dooi het t w eep'oegen st tlseldat
ook de "kadervorming heeft geleden en
er bovendien zonder derde herhalings
oefening geen Voldoende manschappen
aanwezig zouden 'zijn. De minister kon
on mocht 'dus niet de verantwoording
op zich 'nemen. En omdat de heer Pas-
koud en ik stock het vuur wat cp.
De oude Nollan maakte een gebaar
ran onverschilligheid.
Hij ging voort, terwijl hij opnieuw La
rijn papieren snuffelde.
-- Hier i? 'de rekening van den graaf
ie Trémazan, dat is de hoogste, om-
itreeks 100.000 fr. Wanneer hij komt,
vat moet ik 'dan zeggen?
- Laat eens ziea.
De dokter nam het papier uit de hand
/an zïfn vader cji deed alsof hij het
.ia ndachtig nakeek
'Daarna zeide hi; 'met cynische kalmte:
Er bestaat ïnaai U-a middel cm
leze rekening te vereffenen.
Hoe dar?
Zoo.
Hij" wierp het papier 'in den haard,
waar het dadelijk- hoog opvlamde.
De grijsaard maakte eer. beweging
om het hem te 'beletten.
De Trémazans 'zijn niet meer, zij
hebben niets «an 'die rekening er aan
het geld, dat gij hun schuldig rijt.
Alle andere papieren ondergingen het
zelfde lot als "net eerste.
Toen het laatste 'in -.ten haard lag
:e branden, hernam de dokter;
Ziet gij wei, vader, hoe eenvoudig
het is? Nu zijt gij niemand meer iets
verschuldigd.
TWordt vervolgd)