DE TWEE VRIENDEN. Tv/eede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 18 Jan., No. 995. ~AMEROVËRZÏCHT. TW L..LDt-. KAMER. Tooneeluitvoeringen SÜüedam Een referendum. Met de hem eigene gevatheid' en door kruid met grappen en humoristische zetten, heeft minister Heemskerk gisteren een antwoord gegeven aan de verschillende sprekers. Sommigen 'steken den wijsvin ger op en vinden den minister wel wat al te grappig. Wij hebben in ons verslag! vrij uitgebreid weergegeven wat de mi nister te zeggen had betreffende de too- neelcensuur. Dat toch was de meesjt pi kante kwestie. De minister weesf zeer handig op een uitlating van den heer Vliegen, dat er stukken kunnen zijn,, wier opvoering ongewenscht is, m. a. w. op het gebied van het tooneel past geen absolute onthouding van de overheid. Hoe onvereenigbaar is met deze .uit spraak; de door denzelfden heer Vliegen met veel emphase uitgesproken s/telling, ,dat de kunst abs.oluut vrij moet zijn! Wat die vrijheid van de kunst betreft, de heer van Nispen formuleerde het zoo juist: de kunst zij vrij, maar riiet teugel loos. Een andere pikante Kwestie was die over de bekende zedelijksheidverordening te Schiedam. Men 'weet, dat de Raad een ver bod heeft uitgevaardigd, waarbij het aan personen van verschillende kunne verbo den is te zitten of te liggen aan dijken of bermen, tenzij' die personen gehuwd of nauw verwant zijn. Dat heeft al voor heel wat grappen aanleiding gegeven Terecht merkte de minister op, dat men Jelke poiitieverordeniog wel bespottelijk kan maken. Zeer aardig merkte de minis ter ook op, dat een vernietiging der verordening op grond van het algemeen belang met mogelijk was, daar dat be- Jang niet meebrengt, dat personen Van verschillende kunne wèl zitten of lig gen aan dijken of bermen. Een derde pikante kwestie wij gaan cfescendo was het referendum te Naarden gehouden over het al of niet Jbehouden van de kermis. Men beweerde, dat niet bij volksstemming over een zaak beslist moeqt worden, maar door den RaadDit gevoelen was o^k de minister toegedaan, die deze lijn trokhet re ferendum bedoelde slechts inlichtingen in te winnen, zonder dat dit rechtsgevolgen, had, terwijl de Raad de eindbeslissing aan zich hield. Zoo opgevat is het refe rendum te verdedigen, en heeft het zelfs een sympathieke "zijde. Deze drie waren de voornaamste pun ten, door minister Heemskerk afdoende besproken, zoodat de replieken heel flauw waren. Uit de Pers. Om de „baantjes". Het tijdschrift Rome meent, dat het in Juni a.s. den vrijzinnigen op de aller eerste plaats te doen zal zijn om de „baantjes" en schrijft: Als daar straks In Juni weer een ander scherv enge richt ouder de burgers zal ge houden worden, als weer de bus open staat, de. geweldige, de geheimzinnige bus, die over liet lot van het ministerie zal beslissen, dan zal de strijd, die bij die bus gestreden wordt, in eerste in stantie wezen de strijd van en om den liberalen ambtenaar. Die strijd zal dan gevoerd worden, niet enkel om den liberalen ambtenaar van Jieden in zijn stellingen te handhaven), jnaar veel meer nog om door de wei gering het liberale ambtenaren-cohort uit te breiden en sterk te maken, evenals dat in alle radicale landen gebeurt, waar de staats- en gemeente-fiscalen uit een reus achtige poliep hun vangarmen over en tusschen het volk uitstrekken. Het moge den Christen-kiezers voor juni gezegd zijn. FEUILLETON. 92) De man, dien hij daar aan de overzijde meende gezien te hebben, Von Jean dé Trémazan niet zijn. Hoe had bij zooveel gevaren om her kend te worden kunnen trotseeren en wanneer hij herkend geworden was, zou ook hij zeker onder de guillotine zijn gevallen,zoowel als zijn bloedverwanten. Door deze redeneering was Hubert Nollan er Lri geslaagd liet spook van den uitgewekene, dat hem zooveel angst inboezemde; te verdrijven. Hij wist dat de jonge graaf vermetel was, standvastig, het gevaar verachtte en dat zijn kracht en zijn bedrevenheid op alle wapens hem tot een geduchten vfijand maakten. Toch bleef de mogelijkheid bestaan, dat hij nog eenmaal voor hem zou ver schijnen. Doch, wanneer hij het waagde den Fransch'en bodem weer te betreden, hoe zou hij dan ontsnappen aan de nasporin gen van de politie, aati de vliegende colonnes, die Bretagne schoonveegden Want het gaat dan niet om Staats pensioen, Atgejneen kiesrecht of Grond wetsherziening. Met een rechtsche Eerste Kamer boven zich weet het Liberalisme wel* dat met wetgeving niets voor ziin beginsel te be reiken is. Evenmin zal de strijd gaan om het concentratieprogram, want het Libera lisme heeft nooit iets anders te concen- •treeren gehad dan zijn' haat tegen de Kerk. Maar het zal zijn „de ambtenaar aan de Staatsruif", die de bus zal pogen te forceeren met de dreigende overmacht •van getal en poéitie. Wetgeving en larmoyante phrasen over den ouden en invaliden werkman zijn slechts de bedriegelijke leuzen 't Libe ralisme immers in zijn baatzucht en egoïsme heeft zich nooit bekommerd om den minderen man, en is ook niet van plan om rich in de toekomst over hem te ontfermen, indien hij hem ten minste niet gebruiken kan als een ladder, waar langs de heèren wederom de hoogte kunnen bereiken van hun macht Den liberaal is het steeds om "het laadje te doen. Al het andere werk neemt hij er gaarne bij:, hij wil uw belangen ver zorgen, u tegemoet komen met de aan genaamste manieren, hij wil rich voor u plooien als een model van christe lijke en maatschappelijke deugden, mats ge hem maar niet van dat laadje ver drijft. Hij en hij alleen moet de posten en ambten blijven bezetten op straffe van zelfbehoud dat voelt hij wel. Telkens een ambtenaar minder, wordt dan ook het Liberalisme meer decadent Tot op het oogenblik, waarop het rijn laatsten ambtenaar uitzendt, zal de sekte voor immer en altoos verdwijnen. Het pijiflijke van dit noodlot, hetwelk! het Liberalisme als de begins elloo ze bij! uitstek altoos bedreigt, gevoelt het in tde laatste jaren tot op het gebeente toe, en het is daarom dan ook, dat wie er ook wegbleef van de stembus, de na- latigsten zeker niet onder de ambte naren gevonden werden. „Tua res agitur", het gaat om .uw zaak, zoo riep het Liberalisme in de laatste jaren rijn ambtenaren- toe. En blijkens den stem bus uitslag, heeft het die woorden niet tot doove men- schen gesproken. Voor de Christenen ligt hier een wenk, met welk een geduchte macht zij in Juni hebben rekening te houden. Krakeel in 'n lijkstoet. Wij lezen in de Limburger Koerier: En zij hadden de CoaLitie netjes in een doodskist gelegd, er het zwartst mogelijke kleed overheen gespreid en met de lijkbaar waren ze op weg naar het graf. Dragers met gliundere gezichten: Bor- gesius, Roodhuizen, Patijn, en' met 'n strakke ironie: Tydeman. Als gemeld is drager Treub er van door gegaan heeft Drucker 'm ge smeerd, raakte Roodhuyzen hierdoor uit 't lood, en riep Borgesius benauwd „Zoo komen wij nooit aan 'tgraf!" Nu heeft de heer Tydeman verklaard, dat hij het beleid van dezen minister van oorlog goedkeurde en er blij mee was. Men moet weten, dat deze minister van oorlog lak heeft aan alle moge lijke theorieën omtrent volks- en andere legers, wijl hij met bei z'n oogen de werkelijkheid ziet. Deze: dat er elk oogenblik eén F.uxo- vpeesche oorlog kan uitbreken, en u-ij dus klaar hebben te zijn om onze neutra liteit te verdedigen. Niet te markeeren, zooals het vroeger heette^ maar te ver dedigen en te handhaven. Dus hebben wij noodig, naar de heer Tydernan het uitdrukte, een „paraat"" leger, gereed dus om elk uur ter ver dediging der grenzen gereed; te staan. Zoo richt deze minister van oorlog het leger nu in. Best! juicht de heer Tydeman. O jé, klaagde de unie-liberaal Verheij, van (de Chouanen en hen met heele troe pen tegelijk naar Reimes voerde,waarde guillotine onafgebroken in werking was? Gezeten in de postkoets, die hem naar Lambaile bracht, verdreef Hubert Noi- lan toornig de gedachten aan dit schrik beeld, die telkens terugkeerden en deed hij zijn best om alleen te denken aan dé bezigheden, die hij au te verrichten had. Toen hij uit de koets, gestapt was op de plaats van bestemming, sloop hij het huis van zijn vader binnen als eeji mis dadiger, die vreest gezien te zullen wor den, en begaf zich regelrecht naar de kamer van den ouden man. Deze was daar alleen. Ondanks bet vergevorderde uur, was de oude Nollan nog niet naar bed. Hij zat aan tafel, waarop ecni.ge papieren en administratle- boeken lagen, waarin hij ijverig scheen te werken. Slechte één kaars brandde op de tafel en haar schemerlicht, dat op het magere, ingevallen gelaat van den grijsaard met de diep in 'hun kassen teruggezonken oogen viel ga? 'aan dat gelaat een spook achtige uitdrukking. In den haard 'brandde een houtvuur, dat zijn -rossig schijnsel door de kamer wierp, en waardoor de schaduw van den ouden man 'zich reusadh.bg tegen den wand afteekende. Bij het binnentreden van rijn zoon daar; gaat ons ideaal- naaj de maan: het volksleger. En hij klaagde nog: heel gemoedelijk, want hij is van 'n kalm temperament. Kap. Thomson, die als militair attaché in den Balkan is, zou 't 'm anders hebben geleverd! Maar hij blijft nog 'n beetje in het verre Oosten, omdat..., ja, zegt hij, omdat hij er nu eenmaal is. Maar wijvermoeden, dat hij wegblijft, om niet al te duidelijk de voorbarige ruzie in de concentratie te d^monstreeren. Intusschen zijn de opscherpers op hun post. Paraat lanceerde de heer Ter Laan een motie, waarin de leger-organisatie van dezen minister wordt afgekeurd. Nu zult gij de concentratie eens uit elkaar zien vallen. Tydernan-Van Karnebeek te-gen Ver heij-Borgesius Handelsblad-Nieuwe Crt tegen Vader- land-Telegraaf. En zij hadden de coalitie in een dood kist gelegd en poogden haar grafwaarts te dragen. Twee der beste dragers liepen, weg. De andere begonnen onder elkaar een luid krakeel. En de coalitie lag in haar doodkist te schudden van het lachen! De ware paladijn. Het Huisgezin schrijft Met hun vijven zouden zij op de tran sen en hauteelen vay den wankelendleji burcht der openbare school de waJht betrekken. Dit was de schoone droom der Ver- eeniging van Hoofden van Scholen in Nederland. Helaas, hij is droevig verstoord. De Bond van Nederlandsche Onder wijzers een der vijf heeft gewei gerd met de anderen samen te werken. Omdat er onder dezen zijn, die de vermaarde Ossendorpsche rede over de neutraliteit der openbare school hebben afgekeurd. Zooals Ossendorp de openbare school wil, zoo moet ze zijn. Het Genootschap, Volksonderwijs, de Hoofden van Scholen en het Nut zijn de ware broeders niet. De Bond gaat zijti eigen weg, alleen. Hij kan nu, zonder eenige reserve, voor de socialistische candidaten ijveren. En de vier anderen? Die zitten te kijken als uilen in doods nood. Naast de actie van den Bond een eigen actie durven ze niet aari, beducht als ze zijn dat de beide acties meer el kaar zouden bestrijden dan de rechter zijde. Men wil dus den 'Bond het yeld vrij laten. Dit bewijst de aftakelingldier vier acht bare corporaties en hoe op het terrein der openbare school de Bond de lakens uitdeelt. De ware paladijn is hij. De Week lm, liet Etuttenlancl. Weer is er een week verloopeu waarin wij, wat de Balkankwestie aan gaat, geen duimbreed verder zijn ge komen, en, naar wij gelooven ondanks de pessimistische geruchtenevenmin rijn achteruitgegaan. De kwestie staat voor de xooveslste ©a«tl op het dooate punt. Eens te meer echter is deze week een bewijs geweest, van de rare caprio len der diplomatie. Oppervlakkig be schouwd en wie onzer is een dieper inzicht toegestaan zou men meenen ■dat de heeren niet goed weten wat zij willen met uitzondering van den Turk. Deze weet dat zijn voordeel is, de kat uit den boom te kijken, afwachten wat de mogendheden doen, in het volle ver trouwen dat deze pet, man en macht er voor zullen zorgen dat uit het smeu lende Balkanvuurtje geen Europeesché brand oplaait. En de mogendheden schijinen hun waarschuwing aan een ander adres dan het gepubliceerde gericht te hebben cn stond hij niet op. Hij zeide alleen, ter wijl hij zijn tot op het gebeente uitge teerde hand uitstrekte naar de deur der aangrenzende kamer, die gesloten was Spreek zacht en wek haar niet Zij slaapt! Als ge eens wist, hoe bleek zij is, die arme Thérè.se. Neem. een stoei en zie Wat doet gij^ vader? --- Ik breng onze zaken in orde. Men heeft mij gewaarschuwd. Ik kan elk oogenblik mijn schuldelschers verwach ten. Zij zullen komen. Nu moet ik! toch weten wat zij van mij te vorderen hebben. Op -de trekken van den grijsaard was duidelijk de angst te lezen, en hij* kneep zijn bloedlooze lippen samen. Ofschoon hij zijn zoon in een paar maanden niet gezien had, sedert het nachtelijke bezoek, dat zulke noodlottige gevolgen had na zich gesleept, en Hubert nu geheel onverwacht kwain, toonde de grijsaard toch niet de mirtete verbazing; het was als had hij rijn zoon gisteren nog gezien. Hij schoof hem een papier vol cijfers toe. Dat is de afrekening van d'Achet, zeide hij. W,ij zijn hem veel geld schul dig, Hubert. Hoeveel? Meer dan 40.000 fr. Zoo. Hij is een braaf man... Hij zal de Balkanstaten te hebben aangezegd, 'dat zij zich wat koester behoorden te houden. Zóo blijft de Turk ironisch glimlachend verklaren„lieveT den strijd dan nog meer concessien" (alsjof hij| reeds eenige concessje had gedaan en niet als overwonnene moest afwachten )wat over hem beslist zou worden) ter wijl de Balkanstaten niet alleen Jtiun' fiere woorden over de nota, welke zij op die der mogendheden zouden dóen volgen, hebben ingetrokken, maar zelfs weer hebben verklaard een laatste zit ting de conferentie die dan, bij het niet treffen van eenige overkomst, officieel zou worden gesloten, tc willen belegger. Maar nog altijd blijft er sprake van een nota die door de mogendheden zou worden gericht tot de Porte. Een vloot- betooging zou er op volgen. Dank je wel, zei een der mogendheden, dan doe ik niet mee. Nieuwe nota, iets min der kras, maar toch nog met eenige! dreiging in den toon. Dankje, zei weer l,ecn andere grootmogendheid, dan doe ik niet mee. En zoo is het spelletje voort- gespeeld, da.g aan dagj, en liter, de beide driebonden duidelijk merken, dat ze fei telijk met hun figuur verlegen zitten. Vermoedelijk zullen zij nu wachten .tot dat ze weten waarin de Turk zal toe stemmen geregeld toch is er ictaj van de eischen cn raadgevingen in de nota omschreven, .bekend geworden, waarop 'de Turk dan aanstonds antwoordde dat hij er niet van gediend was om dan, met een opgelucht gemoed en een streng gezicht met een nota te komen aanzet ten, waarmede Turkije genoegen neemt, en die geen der andere belanghebbenden eenige reden tot tevredenheid geeft. Intusschen in dat getalm waarschijn lijk een dergenen die het bemiddeiings- balletje aan het rollen hebben gebracht niet ongevallig. De vacantie in de bui- tenlandsche aangelegenheid geven gele genheid de binnenlandsche en de zooveel nadere, eigene, te behartigen. We be doelen, de lezer heeft het wel begrepen, Poincaré, die zich nu naar hartelust kan overgeven aan zijn hengelpartijtje naar het presidentschap van de Fransjche re publiek. Terwijl we dit schrijven kan het reeds bekend zijn, wie dc gelukkige is en op een andere plaats in dit nummer zal de lezer den uitslag wel vinden, doch op het moment is nog niet met zeker heid tc zeggen wie er zal komen, of schoon men Poincaré wel de meeste1 kans geeft. Toch, men heeft het bij de voorverkiezingen, de generals repeti tie voor den grooten 5Hg kunnen zien, kan hij een harden dobber hebben tegen zijn collega Pains die de-favorit der linkerzijde is. Desondanks en onge acht de pressie op hem qitgeoefend om zijn candidatuur prijs te geven ten gunste van Parns of een anderen candidaat, heeft hij ze echter gehandhaafd. Nu is het verschil ip het aantal cjtem- >nen reeds niet groot en Poincajré weet wel kflat er nog een rech'tsche fractie» ook bestaat, die waarschijnlijk van den radicaal Parns niet gediend zal zijn, te minder daar deze, sullige goeiert als hij afgeschilderd wordt, Wel ^n den leiband der radicale kopstukken zai ioopcr. en Van een nieuwe Combistisciie periode •schijnt men nog niet gediend. Echter spreekt in deze ook .mee de kwestie du Paty de Clam, en het daar- ppgevolgdc ontslag van minister MiJ- lerand, waarin het kabinet geen aanlei ding zag en bloc af te treden. Zoodoen de kunnen de stemmen der Dreijfusards en anti-Dreijfusards bij de verkiezing nog een groote rol gespeeld hebben. Toch gelooven wc dat Poincaré door niet af te treden zijn land een dienst bewezen' heeft. Immers de tijd zou spoedig daar zijn dat aan dit ministerie vanzelf een einde zou komen, zonder dat het nu plotseling met Millerand mede hoefde te gaan. Na de verkiezing toch is een mi ni 6tercrisis. te verwachten, zoowel Indien iPoincaré tot president gekozen wordt, als* wanneer dit niet het geval zal zijn. In het laatste geval zal hem wel de lust ontbreken en ook, gezien de uit slag der voorverkieriiigeri, het gezag. wel willen wachtenIk zal hem mijn verontschuldiging maken... Ook aan Balazé en Kéroual... Goede menschen, ■die mijn toestand zullen begrijpen en mijn zwakheid vergeven... Vrienden, Hubert, oprechte vrienden Zij zullen mij uitstel geven... Als men tijd heeft en werken wil en rich ontberingen ge troosten, dan kan men veel doen. Hubert Nollan keek vluchtig de reke ningen in. die hij reeds kende; vervolgens wierp hij een vluchtigen bhk doe het ruime vertrek,, dat bij' dag verlicht wend. door twee hooge vensters, die op .jSe sombere binnenplaats uitzagen. Het was sober gemeubileerd met een groot bed, onder een hemel op vier stijlen en zonder gordijnen, eenige zetels niet kussens, -die rnet verschoten bor duurwerk waren bekleed, en- in een hoek een ijzeren kist, die met bouten aan den muur was vastgeklonken e:i waar van de dikke cl cut, van twee sloten voorzien, 1111 wijd openstond. In een rieten mand naast den haard lagen groote blokken hout Hubert nam er twee blokken uit en wierp die op liet vuur, waarvan hij de ascli met den pook terzijde schoof. De grijsaard, die hem verbaasd, aan keek, yroeg' Wat doet gij? Dat riet gij, vader. Het wordt hier i Einde Februari dus een nieuwen pre sident exi een nieuw ministerie. Ooki een nieuwe richting? V. Weekpmatte. Je moet je een groote mate van vrij zinnigheid hebben eigengemaakt om, zoo als de rector magnificus van de Leidsche Hoogeschoo!, prof. Eerdmans, den boor op te gaan met lezingen tegen Rome, terwijl je rnaar steeds een klaarblijke lijk lasterlijke bewering niet herroept. Het is nu bijna een jaar geleden, dat een liberaal orgaan het zwijgen van den hoogleeraar verklaarde met de meded.ee- ling, dat dr. Eerdmans met Paaschva- cantie in het buitenland wasDie ver klaring konden we toen nog aannemen. Maar nu... 'tis toch een schande, dat •de in het nauw gedreven professor zwijgt en geen boe of ba meer zegt over rijn gerucht-makende en verdadit-makcnde praatjes inzake de Tilburgsche moord zaak! En dat durft dan Rome beschul digen van twist en tweedracht en ver deeldheid zaaien'i Is zeer vrijzinnig, Zeer. En het vrijzinnig gehoor ra! den vrijzinnigen professor, die te midden van zijn drukke beslommeringen als rector magnificus nog öjd weet te vinden om politieke redevoeringen te gaan houden, om diens antipapistische hetze^wet har telijk toejuichen Dan was het iets anders, wat 1.1. Dins dag op de fees-tveï-gadering van de Leid sche Jonge Garde mr. dr. J. van .Best ons kwam vertellen. Dat waren feiten en cijfers, die bewijzen met onweer staanbare duidelijkheid, met overtuigende kracht. V/at hij zeide over fie .sociale verzekering, over de tariefwet, over het onderwijs, alles was zoo helder en klaar, dat een kind het kan b^jrijpen en een geleerde het niet kan^klegen- spreken. De spreker is dan ook op dien avond wat toegejuicht! Doch, zooals de courant reeds opmerkte, dat is toch niet de eigenlijke zaak, daar is het niet om te doen. Er moeten daden komen! Met een variatie op een bekend spreek woord zou ik willen zeggenniet alleen in de handen klappen, maar doen. De spreker var. dien avond had zich zeker niet met rij» lezing ten doel gesteld t;e worden beapplaudisseerd, te worden toegejuicht. Dat doel zit klaarblijke lijk wel voor bij verscheidene sprekers in onze Tweede Kamer! Daar hadt je b.v. van de week den heer Ter Laan in de Tweede Kamer. Die gaf nul weer 'ns het duidelijkste bewijs, dat een socia list zich van minïsterieele verantwoorde lijkheid geen zier aantrekt. Hij stemt alleen voor dc kiezers, voor de volks gunst, en zijn houding bepaalt hij alleen uit deze beweegreden: of er voor hem op een "volksmeeting wa't mee te winnen is. De belangen van het volk, van het land, van 's lands verdediging -p- dat alles staat 'bij den socialist achter de gunst en achter de toejuichingen van de „bewuste" arbeiders. Daar speculeert hij op. Wat toch is er van de week in de Kamer gebeurd? Met 52 tegen 17 stemmen is besloten de derde herhalings oefening tot en met het jaar 1917 nog te laten voortduren. Voor dat het echter zoover gekomen was, is er eerst heef wat over gepraat. Onder de .aanvanke lijke tegenstanders behoorde o.a, de heer Lasstoors, die dc afschaffing van de derde herhalingsoefening vroeg in verbard rnet den grooten hst, dier. de militieplichti- gen er van hebben. Maar nu beging deze afgevaardigde de „misdaad",dat hij zich door den minister liet overtuigen cn vóór dc derde herhalingsoefening stemde. Dc 'minister legde er namelijk den nadruk op, dat, naar het oordeel van alle militaire autoriteiten, de lichting 1906 en volgende lichtingen (van voor de militie wet IQ12) absoluut onvol doende zijn geoefend, tengevolge van de afschaffing van het blijvend gedeelte en dooi het t w eep'oegen st tlseldat ook de "kadervorming heeft geleden en er bovendien zonder derde herhalings oefening geen Voldoende manschappen aanwezig zouden 'zijn. De minister kon on mocht 'dus niet de verantwoording op zich 'nemen. En omdat de heer Pas- koud en ik stock het vuur wat cp. De oude Nollan maakte een gebaar ran onverschilligheid. Hij ging voort, terwijl hij opnieuw La rijn papieren snuffelde. -- Hier i? 'de rekening van den graaf ie Trémazan, dat is de hoogste, om- itreeks 100.000 fr. Wanneer hij komt, vat moet ik 'dan zeggen? - Laat eens ziea. De dokter nam het papier uit de hand /an zïfn vader cji deed alsof hij het .ia ndachtig nakeek 'Daarna zeide hi; 'met cynische kalmte: Er bestaat ïnaai U-a middel cm leze rekening te vereffenen. Hoe dar? Zoo. Hij" wierp het papier 'in den haard, waar het dadelijk- hoog opvlamde. De grijsaard maakte eer. beweging om het hem te 'beletten. De Trémazans 'zijn niet meer, zij hebben niets «an 'die rekening er aan het geld, dat gij hun schuldig rijt. Alle andere papieren ondergingen het zelfde lot als "net eerste. Toen het laatste 'in -.ten haard lag :e branden, hernam de dokter; Ziet gij wei, vader, hoe eenvoudig het is? Nu zijt gij niemand meer iets verschuldigd. TWordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3