Nog meer Theorie I DE TWEE VRIENDEN. BUITENLAND. j BINNENLAND. 4e Jaargang. No. 991. Bureau OUOE SINGEL 54, LEÏDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN- DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post t 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2V, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent,- ingezonden mededeelingen van. 15 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent. met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. (Ingezonden.) Het verslag maakt vervolgens meldin® van dagbladartikelen, waarin het stand punt, van het anti-comité wordt uiteen gezet. Ongelukkig zijn deze artikelen) meestal verschenen, niet in de streken die door den vrijhandel geteisterd zijn maar id aar, waar de vrijhandel in merg in bloed zit, waar men gewoon is de agent te zijn van den buitenlander, waar men de nadeelen niet ondervindt en dus van alle zijden gelijk krijgt. Terwijl men Dok'opl den steun van die bladen kan rekenen, die deze regeering niet mogjen hebben. Dat gaat er daar in als gesneden ioek. Maar in de arme provinciën heeft men dergelijke artikelen, als ze eens een en kele maal tot verbazing van velen ver schenen, niet onbelicht en onbeantwoord roofbij laten gaan. De door den voor atter zoo zeer gesmade provinciale pers leeft zich ferm gehouden en had een- roudig lak aan de onbewezen stel link- es en artikelen van het anti-comité. Men ag rond en voelde onmiddellijk, dat ran uit Amsterdam geen heil, noch ver- letering te wachten was. Heel voorzichtig, maar toch doorzich- ig, door den woordenvloed heen, hoo- en wij over de inmenging in de Ommen- che keuze praten wat heej weinig lopt met de latere verzekering van den oorzitter „het allergevaarlijkste in ons and is de vermenging van politiek met lëscherming." Waarom niet gesproken •an „de vermenging van politiek met rijhandcl." Wat deden dt anti-tarief- lenschen in die netelige politieke kwes- ie dan Nu wij verwachten, dat het Anti-Co- ïité in dit jaar 1913 dan eens open^ ijk zal toonen, dat het niet aan poli- iek meedoetwij zullen niet nalaten 'e heeren op de vingers'te kijken. Vele onverdiende-verwijten zijn het urti-Comité naar het hoofd geslingerd, egt men. Wij igelooven het! Ondank- iaarheid is nu eenmaal eer verspreid en angeboden diensten zijin zelden welkom, /laar mogen wij eens vragen, hoeveel erdiende verwijten het Anti-Comité ont- ing? Geene? Geen ^enkel van de ge- rompen klein-industrie Geen enkel van an de noodlijdende fabrikanten? Geen nkele van de klantenlooze kunstindlus- rieelen?. Geen enkele van de zwakke iouwmaterialenvakken Hé, dat is toch en mirakelMaar wat men niet gaarne loort, hoort men niet, dat is de kwestie - en vertelt men dus ook niet. Het anticomité heeft nog veel strijd- lateriaal, zegt het en is er van overtuigd at de strijd nog lang niet uitgevochten Dat noemt de Franschmanenfoncer es portes ouVertes, open deuren intrapL en! Dacht het anticomité dat de tegen- landers voor het oorlogsgeweld hctl eld zouden ruimen, waar zij de pro- rgumenten en strijdmiddelen overal zoo laar voor 't grijpen hebben Dacht het oms, dat de voorstander» van het ta- :ef de regeering, die op voortreffelijke FEUILLETON. En nu stond hij plotseling op voet an oorlog met de openbare macht, door at hij deelgenomen bad aari den strijd :gen de soldaten der Nationale Gonven- e en aan de terechtstelling van den geer ingscomm i s sari's. Nu w,as ook hij een oproerling, nu ras hij ook vogelvrij. Daarover voelde Jean de Trémazan ewetenswroeging. Wat te doen Dat moest bij nader overleg geregeld' rorden en die beraadslaging had plaats 3odra zij het kasteel La Guyonnière ereikten. Gagnard legde in de groote eetzaal fin het kasteel een houtvuur aan, dat eldra vroolijk opvlamde onder den hoo en schoorsteen, waarvoor de drie met- ezellen zich neerzetten in de gemakke- l'ke, met leder bekleede armstoelen. Toen begon Jean: Ik heb werkelijk berouw dat ik u i zoo'n hachelijk avontuur heb meegc- eept, mijn arme Pierre. wijze in deze zaak haar plidht doet, in den steek zouden laten Geen nood! Dacht het anticomité een waarachtig volksbe lang weg te adverteeren met een aantal briefjes van duizend gulden aan adver tenties weggeworpen Meende het een dringende wet tegen |te houden met ettelijke millioenen plak- zegeltjes, de p'rovincies ingezonden 't Gaat om een beginsel, dat men daaraan denke Moeten wij, op enkele uitlatingen na tevreden zijn over de wijze, waarop over de tegenstanders gesproken werd^ onze Openlijke afkeuring mogerrwij niet weer houden voor de hooghartige vernederen de manier waarop de Voorzitter geliefde te spreken over de tweedehands-ph'ono- graafpers. Welke is deze? ALGEMEEN OVERZICHT. Nog is de kwestie over het al of niet klaar en het .al of niet overhandigd zijn of worden van de nota der mogendheden niet opgelost, hoewel nu weer beweerd wordt, dat de tekst is overgeseind en Dinsdag of Woensdag aan de Porte zal aangeboden worden. De nota, zegt Reuter, is kort maar krachtig en slaat den spijker op zijn kop, zonder om de zaak heen te praten. Zij geeft de Porte duidelijk en ernstig raad nopens de noodzakelijk heid Adrianopel af te staan en de kwestie van de eilanden in de Egeïsche Zee aan de mogendheden over te laten. Andere punten worden niet aangeroerd. De ministerraad heeft nu besloten een nationale vergadering samen te roepen, ter beslissing van oor log of vrede. Hiertoe zullen de oelemas, de godsdienstige hoofden van de Niet- Macedonen, alle senatoren, bekende ver tegenwoordigers van wetenschap en han del, gepensioneerde hooge ambtenaren en andere personen van ervaring, bijeen geroepen worden. Deze nationale verga dering zal op een dag, dien de sultan bepalen zal, iu het paleis bijeenkomen. Kiamil zal den toestand uiteenzetten en dan moet de vergadering uitmaken of Turkije verder vechten'of toegeven moet. Zooals bekend is, hpeft ue Turksche regeering in 1S7S evenzoo gehandeld. Men adht het vrijwel zeker, dat deze vergadering zal beslissen, dat hervatten van den oorlog ie verkiezen is boven zwichten voor de eischen der bondge- nftoteri. Intusschen beweert de Konstan- tinopelsche correspondent van de „New York Herald", dat er geen kans bestaat op hervatting der vijandelijkheden en wel om financieele moeilijkheden, waarin de Turksdie regeering zich zou bevinden. Volgens den correspondent moeten de salarissen over December van de regee- ringsambtenaren nog worden betaald en het ministerie van financiën is niet in staat het dageli/KSch onderhoud der bij Tsjataldsja gekampeerde troepen te Bij het rossig schijnsel van het vuur keck Pierre zijn vriend aan met zijn eerlijke, trouwe óogcn, en vroeg op een toon van ongekende verbazing: Waarom Gij waart tot heden zoo gelukkig. Dat bert ik nog. In ernst? Ik zou niet weten waarom ik onge lukkig zijn zou. Na zulk een afschu wel ijken dag? Afschuwelijk? Ik vind integen deel dat wij een heerlijken dag door leefd hebben. Wij traden op als rech ters, die de snoodheid gestraft en de onschuld gewrokeii hebben. Ik ben vol bewondering voor dien smokkelaar. En wanneer gij nu eens gegrepen en in de gevangenis gezet wordt? Dan zal men u zeker guillotineeren. Zoover is ri nog niet. Neen, maar 't kan heel iicht komen. Pierre Lasson keek zijn vriend recht in het gelaat en vroeg met zijn onver stoorbare kalmte: Hebt gij genoeg van mijn gezelschap? Op een toon van zacht verwijt zegde Jean de Trémazan': Maar Pierre. Vindt ge dan dat ik mij niet flink genoeg heb gedragen? Ik was vel bewondering voor u. voorzien. In het begin werd slechts 25 pet. van de soldij uitbetaald. De ad ministratie van de Publiëjce Schuld gaf hfij het sluiten van den wapenstilstand een voorschot van 300.000 Turksche pon den, doch tevens werd verklaard', dat geen geld meer zou worden verstrekt alvorens het vredesverdrag te Londen zou zijn geteekend. Begin Januari deed de Turksche minis- j ter van financiën een laatste wanhopige j poging om 1.000.000 Turksche ponden I te krijgen, toen dit evenwel mislukte en I de bankinstellingen zich hiertoe niet be- I reid betoonden, verklaarde het Kabinet, dat een voortzetting der vijandelijkheden j onmogelijk was. j Er werd naar de gevolmachtigden te Londen getelegrafeerd, dat ze zouden toestemmen in een MidD-Tchorlu-Euos linie in Thracië en onder waarborg der mogendheden de autonomie van de aan de Aziatische lrust gelegen Egeïsche eilanden zouden opofferen. Turkije kan dus geen voorschotten krijgen, alvorens de toestand in den Bal kan geregeld is. Is zulks geschied, dan zijn de Turksche bankinstellingen bereid onmiddellijk voor de noodige gelden te zorgen. Betreffende het geschil tusschen Roemenië en Bulgarije heeft de Bulgaarsche afgevaardigde Danef aan den correspondent van de „Matin" te Londen verklaard, dat ir.en zich niet ongerust behoefde te maken, daar Bul garije en Roemenië zeer zeker tot over eenstemming zouden geraken. Van den Roemeenscher minister Jo- riescu vernlTft dteïfdc TO respondent, dat de Bulgaarsche minister-president Ge- schoff aan de Roemeensche regeering verklaard had, dat hij levendig naar een oplossing van het geschil verlangde en dat hij in dien zin aan Danef te Londen instructies had gegeven. Zooals men weet, had Dtanef verklaard, niet langer met Jonescu te willen onder handelen en heeft de Roemeensche re geering nu aan Miscit de verdere afdoe ning der zaken opgedragen. Deze heeft na .fijn onderhoud met Danef verklaard, dat er tusschen Roemenië en Bulgarije niets bestond, wat niet gemakkelijk kon worden geregeld. Na het onderhoud met Miscu ging Danef naar liet ministerie van buiten- landsche zaken. Later ontving hij eenige Servische, Grieksehe en Montenegrinsche gedelegeerden. Dezen zijn na bezig om een verklaring nopens hun standpunt betreffende .Albanië op te stellen, die eerkhg der» betrokken mogendheden zal worden overhandigd. Zoo we! in Roemeensche als in Bul- j gaarsche kringen houdt men net ervoor, f dat de toestand tusschen Roemenië en Bulgarije veel verbeterd is. De Jezuïter»kwestie is weder in den Duiischen Rijksdag ter sprake gekomen. De Centrums-afgevaar digde Fehrenbach vroeg nl. aan den rijks kanselier, of het hem bekend was, dat de Radensche regeering op 11 Dec. aan Pierre glimlachte. Eensklaps riep hij bijna vroolijk uit: Hebt gij gezien, hoe ik dien krui denier zijn portie heb gegeven? Met geestdriftige bewondering zegde Gagnard Deedt gij dat? Ja en daar ben ik trotsch op. Jean had mij zijn geschiedenis verteld en de verfoeilijke rol door dien Ledoux daarin gespeeld. Toen ik dien kerel onder schot kreeg kon ik den lust niet bedwingen om hem zijn trekken thuis te sturen.'Ik had hem zijn licht wel kunnen uitbla zen, maar ik weet zelf niet hoe het komt op1 het laatste oogenblik kreeg! ik meelijden met dien armen drommel. Daarom legde ik op1 zijn loopers aan en stelde mij er mee tevreden hem vooh zijn geheele leven te teekenen. Dus gij vindt dit avontuurlijke le ven niet onaangenaam? Integendeel. Gij kunt ons nog veriaten als gij wilt. Deserteeren? Daar is geen spTake van. Niemand N^eet waar gij zijt, noch wat gij gedaan hebt. Gij kimt naar uw vader terugkee- ren die u als den verloren zoon zal ont vangen. Wij zullen te zamen naar hem toe pater Cohausz verboden had een lezing te houden over „de waarheid over die Jezuïetenkwestie" en hoe dat optreden te vereenigen was met de verklaring van den rijkskanselier van 4 Dec. 1912 (dat nl. de toepassing van de Jezuïeten- wet niet verscherpt worden zou). Minister Delbrück antwoordde en gaf een lange uiteenzetting van het gebeurde, die alleen reeds door de uitvoerigheid bewees in welke moeilijke positie de staatssecretaris en met hem de rijkskan selier zich bevonden en welk een moeite zij hadden om zich uit het gevai te redden. De staatssecretaris verklaarde o. m., niet te kunnen ontkennen, dat de beslis sing in het vermelde gcaJ een verscher ping was van de .practijk dus in strijd met de verklaring van den rijkskanselier! Tengevolge van de bestaande gewoonten kon echter een dergelijke verscherping slechts in enkele gevallen voorkomen. Ongelijkmatige toepassing van de wet was door geen bondsraadbesluit te ver hinderen, maar de bestaande eenheid rechtvaardigde dg verwachting, -dat ook in- de toekomst de handhaving der voor schriften door een gelijken geest gedra gen worden zou, enz. Na de lange verklaring van Delbrück weerklonk een irenisch gelach, en niet enkel van de Ce nl rums ba li ke u, a!s be wijs, dat de gegeven inlichtingen al een heel zonderlingen indruk gemaakt had den. Inderdaad bevestigen zij dan ook, dat het optreden van cle Badensche re geering geheel in strijd is met de be sliste verklaringen, door den rijkskanse lier gegeven, en dat deze geen middelen wist om zelfs zijn gegeven verklaring te doen verwezenlijken. Ook in liet Pruisische Huis van Afge vaardigden is Zaterdag weer dejezuieten- kwestie ter sprake gekomen. Bij de be handeling der begrooting nam graaf Praschma, de bekende Centrumsafge- vaardigde, de gelegenheid te baat, om tegen de Jezuiietenwet te protesteerein, In een rede van meer dan twee uur toonde hij het onhoudbare van den toe stand, zooals die op 't oogenblik ten op zichte van de Jezuïeten bestaat, aan, waarbij hij met nadruk er nog eens op wees, hoe het bekende besluit tot ver zachting van de Jezuïeten wet, door de Beiersche .regeering genomen, dat aanlei ding werd tot het nieuwe bondsraad- besluit, niet van von Hertliug zelf uit ging, maar voorgesteld was door de vorigê. liberale regeering. De Pruisische minister van eeredienst. von Trjtt zu Solz, merkte daartegenover slechts op, dat de kwestie tot de compe tentie van den Rijksdag behoorden. Hij herhaalde echter de inmiddels vrij wankel gebleken verzekering, dat de toepassing van de wet niet verscherpt zou worden en geen aanleiding zou geven tot bij zondere maatregelen. GEMENGD. De beraadslaging in onderdeelen over home rule in het Lagerhuis is vandaag geëindigd. De beraadslaging! heeft meer dan 40 dagen geduurd, en met uitzondering van het vss3val van de gaan, wij zullen hem vertellen waar ik geweest ben en wat ik gedaan heb en' gij zult zien, dat hij alles goedkeurt en niet van mij zal willen hebben dat ik mijn vriend verlaat. Gij wilt het dus? Pierre Lasson legde zijn hand in die van Jean de Trémazan en zeide: 1 In leven en sterven. Juist kwam de maan van .achter het wolkengordijn te yoorschijn en haar zil veren licht, dat door het hooge boog venster viel, bescheen de beide vrienden, die dit verbond voor het leven sloten. Zie!' riep Pierre Lasson uit, God ielf ziet met welgevallen opl ons neer en bezegelt ons verband. Het vuur onder de schoorsteen was uitgebrand. Jean de Trémazan stond op. Laten wij van hier gaan. Het ouder lijke huis, dat nu ledig en verlaten is, .oefent niet de minste aantrekkingskracht meer opt mij uit. Waar zullen wij heen gaan Naar de boerderij, die tot het kasteel behoort en die nog bewoond is. Daar zullen wij overnachten. Alle drie verlieten het kasteel en be gaven zich naar de pachthoeve, die er onmiddellijk aan grensde. Het was bijna middernacht. nederlaag bij verrassing van de regie ring, opmerkelijk weinig van belang! op geleverd. Ir» de voornaamste bepalingen van de wet is niets van beteekenis gewijzigjd. Naar gemeld wordt, kan het geschal tusschen de Londensche t ax i- e i g en naars en de bestuurders, alsl geëin digd worden beschouwd. Beide partijen hebben zich eenige con cessies getroost. De bestuurder^ zullen IIO1/2 d. per gallon benzine betalen en de eigenaars zullen het verdere prijsver schil dragen. Infant Ferdinand van Span- j e beeft zich, terwijl hij overhaast van zijn paard sprong, rijn opperattnbeen gebroken. Het ongeval met den infant Ferdinand geschiedde gisterochtend om 9 uur. De infant reed in den tuin van het koninklijk paleis. Toen soldaten hun eerebewezen, ging het paard ervan door. De infant, uit vrees van in een sloot 41e rijden', liet zich vallen. Door den hevigen schok brak he'- opperarmbeen, dat reeds gezet is. Er bestaat geen reden tot ongerust- Tengevolge van den dichten mist heeft er gistermiddag in de nabijheid van Birmingham een treinbotsing plaats plaats gehad. De sneltrein van Leicester botste inet groote kracht tegen den gewonen trein van Wallsail aan. Twee wagons van den laatsten werden ingedrukt. De loco motief van den sneltrein ontspoorde. En zijn twee dooden en 40 gewonden. In een brief van een Katholieken missionaris te Haining in de province Kwangsi (China) gedateerd van 14 Dec. wordt melding gemaakt van wreedheid tegen de meiaatschen, 39 van deze on gel ukkigen zijn op bevel der provinciale regeering gedood. Jaren lang hadden de meiaatschen mijlen ver buiten het stadsgebied in het bosch gewoond. We gens hun erbarmelijken toestand ver-! zochten de paters op éigen kosten een asyl te mogen bduwen. De autoriteiten weigerden dat eerst botweg, later^gjaven zij schijnbaar toe, maar Tieten op het parade-veld een kuil graven, waaiVan de bodem met in petroleum gedrenkte J takken bedekt werd. Nadat het hout aan- j gestoken was, werden de weerloozc me iaatschen met de bajonet :n de kuil ge- j dreven, waar zij, terwijl een groote me- j nigte kalm toe ,zag, in de vlammeru omkwamen. Bovendien werd een beloo ning uitgeloofd voor de ontdekking! van j andere me)aatschen. Eess ijj&rr wesdlcoBt j daarop gevat en doodgeschoten In een proclamatie werden den slachtoffers zonder een zweem van bewijs groote misdaden aangewreven. De Chineesche autoriteiten gaan zelfs groot op zulke wandaden. Nat. Bond van R. K. Soc. Prop.-Clubs, i Te Amersfoort heeft bovengenoemde i bond zijn jaarvergadering gehouden. Uit het jaarverslag van de Secretaris en den penningmeester stippen we aan, dat met Gagnard klopte aan. De pachter sliep reeds, maar was spoe dig gewekthij opende evenwel zijn deur niet alvorens gevraagd te hebben Wie daar? Goed volk. Hijih erkende de stem van zijn vriend Gagnard en deed nu dadelijk open. Eerst toen hij licht aangestoken had herkende hij Jean de Trémazan en vol lyerrassing riep hij uit: Mijnheer Jeani Al waren de goederen van den graaf de Trémazan verbeurd verklaard, toch beschouwde de pachter nog steeds den jongen graaf aU zijn meester, den eeni- ,gcn dien hij erkennen wilde. De pachter wekte zijn vrouw, die even eens vreugdekreten slaakte, toen zijden jongen graaf herkende. Zij hadden gedacht dat hjj dood was en hij leefde Reeds was het gerucht van de ne derlaag, dien de proconsul en zijn troep op de Heide van den Grooten Eik gele den hadden, tot hier doorgedrongen. De pachter zegde tegen Gagnard: !k dacht wel, dat gij er bij zoudt, zijn, maar had geen vermoeden, dat ge onzen jongen heer bij u hadt. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 1