De Kiezerslijst.
DE T A EE_VRIENDfcNV
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 11 jan., No. 989.
We laten hier de meest belangrijke be
palingen van de Kieswet volgen.
Kiezer worden is voor verreweg de
meesten mogelijk.
Mits men maar vóór of op den
15den Mei 1913 den leeftijd hebbe be
reikt van 25 jaar.
Op verschillende wijzen kan men zjch
een püaatsje op de Kiezerslijst ver
zekeren.
Het grootste aantal vormen de
Belastingkiezers.
Belastingkiezers zijn zij, die over het
laatste dienstjaar al hum aanslagen in
de Rijksbelastingen hebben voldaan. Die
belastingen zijn Person eel e belasting,
Grondbelasting, Vermogensbelasting en
Bedrijfsbelasting. Deze aanslagen behoe
ven niet te loopen over een vol dienst
jaar; men moet eenvoudig de belasting
op tijd hebben betaald.
Die rijwiel belas ting telt niet mee.
Belastingkiezers behoeven, zich niet /^an
te gevenzij' worden ambtshalve op de
kiezerslijsten gebracht.
Alleen zij, die mede-eigenaren zijn van
onroerend goed, behoorende tot eene
onverdeelde n a 1 a t e n s ch a p, waar
voor in 1912 grondbelasting is betaald,
terwijl huin aandeel in die belasting f 1
bedraagt, behooren zich tuisschen 1 en
15 Februari aan te geven op een
formulier, dat vóór 15 Februari ingevuld
en ónderteekend moet worden ingeleverd;
met het belastingbiljet
Wie verhuisde naar 'n andere
gemeente en in zijn vorige get-
meente belasting betaalde, dient
zich eveneens aan te geven, met over
legging van het voldaan g et ee
kend e belastingbiljet.
Alle overige kiezers, d.w.z, de huur-,
loon-, spaarbank- en examenkiezers, be
hooren zich aan te geven tus
schen 1 en 15 Februari ter secre
tarie. Zij'ontvangen een formulier, dat
onderteekend en iiïgevuild moet worden
ingeleverd.
Huurkiezers.
H uurkiezers zijn zij, die -op den
31sten Januari sedert 1 Augustus van 't
vorige jaar in een huis of in een deel
van een huis hebben gewoond van d.e
huurwaarde, voor iedere gemeente be
paald. Men mag in dien tijd ook e n-
maal verhuisd zijn, mits dan ieder der
woningen den huurprijs heeft door de
wet vastgesteld.
Doch nu komt er nog iets bij.
Men kan ook kiezer worden, wanneer
het huis of een gedeelte van het huis,
dat men bewoont, ni et den geëischten
huurprijs heeftj doch wanneer men in
zijn woonplaats grond of lokalen of
werkplaatsen in huur Jieeft. en daar
mee het voor de gemeente geldende
bedrag wordt verkregen. NatOgriijk moet
men dien grond of dat lokaal of die
werkplaats -minstens net zoo lang in
huur hebben als het huis.
De bepalingen voor de huurkiezers
gelden ook voor de schippers; zij
moeten alleen den vastgesteld en tijd een
schip in eigendom of huur hebben ge
had van 24 ktib. M. inhoud, of 24,000
K.G. laadvermogen.
Loonkiezers.
Thans komen we aan de loon
kiezers. Dat zijn zij, die van 1 Januari
van het voorgaande jaar tot'31 Januari
van het volgende achtereenvolgens bij'
niet meer dan twee personen, onder
nemingen, openbare of bijzondere in
stellingen in dienstbetrekking zijin ge
weest, of als inwonende zoon in het
bedrijf of beroep der ouders werkzaam
zij'n geweest en als zoodanig over dat
jaar een inkomen hebben genoten, dat
FEUILLETON.
86)
Als zij kunnen.
(lij zijt geen rechters, gij zijt ojy-
roerlingen.
Meent gij? En wat waart gij an
ders, toen gij de macht in 'handen had't?
Oij hebt die misbruikt, om de zwakken
te verpletteren, om vrouwen en kinde
ren te dooden.
Wat ik deed, deed ik tot heil der
natie.
En thans zult gij, tot heil der na-
tie, op uw beurt verpletterd worden,
niet uit haat of wraakzucht, maar zoo
als men een giftige adder onschadelijk
maakt. Wij zijn goede Christenen, die
niet dooden uit moordlust, maar om u
te beletten nog meer kwaad te doen.
Hij wendde zich tot zijn makkers, die
in een kring om hem heen stonden en
vroeg:
Is dat ook niet uw meening?
En donderend klonk et, als uit één
mond.
Ja.
Qij hebt het gehoordgij zijt ver
oordeeld.
óók voor iedere gemeente in de wet
is vastgesteld.
Het loon, in vaste dienstbetrekking
door de vrouw genoten, kan worden
geteld bij dat van den man, en even
zeer het halve loon van minderjarige,
inwonende kinderen. Wanneer dat alles
bijeen het door de wet geeischte bedrag
•haalt, kan de man kiezer worden.
Men behoeft niet precies het juiste
bedrag van Joon of inkomen op te
geven, doch kan volstaan met de ver
klaring, dat het loon het door de wet
gevorderde bedrag bereikt
Als loon wordt ook gerekend het pen
sioen of de lijirejite, dat door o^penbare
instellingen w'ordt verleend, en ook dat
door ondernemingen of bijzondere instel
lingen wordt uitbetaald. Natuurlijk blijft
het bedrag van het inkomen van Iedere
gemeente onveranderd.
Ongevallenrente wordt ook als
loon beschouwd.
Staat In een of ander bedrijf in den
regel het. werk gedurende een gedeeltes
ygn het iaar stil, dan wordt de tijd,
waarin niet gewerkt wordt, toch als
diensttijd beschouwd. Is men hoogstens
twee maanden ziek geweest, dan wordt
toch het loon gerekend "ontvangen te zijn.
Ook de kost en inwoning wordt als
loon gerekend naar een daarvoor bij de
wet voor iedere gemeente vastgesteld
bedrag. Wie op Zon- en Christelijke
feestdagen den kost echter niet geniet,
behoeft voor deze dagen niets af te
trekken. Hij wordt toch gerekend vollen
kost en inwoning te genieten.
Aan loonkiezeTS, die op de lijst van
het vorige jaar reeds voorkomen, wordt
een blanco-aangiftebiljet toegezonden.
Spaarbankkiezers.
Zien we nu even naar de Spaar
bank- en Q r o o tbo ek-ki e ze r s.
Wie op 1 Februari a.s. sedert een jaar
f100 nominaal op het Grootboek heeft
staan of f50 in de spaarbank, zóó dat
het inderdaad zijtn eigendom is, kan cp
grond daarvan aanspraak maken op het
kiezerschap.
Hij moet tusschen 1 en 15 Februari
zich op de secretarie aanmelden onder
overlegging van een bewjjs van de
directie van het Grootboek of
het bestuur der Spaarbank, dat
hij Inderdaad sedert een jaar eigenaar is
van de gevorderde bedragen.
Het is niet noodig, dat men 'n boekje
hebbe van de Rijkspostspaarbank;
andere spaarbanken, zooals die van het
Nut, tellen ook. mee; doch natuurlijk
moeten de lichamen, waarvan deze spaar
banken uitgaan, rechtspersoonlijk
heid hebben, en zoo ze na 1 Mei 1900
zijn opgericht, moeten ze een waarborg
som van f25.000 bij de Nederlandsche
Bank hebben gedeponeerd.
Examenkiezers.
Ten slotte de Examen-kiezers.
De wet zegt, dat zij! kiezer kunnen wor
den, die „met goed gevolg hebben af-
gelged een examen, ingesteld door of
krachtens de wet of aangewezen bij alr
gemeenen maatregel vari bestuur en in
verband staande met de benoem
baarheid tot eenig ambt, de vervulling
van eenige betrekking of de. uitoefening
van eenig bedrijf óf beroep."
Wij voegen, aan dit artikel nog ééne
opmerking toe.
Wie stedelijke inkomstenbelasting be
taalt, moét niet meenen, dat hij' rlaar-
door ambtshalve wordt gebracht op de
kiezerslijst
Immers stedelijke inkomstenbelasting is
geen R ij k s belasting.
Al wie dus wel stedelijke belasting
betaalt en geen Rijksbelasting, moet,
om op de Kiezerslijst (te komen, huiur-
kiezer, Iconkiezer, spaarbankkiezer o.
examenkiezer worden.
Heeft men 'eenmaal het recht om a 1 s
zoodanig op 'de Kiezerslijst geplaatsi
te worden Zich door aangifte veroverd,
dan veroorzaakt 'de stedelijke inkomsten
belasting bovendien, dat men óók
wordt kiezer'voor den gemeenteraad..
Bourberouge was een woesteling en
een wreedaard, maar laf was hij niet.'
Zijn houding bleef kalm en trotsch.
Hij vroeg geen genade, hij smeekte
niet, veeleer dreigde hij zelfs nu nog.
toen hij uitriep
Zij, (c?ie gij bandieten noemt, ,d<-
Jacobijnen, zijn uw meesters, zij waken
en hun beurt zal weldra weder komen
Leve de vrijheid
Cottcreau hooralachte.
Een mooie vrijheid, die gij er o
nahoudt zegde hij. Een vrijheid, die plun
dert, brandsticht en moordt.
Hij gaf een teeken.
Twee mannen, naderden den gevar
gene, die een woest gebral uitstiet ei
met inspanning van al zjjn spderkrach
trachtte zijn banden te verbreken.
Vruchteloos
De koorden, waarmee hij was gebo
den, waren sterk en weerstonden al zij
■poginge/i.
Een der beide mannen was Gagnar
De oud-boschwachter van La Guvoi
nière-koesterde een grimmige wrok over
zijn aanhouding, over de bedreiginge
waaraan hi; had blootgestaan, de da
gen en nachten, gedurende welke hi
zich had verborgen moeten houden a!
een wild dier in zijn hol, ten einde ee
nieuwe gevangenneming te ontgaan
vooral over de terechtstelling van zij,
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
Oorlogsbegro oting.
Men kan niet ontkennen, dat de mi
nister van oorlog buitengewoon succes
heeft met zijn reorganisatieplannen. Gis
teren heeft weer de Utrechjtsche afge
vaardigde, de heer Van Karriebeek, een
redevoering gehouden, waaraan minis
ter Colijn weinig essentieels zal hebben
toe te voegen. Spr, juichte het zoo bij
zonder toe. dat de minister zich diep1 be
wust is van de verantwoordelijkheid, die
hij draagt voor een goede mobilisatie.
Want, veel meer nog dan voor groote
mogendheden, is voor ons, aldus spr.,
een goede mobilisatie noodig, omdat on
ze lange Oostgrens zonder natuurlijke
verdediging geheel vlak en open ligt.
Welnu de regeling van den minister ver
zekert een snelle mobilisatie en daar
door een „paraaf leger, een leger dat
in tijd van gevaar welgeordend en strijd
vaardig rijn taak kan vervullen. En de
Utrechtsche afgevaardigde merkte op;
dat de toestanden er thans waarlijk niet
naar zijn, dat ons land in geval van
internationale verwikkelingen op! zijn elf-
en-dertigst aan z'n weerbaarheid kan gaan
arbeiden. En hij deed uitkomen dat het
alleszins begrijpelijk is, dat minister Co-
üijn, die zelf kort geleden een j>eriodq
van spanning, onzekerheid en bezorgd
heid heeft ^medegemaakt, naast andere
voorstellen ter verhooging van de ge-
vechtswaarde van onze leger, zijn in
grijpende reorganisatieplannen gesteld
heeft.
'Wij hebben hier weergegeven die ge
deelten uit ,s he eren Karnebeek's rede,
welke 't meest vleiende zijn voor den mi
nister, omdat ze uit den mond komen van
iemand, die zeer zeker niet tot de vrien
den van den minister behoort.
Dit voordeel voor minister Colijn kon
niet worden weggenomen door den heer
Marchant, die nog eens kwam aandragen
met zijn idealen over bet volksleger,
een beroep doende op Zwitserland. Maar.
waarom juist een beroep op Zwitser
land? Waarom niet met even veel recht
op Duitschland en Frankrijk Is het
Zwitsersche volk dan niet in velerlei
opzicht geheel anders dan het onze. De
vr i jzi nn ig-d em o cratis ene afgeva a rdrgde
heeft niet veel succes gehad met zijn
volksleger.
Begonnen wij met een lofrede van een
oud-liberaal op den minister, laten wij
eindigen met de vermelding van de lof
rede van den Katholieken afgevaardig
de, den heer Van Vlijmen. Zonder in al
les met den minister mede te gaan, was
toch de korte en zakelijke rede van den
heer Van Vlijmen een pleidooi voor de
opvattingen van minister Colijn.
Vermelden we nog, dat de belangstel
ling van de „Kamerleden zeer miniem
was, en dat de Minister, die reeds enkele,
ijrieinere punten beantwoordde, Dinsdag
aan het woord zal kqmen.
■Uit de Pers.
Met parlementarisme.
Door een ernstig gevaar wordt het
parlementaire stelsel, en ook ons par
lement, bedreigd, zegjt het Centrum.
Moet de Kamer een verzamelplaats
worden voor beroeps-politici, of behoo
ren ook andere personen daarin zitting
te nemen
Dit laatste i9 natuurlijk het .meert ge-
wenscht, om niet te zeggfen noodzakelijk.
Wordt het Kamerlidmaatschap) een;
baantje, eer. betrekking, of hoe men 't
noemen wil, dan moeten het prestige
en de werkzaamheid der Volksvertegen
woordiging daaronder niet weinig lijden
en zullen de beste elementen gaandeweg)
verdwijnen.
Herhaaldelijk is in den iaatsten tijd op
dat gevaar gewezen, maar er mog nog
wel eens nadrukkelijk aan worden her
innerd.
Wanneer de Kamerve veel moet ver
gaderen, de vergaderingen eindeloos
worden gerekt, het debat ontaardt in
ijdel gekibbel, haarkloverijen en "própa-
meester, den graaf de Trémazan, wien
hij zoo met hart en pel was toegedaan
geweest.
Hij was mager/doch enkel zenuwen
en spieren en hij beschikte over dó
kracht van een hercules.
Een touw, waarin een schuiflus was
gelegd, sloeg hij om den hals van den
den veroordeelde, tot wjen hij zegde:
Ik heet Gagnard, ik was in dienst
van den graaf de Trémazan. Hij is dood
gij zult op uw beurt sterven, maar jtis
een hond, zonder priester, zonder vrien
den, zonder iets, dat is Gods gerech
tigheid.
Zijn kameraad had h,et touw om een
tak van den ouden eik geslagen.
Gagnard hief den regeeringscommis-
saris in zijn ijzeren vuisten op en be-
ste,eg met hem een ladder, die tegen
den boom stond.
Op de bovenste sport gekomen stiet
hij het lichaam met kracjht van zich' af.
Nu heerschte er diepe stilte.
De duisternis viel.
Neergeknield rondom den eeuwenou
den boom, maakten de Bretagners het
teeken des kruises tegenover het lijk dat
daar bengelde als een klepel van een
klok aan den tak, die boog onder zijn
gewicht en nog eenige gele bladeren
deed vallen.
Jean de Trémazan lag op de knieën
gandagjedoe, ^elfs het obstructionisrne
zijn intrede doet, zullen velen niet slechts
den lust maar ook den tijd missen,
om een mandaat te aanvaarden.
Zij staan dan voor een absolute onmo
gelijkheid; en terwijl in het Parlement
de rederijkerij en dwarsdrijverij den
vrijen teugel vieren, krijgt het woord
„[volksvertegenwoordiging" al meer en
rineer een ijdelen kalnk.
Het parlementaire stelsel zal dan in
tien letterlijken zin des woordt worden
tiood gepraat.
Vraag en aanbod.
De Gelderlander schrijft:
In een Noord-Brabantsch blad lazen
wij dezer dagen, dat in de gemeente
Roozendaal de aanvangssalarissen der
Agenten van politie met f52 waren ver
laagd. Voor zes vacante plaatsen hadl-
den zich niet minder dan 300 sollicitan
ten aangemeld.
Het is in dezen tijd van vakactie bij
felle categorieën van arbeiders een zeld
zaam verschijnsel dat de loonen ver
laagd worden. Gold nog steeds, het libe
rale princiep dat vraag en aanbod van
/arbeidskracht in evenredige verhouding)
zijn met de hoogte van het loon, dan-
fzoudfen zeker de loonei; de laatste jaren
'niet in die mate gestegen zijn, als; Wel-
het geval is. 'Immers het aanbod overtreft
in bijna alle takken van bedrijf verre de
vraag. Het vereenigjiiigsletïfm .evenwel
van den eenen kant en vani den andere
kant de ontworteling van de liberale
theorieën, welke door Leo XIII roem
rijker gedachtenis, waar hij den arbeider
•wijst op zijn natuurlijk recht op een
jloon groot genoeg voor zich en zijn,
gezin uit de economie werden verdron
gen, hebben de loonen steeds, meer tof
een normaal peil doen stijgen.
Te meer treft het dan ook, dat hier,
een katholieke gemeente klaarblijkelijk
door het overvloedige aanbod verlokt,
voor ecri categorie van in haar dienst
zijnde ambtenaren de aanvangssalarissen
giaat verlagen. We kunnen toch moei
lijk aannemen, dat die salarissen te weel
derig waren uitgedacht. Veeleer zal de
toevloed van sollicitanten zijn oorzaak
vinden in het aantrekkelijke van een
vaste betrekking, voor den winter zoo
wel als voor den zomer, met uitzicht op
persioen voor den ouden dag,. Vaste be
trekkingen, waarvan de bezoldigingen
vaak niet schitterend zijn, worden juisft
hierom nog meer dan een betrekking
met breeder financieele uitkomsten ge
ambieerd, omdat men weet, dat men in
zulk een betrekking voor zijn leven gfe-
borgen is. Die gedachte verzoent den
werkman ofbeambte met de grooteile
bekrompenheid, die hij zich soms moet
[getroosten. Maar dat is dan toch geen
reden om die positie nog wat te gaan
verslechteren.
Het katholieke Roozendaal geeft hier
geen navolgenswaardig voorbeeld.
Gedwongen v/inkel-luitiog.
Wij lezen in de (A.R.) Rotterdam
mer:
Van vrijdiberale zijde zit men toch tel
kens nog te mokken tegen de verplichte
winkelsluiting, ook al mede om daarop
politiek te speculeeren.
Dit is al op zichzelf af te keuren,
omdat alle inmenging van politiek' in
het middenstandsvraagstuk zoowel, de
politiek als de mid'denstandsactie ver
giftigt:. Door de houding der socialisten
is in de arbeiderskwestie die vermen
ging niet of althans moeielijk rneer te
keeren, maar in de midden standskwes
tie is het tot nil toe nog tamelijk wel
gelukt om de zaken zuiver te houden
en eendrachtig saam te werken tot op
heffing der misstanlden.
Maar nog veel meer af te keuren is
dit, als het geschiedt met argumenten,
die geen hout snijden. Zoo voert men nu
weer aan, dat er zooveel verschil kómt
tusschen verschillende gemeenten, en dat
de bedienden niet genoegzaam worden
geholpen.
Reeds uit den treure is er op gewezen
dat het vraagstuk van de winkelsluiting
en dat van den arbeidstijd van het per
soneel twee geheel velschillende vraag-.
naast zijn vriend.
Niet aan dezen veroordeelde dacht hij,
maar aan zijn ouders, die te Parijs tefl
dood gebracht waren, op' de place.de la
Révclution, tegelijk met zijn vrienden en
die allen waren neergelegd in het ge
meenschappelijk graf op het verlaten
kerkhof van de Madeleine.
Gok dacht hij aan de taak, die hij nog
had te vervullen en aan de sombere da
gen die hij te doorleven hebben zou.
Welk een verschil met de toekomst
waarvan hii eeiiige maanden vroeger had
gedroomd I
Gp hoeveel vreugde had hij gehtoopt
e'n hoeveel smart h,ad hij te doorstaan
hoeveel gevaren te vermijden gehad
Hij zag zijn vriend aan.
Pierre Lassen scheen even kalm, als,
wandelde hij met zijn vriend door het
veld op een schoonen lentedag.
Jean vroeg
Doet éit schouwspel u niet aan
Zacht antwoordde Pierre:
Er is een ellendeling minder op de
wereld. Hij had wellicht nog groote on
heilen kunnen stichten, thans is hij rus
tig en zal anderen met rust laten.
En -met zijn onverstoorbare kalmte
mompelde hij:
l>e Profimd'isOp den dag des
oordeels zal God de Zijnen herkennen.
Cpttereau riep met zijn krachtige
I
stukken zijn, die principieel niets met
eikaar te maken hebben. Beiden moeten
geholpen, zoowel patroon als bediende.
Voor het eerste dient de winkelsluiting
voor het tweede kan alleen afdoende
gezorgd door een regeling bij de wet
van de rusttijden van de ondergeschik
ten. Het gebrek aan dezè laatste rege
ling kan dus nooit worden aangevoerd
als een argument tegen het eerste, om
dat het er niets mee te maken heeft.
En wat het verschil tusschen de ge
meenten betreft, ieder, die eenigszins op
de hoogte is, weet, dat tot op zekere
hoogte dit verschil juist vereischt is door
de afwijkende economische geaardheid
der verschillende gemeenten. De rege
ling elders geldend, en ook ten onzent
wenschelijk, is een Rijkswet, die een mi
nimum sluitingsuur bepaalt, met facul
tatieve gemeentelijke verhooging op ver
zoek van een groote meerderheid der
betrokken winkeliers zelf.
Wil men zich tegen verplichte winkel
sluiting kanten, ons wel, mits men het
doe op principieele en deugdelijke gron
den, niet met versleten angiumenten als
men thans te berde brengt. En dan wel
in de laatste plaats om er politieke munt
uit te slaan.
De Week
In het fïtiitenland.
De kwestie der met blijkbare einde
loosheid dreigende onderhandelingen
tusschen de Baikan-Staten en Turkije be
gint zoo langzamerhand zijn belangrijk
heid voor de lezers te verliezen. Groo-
tendeels waarschijnlijk doordat geregeld
de zaken andere uitkomen dan men ze
verwacht had op grond der gfoote woon
den door de partijen geuit. De woorden
„hervatting der vijandelijkheden" lagen
in den mond der heerën bestorven en
toch, vreedzaam blijven de troepen bij
Tsjataldsja tegenover elkaar liggen, zelfs
na het met zulk een opjhef gelanceerde
ultimatum. Weer is er een week gepast
seerd en we zijn er geen stap vei^Jeip
mee gekomen. Gemompeld wordt van
komende bemoeiingen der mogendheden
en...« van hervatting der onderhandelin
gen. De tijd vergaat, het zwaard roest
in de scheede, de oorlogstoestand en de
mobilisatie der groote mogendheden die
de situatie maar steeds blijven wantrou
wen verslinden massa's geld en de zaak
blijft op het doode punt.
Zoo worstelen we den tijd door en al
wordt er veel geschreven, 'iets positiefs
krijgt men niet te hooren en al orakelen
de meest op de voorgrond tredende di
plomaten, we worden geen aasje wijzer.
En (toch zou deze kwestie, met al wat
er omheen draait nog het eenige zijn
waarover men bij het nagaan vpn de
feiten der afgeloopen week iets zou
kunnen schrijven, zoo niet in Frankrijk
een feit van groote beteekenis was inge
luid door de vaststelling van den datum
der verkiezing van den nieuwen presi
dent.
Armand Fallières, de goedig lachen
de oude heer (72 jaar) zooals ieder hem
voor zich kan halen van prentjes bv. van
het bezoek onzer koningin aan Parijs
toen hij zoo vergenoegd lachend, de op
gewekte grijsaard, onze door haaf jeugd
zoozeer bij hem afstekende koningin op
'haar tochten vergezelde, is aan het eind!
zijner zevenjarige periode gekomen en
ambieert geen nieuw septennaat
En ook blijkbaar verlangt men hem
niet nog eens ajs, zoodanig. Hij merkt
feeds dat hij uitgediend heeft, geen .lint
jes meer uit te deelen of baantjes, te. ver
geven heeft. Ik heb het zoo rustig als-,
aiooit te voren, heeft hij verklaard, en
ben er niets rouwig om.
Doch nu zal aanstaande week een nieu
we functionaris in zijn plaats gekozen
worden. Qefuimen tijd zitten candidaten
daarvoor en derzelvef vrienden elkaar
geducht in het haar, zooals te poen ge
bruikelijk is. Den heer Panis heeft men
.al op een zeer origineele manier in hef
zonnetje gezet. Deze candidaat heeft
biets anders in zijn voordeel dan dat hij
schatrijk is. Nu werd deZer dagen verteld
dat de jonge Berteaux, zoon van den
stem een bevel, dat nog menigmaal her
haald zou worden gedurende deze woe
lige jaren
Verspreidt u 'thans, mijn braven^
dat elk naar zijn woonstede terugkeerej
'Hij maakte een gebaar met zijn lan
ge armen en drukte den wijsvinger van
zijn rechterhand tegen zijn lippen als
om stilte te bevelen en riep1 nogmaals
Tot weerziens en spoedig. Houdt
moed.
Toen de nacht gedaald was, een don
kere, regenachtige nacht, was er geen
levend wezen meer in de nabijheid van
den grooten eik.
De Ghouanen hadden zich in alle rich
tingen 'verspreid Het was hun eerste
veldslag geweest en hun eerste terecht
stelling., Vele andere zouden nog volgen.
Cottereau, die op zijn moedig', onver
moeibaar paard was gestegen, keerde
terug naar de Beneden Maine, waar
andere vrienden en andere bezigheden
hem wachtten.
Op de Heide van den Grooten Eik
bleven de lijken der gesneuvelde soldaten
liggen tusschen 'het struikgewas als prooi
voor 'de wolven en de raven.
Gedurende verscheidenen dagen durfde
niemand zich begeven in deze gevaarlijke
wildernis, waar de overheid nieuwe hin
derlagen duchtte.
(Wordt vervolgd.)