lYONA CACAO
Nieuwjaarswenschen.
Ingezonden Meaedeelingen.
VAN HOUTEN 'S
DE TWEE VRIENDEN.
Tweede Blad behoorende
bij De LeidscheCourant van
Zaterdag 21 Dec. no. 975.
Reeds meerdere jaren hebben wij
gelegenheid geboden om op goed»
koope en doeltreffende wijze de
gebruikelijke
Nieuwjaarswenschen
bij advertentie in „DE LEIDSCHE
COURANT" te plaatsen.
Ook dit jaar zullen wij de gele»
genheid daartoe openstellen en wel
in het nummer van Dinsdag 3!
December, per vakje als onder
staand
voor fi 0.25.
Dubbele grootte, dubbele prijs
voor f 0.50.
Wet van 15 Mei 1829 (St.bl. no. 28)
houdende algemeene bepalingen
der wetgeving van het Koningrijk,
als slot van „Onze Rechten".
'Art. 1. Geene wet is verbindende, zoo
lang zij niet behoorlijk is afgekondigd.
Art. 2. De wetten zijn in het geheele
Koninkrijk verbindende uit krachte van
Iderzelver afkondiging door den Koning
gedaan.
Zij werken terstond nadat derzelver
afkondiging in alle deelen van het Ko
ningrijk zal kunnen bekend zijn.
.Wanneer bij de wet geen ander tijdstip
is vastgesteld, wordt de afkondiging ge
rekend in het geheele Koninkrijk bekend
te zijn op den 20sten dag nadien der
dagteekening van het Staatsblad in het
welk de wet geplaatst is.
Begrijpelijk is het, dat eene wet slechts
dan kan verbinden, wanneer zij aan de
genen, die zij treffen moet, behoorlijk is
kenbaar gemaakt, welke bekendmaking
geschiedt door afkondiging, en welk
recht uitsluitend is voorbehouden aan den
Koning (art. 121 der Grondwet), riet
formulier van afkondiging is vastgesteld
bij art. 72 der Grondwet; dit artikel
noemt evenwel geen termijn, binnen
.welke de afkondiging moet plaats hebben.
jQ.akJiieiLzaL.de mimsterieele verantwoor
delijkheid goede diensten kunnen be-
wijzen. Ook zegt de Grondwet niet aan,
\vien de zorg voor de afkondiging is
opgedragen. Terwijl vroeger de Direc
teur van het Kabinet des Konings als
onverantwoordelijk persoon daarvoor
zorg droeg, heeft het Koninklijk Be
sluit van 22 December 1863, Staatsblad
no. 149, de zorg voor de onmiddellijke
afkondiging aan den Minister van Justitie
opgedragen. Ook komen in het formulier
'van afkondiging, zooals dit voorkomt in
arf. 72, niet voor de woordeii „Bij de
gratie Gods", hoewei deze woorden in
de praktijk altoos gebruikt worden.
Oudtijds geschiedde de bekendmaking
door aflezing, aanplakking enz., doch,
alhoewel voor kleine gemeenten en krin
gen, waarbinnen het Recht moest gel
den, deze Handelwijze voldoende was,
kwam er, tengevolge van het beginsel,
dat de wet gelden moest voor het ge
heele Koninkrijk, een officieele uitgave
van-wetten tot stand.
Volgens de laatste alinea van art. 2
der wet van 15 Mei 1829 wordt een
,wet gerekend algemeen bekend te zijn
op den twintigsten dag nadien waarop
zij in het Staatsblad geplaatst is. Evenwel
kan de wet zelve ook een ander tijd
stip daarvoor vaststellen. Zulks vindt
plaats: le. in spoedeischende gevallen;
2e. bij wetten, die niet naar buiten wer
ken; 3e. in gevallen, waarin de werking
'der wet nog van andere omstandigheden
moet afhangen, die op het oogenblik van
de behandeling der wet nog niet vol
doende zijn voorbereid, zoodat alsdan
hetzij een later tijdstip bepaald wordt,
hetzij het bepalen daarvan aan den Ko
ning wordt overgelaten.
Art. 3. Gewoonte geeft geen recht,
dan alleen wanneer de wet daarop ver
wijst.
Art. 4. De wet verbindt alleen voor
het toekomende, en heeft geene terug
werkende kracht.
Een natiiurlijk gevolg van de bepaling
van art. 4 is, „dat een recht, onder eene
vorige wetgeving verkregen, ook onder
de nieuwe behoort te worden gehand
haafd, en dat de wet niet kan gelden
voor hetgeen aan hare inwerking-treding
voorafgaat, dit behoeft evenmin betoog.
Evenwel zijn uit dit zoo het schijnt
eenvoudig artikel ontstaan de zooge
naamde transitoire questiën, waarvan een
geheel afzonderlijk deel der rechtsweten
schap, nl. dat van het transitoir of over
gangsrecht een gevolg is.
Art. 5. Eene wet kan alleen door een
latere wet voor het geheel of gedeel
telijk hare kracht verliezen.
Alleen op dezelfde wijze als waarop
de wet tot stand komt, kan de werking
ervan worden opgeheven.
Art. 6. De wetten, betreffende de reg-
ten, den staat en de bevoegdheid der
personen, verbinden de Nederlanders, ook
wanneer zij zich buiten 's lands bevinden.
Dit artikel heeft ten doei de rekten
en bevoegdheden, die den Nederlander
persoonlijk eigen zijn, ook te doen gel
den, als hij zich buiten 's lands ophoudt.
Het moet evenwel niet worden opgevat
in dien zin, dat de vreemde rechter zich
daarnaar heeft te gedragen, hetgeen onze
wet natuurlijk niet zou kunnen gebie
den, maar het strekt als regel voor den
Nederlandschen regter, voor zoover deze
de rechten en bevoegdheden zal hebben
te beoordeelen van zich in het buiten
land bevindende Nederlanders.
Art. 7. Ten opzichte van onroerende
goederen, geldt de wet van het land
of der plaats, alwaar die goederen ge
legen zijn.
Dit artikel houdt niet alleen in, dat
de onroerende goederen, onverschillig of
zij aan Nederlanders of aan vreemde
lingen toebehooren, zullen worden be
heers cht door het Nederlandsch recht,
doch eerbiedigt ook het gezag van hei
buitenlandsch rechte ten opzichte van de
goederen van een Nederlander, in den
vreemde gelegen.
Art. 8. De strafwetten en de verorde
ningen van policie, zijn verbindende voor
allen, die zich op het grondgebied van
hei Koningrijk bevinden.
Hieruit volgt dus, dat de strafwetten
en verordeningen ook verbindende zijn
voor Buitenlanders, zich Fevindehde op
het grondgebied van het Koningrijk.
Art. 9. .Het Burgerlijk recht van het
Koningrijk is hetzelfde voor vreemdelin
gen, als voor de Nederlanders, zoo lange
de wet niet bepaaldelijk het tegendeel
vaststelt.
De uitzonderingen, welke de wet hier
maakt, vinden deels haren oorsprong in
le. hei beginsel van wederkeerigheid;
2e.. de moeilijkheid, die eene proce
dure met een vreemdeling, vooral met
het oog op de executie, van diens goe
deren, kan opleveren.
Art. 10. De vorm van alle handelingen
wordt beoordeeld naar de wetten van
het land of de plaats, alwaar die hande
lingen zijn verrigt.
Dit voorschrift was noodig wegens het
gevaar, dat handelingen, in het buiten
land verricht, uit hoofde van eenig ge
brek, zonder schuld van hem, dié de
handeling verrichtte, zouden kunnen wor
den vernietigd, wegens de moeilijkheid,
ja zelfs de onmogelijkheid, waarin men
in het buitenland zou kunnen verkeeren
om de ten zij'nent voorgeschreven vormen
in acht te nemen.
Art. 11. De regter moet volgens de
wet regt sprekenhij mag in geen geval
de innerlijke waarde of billijkheid der
wet beoordeelen.
Hieruit volgt, dat de rechter, die de
wet moet toepassen, in geen geval hare
innerlijke waarde en billijkheid mag be-
Het genot 'van een spelletje wordt
toch zeer verhoogd door een kopje
van die heerlijke
FEUILLETON.
72)-
Pierre Lasson antwoordde op den vra-
genden blik, dien zijn wapenbroeder hem
had toegeworpen
Doe zooals gij wilt, ik heb belooft
'dat ik u zou gehoorzamen.
ïntusschen had Thomas Plaudren ver-
sche bossen stroo in den stal neerge
legd en daarop strekten zij zich uit, bij
hun paarden, hun pistolen onder het be
reik van hun hand, gereed om zich te
verdedigen wanneer zij overvallen moch
ten worden.
De jonge graaf' kon evenwel den slaap
niet vatten.
Zijn verdriet gunde hem geen rust.
Koortsachtig joeg het bloed door zijn
aderen.
Toen hij zich van Parijs verwijderde,
had hij 'een oogenblik gedacht, dat zijn
smart zou verminderen, naarmate hij zijn
'Bretagne naderde, maar nu hij er was,
"nu hij de eenzame plaatsen, die geplun
derde en verlaten kasteefen aanschouwde
begreep hij eerst recht hoe diep de af
grond was, waarin het verraad van een
ellendeling hem had geslingerd.
Hij hief zich op de ellebogen overeind
en keek zijn vriend aan.
Pierre Lasson sliep vast.
Zijn ademhaling was rustig en zijn
gelaat was volmaakt kalm.
Hartstochten kwelden hem niet.
Alleen uit gehechtheid aan zijn vriend
had hij zich bij l.»cm gevoegd om zijn
vermoeienissen en zijn gevaren te deelen.
Hij trok ten oorlog, want het was in
derdaad een oorlog, die begon, zooals hij
ter jacht gegaan zou zijn.
Het .aanschouwen van dezen nuttigen
metgezel goot eenigen balsem in de won
den van den ongelukkigen jongen graaf.
Nu sliep hij ook weldra in en de slaap
verkwikte hem.
Drie uren later werd hij plotseling
wakker.
Plaudern klopte hem op den schouder
en zegde
Het is tijd.
De nevel van den morgen was opge
trokken.
Grauwe wolken werden de een na de
ander verdreven van de bleeke, ziekelijke
blauwe lucht door den zeewind die in
Bretagne heersclit en die 't klimaat er zelfs
midden in den zomer koel kan doen zijn.
Om 12 uur kuste Jean de Trémazan
de beide vrouwen, de oude en de jonge,
drukte den pachter krachtig de hand en
verliet hen, terwijl hij zegde
oordeelen; ev_.ie. moet hij wei onder
zoeken of een wet (daaronder begrepen
verordeningen van provinciën en gemeen
ten) op de vereischte wijze is tot stand
gekomen en behoorlijk afgekondigd.
Art. 12. Geen regter mag bij wege
van algemeene verordening, dispositie of
reglement, uitspraak doen in zaken welke
aan zijne beslissing onderworpen zijn.
Hieruit volgt dus, dat een rechter geen
recht mag spreken b.v. voDjns een ar
rest van den Hoogen Raad.
Art. 13. De regter, die weigert regt te
spreken, onder voorwendsel van het stil
zwijgen, de duisterheid of de onvolledig
heid der wet, kan, uit hoofde van regts-
weigering, vervqigd worden.
Wanneer de wet zwijgt of onvolledig
is, zal de rechter zijn toevlucht moeten
nemen tot de regelen der billijkheid en
bij duisternis der wet tot de taalkundige,
logische of geschiedkundige methode van
wetsuitlegging. Duidelijk treedt bij het
stilzwijgen der wet op den voorgrond het
verschil tusschen het Strafrecht en het
Burgerlijk recht. Moet in het Burgerlijk
recht de rechter een beslissing nemen,
al zwijgt de wet, laat een misdrijf zoo
zwaar of groot zijn als ze wil, als de
wet er geen straf op stelt, mag de rechter
niet straffen.
Art. 14. Door geene handelingen of
overeenkomsten kan aan. de wetten, die
op de publieke orde of goede zeden be
trekking hebber^ hare kracht ontnomen
worden.
Een ieder kan'datgene doen, wat door
de wet niet verboden wordt, en nalaten,
wat de wet hem niet als verplichting
oplegt. De wet strekt alleen tot richt
snoer voor den rechter en geeft aan de
verplichtingen voor den onderdaan.
Warmond. VAN DELFT.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
Financiën en Waterstaat.
Je moet een kraan zijn in de aardrijks
kunde en de topographic van ons lie
ve vaderland om al die rivieren, stroo
men, kanalen, bruggen, dijken, zeewe
ringen, polders, Iiavens en wegen, die
bij de begrooting van Waterstaat ter
sprake worden gebracht, uit elkander
te kunnen houden. In belangrijkheid
stond ver boven'alle andere zaken uit
de gewichtige kwestie van de kanali
satie van de Maas, waarover verschillen
de sprekers het woord voerden.
Wat nog nooit gebeurd is, zal men dit
jaar zien geschieden:, de begrootingen
worden tot Januari, uitgesteld. Afgehan
deld zijn nu: de algemeene politieke de
batten met hoofdstuk 1, de begrooting
van BuiteniandvJ:e Zakenj"vhfl*'" Jiiffftie,
van Landbouw en van Financiën. In Ja
nuari komen aan de beurt Binnenland-
sche Zaken, Oorlog, Marine en Koloniën.
En nu is men bezigmisschien, als de
lezers dit onder de oogen krijgen, reeds
geëindigd met de begrooting van Wa
terstaat. Zoo deze vandaag niet afkomt
wordt er Maandag en Dinsdag verga
derd; anders krijgen de heeren vacantie
't Is te hopen, dat dit laatste voor
uitzicht de heeren bewogen heeft de slui
zen hunner welsprekendheid niet op vól
le wijdte open te zetten. Zoo spraken b.v.
gistermiddag, toen de begrooting van Fi
nanciën nog aan de orde was, niet minder
dan vijf sprekers. Eerst Över de tracte-
meiiten der rijksontvangers. Eerst de
heer Vorsterman van Oijen, daarna de
heer Heemskerk, toen de heer Roodhuij-
zen en ten slotte wilden nog de heeren
Schaper en Ter Laan een duit in het
zakje gooien, ofschoon het ging om men-
schén, die „niet bepaald proletariërs"
waren, merkte de heer Schaper op.
In de avondvergadering waar de Wa-
terstaatsbegrooting werd voortgezet,
kwam ook een belang van ons gewest
ter sprake. De heer v. Wichen sprak n.l.
over de kosten van de lijn Alphen-Bos-
koop-Gouda en hoopte, dat het over
leg met het provinciaal bestuur over de
meerdere kosten van 6 ton spoedig tot
een resultaat za! leiden. De spoorweg,
zoo betoogde spr., is dringend noodig
voor de culturen van Boskoop. Spreker
Ik dank u en tot weerziens. Wan
neer er betere dagen komen, zullen wij
slechts één familie vormen.
De korte rust had hem al—zijn kracht
en moed weergegeven.
Zij vertrokken.
Pierre Lasson reed aan zijn zijde, met
opgewekt gelaat, zijn valies achter zijn
zadel vastgemaakt, zijn geweer aan een
draagband over den schouder, de'geladen
pistolen in de holsters.
Dit beroep van vrijen krijgsman mis
haagde hem volstrekt niet.
Hij nam het op met zijn gewonen
ernst, waarmee hij den door hem afge-
bakenden weg volgde, aan de zijde van
zijn vriend, dien hij gewoon was geweest
altijd te gehoorzamen, bij' spel, studie,
verstrooiingen, vermaak en reizen en op
wiens voorstellen hij steeds hetzelfde
antwoord had gehad
Zooals ge wilt.
Trouwens, in deze ernstige omstan
digheden gehoorzaamde hij ook nog aan
een edeler drijfveer.
Hij begreep de foltering die deze vu
rige jonge man moest ondergaan met
zijn hoog ontwikkeld rechtsgevoel, wien
de revolutie met een slag ail es had ont
nomen ouders, vrienden, vermogen.
Hem wilde hij ter zijde staan in zijn
rouw, hem opbeuren door zijn vriend
schap, hem tot secoiidant dienen in zjjn
6183
vroeg nog kennisneming van de nieu
we plannen voor de betrokken gemeen
tebesturen, en noodigde de regeering
uit, om zoo het noodzakelijk mocht blij
ken, de regeering meer steun te geven
voor deze lijn.
De Week
In het Buitenland.
Voor het laatste bedrijf van het Bal
kandrama is in het begin van deze week
het scherm opgehaald, en al aanstonds
is aan het vermoeden lucht gegeven, dat
we misschien nog een naspel te wachten
hebben. Algemeen is men pessimistisch
gestemd omtrent den afloop, van de Lon-
densche vredesconferentie, en de Turken
doen al hun best om aan dat pessimisme
voedsel te geven. Het is weer de oude
gewoonte van Turksche lijntrekkerij
steeds uitstellen, omdat misschien tus-
schentijds een gunstige factor voor hen
zich kan voordoen.
Als een dergelijk moedwillig uitstel-
zoeken moeten we toch wel de volmach
tenkwestie weer beschouwen. Lang ge
noeg toch is er gesproken over het al
of niet mede-onderteekenen door Grie
kenland van den wapenstilstand. We wis
ten niet beter of in de bepalingen van
deze overeenkomst stond de kwestie ver
meld, dat Griekenland, ondanks het in
dezen niet meeging met zijn bondge-
nooten, toch aan de onderhandelingen in
Londen zou deelnemen. En nu deze be
sprekingen een feit zullen worden en de
Grieksche afgevaardigden tegenwoordig
zijn, zeggen hun Turksche collega's geen
volmacht te hebben om ook met hen
te onderhandelen. Wonderlijk, dat zij dit
eerst j.l. Maandag inzagen en even won
derlijk, dat het krijgen van nieuwe vol
machten zoo lang moet duren, dat tot
tweemaal "toe de conferentie is uitgesteld
moeten worden. Alsof er geen tele
graaf bestond Op die manier schijnen
de Turken weer een slimmigheid te wil
len stellen tegenover die der bondgenoo-
ten, welke, dit beschouwt men overal als
vaststaande, het heel goed gevonden heb
ben dat Griekenland zich afzijdig hield
en zoodoende den Turk belet, zich voor
een eventueel vervolg van den strijd ge
reed te maken.
En werkelijk schijut dit doel bereikt
te worden, want ook met zijli vloot kan
Turkije, ondanks de berichten van suc
cessen buiten de Dardanellen, blijkbaar
tweegevecht met het noodlot, zooals de
edellieden van weleer zich vaak mei den
degen in de hand aan de zijde van hun
vrienden stelden en voor hen streden,
waarbij zij dan hun leven waagden voor
een eenvoudige zaak van eer.
De gewapende opstand, die zich van
het eene einde Bretagne tot het andere
voorbereidde, was geen geheim meer.
Wanneer de boeren hen voorbij hun
huis zagen gaan, groeten zij hem en
riepen elkander toe
Zij komen
Alleen de plaats van bijeenkomst Heef
een geheim, de plannen waren nog on
bekend, maar een trilling, zooals vaak
een hevigen storm voorafgaat, liep de
lucht, door de dorpen, en de gehuch
ten en men rook het kruit tot in de
nederigste hutten en in de afgelegen
gedeelten der bosschen.
De kalme gelatenheid, waarmee men
vroeger de tijdingen vernam van nieuwe
aanhoudingen, de geruchten van terecht
stellingen of van overhaaste vlucht der
aritocraten, die beefden voor hun veilig
heid, van priesters, die als wolven wer
den ppgejaagd, maakte nu plaats voor
een geest van verzet, die allen bezielde
en die elk oogenblik tot een uitbarsting
kon komen.
Jean de Trémazan en Pierre Lasson
volgden paden die slechts bekend waren
niets uitvoeren, zoodat men nu maar lie
ver zag, dat Griekenland zijn politiedienst
ter zee staakte. Vandaar wel die weige
ring om met alle bondgenooten te onder
handelen, terwijl er nog een den strijd
voortzet, een feit, waarin men eerst geen
bezwaar zag.
Echter houdt de Jurk, diplomatieke
slimmeling als hij is, nog een achter
deurtje voor zich opën. Weigert hij bot
weg te onderhandelen als Griekenland
blijft vechten, (Jan ziet hij in, veel kans
te hebben dat de verbonden mogendhe
den den strijd bij Tsjataldsja weer op
vatten. Hetzelfde is hem beloofd, wan
neer hij de approviandeering van Adria-
nopel en Skoetari zou ter sprake brengen.
Welnu, denkt hij, dan maar die beide
dingen geco.mbineerd, licht dat ik dan
in iets mijn zin krijg. Turkije wil dus
met Griekenland onderhandelen als het
de vijandelijkheden staakt, of ook wan
neer de verbondenen toestaan, dat de
beide bovengenoemde plaatsen van pro
viand zullen mogen worden voorzien ge
durende den wapenstilstand. Het is niet
wel aan te nemen dat in dit laatste zal
worden toegestemd, omdat daardoor de
Turk in een belangrijk betere positie ter
voortzetting van den strijd zou komen.
Dat Griekenland zal toegeven is even
min te denken, als men afgaat op de
berichten uit Athene, die de gevechten!
voor de Dardanellen als successen voor
de Grieksche vloot doen voorkomen.
Een kleine hoop op goede uitkomst
geeft nog de vergadering van de ge
zanten der groote mogendheden, die te
gelijkertijd zou plaats hebben en dan
ook deze week is doorgegaan. Veel is
er reeds over gesproken dat deze con
ferentie goeden invloed zou uitoefenen
op den loop der vredesonderhandelingen,
maar nu is deze conferentie bijna geëin-
digd.terwijl de andere nog niet eens goed
begonnen is.
Wellicht echter dat, waar toch alle
zijden van het Balkanvraagstuk wel on
der oogen zullen gezien zijn, het stand
punt der groote mogendheden scherper
omlijnd is en dit weer richting zal kun
nen geven aan de onderhandelingen der
Balkanstaten. Doch we zullen moeten
afwachten, tot iets van die verhandelingen
openbaar gemaakt is, om eenige gevolg
trekking daaruit te kunnen maxen over
het eventueel verloop \au de Balkan
kwestie.
Wat de zaak tusschen Oostenrijk en
aan wilddieven en smokkelaars, zij ver
meden zooveel mogelijk de gehuchten
en hoeven als stroopers, d:e vreezen in
handen der gendarmen te zullen vallen.
De avond begon al weer te vallen toen
zij, bij het overtrekken van een heide opl
korten afstand van La Guyonniere, niet
ver van hen af, bii een dicht kreupel-
boschje, de hooge gestalte van een man
opmerkten, die toen hij hen zag naderen,
terstond terugweek in het kreupelhout,
dat ondoordringbaar scheen.
Die man droeg een geweer op den
schouder."
Onmiddellijk kwam een naam op de
lippen van Jean Trémazan; Gagnard!
Hij moest het zijn, Gagnard, de bosch
wachter van La Guyonniere, een ge
trouwe, gehecht aan zijn meesters tot
in den dood, een dappere, tot geen
zwakheid in staat.
Toen gaf hij zijn paard de sporen,
snelde naar de plaats, waar hij hem
zooeven gezien had en riep luidkeels:
Gagnard
De takken bewogen zich, een muts
van vossenvel kwam er tusschen te voor
schijn, daarna een lichaam en het gelaat
mei de verweerde trekken van den boscli-
wachter vqrtoonde zich, dat een groote
verrassing uitdrukte, vermengd met
vreugde.
(W,ordt vervolgd.)