21
DE TWEE VRIENDEN.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
4e Jaarganjj--
No. 94§,
Bureau OUDE SINGEL, 54, LEIDEN.
latere. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHI|NT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
ƒ1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, f 1.30 per kwartaal. Franco
per post 11-50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2l/i cent. met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Donderdag
November
1012.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regei meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Vriendelijk.
Gedurende een speech van den heer
URfugenholtz, die kilometerde over de
Indische Chineezen-kwestie, ontlook in
!de ©Tweede Kamer opeens deze inter-
jfUptie-bloem
De heer Hugenholtz: Ook de voor-
jgenomen hervormingen zijn het na
spel van het Chineezendrama.
De Minister van Koloniën, de heer
De Waal Malefijt: Volstrekt niet.
De Heer Hugenholtz: In den meest
.volstrekten zin van het woord wél.
Het is het gevolg van de actie der
Chineezen.
De Minister: Absoluut onwaar.
De heer Hugenholtz: Ondanks alle
interrupties van den Minister houd ik
'dit vol.
Dit is weer een merkwaardig staaltje
van de vriendelijke wijze waarop de hee
ren socialisten optreden. Daar wordt nu
een respectabel man als de heer De
Waal Malefijt opeens afgeblaft alsof hij
®en leugenaar ware. Een behoorlijk spre
ker zou bijv. geantwoord hebben, dat hij
(gaarne zou vernemen, wat de Minister
zal weten aan te voeren, ter staving van
zijn meening, maar de heer Hugenholtz
zegt eenvoudig, zij 't dan met wat par
lementair vernis: Loop naaj de maan,
met je praatjes, ik weet het beter.
Ze zijn wél aangenaam in den om
gang, die roode heeren
KAMEROVERZICHT.
TM EËDE KAMER.
De Indische begrooting.
'Wij hadden gisteren den socialist Vlie
gen bijna een pluimpje willen geven,
omdat hij het zoo kort maakte. Maar
vandaag bleek al dat het misère was.
JJit den rooden hoek kwam de langdra
dige Hugenholtz met een dito redevoe
ring aan, die evenals het betoog van
iVliegen bestond uit een aantal klachten
en grieven tegen het gouvernement en
verder grootendeels niet te verwezenlijke
'toekomstmuziek inhield.
Met meer instemming hebben wij naar
dr. Scheurer geluisterd, speciaal toen
hij het goeci recht der zending tegen de
iaantijgingen van links verdedigde. Dr.
Scheurer wees met verontwaardiging
de beschuldiging af, dat rust en
orde worden verstoord door de predi
king van hj;t Evangelie. Hij kon ven-
schillende officieele gegevens aanvoe
ren ten bewijze van den krachtigen be-
schavenden invloed, door missionarissen
en zendelingen uitgeoefend. De gisting
onder de Oosterlingen is dan ook niet
iaan de prediking of het opdringen van
het Christendom te wijten. Deze gisting
bestaat overal, ook in die streken, waar
de zending nimmer doordrong. Zij wordt
uit Europa, meer in 't bijzonder uit Pa
rijs aangewakkerd.
Deze feiten geven een heel anderen
kijk op de zaken als de verhalen van
Üe liberale heeren.
De heer Bogaardt, die zijn rede niet
.voleinde, behandelde eenige detailquas-
ties en laakte, dat de Regeering met
FEUILLETON.
«6)
Jean de Trémazan keek zijln gastheer
Strak aan en vroeg: I
Begrijpt gij er iets van?
Waarvan
Denkt gij ook niet, dat hier verraad
In het spel moet zijn
Stellig.
Van wie?
Oals we dat maar wisten!
Iemand uit Lamballe?
Misschien.
5De kruidenier
Hij is een kwaadaardig schavuit,
Inaar
Welnu?
.Gouray schudde het hoofd.
Hoe had hij al die bijzoniderh'eden
moeten weten
Welke?
Dat de baron de Guern qp hfct
Kasteel van uw vader was.
De baron kan gezien zijn;
Maar er is veel meer, de geheime
plaatsen,op La Guyonnière, de kas
ten met dubbelen bodem en de kist met
geld en papieren, die j.n den tuin vapj
de vele millioenen inlanders te weinig
rekening houdt. In het comité voor de
Rubben-tentoonstelling is b.v. geen en
kelen inlander plaats ingeruimd. Hij wil
van regeeringszijde het streven der inlan
ders naar zelfstandigheid in de hand wer
ken en heeft geen bezwaar tegen een
begin van vertegenwoordiging in Indië,
Dat het hem bij dit al om daden te
doen is, bleek uit de motie betreffende
het opium-verbod, dat hij binnen 10
jaar wil invoeren. Deze motie zal bij de
artikelen nader ter sprake komen.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Uit Sofia worden de overwinningsbe-
richten der Turken ten stelligste gelogen
straft, zonder eenige nadere vermelding
of er gevochten wordt. Nazim-pasja
echter blijft seinen van
gevechten en overwinningen
in de Tsjataldzja-linie. Zijn laatste tele
gram van gisteren luidt als volgt:
„Volgens zoo juist ontvangen berichten
is de vijand, die voor onzen linkervleugel
stond, gisteravond naar de hellingen van
Papas Boergas teruggetrokken. Onze ver
kenningspatrouilles telden meer dan 500
doode Bulgaren op de glooiingen in de
nabijheid van het station van Tsjataldzja;
aan de schouderkleppen kon men zien,
dat zij behoorden tot het eerste regiment
infanterie van Sofia. Een aantal geweren,
kepi's en officierssabels zijn buitgemaakt.
Volgens verhalen van gevangenen zijn
de vijandelijke troepen drie dagen zonder
voedsel geweest en waren zij bij den
terugtocht niet in staat al hun gewonden
mee te nemen. De stemming van onze
troepen is zeer goed.
In een draadloos telegram meldde de
bevelhebber van de Torgoet Reis van
nacht om één uur, dat de afdeelingen,
die van Derkos uit opereerden, gesteund
door het vuur van het scheepsgeschut,
den vijand over een afstand van 10 K.M.
in de richting van Ormanli terug hebben
gedreven.''
Gisteren echter is, volgens gelijklui
dende berichten van beide kanten, niet
gevochten en wel naar aanleiding der
onderhandelingen
over den w:., - .na. De Bulgaarsche
troepen hadden bevel gekregen het ge
vecht te staken en in hun stellingen te
blijven. Nazim-pasja heeft uit Konstanti-
nopel bevel gekregen over den wapen
stilstand te onderhandelen, waarbij hem
als gevolmachtigden ter zijde zullen staan
Izzet bei, de voormalige opperbevelheb
ber in Jemen, en de staatsraad Sjadan-
bei. Wanneer deze besprekingen met
goed succes mochten bekroond worden,
dan 'begint er eenigszins kans op vrede
te komen, daar de onderhandelingen
daarover dan aanstonds kunnen begin
nen. Men blijft echter weinig vertrou
wen koesteren omtrent de geneigdheid
der Turken om de eischen van de ver
bonden in te willigen. Te Berlijn loopt
nu weer het gerucht, naar de Temps
verneemt, dat Bulgarije nog afstand van
het eiland Thasos eischt.
De inname van Monastir
heeft evenmin als die van Kirk-Kilisse,
zoo'n reusachtige hoeveelheid krijgsge
vangenen gegeven als in de eerste be
richten werd vermeld. Trouwens reeds
aanstonds werd uit Belgrado bericht,
dat men daar volstrekt onkundig van al
les was en geen bevestiging dier geruch
ten kon geven. Nu seint de oorlogs
correspondent van de „Msb" dat slechts
één regiment Türkcn werd gevangen ge
nomen. Over de inneming schrijft hij
verder. i
Dinsdagmiddag om twaalf uur nader
den wij de laatste Turksche positie, die
Maandagavond door de Serviërs was ge
nomen, en die op twee kilometer af
stand van Monastir ligt. Het was prach
tig weder.
De Turken hadden hier tegen de ber
gen een zeer sterke stelling, doch moes
ten tengevolge van het hevig vuren van
den Servischen linkervleugel tenslotte
den strijd opgeven.
De dappere Serviërs hadden een zwa
re taak. De soldaten van den linkervleu
gel moesten namelijk op de overstroom
de Baba-vlakte over een afstand van 2
kilometer tot een hun middel door het
water gaan.
In den nacht vluchtten de Turken naar
Fiorina, ten Zuiden van Monastir, in
de bergen. Ze lieten dertig kanonnen
achter. Vele stukken geschut vielen in
den bergstroom.
•••Jp onzen weg naar Monastir zagen
we tal van stervende paarden liggen en
doode Turken met verwrongen trekken,
in de nabijheid van kanonnen.
Om één uur trokken wij niet de ar
tillerie de veroverde stad binnen. Een
geestdriftige onlvangst wordt ons be
reid. Ofschoon Turken, die zich verbor
gen hebben gehouden, nog uit de hui
zen schoten lossen, zijn e r toch vele
bewoners in de straten, cKe juichkreten
aanheffen-en op andere wijze van hun
geestdrift blijk geven.
Van de balcons werpen meisjes bloe
men naar ons toe. We zien de Griek-
sche gevangenen die door de Serviërs
bevrijd zijn.
De Belgische kamer
heeft zich gisteren onledig gehouden met
het bespreken van de ministerieele ver
klaring, waarbij natuurlijk de volle na
druk viel op de militaire kwestie. Men
had gedacht dat daarbij oneenigheid bij
de rechtsche partijen zou blijken en
vooral had men zich gespitst op de
redevoering van Woeste. Deze is voor
hen, die zulks gaarne hadden gezien, een
tegenvaller geweest.
Volgens het verslag van het Brussel-
sche „N. v. d. D." sprak Woeste over
de militaire kwestie aldus:
„Aan de verklaringen van minister de
Broqueville aangaande de militaire
kwestie moet ik eenig voorbehoud ma
ken. Indien het op de verslagen van onze
diplomaten in den vreemde is, dat men
steunt om een legerhervorming voor de
stellen, dan moet ik doen opmerken, dat
wij dan ook het recht hebben kennisge
ving van de verslagen onzer diplomaten
d'Achet begraven was, daar had Le-
doux onmogelijk van kunnen, weten en
toch wist die regeeringscommissaris uit
Parijs dat.
Ge heft gelijk.
Ledoux can het niet zijn.
Maar wie dan?
Gouray haalde de schouders op.
Hij wist het niet, want wanneer hij
iets geweten of zelfs maar vermoed had,
dan zou hij het zeker wel aan Jean de
Trémazan gezegd hebben.
Deze hernam:
.Als God mij het leven laat, dan zul
len wij het eenmaal weten. Hebt gij niet
den een of andere nvreemdeling in de
stad gezien?
Neen.
Jean strekte den arm uit.
En in het huis hierover?
Bij Nollan
Ja-
Daar is niets bijzonders gebeurd.
Eensklaps bedacht hij zich.
Ja toch: de dokter heeft eenige da
gen bij zijn vader doorgebracht.
Is hij weer vertrokken?
Den dag vóór de huiszoeking.
Naar Parijs?
Dat heeft men gezegd, maar zeker
weet ik het niet. Dokter Nollan en ik
hebben nooit gemeenzaam met .elkander
omgegaan
te vragen. (Zeer welop verscheiden
banken.)
„Men heeft hier de oorlogsbazuin hoo
ien weerschallen. Men heeft gewezen op
de donkere wolken, die aan den diplo-
matieken hemel oprijzen, men heeft ge
zegd, dat da mogendheden zich meer
en meer waepnen, en nochtans wedijve
ren de groote mogendheden om ter
meest om hun vredelievende inzichten te
verhalen. .Is onze onzijdigheid en is ons
land dan wezenlijk in gevaar? Ik stel
de vraag en moet ze ontkennend beant
woorden.
„De geachte staatsminister onderzoekt
vervolgens de traktaten van 1815, 1832
enz., en komt tot het besluit dat niemand
het recht heeft- te twijfelen aan het ge
geven woord der mogendheden. Ik stel
te veel vertrouwen, zegt hij, in hunne
rechtschapenheid. (Spotgelach links.)
„Wij hebben alleen een leger noodig
om ons tegen eene toevallige overrom
peling van ons grondgebied te verdedi
gen, doch dit leger mag nooit een aan
vallend zijn, het moet altijd een ver
dedigend leger blijven en de ware be
langen van het land niet te boven gaan.
Ik wil toestemmen in eiken maatregel,
indien het bewezen wordt, dat ons le
ger niet voldoende is om 's lands on
afhankelijkheid te verdedigen. Ik heb
over drie jaar de militaire wet bestreden
en gezegd, dat /?et eene gebrekkige op
lossing was, en dat men ze opnieuw
op 't gebouw zal moeten leggen. Ik
zie nu inijn oordeel bewaarheid."
Woeste eindigde met te verklaren, dat
hij het militair ontwerp, dat hij hoopt,
„matig en voorzichtig" opgesteld te
zien, met de grootste bereidwilligheid
zal onderzoeken.
De socialist v. d. Velde had het na
tuurlijk het drukst over de grondwether
ziening. Bij de debatten over de ministe
rieele verklaring betoogde voorts de mi
nister-president dat de regeering vast
beskoten is de neutraliteit van België
te verdedigen. „Politieke verdragen heb
ben eenzelfde waarde als wetten, die
toch ook zoo vaak geschonden wor
den", heeft Palmerston eens gezegd.
Een volk kan zijn neutraliteit enkel doen
eerbiedigen door de kracht der wape
nen.. .Spoedig zullen wij u vragen om
een organisatie van den algemeenen
dienstplicht. Wij moeten beveiligd zijn
tegen elke poging, die, welke van on
ze buren ook, tegen ons mocht willen
ondernemen, want de kansen waaraan
wij blootstaan hebben zich aanzienlijk
verslechterd. Het is n.l. de vraag, of de
groote mogendheden, die onze neutra
liteit hebben gewaarborgd, eventueel
niet zelf tot de oorlogvoerende partijen
zullen behooren.
De minister-president voegt aan deze
opmerkingen nog toe, dat de nationale
eer en de noodzakelijkheid om veilig
te wezen eischen, dat het leger voldoen
de sterk zjj om de neutraliteit te doen
eerbiedigen, en te maken, dat zij in geen
enkel opzicht geschonden wordt.
Het zou kinderachtig wezen, niet de
gevaren te erkennen die voortspruiten
uit het feit, dat België is gelegen temid-
Is hij, t ijdens hij hier was, wel eens
naar La Guyonnière geweest?
Dikwijls. Men zegt zelfs dat hij
dien ongelukkigen baron de Guern heeft
behandeld.
Zoo.
De waard voegde er met zekere on
verschilligheid bij:
Men verzekert ook, dat hij vertrok
ken is, toen zijn patiënt hem niet meer
noodig had.
En is hij ook naar d'Achet gegaan.
Ik geloof het wel.
Er heerschte een oogenblik stilte.
Geen van de beide vrienden durfde den
ander opbiechten, wat er in hem omging
en toch was in beiden dezelfde gedachte
gerezen.
De klok van de kerk, die niet ver weg
was, kondigde met 12 slagen het midder
nachtelijk uur aan.
Jean de Trémazan stond op, dronk
zijn laatste glas wijn uit en nam de twee
sterke handen van z'n vriend in de zijne.
Mijn beste Frangois, zegde hij, wij
moeten elkaar verlaten.
t Nu reeds?,
Ik zal snel moeten reizen met lange
dagmarschen.
Ge blijft dus bij* uw besluit?,
3tijfhoofdig herhaalde de jonge man:
Zooals ik gezegd heb. Wie weet
.qI jvji elkaar, uog weer üillfia zien
den van groote mogendheden, die met
elkaar in oorlog kunnen komen.
Omtrent de herziening van de grond
wet zeide de minister: „Wij zijn geens
zins gekant tegen den vooruitgang, het
beginsel echter van de soevereiniteit
der regeering mag niet aangetast won
den en wij kunnen niet wijken voor
bedreigingen, te meer nu hetgeen ons
gevraagd wordt, zoo kort na de verkie
zingen, iets abnormaals zoude zijn, daar
een groot aantal onzer vrienden voor
de verkiezingen zich tegen een grond
wetsherziening hebben verklaard."
Dat beteekent o.i. zooveel als de kous
op den kop van v. d. Velde en den
deksel op den herzieningsdoofpot.
GEMENGD
Door de geboorte, gisteren, van
een zoon van Aartshertog Karei Franz
Josef van Oostenrij k heeft dit land
een lateren troonopvolger gekre
gen. De kinderen toch van den huidigen
opvolger Frans Ferdinand zijn van den
troon uitgesloten door zijn huwelijk met
een niet „ebenbürtige" dame.
Een vl o e d g o 1 f heeft de steden
Savanna la Mar en Lucea (beide op Ja
maica), feitelijk geheel vernietigd.
Naar luid van de berichten, van de ramp,
door stoombooten te Kingston aange
bracht, zijn er aan de Montigo-baai 42
menschen omgekomen. De gouverneur
van Jamaica is per extra trein met een
afdeeling artilleristen, 300 tenten, voor
raden, enz. vertrekken naar de plaats
van de ramp.
Dinsdagochtend heeft in de stad
Mexico een aardbeving plaats ge
had, van 55 seconden. De buizen van
de waterleiding sprongen en in de ge-
heele stad scheurde het plaveisel. Ver
scheiden huizen en openbare gebouwen
zijn beschadigd.
Een trein van de Canadian Pacific
Railway is bij Gull Lake (in de pro
vincie Assiniboia), met een andere i n
botsing gekomen. Volgens de eer
ste berichten zijn er 18 dooden.
De vier bandieten te New-York!
die op instignatie van den New-York-
schen politieluitenant Becker den moord
aanslag op den speelhuishouder Ro
senthal volvoerden, zijn gisteren door
ae Jury schuldig verklaard aan moord
met voorbedachten rade. Zij zullen dus,
evenals Becker, ter dood veroordeeld
worden.
Houd moed en goede hoop, het
kwaad is nog niet gesticht.
Het zal gesticht worden, daarom
trent maak ik mij geen illusiën. Mijn arme
zuster, mijn moeder, mijn vader, onze
vrienden
Een snik belette hem zijn zin te vol
tooien.
Hij drukte nog sterker de handen van
zijn vriend.
Nog één dienst moet ge mij be
wijzen, zegde hij.
Alles wat ik kan.
Nollan?
De oude?
Ja, hoe is het met hem?
Verouderd, gebroken, vernietigd in
enkele dagen. Hij is niet te herkennen.
Hoe komt dat?
Een onverklaarbare ziekte. Hij is
nog slechts een schim vafti hetgeen hij
vroeger was.
En heeft hem dat plotseling over
vallen?
Ja-
Nog zachter vroeg Jean:
En... Thérèse?
ZÜ is ook veel veranderd, zij ge
lijkt een marmeren beeld met trekken als
van was, droevig om aan te zien.
A.rm meisje.
IHelaas.
Francois.
Koninklijke besluiten.
Bij Kon. besluit is B. Mulder, secretaris
der gemeente Erinelo, benoemd tot rid
der in de orde van Oranje-Nassau;
zijn herbenoemd tot leden vanwege
Nederland van het Permanente Hof van
Arbitrage: mr. T. M. C. Asser, minister,
van Staat, lid van den Raad van State;
jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, mi
nister van Staat, oud-ininistcr van Bin-
nenlandsche Zaken, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal; jhr. mr. G. L
M. H. Ruys de Beerenbrouck, oud-minis
ter van Justitie, Commissaris der Ko-
Mijnheer Jean?
Ziet gij haar wel eens?
Als ik wil.
Zee haar dan. dat ik hier gew eest
ben, dat ik haar had willen spreken,
al was het maar een minuut, haar een
kus geven, een enkelen, maar dat ik er
den t ijd niet toe had. Laat zij tegen allen
zeggen, zelfs tegen haar broeder, dat ik
niet meer ben, dat zij geen hoop heeft om
mij weer te zien. 'tMoet. Leven of dood:
hangt er voor mij af. Ge begrijpt mij?
Ja.
Zeg haar dat ik niet veranderd ben,
dat ik vertrouwen stel in de toekomst,
dat ik hoop op betere dagen, verstaat
ge, Frangois?
Vaarwel, mijn vriend. In een tijd
als deze kan men van niets zeker zijn.
Wie weet of ik Lamballe zal weerzien?
Zeker.
Vaarwel.
Hij drukte nogmaals lang en krachtig
de handen van den braven Bretagner
en voegde er bij
Ge moet haar zeggen, dat ik haar
in gedachten heb omhelsd. Nogmaals
vaarwel, Frangois. Wij zijn vrienden in
leven en sterven.
Vaarwel, mijnheer Jean.
Vergeet het niet.
r-; Geer. nood. tV^ordt vervolgd.)