DE TWEE VRIENDEN.
BUITENLAND.
4e Jaargang,
No. 943.
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIINT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
ƒ1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2'/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Donderdag
14
November
1912.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geenhandeis-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
V* De linker concentratie.
Groote gebeurtenissen werpen haar
schaduw vooruit.
Zaterdag a.s. hebben de algemeeiie ver
gaderingen plaats der drie vrijzinnighe
lden en ziet: telkens leest men in de
bladen, dat het concept-concentratie-pro
gram door de plaatselijke kiesverenigin
gen hier,en daar en ginds met algemeene
stemmen is goedgekeurd.
Prachtig, nietwaar? Men kan eruit
proeven, hoe 't Zaterdag gaan zalgoed
keuring van de vrijzinnige lijmstok bij
acclamatie.
De vooruitgezonden overwinningsbul
letins hebben echter dit merkwaardi
ge: ze spreken schier geen van alle
over een der vermelding waardige dis
cussie. Er zal natuurlijk in de samen
komsten wel een en ander gezegd zijn,
maar wat en hoe lekt niet uit.
Een tweeledige conclusie valt hier uit
te trekken: óf er werd gecritiseerd, wat
tnen handiglijk verdonkeremaant, óf men
zeide zoo weinig mogelijk, omdat de
voorzichtigheid de moeder is ook der
politieke porseleinkast. We gelooven dit
laatste, want als er ook maar eenigszins
geanimeerd was gesproken, zou dit toch
wel aan de berichten te merken zijn.
Mr. van Houten zal met jiit gladde
verloop van zaken wel niet in zijn schik
wezen, want volgde mén zijn zin, dan
iwerd het eigenlijke program weggelaten
en bepaalde men zich tot den aanloop,
waarbij die verfoeilijke clericalen en
voorwaar ook die klassenstrijderige so
cialen in den hoek werden geduwd. Een
Staatkundigen Brief zelfs heeft hij aan
'dit lumineuze denkbeeld gewijd, maar
het gevolg P5 "nihil? telkens klinkt hem
in de oorenprogram goedgekeurd, pro
gram goedgekeurd.
Wat zal dat Zaterdag een roerende
eenstemmigheid geven: de clericalen er
uit, de socialen eruit, en dan blijven de
vrijzinnigheden knusjes bijeen. O wee,
als er gewerkt moet worden, want dan
kunnen ze zonder de socialen de cleri
calen niet weerstaan.
Stil: spreekt daar niet over, mijne
vrienden; keurt het programmetje goed
en verheugt* u zoolang ge binnen zijt,
in de beschermende vergaderzaal, want
zoodra ge buiten komt, in den strijd,
Wacht u de ontnuchtering. Ook deze
werpt haar schaduw vooruit, maar met
'de oogen dicht zien we dat niet
En zoo zal Zaterdag de vrijzinnige
concentratie beklonken worden.
KAMEROVERZICHT.
tweede kamer.
De Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering.
Over artikel 19, dat de lezers uit ons
vorig overzicht kennen, is gistermorgen
de beslissing gevallen en wel in den zin,
als vooruit was voorspeld: alle amende
menten zijn verworpen. Behalve het
staatspensioen-voorstel van de socialisten,
dat alleen de roode broeders steunden,
ging het bij alle stemmingen rechts tegen
links, slechts met deze twee uitzonderin
gen dat mr. Treub ten slotte vóór het
FEUILLETON.
40)
Sicard trad binnen.
Zijn gelaat drukte een gehuicheld
medelijden uit en tevens de vreugde
Over den verkregen uitslag.
Hij vroeg den graaf de Trémazan:
Gij houdt dus vol, dat gij geen
(schuilplaats hebt verleend aan den voor-
maligen baron de Guern?
,De graaf antwoordde niet.
Hij ihad alles begrepen
Sichard hernam
Wist gij niet dat op het hoofd van
dezen bandietenaanvoerder een prijs was
jgesteld
De graaf bewaarde het stilzwijgen.
Nu ging de vertegenwoordiger der
'Conventie naar het venster en stiet dit
jopen.
Zie! beval hij. Alles is ontdekt!
Met bewijs is geleverd. De wapens van
den voortvluchtige waren hier in huis
.verborgen, ik heb ze gezien en de kas,
waarin gij ze .verborgen liadt verzekerd.
Hij strekte den arm uit en wees naar
byiteo
ongewijzigde artikel 19 en mr. van ld-
singa er tegen stemde. Er was tenminste
aan de linkerzijde nog één man te vinden,
die niet geheel verpolitiekt is en den
moed bezit voor zjjn overtuiging uit te
komen.
Hetzelfde lot als de amendementen op
art. 19, ondergingen ook de verder aan
de orde gekomen wijzigingsvoorstellen.
Mr. Patijn, die een nieuw artikel in de
wet beoogde in te lasschen, teneinde van
staatswege een toeslag voor iedere rente
te garandeeren, leed, wederom bij zuivere
partijstemming, fiasco, evenals mr. Treub,
die eenige nummers verder stokstijf vast
hield aan zijn amendement, strekkende
om de uitvoering der wet aan de Raden
van Arbeid op te dragen. Minister Talma
toonde aan, dat hij en mr. Treub feitelijk
hetzelfde wenschen, maar men kan den
Raad van Arbeid niet meer hooi op zijn
vork laden, dan hij kan dragen. En wat
geeft het nu in de wet te zetten, dat de
R. van A. de wet uitvoert, terwijl men
bij voorbaat overtuigd is, dat het werk
door den Voorzitter wordt verricht.
De Minister was ondertusschen niet
ongeneigd enkele wijzigingen in het be
wuste artikel aan te brengen, waardoor
eenige bezwaren werden ondervangen.
De heeren Patijn en Schaper, die 00
heizelfde artikel ook amendementen had
den ingediend, trokken ze nu maar weer
in en mr. Treub zag het zijne verworpen.
Wij zijn nu genaderd tot art. 25. Hier
over morgen.
AU
•N OVERZICHT.
den malen ging dat de Bulgaren, reeds
met succes tegen de Tsjataldsjalinie ope
reerden, is daarvan officieel nog njets
bekend gemaakt. Integendeel is inen. te
Sofia zeer verwonderd over die berich
ten. De waarheid is volgens de corres
pondent der „Koln. Ztg." dat er nog
geen schot gelost is. Van het oorlogs
terrein is overigens weinig njeuws, dan
alleen van den
strijd om Skoetari
De „Süd Slavische Korrespondenz"
verneemt, dat dfc militaire toestand voor
Skoetari stellig ongunstig is geworden
voor de Montenegrin en. De kolonnes
op de linkerzijde van de Bojana, die,
naar het heette, met succes tegen Skoe
tari opereerden, zijn in een strijd van
drie dagen door Essad pasja verslagen
en tot Belaj teruggeworpen. De vele
sneeuw en de overstroomingen, van de
Bojana hebben de Mohten.egrijnen in
een moeilijken toestand gebracht, daar
zij ook zeer lastig van levensmiddelen
voorzien kunnen worden. De moeilijkhe
den van een winterveldtodht zijn be
gonnen en hebben de slagvaardigheid
van de troepen verminderd. In h.et4jyion-
tenegrijnsohe hoofdkwartier heerscht
over den stilstand van de operaties gnoo-
te ontstemming.
Daarentegen spreken berichten uit het
Montenegrijnsche hoofdkwartier het voor
gaande wel eenigzins tegen.
De Christelijke en zelfs de Muzeiman-
En ziedaar zijn lijk!
De twee vrouwen werden nog een
weinig bleeker, maar zij slaakten geen
kreet.
Geen klacht ontvlood haar lippen.
Sicard vroeg weer
Dit is wel het stoffelijk overblijfsel
van den man, dien gij in uw huis hebt
opgenomen
Ja-
Baron Yves de Guern?
Hijzelf.
Dus eindelijk bekent gij?
Ja, dat is het stoffelijk overschot van
den man, die voornemens was u den
oorlog te verklaren, en hij had gelijk.
Hij is dood. Anderen zullen zijn plaats
innemen.
Het is uw vonnis, dat gij daar uit
spreekt. Ik neem u gevangen als den
hoofdschuldige en -deze burgeressen als
uw medeplichtigen. Ik moet u naar
Reniies voeren en van daar naar Parijs.
Gij zult verschijnen voor de revolution-
naire rechtbank. Deze beoordeelt de m,is-
daden tegen de natie.
Op waardigen toon sprak de graaf:
Het is goed, doe uw plicht. Wan
neer het verleenen van gastvrijheid een
misdaad is, dan beken ik een misdaad
gepleegd te hebben, jnaar ik alleen ben
schuldig.
sche bevolking van Skoetari heeft, ver
schrikt door het hevige bombardement^
een afvaardiging naar Riza-'oei, den, com
mandant van Skoetari, gezon.den om ver-
toogen tot hem te houden, daar er hui
zen beschadigd waren, het verkeer ge
stoord werd en de persoonlijke veilig
heid in gevaar gebracht was. Men moest,
zeide men, de stad overgeven of aanval
lend te werk gaan, tenein.de de stad' een
nieuwe beschieting te sparen.
Riza-bei moet geantwoord hebben, dat
het zijn plicht was om zoo lang mogelijk
stand te houden. Een aanvallende bewo
ging was ondoenlijk. De Turken bevin
den zich in een stelling, die hen noopt
tot verdediging. Er kan geen sprake
van zijn, om de vesting over te geven-
Sedert gisternacht belemmeren hevi
ge regens de krijgsverrichting|en aani-
merkelijk.
Men verzekert, dat een Servisch corps
in aantocht is, ten einde de Monteno-
grijneir'bij de verovering van, Skoetari
te helpen.
Naar men weet hebben de Montene-
grijnen eenig succes behaald bij de ha
vensteden Alessio en Sail Giovanni di
Medua. Er is reeds gezegd dat zij deze
plaatsen bezet houden, doch nu beweert
de „Daily Telegraph" dat ze er weer»
uit verdreven zijn.
Voorts komt een bericht dat Oosten
rijk bij Koning N'ikita geprotesteerd
heeft tegen die bezetting en verklaard
niet te zullen dulden dat Montenegro
die havens blijvend bezetten. De koning
moet geantwoord hebben dat hij dit
dreigement aan zijn laars lapte.
Dit kan dan weer een zelfde kwestie
Oostenrijk en Servië
Veel bijzonders wordt hiervan niet
bekend dan dat beide partijen op hun
standpunt blijven staan. Toch zqgt het
„Berl. Tagebl." schijnt het, dal er een
vredelievende oplossing van het conr
flict tusschen Oostenrijk en Servië in
het zicht is. Onder de bemiddelings
voorstellen, waarover op het oogenblik
beraadslaagd wordt, is ook dat Servië
een Alhaneesche haven krijgl, echter zonr
der achterland en met de verplichting,
haar niet te versterken. Een on.zijdige
spoorweg zal door Albanië, dat autono
mie krijgt, naar de Servische haven
gaan. Er zijn aanwijzingen voor, dat de
Servische regeeriiig meer gjeneigd is om
in een vergelijk te treden, n,aaj- het
schijnt op aandringen, van Bulgarije.
Danef moet dan ook, naar van. andere
zijde verluidt, aangedrongen hebben, op
toekenning van, een h aveu aan de Adria-
tiscihe Zee aan Servië. Oostenrijk zou
ten slotte onder zekere voorwaarden
(waarschijnlijk de bovenstaande) aan
Servië toegang tot die zee toestaan.
Bulgarije zou eenige kleine vergoedin
gen aan Roemenië geven,
In diplomatieke kringen in, Berlijn,
aldus de „Berl. Z. a. M.", is de kalme
opvatting van den toestand, die giste
ren reeds heerschte, nog versterkt. Men
is van meening, dat de jx>litieke toestanjd
alle dreigende scherpte verloren heeft
en vermoedelijk ook niet meer zal aan
Hij wees naar zijn vrouw en zijn
dochter en voegde er bij:
Zij hebben niets gedaan dan mij
gehoorzaamd.
Sicard antwoordde:
Ik heb mijn bevelen. Dë rechtbank
zal over haar lot beslissen.
Om 8 uur 's morgens zette de treurige
stoet zich in beweging.
Sicard had de wapens van den baron
en die, welke op het kasteel La Guyon-
nière bijeengebracht waren, op een berrie
laten pakken. Noch het zilverwerk, noch
het goud en de assignaten, op het kas
teel gevonden, had hij vergeten.
De graaf de Trémazan, zijn vrouw
en zijn dochter, gevangenen van den ver
tegenwoordiger der Nationale Conventie,
hadden de gunst verkregen, dat zij in hun
eigen rijtuig naar Lamballe gevoerd -zou
den worden. Sicard met zijn handlangers
Burthe en Morillon volgden hen in zijn
reiskoets zonder hen uit het oog te ver-
Hezen. Eenige welwillendheid was hij
hun wel verschuldigd. De buit, dien hij
meevoerde en waarvan hij alleen hoopte
te ge'nieten de onomkoopbaren zijn in
alle tijdstippen zeldzaam geweest ver
tegenwoordigde een aanzienlijk bedrag.
Omstuwd door een peleton nationale
garden, gingen Bonnet, de tuinman, ont
nuchterd [door d£n schrik van zijn ge
nemen, al zullen ook nog allerlei ver
schilpunten rijzen. Zelfs als de Ser
viërs te Doerazzo binnenrukten, en in
dit geval, wat inen nog niet zeker weet,
een Oostenrijk-Hongaarsdhe vlootde-
monstratie voor Doerazzo zou volgen,
zou men daarin geen gevaarlijk veav
sohijnsel zien. Er wordt overal nadruk
op gelegd, dat de onecnrif .eid tusschen
Oostenrijk en Servië geen gevaar meer
is voor den Europeesdhen vrede.
In het Engelsche lagerhuis
is het dezer dagen een janboel. Het
schijnt dat men ook daar aan de alge
meene parlementaire herrie wil gaan
mededoen en op het punt staat de En
gelsche deftigheid geheel te verliezen.
Naar aanleiding der Home Rulewet die
de regeering zoo spoedig mogelijk af
gehandeld wil hebben, heeft zij met
grooten tegenstand van de oppositie te
kampen. Deze is er nu plotseling in ge
slaagd een spaak in het wiel te steken.
Op een moment dat ze er zeker van
was in de meerderheid te zijn lanceer
de ze een zeer ingrijpende motie, waar
door de heele financieele regeling in
duigen dreigde te vallen. Gister heeft de
nasleep hiervan weer tot rumoerige too-
neelen aanleiding gegeven. Asquith had
de indiening van een voorstel aangekon
digd, strekkende om die inotie te ver
nietigen. Dat zou gisteren geschieden
in een stampvolle vergadering.
Asquith legde er den nadruk op, dat
indien het belangrijke amendement van
Banbury niet wordt ongedaan gemaakt
het voor de regeering onmogelijk wordt
met haar taak voort te gaan, wijl dat
amendement de doodsteek geeft aan dï
Home Rule-ontwerp moeten worden ge
troffen.
Asquith betoogde nu echter, dat de
aanneming van liet amendement de wer
kelijke meening van het Huis niet weer
gaf, en daarom was de regeering van
meening, dat het Huis gelegenheid be
hoorde te krijgen, de aanneming van
het amendement hetzij te bevestigen, het
zij ongedaan te maken.
Ten slotte overgaande tot de quaestie
of de regeering al dan niet behoort af
te treden, zeide de eerste-minister, dat
de regeeringsmeerderheden de laatste
weken in het Lagerhuis waren toege
nomen. „En onder die omstandigheden
nog geheel afgezien van andere re
denen, waarover ik thans niet wil uit
weiden, maar die het heengaan van de
regeering op dit oogenblik lastig en in
het algemeen ongewenscht zouden doen
zijn ben ik van oordeel, dat indien de
regeering thans zou aftreden, zij zou han
delen in tegenspraak met de beste tradi
ties van ons politieke leven en in strijd
met haar verantwoordelijkheid."
De rede van den eerste-minister werd
door de leden der regeeringspartij toe
gejuicht.
Een rumoerig d ebat volgde op As-
quith's redevoering in den loop waarvan
Sir William Bull, Unionist, door den
voorzitter tot de orde geroepen werd,
daar hij Asquith een verrader noemde.
Daar Sir William Bull zijne woorden
vangenneming, en^ijn kameraad Gagnard,
die hem met de grootste minachting
behandelde, te voet Bonnet met gebogen
hoofd en wanhoop in het hart, Gagnard
met het hoofd fier omhoog en in een
houding van moed en vastberadenheid,
die indruk maakte op zijn omgeving.
Halverwege Lamballe liet de kruidenier
Ledoux, zootrotsch alsof hij een schitte
rende overwinning behaald had, zijn troep
halt houden op het erf van een boerderij
aan den zoom van het bosch van Kilian,
waar Hubert Nollan het voorbijgaan van
den baron de Guern bespied had in den
noodlottigen nacht, toen laatstgenoemde
zich naar 't kasteel La Guyonnière bqgaf.
Toen men weer op marsch wilde gaan,
zochten de gendarmen en de nationale
garden tevergeefs naar een van hun ge
vangenen. Gagnard was verdwenen.
Waar was hij?
Commandant Ledoux was woedend en
de gendarmen doorzoch'.en de boerderij
van d-en zolder tot den kelder.
Vruchieloos.
Zij speurden in het kreupelhout van het
j bosch van Kilian, in de struiken der
naburige velden, maar met even weinig
gevolg.
Sicard beval, dat men de vervolging
staken zou. De vlucht van dien eenen
gevangene, nog w,el een der onderge
niet wilde intrekken, werd hem gelast
het Huis te verlaten. Buil geeft aan het
bevel gehoor en verlaat de vergaderzaal.
Vervolgens hadden wanordelijke too-
neelen plaats, waarbij de oppositie som
mige sprekers belette aan het woord te
komen; de voorzitter verdaagde daarop,
de zitting voor een uur, met het oogj
op de heerschende ernstige verwarring.
(Luide toejuichingen van de banken der,
oppositie.)
Toen de vergadering weer was ge
opend, bleek uit alles, dat de oppositie
het erop had gezet, de wanordelijke too-
neelen voort te zetten. En zoodra de at-
torney-generaal was opgestaan om het
woord te voeren, brak het oproer met
hernieuwde kracht los. Hij ging toen
maar weer zitten, maar ook toen de uni
onist Helmsley wilde spreken, bleef de
oppositie voortgaan met het roepen van
„verdagen, verdagen."
Ten slotte verdaagde de voorzitter de
vergadering tot den volgenden dag. Dit
gaf aanleiding tot luide toejuichingen bij
de oppositie.
Toen Asquith en andere ministers het
Huis wilden verlaten, werd er voor hen
gejuicht door de regeeringspartij, het
geen door de oppositie werd beantwoord
met gesis en gehuil, terwijl er werd ge
schreeuwd: „Er uit"; „geen Home Rule'
enz.
Een boek, door een lid van de op
positie gegooid, raakte Churchill tegen
de borst; ook werd met een papierbun
del naar Asquith gegooid. Het projec
tiel trof hem echter niet. De vergade
ring ging in de grootste herrie uiteen.
De liberalen gelooven, met het oog op
de incidenten, die zijn voorgevallen, dat
organiseerde politiek van ""hérriërnaleen
te volgen, teneinde op die manier de wet
gevende machine stop te zetten.
GEMENGD
Uit Tandzjer meldt men aan de
Köln. Ztg.: Het garnizoen van Gi
braltar zal met het oog op den Bal
kan-oorlog met 1600 man versterkt wor
den. 'Ook een ingrijpen in Tandzjer
schijnt niet buitengesloten te zijn, met
het oog op de internationale verwikke
lingen tengevolge van den oorlog.
De Berl. Morgenpost verneemt uit
Kopenhagen: Den 13en October hebbeii
een Zweedsch en een Deense li
journalist, en wel Filip von Schwe-
rin, de oorlogscorrespondent van het
Stockholmsche dagblad Nya Dagligt AI-
lehanda, en de Kopenhager journalist
Frans Jensen van het blad Riget, zich
samen naar Konstantinopel begeven. Van
daar zijn zij het Turksche leger ge
volgd. Men is tot heden zonder bericht
van hen. De Deensche en de Zweed-
sche consul te Konstantinopel hebben
vergeefs een onderzoek ingesteld. Men
vermoedt dat beide correspondenten zich
in ge vangenschap bevinden of dat
zij zijn doodgeschtoen.
Uit Madrid wordt aan de Berliner
Zeitung am Mittag geseind, dat volgens
een vriend van den vermoorden mi
tt i s te r-p r e s i de nt de overleden mi
nister hem op 8 November aan een mal-
schikten, kon zijn vreugde niet bederven.
Hij had de slotbewoners van La Guyon
nière in zijn macht, het bewijs van het
geen hij hun misdaad noemde en dal in
werkelijkheid slechts een heldhaftige
daad was, en bovendien het bewijs, dat
de hoofdman der Bretonsche samen
zwering was overleden. Dat was genoeg
voor één dag en zijn optreden hier moest
hem den lof doen inoogsien van het
Comité van Openbaar Welzijn, de Com
mune en de Nationale Conventie. Wat
kon hij meer verlangen?
Trouwens, hij had geen tijd te ver
liezen en lnj stelde zich voor nieuwe
veroveringen te inaken en nieuwe schat
ten mee te voeren. Er moesten nog huis
zoekingen gedaan worden bij Kcroual,
d'Achet en Balazé, wier kasteelen reeds
waren bezet door soldaten, gendarmen
en nationale garden uit den omtrek.
Daar wachtte men hem, 0111 nieuwe
gevangenen te maken. Hij kon daar,-
evenals op La Guyonnière, met des te
meer zekerheid optreden, omdat nog
nooit de bevelhebber van een leger beter
was ingelichi omtrent de kracht en de
zwakke punten van den vijand dan hij
het was door het verraad van zijn vriend,
den eerloözen dokter Hubert Nollan.
(Wordt vervolgd.)