van de fanatieke oorlogsddhch. der Mu
zelmannen, die hun laats (en, droppel
bleeds veil hadden voor den vaan des
profeets; die vochten totdat zij stervend
neerlagen en dan npg trachtten een laat-
sten vijand te doen sneven, door liun
kromzwaard?
En nu hebben we ge ien de verschrik
kelijke demoralisatie waaronder het
Ttirksche leger lijdt De fanatieke dap
perheid j|er Janitsaren is verdwenen,
het Tur'ksche volk is geen strijdei cvolic
meer, zijn aanvoerde, s zijn in onderlinge
partijtwisten verdeeld, het vertrouwen
de leiders is verloren en de oorlog is ge
worden een aaneenschakeling van orde-
looze vluchten, waarbij de officieren zelf
't voorbeeld geven. En nu mogen men al
willen trachten dit euvel nog den kop
in te drukken door eenige malejn on
verbiddelijk de oorlogswetien toe tc pas
sen en de lafaards als dolle honden nood
te schieten, het kwaad is te diep door
gedrongen tot het hart der natie, dan
dat nog met eenige mogelijkheid :L
ondergang af te wenden is.
De laatste nederlaag bij Loele Boergas
schijnt de Turk tot de bekenning zijns
onmachts te hebben gebracht en er wo.dt
reeds gemompeld over onDei handelin
gen voor den vrede. Na nog geen veer
tien dagen oorlog ziet hij de noodzake
lijkheid voor oogen, langs minnelijken,
weg te trachten ten minste te redden
wat er nog te redden valt.
En misschien kan dit nu een, oplos
sing brengen, die ons voor npg meer
dere rampspoeden behoedt. Een rege
ling toch verkregen door de Balkin
strien onderling, kan gen, intervatie der
mogendheden uitschakelen en daardoor
voorkomen dat de groote heeren om
den Balkan elkaar ïn de haren vliegen.
Tóch blijft liet nog zeer de vraag of
een inmenging in, de Balkanzaken van
wege de groote mogendheden welte ver
mijden is. Het is immers niet aan te no
men dat de vijanden het zoo gemakkelijk
met elkaar eens zullen worden. Dage
lijks toch"worden de eischen der tegen
den Turk verbonden Staten grooter.
Na de eerste groote overwinningen
heette het dat de Balkanstaten bereid
waren de wapens neer te leggen als Tur
kije inging op hun vroeger voorstel om
Macedonië autonomie tic geven onder
christelijke goeverneurs e,n met toezicht
niet enkel van Enropa maar ook van
de Balkanstaten, en hun vervolgens het
reeds bezette gebied liet behouden. Voor
al de laatste eisch was hun niet kwalijk
te nemen. Wat men ten koste van, zulke
siroomen bloeds verkregen heeft, staat
men niet gaarne meer af. De mogendhe
den bleven haar status-quo mededeelin-
gen de wereld in sturen.
Maar met de groeiende successen,
werden ook de eischen der overwinnaars
grooter en al spoedig hoorde men ervan
spreken, dat de Balkanstaten zich nu
niet langer door de groote mogendheden
zouden laten ringel oor en en, dat zij zelf
in het vervolg als dezer gjelijkten be-
soho uwd wil den worden
We kregen toen een eigenaardige
zwenking te zien. Het -begrip Status-
quo werd plotseling niet meer als terri
toriale onschendbaarheid uitgelegd maar
men sprak van een Status quo van be-
langensfeeren.
Nog werd er gemompeld van een an
dere oplossing door de mogendheden
gevonden. Er zouden twee vorstendom
men in het leven geroepen worden. Al
banië en Macedonië, beiden on,der Noord
Europeesche prinsen, respectievelijk een
Zvveedsche en een Deensche. Servië en
Bulgarije zouden dan beiden een strook
je grond krijgen. Van Montenegro en
Griekenland werd niet gerept. Die zou
den echter ook wel wat van den buit wil
len hebben.
En nu ten lange laatste, nra het jong
ste groote gevecht, wordt melding ger
maakt van een groot verdeelingsplan,;
waarbij voor den Turk niet veel meer in
Europa overblijft.
Dat het tot zulk'een verdeelinlg komen
zal, is iets, waaraan wel niemand meer
zal twijfelen, evenmin dat de groote mo
gendheden dit zullen kunn.en tegenhou
den. De kracht-beproeven van het Bal-
Warrverbonid dat, met bloed bezegeld,
sterker dan ooit is, zullen ze wel uit hun
hoofd laten.
Echter bij het verdeelen van den buit
zal ieder zijn deel willen hebben en dO
vrees blijft nog altijld bestaan' dat het
daarover tot plukharen komt.
Toch blijft het een verheugieinld feit,
dat Turkije zelf over den vredle "begint
te dénken en laten we dan, in 's he
melsnaam het verdere verloop" der zaken
maar afwachten, met jioopop een goede
uitkomst. V.
Weekpraatje.
„Wordt de parlementaire beraadslaging
op die wijze niet een paskwil?" vroeg
dezer dagen een blad. En ieder welden
kend mensch rechtsch of linksch zal
er een volmondig „ja" op antwoorden.
Daar heeft me die Duijs tien uur vol
gepraat bij de a'.gemeene beschouwingen
over de Invaliditeitswet 'n volle tien
uur, 2 uur Vrijdag en Dinsdag 8 uur.
En dan moei je daarbij nog in aanmer
king nemen, dat er al twee weken over
dit ontwerp gedebatteerd is, en vooral,
dat reeds niet minder dan vijf van Duys'
geestverwanten daarover het woord had
den gevoerd. Men moest 'teens wagen
om, op welke vergadering ook, zoodanig
beslag te leggen op den tijd in geen
enkele vergaderzaal zal men zoo iets be
leven, behalve in,... 's lands vergader
zaal. Ais hel den nationalen t.jd betreft,
schijnt men niet op 'n uurtje behoeven
te kijkende arbeiders kunnen wel wach
ten op hun verzekering' 't Is laat ik
't zoo 'ns uitdrukken k— minimaal treurig;
men moest zoo iemand mores leeren:
hem eenvoudig hei woord ontnemen.
Ja, u heb me van de week wel geërgerd
Dat geval-Duys was ergerlijk, maar
de man hield tenminste 'nog een traditie
op, een tra ditje van vervelen en tegen
werken, die zich zoo langzamerhand qan
den naam Days is gaan verbinden. Er
gerlijker was het onmannelijk gedraai
van den heer baron Mackay, die een
traditie van edelman en christen had hoog
te houden. Men kent de geschiedenis.
Door een groepje Chr.-Historische kie
zers was deze man in Ommen candidaat
gesie'.d voor het lidmaatschap der Twee
de Kamer buiten het hoofdbestuur van
de Chr. Historische Unie om. Eerst wei
gerde hij; later verklaarde hij zich over
niets te willen uitlaten, en ten slotte
nam hij hel aan. Zooais de lezers weten
hij is gekozen. Maar gelukkig erkent
de Chr. Historische Unie hem niet
ais Chr. Historisch afgevaardigde.
Het heele geval heelt echter nog een
leerzame zijde, dte we -werkelijk wel eens
van nabij mogen beschouwen. Het so
ciaal-democratisch dagblad „Het Volk"
geeft een overzicht van het gekonkel,
waartoe baron Mackay zich in deze verr
kiezingshisiorie heeft verlaagd, on dan
uit te roepen: „Ziedaar nu de edelman
en de chrisien, ziedaar wat voor be
grippen van eerlijkheid te vereenigen zijn
met het Christendom".
Eerstens die-uitroep is eeu enorme
dwaasheid. Wie kan er in vredesnaam
beweren, dat alles wat een Christen
doet wie ook te vereenigen is
met het Christendom? Maar tweed ens:
het socialisme toont hier weer zijn eigen
perfide karakter. Hei heeft in Ommen
gemeenè zaak gemaakt metden man,
die het nu verguist.
Zoo zijn er verschillende dingen, die
je in je courant leest, en waarover je
boos wordt; doch daartegenover wordt
je ook iederen dag haast een of ander
medegedeeld, dat je een reden tot vreug
de is. Daar heb je b.v. van de week ge
had om iets te noemenhet verslag
van de jaarvergadering van het Bureau
van de R. K. Vakorganisatie. Wat bleek
daaruit een krachtig leven, een moedig
voorwaarts streven 1
En de oorlog? Magnifiek niet dè
oorlógzelf maar magnifiek, dat er
nóg verschillende Nederlanders werden
gevonden en nog "betrekkelijk veel geld
om 't lot van de gesneuvelde dragelijker
te maken. eBhalye deze lichtzijde, dat er
door den oorlog misschien '1 wordt zelfs
hoe langer zoo waarschijnlijker een
einde zal worden gemaakt aa i onrecht
vaardige en Iiefdelooze toestanden, waar
.de Turk den Christen onderdrukt, is er
ook nog een andere lichizijde, dat n.l.
die. edele irek van het mensch'elijk hart,
de. ware broederlijkheid, weer eens tot
krachtige en tastbare uiting komt.
Alles heeft zijn licht- en zijn schaduw
zijde. Ook de vc,e;pralerij van Duys zal
wel haar lichtzijde hebben; ik kan die
echter met den besten wil van de wereld
nieï onfuekken. JAN.
Gemeenteraad van Leiden.
(Vervolg.)
De begrooting voor 1913.
Voortgezet worden de al gemeend be
schouwingen over:
12. Begrooting van inkomsten en. uit
gaven der gemeente voor den dienst
1913.
De Voorzitter dankt voor den lof
aan B. en W. gebracht en beantwoordt
vervolgens de verschillende opmerkin
gen. Zoo heeft spr. alleen kunnen vinr
den op de begrooting de aanschaffing
van één rijwiel extra in verband met den
uitgesproken wensch van meerdere be
waking der buitenwijken. Hetzelfde
geldt ten opzichte van schrijfmachines,
die dienen tot vervanging van an$èh
re. De kast in de secretarie-wachtka
mer is een loket-kast, die nogfal kojst-
baar in aanschaffing is Wat de demo
cratische gezindheid aangaat, zeide spr.
dat men de zaken verschillend inziet.
Wie weet of men over eenige jaren het
niet verbazend reactionair vindt een ge
huwde onderwijzeressen te handhaven.
De Frausche revolutie was waarlijk up
to date (Hilariteit) en toch zou zij
vele maatregelen, die nu worden voor
gestaan, reactionair noemen. Zoo wqV
zigen zich herhaaldelijk de meeningen
Als de heer Sijtsma in het college van
B. en W. zat, zou spr. hem misschien
verwijten reactionair te zijn, want te
genwoordig beteekent dit woord veel
eer, dat men met iemand van meening
verschilt. Spr. wijst er op, dat de heer
Sijtsma bijna niets heeft opgesomd, wat
het volk?' ten goede komt, alles wat hij
besprak1 hield verband met het stads
bestuur en de ambtenaren. Spr. wijst
op de degressieve belastingregeling, die
door B. en W. is voorgesteld en die in
derdaad' de kleinere inglezetenen ten,
goede Icwam. Spr. hoewel niet principieel
tegen progressie, acht deze voor de ge
meente ongewenscht, hetgeen hij n,ader
uiteenzet. De handhaving der Zondags
wet geschiedt volgens de bepalingen
het kan niet. anders. Men mag van B.
en W. toch geen onwettige vergunningen
eischen. In een corps, als dat der po
litie, waar de strenge tucht moet be
staan, acht spr. het verkeerd dat men bij
een verzoek om salans-herxieiiinig de
superieuren passeert. Spr. ontkent, dat
geen goede geest ouder de agenten zou
bestaan. Op dit moment acht spr. voor
de bezittingen van Leiden geen, eigen
grondbedrijf n.oodigdaarvoor zijn zij
te klein van omvang. Spr. zou geen be
zwaar hebben, dat de gemeente een
brandverzekering exploiteerde, maar acht
zonder dwang invoering ervan, niet mo
gelijk. Anders zou het een verbazend
risquant bedrijf worden. S, zou het
voor deze gemeente niet inei vrijwillige
brandverzekering aandurven. Mr. Aal-
berse heeft zeer behartenswaardige wen
ken gegeven over een wethouder voor
sociale aangelegenheden een wethou
dersschap daarvoor heeft echter nooit be
slaan. De wenschelijkheid van de instelling
van zoo'n weihoudersclr al spr. in het
college van B. en W. te. ..ke brengen.
Wethouder v. d. L i p ..eioogt, dat de
geheele vleeschkeuring op z'n kop wordt
gezet als invoer van Argentijnsch vleesch
werd toegestaan. Spr. kent geen enkele
gemeente, waar vleeschkeuring' bestaat,
en die invoer van dii vleesch toestaat.
De heer Roem bepleit voor trottoir
aanleg geld te 1 een-en, teneinde tot spoe
diger aanleg over te gaan. De Voor
zitter zegt dat deze zaak niet in het
verslag" is behandeld. Gedeeltelijke aan
leg behoort uit de gewone middelen
worden bestreden.
De heer Sijtsma slingert van zich af
het verwijt van den heer Bosch, dat hij
een verkiezingsspeech heeft gehouden.
De debatten rcsumecrend, gelooft spr.
dat mr. Aalberse het dichtst bij hem
siaat; dan de heeren Vergouwen en Pera,
terwijl de heer Bosch ook nog wel wat
democratie bezit. (Gelach.) De Voorzit
ter is zeer ver gegaan, hij heeft zelfs
Mirabeau er bij gehaald. (Gelach). Maar
spr. gelooft als er een scheiding be
stond tusschen conservatieven en demo
craten, B. en W, zich niet aan de zijde
der laaisten thuis zouden gevoelen. Spr.
komt vervolgens tot de gemeentelijke
brandverzekering. Hij verbaast zich over
de besnijding van mr. Aalberse, waar
diens partijgenoot Engels eens een, een
verkiezingsrede heJ. gehouden, die zóó
veel en zoo ver gaande wenscben be var
ten, dat spr. zich afvroeg of hij wel
een goed democraat is (gelach) Spr.
meent, dat de premies van brandassu-
raniies in stad en dorp dezelfde zijn.
De Voorzitter en de he:r R e i m e-
ninger ontkennen dal bij interruptie.
De heer S ij t sm a blijft progressie in
de belasting aanbevelen.
De heer Vergouwen zegt nog een
en ander over de brnndvei zeSkJeriiMfli
"waarna de aigemeene beschouwingen
worden gesloten.
De uitgaven.
Bij volgn. 68 bespreekt de heer
Fokker den vrijen Zaterdagmiddag
dien hij wil invoeren, niet a's de ambte
naren het op prijs stellen, doch als de
belangen van den dienst he; toelaten.
Spr. acht het voorts gewenscht, dat de
ambtenaren tijdig ten bureel e aanwezig
zullen zijn, opdat het publiek niet be
hoeft te wachten, De Voorzitter zegt,
dat de dienst zich niet tegen een rijen,
Zaterdagmiddag verzet. Maar moet deze
worden ingievoerd, als de ambtenaren
hein niet op prijs stellen? Mogen B.
en W. hiernaar niet informeeren? Spr.
weet niet beter, dat op tijd wordt be
gonnen. Heeft men bepaalde klachten,
iaat men ze dan ter kennis van spr.
or van de hoofdambtenaren brengen.
De heer Fokker wijst op de
wenschelijkheid nog een jurist aan het
seeretariepersoneel toe te voegen. De
Voorzitter belooft liet te zullen over
wegen. y
Bij volgn. 73 bepleii de heer Roem
met veel aandrang het aanbrengen van
rolluiken aan den achtergevel van het
Stadhuis, met het oog" op het brandge
vaar. Spr. zal hierop jaarlijks blijven aan
dringen. Wethouder Fischer antwoordt
dat rolluiken geen afdoende bescherming
geven. Met de aanschaffing van deze
luiken voor de aanwezige 30 vensiers
gaai een groote uitgave gepaard, terwijl
bepaald personeel voor het sluiten en
openen noodig is, welks aanstelling f 180
per jaar kost. De waardevolle zaken zijn
in brandvrije kluizen of kasten opge
borgen. De heer Roem deelt dit be
zwaar niet. Het openen en sluiten is
zoo inöeilijk niet. Op het Rijksarchief
bestaan ook rolluiken. De Voorzitter
gelooft, dat rolluiken moeilijkheden bij
brand opleveren. De heer Roem stelt
voor rolluiken aan te brengen. De heer
Fokker wil later beslissen, omdat hij
de zaak onvoldoende acht voorbereid.
Besloten wordt het voorstel-Roem te stel
len in. handen van B. en W. ter fine
van prae-advies.
De heer Carp entier A 11 i ng vindt
de wijze van plaatsing der raadsleden
bijzonder onvoldoende. Spr. gelooft het
een punt van belang, dat hierin verbe-
terig komt. De Voorzitter zegt, dat
door het maken van kasten veel van de
oude gemoedelijkheid1 en huiselijkheid
verloren gaai. Spr. gelooft, dat het wen-
sche'ijk is, met het tegenwoordige aan
tal om de ronde tafel te blijven zitten.
Het oude cachet wil spr. handhaven.
De heer Ro em acht de eenigste op
lossing, dat de jongste raadsleecln op
een plaats voor de kachel gaan zitten
(Gelach). Hij wil de tegenwoordige plaat
sing' handhaven.
Bij volgn. 78 brengt de heer Fokker
ter sprake behalve den 2en ambtenaar
ook den concierge van het Archiefge
bouw, salarisverhooging te geven. De
Voorzitter geeft toe, dat de con
cierge een hoogst verdienstelijk man is;
hij is evenwel niet voor salarisverhoo
ging voorgedragen.
Bij volgn. 79 komt de lieer Fokker
op, dat de gemeente publicaties betaalt,
die feitelijk door het Rijk moesten wor
den voldaan. Wethouder Fischer ver
dedigt die opname en de Voorzitter
vindt de zaak van zeer weinig belang
om er lang over te praten. De heer
Roem tot mr. Fokker: Daar sta je nou
(daverend gelach).
Bij volgn. 95 wenscht de heer F o k-
ker de toelage acl f125 aan den alg.
marktmeester voor kantoorhuur in te
trekken, nu het nieuwe gebouwtje aan
de veemarkt is gereed gekomen. De
Voorzitter zegt dat het nieuwe
marktkantoor alleen voor den markt-
dienst is. Voor ecu bureau is er geien
plaats, er is maar e^vi beperkte ruimte.
De heer Fokker begrijpt niet, dat er
dan zooveel in gedaan kan worden als
indertijd werd voorgegeven. De Voor
zitter: Dat is de zuinigheid, welke
door B. en W. wordt betracht. (Algie-
meene hilariteit).
Bij volgn. 101 zet de lieer Sijtsma
de wenschelijklueid uiteen de woning
van den Commissaris van politie en den.
inspecteur-der recherche telefonisch a,an
te sluiten. De Voorzitte r zegt over
weging van dit denkbeeld toe.
De uitgetrokken f 250 voor promo
tieverbetering de»" agenten blijven ge
handhaafd, al zullen zij niet praejudiee-
ren op de te nemen beslissing" inbakte
de politiesalarissen.
De heer v. G ruling wil de politie
agenten stokken geven ter regeling van
het verkeer. Spr. betreurt dat men nieu
wigheden bij de politie weert, zooals de
stokken, electrische zaklantaarns e.d. De
Voorzitter vraagt, of het niet een
beetje dwaas is de agenten het verkeer
per stok te regelen. In den Haag met
zijn zooveel drukker verkeer, is pas
een half jaar geleden het stokkenstelsel
ingevoerd. De heer Corts zegt, dat in
Londen de agenten het verkeer met hun
hand regelen. We behoeven hier heusch
niet met stokken te beginnen. (Gelach.)
De Voorzitter belooft na eenig de
bat deze zaak nog eens te zullen overwe
gen.
De heer A. Mulder wil er ,op wijzen,
dat door liet mvoereit van rijw ielen bij
de politie veel verbetering in de bui
tenwijken is gekomen.
Bij volgn. 103 stelt de heer v. d. Eist
voor f 20 uit te trekken teneinde chrono
meters' voor de politie aan tc schaffen
voor het constateeren van overtredingen
van te snel rijden met auto's. Spr. en
ook de kantonrechter acht tijdopname
met een gewoon horloge niet afdoende.
De heer Z w i e r s becijfert dat de heer
van der Eist dc betrouwbaarheid van
gewone horloges onderschat. De heer
Fokker komt er tegen op, dat er auto-
vallen worden opengezet. De heer P e-
ra acht door dc mededeeling van mr.
v. d. Eist de Raad niet meer vrij in zijn
beslissing. De heer Roem vraagt wat
men met f 20 wil doen. Men kan slechts
een stop-vvatah koopen. De heer Korf f.
Ieder agent krijgt dat ding op z'n beurt.
(Gelach). De Voorzitter vindt de
aanschaffing meer dan dwaas; 't zijn
prullen en veel slechter dan gewone hor-
loges. (Groote vroolijkheid). Laat men
er toch zoolang niet over praten. Men
verbrand meer dan f 20 eleetrisch licht.
(Gelach). Het voorstel v. d. Eist wordt
verworpen met 20 tegen 9 stemmen.
Bij volg. 108 vraagt de heer Fok
ker naar de besprekingen tusschen
de brandmeesters en B. en W. De
Voorzitter zegt, dat de bijeenkomst
heeft plaats gehad. B. en W. zullen
later dienaangaande mededeelen.
Bij volgn. 111 deelt de Voorzit
te r op een vraag van den heer Fok
ker mede, dat met persgas proeven zul
len worden genomen voor straatverlich
ting, omdat dit gas mooier en goed-
kooper is dan electriciteit.
Bij volgn. 113 critiseert de heer Fok
ker een bedrag van f 280 voor den aan
koop eener schrijfmachine ten behoeve
van het bureau bouwpolitie. De Voor
zitter beantwoordt deze opmerking.
Bij volgn. 124 dringt de heer Car-
p c n t i e r A 11 i n g aan op maatregelen,
die den toestand bij den spoorwegover
gang aan den Rijnsburgerweg kunnen
verbeteren. Er moet iets worden gedaan
want het wordt meer en meer onhoud
baar. Het treinenverkeer neemt toe en
het verkeer voor de voetgangers wordt
steeds meer gestremd. De Voorzitter
zegt dat 'er slechts één afdoend middel
is: de ophooging van het station. B. en
W. zullen naar het minst aangename
lapmiddel zoeken. Het oprichten van
een wachthuisje, als aanvankelijk werd
voorgesteld, zou veel misère geven, veel
geld kosten en veel toezicht vorderen.
De heer Roe m blijft van meening, dat
een ondergrondsche weg oplossing kan
geven. De heer A. Mulder, die de toe
stand onhoudbaar acht, ziet in een loop
brug een groot lapmiddel, terwijl een
tunnel zeer duur is. Spr. wil het voor
genomen wachthuisje plaatsen. De be
zwaren daartegen zijn zoo groot niet,
omdat er steeds politietoezicht aan het
station is. De Voorzitter ziet wei
nig heil in een wachthuisje. Weth. v. d.
Lip wenscht het wachthuisje, tenein
de eenigszins aan de bezwaren tege
moet te komen. De heer A. Mulder
stelt voor alsnog f 650 voor een wacht
huisje uit te trekken. Dit voorstel wordt
met 15 tegen 14 stemmen verwor
pen.
Bij volgn. 126 blijft de heer v. d.
Eist aandringen op amoveering van't
marktterrein aan de Steenstraat, zoowel
in het belang van de eenheid der markt
als in liet belang van het verkeer. Spr.
wil de markt verplaatsen naar den kant
van het ijkkantoor, dat verwijderd moet
worden. Men zou ook een gedeelte der
woningen kunnen sloopen. Spr. verzet
zich bij voorbaat tegen elk plan, waar
door de molen en zijn entourage werd
gesloopt. Wethouder Fischer zegt,
dat alles in het werk zal worden gesteld
om den molen te sparen, als het ooit
eens van komt de markt naar dien kant
uit te breiden.
Bij volgn. 128 stelt de heer Fok
ker voor dit artikel met f560 te ver
minderen, teneinde niet over te gaan
tot aanstelling van een 3en havenre
chercheur. De heer de Boer verdedigt
de aanstelling met het oog op den goe
den gang van zaken. De heer S ij t s m a
bestrijdt de voorgenomen benoeming, ter.
wijl de heer A. Mulder in overweging
geeft den 3en havenrechercheur tijde
lijk te benoemen en de heer Roem los
personeel wil aanstellen. De Voorzit
ter zegt, dat de 3e havenrechercheur
de marktzaken moet regelen, dit kan niet
aan los personeel worden opgedragen.
Na verder debat wordt hel voorstel-Fok-
ker met 1S tegen 11 st. verworpen.
Bij volgn. 141 stelt de heer Sijts-
m a voor de discussie te schorsen tot
hedenavond. De Voorzitter acht dit
niet gewenscht, hij wil nog een stootje
geven. (Gelach).
De heer S ij t s m a stelt voor een be
drag van f 250 aan de volontaire liand-
werkonderwijzeressen te geven. Ieder
harer zou dan een toelage ad f 25 kun
nen ontvangen.
De heer V e r g o u w en bestrijdt
dit denkbeeld. De volontairs vragen toe
lating met het oog op eigen practische
vorming en om in aanmerking te komen
bij eventueele vacatures. Haar toetre
ding is dus geheel in haar eigen belang.
De gemeente heeft deze volontairs niet
noodig. De heer Zwie rs is voor bezol
diging van tijdelijke onderwijzeressen,
maar niet van de volontairs. De heer
Sijtsma wijst er op, dat de onderwij
zers en onderwijzeressen als volontair,
toch ook een toelage ontvangen; waar
om moeten de vakonderwijzeressen nu
uitgeschakeld worden. Weth. van H a-
m a voelt wel iets voor het voorstel-
Sijtsma, maar liet bedrag is te laag. Het
karakter dezer dames is wat amphibisch,
ze komen in haar eigen belang in de
school, maar praesteeren er toch haar.
diensten. Spr. zou een andere regeling
wenschen dan de heer Sijtsma zich voor
stelt. De Voorzitter zegt, dat men
nu op verkeerden weg is. 't Betreft een
geheel nieuwe regeling, waarover de
schoolcommissie behoort te worden ge
hoord. Deze zaak moet behoorlijk wor
den voorbereid. De heer Sijtsma zal
later een nader voorstel doen.
Bij volgn. 157 zegt de heer v. d.
Eist dat de aangekondigde uitbreiding
van het aantal schoolartsen uit het tolt
nu toe gevolgde systeem geen wijziging
brengt. Spr. keurt dit systeem af en
daarom zal hlij binnenkort een voorstel
doen bestaande in den vorm eener ont-
werp-verordening, waarin hij de taak der
schoolartsen nader zal regelen.
Op voorstel van den heer Pera, be
streden door den Voo rzitter, wordt
de vergadering gesehorst tot 's avond's.
acht uur.
Avondvergadering.
Aanwezig 28 leden. Afwezig de ihëef-
ren Bots, Korevaar en Vergouwen.
Bij volgn. 165, waarbij wordt voor
gesteld hét subsidie aan Schoolfciii'd'er»-,
voeding te verhoogen van f 650 tot 975J,
verdedigt de heer v. d. Pot een amen
dement om de gemeentelijke bijdrage
gelijk' te doen zijn aan de bijdragen'
van de particulieren tot een maximum
van f1000. Dit lijkt spr. een betere
maatstaf dan de voorgestelde. Spr.
handhaaft daarbij den eisch dat de voe
ding 4 op 6 dagen wordt gebfraqhit.'
De heer De Boer licht het adres van
Scboolkiridervoeding' toe om het subsi
die van f650 tot f2000 te verhoogen.,
Dit verzoek is gebaseerd om dagelijks
den armen schoolkinderen warm voedsel!
te verstrekken. Spr. hoopt dat de Raad
het gevraagde bedrag zal toestaan, daar,
anders de vereeniging financieel niet in
staat zal zijn de voeding op 6 dagen
te verstrekken. De heer Briët die veel
voor het schoolkind voelt, meent dat
de ondersteuning niet op deze wijze,
maar aan het gezin moet worden ge-',
daan. De Schoolkin-dervoeding verslapt
de opvatting van de ouders van hun
verplichtingen jegens bet kind. Deze
wijze van ondersteuning is slechts een
lapmiddel en spruit voort uit de gej|
brekkige organisatie van de armenzorg.,
hier ter stede. De heer Fokker ad-
viseert mr. Briët, wiens humaniteit be
kend is, Schoolkinidervoedinigi te hel
pen en de armenzorg te verbeteren. Spr.'
wijst er op, dat de voeding het ondei^j
wijs ten goede komt. Als worcHtfj
aangetoond, dat f 1000 onvoldoend
de is, zou spr. nog voor verbood'
ging te vinden zijn. De heer He er es!
heeft in het betoog van den heer De
Boer cijfers gemist, hij vraagt nadere!
toelichting. De heer de Boer deelt me
de, dat op 't oogenblik aan voeding" uit
gegeven wordt f 1955,59 voor de 4 da'-,
gen; voor 6 dagen stijgen deze uitgaven!
tot f 3200. De uitgaven stijgen tot f 3500'
door het schoonhouden van lokalen e.dJ
Uit eigen middelen beschikt de vereerii-j
ging over pl.m. f 1600 's jaars. Spr. sfeljl