van de fanatieke oorlogsddhch. der Mu zelmannen, die hun laats (en, droppel bleeds veil hadden voor den vaan des profeets; die vochten totdat zij stervend neerlagen en dan npg trachtten een laat- sten vijand te doen sneven, door liun kromzwaard? En nu hebben we ge ien de verschrik kelijke demoralisatie waaronder het Ttirksche leger lijdt De fanatieke dap perheid j|er Janitsaren is verdwenen, het Tur'ksche volk is geen strijdei cvolic meer, zijn aanvoerde, s zijn in onderlinge partijtwisten verdeeld, het vertrouwen de leiders is verloren en de oorlog is ge worden een aaneenschakeling van orde- looze vluchten, waarbij de officieren zelf 't voorbeeld geven. En nu mogen men al willen trachten dit euvel nog den kop in te drukken door eenige malejn on verbiddelijk de oorlogswetien toe tc pas sen en de lafaards als dolle honden nood te schieten, het kwaad is te diep door gedrongen tot het hart der natie, dan dat nog met eenige mogelijkheid :L ondergang af te wenden is. De laatste nederlaag bij Loele Boergas schijnt de Turk tot de bekenning zijns onmachts te hebben gebracht en er wo.dt reeds gemompeld over onDei handelin gen voor den vrede. Na nog geen veer tien dagen oorlog ziet hij de noodzake lijkheid voor oogen, langs minnelijken, weg te trachten ten minste te redden wat er nog te redden valt. En misschien kan dit nu een, oplos sing brengen, die ons voor npg meer dere rampspoeden behoedt. Een rege ling toch verkregen door de Balkin strien onderling, kan gen, intervatie der mogendheden uitschakelen en daardoor voorkomen dat de groote heeren om den Balkan elkaar ïn de haren vliegen. Tóch blijft liet nog zeer de vraag of een inmenging in, de Balkanzaken van wege de groote mogendheden welte ver mijden is. Het is immers niet aan te no men dat de vijanden het zoo gemakkelijk met elkaar eens zullen worden. Dage lijks toch"worden de eischen der tegen den Turk verbonden Staten grooter. Na de eerste groote overwinningen heette het dat de Balkanstaten bereid waren de wapens neer te leggen als Tur kije inging op hun vroeger voorstel om Macedonië autonomie tic geven onder christelijke goeverneurs e,n met toezicht niet enkel van Enropa maar ook van de Balkanstaten, en hun vervolgens het reeds bezette gebied liet behouden. Voor al de laatste eisch was hun niet kwalijk te nemen. Wat men ten koste van, zulke siroomen bloeds verkregen heeft, staat men niet gaarne meer af. De mogendhe den bleven haar status-quo mededeelin- gen de wereld in sturen. Maar met de groeiende successen, werden ook de eischen der overwinnaars grooter en al spoedig hoorde men ervan spreken, dat de Balkanstaten zich nu niet langer door de groote mogendheden zouden laten ringel oor en en, dat zij zelf in het vervolg als dezer gjelijkten be- soho uwd wil den worden We kregen toen een eigenaardige zwenking te zien. Het -begrip Status- quo werd plotseling niet meer als terri toriale onschendbaarheid uitgelegd maar men sprak van een Status quo van be- langensfeeren. Nog werd er gemompeld van een an dere oplossing door de mogendheden gevonden. Er zouden twee vorstendom men in het leven geroepen worden. Al banië en Macedonië, beiden on,der Noord Europeesche prinsen, respectievelijk een Zvveedsche en een Deensche. Servië en Bulgarije zouden dan beiden een strook je grond krijgen. Van Montenegro en Griekenland werd niet gerept. Die zou den echter ook wel wat van den buit wil len hebben. En nu ten lange laatste, nra het jong ste groote gevecht, wordt melding ger maakt van een groot verdeelingsplan,; waarbij voor den Turk niet veel meer in Europa overblijft. Dat het tot zulk'een verdeelinlg komen zal, is iets, waaraan wel niemand meer zal twijfelen, evenmin dat de groote mo gendheden dit zullen kunn.en tegenhou den. De kracht-beproeven van het Bal- Warrverbonid dat, met bloed bezegeld, sterker dan ooit is, zullen ze wel uit hun hoofd laten. Echter bij het verdeelen van den buit zal ieder zijn deel willen hebben en dO vrees blijft nog altijld bestaan' dat het daarover tot plukharen komt. Toch blijft het een verheugieinld feit, dat Turkije zelf over den vredle "begint te dénken en laten we dan, in 's he melsnaam het verdere verloop" der zaken maar afwachten, met jioopop een goede uitkomst. V. Weekpraatje. „Wordt de parlementaire beraadslaging op die wijze niet een paskwil?" vroeg dezer dagen een blad. En ieder welden kend mensch rechtsch of linksch zal er een volmondig „ja" op antwoorden. Daar heeft me die Duijs tien uur vol gepraat bij de a'.gemeene beschouwingen over de Invaliditeitswet 'n volle tien uur, 2 uur Vrijdag en Dinsdag 8 uur. En dan moei je daarbij nog in aanmer king nemen, dat er al twee weken over dit ontwerp gedebatteerd is, en vooral, dat reeds niet minder dan vijf van Duys' geestverwanten daarover het woord had den gevoerd. Men moest 'teens wagen om, op welke vergadering ook, zoodanig beslag te leggen op den tijd in geen enkele vergaderzaal zal men zoo iets be leven, behalve in,... 's lands vergader zaal. Ais hel den nationalen t.jd betreft, schijnt men niet op 'n uurtje behoeven te kijkende arbeiders kunnen wel wach ten op hun verzekering' 't Is laat ik 't zoo 'ns uitdrukken k— minimaal treurig; men moest zoo iemand mores leeren: hem eenvoudig hei woord ontnemen. Ja, u heb me van de week wel geërgerd Dat geval-Duys was ergerlijk, maar de man hield tenminste 'nog een traditie op, een tra ditje van vervelen en tegen werken, die zich zoo langzamerhand qan den naam Days is gaan verbinden. Er gerlijker was het onmannelijk gedraai van den heer baron Mackay, die een traditie van edelman en christen had hoog te houden. Men kent de geschiedenis. Door een groepje Chr.-Historische kie zers was deze man in Ommen candidaat gesie'.d voor het lidmaatschap der Twee de Kamer buiten het hoofdbestuur van de Chr. Historische Unie om. Eerst wei gerde hij; later verklaarde hij zich over niets te willen uitlaten, en ten slotte nam hij hel aan. Zooais de lezers weten hij is gekozen. Maar gelukkig erkent de Chr. Historische Unie hem niet ais Chr. Historisch afgevaardigde. Het heele geval heelt echter nog een leerzame zijde, dte we -werkelijk wel eens van nabij mogen beschouwen. Het so ciaal-democratisch dagblad „Het Volk" geeft een overzicht van het gekonkel, waartoe baron Mackay zich in deze verr kiezingshisiorie heeft verlaagd, on dan uit te roepen: „Ziedaar nu de edelman en de chrisien, ziedaar wat voor be grippen van eerlijkheid te vereenigen zijn met het Christendom". Eerstens die-uitroep is eeu enorme dwaasheid. Wie kan er in vredesnaam beweren, dat alles wat een Christen doet wie ook te vereenigen is met het Christendom? Maar tweed ens: het socialisme toont hier weer zijn eigen perfide karakter. Hei heeft in Ommen gemeenè zaak gemaakt metden man, die het nu verguist. Zoo zijn er verschillende dingen, die je in je courant leest, en waarover je boos wordt; doch daartegenover wordt je ook iederen dag haast een of ander medegedeeld, dat je een reden tot vreug de is. Daar heb je b.v. van de week ge had om iets te noemenhet verslag van de jaarvergadering van het Bureau van de R. K. Vakorganisatie. Wat bleek daaruit een krachtig leven, een moedig voorwaarts streven 1 En de oorlog? Magnifiek niet dè oorlógzelf maar magnifiek, dat er nóg verschillende Nederlanders werden gevonden en nog "betrekkelijk veel geld om 't lot van de gesneuvelde dragelijker te maken. eBhalye deze lichtzijde, dat er door den oorlog misschien '1 wordt zelfs hoe langer zoo waarschijnlijker een einde zal worden gemaakt aa i onrecht vaardige en Iiefdelooze toestanden, waar .de Turk den Christen onderdrukt, is er ook nog een andere lichizijde, dat n.l. die. edele irek van het mensch'elijk hart, de. ware broederlijkheid, weer eens tot krachtige en tastbare uiting komt. Alles heeft zijn licht- en zijn schaduw zijde. Ook de vc,e;pralerij van Duys zal wel haar lichtzijde hebben; ik kan die echter met den besten wil van de wereld nieï onfuekken. JAN. Gemeenteraad van Leiden. (Vervolg.) De begrooting voor 1913. Voortgezet worden de al gemeend be schouwingen over: 12. Begrooting van inkomsten en. uit gaven der gemeente voor den dienst 1913. De Voorzitter dankt voor den lof aan B. en W. gebracht en beantwoordt vervolgens de verschillende opmerkin gen. Zoo heeft spr. alleen kunnen vinr den op de begrooting de aanschaffing van één rijwiel extra in verband met den uitgesproken wensch van meerdere be waking der buitenwijken. Hetzelfde geldt ten opzichte van schrijfmachines, die dienen tot vervanging van an$èh re. De kast in de secretarie-wachtka mer is een loket-kast, die nogfal kojst- baar in aanschaffing is Wat de demo cratische gezindheid aangaat, zeide spr. dat men de zaken verschillend inziet. Wie weet of men over eenige jaren het niet verbazend reactionair vindt een ge huwde onderwijzeressen te handhaven. De Frausche revolutie was waarlijk up to date (Hilariteit) en toch zou zij vele maatregelen, die nu worden voor gestaan, reactionair noemen. Zoo wqV zigen zich herhaaldelijk de meeningen Als de heer Sijtsma in het college van B. en W. zat, zou spr. hem misschien verwijten reactionair te zijn, want te genwoordig beteekent dit woord veel eer, dat men met iemand van meening verschilt. Spr. wijst er op, dat de heer Sijtsma bijna niets heeft opgesomd, wat het volk?' ten goede komt, alles wat hij besprak1 hield verband met het stads bestuur en de ambtenaren. Spr. wijst op de degressieve belastingregeling, die door B. en W. is voorgesteld en die in derdaad' de kleinere inglezetenen ten, goede Icwam. Spr. hoewel niet principieel tegen progressie, acht deze voor de ge meente ongewenscht, hetgeen hij n,ader uiteenzet. De handhaving der Zondags wet geschiedt volgens de bepalingen het kan niet. anders. Men mag van B. en W. toch geen onwettige vergunningen eischen. In een corps, als dat der po litie, waar de strenge tucht moet be staan, acht spr. het verkeerd dat men bij een verzoek om salans-herxieiiinig de superieuren passeert. Spr. ontkent, dat geen goede geest ouder de agenten zou bestaan. Op dit moment acht spr. voor de bezittingen van Leiden geen, eigen grondbedrijf n.oodigdaarvoor zijn zij te klein van omvang. Spr. zou geen be zwaar hebben, dat de gemeente een brandverzekering exploiteerde, maar acht zonder dwang invoering ervan, niet mo gelijk. Anders zou het een verbazend risquant bedrijf worden. S, zou het voor deze gemeente niet inei vrijwillige brandverzekering aandurven. Mr. Aal- berse heeft zeer behartenswaardige wen ken gegeven over een wethouder voor sociale aangelegenheden een wethou dersschap daarvoor heeft echter nooit be slaan. De wenschelijkheid van de instelling van zoo'n weihoudersclr al spr. in het college van B. en W. te. ..ke brengen. Wethouder v. d. L i p ..eioogt, dat de geheele vleeschkeuring op z'n kop wordt gezet als invoer van Argentijnsch vleesch werd toegestaan. Spr. kent geen enkele gemeente, waar vleeschkeuring' bestaat, en die invoer van dii vleesch toestaat. De heer Roem bepleit voor trottoir aanleg geld te 1 een-en, teneinde tot spoe diger aanleg over te gaan. De Voor zitter zegt dat deze zaak niet in het verslag" is behandeld. Gedeeltelijke aan leg behoort uit de gewone middelen worden bestreden. De heer Sijtsma slingert van zich af het verwijt van den heer Bosch, dat hij een verkiezingsspeech heeft gehouden. De debatten rcsumecrend, gelooft spr. dat mr. Aalberse het dichtst bij hem siaat; dan de heeren Vergouwen en Pera, terwijl de heer Bosch ook nog wel wat democratie bezit. (Gelach.) De Voorzit ter is zeer ver gegaan, hij heeft zelfs Mirabeau er bij gehaald. (Gelach). Maar spr. gelooft als er een scheiding be stond tusschen conservatieven en demo craten, B. en W, zich niet aan de zijde der laaisten thuis zouden gevoelen. Spr. komt vervolgens tot de gemeentelijke brandverzekering. Hij verbaast zich over de besnijding van mr. Aalberse, waar diens partijgenoot Engels eens een, een verkiezingsrede heJ. gehouden, die zóó veel en zoo ver gaande wenscben be var ten, dat spr. zich afvroeg of hij wel een goed democraat is (gelach) Spr. meent, dat de premies van brandassu- raniies in stad en dorp dezelfde zijn. De Voorzitter en de he:r R e i m e- ninger ontkennen dal bij interruptie. De heer S ij t sm a blijft progressie in de belasting aanbevelen. De heer Vergouwen zegt nog een en ander over de brnndvei zeSkJeriiMfli "waarna de aigemeene beschouwingen worden gesloten. De uitgaven. Bij volgn. 68 bespreekt de heer Fokker den vrijen Zaterdagmiddag dien hij wil invoeren, niet a's de ambte naren het op prijs stellen, doch als de belangen van den dienst he; toelaten. Spr. acht het voorts gewenscht, dat de ambtenaren tijdig ten bureel e aanwezig zullen zijn, opdat het publiek niet be hoeft te wachten, De Voorzitter zegt, dat de dienst zich niet tegen een rijen, Zaterdagmiddag verzet. Maar moet deze worden ingievoerd, als de ambtenaren hein niet op prijs stellen? Mogen B. en W. hiernaar niet informeeren? Spr. weet niet beter, dat op tijd wordt be gonnen. Heeft men bepaalde klachten, iaat men ze dan ter kennis van spr. or van de hoofdambtenaren brengen. De heer Fokker wijst op de wenschelijkheid nog een jurist aan het seeretariepersoneel toe te voegen. De Voorzitter belooft liet te zullen over wegen. y Bij volgn. 73 bepleii de heer Roem met veel aandrang het aanbrengen van rolluiken aan den achtergevel van het Stadhuis, met het oog" op het brandge vaar. Spr. zal hierop jaarlijks blijven aan dringen. Wethouder Fischer antwoordt dat rolluiken geen afdoende bescherming geven. Met de aanschaffing van deze luiken voor de aanwezige 30 vensiers gaai een groote uitgave gepaard, terwijl bepaald personeel voor het sluiten en openen noodig is, welks aanstelling f 180 per jaar kost. De waardevolle zaken zijn in brandvrije kluizen of kasten opge borgen. De heer Roem deelt dit be zwaar niet. Het openen en sluiten is zoo inöeilijk niet. Op het Rijksarchief bestaan ook rolluiken. De Voorzitter gelooft, dat rolluiken moeilijkheden bij brand opleveren. De heer Roem stelt voor rolluiken aan te brengen. De heer Fokker wil later beslissen, omdat hij de zaak onvoldoende acht voorbereid. Besloten wordt het voorstel-Roem te stel len in. handen van B. en W. ter fine van prae-advies. De heer Carp entier A 11 i ng vindt de wijze van plaatsing der raadsleden bijzonder onvoldoende. Spr. gelooft het een punt van belang, dat hierin verbe- terig komt. De Voorzitter zegt, dat door het maken van kasten veel van de oude gemoedelijkheid1 en huiselijkheid verloren gaai. Spr. gelooft, dat het wen- sche'ijk is, met het tegenwoordige aan tal om de ronde tafel te blijven zitten. Het oude cachet wil spr. handhaven. De heer Ro em acht de eenigste op lossing, dat de jongste raadsleecln op een plaats voor de kachel gaan zitten (Gelach). Hij wil de tegenwoordige plaat sing' handhaven. Bij volgn. 78 brengt de heer Fokker ter sprake behalve den 2en ambtenaar ook den concierge van het Archiefge bouw, salarisverhooging te geven. De Voorzitter geeft toe, dat de con cierge een hoogst verdienstelijk man is; hij is evenwel niet voor salarisverhoo ging voorgedragen. Bij volgn. 79 komt de lieer Fokker op, dat de gemeente publicaties betaalt, die feitelijk door het Rijk moesten wor den voldaan. Wethouder Fischer ver dedigt die opname en de Voorzitter vindt de zaak van zeer weinig belang om er lang over te praten. De heer Roem tot mr. Fokker: Daar sta je nou (daverend gelach). Bij volgn. 95 wenscht de heer F o k- ker de toelage acl f125 aan den alg. marktmeester voor kantoorhuur in te trekken, nu het nieuwe gebouwtje aan de veemarkt is gereed gekomen. De Voorzitter zegt dat het nieuwe marktkantoor alleen voor den markt- dienst is. Voor ecu bureau is er geien plaats, er is maar e^vi beperkte ruimte. De heer Fokker begrijpt niet, dat er dan zooveel in gedaan kan worden als indertijd werd voorgegeven. De Voor zitter: Dat is de zuinigheid, welke door B. en W. wordt betracht. (Algie- meene hilariteit). Bij volgn. 101 zet de lieer Sijtsma de wenschelijklueid uiteen de woning van den Commissaris van politie en den. inspecteur-der recherche telefonisch a,an te sluiten. De Voorzitte r zegt over weging van dit denkbeeld toe. De uitgetrokken f 250 voor promo tieverbetering de»" agenten blijven ge handhaafd, al zullen zij niet praejudiee- ren op de te nemen beslissing" inbakte de politiesalarissen. De heer v. G ruling wil de politie agenten stokken geven ter regeling van het verkeer. Spr. betreurt dat men nieu wigheden bij de politie weert, zooals de stokken, electrische zaklantaarns e.d. De Voorzitter vraagt, of het niet een beetje dwaas is de agenten het verkeer per stok te regelen. In den Haag met zijn zooveel drukker verkeer, is pas een half jaar geleden het stokkenstelsel ingevoerd. De heer Corts zegt, dat in Londen de agenten het verkeer met hun hand regelen. We behoeven hier heusch niet met stokken te beginnen. (Gelach.) De Voorzitter belooft na eenig de bat deze zaak nog eens te zullen overwe gen. De heer A. Mulder wil er ,op wijzen, dat door liet mvoereit van rijw ielen bij de politie veel verbetering in de bui tenwijken is gekomen. Bij volgn. 103 stelt de heer v. d. Eist voor f 20 uit te trekken teneinde chrono meters' voor de politie aan tc schaffen voor het constateeren van overtredingen van te snel rijden met auto's. Spr. en ook de kantonrechter acht tijdopname met een gewoon horloge niet afdoende. De heer Z w i e r s becijfert dat de heer van der Eist dc betrouwbaarheid van gewone horloges onderschat. De heer Fokker komt er tegen op, dat er auto- vallen worden opengezet. De heer P e- ra acht door dc mededeeling van mr. v. d. Eist de Raad niet meer vrij in zijn beslissing. De heer Roem vraagt wat men met f 20 wil doen. Men kan slechts een stop-vvatah koopen. De heer Korf f. Ieder agent krijgt dat ding op z'n beurt. (Gelach). De Voorzitter vindt de aanschaffing meer dan dwaas; 't zijn prullen en veel slechter dan gewone hor- loges. (Groote vroolijkheid). Laat men er toch zoolang niet over praten. Men verbrand meer dan f 20 eleetrisch licht. (Gelach). Het voorstel v. d. Eist wordt verworpen met 20 tegen 9 stemmen. Bij volg. 108 vraagt de heer Fok ker naar de besprekingen tusschen de brandmeesters en B. en W. De Voorzitter zegt, dat de bijeenkomst heeft plaats gehad. B. en W. zullen later dienaangaande mededeelen. Bij volgn. 111 deelt de Voorzit te r op een vraag van den heer Fok ker mede, dat met persgas proeven zul len worden genomen voor straatverlich ting, omdat dit gas mooier en goed- kooper is dan electriciteit. Bij volgn. 113 critiseert de heer Fok ker een bedrag van f 280 voor den aan koop eener schrijfmachine ten behoeve van het bureau bouwpolitie. De Voor zitter beantwoordt deze opmerking. Bij volgn. 124 dringt de heer Car- p c n t i e r A 11 i n g aan op maatregelen, die den toestand bij den spoorwegover gang aan den Rijnsburgerweg kunnen verbeteren. Er moet iets worden gedaan want het wordt meer en meer onhoud baar. Het treinenverkeer neemt toe en het verkeer voor de voetgangers wordt steeds meer gestremd. De Voorzitter zegt dat 'er slechts één afdoend middel is: de ophooging van het station. B. en W. zullen naar het minst aangename lapmiddel zoeken. Het oprichten van een wachthuisje, als aanvankelijk werd voorgesteld, zou veel misère geven, veel geld kosten en veel toezicht vorderen. De heer Roe m blijft van meening, dat een ondergrondsche weg oplossing kan geven. De heer A. Mulder, die de toe stand onhoudbaar acht, ziet in een loop brug een groot lapmiddel, terwijl een tunnel zeer duur is. Spr. wil het voor genomen wachthuisje plaatsen. De be zwaren daartegen zijn zoo groot niet, omdat er steeds politietoezicht aan het station is. De Voorzitter ziet wei nig heil in een wachthuisje. Weth. v. d. Lip wenscht het wachthuisje, tenein de eenigszins aan de bezwaren tege moet te komen. De heer A. Mulder stelt voor alsnog f 650 voor een wacht huisje uit te trekken. Dit voorstel wordt met 15 tegen 14 stemmen verwor pen. Bij volgn. 126 blijft de heer v. d. Eist aandringen op amoveering van't marktterrein aan de Steenstraat, zoowel in het belang van de eenheid der markt als in liet belang van het verkeer. Spr. wil de markt verplaatsen naar den kant van het ijkkantoor, dat verwijderd moet worden. Men zou ook een gedeelte der woningen kunnen sloopen. Spr. verzet zich bij voorbaat tegen elk plan, waar door de molen en zijn entourage werd gesloopt. Wethouder Fischer zegt, dat alles in het werk zal worden gesteld om den molen te sparen, als het ooit eens van komt de markt naar dien kant uit te breiden. Bij volgn. 128 stelt de heer Fok ker voor dit artikel met f560 te ver minderen, teneinde niet over te gaan tot aanstelling van een 3en havenre chercheur. De heer de Boer verdedigt de aanstelling met het oog op den goe den gang van zaken. De heer S ij t s m a bestrijdt de voorgenomen benoeming, ter. wijl de heer A. Mulder in overweging geeft den 3en havenrechercheur tijde lijk te benoemen en de heer Roem los personeel wil aanstellen. De Voorzit ter zegt, dat de 3e havenrechercheur de marktzaken moet regelen, dit kan niet aan los personeel worden opgedragen. Na verder debat wordt hel voorstel-Fok- ker met 1S tegen 11 st. verworpen. Bij volgn. 141 stelt de heer Sijts- m a voor de discussie te schorsen tot hedenavond. De Voorzitter acht dit niet gewenscht, hij wil nog een stootje geven. (Gelach). De heer S ij t s m a stelt voor een be drag van f 250 aan de volontaire liand- werkonderwijzeressen te geven. Ieder harer zou dan een toelage ad f 25 kun nen ontvangen. De heer V e r g o u w en bestrijdt dit denkbeeld. De volontairs vragen toe lating met het oog op eigen practische vorming en om in aanmerking te komen bij eventueele vacatures. Haar toetre ding is dus geheel in haar eigen belang. De gemeente heeft deze volontairs niet noodig. De heer Zwie rs is voor bezol diging van tijdelijke onderwijzeressen, maar niet van de volontairs. De heer Sijtsma wijst er op, dat de onderwij zers en onderwijzeressen als volontair, toch ook een toelage ontvangen; waar om moeten de vakonderwijzeressen nu uitgeschakeld worden. Weth. van H a- m a voelt wel iets voor het voorstel- Sijtsma, maar liet bedrag is te laag. Het karakter dezer dames is wat amphibisch, ze komen in haar eigen belang in de school, maar praesteeren er toch haar. diensten. Spr. zou een andere regeling wenschen dan de heer Sijtsma zich voor stelt. De Voorzitter zegt, dat men nu op verkeerden weg is. 't Betreft een geheel nieuwe regeling, waarover de schoolcommissie behoort te worden ge hoord. Deze zaak moet behoorlijk wor den voorbereid. De heer Sijtsma zal later een nader voorstel doen. Bij volgn. 157 zegt de heer v. d. Eist dat de aangekondigde uitbreiding van het aantal schoolartsen uit het tolt nu toe gevolgde systeem geen wijziging brengt. Spr. keurt dit systeem af en daarom zal hlij binnenkort een voorstel doen bestaande in den vorm eener ont- werp-verordening, waarin hij de taak der schoolartsen nader zal regelen. Op voorstel van den heer Pera, be streden door den Voo rzitter, wordt de vergadering gesehorst tot 's avond's. acht uur. Avondvergadering. Aanwezig 28 leden. Afwezig de ihëef- ren Bots, Korevaar en Vergouwen. Bij volgn. 165, waarbij wordt voor gesteld hét subsidie aan Schoolfciii'd'er»-, voeding te verhoogen van f 650 tot 975J, verdedigt de heer v. d. Pot een amen dement om de gemeentelijke bijdrage gelijk' te doen zijn aan de bijdragen' van de particulieren tot een maximum van f1000. Dit lijkt spr. een betere maatstaf dan de voorgestelde. Spr. handhaaft daarbij den eisch dat de voe ding 4 op 6 dagen wordt gebfraqhit.' De heer De Boer licht het adres van Scboolkiridervoeding' toe om het subsi die van f650 tot f2000 te verhoogen., Dit verzoek is gebaseerd om dagelijks den armen schoolkinderen warm voedsel! te verstrekken. Spr. hoopt dat de Raad het gevraagde bedrag zal toestaan, daar, anders de vereeniging financieel niet in staat zal zijn de voeding op 6 dagen te verstrekken. De heer Briët die veel voor het schoolkind voelt, meent dat de ondersteuning niet op deze wijze, maar aan het gezin moet worden ge-', daan. De Schoolkin-dervoeding verslapt de opvatting van de ouders van hun verplichtingen jegens bet kind. Deze wijze van ondersteuning is slechts een lapmiddel en spruit voort uit de gej| brekkige organisatie van de armenzorg., hier ter stede. De heer Fokker ad- viseert mr. Briët, wiens humaniteit be kend is, Schoolkinidervoedinigi te hel pen en de armenzorg te verbeteren. Spr.' wijst er op, dat de voeding het ondei^j wijs ten goede komt. Als worcHtfj aangetoond, dat f 1000 onvoldoend de is, zou spr. nog voor verbood' ging te vinden zijn. De heer He er es! heeft in het betoog van den heer De Boer cijfers gemist, hij vraagt nadere! toelichting. De heer de Boer deelt me de, dat op 't oogenblik aan voeding" uit gegeven wordt f 1955,59 voor de 4 da'-, gen; voor 6 dagen stijgen deze uitgaven! tot f 3200. De uitgaven stijgen tot f 3500' door het schoonhouden van lokalen e.dJ Uit eigen middelen beschikt de vereerii-j ging over pl.m. f 1600 's jaars. Spr. sfeljl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 6