RONA
Van Mouten's
Cacao
ingezonden Mededelingen
Uit de Pers.
DE TWEE VRIENDEN.
BINNENLAND.
1
Talrijk zijn de openlijke en bedekte aanvallen,
waaraan dit goede fabrikaat, waarvan men de
concurrentie vreest, blootstaat. In weerwil daar
van worden dagelijks talrijker de gebruikers
die de goede eigenschappen er van op prijs
stellen.
Zuiver en oplosbaar vol vetgehalte heer
lijke krachtige cacaosmaak licht verteerbaar.
Uiterst goedkoop, want men heeft veel minder
noodig voor de bereiding.
tBOTFr- - JllJUm
Tweede Blad, behoorende
bij DeLeidsche Courant van
Woensdag 2 Oct. no. 907.
""KAMEROVERZICHT.
TVS fcEDE KAMER.
De behandeling der Invaliditeitswet
Gistermiddag'kwam de Tweede Kamer
bijeen om te beslissen, wanneer de be
raadslagingen over de Invaliditeits- én
Oud er doms verzekering een aamwig zul
len nemen.
De Voorzitter wilde er 15 October
mee beginnen. De Kamer had dan 4
.weken tijd gehad de stukken te beptu-
-deeren.
De he er en van de linkerzijde bleken
Wie had trouwens iets anders verwacht?
van zooveel voortvarendheid niet ge
diend. De vrijzinnige en socialistische
pers jeremieert wel over de weinige wet
gevende producten van dit Kabinet, doch
komt het op werken aan, dan zjjn libe
ralen en socialisten ineens roerend van
meaning, dat de rechterzijde ovehhaast,
met billijke wenschen van de minder
heid geen rekening houdt en alleen par
tij-overwegingen laat spreken.
Hetzelfde liedje hebben ongeveer de
izelfde sprekers aangeheven, toen de Ka
mer in Mei over de Ziektewet moest
gaan beraadslagen. En ook toen, even
als thans kwam alles hierop neer, dat
de vrijzinnige, heeren één weekje uitstel
verlangden'De socialisten wilden de
wet heelemaal niet behandelen.
Eén week uitstel, 't is niet veel 1 Maar
als men vier weken voorbereiding niet
voldoende acht, waarom vijf wèl Kom,
laat men ons niet op den mouw willen
spelden, dat het om dit weekje gaat.
De sprekers, die het leeuwendeel van de
debatten zullen opeischen, hebben zich
reeds als lid der Commissie van Voor
bereiding in het ontwerp ingewerkt en
kennen het dus in finesses. Waarom
langer getraineerd, nu de tijd krap is
{toegemeten
Dr. Noiens herinnerde, dat de lephter-
Zijde in 1901 een gansch andere Ihouding
heeft aangenomen. In dat jaar zijin even
eens verschillende wetten op korten ter
mijn behandeld. De aandrang om bv.
ide Ongevallenwet af te doen kwam
indertijd van rechts en van link%
Wat nu de voorrangsquacstie betreft,
veranderde tijdsomstandigheden maken
het, naar dr. Nolens uiteenzette, wen-
schelijk de Invaliditeitswet vóór de Ziek
teverzekering af te handelen, al acht de
afgevaardigde van Venlo het volstrekt
■niet buitengesloten, dat in 't loo(penda
parlementaire jaar ook nog de laatste
(wet wordt afgedaan.
Dit. gelukkig"
.wei wat getemperd door het voorgeval
lene in den gepasseerden zomer, toen
links erin geslaagd is de Ziektewet weg
te praten. Wanneer Wij van den heer
lBorgesius vernemen, dat thans weerhon-
honderden amendementen o(p de Invali
diteitswet wachten, dan begrijpen wij te
vens dat er heel wat tijd voor praten
noodig zal zijn, al zal het practisch effect
van al dat gediscussieer zeer gering zijn.
Het voorstel van den Voorzitter werd
niet alleen op krachtige zaakrijke wijze
ondersteund door dr. Nolens maar ook
uitvoerig verdedigd door den voorsteller
zeiven, die zich het verwijt niet liet aan
leunen 'n partijvoorst el te doen. Hij
bracht de heeren voorts onder het oog,
dat zij gedurende dealgemeene beschou
wingen tijd genoeg hebben om de amen
dementen te bestudeeren en dat de geo|p-
perde bezwaren grootelijks overdreven
waren.
Met 54 tegen 37 stemmen, rechts
tegen links werd het voorstel ten
slotte aangenomen.
Den 15en October wordt dus
metde Invaliditeitswet begon
nen
De sociaal-democraten onderling.
Niets is leerrijker en van meer waar
schuwende kracht, dan liet fel getwist
tusschen de sociaal-democraten onder
ling, schrijft het Centrum.
FEUILLETON.
4)
Wat Cottereau. ook zoo onbereikbaar
imaakte voor de douanen en gendarmen
was de omstandigheid, dat hij overal,
waar hij heenging, zijn vrienden had.
Al zijn klanten waren bondgenooten
en helpers, bereid om hem te verbergen
en zijn vervolgers van zijn spoor te
brengen.
Jeaii Coü reau was niet alleen een
smokkelaar, niaar hij deed ook aan
poütiek.
Avontuurlijk van aard en bezield met
een grooten drang naar vrijheid, had
(hij het koningschap, dat het volk ver
drukte, vurig gohaat en in de eerste da
gen der revolutie was hij een harer meest
verknocihte aanhangers geweest, maar het
verdere verloop der gebeurtenissen had
bem geleerd, dat het volk inet de revo
lutie slechts van tyrannen had gewisseld
jen dat de mannen der Conventie niets
beter waren <d.an de aristocraten van
weker.
Het is een voortdurend gekrijsch en
gekijf, dat in stede van in hevigheid te
verminderen, telkens vinniger wordt.
Broederlijkheid, vredelievendheid, en
waardeering zijn daaroij ver te zoeken.
Men oordeele nu weer naar het vol
gende.
In eein nabetrachting op de betoo
ging van den zoogenaainden „Rooden
Dinsdag" 'heeft mr. Troelstra het vol
gende geschreven aan het adres der so-
oilaa 1-democratisclje groep, die in de
„Tribune" haar orgaan vindt:
Gij klein groepje sjociaal-democraten
die onze partij hebt verlaten, kunt gij
het voor uw proletarisch geweten ver
antwoorden als gij daar straks, in den
zwaren strijd voor het kiesrecht niet
anders weet te doen, dan zonder eenige
k)ans op winst voor uw .eigen groepje,
uw kracht en tijd etn stembiljet ie ge
bruiken om ons te bestrijden Is dat dan
de „eenheid"', waarnaar gij zqgt te ha
ken; is dat de praktijk der marxistische
leer, die gij zegt te belijden?
De „Tribune" blijft natuurlijk het ant
woord niet schuldig op dezen uitval.
Aan dat antwoord ontleenen wij het
volgende
Wat wil de man met de wig? Hij en
zijn partij hebben in de arbeidersbewe
ging gespleten wat ze konden, aan den
revoluiionnairen kant, wel te verstaan.
Uitgedreven en afgestooten, wat niet
precies meeging met hun practijk van
bouwen en deelen der vijandige klasse,
van verzuimen van den plicht, socialis
tisch inzicht bij de arbeiders te bren
gen, te bestrijden „de onkunde, het ge
mis aan klassebesef, de vooroordeelen
van het grootste deel uwer eigen klas
se", waarover hij nu klaagt.
Uitgedreven „het kleine groepje so
ciaal-democraten" vail de S. D. P., mach
teloos gemaakt de teruggebleven week
blad-marxisten. Zoo gebracht binnen
eigen rijen de eenheid van den dood,
almee het ergste wat een strijdende or
ganisatie overkomen kan, omdat het
doodt elk eigen inzicht, elke innerlijke
kracht, kweekt een volgzame, gedach-
telooze massa, die groot in aantal kan
zijn, en toch machteloos en ongevreesd
door den vijand.
Het blad besluit mr. Troelstra dezen
raad te geven:
Berg je fluit maar op, uw valsc'n lied
je van eenheid bevalt ons niet. 't Is de
eenheid van den dood, die daarin bezon
gen wordt.
Een fraaie „eenheid" inderdaad!
Geen wonder dat de overgroote
meerderheid der arbeiders daarvoor be
dankt en zich van het socialistische ge
harrewar en doodende eenvormigheid
verre houdt
Men laat terecht, de S. D. P. en
Utr-S vlX A7~Pr~aan elkander over en-
maakt uit hunne wederzijdsche woeden
de verwijten de juiste gevolgtrekking,
dat men noch bij de eene behoort, noch
bij de andere.
Ze kunnen 't maar niet zetten.
Onze electorale tegenstanders kunnen
het maar niet zetten, dat de Kamer met
October nu toch aan de Invaliditeitswet
toekomt, zegt de driestarschrijver van
de Standaard.
Ze hadden 't zoo prachtig voor eikaar
geschoven.
Talma had eens goed en kras. en
terecht in een toon die imponeerde, ver
klaard: „De Ziektewet moet voorgaan".
Dit had dan ook gekund en gemoeten,
maar liet rapport kwam jammerlijk een
half jaar te laat. Ook nu moest het
nog wel, maar het kon niet meer. En
toen was èn hij èn het Kabinet wel
zoo verstandig, om wat het meest neep
voorop te schuiven, en nu te zeggen
Thans in el;k geval eerst de Inva
liditeit.
Maar dit juist was een leelijlke streep
door de rekening van onze stembusanta
gonisten.
Hun berekening was: „Eerst de Ziekte
wet, waar de arbeiders schier niet om
geven. Dan komt de' Invaliditeitswet,waar
ze zoo «aar hunkeren, er vóór Juni
1913 in geen geval." Bij de stembus
kon men van liberale zij dan roepen
„Die nietsdoeners: Misleide arbeiders,
wat hebt ge aan zulk een Kabinet"'
De dood van Lodewijik VI en het
droevige lot van Marie-Antoinette, tot
wier dood ook reeds was besloten, de
slaqhtingen in September en de guillotine,
die hij voor zijn oogen had zien werken
te Laval en Le Mans, hadden een groote
ommekeer in zijn denkbeelden teweeg
gebraoht en in de dorpen, waar hij kwam,
onder de menschen, die allen zijn vrien
den en helpers waren, predikte hij nu
het verzet tegen de Conventie en de
Jacobijnen niet even vaste overtuiging als
hij vroeger het verzet tegen de aristo
craten had gepredikt, maar hij was niet
alleen moedig, doolt ook voorzichtig en
wanneer het noodig was, wist hij zijn
wenschen en zijn haat, zijn plannen en
zijn eerzucht op bewonderenswaardige
wijze te verbergen.
Op de tafel in de herberg de Gouden
Leeuw, waaraan Cottereau had plaats
genomen, zette Gouray een flesch wijn
neer, een brood en een stuk gerookt spek.
De smokkelaar had een geweldige eet
lust en liet zich' het brood en spek ter
dege smaken.
Terwijl hij zoo zat te schransen,
kwam een der bezoekers, een kleine
man met een buikje en een Mazende)
kleur, bij hem staan en vroeg:
iW:el, burger, wat nieuws?
De man. die de Bosdikat aansprak.
f.vj, Kabmet ware dan wis en zeker ge
vallen. En dan waren zij de mooie
mannekes geweest, die heeten zouden
de arbeiders te hebben gered.
Maar zoo leep was Heemskerk en
was Talma ook wel, dat ze er hartelijk
voor pasten in deze valsch beplakte
kaart te spelen. Zij toch waren er van
meet af op uit om de arbeiders te
helpen, en nu 'tuit zou loopen op een
Ziektewet alleen, zonder Invaliditeit,
en dit de arbeiders bitterlijk zou teleur
stellen, brachten ze terecht aanstonds het
offer van hun logica, en keerden zelve
welbewust en zonder aarzelen de orde
van Ziektewet en Invaliditeit om.
Schrikkelijk boos nu natuurlijk al wat
den toon aangaf in den liberalen hoek:
En om zich nu te wreken, roepen ze
daar uit één mond: O, die lafaards:
Ze buigen voor Kuyper als een knipmes:
Alsof Dr. K. van 1911 af ooit iets
anders had gedaan, dan vo orspellen
dat 'tzoo loopen zou. En als
iemand zoo iets nu zeggen durft en 't
komt uit, dan heet 't, dat hij de plak
oplegt en orders geeft.
En met die vlijm steken ze nu naar
beide Ministers natuurlijk niet, omdat ze
'tzelf zoo meenen. Ze weten opper
best, dat er niets van aan is. Maar om
dat 't Heemskerk en Talma toch mis
schien prikkelen kon. En als het deze
beide ministers nu eens prikkelde, en
deze maakten rechtsomkeer, en wipten
drie passen terug, natuurlijk, dan waren
de liberalen weer boven Jan. Zij met
hun arbeidersliefde:
En de bedrogen arbeiders konden dan
weer minstens drie jaar op hun Inva
liditeitspensioen wachten. Alleen om toch
maar weer de acht liberale heeren in
de macht te zetten.
Is het niet stuitend?
Zelfs de Chineezen tegen.
Wij lezen in de (A.-R.) Rotter
dammer:
Alles loopt voor 1913 tegen.
In eigen land staan we reeds voor een
ongekende agitatie in het anticlericale
kamp orn aan het Ministerie en rechter
zijde straks den bons te geven.
Echter blijft het niet daarbij.
Ook in Indië staat de vrijzinnigheid op
haar achterste beenen.
Aan het „Centrum" ontleenen wij dit
stukje uit het „Bat. Nieuwsbl.":
De doör een comité ie Batavia op
touw gezette actie tot het verleenen van
geldelijken steun aan de vrijzinnige par-
üjén in Nederland, bij de verkiezingen
liet volgende jaar te houden, heeft ook
buiten de kringen van Europeanen de
aandacht' getrokken. Verschillende Chi
neezen schreven voor aanzienlijke be
dragen in: en zoo deed ook de Land-
'txravv-V'ércëai&in& Janccprnnor Hip
som van vijfhonderd gulden bijdroeg.
Tot dusver zijn, naar wij vernemen,
achtduizend gulden bijeengebracht.
Wel een bewijs dat de thans in het
moederland gevolgde richting niet de
algemeene goedkeuring wegdraagt, of
schoon wij er bij blijven, dat deze ma
nier van steun niet tot het doel zal voe
ren, het bijeengebrachte geld beter voor
andere doeleinden, welke ons recht
streeks ten goede komen, besteed zou
kunnen worden.
Zelfs de Chineezen verklaren zich al-
zoo tegen het clericalisme mobiel.
Wellicht beleven wij het straks nog,
dat in 1913 van de afgeknipte Chinee-
sche staarten een dankoffer wordt ge
brand ter eere van den triomf der vrije
gedachte.
R.K. Vakorganisatie.
Omtrent den stand der R. K. vak
organisatie lezen we in „'De Katholieke
Diamantbewerker"
De Ned. R. K. Timmerlied en bond ging
met 250 leden vooruit. Deze bond telt
nu 41 aid. met 1500 leden.
Van den Ned. R. K. Grafischen Bond
steeg het ledental met 300.
liet ledental van het Bureau voor de
R. K. Vakorganisatie zal spoedig 20.000
bedragen.
Van den Ned. R. K. Kalk- en Steen-
heette Yves Bihan, en bekleedde de wei
nig omvattende functie van griffier bij
het kantongerecht van Lamballe.
Cotterau keek hem lachend aan, en
terwijl hij voortging met groote brok
ken naar binnen te werken, nu en dan
met een lange teug wijn bespoeld, ant
woordde hij onverschillig:
Niet veel.
—Wat zeggen de boeren in La Mayen-
n e?
Die zijn niet best te spreken.
Hier mengde de kruidenier Ledoux
zich in het gesprek, door te zeggen:
Zij pruttelen.
Neen, verbeterde Cotterau met vol
len mond, zij zijn woedend.
Waarop de kruidenier snoefde:
Wij zullen hen wel mores leeren.
De smokkelaar wierp hem een min
achtenden blik toe en vroeg:
Wie zal dat doen?
De goede burgers, de patriotten,
de sansculotten en de Jacobijnen. Wat
hebben dip boeren zich te beklagen?
Zij zeggen, dat zij hun waar niet
verkoopen kunnen en dat het brood
veel te duur is; dat zij niet vechten wil
len voor de Jacobijnen; dat de ker
ken gesloten zijn en de geestelijken zich
[moeten verbergen als vossen in ho
len; dal de revolutionaire, eojiiiteiten
bewerkersbond steeg het ledental in een
jaar tijd van 756 op 1080.
De Ned. R. K. Gemeentewerklieden-
bond won dit jaar 5 nieuwe afdeelingen,
nl. Delft, Allernaar, den Haag, Helmond,
en Enschedé. Ondanks het verlies van
de afd. Tilburg, klom het ledental van
788 op 1151.
Een nieuw R. K. vakblad is gesticht,
nl. „De R. K. Slagersgezel".
Het-ledenaantal van den Ned. R. K.
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel
zal weldra de 4000 hebben bereikt
De Ned. R. K. Textielbond heeft deze
maand het cijfer van 3000 leden bereikt.
De Ned. R. K. Kleermakersbond won
dit jaar niet minder dan 300 leden.
De Ned. R. K. Metaalbewerkersbond
zag zijn ledental de 2000 overschrijden.
De propaganda onder de landarbeiders
werd krachtig gevoerd, zoodat in de
afgeloopen maand niet minder dan zeven
R. K. lap.darbeidersvereenigingen werden
opgericht.
steeg vanaf Januari van 1583 op®^?1^
leden.
De Ned. R. K. Bakkersgezellenbond
verdubbelde dit jaar in ledental.
Actie voor de katholieke pers.
Men schrijft uit 's Hertogenbosöh aan
de „Tijd"
In deze stad gaat men een groote
actie op touw zetten ten gunste der
katholieke Pers.
Namens den hoogeerw. heer Deken
en de Pastoors van 's Hertogenbosch is
Zondagmorgen in alle H. Missen en in
alle kerken een schrijven voorgelezen
van den volgenden inhoud
De Deken en de Pastoors der stad
achten zich in geweten verplicht de ge-
loovigen te waarschuwen tegen een
kwaad, dat zich in onze katholieke stad
hoe langer hoe meer dreigt uit te brei
den, n.1. het verspreiden en ihet lezen van
niet-katholieke couranten.
Wij meenen daarom de geloovigen te
moeten herinneren, dat „'het niet al
leen krachtens het natuurrecht, maar ook
krachtens het Kerkelijk recht verboden
is couranten te lezen, die met opzet
den godsdienst en de goede zeden aan
randen." (Deer.: Officiorum Leonis XIII
C. VIII. Vide Coel. IV p. 309 seqq.)
Maar ook de niet-katholieke couran
ten, die niet met dien bepaalden opzet
geschreven en verspreid worden, leveren
voor de Katholieken een groot gevaar,
zoowel om de artikelen als om de adver
tenties, die daarin voorkomen. Een droei
vige ondervinding heeft geleerd, dat het
geregeld lezen van zulke couranten niet
nalaat een verderfelijken invloed op depi
lezer uit te oefenen.
Met allen nadruk herhalen wij daarom
tot de geloovigen de vermaning: Neemt
geen abonnementen op niet-katholiekej
bladenl; zegt, als gij zulk abonnement
hebt, dit spoedig op; koopt nimmer niet-
katholieke bladen, wanneer zij u hetzij
aan huis, hetzij op andere wijze wordeni
aangeboden steunt ze nooit door het
plaatsen van advertentiën.
Daarentegen kunnen wij u niet ge
noeg op het hart drukken de katholieke
couranten te steunen door het nemen)
van een abonnement, door ze te koo-<
pen, door ze te verspreiden, door het
plaatsen van advertenties.
Teneinde u daarin behulpzaam te zijn
zal binnen kort in iedere parochie eene
commissie worden gevormd, waarvan de
leden zich bij u zullen aanmelden om
u met onze katholieke .Cüuranteij nadec
feij een welwillend gehoor zullen vin
den.
Met onzen beminden bisschop roepen,
wij u toe: „Als voor ons, Katholieken,
in onze dagen ergens eendrachtige!
samenwerking noodig is, dan gelooveu
wij wel te mogen zeggenbij de pers.
Daaromsamenwerking tegen de
slechte en samenwerking voor de .goede,
voor de katholieke pers." (Vastenbr.
1907). Tot welke hoogte zouden wij da
katholieke pers niet kunnen opvoeren,
als wij eendrachtig samenwerkten.
Moge deze samenwerking, die in den
laatsten tijd onder inenig opzicht zoo,
heerlijke uitkomsten heeft opgeleverd,
in het vervolg dan ook hier niet onti
nbreken.
Met deze aanhaling uit den vastenbrief
van 1898 sluit het schrijven, dat on
derteekend. is door den hoogeerw. heer,
Deken en de pastoors der stad.
Minister Talma gewaardeerd.
De Kamer-overzichtschrijver van de
„Arnh. Crt", schrijvend over de behan
deling van de uitbreiding van het Staats-
mijnveld in de Eerste Kamer, vlecht daar
in een waardeering van Minister Talma,
zoo vaak de zondebok der liberale pers;
„Minister Talina kende weer alle de
tails en gaf zich weer met alle élan,
dat wij zoo dikwijls, ook in gevallen,
waarbij wij weinig -gevoelden voor zijn
meening, bi/ hem bewonderden.
die overal opgericht worden, hen hin
deren en hen plagen; dat zij er nooit
zeker van zijn of zij morgen nog wel op
hun eigen bed slapen zullen.
Eu gij, burger, wat zegt gij?
Ik? Niemendal. Ik hoor het maar
aan. ledereen denkt dat hij het bij het
rechte eind heeft.
De kruidenier drong er niet verder
op aan.
Hij keerde zich van den smokkelaar
af en riep:
Vervelend, dat die post maar niet
komt.
Morgen komt er weer een dag,
zegde Gouray, aan bladen hebben wij
nu geen behoefte, het is ineer tijd van
slapen dan van lezen.
Dat was een stille wenk.
De kapitein der nationale garde toon
de dit begrepen te hebben en gaf het
sein van naar huis gaan, niet zonder
oen blik vol wantrouwen op de Bosch-
kat geworpen te hebben.
Notaris Sénécan en de griffier wissel
den een vriendschappelijken groet met
den kastelein en gingen te samen heen.
De anderen volgden hen.
Geen sterveling was meer op straat.
Toen de laatste bezoeker de deur
achter zch had dichtgetrokken, schoof
Gouray er den zwaren grendel op en
keerde lerug naar jean Cotterau, die
juist met avondmalen gedaan had.
Met een zucht van verlichting zeida
de kastelein
'Eindelijk zijn zij weg.
De twee herademden.
Nu behoefden zij zich niet meer Lu
acht te nemen.
Zij waren alleen.
De herbergier hernf.ni.
Zij zijn niet kwaad, maar de vrees
regeert hen. Alleen die Ledoux is een
ellendeling, voor wien men zich in acht
moet nemen. Om openlijk aan te vallen
is hij te laf, hij schreeuwt alleen wan
neer er geen gevaar is, inaar tevens
loert hij rond of hij geen verdachten
vindt, die hij kan aanklagen. Hij is een
reptiel, dat men moet doodtrappen, waar
men het ook vindt. Maar nu tusschen
ons, Jean. Wat weet gij?
Niets goeds.
Het gaat dus slecht?
Voor ons, ja.
Laat hooren.
De Conventie is machtiger dan ooit,
Te Ptarijs zendit Robespierre de veroor
deelden bij karrevrachten naar het scha
vot en de guillotine komt niet meer tot
ruist, terwijl de kerkhoven vol liggen*
(Wprdt vervolgd