io
BUITENLAND.
Oud-Leiden.
3e Jaargang.
No. 863.
Stoidbohd Sou/tont
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
t 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, t 1-30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2l/> cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Zaterdag
Augustus
1912.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 een
ingezonden mededeeliftgen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
fïjit nummer bestaat uit TWEE
BLADEN en een GEÏLLUS
TREERD ZONDAGSBLAD.
Een goed begin.
|iet onlangs gestichte „Verbond van
toiet-materialistische sodalisten" hield on
langs te Amsterdam een openbare ver-
jgadering, waarin dr. H. W,. Ph. E. van
den Bergh van Eysinga uit Zutphen op
trad ter verdediging van de volgende
Stellingen:
1. De historisch materialistische be
schouwing heeft, als alle mate rial is me,
(betrekkelijke waarheid.
2. Zij is echter, als alle materialisme,
Onhoudbaar in volstrekten zin en klaart
zich tot idealisme op.
3. Dit idealisme heeft niets te maken
met utopisme; het vooronderstelt de
Werkelijkheid en hare wetten, waardoor
ide idee, d. i. de harmonische wereld zich
.verwezenlijkt.
4. Het belooft als uitkomst van het
Onloochenbaar historisch ontwikkelings
proces een hoogere cultuur.
Het in vrij grooten getale opgekomen
.publiek juichte den inleider warm toe
gnaar de voorzitter, de heer (W. Ooster-
ijbaan, uit Steenwijk, lid van de „S. D. A.
|p." en van de vrijdenkersvereeniging „De
ppageraad", deze welbetitelde voorzitter
[verklaarde 't niet met den inleider eens
ifte zijn; hij was echter thans niet op de
bat voorbereid en zeide er de voorkeur
.laan te geven met den inleider in het tijd
schrift, dat spoedig zal verschijnen, van
'gedachten te wisselen.
Een goed begin! In plaats van bij
[jgoo'n eerste propagandasamenkomst één
{lijntje te trekken beginnen de heeren al
Aanstonds elkaar te bestrijden, 't Is ons
Ijeen bewijs, dat heel dit nieuwe verbond
slechts „betrekkelijke waarheid" bezit en
ijzich wel nooit tot „een hoogere cultuur"
zal opwerken.
algemeen overzicht.
De staat van beleg, die allerstrengst
iwordt toegepast, volgens de gister door
(ons vermelde bepalingen heeft een zeer
géclrukten
toestand in Konstantinopel
geschapen, 's Avonds, zegt de corres
pondent van het „Berl. Tagebl.", schijnt
'ide geheele stad uitgestorven. Voor 11
UIT DUSSELDORPS ANNALEN.
(Vervolg en slot.)
Ons rest heden deze derde vraag te
ibeantwoordenHoe staat de Prins van
jjOfanje (die in 1572 bewind voerde over
'Lumeij en over de stad Leiden) tegen
over den moord van Musius?
Dusseldorp's antwoord zou luidendie
^Verhouding van mijnheer den Prins is
(erbarmelijk.
Hooren wij de Annalen slechts spreken
Toen, zoo zeggen zij, het gerucht van
gMusius' aanhouding (nabij Rijswijk) door
tLumei/s volk, te Delft was aangekomen,
ifcijn er vele Delftsche burgers zeer bè-
fjüroefd geworden. Want die beste man
«was der geheele stad zóó dierbaar, dat
[Velen nog buiten de poort gingen uitkij-
fjken om zijn terugkomst af te wachten.
|M.aar toen zijl heel de ramp te hooren
fjkwamen (dat men te Leiden des namid-
ÜÜags den heiligen Musius begon te marte
len), toen gingen zij op staanden voet van
pun eigen aantal de beste personen uit-
jkiezen, ten einde deze lieden met Remigia
{'(de overste der Agatha-nonnen, naar oen
fPrins van Oranje zouden gaan om hulp
fte smeeken.
Nu geviel het, dat er dien dag te Delft
$fuist een oorlogsbode was aangekomen,
|welke bericht bracht, dat de Schans bij
pSparendain door de Spanjaarden was be-
fJEet en dat Haarlem leelijk gevaar liep.
IZoodoende hield Oranje Krijgsraad over
(hetgeen er noodig was voor Haarlem's
behoud, wat er moest gebeuren, en die
Vergadering ging niet voor middernacht
fiiteen.
Evenwe,l dadelijk na afloop van dien
-jSRaad werd Oranje nog bezocht door de
^bovenvermelde voorsprekers van Musi-
jus, en daar hij nu een allerijverigst hel
iper wilde schijnen, gaf hij na midder
nacht (dus reeds XI December) nog een
brief veor Lumeij bestemd. i.
uur moet alles gesloten zijn. De bladen
zijn als bij tooverslag geheel kleurloos
geworden, want op de redacties weet
men wel dat bij het geringiste feitje de
drukkerijen zullen gesloten worden. Pro
paganda voor de een óf andere partij
is verboden en zoo ook vergaderingten,
somenkomsten van jjólitieke clubs, het
schrijven van artikels over het leger,
kritiek op militaire aangelegenheden, en
verder het houden van redevoeringen
door militaire personen. De kranten mo
gen geen extra edities uitgeven en het
zingen of roepen op straat wordt met
onmiddellijke opsluiting gestraft. De re-
geering heeft van alle ambtenaren de
schriftelijke verkiaring gevraagd, dat zij
tot geen partij behooren, maar velen heb
ben natuurlijk geweigerd aan dit verzoek
te voldoen.
Alle leiders der Jong-Turksche partij
zijn uit Constantinopel vertrokken en
hebben de wijk genomen naar Adriano-
pel of Saioniki. Ook hier wordt de staat
van beleg in al zijn strengheid toege-
past. De regeering heeft aan den korps-
commandant van Adrianopel bevel ge
geven, dat hij elke poging van afgevaar
digden om in vergadering bijeen te ko
men, met geweld van wapenen moet ver
hinderen. Het is nu maar de vraag, merkt
de correspondent nuchter op, of deze
commandant aan de regeering zal ge
hoorzamen en of hij1 niet met het co
mité samenspant, evenals de vlootcom-
mandant, die om deze reden is afgezet.
Thans is het overal nog rustig, maar
niemand kan met eenige zekerheid voor
spellen welke dingen nog te wachtejn
staan.
Intusschen heeft de regeering ter ver
krijging van rust in Albanië geestelijke
hulp ingeroepen. Op verzoek der re-
geering heeft zich de aartsbisschop van
Skoetari te midden der opstandige Malis-
soren begeven om hen tof kalmte tel
brengen.
Wat de vredesbemoeiingen tusschen
Italië en Turkije
betreft, weet nu de „Tanin" te berich
ten dat grondslagen vcor den vrede eerst
daags zullen worden vastgesteld. Binnen
een maand zouden dan de onderhande
lingen kunnen aanvangen,, en binnen drie
maanden geëindigd zijn. Vooral dit laat
ste schijnt wel wat al te optimistisch. We
zijn een dergelijke vlugheid niet ge
wend. j
Intusschen verneemt de 'Petersburg-
sche „Retch' uit goede bron, dat de
Ziehier den inhoud van dat schrijven,
waarin de titel slechts als algemeen ge
bruik tusschen edellieden, moet gerekend
worden
Mijnheer mijn neef!
Er Ls mij tijding geworden van de
executie, die gij opzichtens den pater
overste van dit klooster, in hetwelk ik
mijn logies heb, gehouden hebt. Daar
over ben ik zeer ontstemd, aangezien
die overste van mij bewijsbrieven had,
dat hij in veiligheid hierheen mocht te-
rugkecren. En zoodoende had ik thans ge
hoopt, dat gij, nu die brief van vrijgeleide
reeds tegen u was, niets zonder mijn we
ten en mijn goedvinden verder zoudt
gedaan hébben.
Daarom dus, en omdat ik weet, dat gij
nog een zeker jongeling en ook eene
adeilijke non bij u hebt, welke beiden de
reisgezellen van den bovengenoemd en
overste Musius waren, smeek ik u, dat
gij na dezen brief te hebben gezien, dien
jongeling en kloosterzuster dadelijk tot
mij terugzendt, zonder dat hun verder
eenig.onrecht worde aangedaan, en dat
gij hierin in gebreke blijft.
En mij hierop, met de hoogste gene
genheid in uwe welwillendheid aanbeve
lend, zal ik Oode bidden, Mijnheer mijn
neef, om u in goede gezondheid, een
gelukkig en lang leven te schenken.
(En was onderteekendj.
Uw zeer goede Neef, tot
allen dienst bereid,
WILLEM VAN NASSAU
Uit Delft.
Dezen elfden dag van Dec. 1572.
Het adres was:
Aan den heer, heere Graaf van
der Marck, mijn goede neef.
Dus, zoo gaan de Annalen hier letter
lijk voort: die bevelen kwamen veel te
laat aan. Doch ik weet niet, of al waren
zij tijdig genoeg aangekomen, zij jets.
Italiaansche regeering besloten heeft het
eiland Rhodos definitief te annexeeren,
in elk eval er een protectoraat te vesti
gen.
Men vreest in diplomatieke kringen,
voegt het blad erbij, dat dit standpunt
zal schaden aan een spoedige beëindi
ging van den oorlog.
Over de spanning tusschen Turkije en
Montenegro waken de mogendheden die
alles zullen doen, (Engeland en Rusland
hebben reeds hun bemiddeling aangebo
den) om een botsing te vermijden.
Te Cettinje wordt nu ambtelijk be
kend gemaakt da de Turksche gezant
Cettinje wel veriaten heeft, doch de
Porte de diplomatieke betrekkingen met
Montenegro niet heeft afgebroken. Zij
zullen worden orderhouden door mid
del van den zaakgelastigde van Montene
gro te Konstantinopel.
Het New-Yorks he politieschandaal
brengt bij het verdere onderzoek steeds
nieuwe verrassingen. Zoo is nu bv. weer
gebleken, dat er een „syndicaat" be
staat, dat inzamebngen hield voor een
fonds, waaruit de ;.ominen moesten wor
den betaald, waa rmee de politie den
mond moest worden gestopt. Het geld
kwam in hoofdzaak van de bezitters van
speelholen en ook van andere personen,
die het voor raadzaam hielden met de
politie op goeden voet te staan. Toen
de moord op Rosenthal gepleegd werd
moeten er in New York niet minder dan
500 speelhuizen b staan hebben.
Voor de verdedf >*ing van den politie
beambte Becker v ordt door de politie
een fonds van 12 000 gulden gesticht.
De beidegetuigen, Rose en Webber ver
klaren, dat een polïtie-inspécteur in de
gevangenis is „binnengesmokkeld" en
dat politie-agenten hen trachten te beïn
vloeden, opdat ze. geen verdere onthul
lingen zullen doen.
Voor de volgende week. zijn massa-
meetingen uitgeschreven, waarbij ver
schillende 'klassen van het volk haar
houding in zake het politie-schandaal
zullen vaststellen.
Het eeuwfeest van Krupp
dat dezer dagen zou gevierd worden, is
door de schrille wanklanken van het mijn
ongeluk te Bochum waar een goede 1Q0
arbeiders door een ontploffing omkwa
men, gehèel verstoord. Slechts het eerste
gedeelte van het programma is afgewerkt
kunnen worden; de ontvangst nl. van Kei
zer Wilhelm, die met prins Heinrich, den
rijkskanselier en andere hooge autoritei-
hadden kunnen uitwerken. Want beiden,
de leeuw en de vos, hadden elkaar leeren
kennen; Lumeij wist maar al te wel, wat
aan Oranje waarlijk behaagde, en wat hij
wist te veinzen.
Onze derde vraag wordt in de Annalen
rondweg genoeg beantwoord.
Dusseldorp houdt namelijk Oranje voor
zeer medeplichtig aan den moord qp
Musius. Om het aanhoudend bloedver
gieten, wat Lumeij steeds publiek deed,
noemt hij dezen schurk een leeuw, maar
om de bekende gelijkenis op de bekende
moordziekte van Reintje, onder valsche
streken, noemt hij Oranje een vos.
Zóó is eenmaal het oordeel van den
heer Dusseldorp.
Men moet hier in rekening brengen,
zoo zeggen wij, dat Dusseldorp den prins
ook had zien optreden, inzake de Gor-
kumsche martelaren, en vooral bij het in
nemen van Roermond. Terwijl de prins
dat wapenfeit leidde en hij eiken soldaat
voor zijn krijgsraad kon straffen, is er
toch niemand gestraft van die verwin
naars, welke als onder zijn oogen 12
doodarme Karthu;z,:;s, twee Franciscanen
en nog twee andere priesters het hoofd-
vel afgetrokken hadden, kruizen op hun
borst hadden gesneden en hun ten laatste
den kogei gaven, teneinde verder hunne
lijken te kunnen schennen. En verder. De
Annalen spreken onophoudelijk van den
moord tegen de priesters, door Oranjes
aanhang gepleegd en Oranje keurt dat
alles af in woorden, maar laat dat alles
toe zonder maatregelen te nemen.
Nu komen wij tot een aanhangsel.
Wat is er geworden van de verschillen
de personen, die Musius omgaven?
Allereerst denken wij aan den uittocht
van Musius.
I. Waarom toog hij uit Delft naar Den
Haag?
Omdat, zooals wij uit de beschrijving
van het avondmaal met Lumeij wel kun
nen Pfiina&gn, d,e fector Musics voor jyc.h
ten de feesten zou komen bjjwonen. Het
zwartberookte stadje was daardoor in
in feestdosch gestoken, alle voorbereidin
gen waren gemaakt, honderdduizenden
waren uitgegeven voor het groote ridder
spel, dat gisteren zou gehouden worden,
doch op verlangen des Keizers is alles
afgelast.
Toch heeft de Keizer nog gelegenheid
gehad om zijn vriendschappelijke gezind
heid voor de firma Krupp te toon en, niet
alleen door hooge onderscheidingen, maar
ook door hartelijke woorden in antwoord
op de woorden door Dr. Krupp von Boh-
len uit Hollbach aan den feestmaaltijd tot
hem gesproken. We laten hier deze woor
den volgen, vooral sympathiek ook, om
de eerste zinsnede slaande op het zoo
juist vernomen ongeluk.
„Mijn beste Krupp", sprak de Keizer,
„voor ik u dank, wil ik ook de treurmare
indachtig zijn, die ons ter oöre is geko
men, van het leger in de kolenmijnen,
dat door mijngassen en andere gevaren
omgeven, in den strijd met de aarde leeft.
Een dappere schaar is weder door het
mijngas weggerukt. Wij zijn hunner in
dankbaarheid indachtig. Zij zijn op hun
veld van eer gevallen. De streek waar zij
geboren zijn en waar zij hebben gewerkt
zal onvergetelijk zijn. Moge God de ge
wonden en lijdenden bijstaan en ze weer
tot gezondheid brengen.
Ik dank u van harte voor de vriende
lijke woorrden en wenschen die u mijner
hebt gewijd. Met groot genoegen heb ik
aan de uitnoodiging tot het feest van het
100-jarig bestaan van de fabrieken van
Krupp en van den lOOsten geboortedag
van Alfred Krupp gehoor gegeven. Om
een gedenkdag van zooveel beteekenis te
vieren, mocht de vorst des lands en als
ik het erbij mag voegen, een vriend des
huizes niet ontbreken. Beide eeuwfeesten
die ons hier bijeengebracht hebben, ge
ven aanleiding tot een terugblik op de
geschiedenis van de fabriek en het leven
van Alfred Krupp. In den waren zin van
het woord is dit een feest en een triomf
van den arbeid. Wie kan afmeten welk
een hoeveelheid overwinningen in den
loop van de laatste 100 jaar, van hier
uit zijn behaald, voor het algemeen wel
zijn, voor duizenden en nogmaals duizen
den Duitsche arbeiders voor stad, pro
vincie en nijverheid van het vaderland
en van de heele wereld.
Hier is een van de bronnen voor een
krachtige nationale opbloei. Hetgeen mij
bij mijn bezoek aan Essen en villa Hugel
het meest (sympathie ingeboezemd heeft,
en heel zijn convent uitzag naar een
veiliger plaats. Den Haag was nog vei
lig. Om bij de mogelijke pogingen goed
te slagen, was een adellijke zuster en de
neef van Musius medegetrokken. In plaats
echter geluk te ontmoeten, geraakte heel
ons drietal gevangen. Zuster Caroletta
Merwia, en de jonge Musius herkregen
de vrijheid.
Bij den proost Cornelius Musius toch
en diens neef is de levensglorie zeer ver
schillend. Want toen Dusseldorp zijn An
nalen schreef, heeft fyj (pag. 120) reeds
van dienzelfden neef, die aan zijn Ooms
arm was gebonden geweest, moeten
schrijven: Hij heeft nu den Katholieken
godsdienst verlaten en is te Delft een
schepen en bierbrouwer in de brouwerij
van „het Dubbele Kruis." Wij zouden
hier wel deze vermaning willen schrijven
Ziet hier twee Musiussen! De eene wordt
heilig, opdat gij hem navolgt. Maar de
ander gaat verloren, opdat gij niet nalatig
wordt.
II. Caroletta Merwia? Toen later jn
1601, de nonnen van het Agatha-klooster
reeds niet meer kloosterlijk mochten sa
menleven, maar uit de goederen des kloos
ters haar een som gelds voor levenson
derhoud werd geschonken, werd op ze
keren dag die alimentatie voor twee oud-
zusters iets verhoogd. Die twee oud-zus
ters waren de mater van het convent en
juffrouw Cornelia van Nassau gesegt
Merve. Waarschijnlijk, zoo vermoedt prof.
Fruin in zijn noten op Dusseldorp, pag.
489, waarschijnlijk was onze Caroletta of
Charlotte, zij die met Musius in de slede
heeft gereden, een verwante geweest van
deze Cornelia. Als dit zóó is, doet haar
familienaam van Nassau van Merve be
grijpen, waarom Lumeij haar eenigszins
ontzag en de rector haar medenam. Toen
Musius haar nog tot reisgenoote bij zijn
tocht in de s'.eile had, na het gevangen
nemen b!j ;k, werd zij zeer be
droefd, zoo ..tri de Proost haar troostte.
is de werkelijk ideale verhoudiqg van dei
Krupp's en hun familie tot de arbeiders.
Een man als Alfred Krupp, die voor
zich zelf van zijn eerste jeugd af slechts
harden arbeid, vaak ontberingen van alle
soort, en algeheele overgave van zijn per
soon, zijn werkkracht en gezondheid aan
zijn levenstaak gekend heeft, hij vergat
nooit wat hij schouder aan schouder met
hen strijdende^ aan de hem ter zijde staan
de medewerkers dankte.
Als een echte vriend zorgde hij met een
warm voelend hart voor hen en hun fa
milies, ook in tijden van ziekte en ouder
dom. Niet te schokken wederzijdsch ver
trouwen was het gevolg en het loon er
voor. Friedrich Alfred Krupp, de trouwe
vriend die mij en ons allen helaas zoo
vroeg ontrukt is, is een onverwelkbaar
blad van roem in onze geschiedenis.
In innige gemeenschap met zijn in
werken van barmhartigheid en naasten
liefde onvermoeide echtgenoote, heeft hij
het voorbeeld zijns vaders gevolgd."
Het is nog niet bekend, of en wanneer
de feesten zullen voortgezet worden, j
gemengd.
Naar uit een telegram uit Moskou
aan de „Echo de Paris" blijkt, zouden
er onderhandelingen gevoerd wor
den tusschen Parijs en Berlijn.
Keizer Wilhelm zou den wensch te ken
nen hebben gegeven, dat minister Poin-
caré bij zijn terugkeer uit Rusland te Ber
lijn zou afstappen.
In officieele Russische kringen wordt
dit echter voor onwaarschijnlijk gehou
den.
Ingevolge den wensch door den
Paus te kennen gegeven, zullen eenige
gelsche paters Franciscanen zich
naar het Putumayogebied begeven,
om daar onder de Indianen in het boven-
stroomgebied der Amazone het zendings
werk aan te vangen, en tezelfdertij op ta
komen voor de belangen dezer Indianen
die op zoo gruwelijke wijze geleden heb
ben onder de wreedheid en hebzucht
van de rubberhandelaren. De volgende
paters-Franciscanen zullen naar Peru ver
trekken Frederick Furlong, uit Liverpool,
en Leo Sambrook, F. Ryan en C. Byrne
uit Londen.
De Austro-Americana, die tusschen
Triëst en New-York vaart, heeft, naar
men meldt, om het gevoel van veilig
heid bij de passagiers te verhoogen
twee van haar schepen tegelijk de reis
laten ondernemen. Die schepen moeten
in zicht van elkaar blijven, om elkaar in
en noydeze woorden aan haar ten beste
gaf: Houd moed, dochter! Wij zullen
niet lang meer hier op aarde zijn, weldra
zijn wij der hemelsche gelukzaligheid deel
achtig, terwijl onze medeburgers onder
een langdurige slavernij gaan zuchten.
III. Het lot, wat den beiden Haarlem
mers wachtte, was te voorzien. Nuijens
verhaalt ons (in zijn „Nederlandsche Be
roerten" 2de druk, 2de deel, blz. 110)
daarvan het volgende: Christoffel van
Schagen stierf in de gevangenis, naar het
algemeene gevoelen, tengevolge van de
pijnigingen, hem aangedaan, Assendelft,
Haarlem's Pensionaris zelf, werd den 24n
December te Delft openlijk onthalsd en
zijn hoofd op een staak geplaatst. Wat
hadden feitelijk deze mannen misdaan?,
IV. De edele vrouwe Susanna van Et-
ten, oud-inwoonster der abdij Leeuwen
horst, die om haar hooge afkomst en rijk
dom, bij Lumeij de begrafenis van Musius
gemarteld lichaam wist te verkrijgen,
komt o.a. bij van Heussen in diens His
torie Episc Ultraj.. voor Zij was met hare
medezusters van Leeuwenhorst naar Lei
den getogen en stierf op vijf en tachtig
jarigen leeftijd aldaar in het zoogenaamde
Hofje van zessen.
En hiermede onze dank aan de redactie
van „De Leidsche Courant" en aan alle
lezers dier courant! Indien zij het verlang
den zouden die lezers nog wel dagen ach
tereen over Musius kunnen lezen. Dit
gaat evenwel niet. Maar tot slot mogen
zij nog hooren, dat na het bedaren der
eerste troebelen voor en na ,1572, de ker
kelijke overheid niet vreemd was aan de
idéé, om de heiligverklaring van Musius
aan te vragen.
Leiden. P. M, BOTS,
R. K. Pr,