Uit de Pers. De pote Beursspeculatie. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 20 juli no. 845. „Liberaal". iWe lezen in het Centrum: Door den gouverneur van Cura^aof een subsidieverhooging voorgesteld, ten bate der Kath. bizondere scholen. Ze zullen f 14.410 meer ontvangen. Dat zulk een nieuwe regeling niet an ders dan billijk mag heeten, blijkt uit 'de feiten. Zooals toch de Amigoe di Cura sao in zijn jongst gearriveerd nummer in herinnering brengt, heeft de Kathlo- lieke Missie steeds met zware moeilijk heden te kampen gehad, om in de be hoefte aan onderwijs te voorzien. „Immers, van de 47000 Katholieken onzer kolonie zegt het blad zijn slechts zeer weinigen in staat, zelf de onkosten van de schoolopvoeding hun ner kinderen te dragen. En toch verlan gen zij allen voor hunne kinderen Bij zondere scholen, omdat volgens hun godsdienstige overtuiging de godsdienst ■niet van de school gescheiden mag bli jven, maar juist een der sterkste facto ren moet zijn bij de vorming van hoofd ;en hart. Het Apostolisch Vicariaat heeft daar voor groote offers moeten brengen en reeds in 1906 en 1907 werd door den tvoormaligen Gouverneur en den Kolo nialen Raad toegegeven dat de subsidie aan de R. K. scholen verhooging be hoefde. Te meer klemt thans deze eisch, daar jb'ij een nieuwe onderwijs-regeling van il 907 strenger voorwaarden ten aanzien jder subsidieering werden gesteld, wat ivan de schoolbesturen belangrijke uitga- iven vergde. „Het is een niet geringe eer voor Ide R. K. Missie" zegt de Amigoe t— „dat van meet af aan getracht werd laan al deze eischen van lokaal en per soneel te voldoen. Gedurende de laatste [jaren kwamen verschillende Zusters en [Fraters met diploma's uit Nederland, zoo 'dat de onderwijskrachten sterk vermeer derden, herhaaldelijk werden door de [Eerw. Zusters en Fraters, hier reeds aan het Bijz. Onderwijs verbonden, nieuwe (diploma's behaald, terwijl vele scholen [uitgebreid of geheel vernieuwd werden [en daarenboven nog het gantal scholen toenam. Dat onder zulke omstandigheden de ^subsidieverhooging alleszins billijk en moodig is, behoeft geen betoog. De overgroote meerderheid der kolo nie is trouwens Katholiek en wenscht (Katholiek onderwijs. Zelfs niet-Katholieken hebben daarbij belang, en ook worden door de bizonde re schooi groote uitjT^ven aan de Reg.ee- !ring bespaard. Maar opvallend is hv: nv weer, op wat zuren toon in eet? ^oondentie uit [Curacao aan de ,.N. - c over het ■voorstel van den GctTv\;o-€ur wordt ge oordeeld. Dc argumentatie ir» van Toe lichting tracht mer. *-*• -r "-ru.gelijk te beknibbelen en uit de correspon dentie is op te n cc'iën,~dat men ver hooging der subsidie met leede oogen ziet. Het is echt liberaal. Zonder verhooging der subsidie zou- (den, zooals in de M. v. T. te lezen is, „uit gebrek aan geld, veie nuttige en gewenschte verbeteringen in hét onder wijs, die aan de volksontwikkeling ten goede zouden komen, moeten _achter- iwege blijven, of voor fe langen tijd wor den uitgesteld." De volksontwikkeling zou daaronder jdus lijden. Maar zulk een argument schijnt in de oogen van sommige liberalen weinig uit te werken. Voor „het" onderwijs heeten zij alles over te hebben. Niets ligt hun nader aaii 't hart. Maar zoodra er sprake is van bizonder, Van Katholiek onderwijs, neemt hun ge- FEUILLETON. 12) „Waarom bedenkt gij u zoo lang?" vroeg mevrouw Rosenthal, die opgestaan iwas en nu Lingens hand vatte: „Zoudt gij onzén ondergang willen?" „Ik beloof te zwijgen!" antwoordde t.Lingen en voegde er heftig aan toe „Geef me nu mijn geld!" .-„Hier is mijn hand, sla toe, en beloof mij nogmaals te zwijgen," hervatte Ro senthal. En Lingen sloeg toe. De bankier telde hem 50000 mark voor in 3o/o Duitsche (Werkelijke Schuld en gaf Bendel last [den schrijnwerker eene quitantie ter on- [derteekening te geveln. „De overblijven de 10000 mark behoud ik als pand,, zij zijn veilig bij mij," zeide Rosenthal Ütot den schrijnwerker, die de papieren snel samenvouwde en ze in zijnen zak Stak. Daarop liet Lingen met een korten groet het echtpaar alleen. „Om Godswil, Oskar, hoe heeft h!et 'toch zoo ver kunnen komen Wij zijn ge heel geruïneerd I" riep mevrouw Rosen- laat een bedenkelijken plooi aan, daalt hun belangstelling onder 't vriespunt. In hun oogen schijnt de k'athfoliek'e school géén volksontwikkeling te bre.n- gen. I i Reglement van Orde. De Standaard driestart Art 42 van het Reglement van Orde der Tweede Kamer is nu in tweeërlei opzicht facultatief geworden. Jen eerste facultatief in dien zin, dat de commissie een termijn voor het in dienen van amendementen bij haar kan vaststellen, of ook dit geheel nalaten, zoodat de amendementen eerst bij' de openbare behandeling aan de orde komen. Maar facultaitef ook in dien anderen zin, dat al stelt de commissie een ter mijn en al laat ze amendementen bij zich inkomentoch de aan de orde stelling van het publiek debat hierdoor niet behoeft vertraagd te worden. Be paald is nu toch, dat de commissie (haar oordeel over een bij haar ingekomen amendement ook mondeling zal kunnen geven. Dit mondeling oordeel van de commissie zal dan natuurlijk pas worden uitgebracht, als het artikel, waarop (het amendement sloeg, bij de openbare be handeling :aan de orde komt. Gevolg waarvan is, dat de aan fde orde stelling van de publieke behandeling van het ontwerp niet zal behoeven te iwachten op het oordeel der commissie lover de amendementen. Dit nu kan het dubbele voordeel op leveren, dat men eenerzijds het wel ge raden acht, van het indienen van amen dementen bij de commissie gebruik te maken, maar toch anderzijds inmiddels met de openbare behandeling van (het ontwerp begint en doorgaat. Het artikel biedt alzoo thans onder scheidene mogelijkhedenwaarvan de commissie gebruik zal kunnen maken al naar gelang den aard van het ont werp en de omstandigheden, die zich bij de behandeling ervan voordoen, (dat eischen. Vergeleken bij wat hét artikel vroeger inhield, is het 42e artikel van het Regle ment van Orde thans in elk geval ver beterd, en niet het minst aan dr. INolens komt dank toe, dat hij het aandorst, zich niet tot de soberder wijziging, die eerst was voorgesteld, te bepalen. Verdediging van Ned.-Indië. DeN i e u w e R o tt. Courant schrijft aan het slot van een artikel over „De Staatscommissie voor de verdediging van Indië" De tijd is voorbij, dat Nederland, dat Indië, gaarne den schijn' voor rnet wezen nemend, zouden kunnen berusten in plannen of voorstellen, meer op ieen sparen van de schatkist, dan op doel treffende verdediging berekend, gaarne het minderwaardige zou aanvaarden wanneer het slechts in het weinig kost bare pak van schijnbare doeltreffendheid wierd gestoken. Kwam de commissie, na langer of korter te hebben gearbeid, met een in zulk een geest gesteld rapport voor den dag, dan zou haar arbeid als een «steek in het water beschouwd moeten wor den over den arbeid der kapstok commissie zou slechts de schouders opgehaald, worden per slot van reke ning zou alles blijven, gelijk het was. Toont de commissie echter, dat zij naast kunde, ijver en werkkracht ook bezit geloof, geloof in Nederlands en Indië's toekomst, geloof in het volk, dat zich offers getroosten wil om zijn toe komst te verzekeren, spreekt dit geloof uit den aard van haar voorstellen en in de wijze, waarop zij die inkleedt, idan zal die arbeid vrucht dragen, dan zal er reden zijn, het feit van haar samen komen als een gebeurtenis te huldigen. Laat de plannen en voorstellen van de commissie zijn, hoe ze jwillen, laat er uitgaven aan verbonden zijn grooter dan waar tot dusver op werd gerekend, zij zullen van uitnemende praktische beteekenis zijn, mits de commissie, met gezag sprekend, toont, dat haar ad vies steunt op een idee; dat het ide vrucht is van het gezamenlijk denken en willen van m.armen, die gedurende hun thai-uit, terwijl zij de handen opstak. „Volstrekt niet geruïneerd", ant woordde de bankier tegen zijn overtui ging in. „Ik za! er wel weer boven op komen. Dat ik in de laatste jaren zware slagen gehad heb, weet gij. ik heb groo te sommen verloren en ze nog niet weer kunnen herwinnen." „Maar waarom schonkt gij mij dan geen klaren wijn riep mevrouw Rosen thal klagend. „Waarom stondt gij toe, dat wij het weelderige leven voortzet ten Waarom moesten wij vier paarden houden en zooveel bedienden?" „Maar, beste vrouw," antwoordde Ro senthal de hand zijner vrouw grijpend, „zijt gij dan met blindheid geslagen Gij zult toch wel inzien, dat het voor ons eene strikte noodzakelijkheid was, een groot huis te houden. Hadden wij dat niet gedaan, dan had ik mij niet zoo lang staande kunnen houden. Wij leven in een tijd van zwendel, beste Rosa, en wie zich zou inbeelden beter te zijn dan e'en ander, gaat verloren. De glans, welke ons huis, onze partijen, onze feesten, ons geheele optreden verspreidden, trok de botteriken aan, zooals het licht de nacht vlinders. De goede stakkers meerden, dat zulk een licht echt moest zijn „Oskar," riep mevrouw Rosenthal in de grootste spanning uit, „ik ken u niet werk niet het oog naar den grond, maar naar een hooger ideaal hebben gericht gehad, Dc Week in Het Buitenland. Terwijl het den Italianen nog maar steeds niet gelukken wil door hun krijgs verrichtingen den Turk tot den vrede te dwingen, is deze druk bezig door binnen- landsche verdeeldheid den put voor zich zelf te graven. Het is er nog steeds het zelfde liedje van jaren lang, de strijd Van de comité-kliek om de macht, waartegen de weidenkenden nog steeds kampen. Nu echter, door den opstand der officieren in Albanië, schijnt hierin eenige verbete ring te komen, die echter jn de algeheele verdeeldheid nog niet zoo spoedige een verandering zal brengen. Als eerste slacht offer was nu reeds gevallen de minister van oorlog Malimoed Sjefkpt Pasja, wien vele der officieren, ook der hoogste ran gen, de gehoorzaamheid hadden opge zegd. Zijn vervanging' scheen zoo gemak kelijk niet te gaan. Verschillende aange zochte candidaten bedankten voor dien, vooral in de gegeven omstandigheden moeilijken post. Onder het huidige re gime was het ook niet gemakkelijk iemand te krijgen, omdat een geschikte man met voorwaarden aan moet komen, waarmede het overige ministerie geen genoegen kon nemen. Daarop was ook weer de benoe ming van Mahmoed Moektar Pasja af gestuit, waarop de waarnemend minister van oorlog, de beheerder der marine-por tefeuille, inziende dat men onmogelijk een minister van oorlog zou kunnen vinden, ook zijn mandaat ter beschikking stelde, ondanks het aandringen van zijne ambts- genooten. Bij die overmaat van tegenspoeden liet het geheele ministerie den moed zakken en vroeg in zijn geheel ontslag. Wel eigenaardig was dit met het oog op de nog slechts een paar dagen te voren afgelegde verklaring van den groot- vizier, dat het ministerie zich niet wilde laten wegzenden en zoolang de Kamer haar vertrouwen bleef schenken, zou voort gaan zijn plicht te doen.Toch is nu,ondanks de motie van verhouwen, het Kabinet heengegaan en het zal den sultan, gezien de veelvuldige verzoeken, die hij reeds had gekregen, om het zijn ontslag te ge ven, geen moeite gekost hebben, dat aan- gebqdene nu te aanvaarden. Het staat nu te bezien wat Albanië, nu het, zijkietdan ook niet direct op zijn eisch, zijn zin gekregen heeft, hierop zal antwoorden. Waarschijnlijk zal het nu nog wel niet dadelijk het zwaard opsteken, maar eerst eens afwachten of een nieuw kabinet het waarborgen voor het inwilligen zijner eischen zal geven. De toestand is nu echter nog weer verergerd door een beweging der Italia nen, die gedacht hebben, m iroebel wa ter goed te kunnen visschen. Wat in de laatste dagen in het geheei niet werd ver wacht, een vernieuwde aanval op de Dar danelles is gisternacht toch weer ge beurd. Ook nu, evenals de vorige keer, waren er vredesgeruchten vooraf gegaan keek men uit naar bevestiging dezer be richten, deze berichten over onderhan delingen om tot een wapenstilstand te komen. [Maar mogelijk is het ook nu door de Italianen bedoeld als een aanma ning om wat toeschietelijker te zijn als men hen met voorwaarden aan boord komt. Het is nog niet duidelijk, of «dezen keel de aanval, evenals zij het den vorigen'keer wilden doen voorkomen, een schijnbe weging is geweest, evenmin of ze even onschuldig als de vorige keer was. Ook toen kwamen in den beginne berichten die op ernstige gevechten wezen, die ach teraf bleken schromelijk overdreven te zijn. Hoe het ook zij, in die oogenblikken van benauwdheid schijnt de eerste oplos sing van den jninistercrisis gevonden te zijn. Tewffk pasja, de Turksche gezant te Londen heeft het grootvizicraat aange nomen, in het vertrouwen een ministe rie te kunnen vormen. Intusschen heeft het oude nog gauw tot sluiting der Dardanellen besloten en krijgen we nu weer dezelfde soesa van meer. Gij spreekt toch als de eerste de beste bankroetier." „Nu, nu, wind u maar niet op, Rosa/' sprak de bankier vergoelijkend. „Ik zeg u immers, dat we nog niet geruïneerd zijn. Waarlijk heb ik eenige kapitalen moeten aanspreken, maar ik ben over tuigd, dat ik in een klein ^iar alles weer herstellen kan. Maak u niet beangst en vooral heden niet, nu wij zulke voorname gasten bij ons zullen zien. Niemand mag merken, dat ons zorgen drukken, want het gelaat eens bankiers is voor velen een thermometer, waarop zij storm .en zonneschijn lezen. Ik bid u, houd u goed." „Het is mij, als moest er heden een ongeluk gebeuren," riep mevrouw Ro senthal, de handen wringend. „Och kom," antwoordde mijnheer on geduldig, „begin nu niet met scènes aan te komen. Houd u goed en maak alles voor heden avond in orde. Gij zult nog heel wat te doen hebben. En juist hieden avond nu graaf Degenthal beloofd heeft van de partij te zijn, mag er niets aan ohtbreken." „Ach ja," gaf de lichtzinnige vrouw opgewekt ten antwoord, „wij moeten al les in 't werk stellen, den verwenden heer aan ons huis te binden. Het zal een schitterende <a.vond worden. Oskar, eenige maanden geleden. Of het nu een stap nader tot een oplossing van het geschil zal brengen? W Weekpraatje. Ik heb er „paf'2- van gestaan, van |de warmte namelijk. En wat 'n warme Zon dag was dat verleden week 'Een twarme Zondag is nog iets anders dan een warme dag in de week 'en vooral [wan neer eenige dagen van verzengende [hitte duizenden in het milieu van (hun bezig heden besloten (hielden. Dan voelen [wij ons allen zoo'n beetje als 'losgelaten bal lingen, die, na een benauwende opslui ting, de rui-mte en de vrijheid juichend tegemoet snellen. En daarom werden ide trams bestormd, die de paffende en puf fende menschen-massa naar Oegstgeest, Katwijk of Noordwijk brachten. Ze zaten saamgepropt in de wagens, stonden op de balcons, met liefde nog ieen oogen blikje de benauwdheid en de 'hitte ver dragend, die de koelte (de betrekke lijke koelte in deldicht-bebladerde lanen of aan het strand zou verdrijven. Er waren ook zeer velen moedig genoeg om b.v. onder het wel iwat schaarsche loover van de boomenrijen langs den Oegstgeesterweg te voet naar een fel begeerd plekje te trekken, waar zij ver koeling hoopten te vinden. Er zullen ook zeer velen in zooveel mogelijk 'afgekoelde kamers thuisgebleven zijn, en die waren er niet het slechts aan toe; die trokken uit in het avond-uur, als de invloed van de brandende zon geluwd was ten een heerlijke zoelte hun toestroomde. De warmte is niet in liet minst Ivan invloed geweest op deheerhjkeen enthou siaste feestviering van de Sint-Jozef gezellen. 't Was een indrukwekkend feest: Dieaigemeene H. Communie, datsamen- zijn, waaruit bleek de hartelijke verhou ding tusschen praeses en gezellen, die waarlijk schitterende feestavond van Maandag; de feestviering was een eer voor de Leidsche Sint-Jozef-gezellen. Niet bevorderlijk voor de op warme dagen zoo begeerenswaardige en noodige kalmte, die evenveel graden onder nul behoort te zijn als de temperatuur er boven is, was een berichtje, 'dat ik Maan dag in de courant las. Er zouden oil. op een oorlogsmarsch van het 8e regiment infanterie in de Betuwe zeer vele mili tairen flauw gevallen zijn, terwijl er zelfs één zou zijn bezweken. Dat is toch al te erg, dacht ik; konden [de militaire autoriteiten dat niet voorzien! En mijn haren rezen ten berge om den volgenden dag weer volgens de laatste eischen van een up-to-date heerenkapsel op mijnlioofd neergeplakl te liggen, want den volgen den dag las ik al, dat het [berichtje bijna geheel én al bezijden de waarheid was. Van bezwijken was geen sprake geweest en er waren niet zeer vele, doch slechts twee personen flauw gevallen. Over militairen gesproken, het zal Velen verheugd hebben, dat de Minister van Oorlog heeft bepaald, welke dagen zijn aan te merken als feestdagen, bedoeld in het hoofdstuk „van den dienst op Zon en feestdagen" van de reglementen op den Inwendigen Dienst. Bij die bepaling heeft de Minister, wat betreft de door de Katholieke militairen te vieren feest dagen, met groote nauwkeurigheid reke ning gehouden met de laatste pauselijke beslissingen. Aan de militairen zal, voor zoover zij niet aan de gestrenge krijgs tucht zijn onderworpen, en voor zoover de belangen van den dienst daardoor niet ernstig worden geschaad, de gelegenheid worden gegeven om de aangegeven feest dagen te vieren door hun vrijstelling van den dienst of verlof te verleenen, zoo danig, dat zij r.iet na het invallen of voor het eindigen van de feestdagen Ibehoeven te reizen, en dat, ais de feestdagen met enkele dagen tusschentijd op elkaar vol gen, het verlof buiten het garnizoen in verband met den afstand zooveel moge lijk ook strekt voor de tusschendagen. Je moet een verstokte anti-politicus zijn, als het je niet in het minst kan interesseeren, wie voorzitter van de Tweede Kami er is geworden. Je weet nog wel, dat we verleden week naar aanlei ding van den vacanten presidentszetel in En nu wil ik ook nergens anders meer aan denken, dan aan onze gasten en, u eer aandoen. Adieu, man." En zij snelde weg. Zoodra zij vertrok ken was, kregen Rosenthal's trekken een donkere uitdrukking en een groote vast beradenheid flikkerde in zijne zwarte oogen. „Het is mij, als moest er heden avond een ongeluk gebeuren, zeide zij," mom pelde hij, „zij kon wel eens gelijk heb ben en daarom moet men op alles voor bereid zijn. Hij ging in zij"n geheim kabinet, dat hem lieden noodlottig geworden was, en wierp zich een oogenblik in denzelfden leunstoel waarin Lingen, thans zijn meest verbitterden vijand, voor weini ge minuten gezeten had. Hij keek, in diepe gedachten, op de punten zijner fij ne, Parijzcr schoenen, die hij in zenuw achtige beweging heen en weer schwdde. Eindelijk stond hij op. „Het is voorbij," zeide hij tot zich zelf, „en als het voorbij is, nu, dan is er maar een redding. Hij ging naar zijn schrijflessenaar, ont sloot een geheim kastje en nam er een kleinen revolver uit. Hij kromp ineen, toen hij het koude ijzer aanraakte, maar hij herstelde zich spoedig, onderzocht de de Tweede Kajmer het een en ander heb ben gezegd. Ongetwijfeld hebben allen -nu in de courant gelezen, dat (de Katholieke heer van Nispen tot Sevenaer in de toe* komst in onze Tweede Kamer den presi- dentshauner zal hanteeren. En fwerkei* lijk waar er is dn den lande nog nergens een zucht geslaakt over de wassende! heerschersjmacht van Rome of over den toendmenden invloed van den Paus, 'er is ook nog geen enkel adres aan H. M. !de| Koningin gestuurd. Maar ,,'tkan ver- keeren'A Niets zoo ongehoord of het anti-papisfrne durft het aan! En nu zouden we bij de veiimelding^ dat de interdiocesane commissie tot be vorderingder propaganda voor financieelfl gelijkstelling tusschen openbaar en bij zonder onderwijs is tot stand gekomen, nog heel wat kunnen praten. Maar wd willen ons er toe bepalen, onze hartelijke! vreugde over het ontstaan van die com missie en onze warme sympathie voor haar werken uit te spreken. 'Het gemengd salariscomité van openbare en bijzondere! onderwijzers heeft me nooit erg aange staan. Die roode kleur van sommige! heeren openbare onderwijzers geeft zoö gemakkelijk af! Doch we zeiden, er niet verder over te zullen praten. Dus tot (den' volgenden keer. IJ AN. Kerknieuws. Eucharistisch Congres te Weenen. Z. D. H. de Bisschop van 's Herto- genbosch zal op het Eucharistisch Con gres te Weenen, vertegenwoordigd wor den door mgr. A. F. Diepen. Te Hilvarenbeek zal een nieuwe pa rochie worden opgericht. Met de voor bereidende werkzaamheden is belast de Weleerw. heer F. A. J. Boelaars, kape laan te Dreumel. Retraites te Steil. Men schrijft ons: De retraites voor Nederlanders (Heeren) te Steil zullen plaats hebben 13—16 Aug. (Dinsdag—Vrijdag), 7—10 Sept. (Zater dagDinsdag). In de eerste retraite is na het middag en avondeten recreatie en vrij spreken, in de tweede met inachtneming van stil zwijgen. Op deze wijze kunnen alle heeren hunne keus doen, zij worden echter vrien delijk verzocht met het oog op anderen, deze bepalingen in acht te nemen. Aanmeldingen gelieve men op te zen den: Aan het Missiehuis te Steil bij Tegelen. Steil ligt 20 minuten van 't station Tegelen. Aan 't station Venloo vertrekt 12,10 een tram, die 12,40, 2,00 een die 2,30 en 4.10 een die 4.40 te Steil bij 't Missiehuis aankomt. Voor hen, die nog inlichtingen ver langen of nog geene retraite kennen, moge het volgende dienen. In eene retraite wisselen meditaties, conferenties en an dere godsdienstoefeningen af met vrijen tijd, die ieder in het huis of in den grooten tuin van het Missiehuis mag doorbrengen. De hoofdzaak is na te den ken over het einddoel des levens, en zich tot het afleggen eener goede biecht voor te bereiden. De retraitanten genieten in het Missie huis kost en inwoning, waarvoor zij eene vergoeding volgens hunnen stand geven, die echter niet rainder dan fl. 6.00 be draagt. Het rooken is gedurende den vrijen tijd slechts op de kamer geoor loofd. Land- en Tuinbouw. Voor Moes= en Bloemtuin, enz. De zomerweelde openbaart zich niet het minst in den rijkdom en de pracht van bloemen. Wat zou de zomer zijn zonder Flora's kinderen! Van die weelde moeten we zooveel mogelijk genieten binnens- en buitenshuis. Ook binnenshuis door onze vertrekken met wilde bloe men en süiijbloemen uit den hof op te sieren. Al zijn het maar weinige en een voudige bloemen, tot een tuiltje vereenigd, het geeft toch een vroolijken en gezel- ligen aanblik. Verfrisschen is geregeld noodig, want vele bloemen verwelken spoedig. Maar niet steeds is het noodig ze door andere te vervangen. Ten eerste loop en lading zorgvuldig en srak hem in den zak. „Zie zoo", zeide hij, honend lachend, „nu mag er van komen wat er van wil." Erg opgewonden kwam Lingen thuis en vertelde zijne vrouw, die hem, omdat hij er zoo bleek uitzag, verschrikt ont ving, wat hij ondervonden had. Toen hij geëindigd had, riep juffrouw Lingen ang stig: „Maar hoe kondt ge beloven te zwij gen? Gij maakt u immers tot Rosenthal's medeschuldige „Konik dan anders?" antwoordde Lin gen,wien onderweg zijn geweten ernstige verwijten gemaakt had, bedeesd. „Ons kapitaal stond toch op 'tspel. Of meentge, dat ik de 60000 mark zou hebben laten varen, om Rosenthal te ruïneeren? Dan zou niemand zijn gld terug gekregen heb ben." „Geloof toch niet," zeide Lingen's vrouw, „dat de man zich ruïiieeren zal. Een schurk, een bedrieger zooals hij, zal het zijne wel in veiligheid gebracht hebben, als het in zijn huis begint te kra ken. Maar dat daargelaten, gij hadt nooit ;i moeten beloven te zwijgen en gij zijt «ver- I3 plicht er thans nog aangifte van te (doen. „Dat kan niet!" riep de schrijnwerker, „mijne belofte! mijne belofte!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5