Eee Martelaar. Uit de Pers. (Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 19 Juni no. 819. KAMEROVERZICHT. TVi EEDE KAMER. De Radenwet. Art. 1 aangenomen. ■De politieke onweersbuien, die de vo rige week boven de Kamer losbarstten, zijn nog niet weggedreven; de Kamer- ;atmospheer was heelemaal nog niet opge- 'frischt, toen gisteren werd voortgegaan met het op Vrijdag 7 juni stopgezette 'debat over art. 1 der Radenwet. De daarop ingediende amendementen iwaren feitelijk slechts van formeel be lang. Of de nieuw in te stellen lichamen, belast met de uitvoering der verzekerings wetten, bij hun doopsel den naam „Raad .van Arbeid" ontvangen, volgens het idéé .van den Minister, dan wel, of de heer Patijn als peter optreedt en diensvolgens aan „Verzekeringsraad" de voorkeur iwordt gegeven, i.s een zaak van zuiver vor- melijken aard. Hoofddoel moet zijn, dat de nieuwe organen aan hun bestemming be antwoorden en geen kindertjes met lamme handjes worden. Indien de zaak geen dieperen onder grond had, zou de Kamer er geen twee dagen over hebben zoek gebracht. Het oorspronkelijke plan van Minister Jaima bij de indiening der Radenwet was echter, door de Raden van Arbeid publiekrech telijke lichamen in het leven te roepen, belast met de uitvoering van alle wet ten, op den arbeid betrekking hebbende. [Tegen dien grootscheepscnen opzet kantte de meerderheid der Kamer zich en daar om koos Minister Talma den verstandjg- cten weg en beperkte den werkkring der Arbeidsraden tot de sociale verzekeringen, opmerkend, dat een Jatérewetgever, als (hij de Raden voor de uitvoering van (andere arbeidswetten noodig had, er toch gebruik van kon maken. Door deze voorgeschiedenis verkreeg het amendement-Patijn zeer zeker méér beteèkenis, omdat het klaarblijkelijk de taak van den Raad van Arbeid voor eens en altijd wilde terugdringen tot de sociale verzekeringen. En 't was dus heel ver klaarbaar, dat de Minister hiermede niet gediend was. Met .37 tegen 34 st. werd het amendement ten slotte verworpen. Met de linkerzijde stemde van rechts voor jiet amendement de heeren Loeft (R. K.), Schiinrnelpenninck, van Idsinga, de Sa- vornin Lobman en van Wassenaer van Catwjjck (allen C..H); alle overige leden van rechts stemden tc^en. Eenzelfde lot onderging het voorstel- iTreub, om voor het gebied van iederen Raad van Arbeid een minimum-inwoners tal van 5000, inplaats van 25000 volgens (het Regeeringsontwerp voor te schrijven. [De bureaucratie voert gij door uv£ voor- Stel ten top, verweet de heer Duys aan mr. Treub, die voorts van den' socialist harde noten kreeg tic kraken, dat hij mr. Treub wel mooie sociale theo- riën in boeken en schrifturen voortslaat, maar armzalig terugkrabbelt ^ls het op aan komt die theoriën in daden om te zetten. De Minister bestreed het amende ment, omdat liet doel, dat .-r door wordt beoogd, ook door het ontwerp niet in den weg wordt gestaan. De Raad van Arbeid, hoewel een inwonersgebied van :25000 zielen omvattend, kan voor ge deelten van zijn gebied ziekenkassen op richten. Met 44 tegen 25 st. leed mr. [Treub zijn eerste fiasco. Art. 1 werd daarna met 53 tegen 7 stemmen aangenomen, nadat velen der linkerzijde de vergaderzaal hadden verlaten. De 7 tegenstemmers waren de Christelijk-Historischen Van Wassenaar van Catwijck en van Idsinga en de Unie liberalen Dolk, de Kanter, Jannink v. (Doorn en Rink. Beslist in andere omstandigheden de stemming over het eerste wetsartikel dikwijls over het principe van de ge- heele wet, ditmaal was dit niet het ge val, gezien de motieven waarom sommige leden hun vóór uitbrachten, of b.v. de liberalen, die thans vóór art. 1 steurden, consequent zullen blijven, staat te be zien. FEUILLETON. (NAAR HET DUITSCH.) 54) Hatto, die het geheim der samenstelling van sommige dranken en spijzen bewaarde, bewoog zich verheugd onder de gasten. De gunst des -konings was hem geheel teruggeschonken. Vóór den maaltijd had LWenceslaus hem zijn gouden halsketen omgehangen en hem daarbij de verzeke ring gegeven, dat hij zonder vrees de eene. of andere gunst kon vragen. Toen Hatto antwoordde, dat hij slechts een aanmoediging, een waardeering hoopte te verwerven voor de wijze, waar op hij het feest geregeld had, klopte [Wenceslaus hem vertrouwelijk op den schouder, terwijl hij hem toevoegde: Alles schijnt mij op uitstekende wijze bereid; geve de hemel, dat zich aan al die toebereidselen moge paren hetgeen de grootste, bekoorlijkheid van het leven (uitmaakt: de vergetelheid. Inderdaad scheen alles gedurende de eerste helft van het feest tot voldoening- der gasten bij te dragen. Er is gisteren druk gedebatteerd over een Regeeritigswijziging, waardoor het verordeningsrecht in de Raden van Ar beid de steen des aanstoots van 'de heeren Loeff, van Idsinga en andere) Grondwet-paladijnen werd terugge nomen. Het bleek, dat Minister Talma bij de Radenwet deze klipi wil omzeilein om later bij de Ziektewet den Raden die bevoegdheden toe te kennen, welke zij in verband met de richtige uitoefening hun ner taak1, noodig zullen hebben. De grondwettige bezwaren worden dus .tot later bewaard. In zijn antwoord deed de Minister voorts een gewichtige mededeeling aan gaande de Invaliditeits- en Ouderdoms- verzekering. Aan het departement van Landbouw wordt nl. de laatste hand ge legd aan het laatste stuk over die wet vóór de mondelinge gedachtenwisseling. Men schiet dus met de voorbereiding op. Indien echter tusschen mondeling over leg en openbare behandeling der Invalidi teitswet evenveel tijd verstrijkt als bij de Ziektewet, zullen er nog vijf maanden verloopen alvorens zij' aan de orde komt. De Voorzitter stelde bij den aanvang der vergadering 'een avondzilting tegen Donderdag in vooruitzicht om aan de auteurswet te beginnen. Een waarschuwend woord. Wij lezen in het K a th o 1 i e k Week blad: Op de R. K. Middenstandsvergadering te Haarlem, de feestbijeenkornst van de Hanze, heeft onze doorluchtige Kerk voogd ook woorden gesproken van op wekking aan de middenstanders, om toch vooral geen neutrale en liberale bladen te lezen, maar zich katholieke couranten aan te schaffen. Wie voor zaken een och tendblad noodig heeft behoeft nu niet meer naar de bladen van andersdenken den zijn toevlucht te nemen. En wie van locale en plaatselijke toestanden goed op de hoogte wil zijn, behoeft niet meer in allerlei neutrale locale blaadjes te le zen, welke toch steeds gevaar opleveren. In zoovele plaatsen zijn er gelukkig nu katholieke plaatselijke bladen de kleine katholieke locale pers iheeft zich goed ontwikkeld. Er is reeds veel, misschien te veel over het steunen van de katholieke bla den geschreven. We zouden dan ook op deze quaestie niet terugkomen, ware het niet dat naar aanleiding van ide vingerwij zing des Bisschops ieto naar voren is getreden, dat meerdere behartiging nog verdient. Met nadruk' heeft de Bisschop er op gewezen, dat men katholieke couranten moet lezen, en het lezen daarvan dient te propageeren, ten einde de neu trale en liberale bladen met hun verderflijken invloed te weren! Men dient te letten op dit gewichtig verband der gespatieerde woorden Wij moeten propaganda voor onze R. K. pers voeren om de andere bladen ver wijderd te houden ,En juist dit wordt door zéér velen nog niet begrepen Want wat gebeurt er maar al te dik wijls Ijverig wordt er propaganda ge maakt voor onze groote katholieke dag bladen ten koste van onze eigen plaatselijke goede pers. Al die propaganda-ijver geeft aldus voor de goede zaak zelf niets, werkt vaak verkeerd. Een goede plaatselijke pers is hoogst nuttig, bevorderlijk' en noodzake lijk'voor de goede zaak. Niemand heeft dit beter begrepen dan onze groote ka tholieke voorman, wijlen dr. Sohaepman. Veel, zeer vele menschen op kleine plaat sen en vooral op het land hebben een groot dagblad van noode, willen dit niet hebben, omdat er te veel in staat. Ze kunnen dat alles niet bijhouden en ver werken. De arbeid, b.v. in land- en tuin bouwbedrijf, laat niet toe veel tijd aan courantenlezen te besteden. Toch willen de menschen goed op de hoogte blijven van alles en zoo hebben zij' noodig een blad, dat een korte zakelijke samenvat ting van het wereldgebeuren geeft, met daarnaast het directe plaatselijke nieuws, De uitgezochte wijnen wekten in den aanvang den geest op; doch van liever lede verminderde de helderheid der rede onder het overdadig gebruik vaii het druivennat. Reeds waren eenige drinkers geheel beneveld. Wenceslaus evenwel ging voort met beker na beker door te zwelgen. Zijn oogeii glinsterden, zijn roode lippen schenen door bloed gedrenkt, zijn gesprekken verrieden gedeeltelijke dronkenschap. In dien benevelden toe stand was hij ihoogst gevaarlijk; dan toch schenen alle droombeelden werkelijk heid en alle misdaden mogelijk. Het was bij dergelijke gelegenheden, dat de Ro- meinsche keizers zich als godheden deden erkennen en hun toekomstige vergoding vierden. De luide lach van Wenceslaus verkon digde niet uitsluitend een onverdeelde vroolijkheid. Het scheen wel of hij aan de eene zijde zijn schenker, aan de andere zijde zijn beul zou gewenscht hebben. Terwijl hij den Tokajer overdadig ver zwolg, sprak hij van bloedvergieten. 'Aan de zijde van de sierlijk uitgedoste vrouwen en jeugdige mannen verhaalde hij van zonderlinge sterfgevallen 'en over het uit vinden van een samenstel van folteringen. Zijn gesprekken kwamen overeen met die van zulke booswichten, die door God van elke troostende gedachte verstoken dat hen interesseert en dat geen groot blad zóó nauwkeurig geeft of geven kan. Hoe ook Mgr. de Bisschop dit gevoelen deelt, bewijst wel zijn ijveren en steun voor en aan de plaatselijke Rqomsche pers. 1 Wie geen vreemdeling is in Jeruzalem, weet ook hoe onze Katholieke partij met groote belangstel Eng den bloei der plaat selijke pers bevordert." Liberale Logica. Wij lezen in de (A. R.) Rotterdam mer Het „Handelsblad," de voorstellen van de Staatscommissie voor de Grond wetsherziening besprekend, behandelt daarbij ook de wijziging, die de Com missie wil aanbrengen in het artikel dat handelt over den financieelen band tus schen den Staat en de Kerkgenootschap pen. Daarvan wordt dit gezegd De kerkgenootschappen hebben in den aanvang der 19de eeuw toelagen verzekerd gekregen, in de plaats der hun ontnomen goederen, 't Wensche- lijlcst ware, deze financieele verhou ding eindelijk eens voor goed te limi- teeren, om de verwarring van den staat met de materieele-kerkelijke be langen, te keeren. Maar wel verrei daarvan wordt voorgesteld een sub- sidieering per hoofdelijk lidmaat; en voorts subsidieering van alle nieuwe kerkgenootschappen of secten, ook die, wien nimmer goederen ontnomen zijn, en dus geen enkele aanspraak jegens den staat kunnen hebben, behalve de ze, dat brutalen de halve wereld 'heb ben. Zoo, en niet anders kunnen wij dit voorstel der commissie bezien, dat ook alweer terug dringt naar oudere rechtsinstellingen, en smaakt naar 't concordaat. Daaraan wordt dan nog toegevoegd, dat de vertegenwoordigers der linksche partijen „zich tegen de struikroovers- streek met het kerkengeld" verzetten. Nu spreken wij over de zaak zelf niet, maar vestigen enkel de aandacht er op, hoe een deftig liberaal orgaan 'als het „Handelsblad", dat anders zoo vaak den schijn aanneemt van fie hooge waarde van den godsdienst ook voor het volks leven te erkennen, hier zijn eigenlijken geest openbaart. Hetzelfde blad, dat steun uit de pu blieke kas voor schouwburg en tooneel met warmte verdedigt, kan alleen aan „brutaliteit" toeschrijven de gedachte, dat de Staat Kerkgenootschappen zou subsidieeren. En een voorstel in den meest wette- lijken en regelmatigen vorm, dat zon der eenige onderscheiding van richting, aan elk kerkelijk genootschap naar den maatstaf van het aantal zijner leden een subsidie wil geven, heet „een stmikroo- versstreek". Voor een tooneel, dat, enkele goede stukken daargelaten, grootendeels de moralisatie en hoogstens amusement brengt, waarvan een zeer groot deel van het volk bovendien niet gediend is, geeft het blad gaarne geld uit de publieke kas. Maar voor godsdienstige genootschap pen wie daarvoor geld vraagt dat is een struikroover Een waardevolle bijdrage voor den geest der liberale partij! De verdwenen amendementen. Over de intrekking van de amendemen- ten-Lohman en de indiening daarna door den heer Roodhuijzen, lezen we in de Christelijk-Historische Nederlander, het partij-orgaan van den heer Lohman. Ware, toen de heer Roodhuijzen de zelfde amendementen indiende, terstond over de verzending naar de afdeelingen gestemd, dan zou misschien nog eenige schade zijn veroorzaakt. Maar daarvoor heeft het verzet van den voorzitter, en de aangeboren voorzichtigheid van Dr. Nolens ons bewaard gezorgd werd, dat de stemming eerst kon plaats hebben op Vrijdag. Nuit porte conseil. Den volgen den dag begreep „rechts" beter waar het om te doen was. De zaak was nu zuiver „politiek" geworden. Dat bieek o.a. heel aardig uit een rede van den heer Goe man Borgesius, die toen opnieuw, ('t zijn. Hij berekende zoo ongeveer het aantal gevangenen in den kerker, en daarbij ontsnapte hem Otfried's naam. Hij loofde een aanzienlijke belooning uit voor hem, die folteringen zou bedenken, in overeenstemming met de misdaad, waar aan hij den page schuldig dacht. Nu dit punt eenmaal was ter sprake gebracht, hoorde men weldra aan de ko ninklijke tafel niets anders dan verhalen van monsterachtige misdaden, de verdedi ging van schandelooze handelingen en zin- nelooze droomerijen. Men kwam er toe, zich in het vooruitzicht te verheugen enkele ongelukkigen die folteringen te zien ondergaan. Men ging die folteringen, het schepsel aangedaan, dat door God met een ziel begiftigd 'en door Christus' bloed werd vrijgekocht, bespreken, toen de edelknapen-voorsnijders het wildbraad op tafel plaatsten. iWij hebben reeds op gemerkt, dat het feest allen lof verdiende; doch hetzij de kok slecht door zijn hel pets was bijgestaan, hetzij een verstrosiing hem belet had genoegzame aandacht aan dit gedeelte van den feestmaaltijd te schenken, zooveel Is zeker, dat het wild braad verbrand én geheel bedorven was. Hatto, riep jWenceslaus, dat is u on waardig; zulk éen gebraad doet het feest maal oneer aan, daardoor verliest gij uw eer was reeds herhaaldelijk gezegd), door den heer Van Idsinga er opmerkzaam op was gemaakt, dat verzending niet ge paard behoefde te gaan aan sohorsing, antwoordde, „daarover met zijn vrienden te moeten raadplegen". Dat doet men alleen bij quaesties van politiekén aard, niet bij de technische quaestie, hoe het mogelijk is, eene beslissing uit te lok ken over twee stelsels, die niet in het zelfde wetsontwerp voorkomen. Inder daad een lastige, doch niet een politieke' puzzle. Ronduit gezegd, was naar onze mee ning ook Vrijdag de leiding der Com missie van Voorbereiding niet gelukkig. Waarom niet eenvoudig gezegd: „M. H., na al wat hier gisteren is gezegd, moeten wij toegeven dat inderdaad ons advies ernstiger en bedenkelijker gevolgen zou kunnen hebben, dan wij op dat oogenblik hebben vermoed; maar het spreekt van zelf, dat wij, welstaanshalve, over de zelfde zaak heden geen ander advies ge ven kunnen dan gisteren. De naam van, den onderteekenaar verandert aan de zaak zelve niets." De uitslag zou dezelf de geweest zijn, maar de verdere behan deling der zaak' niet. Gelukkig zullen de fulminante spee ches van eenige linksche leden, die ten gevolge van de houding der Commissie zijn afgestoken, bij weinigen indruk ma ken, indien in het oog wordt gehouden, dat, al zijn een paar leden dier Commis sie niet geheel correct geweest, de leden der rechterzijde volstrekt niet met zich zeiven in tegenspraak zijn geweest, om de eenvoudige reden, dat zij zich den dag te voren niet hebben uitgesproken. Van verlaging van het Kamerpeil is mits dien niets gebleken Wat nu de „verdwenen amendemen ten" aangaat geheel waardeloos zijn ze niet geworden. Zij die twijfelen hoe ze over de Radenwet zullen moeten stem men, hebben uit die amendementen kun nen zien dat ook bij verwerping der wet, invoering der Ziektewet, mits ietwat ge wijzigd, mogelijk is. Daardoor zal hun twijfel misschien worden overwonnen. Ook de Regeering kan, tenzij „het stel- sel-Lohman" haar geheel onbruikbaar voorkomt, en dat kan toch ook bij de discussiën over de Ra denwet worden aangetoond tot het inzicht komen, dat verwerping der Radenwet voor haar geen reden b e- hoeft te zijn om de Ziektewet te laten liggen. Ook kan zij, om sommiger be zwaren weg te nemen, uit haar voorstel eenige steenen des aanstoots wegnemen. Zij zal zich daartoe te eer gedrongen voelen, naar mate het besef tot haar doordringt, dat de Radenwet wel eens kon worden verworpen. Hoe dit zijeene eindbeslissing zal in elk geval nu genomen worden. Nu de tijd zoover verstreken is en aan be handeling, Iaat staan afhandeling der Ziektewet niet meer te denken schijnt, zul en Regeer'nj en Commissie van Voor bereiding meer dan ooit zich moeten toe leggen op bespoediging van de voorbe reiding van het Ouderdoms- en Invalidi- teitswetsontwerp, dat immers steeds bij dit Kabinet de hoofdschotel is geweest. En komt de Ziektewet wel aan de orde, dan belet niets de nu ingetrokken amen dementen opnieuw in te dienen. Ingezonden Mededeelingen. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag IS ïuni (Vervolg.) Na de pauze wordt gestemd over het amendement-van Hamel op art. 20 van het wetsontwerp inzake de militaire rechtspleging, welk amendement strekt om o-ok gepromoveerde officieren van administratie benoembaar te verkla ren tot fiscaal bij den Zeekrijgsraad-te Amsterdam. Het wordt aangenomen met 48 tegen 9 stemmen. Daarna wordt voortgegaan met de dis cussie over art. 1 der Radenwet. De Minister van Landbouvv, N ij verheiden Handel, de heer ,T a 1- m a, verdedigt zijn stelsel nader tegen over dat van den heer .Treub. Een gebied van 25000 inwoners is werkelijk niet te groot, te meer waar ten platten lande plaatselijke organisaties kunnen worden Sire, antwoordde Hatto, het wil mij voorkomen, dat mijn bezigheden zich tot bevelen bepalen en ik den dreippel der keuken niet behoef te overschrijden. Daar ik de eer had aan den maaltijd uwer majesteit deel te nemen, kon immers de verplichting niet op mij rusten over het braadspit te waken? Of konden wij,toen wij hier aan tafel lachten, tegelijkertijd het vuur doen verflauwen, dat een krankzin nige kok bovenmate had aangeblazen? De kok zal gestraft wordenriep de koning. Dat is rechtvaardig, antwoordden de dischgenotoen. Wat zal zijn straf zijn? vroeg de ko ning; ik wil den raad van ieder uwer vernemen. Ik zou hem acht dagen op water en brood zetten, zeide een der gasten. Ik liet hem tweemaal vier en twintig uur vasten, voegde een ander er bij. Hij moest een maand in de gevan genis doorbrengen, liet een jonge vrouw zich hooren. Wenceslaus begon te lachen. Neen, neen! riep hij, terwijl hij met de eene hand op de tafel steunde en met de andere langs zijn rossigen knevel streek, de wedervergeldingIk ken niets beter dan de straf der wedervergelding! Welaan, heeren, zoo even gaaft gij zulke opgericht, die een deel van de taak kun nen overnemen. Wat betreft de quaes tie van de terugneming van het vérorde ningsrecht der Raden, herinnerde spr. er, aan dat hij aan grondwettelijke bezwaren zou tegemoet komen, als dit kon geschie den zonder dat het hoofdbeginsel in ge vaar zou komen. En nu is spr. overtuigd, dat die grondwettelijke bezwaren aan de orde kunnen komen bij die artikelen van de verzekeringswetten zelf, waarbij aan de Raden zekere opdrachten of bevoegd heden worden toegekend. En daarom kon bij deze Radenwet het grondwettelijk be zwaar betreffende het verordeningsrecht voorloopig ondervangen worden door dat recht uit de Radenwet te verwijderen. Hierna beantwoordde spr. de bestrijding van de Radenwet door de heeren Rink en van Karnebeek, daarbij mededeelende dat binnen eenige weken te wachten is de laatste der schriftelijke documenten van zijn departement betreffende de inva liditeits- en ouderdomsverzekering die de mondelinge voorbereiding moeten voor afgaan. Uitvoerig zette spr. uiteen het on gegronde van het verwijt dat de groot- scheepsche inrichting van de Raden zoo veel geld zal kosten; men vergeet daarbij dat die Raden behalve voor de Ziektever zekering ook zullen dienen voor de Onge vallenverzekering en voor de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering dus over drie sociale verzekeringen moeten worden om geslagen. Ten slotte ried de Minister aan deze zaak toch eindelijk eens af te doen. De Kamer is natuurlijk niet verplicht deze wet aan te nemen, maar het volk moet toch ook eens weten waar het met de Ka mer aan toe is op dit gebied. Na re- en dupliek worden de beraad slagingen besloten. Het amendement-Treub (minimum 5000 inwoners voor het gebied van een Raad van Arbeid) wordt verworpen met 44 tegen 26 stemmen. Het amendement-Patijn (Verzekerings raad in plaats van Raad van Arbeid) wordt verworpen met 37 tegen 34 stemmen. Art. 1 wordt aangenomen met 53 tegen 7 stemmen. De Kamer gaat daarna in de secties. Radenwet. De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft aisriog in verschilende artikelen van de Radenwet wijzigingen voorgesteld, meerendeels van redactio- neelen aard of van ondergeschikt belang. De p r in c i p i e e 1 e w ij z i g i n g, welke wordt,aangebracht, bestaat hierin, dat, in verband met de daartegen ge voerde bedenkingen, het verordenings recht voor den Raad van Ar beid wordt geschrapt. Auteurswet. De heer Drucker heeft twaalf amende menten voorgesteld op het wetsontwerp, houdende nieuwe regeling van "het au teursrecht. schoon e verhalen ten beste over het ge noegen en kwaamt gij bijna tot de ge volgtrekking, dat, om de geheele verfijning van den menschelijken wellust te smaken, liet noodig is het gevoel en het gezicht van anderer smarten waar te nemen; ik ga aan uw verlangen voldoen. Dit feest zal niet gelijken op die, welke ik voorheen gaf en waarvan de herinnering al zeer spoedig, was uitgewischt. Terwijl gij deze "uitstekende wijnen proeft en u de uitgezochte schotels laat smaken, welke dit afschuwelijk wildbraad zullen vervangen, wil ik, dat de straf van den schuldige u zal verstrooien. Beurtelings zult gij de tonen 'der muziek en dekreten van den doodstrijd hooren. Den koning van een genoegen berooven is éen mis daad van majesteitschennis en zulks wordt met den dood gestraft. Wenceslaus wendde zich tot een page. Men hale Kostoïy. Kostoïy was de beul. Ditmaal beschouwde Hatto zijn meester met verbazing. Het feestmaal werd voortgezet, doch een loodzwaar gewicht drukte op de gasten. Men vroeg zich af, wat toch wel het einde van dit feest zou zijn. (Wordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5