Een Martelaar. 3e Jaargang. No. 809. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bureau OUDE! SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIjNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post f 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2*/i cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Vrijdag 17 Juni 1912, V* Gemengde stemming. 't Is jammer voor de bakkersgezellen; jammer voor minister Talmajammer Ivoor de Regeering maar dit al kan het ons toch niet doen betreuren, dat bij de 'verwerping der Bakkerswet het partij- Verband rechts verbroken is. Reeds in een vorige driestar hebben we naar aanleiding van stemmingen over Bakkerswet-amendementen on verholen onze voorkeur voor gemengde stemmingen uitgesproken, wijl immers juist deze dat algemeen karakter dragen, hetwelk den arbeid van het parlement dient te stempelen. Bij deze eindstemming heeft de rechter zijde een keer te meer getoond, dat het ïhaar vóór alles te doen is om het belang >der zaak, niet om dat der politieke con stellatie van het oogenblik. Zeker, nu zal men links tegen de Vechterzijde uitspelenwat heeft men aan leen meerderheid, die 'tniet eens is? Maar gesteld, dat de Bakkerswet bij partijstemming ware aangenomen, dan zou links alweer gesproken hebben van ib.v. cadaver-gehoorzaamheid, die alle inacht blindelings uit handen geeft. 't Is links nooit goed wat rechts doet, zoodat we ons aan critiek van die zijde niet behoeven te .storen. Laten we de zaken steeds objectief be kijken. En dan rneenen we te mogen jeoncludeeren, dat deze eindstemming t— [hoezeer we haar uitslag drieledig be treuren aanzien en positie der rech terzijde niet heeft geschaad. Integendeel. Het land heeft nu ervaren: men stemt -ttorcnr naar en geweten, afgezien van politieke overwegingen. Links waar men den balk in teilen g>og niet pleegt te zien verzekert men graag het tegendeel, en daarom wijzen we eens met nadruk op dit feit. *t* Bewijs s. v. p. De Antwerpsche correspondent aan het Hbld.", zijn gal uitspuwend over den nederlaag der Belgische vrijzinnigheid, zegt o. m. .Men schat het op 27 millioen, bet ween de verkiezingscampagne aan de regeering gekost heeft, dit natuurlijk met het geld van iedereen! Als die scribent eens bewijzen moest, wat hij hier zoo klakkeloos de regeering naar 't hoofd slingert, wat zou hij met de handen in 'thaar zitten. KAMEROVERZICHT. TW LEDE KAMER. De Arbeidersziekteverzekering. De alge- meene beschouwingen gesloten. Minister Talma nam gisteren zijn. plaats achter de groene Ministerstafcl jweer in, oogenschijnlijk alsof Woensdag zijn Bakkerswet niet ware verworpen. [Toen hij echter in den namiddag dupli ceerde en op een gloedvolle overtui gende wijze zijh wetsvoorstellen verde digde, toen heeft hij aan zijn gevoelens piting gegeven. Als uitgangspunt nam de Minister een .uitlating van den heer Roodhuijzerv De ze liberale spreker had beweerd, dat de Kamer bij de stemming over de Bakkers wet blijkbaar den Minister een les wilde geven om hem voor zijn halsstarrigheid te straffen. Dat legt aan de tegenstemmers den klad op, repliceerde de Minister ad rem, dat zij het belang van 20.000 arbeiders hebben opgeofferd aan bezwaren tegen zijn persoon. De heer JRoodhuijzen ver volgde spr., heeft echter niet de bevoegd heid om iets dergelijks namens de Kamer te zeggen. Geen enkel lid van de rechter zijde heeft hem deze boodschap gegeven. Als er grond was voor een zoodanige be wering, zou de Minister onmiddellijk zijn teruggetreden. Duidelijk gaf hij vervolgens te ver staan, dat hij na het votum van Woens dag zou aanblijven ter wille van de so ciale verzekeringsontwerpen. Maar hij deed in welsprekende bewoordingen een beroep op de rechterzijde, die een zware verantwoordelijkheid heeft jegens ihet land. Rechts staat men anders dan links. Rechts heeft men geen partijen, die zich arbeiderspartijen noemen of bijv. meer speciaal voor industriebelangen opko men. Men heeft daar slechts drie groe pen, die alle volkspartijen willen zijn, waarin de verschillende klassen, dei- samenleving' saamwerken op politiek gebied. Jarenlang heeft de Minister on,- der het volk met pvertuiging gezegd: Er zijn onder ons radicale^ en conser vatieven, maar gij kunt er op aan, dat wij er ons voor zullen zetten, de be- sociale hervormingen, te bevredigen. De Rechterzijde moet zich tienmaal bedenken, voordat zij het vertrouwen, dat de groote breede massa van het volk- in haar heeft, zou verspelen. Het ver trouwen niet alleen in de democraten, maar ook in de aristocraten, de mannen tot wie het volk jarenlang in bewondering heeft opgezien en die het heeft vereerd. Dat geloof mag niet worden beschaamd. Doch ook tot de linkerzijde richtte de Minister zich om op eerlijke en loyale wijze aaitje dringen. Hij herinnerde daar bij aan de behandeling der Wet op het Arbeidscontract, toen vier leden van de rechterzijde samenwerkten in een com missie onder een vrijzinnig-democratisch voorzitter en met een vrijzinnig-democra tisch Minister. Er bestaan zakelijke ver schillen die beïnvloed zullen worden door de inzichten op sociaal en economisch gebied. Maar ieder weet wel dat de Ka merleden niet een college van professo ren vormen, om theoretische stellingen op te bouwen, maar dat de Kamer dient om practische maatregelen te nemen voor het Nederlandsche volk. De Minister wil alles doen, om de saamwerking met de Kamer te bevor deren en zoolang n<og waar is, dat de Staten-Generaal zijn een, vertegenwoor diging van het geheele volk en njet een verzameling van partijgroepen vertrouwt hij op het gemeen overleg. Op deze rede weerklonken rechts zoo wel als op de publieke tribune applaus en bravo's. Was zij niet een welverdiende afstraffing van die leden der linker zijde, die volgens getuigenis vpn Rood- Iiuijzen om politieke motieven tegen de Bakkerswet stemden Klonk zij niet als een verwijt tegen de oud-liberalen die pal staan voor industrie-belangen, en krachtens hun beginselen, met' voorin genomenheid elke arbeidsbescherming begroetten Lag er ook niet een vermaan in t^gen een deel der rechterzijde, dat minder uit principieele overwegingen,, veel meer uit practische motieven zijn stem aan de Bakkerswet onthield? De Minister houdt aan zijn wetsont werpen vast en het fiasco met de Bak kerswet zal hem volstrekt niet tot groote concessie voeren. Wat de bijzon dere kassen aangaat, is de Minister njet gezind met den heer Lohman mee te gaan. Dr. Nolens voelt evenmin, veel voor de amendementen Lohman,, die gis teren bij de Kamer binnen, kwamen. Wel wenscht ook hij meerdere vrijlheid voor de bijzondere kassen. Vermelden wij ten iaatste, dat de heer Roodhuijzen bij afwezigheid van den heer de Kan.ter de lijkrede hield over beider motie, die bij deze algemeene be schouwingen door intrekking een roem- loozen dood vond. Met 59 tegen 10 st. besliste de Kamer voorts dat de Ra- denwet vóór de Ziektewet zal worden behandeld. De heer Schaper, die de za ken op z'n kop wilde zetten, kreeg zijn, zin niet, al dreigde hij, dat de socialisten tegen de Radenwet zullen stemmen, als deze het eerst wordt behandeld. Op de discussie over het le artikel riig. lit de Leidsche Vroedschap. De winkelsluiting blijkt wel de belang stelling van verschillende vereenigingen te wekken. Gisteren deed de Vooratter in de raadsvergadering wederom mededee- ling van een aantal adressen, die alle hierop betrekking hadden. Zij werden naar B. en W. teruggezonden om prae- advies. Dit praeadvies zal mei oiidertusschen niet al te spoedig moeien verwachten, want B. en W. maken ten omvangrijke studie van het onderwtrp, laten zich door verschillende corpoaties voorlichten en hebben eveneens aangeklopt bij de be langhebbenden zelf, die gisteren een vragenlijst thuis ontvingm. Nu permitteere men tns 'n kleine al- wijking van ons onderwerp om evpn te constateeren, dat B. en V. met de inge stelde enquête de meestbelangrijke stap in deze zaak hebben gedaan. Slechts een viertal vragen zijn den winkeliers voorgelegd men vind' ze onder Stads nieuws medegedeeld ,die duidelijk ge steld zijn en zonder eel omhaal van woorden kunnen beanwoord worden, terwijl ruimte is gelatenvoor op- en aan merkingen. Zoo krijgt men een goed beeld van de bestaade stroomingen. FEUILLETON. (NAAR HET DUITSCH.) 44) \i Niet één spier van haar gelaat trilde, Zij antwoordde den koning met kalme stem, dat zij aan de ontvangen bevelen zou gehoorzamen, en toen Wenceslaus vjdie weder in zijn oude onzekerheid ver viel, haar verliet, vroeg hij zich af, of zij liet waardigste of het meest verdorven Schepsel was. Vi Nauwelijks was de keizer verdwenen of /(Johanna bad met samengevoegde han- jdenNu, Heer, geef moed aan uw diena res! IX. De nacht had zijn valen sluier over Bo- hemen uitgespreid. Een sombere, on doordringbare nacht, die zich leende tot verschrikking en misdaad. Op den vloer van den donkersten ker- Jcer der Praagsche gevangenis verbleef jptfried, ineengedoken in een hoek zijner vochtige cel. Men had 'hem zooeven aan gekondigd, dat hij den volgenden dag zijn vonnis zou ondergaan, en nu doorliep hij nog -eens met smartelijke overgeving de korte tijdperken zijns levens. Hij ging sterven, sterven op twintig jarigen leeftijd'. Sterven door de hand des beuls. Hij vroeg zich af, welke mis daad hij door dien smadelijken dood moest uitdelgen. Voor Johanna's geest was nu alles tot klaarheid gekomen. Zij, die met Wences laus leefde, las thans op de roode blad zijden zijner ziel waarom Otfried moest geslachtofferd worden. Niet één oogenblik onteerde zij door de gedachte den vriend harer kindschheid den aangenomen broeder, en toch moest zij hem den ellendigsten dood zien ster ven. Een helsch komplat wierp Otfried den beul als een prooi toe, en verschrikkelij ke zaak, Johanna kon niets ter verdedi ging van den ongelukkige doen. Zij be vroedde dat één woord, één verzoek van haar,, wel verre van de gestrengheid der wet te verzachten, er de toepassing van zou verdubbelen. Wat te zeggen tot een jaloerschen vorst in wien de tiran opnieuw ontwaakt was? Hoe sterker Johanna Otfried's onschuld zou betuigen, hoe meer Wenceslaus in zijn booze vermoedens zou versterkt wor den. De ongelukkige vrou/, ten prooi aan een bittere smart, zag slechts rondom zich het gevaar. De rad, dien haar hart gaf, werd door de redeverworpen. Evenwel kon zij nie1 langer wachten; de minuten golden eeiveneenige uren nog en alles zou geëiriigd zijn, het on herstelbare zou volbrait zijn, de onge lukkige Otfried zou gesirven zijn voor de misdaad haar als eeir.uster vereerd te hebben. Johanna, die schroomvallig van aard was, haatte de lafhartipeid. Maar wat baatte hie moed? Waar zij haar blik ook wendde, veral ontsteltenis, welke middelen ter rïding zij ook be dacht, ten slotte blekeizij alle onuitvoer baar. Een enkel straals van hoop restte haar nog: zij wilde haf toevlucht nemen tot Johannes Nepomumus. Terwijl men dezen lar verlangen over bracht, begaf de keirin zich naar de kapel. De figuren der muischilderingen wa- ren in de schaduw jhuld; alleen het licht der godslamp wip een onbestemd schijnt °P de goude»stralenkransen en d.e rijkbeschilderde kjederen der beel den. Johanna sidderde biliet minste geluid. Achter in de kapel iaden twee harer vrouwen. onder den handeldrijvenden, middenstand omtrent dit brandende vraagstuk. Met genoegen merken wij op, dat de nu gevolgde wijze van doen eveneens in het request van den R. K. .Volksbond en de JR. K. Middenstandsvereeniging De Hanze is aangegeven, zoodat beide ver eenigingen over het aanvankelijk resul taat van haar bemoeiingen tevreden mo gen zijn. Op één punt bestaat er afwij king. Terwijl R. K. Volksbond en de Hanze zich gedecideerd vóór de ver plichte sluiting uitspraken, wenschen B. 'en W. pok over dit punt het oordeel van de winkeliers te vernemen. Nu hopen wij, dat de gemoederen niet kunstmatig zullen worden opge warmd. Over de winkelsluiting moet in kalmte en na zakelijk overleg een .oordeel- worden geveld en alles wat vóór- en tegenstanders dienaangaande te berde willen brengen, moet het karakter dragen van voorlichting. Bovendien moe ten nu eens alle winkeliers met B. en W. saamwerken en er moet niet bij velen hunner een zekere onverschilligheid be staan. Dan zal 'de oplossing, die de quaestie*haar beslag geeft, algemeen in stemming vinden, waardoor een event, in te voeren veiplicht sluitingsuur op weinig tegenstand zal stuiten. Om nu op de raadsvergadering terug te komen, veel belangrijks is er niet be handeld noch gesproken. De discussies daalden soms tot de waarde van koffie- kransjes-gepraat. Mr. Fokker babbelde b.v. gezellig over de vuile vingertjes, die Zondagsschoöl-kindertjes hebben en waarmede zij de plaatsen bevuilen van de openbare schoolkindertjes, die Maan- komen. Mijnheer Sijtsma koutte hierover door en kon zich op zijn ervaring als Zondagsschoolmeester beroepen op heeren Fokkers beweringen te staven. Geen van tweeën wilde er iets van weten het verzoek van de „Graankorrel", om 6 in plaats van 4 lokalen van ?n openbare school te gebruiken, toe te staan. Mr. Fokker verklaarde pertinent te zullen tegenstemmen. Maar ten slotte heeft hij het toch niet gedaan, 't Zou trouwens wat al te mal zijn geweest als de Raad het verzoek had geweigerd. Te recht kleineerde de Voorzitter de* waarde van het rapport van het betrokken schoolhoofd. Geen enkel hoofd heeft gaarne, dat de schoollokalen voor andere doeleinden worden besteed, evenmin als de gymnastiek-onderwijzers de gymnas tiekzalen met instemming aan vereeni gingen disponibel zien gesteld. Doch dit is nog'geen reden om dergelijke verzoeken te weigeren. Er zal toezicht worden ge houden, dat de school niet verontreinigd wordt, maar de burgemeester vond het vanzelf-sprekend, dat de school er na gebruik min of meer „besmoezeld" uit zag. Enfin, de vereeniging krijgt twee lokalen meer. Bij «en ander punt was het weer mr. Fokker, die het kruisvuur op B. en W. opende. Op den jaarlijkschen staat van af- en overschrijvingen met zijn tekorten en overschotten had mr. Fokker verschil- Eindelijk draaiden de deuren op haar hengsels, een priester knielde op de mar meren treden en sloot zich vervolgens op in den biechtstoel. Toen ging ook Johanna tot den stoel van boetvaardigheid, knielde daarin ne der en bedekte haar voorhoofd met bei de handen. De lippen onder een stuiptrek kende beweging trillende, werden met inspanning op elkaar geperst oni het snik ken te smoren. Zij teekende zich met het kruis en klop te zich op de borst. VaderJ sprak zij met afgebroken stem, ik wil dit onderhoud stellen onder de sdiutse der engelen en het geheim der biecht. In dit uur denk ik niet aan mijn fouten, ik wil ze ook niet belijden.... Ik moet het leven van een veroordeelde trach ten te.redden, daartoe kom ik uw raad in winnen. Zoo gij mij beveelt voor hem mijn eer en mijn bestaan op te offeren, zal jk zulks doen. Uw leven behoort God, uw «er den keizer van Duitschland. Ik heb een eed gedaan, vader, vóór mijn huwelijk. Spreekt gij van uwe verloving? Neen, sprak de koningin, met nadruk, deze herinnering vindt geen plaats meer in mijn hart, zij zou noch voor de toe komst, noch voor het heden iets vermo- lende posten ontdekt, die met z.i. belang rijke bedragen waren overschreden. Reeds vroeger heeft hij betoogd, dat vooraf voo£ die overschrijdingen de goedkeuring van den Raad gevraagd moet worden, en thans kwam hij nogmaals op dit oude aam beeld hameren. Zijn fout was r— en zijn partijgenoot Sijtsma bracht hem die onder 'toog dat mr. Fokker gewoonlijk te veel wil bewijzen en zoodoende feitelijk- niets bewijst, althans zijn betoog aan merkelijk verzwakt. Zijn aanmerkingen over een verbouwing van het brand spuitenhuisje aan den Hoogen Rijndijk! en van de veranderingen aan de woning der gemeente-apothekeres werden door wethouder Korevaar onjuist genoemd f omdat B. en W. onmogelijk alle uitgaven een jaar te voren kunnen voorzien. Voor elke kleinigheid kloppen zij niet bjj den Raad aan. Ook bij deze discussie, die al even weinig resultaat had als de voorgaande, werd spoedig een punt gezet. Over de| belangrijke wegverbetering voor de hui zengroep Staalwijk van de Leidsche Bouwvereeniging aan de Heerenstraat, had niemand zijn gemoed te luchten. Toch blijkt hieruit, dat B. en W. ijverig bezig zijn de uitbreiding en verfraaiing der stad naar alle kanten te bevorderen. De aankoop van perceel Burgsteeg Gi voor f6750 werd zonder debat goed gekeurd en het voorstel tot aankoop van perceel Heerengracht 25 door B. en Wi. teruggenomen. Deze terugname scheen algemeene instemming in den Raad te vinden. De koopprijs was zéér hoog f 10.200 voor een pand, dat enkele jaren geleden in publieke veiling voor f6125 dit voorstel er door te sïeepen. Als „spoedeischend" werd toen aan de orde gesteld de aankoop van een ander huis aan de Herengracht, waarvoor inmid dels een aanbieding was ontvangen. Per ceel 15 van prof. Hartman was voof f7800 te koop. Slechts 10 vierk. Mi. kleiner en f2400 prijsverschil, volgens commissarissen der Stadsbank van Lee ning uitstekend geschikt om er de hulp bank van het Utrechtsche Veer naar te verplaatsende Raad zal het wel direct slikken, dachten B. en W. Ditmaal hadden zij echter misge- rekend. Mr. Forkker bond de kat de oeT aan, eerst bedeesd (pas had hij im mers tweemaal achter elkaar fiasco ge maakt), en later, toen hij zag, dat zijn aandrang om uitstel weerklank vond in den Raad, wat minder schuchter, om ten slotte voor een uitstel-motie een meerderheid te behalen. Mr. Fokker had met zijn oppositie vol komen gelijk. Het nieuwe aanbod was eerst den vorigen dag ontvangen en in zoo'n kort tijdsbestek kan moeilijk worden onderzocht of het huis voor zijn bestemming dienstbaar is. De meer derheid zou wellicht toch met B. en W- zijn meegegaan, als de heer Bosch niet het nieuwe denkbeeld ter sprake had gebracht, om inplaats van de bestaande bank te verplaatsen en te vergrooiea^ een nieuwe bijbank op te richten, b.v. gen. Zoo ik geleden heb, weet God het alleen en jegens den koning, mijn echt genoot en meester, verwijt mijn geweten mij niets. Maar wanneer ik aan Otfried denk, ach, hoezeer beschuldig ik mij dan.: Weet gij, wie Otfried aan mijn genegen heid heeft vermaakt? Zijn stervende va der, die een gewelddadigen dood stierf voor den mijnen, en later, toen mijn moeder, de heilige en zachtmoedige Isa bella, het tijdelijke met het eeuwige ver wisselde, zeide zij, over Otfried sprekend: Leven voor levenvergeet het nimmer.; Leven voor leven f herhaalde de priester.; Wie anders dan Hatto heeft Otfried in het verderf willen storten, om daardoor zijn invloed op den vorst, dien ik ver nietigd had, weder te herwinnen? Dank aan u, ontsnapte ik eens aan den val strik, welke mij gespannen was; ook thans ben ik het weder die men aanvalt; .Te hoog ben ik geplaatst, dan dat men het durft wagen mij openlijk van een mis daad te beschuldigen.... Maar wanneer Wenceslaus gelooft het voorwerp geweest te zijn van een poging tot vergiftiging,- zou hij er dan zoo verre van af zijn mi) te verdenken aan deze misdaad meden plichtig te zijn Door Otfried te treffen, bereikt men mijIs Otfried veroordeeld* dan gevoel 'ik mij verdacht...» (Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1