Ui. de Pers.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
YVoénsdag 5 juni no. 807.
KAMEROVERZICHT.
TW EEDE KAMER.
De Arbeidersziekteverzekering
Duys is gisteren aan het woord ge-
jveest; dus was het een onvruchtbare dag.
Da vergadering, die pas om half twee
aanving (want de Kamer had den voor
middag besteed aan afdeeiingsonderzoek),
hield zich eerst eenigen tijd bezig me;
conclusies over verzoekschriften, waar
van men de strekking en het resultaat
elders in ons blad kan lezen.
Toen begon Duys te praten, praatte
den heelen middag door en was om half
vijf nog niet gereed. Veel zaaks heeft hij
biet gezegd, laat staan dat hij wat nieuws
tc berde bracht. Hij bestreed den heer
{Tydeman en diens aanbeveling van de
vrijwillige gesubsidieerde verzekering,
ging dr .de Visser te lijf, omdat deze een
boek van dr. Möller citeerde, welke schrij
ver volgens Duys een „leugenpiet" is, en
Stelde ten slotte de redevoering van dr.
Kuyper in een bespottelijk daglicht.
De Zaandamsche jongeling had zelfs
zooveel eigendunk, dat hij voor de onbe
nulligheden, die hij verkocht, de aandacht
der Kamer durfde opeischen. Gedachtig
aan het spreekwoord: ee:: brutaal mensch
heer; de halve wereld, v, K hij om 4 uur
zijn rede afbreken, omd i de rechterzijde
heel weinig beiangsteliir. voor zijn woor
den toonde. isof de Kamerleden niets
janders hebben te verlichten dan te
luisteren naar een speech voor een
socialistische vijf-cents meeting!
Terecht werd de Voorzitter boos over
zoo'n onuitstaanbaar optreden. Hij riep
Duys voor de zooveelsie maal, tot de
orde en was absoluut niet van .plan de
vergadering te verdagen voor half vijf.
Hoopte de president, dat Duys dan
zou zijn uitgerateld
Helaas, ook om half vijf was ,Duy!s
piet klaar. Vandaag m .ten wij weer
naar hem luisteren.
De socialisten werken welphard aan
de sociale wetgeving -ede.'door
vWoorden en afbrekende -critiek!
Maar niet door daden.
Daarentegen houden zij de daden
Öoor h un woorden te n. Bij de alge-
liieene beschouwngein hebben drie so
cialisten reeds het woor gevoerd. Duys
'sprak 4 uur, Schaper 1- uur, Troelstra
3 uur en nu nog eens Duys.
't Is wel erg machtig. En al dat ge-
redevoer geschiedt niet om afwijkende
pic-eningen toe te lichte in, de socia
listische pa tij is het verboden er een
eigen meening op na te ouden, maar
ff: leen oin het standpunt der socialisten
te ontvouwen.
Als dit geen geheime tegenwerking
Is
Een uitvlucht.
Men zal zich herinner,.dat bij de be
handeling in de Tweede Kamer der ar-
beidswet-ncvelle door mr. Aalberse een.
jh men dement was ingediend, strekkende
'/om den arbeid der gehuwde vrouw op fa
brieken en werkplaats te verbieden.
Tegen dezen bij uitstek socialen maat
regel verzetten zich toen de socialisten en
bloc, en geen hunner gaf aan dit amende-
jment zijn stem.
„Het Volk" heeft nu weer een nieuw
argument gevonden om de tegenstem der
Kamerbroederen goed te praten, zegt de
'Maasbode.
Heel gewichtig komt ze met statistieken
aandragen, ten bewijze, dat in de laatste
,il0 jaren de loonarbeid der gehuwde
Vrouw is afgenomen, als wilde ze
leggen, dat dus een verbod als door het
^amendement-Aalberse bedoeld overbo
dig was.
En dan speelt zij deze troef uit;
„Men kan gerust zeggen, dat, met de
In onze arbeidersklasse daaromtrent
heerschende opvattingen, slechts
vrouwen, die dien arbeid absoluut moe
FEUILLETON.
Een Martelaar.
(NAAR JiET DUITSCü.)
42)
Wenceslaus had zich van lieverlede her
steld. De afmatting had. naarmate hij
yjneer tot zich zelf kwam, voor zijn beken-
jjie woestheid plaats gemaakt.
De schuldige gegrepen, liet vergif door
Jfcen ander gedronken, het waren zooveel
gingen, welke hem van zijn grooten angst
fpevrijdden. Maar een terugblik op het
ygebeurde, de gedachte vooral dat hij nau
welijks een uur geleden een prooi des
jjoods ,had kunnen zijn, dreven hem cr
toe, in den wijn vergetelheid te zoeken.
Hij hief dan zijn zilveren beker op cn
ijbraeht dien ter hoogte van zijn mond.
iv Mijn God, riep hij plotseling, terwijl
ij ij hem op de tafel zette, gij roept niet
jjneer: dc Koning drinkt. Nochtans, mij-
'*ie heeren, is het thans het oogenblik en
fovcnal om er bij te voegen „Leve de ko-
ifngl'i
In een minuut waren alle bekers ge-
yuld Sfi ide kreten„Leve de koning, de
ten verrichten om te Jcunnen Jeven,
naar minder loonenden arbeid zouden
zijn verjaagd."
Hoe hebben wij het nu?,
Past zulke overweging wel in het kader
der alleen zaligmakende leer van Marx?
Wat reactionair-burgerlijk klinkt zulke
motiveering!
De socialistische theorie toch is niet
gewoon, dergelijke overwegingen te doen
gelden. Zij schrikt er niet voor terug heel
het maatschappelijk verband uit elkaar
te rukken waar het de doorvoering geldt
van hare eischen.
Waarom dan ten aanzien van den ar
beid der gehuwde vrouw van dit stand
punt afgeweken?
Ach, deze kwestie heeft een godsdien-
stigen ondergrond, de Katholieke opvat
ting van de roeping der vrouw.
En als de sociaal-democratie gevaar
loopt zich er aan tc bezondigen, dat het
huwelijksleven naar Christelijk model zou
worden hervormd, dan past zij daarvoor.
Ze laat duizendmaal liever een ergerlijken
misstand als deze rustig voortbestaan.
En tracht zich dan te redden door een
ultra-bo u rgeois-a chtige ui (vlucht
De „roode" toekomststaat.
Wie een kijkje wil hebben in den zoo
hoog geroemden en idealen socialisti-
schen toekomststaat, zegt het C e n t r u m,
moet op het oogenblik maar eens gaan
zien in de Antwerpsche havens, waar de
socialisten den baas spelen en den werk
gevers de wet willen voorschrijven, hoe
bij het aanmonsteren van zeelieden ge
handeld moet worden.
Sterker staaltje van dwingelandij is mis
schien nog niet vertoond.
En als dit zoo al geschiedt op het oogen
blik, behoeft men niet te vragen, wat een
tyrannic en schrikbewind er zal heerschen
als de roode heeren eens werkelijk de
baas werden.
Het geldt in de Antwerpsche havens;
Alleen werk voor socialistische zeelieden
en de kapiteins kunnen er beleefd om ko
men vragen bij de roode aanvoerders.
Hoe de zeelieden zelf behandeld wor
den?
Een maniefst van de zeelieden, die zich
van den bond willen afscheiden, zegt
het overduidelijk.
De Bond was opgericht met een goed
doel en ter verbetering van den toestand
van de zeelieden. Maar wat is door het
binnendringen van slechte elementen er
van geworden? Deze meestal geen zee
lieden regeeren als autocraten en be
handelen de zeelieden als slaven.
Vrijheid van handelen, van discussie
bestaat niet meer. Alles wordt beslist tus-
schen bestuur en een twintigtal rondloo-
pende spionnen.
Vele bedrogenen hebben het ware .ka
rakter van het socialisme leeren ju zien en
hebben den Bond den rug toegekeerd.
Anderen, die het ook gaarne zouden doen,
durven niet uit vrees voor broodroof en
slaag.
Bond van R. K. Kiesvereenigingen in
Friesland.
Zondag werd te Leeuwarden de 26ste
algemeene jaarvergadering gehouden van
den Frieschen Bond.
Na opening door den voorzitter ver
krijgt de secretaris van den Bond het
woord tot het lezen der notulen.
Daarna ontspon zich een nog al heftige
discussie over hei oprichten van een R. K.
dagblad in Friesland. De discussie werd
afgebroken door de komst van den heer
J. G. Suring, om te spreken over de „Fi-
nancieele'gelijkstelling van bijzonder en
openbaar lager onderwijs".
Spr. begint met '1 rapport der Commis
sie voor Grondwetsherziening. Hij leest
het artikel 192 der Grondwet voor. Dit
is niet meer van onzen tijd, zegt spr.de
macht der feiten heeft 't bewezen. En
geen wonder, dat de Commissie een heel
andere redactie voorstelt. Maar ook is ;t
geen wonder, dat de linksche heeren der
Commissie 't niet met het voorgestelde
eens zijn, dat zij 'topenbare onderwijs
als regel wenschen, en dat aan het bij
zondere alleen onder zekere voorwaar
den een geldelijke bijdrage kan worden
verleend. Spr. eindigde zijn rede met te
zeggen, getracht te hebben aan te toon en,
koning drinkt!" daverden door de feest
zaal.
Alleen de koningin had er niet aan ge
dacht, haar echtgenoot den gezondheids
dronk te brengen.
Wenceslaus had zulks gemerkt, zijn ge
laat betrok nog meer.
Drink dan, mevrouw, riep hij.
Hij vulde zelf haar beker en reikte haar
dien over. Met bevende hand nam Johan
na hem aan, doch zij miste de kracht hem
te ledigen. Met de doodskleur op het ge-
laat en geheel verstijfd stortte zij ochter-
over in haar zetel, stiet daarbij haar voor
hoofd tegen de rugleuning en viel in be
zwijming.
Wenceslaus stond op om haar hulp te
verleenen.
Hatto plaatste zich nu tusschen den ko~
ning en Johanna.
Veroorlooft uwe majesteit de vrou
wen der koningin te roepen? vroeg hij.
Wenceslaus gaf een teeken van toe
stemming en trad terug tot bij het kiiiis-
venster.
Johanna werd naar haar vertrekken ver
voerd.
Toen zij tot bewustzijn gekomen was,
drukte zij de handen tegen het voorhoofd
en trachtte het gebeurde jn haar geheu
gen terug te coep.en,
.dat ons nog lang geen recht, dat ons grif
onrecht geschiedt en dat hieraan alleen
een einde kan worden gemaakt, wanneer
1913 ons de overwinning geeft.
Na de pauze stelde het bestuur de
volgende motie voor:
„De 26e Friesche Landdag, gehoord de
hierop betrekking hebbende discussiën,
is van oordeel, dat de actie van het
friesche comité, om te komen tot de
oprichting van een dagblad voor cle
Noordelijke provinciën, slechts zal mogen
worden beschouwd als een enquête,waar
uit zal blijken, of de oprichting kans van
slagen heb be."
Daar niemand zich tegen deze motie
verklaart, wordt ze zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Daarna verkrijgt mr. A. baron van
Wijnbergen het woord tot het houden
zijner politieke rede.
De traditie vereischt een politieke rede,
zeide spr., hoewel er thans niet veel aan
leiding toe is. Het volgende jaar ïs dat
anders. Dan staat ons een driedubbele
verkiezing te wachten.
Wij verkeeren thans in het stadium
van voorbereiding, en daarom is er alle
reden ons af te vragen, wat is er voor
te bereiden.
Eenheid is dringend noodig. Verbrok
keling zou ons schuldig doen zijn als de
Fransche Katholieken.
We moeten werken voor onze groote
hulp: de pers, over de gansche linie, die
zonder voorbehoud de coalitie steunt
Geeft de wrijving op sociaal gebied
tusschen de verschillende deelen van
rechts geen reden van bezorgdheid, vraagt
spr. Bij ons heerscht zeker geen slaalsche
tucht als bij de S. D. A. P., wjer zeven
mannetjes altijd gelijk stemmen. En bij
de stemming over het pantserschip (een
zuiver technische kwestie, bazuinde de
linksche pers), waren allen van links, op
een zieke na, aanwezig eti allen stem
den tegen.
En of men links de democratie vindt,
zal de stemming van Woensdag leeren.
Het zal dan wel blijken, dat de demo
cratie van rechts meer doet dan die van
links.
Eenstemmigheid in alles is trouwens
ook onmogelijk. Het verschil van meening
raakt niet het beginsel, doch alleen de
technische uitwerking van dit beginsel.
Zelfs bij de eindoplossing van de school
kwestie zal er nog wel verschil bestaan
over de vraag, hoe die dient tc wezen.
Spr. wil waarschuwen tegen ééne zaak:
dat ill. de sociale verzekering niet met
onverschilligheid worde ontvangen. Lang
genoeg is er om gevraagd, en .iet volk
heeft getoond, ze te begeeren.
Zeker, de verzekering eischt van allen
•een stukje vrijheid. Maar wij doen niet
mee aan de liberale vrijheidstheorie. Zoo
moeten we ook, tcrwille der verzekering,
zijn voor de tariefwet 'tEene sluit 't
andere in. Laat 't volk dit goed begrijpen
In 1913 zal de strijd weer zijn: rechts
tegen linksvoor of tegen den Christus,
als Zone Gods; of het gezag steunt op
God, of niet. 't Zal kortom de strijd zijn,
'of in 'topenbare leven rekening zal ge
houden worden met Gods bestaan.
Den. strijd tegemoet getreden, opge
weld onzen plicht gedaan, gearbeid en
gebeden, opdat Hij ons werk moge ze
genen, opdat Hij ons moge uitreiken de
zegepraal!
Deken Veithuyzen, de eere-voorzitter,
sprak een hartelijk woord van dank aan
de aanwezigen (er waren zeker een 700-
tal personen) en aan de sprekers, waarna
de voorzitter de vergadering met een
kort woord sloot.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 4 Juni
Aan de orde is de conclusie van het ver
slag der commissie over de verzoekschrif
ten omtrent een adres van het hoofdbe
stuur van den alg. bond van onderofficie
ren der Kon. Marine en het korps mari
niers om verhooging van soldijen, strek
kende om ten aanzien van dit adres over
te gaan tot de orde van den dag.
De heer Bogaardt (R. K.) de voor
zitter van de commissie, thans aanwezig
verdedigt hare houding tegenover de aan
vallen van den heer Hugenholtz. De com
missie had besloten het adres neder te
leggen ter griffie tot inzage van de leden.
Door een vergissing van den rapporteur
is voorgesteld over te gaan tot de orde
van den dag. De heer Hugenholtz (S.
D.) meent, dat nu het stuitende van de con
clusie vervallen is. De heer Ankerman
(C. H.) verklaart, dat er geen verband be-
"stond tusschen zijn gesprek met den Mi
nister en de conclusie van de commissie.
De conclusie wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Een zelfde conclusie wordt voorgesteld
ten aanzien van een adres van klerken
bij de rijksbelastingen, eveneens om ver
betering van loon. De heer Hugen
holtz (S. D.) stelt nu weer voor: zen
den aan den minister om inlichtingen. De
conclusie van de commissie wordt echter
goedgekeurd met 50 tegen 20 stem
men.
Omtrent een adres van marechaussees
verzoekende terugbetaling van h. i. ver
keerdelijk ingehouden bijdrage voor we
duwen- en weezenfonds (zij zijn nl. in de
positie geen vergunning voor huwelijk te
kunnen krijgen wegens gebrek aan wo
ningen voor gehuwden in de Jcazeniee-
ring), wordt voorgesteld tot overgaan tot
de orde van den dag.
ff a een uitvoerig debat wordt een door
den heer Ankerraa a (C. H.) namens
de commissie nader gedaan voorstel, om
den Minister een afschrift van het adres te
zenden, opdat deze zelfstandig denoodige
stappen kan doen, verworpen met 50
tegen .19 stemmen, waarna een voorstel
van den heer Thomson (U. L.) om het
adres naar de Ministers van Oorlog en
Justitie ter fine van inlichtingen te zenden
zonder hoofd, stemming wordt aange-
n o m e n.
Daarna wordt voortgegaan met de al
gemeene beschouwingen van de wets
ontwerpen tot regeling van arbei
dersziekteverzekering.
De heer Duys (S.D.) repliceert. Een
groot deel van zijn rede is gewijd aan
de wraking van het gezag van 'n Duitsch
werk, geschreven door Müller, waarop
de heer De Visser zich had beroepen.
Herhaaldelijk maant de Voorzitter
hem aan niet al te veel personaliteiten
en hatelijkheden uit te spreken.
De heer Duys beroept zich op den
voorzitter van den Duitschen Rijksdag
die uitdrukkingen toeliet, welke deze
voorzitter afkeurde.
De Voorzitter wenscht niet in zijn
leiding te worden gecritiseerd op die
wijze: elk parlement heeft zijn eigen
zeden en gewoonten.
De heer Duys gaat voort en richt
zich tegen den minister, wiens rede hij
van belang acht om hetgeen er niet in,
werd gezegd.
Het ontwerp is geioetst ook aan de
gem een e gratie, waarover dr. Kuyper
sprak, onchristelijk, mammonistisch.
Woensdag zet spr. zijn rede voort.
Gemeentezaken.
Gemeenteraad.
Voor de raadsvergadering van Donder
dag is alsnog aan de orde gesteld:
Na punt 3.
Benoeming van eene onderwijzeres aan
de school der 3e klasse no. 2.
Benoeming van een onderwijzeres aan
de school der 3e klasse no. 6.
Na punt 13.
Voorstel tot het verleenen van afschrij
ving van plaatselijke directe belastingen,
dienst 1911.
Voorstel tot aankoop van het perceel
Burgsteegno. 6 en tot beschikbaarstelling
van de voor dien verkoop benoodigde gel
den.
Voorstel tot aankoop van het perceel
Heerengracht no. 25 en tot beschikbaar
stelling van de voor dien verkoop benoo
digde gelden.
Een nieuwe hulpbank van Leening.
Eenigen tijd geleden deelden de Com
missarissen der Gemeentelijke Bank van
Leening aan B. en W. mede, dat het zeer
noodzakelijk was verbetering te brengen in
den toestand, waarin het hulpkantoor A
aan het Utrechtscheveer no. .9 verkeerde.
Van de in werkingireding dor nieuwe
Pandhuiswet toch was eene belangrijke
vermeerdering van het aantal belceningen
Het eerste woord dat zij sprak was:
Otfried.
.Toen verscheen voor haar een bleek
gelaat, dat het behangsel van haar bed
tot nu toe had verborgen. .Wenceslaus
was daar, om het ontwaken van de ramp
zalige vorstin te bespieden.
Otfried, sprak hij bitter. Het is aan hem
dat gij het eerst denkt?
Sire, antwoordde de koningin, gij zijt
gered, maar hij, hij is zeker verloren.
Gij durft er in mijn tegenwoordigheid
bedroefd over te zijn?
Waarom zou ik mijn genegenheid voor
hem verbergen, she? Weet gij dan niet
dat zijn vader den graaf van Henegou
wer. het leven redde? Otfried is mijn
broeder. Otfried is door mijn stervende
moeder gezegend.
Otfried was uw verloofde, Johanna.
God weet, hernam de koningin, dat
ik uw £chtgenoote werd zonder eenige
bijgedachte, zonder spijt; zoo gij uw hart
en uw geweten ondervraagt, zult gij mij
moeten bekennen, dat gij aan de oprecht
heid mijner genegenheid gelooft.
Ik ben jaloersch, zeide Wenceslaus.
Hebt gij daartoe het recht?
Men heeft altijd het recht om te lijden.
Dit lijden beJeedigt mij.
&WCÊT. sprak koning, ZWfifiC jbij uw
Ingezonden Mededeelingen.
eeuwig heil, bij uw ziel, bij....
Ik zal niet zweren, antwoordde Johanna;
gij antvingt mijn antwoord aan den voet
des altaars, dat is voldoende; zoolang gij
door uw argwaam haar krenkt, die u tot
levensgezellin en tot eer van uw huis ge
geven werd, zullen mijn eeden niets doen
voor uw rust.... Ach, Wenceslaus, ver
volgde- zij, had ik geen recht iets beters
te verwachten.
De koning leed zichtbaar.
Een door Hatto ingeblazen argwaan
folterde zijn geest. De herinnering aan
de valsche woorden van zijn ouden gun
steling hield zijn geest bezig.
Zeer veel omstandigheden schenen
voor de waarheid van Hatto's woorden
te pleiten.
Daarenboven zal de geringste gebeurte
nis stof tot verdenking geven aan hem,
die de vlam der jaloezie niet uit zijn geesi
weet te verbannen. Dat was dan ook
voor Hatto een reden om Wenceslaus hei
voorval in Juliette's huis te herinneren.
Die vraag of Johanna, koningin van Bo-
hejmen, ;er toe gekomen was, ejm den
vriend harer kindsheid, den metgezel barer
jeugd, den verloofde, waarvan men haar
zoo ruw gescheiden had, uit haar geest
te verbannen, martelde hem.
De .sqhuld van .Otfried was. voor h|em
het gevolg. De bergplaatsen voor de pan-,
den zijn gehee! ongeschikt, terwijl de toe
gang tot het perceel zeer gebrekkig is. Op
drukke dagen moesten dan ook personen
die van de bank gebruik maakten menig
maal op de stoep biijven wachten, totdat
zij konden worden geholpen en op de
Zaterdagavonden en des Maandagsmor-
gens moest in den laatsten tijd zelfs de
bijstand van de politic worden ingeroepen
teneinde de lossing en de beleening der
panden in goede orde te kunnen doen
plaats hebben.
Afdoende verbetering van het pand acht
ten Commissarissen ten eenenmale uitge
sloten.
Thans berichtten Commissarissen dat
zij voor den koopprijs van f 10.200 tot 10
Juni a.s. in koop hebben het perceel .Hee
rengracht no. 25, welk pand naar het oor
deel van den Directeur van Gemeente
werken met betrekkelijk niet hooge kos
ten tot een geschikt hulpkantoor met wo
ning voor den hoofdbeambte kan worden
ingericht.
De gevraagde prijs komt B. cn W. met
Commissarissen niet bovenmatig hoog
voor en zij geven den Raad daarom in
overweging tot aankoop van dit perceel
over te gaan.
Voor de benoeming van een onder
wijzeres aan de openbare school der 3d:
klasse no. 2 (van der Werffstraat) worden
voorgedragen de dames le. A. M. Gest-
man, 2c. T. Overdiep, tijdelijk alhier en
3e. G. L. Mouwen, tijdelijk onderwijzeres
te Noordwijkcrhout en voor de benoe
ming van een onderwijzeres aan de. open
bare schooi der 3e klasse no. 6 (Paul Krü-
gerètraat) de dames le. M. H. B. Teeu-
wen, 2c. S. M. Meijer en 3e. Chr. Meijer,
allen alhier.
B. en W. bieden den gemeenteraad
een 2e lijst van aangeslagenen op het ko
hier der plaatselijke directe belasting .1911
aan, die zijn overleden of de gemeente
hebben veriaten. Voorgesteld wordt ai-
schrijving op deze aanslagen te verleenen,
B. en W. stellen voor van C. A. L
Keuls, wij'nkooper alhier, aan te koopen
het perceel Burgsteeg no. 6, ter groette
van plm. 148 vlerk. M., voor de som van
f 6750. Dit perceel grenst aan de Burcht
en de Graanbeurs. B'.ijkt het derhalve met
het oog op brandgevaar noodig een nieu
wen toegang tot de Graanbeurs te ma
ken, dan is het wel gewenscht, dat de go
meente de beschikking over het perceel
heeft.
Rechtszaken.
Kantongerecht te Leiden.
De Kantonrechter veroordeelde:
Wegens dronkenschap bij herhaling;
J. L. te Leiden tot 3 d.
Wegens dronkenschap: P. 3.- en D. Tx
tot f3 of 2 d.; Ch. v, d. 3., J;. A., P*
onbetwistbaar, en in die richting aan zjjn
gedachten den vrijen loop gevende,
kwam hij er toe ook aan Johanna's
schuld te geliooven.
Was Wenceslaus (djood, (dan icon de
koningin zich ieen machtige partij vormen*
Immers, men aanbad Jiaar in Bjöheinen;
haar deugden verwierven haai de volks
gunst; haar jeugd, ^schoonheid en hoe*
danigheden, wélke haar de toejuichingen
eener geestdriftige menigte verwierven,
konden de prijs zijn van de goedkeuring
van talrijke vrienden, die het iop zich wil
den nemen voor Otfried partijgangers aan
te werven.
In een tijdperk, waarin de verkiezingen
'elkaar met zonderlinge snelheid en ge
makkelijkheid opvolgden, kon het ge
beuren, dat Notberg's zoon, de voor
malige page, bijna een fortuinzoeker, zich!
een kroon veroverde. In die eeuwen toch!
waren het dikwijls de soldaten, die de
koningen maakten.
Een reeks van verschrikkelijke en snelle
gebeurtenissen volgden elkaar als een!
visioen in 's vorsten geest op. De vluch
tige gedachte, dat Johanna medeplichtig
kon zijn aan deze misdaad, vestigde zich
in zijn geest.
(Wordt .vervolgd,)