I Van Houten s Rona I Cacao i Een Martelaar. 2618 Derde Blad, behoorende bijDeLeidscheCourantvan Zaterdag 11 Mei no. 788. Uit de Pe7sT~~ Volkswelvaart en Belastingen. Onder dit opschrift heeft de Tar i ef- yereeniging twee zeer lezenswaar dige brochures uitgegeven. Aan de eer ste ontleenen wij het volgende: De te verwachten buitengewone stij ging der staatsuitgaven (voornamelijk tengevolge van de sociale maatregelen) waarmede de gewone stijging der in komsten geen gelijken tred kan houden, maken het dringend noodzakelijk naar middelen tot versterking van die inkom sten uit te zien. In stede van naar nieuwe belastingen te zoeken of de opbrengst van bestaan- ide door verhooging van druk' te ver meerderen, is het veel doelmatiger dé volkswelvaart te vergrooten en te ver sterken, om zoodoende middellijk de jopbrengst der belastingen te verhoo gen- Twee hoofdbronnen van volkswelvaart in Nederland zijn handel en nijverheid. De handel is feitelijk geen zelfstan dig bedrijf, doch is geheel afhankelijk van het binnenlandsch verbruik en van 'de binnenlandsche voortbrenging. De tweede hoofdbron van volkswel vaart, de nijverheid, bezit alle verysch- ten, die voor een reusachtige uitbrei ding noodzakelijk zijn. Het schier onbe perkte voortbrengingsvermogen en het het onbegrensde afzetgebied van de nij verheid in het algemeen, gaan in Ne derland gepaard met voldoende kapi talen en een voor de nijverheid gunsti- jgen loonstandarad (gevolg van den in vergelijking met andere landen betrek kelijk lagen levensstandaard en over vloed van werkkrachten.) Ook andere omstandigheden, zooals het voor zwaren arbeid geschikt klimaat de voor invoer van grondstoffen en hulp middelen en voor uitvoer van voort brengselen gunstige ligging van Neder land, de aanwezigheid der voor in- en uitvoer en binnenlandsche verzending noodige en geschikte verkeerswegen en vervoermiddelen, kunnen mede werken om der nijverheid de.zoo zeer noodige groote uitbreiding te geven. De oorzaken van den geringen bloei ,en de weinige ontwikkeling der Neder landsche nijverheid zjjn gemakkelijk aan te wijzen. De scherpe mededinging der vreemde nijverheid, die hare waren, door Overproductie tijdelijk goedkoop gewor den, op de binnenlandsche markt brengt en bovendien de, op z'n zachtst .uitge drukt, wonderlijke voorliefde der Ne derlanders voor vreemde voortbrengse len, maken het voor de inlandsche nij verheid bijna ondoenlijk den voor de goedkoopere voortbrenging noodigen omzet te bereiken. Bescherming der inlandsche nijver heid door invoerrechten op vreemde voortbrengselen kan alleen de belem meringen, die hare ontwikkeling stuiten, wegnemen.. Het heffen van invoerrechten heeft op de voortbrenging en op het verbruik zeer veel invloed, doch die invloed is verschillend naar gelang van den aard, van het te beschermen bedrijf en in ver band met verschillende omstandigheden. Kan een bepaald artikel onder dezelf de gunstige of betere omstandigheden jn onbeperkte, althans meer dan vol doende, hoeveelheid hier te lande wor- !den voortgebracht, en is de onderlinge mededinging der inlandsche voortbren gers sterk genoeg (of kan deze sterk genoeg worden) om den prijs op ge wone hoogte te houden of te brengen, dan is ongetwijfeld heffing van invoer rechten op dergelijke artikelen bevor derlijk aan de nijverheid, zonder nadee- Üg te zijn voor het verbruik en de ver bruikers. Bij nog te geringe voortbrenging is het te verwachten, dat de prijzen in het begin door heffing van invoerrech ten zullen stijgen, daar de vraag alsdan het aanbod overtreft, doch dit is slechts FEUILLETON. (NAAR HET DUITSCH.) 24) Zoo stonden de zaken, toen Albertus, meegesleept door den hartstocht voor jOdelinde, besloot een huwelijk te ver haasten, dat hem bevrijdde van een voog dijschap, hem de vrijheid terugschonk en hem Veroorloofde de kroon van Beieren ,te plaatsen op het hoofd van de eerzuch- tigste der meisjes, de heerschzuchtigste der vrouwen. Vanaf dit oogenblik toonde jjohanna zich zeer tevreden. Zij deelde met vreugde mede, dat Otfried haar echt genoot zou worden. Isabella had deze vereeniging ge- jvvenscht, welke wel is waar zeer nede rig was voor de hoogc geboorte van hare dochter, maar van den anderen kant £eer geschikt was om twee wezens, van jieerzucht ontbloot, gelukkig te maken. Het schijnt, dat Johanna, van hartstoch ten verschoond, ontvankelijk is voor ern stige genegenheid. Hetgeen ik verza meld heb met betrekking tot dat voorge- 'fioinèa huwelijk, de getuj^vuissen der tijdelijk, daar een 'winstgevend bedrijf onmiddellijk ondernemingsgeest prikkelt en kapitalen lokt, waardoor de voort brenging grooter wordt en het aanbod vermeerdert, terwijl ook de vergroote mededinging den prijs nog meer drukt. Bij de vaststelling van een tarief van beschermende rechten is het van overwe gend belang ten opzichte der belasting van ieder artikel afzonderlijk na te gaan, welke de gevolgen kunnen zjjn voor de voortbrenging en het verbruik. In het algemeen schijnt een goed in gericht 'tarief te moeten voldoen aan de volgende eischen. Geheel vrij moeten blijven grondstof fen (als ijzer, koper, graan, ruwe katpen onbewerkte wol, enz.) en hulpmiddelen der nijverheid (als steenkolen), die hier te lande niet of slechts in beperkte hoe- veelheid kunnen worden voortgebracht, of die door gebrek aan voldoende mede dinging in de voortbrenging, vergeleken bij het buitenland, te hoog in prijs zijn. Vrij moeten ook blijven alle levens behoeften, genotmiddelen, ja zelfs weel deartikelen, 'welker voldoende en goed- koope voortbrenging niet verzekerd is of waarvan de prijs door te weinige mededinging niet laag genoeg is, tenzij de eischen der schatkist dwingen ook van dergelijke weelde-artikelen een ma tig invoerrecht te heffen. Alle andere voortbrengselen, zoowel z.g. fabrikaten als halffabrikaten moe ten belast worden. Halffabrikaten, zooals garen, staal, die dus grondstoffen zijn voor een anderen tak van nijverheid, mogen slechts dan be last worden, indien daardoor geen groo te noch bestendige prijsverhooging te verwachten is. Bij het beschouwen van het bestaan de tarief springt de tweeslachtige rege ling dadelijk in het oog. Het tarief is deels fiscaal, deels zwak beschermend. Zonder bezwaar zouden de meeste be schermende rechten verhoogd kunnen worden. Bestaat er gevaar, dat de bin nenlandsche nijverheid bij sterke verhoo ging der rechten niet aan de vermeerder de vraag zou kunnen voldoen of is de mededinging niet groot genoeg, tenge volge van welke omstandigheden de prij zen zouden stijgen, dan lijkt het wen- schelijk, de rechten niet dan geleidelijk te verhoogen in verhouding tot de stij gende voortbrenging en scherpere me dedinging. Op deze wijze kunnen zwak ke bedrijven worden gesteund en feite lijk opgekweekt, zonder nadeel voorde verbruikers. Tot welke hoogte de rechten kun nen en mogen worden opgevoerd hangt voornamelijk af van het voortbrengings vermogen der inlandsche nijverheid. Re kening kan en moet ook worden ge houden met de zwaarte der invoerrech ten op Nederlandsche voortbrengselen jn andere landen. Zijn die rechten zeer hoog, dan kan als tegenmaatregel belasting of verhooging van belasting op de voort brengselen van die landen plaats hebben, wat aanleiding kan geven tot overeen komst tot verlaging der rechten aan beide zijden. De voordeelen, welke een goed in gericht stelsel van invoerrechten voor de nijverheid oplevert, zijn talrijk. De nijverheid zal een veel hooger vlucht kunnen nemen. De belemmerin gen, die haren groei hebben teruggehou den, n.I. de abnormale mededinging van het buitenland en de dwaze bevoorrech ting der uitheemsche nijverheid, zullen grootendeels worden weggenomen, ter wijl door den grooteren omzet, vermin derden kostprijs, verminderde vervoer kosten en een betrekkelijk lagen loon- standaard goedkoopere voortbrenging mogelijk wordt, waardoor ook in het buitenland een grooter afzetgebied te veroveren valt. Met den vooruitgang der nijverheid houdt ook de volkswelvaart gelijken tred. De oorzaak der in Nederland heer- schende chronische werkloosheid vervalt zoodat duizenden Nederlanders, ook die thans in den vreemde hun brood zoe ken te verdienen, in het vaderland werk en een goed bestaan vinden kunnen,. Het aantal Nederlanders alleen in Duitschland bedraagt een kleine 100000. Ook naar andere landen in en buiten dienaren en een zeer nauwkeurig onder zoek bewijzen mij, dat het jonge meisje Otfried beminde, en zij zich gelukkig achtte hem te huwen. Plotseling en op ruwe wijze veranderde alles. Graaf Bo- ceslaus keerde als gezant naar Henegou wen terug, en bracht het verzoek van Karei IV over. De verblinde Albertus gaf uit hoogmoed zijn toestemming. Daarenboven verbeeldde hij zich, dat hij gemakkelijk spel zou hebben met de be sluiten, angstvalligheden en beloften zij ner dochter. Hierin vergiste hij zich zeer. Johanna, die niet de mniste waarde hechtte aan het koningschap, liet de hei ligheid van den eed gelden, en gaf het besluit te kennen haar woord gestand te doen. De herinnering aan Isabella, den graaf voor den geest teruggeroepen, pleitte te harer gunste; maar andere re denen dwongen Albertus om Wenceslaus tot schoonzoon te verkiezen. En die re denen waren niet gering. Immers, wan neer men slechts regeerend vorst is, zou het zeer gevaarlijk zijn den gekozene van het Heilige Rijk tegen zich te Jiebben. Hiervan zou bijna zeker het gevolg zijn, dat ook de kronende handen zich vijan dig tegenover hem stelden, daar de keur vorsten meestentijds gereed waren de partij te omhelzen van den op. den „Kö- fligstühl" ge wijden, m,as. Europa verhuizen velen. Zoo vertrekken jaarlijks uit Nederlandsche havens 3 of 4000 Nederlandsche landverhuizers. Het aantal jaarlijks afgegeven nationatiteits- bewijzen bedraagt ongeveer 50.000. Bo vendien vinden duizenden arbeiders, die aan of nabij de grenzen wonen, goed betaald werk in de aangrenzende landen. 't Valt niet te ontkennen, dat er ook schaduwzijden zijn aan te wijzen. De nadeelen, zoo betoogen de tegen standers van bescherming, zijn zoo groot, dat zij de voordeelen overtreffen. Zoo zullen de prijzen stijgen, trustvorming be vorderd worden, de uitvoer van voort brengselen, vooral van de Nederlandsche landbouw en veeteelt, naar andere landen door tegenmaatregelen belemmerd wor den, waardoor landbouw en veeteelt en handel zullen verkwijnen, wat de volks welvaart aanzienlijk zal doen minderen. 't Zijn waarlijk geen bemoedigende voorspellingen, 't Opmerkelijkste is even wel, dat die bedenkingen veelal komen van lieden, die volstrekt geen bezwaar hebben tegen fiscale rechten, tegen rech ten dus, waaraan juist de voornaamste der genoemde nadeelen eigen zijn. Worden fiscale invoerrechten geheven op artikelen, die daarvoor vatbaar zijn, dan is verhooging der prijzen (met het bedrag van het recht) te wachten, waar door de binnenlandsche verbruiker wordt getroffen, hetgeen vooral de mingegoe- den bezwaart. Ook de i.nvoerhandel lijdt schade door de vermindering van het verbruik, niet alleen van de belaste goe deren, doch ook van andere, die de ver bruiker door de duurte der belaste waren niet kan koopen. Bij heffing van beschermende rechten is de uitwerking geheel anders. Bij het heffen van een zeer laag recht is het te verwachten, dat de buitenlander het ge heel of althans ten deele voor zijn reke ning neemt, daar hij vreezen moet door de mededinging van de jnlandsche voort brengers zijn omzet te zien verminderen. In zoodanig geval zullen de prijzen wei nig of niet stijgen, omdat de inlandsche voortbrenging bij voldoende mededinging geen reden voor prijsverhooging heeft en daar niet toe zal overgaan om den voor sprong op de buitenlandsche niet te verliezen. Is daarentegen het recht hoog, dan is veelal het gevolg, dat de prijzen stijgen, doordat de buitenlandsche voortbrenging het recht niet of niet geheel op zich kan nemen, daat in dat geval geen winst kan gemaakt worden, terwijl de voortbren gingskracht van het inlandsch bedrijf meestal nog niet groot genoeg is, om het ontoereikende aanbod voldoende aan te vullen. Een verhooging van de prijzen is dan te verwachten. Deze verhooging is evenwel niet zoo groot als het bedrag van het recht, daar anders de buitenland sche voortbrenging weder even sterk zou gaan mededingen, ja sterker, door het betalen van een gedeelte van de belas ting. Men kan bovendien aannemen, dat deze prijsverhooging van niet zeer langen duur is. De binnenlandsche nijverheid zal haar voortbrengingsvermogen spoedig trachten te verhoogen, om aan de ver meerderde vraag te kunnen voldoen. Zoo lang door haar daaraan nog niet geheel kan worden voldaan, blijven de prijzen hoog en zijn de winsten zeer groot. Om te bewijzen, dat beschermende rechten de prijzen der levensbehoeften, dus den levensstandaard verhoogen,waar door ook de loonstandaard ongewoon hoog wordt opgevoerd, beroept men zich van de zijde der vrijhandelaars dikwijls op den hoogen loon- en levensstandaard in de landen met beschermend stelsel, bij voorkeur op Duitschland, doch dit beroep gaat niet op, daar de hooge levens standaard in die landen hoofdzakelijk het gevolg is van de agrarische of van de fiscale invoerrechten. Vooral Duitschland heeft, om zijn land bouw te beschermen, den invoer van levensmiddel-en belemmerd door het hef fen van invoerrechten op die waren, die binnenslands niet voldoende kunnen worden voortgebracht, zoodat die rech ten een fiscale werking hebben. Een groot voordeel van beschermende rechten is ook, dat overproductie van de buitenlandsche nijverheid de binnen landsche markt niet kan overvoeren. Op De staatkunde onderdrukte dan ook de laatste angstvalligheden van den graaf en schonk hem den wreeden moed Jo hanna zijn wil op te leggen. Deze ween de.... Op het kasteel heeft men mij ver haald, dat zij gedurende de acht dagen, welke er verliepen tusscheii de verbre king harer verbintenis met Otfried en haar vertrek naar het hof van Karei IV, oogleden had, rood van tranen... Er had den samenkomsten plaats tusschen Jo hanna en den aalmoezenier. Otfried, zegt men, was bij de laatste tegenwoordig. Eindelijk verliet zij Henegouwen als de verloofde van Wenceslaus, koning der Romeinen, en..." En.... herhaalde Hatto. Otfried maakte deel uit van het gevolg der vorstin. Wat wilt gij zeggen? Ik, ik beroep mij op hetgeen gij 'denkt, heer. Hatto gevoelde lust tegen den ellen deling in harde woorden uit te vallen maar {ie overtuiging, dat hij diens verder felijke diensten niet kon ontberen, hield hem daarvan terug. Mauper had de oo'gen van een visch- arendzijn blik doorboorde de duister nis van den nacht. Hij hoorde en verza melde datgene, wat Hatto zelfs niet ver dacht wilde toeschijnen. Deze twee me- oeplichtigen haatte,a jejkandgr met eeM het eerste gez.clu lijkt die sterke daling der prijzen door overproductie een voor deel, althans voor de verbruikers. Op den duur is dit evenwel niet het geval. Overproductie zal bijna altijd tijdelijk zijn, daar zij de prijzen spoedig doet dalen tot beneden het peil, waarbij winst nog mogelijk is. Gevolg daarvan is dan altijd, dat bij gebrek aan voldoende winst vele bedrij ven, vooral de onbeschermde binnen landsche bedrijven, geheel of ten deele stopgezet moeten worden, en de prijzen door verminderd aanbod spoedig (en na tuurlijk hooger dan voorheen) stijgen. Uiteraard is deze prijsverhooging vrij langdurig, daar de binnenlandsche mede dinging grootendeels vernietigd is en ook uit vrees voor herhaling van overvoering der markt niet zoo spoedig weder her steld zal worden. Een ander bezwaar, dat men tegen bescherming aanvoert, berust feitelijk op •een dwaling. Vreemde landen zouden hunne rech ten op voortbrengselen van de Neder landsche nijverheid, landbouw en veeteelt als tegenmaatregel verhoogen. De ondervinding leert evenwel juist, dat vreemde volken hun stelsel van in voerrechten inrichten volgens hun .wel begrepen eigenbelang. Het voorrecht be handeld te worden op den voet der meest begunstigde natie, heeft daardoor ook meestal niet veel te beduiden. Integen deel, juist door een beschermende han delspolitiek zal men 'de gelegenheid heb ben voor den invoer van Nederlandsche voortbrengselen in een vreemd land meer dere voorrechten te kunnen bedingen. Zoo kan men de regeering van een vreemd land beduiden, dat tot heffing of verhooging van invoerrechten op ,de voornaamste uitvoerartikelen van dat land zal worden overgegaan, indien geen af schaffing, althans verlaging, van het bui- tenlandsch recht, b.v. op Hollandsche kaas of boter, plaats heeft. Voor heffing van invoerrechten als tegenmaatregel zijn niet alle artikelen gelijkelijk geschikt. 't Beste lijkt belasting van artikelen, die ook door andere landen kunnen ge leverd worden, zooals b.v. wijn of zuid vruchten. De invoer kan dan door an dere landen plaats hebben tegen dezelfde prijzen en in even groote hoeveelheid als voorheen, zoodat het land, tegen hetwelk de maatregel is gericht, door de ver scherpte mededinging van andere Janden zijn uitvoer naar Nederland ziet vermin deren, zonder dat dit nadeel voor het verbruik en de verbruikers ten gevolge heeft. In de meeste gevallen zal een ern stige bedreiging met heffing of verhoo ging van rechten voldoende zijn. De Bakkerswet. Naar aanleiding van het debat inde Tweede Kamer, over de Bakkerswet, schrijft het Centrum: Krachtig bleek de minister te staan in zake het patroonsverbod. Dat een christelijke patroonsvereeniging als „Boaz" eenparig om zulk een ver bod had gevraagd en dat een man als de afgevaardigde voor Enschedé, man van beginsel en man van practijk, zich eveneens beslist daarvoor verklaarde, zijn bewijzen te meer voor het urgente van dezen fel bestreden maatregel. Men kan er zich dus alleen maar over ver wonderen, dat het aantal dergenen, die het z.g. „patroonsverbod" wilden uit schakelen, nog zoo groot was. De partijen vloeiden bij de stemmin gen soms eigenaardig dooreenmaar in elk geval is wederom uitgemaakt, dat men Rechts niet minder voor sociale wetgeving en voor dit ontwerp tot rege ling van den bakkersarbeid en wering van den nachtarbeid voelt, dan Links. De liberale ochtendbladen constatee- ren met zekere grimmigheid, dat de Re geering een paar maal het pleit won met de hujp der socialisten. „Ook nu weer, evenals bij vorige ge legenheden, is dus gebleken, dat de heer Talma zonder hulp van Links, en voor al van de sociaal-democraten, geen so ciale wetten in de Tweede Kamer aan genomen kan krijgen. De Rechtsche meerderheid blijkt slag op slag daarover te zeer verdeeld", schrijft het Hbl. De conclusie is in haar algemeen- doodelijken haat. Hatto betreurde de groote sommen, welke de spionnendien- sten van Mauper hem kosttende laat ste herhaalde bij zich zelf, dat Hatto, onbekwaam om iets uit zich zelf te ver nemen, zijn rechtvaardige eerzucht in den weg stond, en in het vertrouwen van Wenceslaus een plaats innam, welke hij waardig was te vervullen. Een oogenblik heerschte er stilte tus schen beide mannen, door de misdaad aan elkaar verbonden. Hatto wilde niets vragen. Mauper was vast besloten geen woord aan deze half vertrouwelijke mededeelin gen toe te voegen. Om aan dien pijnlijken toestand een einde te maken, nam Hatto een beurs pit zijn wambuis en wierp haar Maper tamelijk verachtelijk toe. Deze, die met gelijk munt wilde betalen, woog de beurs op de hand en legde ze, in plaats van haar weg te bergen, naast de flcscH Tokajer op de tafel, alsof hij wachtte, totdat het Hatto zou behagen haar te verzwaren. Zijt gij bij geval niet voldaan, meester Mauper? vroeg Hatto. Ik, heer, ik ben te .gelukkig: u een dienst bewezen te hebben. Gij noemt dat een dienst bewijzen Zeker, ik geloof het stellig. Ingezonden Mededeelingen. JffKOOP VANDAAG BIJ« HjUW WINKELIER EEN Él gl Kg. 1.50Kg. - °"42^ heid minst genomen, overdreven. Maai; wanneer er van verdeeldheid sprake kan zijn, dan is die Links heel wat grooter gebleken, dan Rechts. Er was van een bepaalde leiding aan de Linkerzijde wei nig te bespeuren, terwijl de Unie-libera len vooral niet bepaald een schitterend figuur maakten. Het is daarom op zijn zachtst gesproken, zonderling, liberale bladen indirect erop te hooren stoffen, dat het de Linkerzijde bijna gelukt is den heer Talma in de minderheid te brengen, met het onvermijdelijk gevolg dat de Bakkerswet van de baan zou zijn geweest. De heeren moeten nu maar niet meer komen met de verzekering dat zi? het zijn, die de beste waarborgen bieden voor sociale wetgeving en dat men Rechts reactionair is. Op een belangrijk punt aanvaarden zij de leiding van een lid der door hen zoozeer gesmade chris- telijk-historische fractie. Had het van de Unie-liberalen en vrijzinnig-democraten afgehangen, de wiet zou zijn gevallen. Dit is het marquante feit. Dat de zeven sociaal-democraten zich ver standiger toonden, en ditmaal meer tot samenwerking bereid, is geen reden om van hun votum een grief fee maken tegen Regieering en Rechterzijde. Wan neer er hker een grief te makjen valt, dan richt die zich veeleer en zeer krach tig tegen de beide groote fracties der vrijzinnigheid. Land- en Tuinbouw. De Koolraap. De koolraap komt zoowel in den land- als in den tuinbouw voor, daar ze zoo wel voor het vee als voor de keuken wordt geteeld. Van de gewone koolraap groeiende onder den grond komen de grove soorten voor veevoeder, de fijnere voor groente in aanmerking. Zoo is b.v. de Engelsche gele roodkop een soort, die voor den veehouder sterke aanbeveling verdient en tevens voor de keuken zeer geschikt is. Onder de boven den grond groeiende, welke ook bekend zijn onder den naam van raapkoolen, koolrabi's of glaskoolrapen, heeft men witte en blauwe soorten; de eerste zijn meer gewild en inzonderheid is de Weener witte voor de consumptie een ge zocht soort. Koolrapen kan men telen in eiken turn, mits deze vruchtbaar zij. Men verbouwt ze dan ook zoo goed op het zand als op de klei, en zelfs op pas ontgonnen heidegrond. Zwarte, humusrijke grond is zelfs minder geschikt, daar dan het loot! zich te veel ten koste der wortels ont wikkelt. Een flinke, krachtige bemes ting, inzonderheid ook met mineraal voedsel, is evenwel noodzakelijk. Een combinatie van stal- en kunstmest is zeef gewenscht. Ooik kan kunstmest alleen aangewend worden. Enkel stalmest is niet verkieslijk; waar deze in ruime mate wordt toegepast, krijgen de koolrapen los vleesch en zijn ze oo.k minder duur zaam. Paardenvleesch vermijde men voor al om 't ongedierte. Per Are (100 vierk. Meter) geve men aan het land, waarop Zoodat ik uw schuldenaar blijf? Hierop ben ik trotsch. Dat versta ik niet, zeide Hatto, vuur< rood van gramschap, terwijl hij met de vuist op tafel sloeg. Het zal toch noodzakelijk worden dat wij elkaar verstaan, anders.... Wat verstaat gij daardoor? Behandelt gij mij als vriend? Als vriend?.... Of betaalt, gij mij als bezoldigd man? Ik wil u niets schuldig zijn. Regelen wij dan onze zaken. Stel uw voorwaarden. Zonder deze beurs te openen weet itë haar inhoud.... Nu, ik heb drie paar den moeten doodrijden op den weg tus schen Praag en Henegouwen, het ge weten koopen van drie kamervrouwen' van Odelinde, twee wachters dronken maken, gedurende een maand haar kei zerlijke majesteit laten bespieden.... Alles te zamen, heb ik juist het dubbele be steed evenwel blijf ik als altijd de toe gewijde dienaar van heer Hatto. Hatto doorzocht zijn zak: doch hij vond er geen enkel goudstuk in. Haast u niet, heer, ik heb vertrok wen. i (Wordt yeryolgd)<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 9