11 Een Hervormer. BUITENLAND. 3e Jaargang, No. 788. Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc, Telefoon 93S. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, t 1-30 per kwartaal. Franco per post 11*50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Zaterdag Mei 1912. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 een ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit DRIE BLADEN en een GEÏLLUS TREERD ZONDAGSBLAD. Wij hebben in onze recensie op pa ter D. de Kok's „Franciscus-beschou- wingen", onder den titel „Zieleschoon- heid", beloofd nader terug te komen pp het karakter van Sint Franciscus, "als wereldhervormer. .Wereldhervormer! Hij, de „poverel- 3o", de arme leek, het „armzalig broe dertje'', die zich had losgerukt uit het gezelschap van vermogende en invloed rijke vrienden, en zich kleedde in het kleed der bedelaars, en den naam der bedelaars „minderbroeders" tot den zijne maakte, hij heeft een hervorming ge bracht in de maatschappij. De geschiede nis der middeleeuwen noemt ons de bamen van mannen, die kon,den bogen pp hun positie, die konden roemen op hun geleerdheid, en wier pogen om een maatschappelijke hervorming te brengen versplinterde op den steenharden onwil van hun mede-menschen. In de kerk op Franciscus' graf is een zeer schoone schildering, symboliseerend >de armoede?n Jonge schoone vrouw met smartelijke trekken, gekleed in een gescheurd sneeuvv-wit kleed, staande op leen veld van doornen twee knapen hoo- !nen haar en twee honden bassen haar laan. Franciscus voert haar als bruid mee. Franciscus was arm, beminde de armoede als zijn bruid, werd gehoond jen bespot door de wereldlingen, werd beschouwd en uitgelachen als een dwaas, ien toch erkennen Katholiek en niet-Ka- jtholiek, geloovige, en ongeloovige in hem den hervormer der middel- leeuwen - Paus Leo XIII beschrijft in zijn en- [cycliek Auspicato de wantoestanden jn de twaalfde eeuw: „Een zeer groote macht was in han den van wejnigen; en hun rijkdommen, .dienden bijna uitsluitend tot onderdruk king van een rampzalige en verachte me- inigte; en zelfs zij, die krachtens hun le vensstaat de overigen hadden moeten be dwingen, zij hadden zich voor dergelij ke ondeugden niet behoed. En bij de 'Vrij algemeene verflauwing der liefde hadden zich verschillende dagelijks voor komende rampen gevoegdnijd, ijver zucht en haaten de gemoederen waren zoo verdeeld en tot vijandschap geneigd, dat de steden van eenzelfde landstreek ;elkaar om de minste oorzaak door den oorlog ten onder brachten en de eene burger met den andere op onmenschelij- ke wijze door het zwaard hun twisten beslechten." En Franciscus heeft uit duizenden har ten gerukt de zelfzucht en den geld- en gouddorst, hij heeft geknakt het leen stelsel in zijn ontaarding, zijn rampza lige gevolgen, hij heeft in de steden tot bloei gebracht een stand tusschen de machtige bezitters en hun onderhocrigen, jjjj heeft in de verhouding van de steden onderling den vrede doen Jieerschen! En dat is de reuzenarbeid van een ar men monnik! Het geheum te Jeeren van i;die zedelijke macht is voor ons, die leven ïn een tijd, waarin zoovele maatschap pelijke of sociale hervormers opduiken, .jallernuttigst. Die kennis is voor ons een ^toetssteen, wa-ardoor wij met zekerheid [kunnen weten of die „hervormingsar- beid" vruchtbaar en heilzaam is of niets j anders dan klinklank, gezwets en gepraal, ;jen misschien nog verderfelijk en nood- f lot tig in zijn gevolgen. .Want alléén zij, (die dezelfde zedelijke macht zij 't in minder sterke mate dan Franciscus pp hunne omgeving uitoefenen, alléén zij kunnen ware maatschappelijke of so ciale hervormingen brengen. Het geheim .van Franciscus' zedelijke macht, van Franciscus' hervormingsarbeid is het ge heim van iedere waarachtige en nuttige hervorming. Voor enkele weken lazen wij in het „K. S. W." 'n artikel waarin gewezen ,werd op het kortzichtige van sommigen, die om de wantoestanden, welke heer- schen in onze maatschappelijke verhou dingen, in onze z g. kapitalistische maat schappij, ook die maatschappij zelf af keuren, zich keeren tegen die verhoudin gen zelf. Dit is zeer zeker een kort zichtigheid, welke alle hervorming of pnniogelijk of verderfelijk maakt. Fran ciscus ontweek die fout. Hij zag zegt pater de Kok in zijn „Zieleschoon- heid" dat de landheeren en baronnen misbruik maakten van hun macht en hun onderhoorigen niet als broeders, maar als slaven behandelden. Daartegen ging wel zijn protest, doch niet de eisch tot afschaffing van de verschillende toe standen. Een verschil met het optreden van de socialistische „volksvrienden" in onze dagen, en ook een verklaring van het vruchtelooze of noodlottige van hun hervormingswerk Al te dikwijls maakt men zich ook schuldig aan de iiefdeloosheid, dat men zich keert tegen de personen, die wantoe standen in het leven roepen of bestendi gen, in plaats van tegen die wantoestan den zelf te velde te trekken. Met bre kend hart aanschouwde Franciscus de verwoesting en liefdeloosheid van de machtigen, die toch als broeders moesten samen wonen met de armen. Maar daar om verwenschte hij de bezitters niet. „Ik vermaan en beveel mijjr broeders, dat zij' niet de menschen verachten of beoordee- len, die zij in uitgezochte of gekleurde kleederen zien gaan, heerlijke spijzen en dranken zien gebruiken doch ieder beoordeele of verachte liever zichzelf..." Hoe is het optreden der socialistische hervormers in overeenstemming met de zen regel!? Franciscus hervormt, maar zet nimmer aan tot haatzij zetten aan tot haat, maar.... hervormen nimmer. Met deze klare ideeën over den her vormingsarbeid zou Franciscus toch niet geslaagd zijn, als hij niet begon nen was met een persoonlijke her vorming èn van zichzelf èn van anderen,. Franciscus stond lijnrecht tegenover het onzalig streven van zijn tijd naar rijkdommen en weelde, een streven, dat de kerk dreef naar het heidendom, het welk zij eens door de kracht harer mach tige beginselen had overwonnen hij ont deed zich van allen eigendom en hief de armoede uit het slijk, waarin het zinge not haar had getrapt. Daar bestaat nog een grooter ellende dan de hebzucht: de onbeteugelde zin nelijke drift, die verstompt en verkan kert alle waarachtige liefde voor den evenmensch. Franciscus stelde daar te genover het voorbeeld van zijn maagde lijk leven. Hij was schoon door de zede lijke schoonheid, die sprak van zijn he- melsch gezicht, uit zijn heldere oogen. Franciscus kon niet van allen eischen, dat zij op dezelfde wijze als hij de deug den zouden beoefenen dat zou zieke lijke overdrijving geweest zijn. Om de persoonlijke hervorming van anderen te bewerken stelde hij zijn Derde Orde in. Daar leert men de beteugeling van de zinnen en eenvoud en onthechting van het aardsche, zonder dat men de Evange lische raden van zuiverheid en armoede navolgt. Het sociale vraagstuk van de dertiende eeuw had een zelfde grond en karakter als de huidige kwestie: het ontstaat allereerst in het zondig hart van den mensch. Franciscus zag in, dat het grootste maatschappelijk gevaar de zon de is. Tegen de zonde ging dus allereerst zijn strijd de terugkeer tot de deugd was zijn voornaamste leuze. Franciscus stelde tegenover de heb zucht zijn armoede, tegenover het zin genot zijn maagdelijkheid, tegenover de hoogmoed zijn nederigheid. En ware Franciscus niet nederig geweest, zou hij zich niet geplaatst Ihebben onder het wet tig gezag, zijn arbeid zou absoluut onvruchtbaar geweest zijn. De gehoorzaamheid is juist dat, wat hem het duidelijkst onderscheidt van andere hervormers uit zijn tijd. Nooit heeft hij zich verzet tegen de kerkelijke of wereldlijke overheid, zelfs niet onbewust. Op geheel bijzon dere wijze «erde hij de priesters zelfs achtte hij zich niet waardig priester te worden en is diaken gebleven. Van de priesters schreef hij: „Ik wil in hen geen zonde beschouwen, omdat ik de Zoon Gods in hen zie, en zij mijn heeren zijn." 't Klinke voor sommige ooren para doxaal: Franciscus was nederig, omdat hij zichzelf bewust was, ziclli bewust was de plaats, die lyj innam tegenover den Schepper en de schepping. Zijn ne derigheid is de bloesem èn de wortel van zijn zelfbewustheid. Zijn zelfbewustheid is de verklaring van zijn beginsel-vast en krachtdadig optreden. In enkele lijnen hebben .wij beproefd het beeld van den maatschappelijken her vormer vaq de mi^deleeuwoji, të Jen nen, volgens de gegevens, die pater D. de Kok in zijn boek „Zieleschoonheid" ons aan de hand doet. Hoe vaag die tee- kening is, zij zal toch, hopen we, scherp genoeg zijn voor de lezers om een paral lel te kunnen trekken tusschen dien waarachtigen hervormer en de socialisti sche. hervormers onzer dagen. Zij haten het gezag, Franciscus was de groote beschermer daarvan, zij werpen de bestaande orde omver, Franciscus herstelde die, zij willen anderen doen deelen in het „geluk", dat zij zelf be zitten, Franciscus dacht niet aan zichzelf, hij was de teedere vriend van armen en verdrukten, die zich geheel weggaf. Meer loon. Uit vertrouwbare statistieken is het duidelijk voor een ieder, die wil zien, dat gedurende de 25 jaar onafgebroken protectie de Amerikaansche fabrieks nijverheid zich reusachtig heeft uitge breid. In vele industrieën zijn het aantal werklieden en loonen verdubbeld, ver driedubbeld, ja zelfs viermaal grooter geworden in dien betrekkelijk korten tijd. En de landbouw? Het is een algemeen bekend feit, dat de landbouw der Ver- eenigde Staten tot hoogen bloei ge raakte ten gevolge van de bescherming aan de nijverheid gegeven. De bescherming der nijverheid heeft in de Vereenigde Staten die groote fa brieksteden doen ontstaan, die de beste markten bieden voor den Amerikaan- schen landbouw. Wordt het niet hoog tijd, dat ook wij xinze-industn£.._en_landbouw tot hooger bloei gaan brengen door een hooger in voerrecht, door protectie? 'tZal.het huishoudgeld vermeerderen. Dat is zon neklaar. Verkeerde voorstelling. De uitslag der stemming over het amen dement Snoeck Henkemans op de Bak kerswet heeft de liberale kameroverzicht schrijvers uit hun humeur gebracht. Zij spuwen nu hun gal uit tegen den Minister. Dat is den lui niet kwalijk te nemen. Maar zij moeten niet met het praatje aankomen, dat de Minister zijn overwin ning aan de socialisten dankt. Want deze bewering is absoluut on waar. „Als Minister Talma de sociaal-demo craten niet had,'- schreef de „N. Rott. Crt." „zou op dit oogenblik de Bak kerswet ingetrokken zijn." Men had evengoed kunnen schrijven als niet drie liberalen tegen het amen dement hadden gestemd; Of: als er niet drie Christelijk Jiis- torischen tegen hadden gestemd. In deze beide gevallen zou immers ook de Bakkerswet van de baan zijn geweest. Bij de stemming liep de scheidings lijn tusschen alle politieke groepen, met uitzondering van de socialisten, .die en bloc tegen stemden en de vrijzinnig-de mocraten en oud-liberalen, die allen hun vóór uitbrachten. Minister Jalma is dus .waarlijk niet door de socialisten van een „wissen dood" gered. En „een traan van dank baarheid in zijn beide oogen" zal oin die reden nooit opwellen, als een D. A. P.-er hem passeert! De Tel.", die zulks veronderstelt, slaat hier de plank leelijk mis. Nog veel minder juist zal de voor spelling van het „Vad." blijken, dat „de sociaal-democraten Minister Talma nu ge heel in hun macht hebben." Gfl zult eëns zien, hoe Jalma ze naar de oogen zal kijken, dacht dit blad. Gisteren althans bemerkte men hier van niets. De Minister was niet bereid aan Schaper eenige concessie te doen. Op feiten komt het echter bij de li beralen niet aanals de lezers maar tegen Talma worden opgezet. De liberale pers lijdt tegenwoordig aan een -'n soort Talma-vervolgingswaanzin. V De gehuwde ambtenares. Onze vaste overtuiging is, dat de ge huwde vrouw in het huisgezin behoort. JHaar taak is zoo veel omvattend, dat zij een geheelen mensch eischt. Haar is toe vertrouwd <de zware en veel-eischendd zorg voor de opvoeding der kinderen, zij moet bovendien den huiselijken haard voor den man aangenaam en aantrek kelijk maken. De belangen van het ge- m dü3, dat .dg gehpwde yrpüw, zich geheel en al aan den arbeid buitens huis ontrekke. Het ligt op den weg van den staat het is zijn plicht en zijn recht om wille van het algemeen belang, een verbod omtrent vrouwen arbeid uit te vaardigen, daar de staat daar de gemeenschap alleen bloeien kan als het familieleven goed geordend is. Een absoluut verbod voor den vrou wen-arbeid achten ook wij niet ge- wenscht, doch wel een arbeidsverbod voor de vrouwen, op wie de verzorging van een huishouden en de opvoeding van kinderen rust. Daarom keuren wij af de strekking van een motie, die de Alg. Bond van Ned. Post-, Telegraaf en Telefoonper soneel ter kennis van de Tweede Kamer heeft gebracht, en waarin geprotesteerd wordt tegen een wetsvoorstel betreffen de het ontslaan van gehuwde ambtena ressen en onderwijzeressen. Wij waarschuwen onze Roomsche Postmannen om niet aan het ageeren tegen dat wetsvoorstel mee te doen. Het steunt niet op Christelijke begin selen. V Tegenstelling. Wij knippen uit het Kameroverzicht van het „Vad." de volgende zinnetjes; „De meest drastische aanslag op de persoonlijke vrijheid is door de Kamer goedgekeurd, zonder dat de strikte nood zakelijkheid daarvan werd aangetoond." „Ziedaar de winst dezer methode van sociale wetgeving, waarvoor wij zijn er zeker van een liberaal ministerie zich nimmer zou laten vinden." En wie stemde vóór dezen beweerden aanslag op de persoonlijke vrijheid? Generaal K. Eland, oud-Minrster uit een liberaal Ministerie en vast medewer ker aan het blad, waarin deze ontboe zemingen voorkomen. Commentaar overbodig! ALGEMEEN OVERZICHT. Men mag het als een algemeen bekend feit veronderstellen dat in den Italiaansch-Turkschen oorlog geen pijl te trekken js op de diverse be richten. Ging het tot dusverre zoo, dat be.richten van de eene zijde dadelijk door den anderen kant werden weersproken, nu zijn we zoover gekomen, dat we op de eigen beweringen der beide partijen geen staat meer kunnen maken. Naar men weet hebben de Italianen verklaard geen kwaad in den zin gehad te hebben tegen de Dardanellen, ofschoon zij zich niet door een belofte binden wilden, en heeft Turkije beloofd de Dardanellen weer te zullen openstellen. Men was bezig met een vaargeul te maken, hetgeen door den storm niet erg opschoot. En nu komt het bericht, dat de consulaten ambtelijk kennis hebben gekregen, dat de weder- openstelling der Dardanellen voor onbe- paalden tijd is uitgesteld. De reden js er niet bij opgegeven, althans het tele gram maakt er geen melding van, en daar gissen doet missen, geven we het bericht zonder meer. Met de uitzetting der Italianen als eenig middel van verweer, begint het Turkije ook meenens te worden. Ambtelijk wordt toch bekend gemaakt, dat 7000 Italianen binnen veertien dagen het vilajet Smyrna hebben te verlaten. Wellicht dat dit de Italianen tot grooter actie prikkelt en de Porte, daarvoor vreezend, zijn poortje nog wat langer gesloten houdt. Overigens is er over geestdrift bij de Italianen niet te klagen. We zagen het reeds aan den wensch om vleugels, die ze zoo krachtdadig trachten te verwerke lijken! Ook in een correspondentie jn de „Politische Correspondenz" wordt nog maals de aandacht gevestigd op de geest drift, waarmee in Italië telkens het ver trek en de terugkeer van troepen naar het oorlogsveld wordt begroet. De lange duur van het krijgsbedrijf en de groote offers, die het eischt, heeft volstrekt geen ontgoocheling of neerslachtigheid veroor zaakt. Het zou een grove dwaling zijn, zegt de schrijver, bij bespiegelingen over het verdere verloop van den oorlog er mee te rekenen, dat het Italiaansche volk er op den duur genoeg van zou krijgen. Het tweede bedrijf van het kabaal in het Pruisische parlement zal Maandag worden afgespeeld. Dan komt in behandeling het protest van Bor- chardt tegen zijn gewelddadigen uitzet ting uit de Kamervergadering. Intusschen .yvonjt ;d,oor sommige bladen de juridische kant der kwestie onderzocht. De afges vaardigde Borchardt had zich nl. op zijn onschendbaarheid beroepen tegenover den politieluitenant, die hem sommeerde zich te verwijderen. De „Voss. Ztg.'s schrijft: „Het is juist, dat ,§105 van het wetboek van strafrecht dengene met "tucht huisstraf bedreigt, die een Jid van een wetgevend lichaam met geweld tracht te verwijderen. Het moet echter toch van zelf spreken, dat slechts het bevoegde vertoeven in de vergaderzaal de bescher ming van het wetboek van strafrecht ge niet. Wie onbevoegd zijn verblijf in de zaal wil afdwingen, maakt rich aan huis vredebreuk schuldig en heeft er waarlijk geen aanspraak op, dat hij door dezelfde rechtsorde, die hij overtreedt, bij zijn wederrechtelijk gedrag beschermd wordt De in §105 van het wetboek van straf recht als grondslag van het misdrijf ge- eischte feiten zijn derhalve niet aanwezig, wanneer een afgevaardigde van zijn plaats verwijderd wordt, op welke het hem rechtens verboden is te vertoeven. De regeling van de tucht jn het Pruisische Huis van Afgevaardigden is aan het Huis zelf voorbehouden. Binnen de lijst van dit voorbehoud is het Huis bevoegd recht te scheppen, ook wanneer dat afwijkt van rijkswetten, welke slechts buiten die gren zen gelden. 105 van het rijkswetboek van strafrecht is binnen de grenzen, waarin het tuchtrecht van het ,Huis van Afgevaardigden heerscht^ niet van kracht De politiebeambten hebben zich aan geen overtreding van dien paragraaf schuldig gemaakt. Zou men echter g 64 van het huishoudelijk reglement voor in strijd met de wet houden, dan zou van een straf baarheid der politiebeambten óók geen sprake zijn. Zélfs niet wanneer hun han delingen objectief in strijd met het recht geweest waren, aangezien zij overtuigd waren, dat zij niet meer dan hun plicht vervulden." Meenden we gisteren uit de berichten op te mogen maken, dat de mijnwerkers in Zuid-Wales erg in hun schik waren met de getroffen loonregeling, nu blijkt dat allesbehalve het geval te zijn en blijkt er opnieuw staking te dreigen. De mijnwerkers zijn ontevreden over de beslissing van den voorzitter van de South. Wales District Board, lord St. Alduin, jn zake het mini- JoopjBBp uapjoM uaipsia iinn 'uooimnui niet geheel en al ingewilligd, zoodat zij thans weer met een nieuwe staking dreigen. Algemeen zal deze beweging echter niet worden, en zoo het tot staking komt,- zal deze gelukkig tot Zuid-Wales be perkt blijven. De kwestie, waarom het gaat, is de regeling van het minimumloon. De „dis trict board'* heeft door de beslissende stem van den onafhankelijken voorzitter het minimumloon op 4 sh. d. per dag bepaald. Maar nu schijnt het, dat de mijnwerkers op hun eisch van 5 shillings blijven staan. op Portugeesch Timor is het nog altijd roerig. De Portugeesche minister van koloniën ontving dezer da gen nieuwe 'telegrammen van den gou verneur van Timor en deelde in een offi cieel communiqué aan de dagbladen mee, dat de opstandelingen van .Timor op alle punten van samentreffen door de Portu geesche troepen geslagen zijn en dat inen hoopt degeheele beweging in juni onder drukt te hebben. De algemeene toestand is verder, vol gens 't communiqué, goed. ,Te Okussi heerscht echter nog dezelfde toestand, zoodat het noodzakelijk is, alvorens de operaties daartegen te beginnen, zich met de Nederlandsche regeering te verstaan, opdat deze geen wijkplaats biede aan de „moordenaars" en opstandelingen van ons gebied. De 9e compagnie van Mozambique is te Dilly aangekomen met drie bergstukken. Met het oog op de moeilijkheden om meer Europeesche troepen naar Timor te zenden, heeft de gouverneur zijn laatste aanvraag om twee compagnieën Euro peesche troepen in dien zin gewijzigd, dat er nu één compagnie wordt aange vraagd. Hij staat echter op het zenden van veel materiaal, speciaal karabijnen en ammunitie, waaraan veel gebrek is. GEMENGD. Uit Rome wordt gemeld, dat daar eergisterennacht ingebroken is in de kruiskapel van de .St. Andreas* kerk. [Talrijke waardevolle jqweelen ea

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1