9
Leidsche Frontmakers.
BUITENLAND.
3e Jaargang,
No. 78ft
3)e £ekióehc Somomfc
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
latere. Telefooa 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIINT ELKEN DAQ, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaalbij onze agenten 10 cent per week, t 1-30 per kwartaal. Franco
per post f L50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent. met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Donderdag
Mei
1912.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiêngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
De afdeeling Leiden en Omstreken'
van den .Bond van Nejderl. Onderwijzers
heeft onder den titel „Openbaar Onder-
iwijs" een maandblaadje opgericht, waar
van het eerste nummer dezer dagen 't
licht zag.
De menschen, die de commissie van
samenstelling uitmaken, verklaren in een
voorwoord „een open oog en warm hart,
voor de belangen van ons volkonder-
wijs" te hebben. Voor dat volksonder-
Wijs waaronder zij niet alle onderwijs
idoch speciaal het openbaar onderwijs
.verstaan, zullen zij strijdenzij zullen
nagaan, „of van overheidswege werkelijk
aanhoudend voor 't openbaar onderwijs
wordt gezorgd" en „in 't licht stellen,
waarom de openbare school boven de
bijzondere de voorkeur verdient."
Met dit programma, waarbij zij nog
de gebruikelijke verzekering voegen, dat
zij nooit iemand zullen becritiseeren, om
dat hij liberaal, Katholiek of wat dan
jook is, steken de heeren van wal.
De eerste kennismaking met dit gees
teskind van de Leidsche openbare on
derwijzers zal echter een teleurstelling
zijn voor allen, die meenden dat de be
zadigde en gematigde elementen onder
,de openbare onderwijzers hier ter stede
de overhand hadden.
In het blaadje komt slechts één arti
kel van principieelen aard voor, maar
hierin worden zooveel onwaarheden en__
valsche voorstellingen op elkander ge
stapeld, de argumentatie is zoo laag bij
den grond, de verdachtmaking van de
Christelijke partijen is zoo grof, dat men
■eerder zou denken een socialistisch
schendblad te lezen dan. een orgaan van
onderwijzers, wier taak het is de spes
patria op te leiden tot maatschappelijke
ien christelijke deugden.
En dat zijn Leidsche ojpenbare on
derwijzers
't Zijn opvoeders, aan wie, helaas,
Christelijke ouders door de omstandig
heden gedrongen verplicht zijn hun kin
deren toe te vertrouwen
't Zijn mannen, die totaal geen besef
schijnen te hebben van ons recht op
een vrije school.
't Zijn onverdraagzame frontmakers,
die wel millioenen uit de overheidskas
sen willen sleepen voor de openbare
school en de openbare onderwijzers-
tractemenien, inaar die moord en brand
schreeuwen als aan de bijzondere school
een bescheiden bijdrage wordt toegekend.
De lezer zal begrepen hebben, dat
het Bouwwetteke den toorn der Leidsche
frontmakers heeft opgewekt.
En zij hebben nu 'n eigen blaadje om
hun gram te luchten.
Zij deinzen daarbij niet terug voor on
ware voorstelling der feiten. Zoo wordt
verteld, dat over 1909 het openbaar onder
wijs uit de Rijkskas f 13,41 per leer
ling ontving en liet bijzonder f 19,68.
tDeze getallen zijn onjuist. Het Rijk be
taalde per leerling van de openbare
Samenspraak tusschen Antoon
Hemelsblauw en Floris Kijvelaar
in een winkel te Leiden.
Floris: Jawel, Hemelsblauw, ik ben
weer klaar met mijn vijf sigaartjes en
mijn half pondje portorico. Wel bedankt!
Ik moet het een beetje in de zakken
stoppen, want de vrouw hum
Antoon: Kom, kom! De vrouw is
zoo kwaad niet. Zij gunt u je pijpje
sen ook uwe sigaartjes wel. Maar
Floris: A propos! Ik wilde u iets
vragen. Ik heb, zooals gij weet, een op
geschoten jongen.
Antoon: ja, eenen, die zeer mooi
teekent.
Floris: PreciesMaar nu ligt mij die
gast maar te zeuren, om op de herhalings
school te gaan. Is die school van „mijn
heer Morel" dan nog iet-of-wat? Zoudt
gij denken, mijnheer Hemelsblauw, dat
mijn jongen, die nu vijf jaren van de
Roomsche meesterschool af is, bij mijn
heer Van der Meer weer met vrucht
kan schoolgaan? Van der Meer geeft
.de lessen, ziet u!
Antoon: Zeker, heer Kijvelaar; want
school f 21,84 en van de bijzondere
school f 19,66. De openbare onder
wijzers hebben hun cijfers alleen kun
nen verkrijgen door zeer ten onrech
te de inkorting van de wet Sprenger
van Eijk af te trekken.
Maar bovendien vermelden zij niet,
dat de ontbrekende millioenen voor
de openbare school uit de gemeen
tekassen worden bijgepast, terwijl de
bijzondere school deze gelden uit eigen
middelen moet vinden.
Dat is volksvoorlichting.
De duizenden en nog eens duizenden
guldens, die de Leidsche belastingbeta
lers jaarlijks voor het openbaar onderwijs
moeten opbrengen, drukken zwaar op het
budget en verhoogen het belastingcijfer.
Waarlijk hier ter stede moesten de
frontmakers een toontje lager zingen.
De openbare school Verslindt hier som
men. Bijna geen jaar gaat er voorbij of
er >vorden belangrijke bedragen uitge
geven voor nieuwe scholen en verbouwin
gen. Aan de scholen aan de Medusastraat,
Gortestraat, Zuidsingel, Paul Krüger-
straat, Pieterskerkgracht, JBoommarkt zijn
in de laatste jaren groote uitgaven be
steed, gezwegen nog van andere kosten
voor openbaar onderwijs als de overbo
dige H. B. S. voor meisjesj de nieuwe
H. B. S. voor jongens, de verbetering
der salarissen enz.
En terwijl deze gemeente boven het
Rijkssubsidie aanzienlijke sommen moest
voteeren voor het openbaar onderwijs,
durven enkele Leidsche onderwijzers
met een verbluffende brutaliteit neer
schrijven, dat het verhoogde bouwsubsi-
die aan de_kij
onaanzienlijk deel dient
„om er katholieke kerken en
kloosters van te bouwen." Deze
leugen wordt zelfs vet gedrukt.
Waar de gemeente geld te kort komt,
houdt de bijzondere school geld over!
Wie zulke nonsens gelooft, verdient de
qualificatie „schrander" niet.
Het Bouwwetteke brengt een verbete
ring aan in den financieelen toestand
van het bijzonder onderwijs. Dit erken
nen wij dankbaar.
Maar van financieele gelijkstelling
zijn wij nog verre.
Het verhoogd subsidie komt gemid
deld met de helft der bouwkosten over
een; voor de grootere gemeenten blijft
het beneden de 50 pCt.voor de klei
nere gaat het er boven.
Minister Heemskerk heeft aan de Eer
ste Kamer dienaangaande een staat over
gelegd, waarop o. a. Leiden voortkomt.
De vergoeding in de bouwkosten zou
volgens deze opgave 56.4 pCt bedragen.
Wat beteekent dit cijfer?
Dat voortaan in de bouwkosten van
iedere school door de voorstanders van
het bijzonder onderwijs vier en veer
tig procent uit eigen portemon-
naie moet worden bijgepast, ongeacht
het surplus op de onder wijzerssalarissen,
de kosten van de leermiddelen, van het
schoonhouden der lokalen, van verlich
ting en verwarming.
Al deze uitgaven worden vaak met
royale hand voor de openbare school uit
de gemeentekas betaald.
hoe gaat het met alles, dat de school
jongens in hun jongensjaren leeren?
Floris: Meer dan slecht, Hemels
blauw; ik zelf kan niets meer dan op
goed geluk schrijven, en slecht lezen of
rekenen. En mijn zoon zegt, als hij gc-
teekend heeft: „daar staan nu een massa
mooie lijnen, maar Vader, ik kan geen
regel betreffende die mooie lijnen schrij
ven." Maar dan zeg ik: „Loop heen,
jongen! Gij zijt nu reeds een kunste
naar, wilt gij nu ook een schriftgeleerde
worden
Antoon: Neen, Kijvelaar, neen! Hier
niet schertsen!
Floris: Maar ze leeren toch veel te
veel tegenwoordig!
Antoon: Soms ja, maar dikwerf niet.
Op die herhalingsschool, oude heer Kijve
laar, neen, daar zeker niet'*
Floris: Maar vindt gij dan, Hemels-
blauw, in den 'grond der zaak, al dat
geknutsel van de school met de woor
den geen malligheid?
Antoon: Gij bedoelt, bijvoorbeeld?
Floris: Nu, de gekheid over een
rond puntje, en een ding, dat mijn zoon
een baccil-vorm noemt, en sclirapjes van
belang.
Antoon: j/fasf meusch, 4aac komt
Toch aarzelen de frontmakers niet te
spreken van „de belastingpenningen der
geheele burgerij", die voor de bijzondere
scholen weer beschikbaar zijn gesteld.
Alsof zij niet lange jaren achtereen
met vertreding van alle begrippen van
recht en billijkheid de belastingpennin
gen der geheele burgerij gebruikt heb
ben om de natie een school op te drin
gen, die de meerderheid van ons volk
getoond heeft niet te willen. Want wat
de frontmakers nooit hebben gedaan,
hebben wij gedaan: jaarlijks millioenen
geofferd voor onze vrije school.
Vandaar de toenemende bloei van ons
bijzonder onderwijs.
Neen, het bijzonder onderwijs Versnip
pert de scholen niet. Men heeft niet
„voor elke secte, voor elk geloof" een
klein schooltje en niet bij honderden
zijn de scholen met minder dan 40 leer
lingen over ons land verspreid, zooals
de Leidsche frontmakers beweren.
In het geheel zijn er in ons land 342
scholen met minder dan 40 leerlingen.
Maar hiervan zijn 272 openbaar tegen
slechts 70 bijzonder!
Een andere scheeve voorstelling van
feiten is het afstemmen van het amen
dement-Ter Laan. Dit amendement heet
te te beoogen de Rijksbijdrage in de
bouwkosten van de openbare scholen in
dezelfde mate t e verhoogen als die van
de bijzondere. In werkelijkheid zou het
de openbare school een grooteren voor
sprong hebben gegeven.
Afgescheiden evenwel van deze be
zwaren, paste dit amendement niet in
liei-Jidivi' -W-i'. ivü^BouwwetHki! stem
den alle vrijzinnigen er vóór, behalve
één, de heer van Karnebeek, die zijn
gezond verstand liet domineeren over
zijn politiek gevoel.
Deze liberal'e afgevaardigde zeide voor
de stemming letterlijk:
„De openbaj-e school is een inrich
ting, die van Overheidswege gesticht is
en in stand gehouden wordt. Daaraan
mag men niet de noodige middelen ont
houden. Maar hoe nu in die middelen
voorzien wordt uit de openbare kas, welk
deel daarvan door het Rijk en welk deel
door de gemeente betaald wordt, dat is
een zeer belangrijke vraag, die van groo
te portée is, maar toch absoluut
ligt buiten het kader van dit
wetsontwerp. Waarschijnlijk zullen
wij bij de regeling der gemeentefinan-
ciën gelegenheid hebben om haar in den
breede en tot in alk details nader te
bezien, maar nu is het daarvoor
niet de tijd."
De heer van Karnebeek, die tegen het
bouwwetje stemde, zal toch wel een on
verdacht getuige zijn.
De Leidsche frontmakers insinueeren
echter in hun artikel, dat de christelijke
heeren de grondwet geheel aan hun laars
lappen de grondwet, die de openbare
school tot een voorwerp van aanhouden
de zorg der Regeering maakt.
Wij hebben bij het nieuwe blaadje
uitvoerig stilgestaan, omdat het voor de
onzen een waarschuwing inhoudt.
De openbare school wordt door en
kele Katholieken soms voor onschuldig
het juist op aan. Gij kunt letters lezen,
maar gij lacht om de lees teekentjes, de
punten, de komma's, de uitroepteekens
enz. Welnu, dan zal ik u eens een versje
laten lezen.
(De heer Hemelsblauw neemt een.siga
renzakje, schrijft daarop aan de achter
zijde vier regels vol groote letters, en
reikt het den heer Kijvelaar, die midde
lerwijl eens opgestoken heeft, vriende
lijk over.)
Floris: Fideel, Hemelsblauw, die
letters kan ik best lezen.
Antoon: Nu, lees dan op, ovefluid!
Gij zijt bakker, 'tls ditmaal over de
bakkers.
F1 o r i sDe bakkers van ons vaderland
Hebben tien vingers aan elke hand
Vijf on twintig aan handen en voeten
Hoe zou men dit verklaren moeten.
Antoon: Welnu? Zeg eens een
spreek!'
Floris! Gij deunt met mij-, cis-
blauw; de t eenen van de voeten zijn
zeker ook als vingers bedoeld. Maar,
dan is het nog fout. Jien vingers aan elke
hand, vijf-en-twintig aan handen en
voeten; hoe dat moet verklaard .worden?
Wel, als gij die woorden in ernst wilt
laten staan, zet ik er onder: jj^
aangezien. Men meent, dat men hier
geen frontmakers heeft.
Uit het blaadje blijkt het tegendeel.
In elke alinea van het door ons ge
wraakte artikel spreekt de haat tegen
de Christelijke school en de Christelijke
levensopvatting.
Wellicht zullen niet alle openbare on
derwijzers denken als de samenstellers
van het maandblad, maar het feit, dat
deze frontmakers tot redacteuren zijn ge
kozen, voorspelt niet veel goeds.
In de gelederen van de Leidsche open
bare onderwijzers zuilen de frontmakers
hoe langer hoe meer veld winnen, vooral
onder den invloed en met den steun van
de radicale elementen in den gemeente
raad.
Voor deze voorteekenen moeten wij de
oogen niet sluiten. Tijdig dienen wij te
zorgen voor den verderen uitbouw van
ons bijzonder, ons Katholiek onderwijs,
opdat nooit onze kinderen onder den
noodlottigen invloed zullen komen van
de verderfelijke ideeën van deze open
bare frontmakers.
De actie voor a 1 g e h e e 1 e financieele
gelijkstelling van openbaar en bijzonder
onderwijs moeten wij daarom met kracht
ter hand nemen, teneinde wij nooit door
een bevoorrechten toestand van de open
bare school gedwongen zouden worden
onze kinderen toe te vertrouwen aan
mannen, wier beginselen en opvattin
gen wij hoogst verkeerd achten.
In de naaste toekomst gebiedt onze
plicht te ijveren voor de verdere ontwik
keling van onze Katholieke scholen.
Vast tractement-
Men hoort in den laatsten tijd nogal
eens klagen, vooral door ambtenaren met
vast salaris, dat zij met het hun toeko
mende niet meer rond kunnen komen.
Ofschoon natuurlijk alle gevallen een
afzonderlijk onderzoek en bespreking ver
langen, en er vele eischen als ongegrond
worden van de hand gewezen, kan toch
in het algemeen gezegd worden, dat een
grond van waarheid ligt in de bewering,
dat men met een vast salaris niet meer
rond kan- komen. Sprake is natuurlijk van
een salaris, waaraan men vroeger wel
genoeg had, zonder groote bokkespron-
gen te kunnen maken.
Een feit is, dat de levensomstandig
heden moeilijker zijn gewordendat met
de algemeene vooruitgang der ontwikke
ling de behoeften der individuen gestegen
zijn en dat dit in steeds hooger mate
zoo door zal gaan.
Iemand, die er nu met zijn salaris juist
komen kan, zal over een tien of twintig
jaren met hetzelfde te kort komen.
Maar wat de tariefwet, die we #nog
krijgen moetendaarmee uitstaande
heeft?
Die het weet, moet het zeggen.
V Arbeid op sociaal terrein.
Ofschoon er van Katholieke zjjde het
zelfde betoogd wordt en ook volgens dat
betoog gewerkt wordt, willen wij hier
toch wijzen op een rede, door dr. J. R.
Slotemaker de Bruine uit Utrecht alhier
voor de Ned. Christen-Studentenvereeni-
ging gehouden.
Spr. wees er op, dat voor de studenten
Hemelsblauw is in de „ooii".
Antoon: Neen, vader Kijvelaar.Wacht
even! (Weer neemt de heer Hemels
blauw het zakje.)
Floris: O, ik zie het alnu zet gij
die teekentjes.
Antoon: Juist! Akkoord, van Putten!
Nu zal het wel beter gaan. Maar bij elk
balletje rusten!
Floris (leest)De bakkers van ons
vaderland
Hebben tien vingers. Aan elke
hand.
Vijf En twintig aan handen en
voeten.
Zóó zou men dit verklaren moeten.
Jemig! Nu komt het uit. .Wat stom't is
kunstig, Hemelsblauw!
Antoon: Dus, wat besluit gij nu,
Florisje Kijvelaar?
Floris: Nu, nu, dat er in die kleine
teekens somtijds vrij wat wijsheid Jigt ver
scholen, ja, dat gij er, bij het lezen en
schrijven, dikwerf niet buiten kunt.
Antoon: Welnu, met de verdere
schoolregels is het ook zoo. Zeer groote
bazen van geleerdheid zondigen er echter
ook tegen. Maar ziet u, dat is doorgaans
niet erg, omdat, wanneer zij eerst vele
woorden achtereen goed Jiebben geschre-
sociale studie noodig is, naast den
practischen socialen arbeid, die zij i—
zij ~'t dan ook wegens hun beperkten tijd
in beperkte mate ook in hun studenten
tijd moeten verrichten.
„En de studenten", zoo zeide spreker,
„zijn gelukkig te prijzen, die op hun
ooileges over ethiek of oeconomie of
staatsrecht of geschiedenis voor deze
studie leiding en aandrift ontvangen.^
Zoo niet in alle, worden zeer zeker
in verschillende academiesteden door Ka
tholieke geleerden colleges gegeven over
ethiek en oeconomie. Onze Katholieke
studenten kunnen zich dus in dit opzicht
„gelukkig prijzen".
,Maar'? gaat de spr. verdei- „toch
kan klare kennis en stevige arbeid tej
zamen niet voldoen; voor echt werk is
dieper drijfkracht noodig. En deze moet
ook door de studenten geput worden uit
het hart van Hem, van wien gezegd is*
dat Hij met innerlijke ontferming be*
wogen was over de schare; het „misero
bat super turbam", dat vermeld wordt
in de levensgeschiedenis van zooveel
grooten op sociaal terrein, maar dat het
eerst van Jezus Christus is gesproken."
Deze laatste woorden voor een Ka
tholiek eigenlijk van-zelf sprekend
drukken een waarheid uit, die iederen
Katholieken werker op sociaal terreiu
moet bezielen, wil zijn werk niet zijn als
„klinkend metaal", wil hem ook ten
laatste niet de moed en de kracht eu
de innerlijke drang om te arbeiden ont
zinken, wil in zijn hart niet wortel schieten
het gevoelen, dat zijn werken onder het
volk is „genadig afdalen'-'-, in de plaats van
het Christelijk plichtsbesef.
En daarom brengen wij deze woorden
van een niet-Katholiek onder de aandacht
van onze lezers, 'tls een herhaling van
wat Katholieke sociale werkers met
de meeste klem en nadruk hebben be
weerd.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Toen het bericht kwam, dat de Ita
lianen zich meester hadden gemaakt van
de kust en de hoofdstad van het
eiland Rhodos
gaf .Turkije aan haar troepen op het
eiland bevel zich terug te trekken naar
het binnenland en zoodoende door een
guerilla de Italianen af te wachten, en
de Italianen te noodzaken gedurende
langen tijd vele troepen op het eiland
te houden.
Turkije trekt zich overigens niets van
de eilandenbezetting aan en ziet zich
daardoor niet genoodzaakt reeds toe te
geven.
Assim Bei verklaarde zelfs, dat hij de
eischen van Italië zou weerstaan, al for
ceerden ze de Dardanellen en schoten
Konstantinopel plat.
Het verwijderen van de mijnen uit de
Dardanellen gaat slechts zeer langzaam,
doordat men bang is voor ontploffingen.
Er zullen nog wel eenige dagen verloopen
eer er een vaargeul is vrijgemaakt.
Intusschen wordt uit Konstantinopel
het volgende over de krijgsbedrijven in
Rhodos geseind, dat ech rstonjd door
ven, hun geschrijf in 't geheel reeds ver
staanbaar is en er fatsoenlijk uitziet. Bij
voorbeeld, als een armvader of .Vincen-
tiaan aan zijne vrouw, uit .weeshuis of
gesticht, een briefje stuurt, op hetwelk
te lezen staat: „Vrouw, stel uw koffij-
drinken niet uit! Ik kom later op de
koffij, en moet hier eerst bedeelen", dan
zoude een scherp kritikus alleen kunnen
spotten om de duistere uitdrukking: „Ik!
kom later op de koffij", alsof de schrijver
van zijn vrouwlief ietwat erg zuurs te
wachten had. Doch wanneer op het
briefje zoude staan„Vrouw, drink voor
ons-bijenkoffij want ik moet hier blijven
beedelen", dan kon Vrouwlief wel zeg
gen: het merk „bijenkoffij'? ken ik niet*
en het zal mij benieuwen, of het vragen!
van mijn man om aalmoezen veel ojw
brengt. Ziet gij, Floris?
Floris: Wees er gerust op, Hemels
blauw, mijn zoon gaat naar de Roomscho
herhalingsschool.
Antoon: Ferm zoo, kerelAdietv
en vergeet uw schoolpenninkje niet
Floris: Neen, neen. Gegroet!
Antoon: ]0£el thuis!
P. M. BOTS,
B. K. Er,