Roina Cacao Kiezerslijst. Uit de Pers. Een reddende daad. BINNENLAND. DE VOLKSDRANK Tweede Blad, behoorende bij DeLeidscheCourantvan Woensdag 10 April no.761. Tot 21 April: ter visieligging en ver- Icrijgbaarsteliing der reclames. Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling der kiezerslijst. We zullen dit lijstje nu en dan af drukken. Aanzien doet gedenken. Abbó Santol. Wij hebben dezer dagen, zegt «Het Centrum", de aandacht gevestigd op het eerherstel waartoe de anticlericale pers in Frankrijk zich zag gedwongen ten aanzien van abbé Santol. Gedwongen door een reeks van rech terlijke uitspraken, welke de aanvallen op den veelgesmadcn priester als laster lijk aan de kaak stelden, gedwongen ook 'door eigen onderzoek. Zelfs de Lanterne verkeerde in dat geval. Wij vestigden daarop de aandacht en herinneren er tevens aan ,dat de eerw. heer Santol ook ten onzent veel smaad had ondervonden in de liberale en socia listische pers. Eerherstel verwachten wij nu ook van rdien kant. Maar het Volk, door ons met name ge noemd, antwoordt met eenige polemi sche handigheidjes. Wij haduen de Lanterne een berucht blad genoemd, en heel naief vraagt nu het Volk, hoe het getuigenis van een berucht blad een eerherstel voor den „kinderronselaar" kan zijn. Alsof het geen feit van beteekenis ware, dat een redactie, welke zich door haar anti-clericalisme berucht maakt en zich tot een felle campagne tegen een priester laat verleiden, ten spijt van dat dat anti-clericalisme den aangevallene recht moet doen wedervaren. „O maar, zegt het Volk, die Lanterne is ,,een kapitalistisch blad", en „zal in den priester terecht een broeder in den gemeenschappelijken kapitalistischen ge- loove zien". Men moet zijn lezers maar wat dur ven opdisschen. De Lanterne is een radicaal socialis tisch blad, daarbij wat doorgaans 't geval is, woest anti-clericaal en zag zoo weinig in Santol „een broeder in den gemeenschappclijken kapitalistischen geloove, dat het dien priester even fel als zoovele anderen, jarenlang verguis de. En zoo deed niet alleen de „Laterne" maar zoo deden ook tal van andere or ganen van dezelfde soort en dezelfde geestesrichting, totdatde beschuldi gingen door den rechter werden onder zocht en ten eenenmale valsch bevon den Het is wel jammer, dat het „Volk" voor die vonrwssen zoo weinig plaats heeft kunnen vinden in zijn kolommen, al stond het daarin dan niet alleen. Want al die vonnissen en uitspraken, welke den abbc in zijn eer herstelden na den groven smaad tegen hem geuit, .Werden in tal van liberale en socialis tische bladen, welke uit de voorlichting der Fransclie anti-crericale pers geput hadden maar sobertjes of zelfs in 't geheel niet vermeld. Wel een fraaie en teekende manier van priester-bestrijindg Neen, zegt „Het Volk", „voor ons is de zaak-Santol té zijnen nadeele afge daan," want wij hebben indertijd „San- tol's gedoe te Maastricht aangepakt op grond van eigen onderzoek." „De wedergave van feiten, die wij toen aan den dag brachten, is nooit weerlegd. Wel heette het indertijd, dat Santol een gerechtelijke aanklacht tegen ons zou in dienen: maar daarvan heeft hij blijkbaar wijselijk toch maar afgezien." Alsof alles waar zou zijn, wat niet gerechtelijk vervolgd wordt Intusschen kan het „Volk" wel be weren, dat de wedergave der „feiten" FEUILLETON. GESCHIEDKUNDIG VERHAAL. 7) De oude Hans verviel in diep gepeins. Onverwachts stond hij van het bed op. Het scheen of een kloek besluit wonderen ■bij hem gewekt hadden. „Ik ben weer hersteld", sprak hij met vaste stem tot den verrasten frater. „Waar wilt gij heen? Ik heb streng bevel over u te waken!" „Zoo, zoo, waar is de abt?" „Ik mag u niet alleen laten!" „Volg mij dan maar."" Bedrukt ging iBernardus hem achterna. Abt Maurus was in den tuin en toonde zich uiterst verrast door de komst van beiden. „Maar, Bernardus, vervult gij zoo 'de plichten van uw abt?" „Hoogeerwaarde prelaat", sprak de ge vangene, „hij heeft geen schuld, ik liet •mij niet meer terughouden. Drie dageu ben ik al bij u. Wees gedankt voor de ihulp jn mijn ziekte, welke jk tengevolge; in quaesiie n= »oit weerlegd, maar daar om is dit nog niet zoo Er is in de katholieke pers wel de gelijk verzet aangeteekend tegen die „wedergave van feiten waarop heel wat aan te merken viel, met name in de Limb. Koerier. De aanrijdingen van het „Volk" zijn toen „herhaaldelijk en afdoende weer legd in de kolommen van ons blad", schrijft het Limburg?che orgaan. Echter weten wij thans, waaraan wij toe zijn. Eerherstel wordt onthouden aan een priester, die van een jarenlange ver dachtmaking het slachtoffer is geweest, en slag op slag door rechterlijk on derzoek en het welsprekend getuigenis van voormalige bestrijders in het gelijk is gesteld Dit te constateeren zij genoeg. 't Begint al. De Commissie van Voorbereiding van de Ziektewet heeft voor twee dagen een "belangrijke officieele mededeeling ge daan iets waartoe het Reglement van de Tweede Kamer haar 't recht geeft. Ze is weer aan 't werk getogen, zegt de Standaard, en bij absentie van Dr. Nolens, heeft Dr. de Visser als on dervoorzitter de leiding op zich geno men. Hem daarvoor onzen dank. Maar nu spijbelt Links. Van Links blijven de leden en de bij zitters weg. Als reden van dit wegblijven geldt dan, naar te gissen valt, dat de Voorzitter weg is dat er meer tijd voor beraad moet zijn; en dat men in zijn vacantie niet op staanden voet weer aan den ar beid kan gaan. Zit de Kamer, dan kan men niet ver gaderen omdat de Kamer zit, en zit ze niet, dan staat men op zijn vacantie. Niet absoluut maar toch ten deele. Dit doelt er natuurlijk op, om straks te kunnen zeggen, dat de gelegenheid ontbrak om in de Commissie opgerezen bezwaren aan de orde te brengen, en er dan op uit moet loopen, om de Kamer debatten te rekken, en, door een charge met amendementen, afdoening van zaken, zoo goed als onmogelijk te maken. Toch late men zich hierdoor niet ver ontrusten. Er is toch onderscheid. Kwam ons volk te vernemen, dat de Sociale wetten niet afloopen door schuld van Rechts, dan loopt de stembus mis. Bleek daarentegen, dat de Sociale wet ten er niet komen omdat Links obstruc tie maakt, dan zal de indruk juist ge heel omgekeerd zijn. Al ons kiezersvolk zal dan beseffen, dat het hoog tijd wordt, Links nogmaals in macht en invloed te beperken, wijl het toch niet aangaat de ouden van da gen schade te doen lijden, enkel om de heeren van Links in het zaal te zettep. Tegen slechts één ding ging daarom reeds sinds 1909 onze waarschuwing uit: Laat Rechts niet te kort schieten in spoed. Twee is meer dan drie. Dat twee meer is dan drie, zegt „De Nederlander", wordt U dezer dagen slag op slag klaarlijk bewezen. Drie is een meerderheid en twee is een minderheid, maar als drie ja zeggen, en twee neen, dan heeft de meerderheid ongelijk en als die meerderheid bij haar j a volhardt, dan „drijft de meerderheid haar zin door" Als twee leden eener commissie niet vergaderen kunnen (willen) dan moeten de drie zich daarbij neerleggen, an ders drijven zij door, of „spelen zij een politiek spel". De drie behooren, in ste de van üidus door te drijven, zich naar de minderheid te schikken. Als zeven leden eener Kamergroep iets wenschen, dan zeggen 40 van de 100 (wat toevallig precies de verhouding is van 2 en 3), dat de 60 er zich bij neer moeten leggen, anders piegen zij machts misbruik, wordt het recht der minderheid verkort, lijden de 60 aan gezagsfanatis- nie. Al hetwelk strekt om te bewijzen, dat twee méér is dan drie. De rekenkunst van Bartjes is er niets bij. mijner sterke natuur te boven ben geko men. Maar, wat ik vragen wilde, waar is mijn neef?" „Hij was gezond en wel toen ik hem het laatst gezien heb." Met wantrouwend gelaat riep Hans: „Mijnheer de abt, zoo ontkomt gij mij niet. Zeg maar ronduit, of en wanneer hij van hier vertrokken is." „Wind u niet op, door zulk heftig spre ken!" „Nu zie ik het duidelijk", sprak Hans met verbeten woede, „gij zoekt uitvluch ten, want gij kunt, naar het schijnt, geen verblijdend antwoord geven." „Nogmaals, wind u niet zoo op." „Neen, ik wil de volle waarheid weten; ik zal haar weten te dragen." „Welnu, als gij dan zelf zoo heftig op de ontknooping aandringt, weet danUw neef is nog hier!" „Wat?" riep' Hans vol angst en ver bazing. „Ja, God, Die alles weet, leverde mij uw geheim „Nu weet ik alles", riep de ander in heftigen toorn uit. „Mijn mantelzak werd mij ontstolen. Mijn neef is gevangen. In een christelijk roovershol zijn wij beland »Tk heb u niet hierheen geroepen, gij Bedenkelijke nieuwigheid. Onder dit opschrift schrijft de „Tijd": B. en W. van Utrecht stellen den Raad voor, in de verordening, regelende de kostelooze plaatsing van leerlingen op de gemeente-inrichtingen voor middel baar onderwijs, art. 7 te lezen: „Aan hen, die kosteloos onderwijs ontvangen, kan van gemeentewege kosteloos boven- kleeding worden verstrekt en kunnen van harentwege boeken en verdere hulp middelen bij het onderwijs kosteloos ten gebruike worden gegeven." Het volg nummer der begrooting „Kosten van de gemeente H. B. S. met 5-jarigen cursus voor jongeis" is daarvoor met f300 en het volgnummer: „Kosten van de H. B. S. met 3-jarigen cursus voor jongens en de daaraan verbonden handelsschool en van de burgeravondschool" is daarvoor met f290 verhoogd. Niet enkel dus schoolboeken, maar oo-k schoolbroeken zullen te Utrecht koste loos worden verstrekt. Eigenaardig is het, dat zulks juist te Utrecht, waar, zooals bekend is, de bijzondere bewaar scholen met zoovee! moeilijkheden te kampen hadden om door B. en W. een voorstel tot subsidieering toegezegd te krijgen, moet geschieden. Vergissen wij ons niet, dan is deze kostelooze gemeentelijke middelbare jas en broek een novum. Wat doet nu Utrecht, wanneer ook de Utrechtsche Rijks H. B. Scholieren komen aanklop pen en wellicht bijzondere scholen? De sociale wetgeving. Paul Goulmy schrijft in „De Tijd": Al jaren en jaren is er geroepen om de sociale wetgeving; verder evenwet als eene Ongevallenwet, eene wet op hel Arbeidscontract, eene Arbeidswet 1911, eene Steenhouwerswet en eenige andere wetten bracht Nederland het nog niet. Nu was de Bakkerswet op de agenda geplaatst de Ziekte-, Invaliditeits- en Pensioen wetten gaan spoedig voor openbare be handeling gereed komen. De wenschen van talloos velen zijn op het punt in ver vulling te gaan, maar... dan moet men toonen, ernstig die wetten te willen, door, zooveel mogelijk, den nationalen tijd te sparen en zaken van ecnvoudigen aard ook eenvoudig, met weinig omhaal van woorden, af te doen! Immers wie dat niet doet, kan wel met woorden zeggen, de sociale wetgeving te willen, maar door zijne daden, hier door zijne breedsprakig heid, toont hij zulks in zijn hart niet te meenen, wat men wel eens „huichelen" noemt. Wie zijn de oorzaak, dat de Bakkers wet, eene sociale wet, niet afgedaan is, hoewel zij op de agenda stond? Wie hebben den tijd van half Februari tot de Goede Week vermorst? De heeren van rechts of de heeren van links? Jhr. mr. O. van Nispen tot Sevenaer en Duymaer van Twist beweerden in den namiddag van 28 Maart: de heeren van links! Ik wensch geen'oordeel uit te spreken, maar na een reeks van deugdelijke, op de Han delingen berustende cijfers den lezer te laten oordeelen en vonnissen Het programma van half Februari tot Paschen luidde aldus: le. De Armenwet. Hieraan be steedde rechts 27 kolom, links 273/4, waarvan de socialisten 674, de Regee ring 227s totaal 7774 kolom. Men merke hierbij op, dat dit gunstige resul taat te danken was èn aan de te behan delen stof, èn aan de commissie van voorbereiding, waarvan mr. Drucker voor zitter was. Ik geef de voorzitters van de commissies van rapporteurs of van voor bereiding op, omdat zulks eenigszins op het praten van links of rechts van invloed is. Mr. Drucker is nu van links. 2e. De Armenwet werd zonder stem ming aanvaard. 3e. Twee internationale ver dragen, zonder debat of stemming aangenomen. 4e. H e t B o u w w e 11 e k e Dit kostte rechts 487a kolom, links 9674 (mr. Smeenge voorzitter v. d. C. v. R.) waar van de partij van mr. Troelstra, den man der Bakkerwet, er maar 517s noodig had, de Regeering 297*t iotaal 174 kolommen 5e De Erfgooierswet kreeg van rechts 177a kolom, van links 23/4 (mr. Drucker voorzitter der C. v. R.) waarvan kwaamt uit vrijen wil. Ik nain u gastvrij op, en tot dank daarvoor hebt gij mij schandelijk bedrogen. Ook mijn eer hebt gij mij willen ontrooven, want welk een schande zou er op mij en dit klooster rusten, als uwe plannen gelukt waren! Dan zou men overal zeggen, dat ik de vijanden mijns vaderlands geholpen had. Uw honende taal acht ik niet. Als ik u als herstellende niet wilde sparen, zou mijn antwoord niet achterwege blijven. Doch luister naar het verloop uwer ziekte. Gij werdt ziele. De broeder keldermeester was bezorgd voor u en keek in uw kamer rond. Gij scheent een aanval van beroerte te hebben. Om u meer lucht te verschaffen opende hij het nauwe wam buis. Toen vond hij een schrijven en over handigde het mij. Ik herkende aanstonds het zegel van Oostenrijk!" „Wat hebt u met het schrijven go- daan 'vroeg Hans met gemaakte kalmte. „Dat is in goede handen!" „Geef het terug I U hebt 't recht niet mij mijn eigendom te onthouden!" „Zeker wel, ik doe het in 't belang van mijn vaderland!" „Dan kent gij den inhoud van 'tstuk?" vroeg Hans met angst -Ja.»' i de socialisten 7* inpalmden, van de Regeering plus den Regeeringscommis- saris 12, totaal 327* kolom. Men merke op, dat „de gemeene heiden en weiden in een rechtsch district" liggen. 6e. Zijdelingscbe diensten. Hieraan verdeed rechts (mr. Duynstee, voorzitter van de C. v. R.) 10 kolom, links 22 (de socialisten alleen 10), de de Regeering 123/8, totaal 443/4 kolom. 7e. Indische Comptabiliteits wet. Rechts praatte 227a kolom (mr. Lohman, voorzitter der C. v. R.), links 327* (socialisten maar 2), de Regeering ll3/*, totaal 67 kolom. 8e V o g e 1 w e t. Deze zeer importante wet naar het schijnt ontlokte aan aan rechts 293/* kolom (baron van Dedem voorzitter van de C. v. R.), aan links 88% waarvan er de socialisten 267* voor hun rekening namen aan de Regeering 43%, totaal 162 kolom! 9o. M o t i n-A rts en Ter Laan over de herziening der onderwijzerstrakte menten. Deze motiën vorderden van rechts 23% kolom van links 99%, waarvan de socialisten 38% van de Regeering 23%, totaal 147 kolom. 10. De Bakkerswet... Er was geen tijd meer voor Buiten de vastgestelde agenda deed de Kamer nog af: lo. 6 Conclusies op verzoekschriften behalve de tallooze, welke geen debat vorderden welke eischten: van rechts 1 kolom, van links 4% (socialisten 1), van de Regeering 2, totaal 8% kolom. 2o. 37 Wetsontwerpen, welke aan rechts 3H kolom, aan links aan de Regee ring 3ontlokten, totaal: 7 kolom. 1) En nu de recapitulatie en eindconclusie! Wetten, enz. Kolommen. Rechts. Links. (Socia- R listen). Keg' Tot, Armenwet: 27 27 6% 22% 77% Twee Verdragen: 0 0 0 0 0 Bouwwetje: 48% 96% 51% 29% 174 Erfgooierswet: 17% 2H 12 32% Zijdelingsche 44% Diensten 10 22 10 12*4 Indische Compta 11% biliteitswet: 22% 32*4 2 67 Vogel wet: 29*4 88% 26*4 43-i 162 Motiën-Arts-Ter Laan: 23*4 99*4 38*4 23% 147 Conclusies: 1H 4 1 2 8% Andere wetsont werpen 3% H 0 3% 7 Daarbij komt re geling v. werk *4 18 zaamheden: 6 U 7 Totaal: 190% 385% 144 161*4 737% Men onthoude het dus wel: van de 7371/2 had rechts slechts 190i/* en links maar eventjes 385i/2 kolom noodig, ter wijl de mannen van de Bakkerswet, de socialisten, van die 385i/2 kolom van links er niet minder dan 144 leverden! De Kamer kwam al van bladzijde 1655 op bladzijde 2135! 1) Van de 45 wetsontwerpen werden er niet minder dan 42 zonder stemmen aangenomen. Praten en doen. Dr. Poels werd door de Maastrichtsche sociaal-democraten uitgenoodigd om te komen aebatteeren met een hunner spre kers, den bekenden L. M. Hermans uit Arnhem. Z.Eerw. gaf hierop het volgende schriftelijk atnwoord Den Heer J. Beckers, Secretaris van de Maastrichtsche afdeeling der S. D. A. P. Als antwoord op uw schrijven van 23 Maart dat ik, na een tweedaagsch propagandatochtje, eerst dezen morgen bij mijne thuiskomst ontving deel ik u mede, dat ik Woensdagavond met enkele vrienden hoop te confereeren over het bouwen van arbeiderswoningen en dus de door het bestuur uwer afdeeling belegde vergadering niet zal bijwonen. Het verheugt mij oprecht, dat de socia listische partij te Maastricht zoo bizonder veel belang begint te stellen in mijn persoon. Het feit, dat de leiders der S. D. A. P. in de oude stad van Sint Servaas ons werken en streven met leede oogen gadeslaan en daarin blijkbaar een gevaar zien voor de toekomst van het socialisme in Limburg, is voor ons een bewijs, dat wij op den goeden weg zijn. Gelijk gij weet, zijn wij overtuigd, dat Christendom en Socialisme als vuur en water tegenover eikander staan; en dat het socialisme den arbeider diep onge lukkig maakt. Daarom kunt gij zelf niet „Barmhartige hemel, heer abt, heb medelijden! Mijn eer, alles is weg! Ja, wij zijn Oostenrijkers en beminnen ons vaderland en onzen vorst. Dat mocht ik u niet zeggen! Frederik is de Duitsche koning. Lodewijk bestrijdt hem die waar digheid. Voor lang heeft hij hem beloofd, dat hij niet zou optreden als pretendent der koninklijke waardigheid!" „Daarin moet ik u tegensprekenLode wijk is geen kronenroover. De hooge waardigheid van keizer wees hij van de hand, toen het meerendeel der keurvor sten hem gekozen had; eerst na lang aanhouden nam hij ze aan!" „Waarom is Lodewijks broeder dan aan onzen kant? Hij zal hem toch wel beter kennen, denk ik." „Broeder Bernardus, ga heen! Dat gij den verrader in uw midden duldt, die den wijzeren broeder haat, is waar, maar niet mooi, en werpt een ongunstig licht op uw zaak!" „En toch is Frederik het schoonste sieraad voor de koningskroon. Een klei ner vorst \s ten spot der menigte. Daar om kan Habsburg slechts de erfgenaam van de Duitsche keizersmacht zijn „Indien Duitschland e«n erfkeizerrijk was. Maar waartoe dat noodeloos woord- yerspjllen.?, fcGjj zijt en blijft yoorloopig Ingezonden Mededeelingen. VAN HOUTEN'S is bestemd om te worden: bij uitnemendheid. 2008 anders dan volkomen natuurlijk vinden, dat wij ons van harte verheugen, wan neer wij constateeren, dat het bestuur der S. D. A. P. in onze provincie blijk baar begint te vreezen, ook in eigen kring het vertrouwen der arbeiders te gaan verliezen. Om het standpunt uwer partij tegen over de Katholieke en Christelijke vak organisatie te kennen, is het waarlijk niet noodig Woensdagavond naar Maas tricht te komen en de vergadering in de Concertzaal bij te wonen. Dat standpunt is ons volmaakt bekend. Wat Woensdag avond te Maastricht gezegd zak wor den, kan niets veranderen aan hetgeen dag-in dag-uit door de S. D. A. P., ook hier in Limburg, wordt gedaan. Bovendien ben ik het geheel eens met den heer Troelstra, waar hij zegt, dat er gevallen zijn, waarin verstandige men- schen moeten weigeren in debat te tre den. Zij, die onze debat-vergaderingen te Sittard en te Kaalheide hebben meege maakt, zullen geen verderen uitleg vragen. Natuurlijk zullen thans enkelen aan de arbeiders trachten wijs te maken, dat wij bang zijn voor de socialisten! Onder onze goede arbeiders, vooral onder de minder ontwikkelde, zijn crf helaas, die zich inderdaad veel op de mouw laten spelden. Maar dat wij „bang" zijn voor debat, gelooven ook onze grootste tegenstanders niet! Daarom zien wij geen enkele reden waarom wij gevolg zouden geven aan de ons toegezonden uitnoodiging om de ver gadering van Woensdag bij te wonen. Wanneer wij er in slagen nuttige sociale instellingen in het leven te roepen en werkelijk iets doen voor den ons dier baren werkenden stand, deert ons het praten niet van de leiders der S. D. A. P. In de hoop, dat gij zelf ons aldus ge motiveerd besluit volkomen juist .zult vinden, verblijf ik, met verschuldigde ge voelens, de door den Bisschop van Roer mond benoemde aalmoezenier van den Arbeid. Gemeentezaken. Gemeenteraad. De gemeenteraad vergadert op Don derdag 11 April 1912, des namiddags te twee uur. nog in gevangenschap!" „Hoogeerwaarde abt, bedenk, dat Lo dewijk bij den hoogstgeplaatsten vorst der aarde, bij uw geestelijk opperhoofd Paus Joannes XXII niet goed aange schreven staat. De heilige Vader vreest van hem en zijn macht onderdrukking der Kerk. Wat dan, als later de oproep des Pausen tegén Lodewijk ook in uw ooren dringt? Zoudt gij het dan niet betreuren den vijand der Kerk geholpen te hebben? Laat ons daarom vrij!" „Zwijg, de maat loopt over; gij komt slechts met vermoedens en verdachtma kingen aan. Waar zijn uw bewijzen? Ik laat u niet gaan, onder geen voorwendsel, voor de slag heeft plaats gehad!" „Vreest gij dan den rooden haan nie^ dien Leopolds krijgers op 't klooster zouden kunnen zetten? Ziet gij dan niet in, dat gij en uw metgezellen een vreese- lijke vergelding op jlen hals haalt?" „O neen! Ik dien mijn vorst tot detl laatsten ademtocht, al komen er ook hevige stormen opzetten. In 'tkort: uw brief heb ik aan koning Lodewijk ge zonden (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5