Rona
Cacao
Kiezerslijst.
Uit de Pers.
Liefde en Haat.
Van Houten's
De beste voor den prijs
Gemengd Nieuws.
Derde Blad, behoorende
bij DeLeidscheCourantvan
Zaterdag 23 Maart no. 747.
Tot 21 April: ter visieligging en ver
krijgbaarstelling der reclames.
Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling
«der kiezerslijst.
We zullen dit lijstje nu en dan af
drukken. Aanzien doet gedenken.
Een lied per week.
No. 49 uit „De L eeuw er k".
Het lied van den smid.
(Woorden van Muziek van
Frans Liekens. Frans Andelhof.
Een smidje in zijn smisse,
Die zong den heelen dag;
Zijn stemme klonk zoo helder
Bij iedren hamerslag.
Hij zong zoo blij van tokke, tokke, tok,
Hij zong zoo vrij van kloppe, ldoppc, klop.
Het klonk zoo lustig dan,
Het liedje van den zwarten man.
Een meisken op haar kamer,
Die had dat lied gehoord;
Haar hartje ging aan 't jagen
Bij smidjes aardig woord.
.Het ging zoo snel van 'tokke, tokke, tok,
Het ging zoo fel van kloppe, kloppe, klop.
Het sloeg zoo feeder dan,
Bij 't liedje van den zwarten man.
„Och, smidje van hierover,
Leer mij dat schoone lied.'-
Lief meisje, 'kzal 'tu leeren
Als gij inij gaarne ziet.
Kom, zing met mij van tokke, tokke, tok,
Kom, zing met mij van kloppe, kloppe,klop.
Wij zingen samen dan
Het liedje van den zwarten man.
Het meisken werd zijn vrouwtje
En hij haar beste man,
En kleine kleuters kwamen,
Die zongen mede dan.
Ze zongen blij van tokke, tokke, tok,
Ze zongen vrij van kloppe, kloppe, klop.
Het klonk zoo lustig dan,
Het liedje van den zwarten man.
Professorale bakerpraat.
Professor Eerdinans heeft, zooals wij
hebben medegedeeld, een briefje ge
schreven aan de „Nieuwe Rotterdainsohe
Courant, waarin hij beweert geen enkele
beschuldiging te hebben uitgesproken-te
gen den geestelijke uit de Tilbiirgsctie
moordzaak, die in het verslag van prof.
Eerdmans woorden in de N. R. Ct. toch
duidelijk beschuldigd werd.
Het verslag was dus niet geheel juist.
iWe zullen dat moeten gelooven, zegt de
Nieuwe T i 1 b. Ct. Maar wat de pro
fessor dan volgens zijn eigen getuigen
wel gezegd zou hebben,-nu, dat is niet
veel meer dan een anti papistisch baker
praatje van de naarste soort.
„Ik zeide, dat nen zeide, dat de over
plaatsing van een geestelijke naar een
onbekend oord moeilijkhate*. had opge
leverd."
Dat beweerde dan een professor, die
met een hoog geleerd air „sprak" over
het gebruik in bepaalde gevallen, geeste
lijken plotseling te verplaatsen.
Foei wat minne insinuatie!
Maar tevens wat een beuzelpraat.
Wij zouden wel eens willen weten,
.waar er in liet bisdom 's Hertogenbosch
nog „onbekende «oorden" zijn, want bui
ten zijn bisdom, bijvoorbeeld in de on
bekende oorden van Afrika, heeft onze
bisschop toch zeker geen jurisdictie.
En dan in den tegenwoordige!» tijd
met uitstekende recherchediensten, zou
men een geestelijke in Noord-Brabant
zoo kunnen verstoppen dat er moeilijk
beden voor de rechterlijke macht uit
kunnen ontstaan
Kom, kom, professor zooals echte
antipapisten heeft uw klein vooroordeel
'EUILLETON,
ROMAN UIT WESTFALEN.
XII.
Hendrik Weikamp maakte zich thuis
zoo nuttig als mogeiijk was. ln.de eerste
dagen vaa September begon het te re
genen. De eene dag goot het al erger
dan de andere en de hemel was voort
durend bedekt met dikke grauwe wolken.
De zon kwam heelemaal niet meer te
voorschijn. Hooger en hooger wies de
.Ems; de weilanden, aan de beide oevers
gelegen, waren reeds oudergeloopeu. De
.weg naar de veerponten stond onder
.water en het vee loeide klagend en
zocht beschutting achter heggen en
struiken.
Hendrik schaafde en hamerde in zijn
geïmproviseerde werkplaats. Af en toe
keek hij op en luisterde of hij op den
bof soms niet een lichte tred hoorde.
(Wonderbaar. Marie was toch zijn pleeg
zuster; jaren geleden had hij haar op
de armen gedragen; van zijn karige zak
centen had hij nu en dan jets voor haar
zulk een dikke korst over uw helder en
onpartijdig oordeervermogen gelegd,
dat gij er niet voor terugschrikt, in een
openbare vergadering onzin te verkoo-
pen inplaats van verstandige taal.
Herzie u zelf maar eensmaak u niet
warm over de sensatie-verhalen, die men
in uwen kring gretig schijnt te verslin
den en vraag u maar eens af, hoe het
mogelijk zou zijn, dat een Kerk, die zulk
een bedorven zoodje vormt als gij schijnt
te denken, het 1900 jaar tegen de aan
vallen van grootheden als gij zelf zijt
en van nog grooteren heeft uitgehouden.
Voor het overige kunnen wij u verze
keren, dat van al uw bezwaren over de
„Tilburgsche zaak" geen jota waar is.
De anti-tariefwet-beweging.
Het Friese h Dagblad schrijft over
de actie der linkerzijde tegen de tarief-
wet:
Indien het even mogelijk is, moet de
Invaliditeitswet van Talma worden op
gehouden. Dat zou heerlijk zijn! Dan
konden ze in 1913 voor de kiezers komen
en de Rechtsche regeering voor haar
nietsdoen met spot en hoon overladen.
Bovendien was er "dan altijd nog een
kleine kans, dat het ten slotte op
Staatspensioen uitdraaide.
Toch.. zal dit wel lukken?
Sinds Kuyper er met zijn „dreigement"
tusschen kwam, gelooft men het Links
eigenlijk zelf niet meer. En als de Kamer
zooveel vaart achter het werk zetten blijft
als de laatste weken, dan krijgt Talma
den oogst nog wel binnen.
Maar er is nog iets anders.
Achter Talma staat Kolkman.
De Minister van Financiën.
Met zijn Tariefwet.
En daarop richt zich nu blijkbaar de
hoop der mannen van Links, dat het in
1913 gelukken zal het Kabinet op het
Tarief te laten vastloopen, en de Chris
telijke meerderheid in een minderheid om
te zetten.
Vandaar de ongewone actie.
Om het volk te overbluffen.
Gelijk men het in 1905 deed. Eu toen
met goed gevolg.
Men is daar echter van Links wat erg
vroeg mee begonnen, 't Zal de groote
vraag zijn of de kunstmatige anti-Tarief-
wet-beweging tot aan de stembus van
1913 op dezelfde hoogte te houden is!
Daartegenover staat de actie die on
zerzijds wordt gezet, teneinde het volk
voor te lichten; een actie, die in kracht
moet toenemen.
Nu vestigt het blad de aandacht op nog
een verschijnsel, dat bij de Tariefwet-be-
strijders naar den voorgrond dringt.
Doch waar we ditmaal eens op wijzen
willen?
Op het feit, dat de Anti-Tariefwet
mannen blijkbaar over een ruime, haast
onuitputtelijke kas "beschikken.
Dat feit geeft te denken.
Ze gooien zoo maar met het geld.
Nu die advertenties weer in alle mo
gelijke bladen, die ze maar opnemen
willen en waartoe ze de regels zoo maar
per duizenden afsluiten, het toont wel, dat
ze de „lapjes" maar voor het grijpen heb
ben.
Waar komt dat geld vandaan?
Uit betrekkelijk kleinen "kring.
Dat ziet ieder voor zijn oogen.
Het is eenvoudig niet zoo, dat een
volks beweging tegen het tarief, de lei
ders bezielt en van het noodige geld voor
ziet
't si juist andersom.
Een volksbeweging wordt gemaakt, zoo
langzamerhand, en een klein clubje „vrij
handelaars" heeft er al den tijd, de moei
te en het geld voor over, om die volksbe
weging steeds feller op te stoken.
Wat beweegt nu zulk een club? vraagt
het blad ten slotte.
Wat bewéégt nu zuik een club?
't Is niet te denken, dat zij dit alles
over hebben voor een theorie; voor
het heil des lieven vaderlands en van 't
lieve volk.
Het is zeer wel aan te nemen, dat de
meesten dezer mannen vreezen voor na
deel, concurrentie of wat dan ook en dat
ze daarom zulke felle vrijhandelaars zijn.
Daarmee is van hen niets verkeerds
Zij zullen tegelijk óók wel, ieder
voor zich persoonlijk overtuigd zijn, dat
gekocht, toen hij nog leerling bij Kasper
Kloiupman was. Thans was alles zoo
heel anders geworden. Was zij er niet,
dan verlangde hij naar haar, en als hij
haar zag, kreeg hij een kleur en werd
schuchter en kon niets zeggen. Hij, Hen
drik Weikamp, die de wereld kende!
Wat mocht dat wel te beteeken en heb
ben? Hm, tegenover vader en moeder
had hij zoo iets nooit gevoeld en met
de kleine broertjes ging hij om, zooals
men met zulk grut inoet omgaan: dan
eens vroolijk, dan weer ernstig. Tegen
over allen sloeg hij den juisten toon
aan; alleen tegenover Marie niet. Daar
over dacht hij na.
Binnen drie weken moest hij van den
hof afscheid nemen. Deze gedachte liet
hem niet met rust en plaagde hem voort
durend. Och, heeremetijd; het vooruit
zicht stemde hem volstrekt niet prettig.
In den militairen dienst was het hard
werken en den mond fioudeti. Hendrik
zuchtte diep.
Eensklaps klonk achter hem een vroo-
lijke meisjeslach en hoorde hij een be
kend stemmetje zeggen:
„Och, och, wat heeft die het hard te
verantwoorden wat 'n smart! Wat
scheelt eraan?"
't Liefst had Hendrik nog eens gc-
zgcht, doch hij was overtuigd, dat hij
(le Tariefverhooging is \p. ''t nadeel van
't gansche volk.
Hun eerlijkheid blijft ongerept.
Maar het volk past toch dubbele
bedachtzaamheid.
Natuurlijk zal de Tariefverhooging de
belangen van énkelen schaden. Al was het
alleen maar door de gelegenheid te ope
nen tot meer en krachtiger concurrentie.
Doch dit kan zéér wel zijn in het belang
van 't gansche volk.
Laat men dit bij deze geweldige anti-
tariefwet-actie wèl bedenken. Zij is wat
al te geweldig!
Wat liet vf>lk dan denkt?
j,Er zit muziek achter"!
Zeker, muziek zit er achter; wel niet
van de fijnste, maar toch zeer goed hoor
baar. Nu, daar is 't ook muziek voor.
Wakker schudden.
Naar aanleiding van de anti-revolutio
naire partijdag te Bodegraven, driestart
de Standaard:
Een Partijdag, ais de vorige week te
Bodegraven is gehouden, werkt uitne
mend.
Het schijnt wel, dat Zuid-Holland en
Groningen hiervan het best de kunst ver
staan. Al was toch de Uniedag in het
Westland dit jaar van veel minder be-
teekenis dan in vorige jaren, toch heeft
ook het Westland voor zulke saamkom
sten een uitstekenden naam.
Intusschen had Bodegraven dit eigen
aardige, dat 't een district is, waarin on
ze groep wel vol actie en leven is, maar
waarin we nu reeds meermalen achter
elkaar bij de stembus onze stemmen bij
accoord afstonden aan een lid der Chris-
telijk-Historische richting, den heer van
Idsinga.
Eigenlijk moest dit niet zoo zijn. Het
ware veel beter, indien we de af te stane
zetels om de vier jaren lieten omloo-
p e n, zoodat we den éénen keer het
eene stel districten overgaven, en een
volgenden keer een ander.
Zooals het nu gaat, loopt men toch
dat al te lang wordt afgestaan, onze
eigen kring alle animo inboet. Men denke
slechts aan districten als Dokkum, Goes,
Apeldoorn enz., waar wij, betrekkelijk
evenals in Bodegraven, veel sterker staan
dan de Christelijk-Historischen, en waar
in we toch nu reeds een lange reeks vaii
jaren zelve meewerkten, om den zetel
voor den Christelijk-Historischen can-
didaat te behouden.
Op zich zelf steekt hier niets onge
woons in, en zelfs is het niet onnatuurlijk
dat men een zittend lid zitten laat; maar
voor het leven in de partij zelve zou stel
lig omruiling nu en dan zijn nut hebben.
Kan dit nu niet, dan is het toch alles
zins zaak, om onze partij in zulke af
gestane districten actief te houdenen
juist daarvoor nu is zulk een Partijdag
als nu te Bodegraven zoo schitterend
verliep, niet genoeg aan te bevlen.
Het is een voorbeeld, dat trekken mo
ge, ook al geven we toe, dat het niet
zoo gemakkelijk is om ook in verder af
gelegen districten sprekers in genoeg
zaam aantal en van genoegzaam magne
tische kracht te lokken. Doch hier staat
tegenover, dat er tusschen stembus en
stembus vier jaren verloopendat de
districten, waarop het hier aankomt, niet
meer dan tien in aantal zijn, en dat alles
dus te vinden ware, zoo men telken jare
2a 3 zulke Partijdagen over heel het
land hield.
Met wat schikking onder de leiding van
het Centraal Comité ware zoo iets wel
te vinden, althans op beding, dat er in
het district zelf nog genoeg animo onder
onze mannen bleef. Van buitenaf toch
kan zoo iets niet geïmporteerd. Het moet
een actie zijn, die uit het district zelf op
komt.
Wat men alleen van buitenaf wel kan
doen is onze mannen in het district, die
soms te sterk insliepen, eens terdege
wakker schudden.
Nu, dit was in Bodegraven niet itoocfig.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Bakkerswet.
Op het ontvverp-bakkerswet heeft de
heer S n o e c k Henkemans (C. H.)
zich daardoor nog meer belachelijk zou
maken. Wanneer hij zich reeds belache
lijk had gemaakt, dan wilde hij haar
liever kussen. Daar stak niets in, want
zij was toch zijn pleegzuster. Hm, dat
was 'n gedachte.
Maar niet omdat Marie zijn pleeg
zuster was, mocht hij haar zoo gaarne
leiden, daarentegen hm, omdat zij zoo
mooi vïs, omdat zij zoo lief is.
Zij staat daar nog steeds en laclvt.
Hij kijkt haar aan en denkt een oogen-
blik na. Daarna roept hij: „Marie."
„Nu, wat heb je dan?"
„Ik wil je eens wat zeggen!"
„Jongen, wat gebruik je veel woorden."
„Och, Marie, ik moet spoedig in
dienst."
„Ja, dat is zoo, maar je komt toch
ook terug?"
„En dan vestig ik mij in het dorp
als eigen baas."
„Zoo, dat is verstandig van jou."
„Zeker, maar weet je, wat er bij mij
aan hapert?"
„Nu, wat dan?"
„Een vrouw."
Bij het uitspreken dezer laatste woor
den keek Hendrik Marie vol verwach
ting aan.
„Wil ik er een zoeken?. Ik weet wel
een goede voor iou/^
een paar amendcn-c::;-.»; :steld,
welke de strekking hebbc. n den ar
beid aan de patroons te b' veroor
loven op de wijze als hun go i i nkt en
voorts de z.g. „gemengde bedrijven" ten
aanzien van den Zondngsarbeid op ge
lijke wijze te behandelen als de banket
bakkerijen.
De socialisten hebben met intrekking
hunner vroegere voorstellen, de volgen
de nieuwe amendementen voorgesteld.
Het eerste amendement heeft tjen doel,
den minister wel de bevoegdheid te ver-
leenen den nacht later, doch niet om
hem vroeger te doen eindigen en daar
door den tijd, bestemd voor nachtrust,
meer te beperken.
Door aanneming van het tweede amen
dement zullen de Israëlietische bakkers
gezellen er voor worden behoed, kort
na afloop van den Sabbath aan den ar
beid te worden gezet.
Door aanneming van het derde amen
dement zal de werkdag niet kunnen wor
den uitgerekt tot 16 uren.
Het vierde amendement heeft ten doel,
den buitengewonen arbeidsdag van 16
uren tot een 15-urigen te verkorten.
Het vijfde amendement bedoelt de
mogelijkheid van controle inzake de
rusttijden althans eenigszins te verbefte
ren.
Vogel wet.
De heer Teenstra (V. D.) 'hebben
een artikel 45bis, voorgesteld, luidende:
Nietig is elk beding,- waarbij de ge
bruiker van gronden en wateren afstand
doet van zijne bevoegdheid een vergun
ning als bedoeld in art. 9 aan te vragen
of te georuiken.
De heer Rink (U. L.) hebben voor
gesteld art. 47 als volgt te lezen:
Het tijdstip, waarop deze wet of de
tijdstippen waarop onderscheidenlijk de
bepalingen dezer wet zullen in werking
treden, worden door Ons vastgesteld.
De heeren Van Veen (C. H.) en
Scheur er (A. R.) hebben nader het
volgende artikel 44bis voorgesteld:
„Gedurende vijf jaren na het in wer
king treden van deze wet blijft in ge
meenten en gedurende den tijd bi» al-
gemeenen maatregel van bestuur aan te
wijzen, het vangen van lijsters door (strik
ken niet lager gesteld dan één meter
boven den grond en het daarna dooden
dier vogels geoorloofd, doch op gron
den van derden niet dan met schriftelij
ke vergunning of in gezelschap van den
eigenaar of rechthebbende.
Het ten verkoop voorhanden hebben,
te koop aanbieden, verkoopen, afleveren
en vervoeren van lijsters is toegelaten
in de gemeenten en gedurende den tijd,
genoemd in den algemeenen maatregel
van bestuur, bedoeld in het vorige lid.
Zendingen van lijsters buiten de ge
meenten bedoeld in het eerste lid wor
den gedekt door ,eene Verklaring af te ge
ven door den burgemeester van de woon
plaats der verzenders.
Spoorweg aanleg.
Bij wetsontwerp stelt de regeering
voor, een renteloos voorschot ten be
drage van een derde der kosten tot een
maximum van f 255,000 uit 's rijks kas
toe te staan voor eenleg en exploitatie
van een spoorweg van Suameer naar
Leeuwarden.
Ingediend is voorts een wetsontwerp
tot toekenning van een renteloos voor
schot uit 's Rijles schatkist ten behoeve
van den aanleg en het in exploitatie
brengen van spoorweg!ijnen van Maas
tricht naar Vaals en van Gulpen naar
het station Wijlré—Gulpen van den
Staatsspoorweg MaastrichtAken.
De voor de exploitatie der lijnen be-
noodigde electrische stroom zal vermoe
delijk worden betrokken uit de Centrale
der Staatsmijnen.
De aanlegkpsten van de ontwerpen
lijnen zijn geraamd op f 1.200,000.
Waar liet totale bedrag der bijdragen
van provincie en gemeenten een contan
te waarde vertegenwoordigt van onge
veer f275,000, heeft de minister van wa
terstaat geen bezwaar genaakt om, met
afwijking van den bestaanden regel, ook
met het oog op het groote rijksbelang
bij deze zaak betrokken, het Rijksvoor
schot te stellen iojf een maximum van
f325.000.
Het klonk wat schelmsch, doch werd
tamelijk onzeker gezegd.
„Wie is het dan? Toe, zeg op, Marie",
stotterde hij beduusd.
„Haha, Betje Hölteriing. Die is veer
tig jaar en wil een man hebben!"
Nu wist hij er alles van. O, Hendrik;
o, domoor. En wil jij nou een man zijn,
die de wereld heeft gezien Een
schaapskop ben je'. Hij peinst een oogèn-
blik. Hoe onhandig heeft hij deze zaak
aangepakt! Hij hervatte evenwel moed
en zeide
„Marie, ik wil zulk 'n meisje niet.
Geloof mij gerust. Wil jij zoo lang
wachten totdat ik terugkom?"
De vroolijke stemming is opeens ver
dwenen en een onzeker gevoel maakt
zich van haar meester. Maar niet lang.
Zij vraagt niet, hoe Hendrik tot zoo
iets gekomen iszij verwacht geen huwe
lijksbelofte, maar zegt vlug' en hartelijk
„Ja, Hendrik, ik wil op jou wachten!"
Hoezee. Hendrik pakt haar beet, drukt
haar aan zijn borst en kust haar op den
mond. Dan lacht hij overgelukkig.
De regen had eindelijk opgehouden
te vallen; het weer was opgeknapt. Op
'n goeden morgen zei Job Weikamp tot
ziju oudsten Zoon;
ingezonden Mededeelingen.
leder, die een proef
neemt met
zal tevreden zijn en
moeten erkennen dat
deze cacao is
Suikerconventie.
Er is een wetsontwerp ingediend tot
goedkeuring van het op 17 Maart 1912
£e Brussel, ook namens Nederland, ge-
teekende Protocol, met bijbehoorende
Verklaringen, betreffende de verlenging
van de Internationale Unie, ingesteld
door de Suikerconventie van 5 Maart
1902.
Blijkens de Memorie van Toelichting
zijn als gevolg van de buitengewone
droogte in den zomer van 1911 en de
daarmee samengaande geringe productie
van beet wortelsuiker in West-Europa de
suikerprijzen op de wereldmarkt abnor
maal hoog gestegen, terwijl in Rusland
een overvloedige oogst overproductie ten
gevolge heeft gehad. Deze mogendheid,
welker suikeruitvoer door de bepalingen
van het Protocol van 19 Dec. 1907 tot
200.000 ton per jaar is beperkt, heeft
zich tot de bij de Suikerconventie aan
gesloten Mogendheden gewend om voor
de suikercampagne 1911-1912 eene ver
hooging van haar uitvoer-contingent te
bekomen. Van Nederlandsche zijde be
stond tegen de inwilliging van dit ver
zoek geen bezwaar. Evenwel was de re-
geering van oordeel, dat tegenover do
genoemde concessie kon worden ver
langd, dat Rusland zich verbond na Sep
tember 1913 deel van de Suikerconven-
tie te blijven uitmaken.
In de zitting van de Permanente Com
missie in December j.l. gehouden ble
ken de bij de conventie aangesloten mo
gendheden van hetzelfde gevoelen te zijn
als Nederland. Over de hoeveelheid van
den meerderen uitvoer en over de voor
waarden, waaronder Rusland de conven
tie zou verlengen, bleken evenwel onder
handelingen tusschen Duitschland en
Rusland uoodig. Nadat vruchteloos was!
getracht in eene nieuwe zitting der Per
manente Commissie beide landen tot el
kaar te brengen, zetten deze de onder
handelingen langs diplcmatieken weg
voort en werd na verkregen overeen
stemming in eenemieuwe zitting der Per
manente Commissie van 15 tot 18 Maart
het Protocol vastgesteld waarvoor thans
de goedkeuring wordt gevraagd.
Deze zaak is bij* dc Staten-Cw.ieraal
spoedeischend aan de orde gesteld <.:i zal
voor April moeten zijn afgehandeld.
Overreden. De Rotterdamschq
tram heefi nabij Vierpolders een vrouw
overreden en gedood.
Doodgeslagen. Door den hevi-
gen wind raakten gistermorgen te Voor
burg de wieken van een watermolen los
^n troffen den eigenaar T. De ongeluk
kige was onmiddellijk dood.
Eenvoudig als de dag.
„Waarom heeft de giraffe zulk een lange
nek vroeg de ouderwijzer.
„Wel, omdat zijn hoofd zoover vau
zijn lijf afstaat! antwoordde Jantje
zonder een oogenblik van aarzeling.
„Wij zullen vandaag eens naar dc
heide gaan om hout te halen. Men weet
toch eigenlijk niet goed wat thuis te
doen en op het land is het te nat."
Zij maakten een omweg over den
Schoutenhof. Onderweg waren vader en
zoon in een druk gesprek gewikkeld.
„Ik heb mij dit voorgesteld", zei dc
oude Weikamp. „Er liggen nog duizend
talers onaangeroerd, en die heb ik voor
iou bestemd. Nu heb je dat geld op
't oogenblik niet noodig en ik zou er
Dirk dus mede kunnen helpen. Wat
denk je daarvan?"
Hendrik was natuurlijk geheel en al
met het plan ingenomen en zoodoende
gingen beiden naar den Schoutenhof.
Dirk Tweehuis keek verbaasd op, toen
Weikamp hem het aanbod deed. Hijging
er op in. Duizend talers was geen klei
nigheid, osfehoon nog niet voldoende om
de schulden te dekken. Wellicht schoot
Clemens hem het ontbrekende voor. Zija
broer had hem zulks uit eigen beweging
reeds aangeboden. Als Clemens hem
eveneens hielp, dan zat hij weer vast op
den hof en God zou hem verder helpens
Wanneer dan nog de lasteraar werd ge
straft, zou hij vrede hebben. Dat was zijn
eerste en laatste gedachte.
.(Wordt vervolgdj)