Liefde en Haat.
BUITENLAND.
3e Jaargang,
No. 740.
S)c Scicboke Soivtcmt
Bureau OUDE SINGEL, 54. LEIDEN.
latere. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHI|NT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaalbi] onze agenten 10 cent per week, t 1-30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Vrijdag
15
Maart
1912.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
KAMEROVERZICHT.
tweede kamer.
De Indische Comptabiliteitswet. De
Vogelwet. Tevreden en ontevreden
vogelbeschermers.
Gelukkig is de Kamer door de Indi
sche Comptabiliteitswet heengeworsteld
,cn heeft zij bij meerderheid van stemmen
in de wet de bepaling vastgelegd, dat
Indië rechtspersoonlijkheid bezit.
Na deze beslissing kon men aan een
iwat levendiger en vroolijker onderwerp
beginnen en nadat de Kamerleden zwaar
hadden gedelibereerd of Indië rechtsper
soon was of niet, begonnen zij te rede
twisten over de vraag, of het sjjsje onge
straft mag worden gevangen, of de lijster-
ivangst moet worden verboden, of de
reiger een schadelijke vogel is, of er
kievitseieren mogen worden geraapt, kor
tom, over allerlei onderwerpen, die ver
band hielden met het ontwerp, dat aan
,de orde was gesteld: de bescherming
ivan in het wild levende vogels.
Uit het artikel, dat wij in het nummer
van Dinsdag opnamen, kennen de lezers
de bedoeling van-het ontwerp-Vogelwet.
iDe heer Fleskens, die er de besprekingen
over inleidde, was tevreden, maar niet
voldaan. Aan een rationeele vogelbe
scherming stelde deze afgevaardigde drie
eischen. Vooreerst moet rekening worden
gehouden met de belangen van tuin-,
land- en boschbouw; vervolgens moet
ihet noodeloos m-oorden en uitroeien van
vogels worden voorkomen, en ten slotte
moet de wet practisch uitvoerbaar zijn.
rAan deze eischen het wetson twerp toet
send, juichte de heer Fleskens het toe,
dat de Minister het stelsel van algemeene
vogelbescherming had prijsgegeven, al
wordt tegenover de utiliteit nog te veel
'de ethica gesteld. Maar toch was de heer
Fleskens dankbaar en oordeelde hij, dat
'dit ontwerp, mits gewijzigd, veel tot be
houd van nuttige vogels zal bijdragen.
De afgevaardigde voor Nijmegen, jhr.
.van Nispen„tot Sevenaer, was minder uit
bundig in zijn lof en was niet erg te
spreken over de „zwarte lijst" van onbe
schermde vogels, waarvan hij hoopte, dat
de Minister een uiterst spaarzaam gebruik
zou maken. De controle wordt er niet
gemakkelijker op. Meer heil dan van de
.wettelijke bescherming verwachtte spr.
van het wegnemen der onbekendheid-om-
trent het nut der vogels en in dit verband
bracht hij hulde aan mannen als Thijsse
;en de Beaufort, die het publiek doen
inzien, dat vogels niet in de kooi hooren,
niet mogen dienen tot versiering van
'tafels en van'hoeden, maar dat zij be-
hooren in Gods vrije natuur.
Schoorvoetend zal ook tie heer van
'den Berch van Heemstede wel mede-
gaau, al vreest hij, dat velen in hun bedrijf
zullen worden geschaad, en was hij boos,
'dat met jagersbelangen geen rekening
was gehouden, evenals hij de landbouw
belangen niet voldoende verzorgd achtte.
Meer warme verdediging vond de rege
ling bij de heeren Lieftinck en Heems
kerk. Doch ook zij hadden „maartjes".
[Beiden waren het eens, dat het dooden
FEUILLETON.
ROMAN UIT WESTFALEN.
Tranen van aandoening biggelden over
"de gerimpelde wangen van den bejaarden
man. Het oordeel van "Hendrik stelde
hij minstens even hoog als de beslissing
van een jury uit bekwame vakmannen.
„Luister nu eens Hendrik, naar het
geen ik je zal zeggen. Het is jammer ge
noeg clat je drie jaren weg moet voor den
.militairen dienst. Maar daar is niets aan
;te veranderen en als onze Lieve Heer
mij een beetje helpt, houd ik het zoo lang
ïiog wel uit. Daarna ga ik stil leven en
!Kan Jij je op deze werkplaats verder be
kwamen. Het huis en liet werk zuilen
Voor jou zijn. Ben je daarmede tevreden
Hendrik zette groote oogen op. Of hij
tevreden was? Wel natuurlijk! Hij moest
[een ezel zijn, als hij zoo iets van de hand
■kWces. Kasper' had kind noch kraai, ter
wijl zijn zaak de beste was in den bree-
[den omtrek. Met zulk een zaak was er
wel iets te beginnen.
van lijsters zoo verkeerd niet is. Een 500
gezinnen verdienen er een f 30 extra mede
en dit fortuintje willen zij dien armen
lieden laten behouden. Tegen het eieren-
rapen was in hun oog zooveel niet in te
brengen als de Minister wel deed. Ook
de heer de Beaufort redeneerde in gelijken
trant. In Gaasterland is het vangen van
lijsters voor België en Frankrijk, waar
men er zeer op verlekkerd is, een brood
winning voor vele menschen. Waarom
dan de lijsters, die alleen doortrekkende
vogels zijn, gesteld boven de menschen?
Het dooden en het eten van vogels is
toch altijd geoorloofd geacht. De heer
de Beaufort zou zelfs de nachtegalen
willen dooden, als vast stond dat ze lek
ker smaakten.
Overigens neemt deze afgevaardigde
een afwijkend standpunt in; hij zelf be
schouwde zijn stem als een dissonant
in het koor der vogelbeschermers, om
dat hij verkeerd vindt, dat de wetgever
in de natuur ingrijpt.
De heer Hugenholtz staat niet onsym
pathiek tegenover dit ontwerp. Hij is het
eens, dat de lijstervangst uit moet zijn,
al zou hij kunnen meegaan met het
amendement-v. Veen-Scheurer, om een
overgangstijdperk in de wet neer te
leggen.
Het standpunt van den heer Teenstra
verbaast ons. Hij constateert, dat de
Minister erin geslaagd is tusschen de ver
schillende belangen heen te zetten dat
deze tegenstrijdige belangen heeft bij
eengebracht, en toch verwacht hij geen
heil en meent, dat de wet tot groote
anarchie zal leiden en onuitvoerbaar is.
De heer Tydeman was ten slotte ook
ontevreden. Hij kon met het aanvanke
lijke ontwerp best meegaan, want z. i.
moesten alle vogels worden beschermd.
De scheiding der vogels in nuttige en
schadelijke is onhoudbaar. Ze is weten
schappelijk onjuist, en kan practisch geen
rekening houden met tegenstrijdige be
langen. Zoo is bijv. de kraai nuttig voor
het zuiver houden van weiland, maar
haalt hij een kuiken weg, dan is hij
schadelijk. Een spreeuw is schade
lijk voor de ker.seboomen, maar overigens
zeer nuttig. De reiger doet schade aan de
vischvangst, maar is tevens een groote
insectenverdelger, en zelfs de gevreesde
lammergier doet nut door het verdelgen
van schadelijk gedierte.
Waar zooveel verschil van meening be
staat is de taak, die voor Minister Talma
is weggelegd, niet gemakkelijk. Z. Exc.
zal echter wel beslagen ten ijs komen.
Hij heeft voor heeter vuren gestaan.
Zal onze invoer achteruit
gaan
De invoerrechten zullen den invoer ver
minderen, beweren de antitariefmannen,
ep deuken daarmede een nieuw schrik
beeld voor de goe-gemeente gevonden te
hebben.
Valt het nu echter niet moeilijk zulk
een bewering maar los daarheen te wer
pen, minder gemakkelijk zou het den
heeren zijn dit waar te maken.
Immers in haar absoluutheid is zij
allerminst waar. We willen wel toegeven,
dat een zeer klein gedeelte van den in-
„Nu, dan is de zaak beklonken! En",
voegde hij er meer ernstig aan toe, „als
ik eens van hier scheidt, laat dit kruis
dan op mijn graf plaatsen."
Ginds lag het oude kerkpad, dat van
Sengen naar den Brink leidde. Elke struik
en elke boom was een oude bekende van
Hendrik uit zijn jongensjaren. Een gevoel
van kracht scheen uit den vaderlandschen
grond op te stijgen; kracht en een sterk
vertrouwen doortintelden zijn bloed. Een
gewaarwording van toekomstig geluk
kwam in hem opNog slechts drie
jaren en hij zou vrij zijn; hij zou zich
dan een onafhankelijke plaats in de maat
schappij hebben veroverd.
Op den hof van Clemens hield Hendrik
zich niet lang op. De boer was niet thuis
en zijn vrouw was en bleef voor hem een
vreemde. Bij het heengaan dwong Betje
hem evenwel stellig te beloven, dat hij in
dien even mogelijk, den daaropvolgenden
Zondag zou aanloopen.
Het volgende'bezoek gold den Schou
tenhof aan den Brink. Alhoewel men hem
vroeger eens te verstaan liad gegeven,
dat hij hier eigenlijk een vreemdeling
was, bekommerde, hij ziel; vandaag <ja.ar-
voer zal beperkt worden, en wel wat
betreft die zaken, die we zelf evengoed,
of beter, fabriceefen dan het buitenland.
Voor ons is echter die beperking geen
schade, maar, zooals we reeds meer op
merkten, winst. De groothandel, die nu
parasiteert op onze nijverheid, zal er een
paar veeren bij laten.
Voor het overige zullen we, wat we
zelf niet maken, niet in minder hoeveel
heid dan we noodjg hebben betrekken.
Het meest waarschijnlijk echter, een blik
op andere landen leert het ons, zal bij
de grootere rijkdom door de hoogere
energie-ontwikkeling onzer nijverheid,
onze beurs wat verder opengaan dan
nu, zoodat de vraag naar en daardoor
de invoer van verschillende artikelen
grooter wordt.
Twee spotprenten,
In een Duitsch spotblad zagen we
twee spotprenten, welke zóó scherp-ty-
pisch de verhouding tusschen Duitsch-
iand en Frankrijk kenschetsen, dat ze
even in woorden worden nageschetst.
De eerste stelde voor Frankrijk als
candidaat-kampioeii van de lucht, naar
aanleiding natuurlijk van zijn grootsche
luchtvlootplannen. Men ziet vliegen de
„Gallische haan", een snel draaiende
schroef voor de borst, twee groote vleu
gels gebonden aan den nek. Tot ver
boven den Eiffeltoren vliegt het zwaar
beladen dier, op den beganen grond met
zwaaienden hoed en wapperenden kuif
toegejuicht door Fallières. Maar bo
ven de haan zweeft met groot gemak
de Duitsche adelaar en 't is grappig
om te zien, hoe verm©ei4-smadh4end de
magere Fransche vlieger naar zijn zoo
veel steviger collega opziet.
De tweede plaat heeft ook betrekking
op de luchtsport.
Een Fransch krijgsman, met verweer
de trekken en een verweerd uniform,
staat op te scheppen tegen den Duit-
schen Michel, die hem met den pijp in
den mond kalmpjes aanhoord. Aldus 't
gesprek
De FranSchman: „We zullen weldra
ons vijfde wapen hebben, Michel".
Michel„Zoo. En mijn vrouw zal wel
dra haar zesden zoon hebben".
Meer zeggen ze niet. Maar is 't niet
genoeg? De onzedelijkheid ondermijnt
Frankrijk en met geen luchtvloot, hoe
groot ook, kan het den kerngezonden
Duitschen staat overvleugelen.
algemeen overzicht.
Een telegram meldde ons gister reeds
in het kort iets van den
aanslag op den koning van Italië
waarover de couranten nu nog de vol
gende bijzonderheden geven. De koning
reerd in een gesloten wagen die omringd
was door kurassiers, onder bevel van
majoor Lang, die ter rechterzijde van
het rijtuig reed. In den tweeden wagen
zat de Koningin-Moeder, de straten wa
ren vrjj leeg. Op de Vila Lata, bij de
kerk Santa Maria, knalden toen plotse-
over niet. De verhoudingen waren sinds
dien buitengewoon gewijzigd, een doch
ter van den Schoutenhof was zijn pleeg
moeder geworden, en hij behoorde dus
tot de verwanten, 't Was eigenlijk nog
aardiger toegegaan; hij, die vroeger uit
goedgunstigheid en medelijden op den
hof was opgenomen, telde thans d
grootste boeren uit den omtrek tot zijn
familieleden. Dat had hij ook niet durven
droomen.
De Schoutenhof was van aanzien ver
anderd. Geveld waren de trotsche eiken,
eens de pronkjuweelen der boerderij. Ont
nuchterd keek Hendrik naar de kale plek
ken; ze zagen er uit gelijk een vogel,
wiens slagpennen waren uitgetrokken.
Hoe had Dirk zulks kunnen doen! 't
Moest er wel slim met hem voorstaan.
In de groote boerenwoning was de toe
stand ook niet meer zooals vroeger. De
stal scheen veel te groot te zijn en de
veestapel was ingekrompen. Dirk kwam
met een landwagen aanrijden. Heereme-
tijd, wat heeft Dirk oude knollen voor
zijn wagen, dacht [Hendrik; 'tis een be
droevend gezicht
De boer kwam met een verdrietig ge
zicht naar hem toe. Zware zorgen hadden
zijn gelaat gerimpeld; zijn houding ver
ried geinig aan wilskracht en zijn lichaam
ling twee schoten. De koning, die niet
getroffen was, bleef kalm. Hij stelde de
koningin gerust, die verbleekte en zich
aan hem vastklemde. De aanvaller nu
schoot nog éénmaal en trof daarbij ma
joor Lang. De kogel stuitte op diens
helm af; drong vervolgens in zijn hals,
doch zonder de beenderen te raken. Lang
viel van zijn paard, kreeg een hersen
schudding en liep nog eenige kwetsuren
op. Kurassiers en politieagenten op fiet
sen grepen onmiddellijk den dader, maar
het volk had hem reeds te pakken en had
hem bijna gelyncht.
De koning reed door naar het Pantheon
en woonde er de H. Mis bij. Intusschen
was het gerucht van den aanslag door de
stad gegaan. Vlaggen werden uitgesto
ken en een groote menigte wachtte het
koninklijke paar bij den uitgang op en
juichte hen onderweg hartelijk toe.
Het enthousiaste volk
liep voor het paleis te samen. Als dol
len klapten de menschen in de handen.
Aldoor stroomde de menigte aan. Toen
kwamen de koning en de koningin, op
het balkon en werden daar sterk toege
juicht. Beiden lachten tot de menigte en
bogen, zij bleven 5 minuten op het bal
kon. Maar de menigte kwam niet tot
rust. Telkens en telkens moesten de ko
ning en de koningin terugkeeren. Het
volk was dol van vreugde.
Vervolgens ging de koning naar het
ziekenhuis, om majoor Lang te bezoe
ken. De dokters raadden het hem echter
af, doch verzekerden overigens, dat er
geen gevaar bij zijn toestand was.
De dader, Dalba geheeten, verklaarde
bij 't verhoor, dat hij den aanslag ge
pleegd had, om de - slachtoffers van den
oorlog te wreken en dat hij den koning
voor den ongelukkigen oorlog verant
woordelijk stelde. 'Hij had 'n fiets bij zich
gehad en stond op den loer achter de zui
lenrij van het Salavati-paleis, op denhoek
van het corso. Bij de uitvoering van den
aanslag had hij op het trottoir gestaan
en de schoten slechts op eenige schre
den afstand van het rijtuig van den ko
ning gelost. Een tweede individu, dat
eveneens een rijwiel bij zich had, stond
op het oogenblik van den aanslag in de
onmiddellijke nabijheid.
De paarden van het koninklijke rijtuig
werden schichtig, toen het eerste schot
gevallen was. Het tweede schot zou den
koning getroffen hebben, als majoor
Lang niet voor hem gestaan had.
In Kamer en Senaat
werd besloten het koninklijk paar en
corps te gaan geluk wenschen. In op
tocht gingen de afgevaardigden en mi
nisteries naar het Quirinaal. Ook de se
natoren volgden. De voorzitters van Ka
mer en Senaat brachten de gelukvven-
schen over. De koning en de koningin,
waren in 't geheel niet onder den in
druk van den aanslag. Ongeveer 300 af
gevaardigden waren bij de ontvangst
aanwezig, waaronder ook verschillende
socialisten. Zij voelden zich blijkbaar toch
nog vaderlanders, dachten aan geen oor
log in Tripolis. Toch staaf deze allerminst
stil, al wordt hij slechts gevoerd met
de luchtschepen
De bestuurbare ballons der Italianen
was kromgebogen, gelijk bij menschen,
die een zwaren last hebben te torsen.
Bij het zien van Hendrik gleed een lach
over het te vroeg verouderd gelaat. ,Wat
was deze man in weinige jaren ver
anderd
Jeanne kwam hoestend uit de keuken.
Zijl Ito ad in den tuin van het zonnetje ge
noten, waardoor roode vlekken zich
scherp op het bleeke gezicht afteekenden.
Haar handen waren erg warm.
Zij zette direct koffie en bood den gast
wittebrood en boter aan. Hendrik moest
van zijn wedervaren vertellen, maar dit
maal viel het hem moeilijk. Hij had het
pijnlijke gevoel, alsof de engel des doods
om deze vrouw zweefde en alsof kerk
hofrozen op Jeanne's uitgeteerd gezicht
bloeiden.
Kort voor het afscheid kwam Cathrien
binnen. Hendrik verwonderde zich er
over, dat deze meid het op den hof zoo
lang uithield. De boerderij vestigde den
indruk niet, dat er een opgewekt leven
heerschte; integendeel, alles verried harde
zorgen, die een gullen hartelijken lach
onderdrukten.
Arme Dirk, dacht Hendrik bij het ver
laten van den Schoutenhof het leven
heetf jou niet geschonken, wat het je
aanlokkelijk scheen te beloven. Het gelijk
zijn er nu weer op uit geweest, om eenS
te zien, wat de Turken in hun sdhildi
voeren bij Zanzoer. Bij deze verkenning)
hebben de ludhtvaarders groote kudde:
paarden en schapen in de nabijheid van,
het vijandelijke legerkamp bespeurd. De
ballons werden beschoten, doch vruch
teloos, daar zij meer dan 1000 meter
hoog zweefden. Op eene afdeeling troe
pen hebben de Italianen uit hun lucht
schepen 28 bommen laten vallen, elk met
een kilogram ontplofbare stoffen gela
den. Een onbeschrijfelijke paniek is het
gevolg geweest in het geheele kamp.
Ook een karavaan met 50 tot 60 kamee-
len, die naar Azizia trok, kreeg 2 bom
men, waarna de verkenningstocht waS
geëindigd.
De oorlog in de lucht is geen moei
lijk werk voor de Italianen, die in del
hooge regionen geen tegenstander te
duchten hebben, terwijl al wat beneden
hen ligt, weerloos is. Waarom voeren
zij den krijg niet uitsluitend per lucht
ballon, bommen strooiend over menschen;
en kemels. Misschien vraagt deze taktiek!
in het groot toegepast, wat veel geld,
maar dapperheid, ouderwetsche solda
tendeugd, vraagt ze zeker niet.
Over de staking
en hare spoedige bijlegging laten de
Londensclie bladen zich weer in minder
hoopvollen zin uit De zekerste grond
slag voor een later vergelijk ziet men
nog in plaatselijke overeenkomsten tus
schen ondernemers en mijnwerkers inde
districten. De onderhandelingen te Lon
den hebben echter nog steeds geen re
sultaat.
De „Pal! Mall Gazette" stelt dienaan
gaande een toenemeiiden wrevel onder
het volk vast. Er worden reusachtige
verliezen geleden en er zijn reeds twee
millioen werkloozen. Iedereen blijft zeg
gen, dat de stand van zaken duldeloos
is geworden. De rqgeering moet in arren
moede een gedwongen arbitrage voor
stellen.
De verliezen aan bruto-ontvangsten,
welke de spoorwegmaatschappijen door
de beperking van het verkeer sedert het
begin van de staking geleden hebben,
worden op een half millioen pond ge
schat. Deze som overtreft de verliezen
van de maatschappijen gedurende de
spoorwegstaking van den laatsten zo-
mer.
Te St. Helens in Lancashire is het
tusschen mijnwerkers en de politie tot
een botsing gekomen, waarbij 3 politie
agenten gewond zijn.
In Duitschland
heeft men, zooals een telegram ons deed
zien, met 'den sterken arm ingegrepen
ter handhaving der orde. Die militaire
macht schijnt dan ook wel noodig te zijn,
want voortdurend hoort men van bot
singen, waarbij gewonden vallen. In den
Rijksdag is de zaak gisteren weer ter
sprake geweest, waardoor de vergadering
een nogal stormachtig ver!- - l id, vooral
toen de regeeringspersonci, _r van spra
ken, dat de socialisten de staking uitge
lokt hadden en dat zij door terrorisme
anderen tot staken dwongen. Heden'
worden de debatten voortgezet en men
verwacht ook dan stormachtige tooneelen.
bleef je onthouden. Een zieke vrouw,
geen kinderen! Je bent armer op je
eigen hof dan de daggelder in zijn nede
rige hut.
Daar hij evenwel ondanks zijn mede
lijden aan den stand van zaken niets kon
veranderen, poogde hij deze sombere ge
dachten van zich af te zetten. Een armoe
dige herberg lag aan flen we°f en Hen
drik trad er'binnen. De bewoners waren
niet tihuis en een vreemd meisje be
diende hem. Zij bracht vlug de gevraagde
brandewijn en verwijderde zich dan even
spoedig.
Hendrik nam aan het venster plaats,
waarvan een der ramen was opgescho
ven. Hij nam een pijp uit den zak en
stopte ze. Thans eerst bemerkte hij, dat
er voor het huis nog andere gasten
zaten, die hij niet had gezien, omdat hij
langs den achterkant was binnengeko
men. Hij boog zich een beetje voorover,
omdat appelbooinen hem het uitzicht be
lemmerden. In een klein priëeltje zaten
twee mannen, die lustig met elkander
dronken. Een van hen herkende Hendrik;
'twas Karei Plemping. Zij bespraken
tamelijk ondiscreet iets, wat Dirk Twee-
huis aanging.
iVZöfdt .VÊCVPtedJ