27 Het Ontwerp-Armeawet. BUITENLAND. Jaargang. No. 725 3)e £cicbcJre 6ou/ta/nt Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. gn BLAD VERSCHIINT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering fn Tiet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, jf 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2l/t cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Dinsdag Februari 1912. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijkekorting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. - iLXe twee belangrijkste wijzigingen en jtesrens verbeteringen, die het wetsont- kw.erp brengt, zijn de instelling van het I (register van inlichtingen en van den ar- tti'üiraad. Lenige jaren geleden is' in ons blad ilooi een bij uitstek bevoegd schrijver (op de noodzakelijkheid van saamwerking fptsschcn de verschillende instellingen van liefdadigheid gewezen. Het gemis [|aan saamwerking wordt door de armbe sturen in de steden vooral gevoeld, al [schijnt het moeilijk een goede basis voor ^overeenstemming te vinden. Het aanhan- [jgtge wetsontwerp zal dc saamwerking bevorderen en wel allereerst door het re gister van inlichtingen, dat bedoelt gege- jjveus te verzamelen omtrent de armen, Üie door kerkelijke of particuliere in stellingen worden ondersteund, tenein;- jlete voorkomen ,dat deze door onxvaar- ."{lige lieden worden misleid en opgelicht. Pensent een instelling van liefdadig- i field, waaraan door een arme ondersteu- mng is verzocht, inlichtingen, zoo wendt .jzij zicli tot de» an-renni-sd tien he- Sieerder van het register. Deze klopt op izijii beurt weer aari bij die armbesturen van welke redelijkerwijze vermoed kan dar de arme hun om steuii heeft gevraagd. Op dit verzoek om inlichtingen (moei binnen een week worden geant woord. 't Spreekt van zelf, dat het aanvra gende bestuur de verkregen inlichtingen worden medegedeeld. iMen zal zich afvragenwaarom deze lomslachtige wijze van handelen? Een 'armbestuur kan zich tot andere liefdadig heidsinstellingen wenden en aldus zelf :de noodige inlichtingen inwinnen, terwijl, Sudien men persé een register wenscht, 'i eenvoudiger zou wezen ineens alle on dersteunde armen daarin óp te nemen. Het een zoowel als het andere is niet vrenschel ijk. "Worden de inlichtingen rechtstreeks verstrekt, dan zou de armenraad of de beheerder van het register er niets van vernemen, terwijl het toch gewenscht is, (dat men er kennis van draagt. Bovendien merkt het verslag terecht op, zal het aan de instellingen veel moeite besparen, indien zij niet telkens worden lastig ge vallen met verzoeken omtrent dezeltde personen. Deze inlichtingen berusten eenmaal in het register en kunnen voor Ouderen dienen. Dat dit register evenwel de namen van (alle, door kerkelijke of liefdadige in- tymstellingen ondersteunde personen moet bevatten, is overbodig. Een armbestuur behoeft niet zonder noodzaak het geheim !der hulpbehoevendheid van een armlas- (tige op te heffen en vindt hiervoor ,eerst dan pas reden als de arme zelf zijn nooddruftigheid openbaart door behalve bij het eene, ook bij een ander armbe stuur aan te kloppen. De oplossing, die het ontwerp-Hecins- jkerk ten opzichte van het register brengt verdient dc voorkeur boven die van mr. jGoeman Borgesius. De kerkelijke en bij zondere armbesturen worden niet ver- jpiicht aan de registers mede te werken, Igelijk mr. Goeman Borgesius wilde voor schrijven; deze verplichting bestaat alleen voor de burgerlijke instellingen. Dwang jöp particuliere instellingen is dus buiten gesloten. Doch ook het register der z.g. schamele armen" blijft achterwege, zoo- tiat de hun verleende onderstand aan ifiitrnand anders als aan hun eigen arm bestuur bekend is, zoolang zij zich niet bij anderen om steun aanmelden. In het register worden opgenomen de (naam, woonplaats, geboortedatum, ker- |!kelijke gezindte en het beroep, alsmede bet bedrag der ondersteuning. Van de ilpersonen, wien ondersteuning is gewei gerd, wordt woonplaats, naam en leeftijd vermeld. (Wij juichen toe, dat de Minister ge weigerd heeft in de registers op te ne- Imen, dat ondersteuning is geweigerd •wegens door den arme gedane bedrie- gelijke opgaven. De redenen van wei gering hangen van het subjectief in zicht van den armbezoeker af en de kans (bestaat dat een arme onbillijk en onrecht vaardig in een minder gunstig daglicht wordt gesteld. Even verkeerd zou het zijn in de registers bepalingen op te nemen omtrent het gedrag en de leefwijze van armen; ja de vraag kan zelfs rijzen, of men niet te ver gaat door het bedrag der ondersteuning ,in de registers op te ne men. De vereen, voor Armbesturen te Amsterdam, die eenige jaren geleden een Centraal register oprichtte, verlangt even min opgave van het bedrag der onder steuning. Overigens blijkt uit deze op richting we Ij dat de armbesturen heil Van zoo'n register verwachten. De instelling van armenraden noem den wij de tweede ingrijpende wijziging en zij werd in de afdeelingen der Kamer vrij algemeen als een der belangrijkste onderdeden van de voorgestelde herzie ning beschouwd. meer nvg aan net register zal de ar menraad de saamwerking tusscheu de verschillende instellingen van liefdadig heid in de hand werken. Wij onderschrij ven ten volle, wat het verslag der Com missie dienaangaande zegt. Het schijnt, lezen wij, niet voor te genspraak vatbaar, dat door den arbeid der armenraden de werkzaamheid van elke instelling van weldadigheid, naar haar eigen aard en roeping, kan wor den bevorderd en vergemakkelijkt. De armenraden kunnen bij het verleeneft van goede hulp aan de armen enbij de be~ strijding der van Gé grootste beteèkenis worden, mits het gelukt die lichamen te maken tot krachtige instituten sterk door het vertrouwen dat zij wekken en gewaardeerd wegens de juiste keuze en de goede bewerking van hun arbeids veld. Om dit doel, dat de weigever zich denkt,. te bereiken, zal de medewerking van de kerkelijke en bijzondere armbe sturen noodig zijn. Doch die medewer king moet geen gedwongen fraaiigheid zijn, maar een uit vrije beweging gestel de daad. Het slagen van het instituut moet daardoor worden verzekerd, dat el ke instelling in den armenraad en in zijn bureau een steun en een hulp vindt voor haar eigen arbeid. Elke gedachte aan dwang moet worden vermedende toe treding blijft geheel aan het vrije inzicht van de belanghebbende besturen over. Uit dit alles blijkt dus wel, dat de armenraad een gewichtig lichaam zal we zen, welke groote beteekenis zal hebben op de verdere ontwikkeling van ons arm wezen. Wat wel haar taak zal zijn Art. 50 van het wetsontwerp om schrijft ze in een 7-tal alinea's. De armenraad zal een onderzoek heb ben in tc stellen naar de omstandighe den der persouen die zich als hulpbe hoevend tot zijn bureau hebben gewend of die, blijkens mededeeling van inge zetenen of instellingen, zich om hulp hebben aangemeld. Deze gegjvens verza melt hij in eeii register, alsmede alle andere stukken, die hem omtrent de ar menverzorging geworden. De raad moet zich voorts op de hoogte stellen en houden aan het armwezen in haar ressort en moet van advies die nen zoowel op verzoek als eigener be weging. Over gemeenschappelijke be langen en maatregelen tot bevordering van goede armenverzorging zal geza- melijk beraadslaagd worden, waarbij in 't bijzonder gelet moet worden op liet steunen en bevorderen der samenwer king. Alle inlichtingen worden gratis door hem verstrekt. Wil de raad deze belangrijke taak naar behooren te vervullen, dan behoort hij het vertrouwen te bezitten van alle in stellingen van liefdadigheid. Aan zijn sa menstelling dient dus bijzondere aan dacht geschonken en een uitgebreide ge- dachtenwisseling over dit punt bleef dientengevolge in de afdeelingen der Ka mer en in de Commissie .van Voorbe- reiditr niet achterwege. De eerste vraag, die gesteld werd, was, wie tot het lidmaatschap van den armenraad kon toetreden? De raad wordt bij Koninklijk besluit opgericht als sommige liefdadigheids instellingen een daartoe strekkend ver zoek hebben gedaan. De burgerlijke en de gemengde armbesturen zjijn verplicht er deel van uit te makende kerkelijke en bijzondere instellingen worden ge lijk wij zooeven zeiden, lid als 't hun goeddunkt. Moet men nu vertegenwoordigers van gestichten eveneens toelaten Sommige Kamerleden wilden deze vraag bevesti gend beantwoorden, doch de Minister bestreed dit denkbeeld vooral omdat de raad een te grooten omvang zou krijgen en omdat de behoefte aan een armenraad zich voornamelijk bij de armenverzorging buiten gestichten deed gelden. Laatstbedoelde besturen alleen kunnen toetreden. Dit vooropstellende, stond men weer voor de moeilijkheid hoe de invloed vast te stellen, dien elk armbestuur Sn den raad had. Groote lichamen kon men niet even weinig bevoegdheid geven als de kleine en wederkeerig kon men de kleine niet eiken invloed ontzeggen. De oplossing is tamelijk omslachtig, maar zij komt hierop neer, dat elke in stelling één lid tot den armenraad af vaardigt, terwijl grootere bevoegd zul len zijn, naarmate .iet aan bedeeling uit gegeven geld, zich door meerdere leden te doen vertegenwoordigen. Stappen wij hiermede van de armen raden af en houden wij ons nog even bezig met het van staatswege subsidiee ren van kerkelijke jen bijzondere instel lingen van liefdadigheid. Het toekennen van subsidies uit de staatskas is een gevoelig punt voor de linkerzijde. Men is daar erg bevreesd, dat als de staat een kleine som uit de scüatkist zou nemen, ten ..cisds uè parti culier néfaaaigheid te bevorderen, het geld verkeerd wordt besteed, omdat de waarborgen en controle ontbreken, tr waren dan ook leden, die van een penning subsidie absoluut niets wilden weten. ,14 ad d f artïculiere liefdadigheid geen geld, de burgerlijke armbesturen, die uit de over heidskas putten, zouden wel voor de res- teerende armen zorgen. Van dit verwaten liberale standpunt (of waren hier socialisten aan 't woord?) bezien wij de subsidieerings-quaestie niet. Wel spijt ons deze miskenning van het goede, dat in de kerkelijke liefdadigheid schuijt, qiaar wij zijn aan achteruitstel- ling zoo zoetjesaan gewend. Subsidieering heeft zijn voor- en na- deelen. Voorop staat, dat de overheid volkomen recht heeft de bijzondere in stellingen door financieele hulp te be vorderen. Principieel is hiertegen niets in te brengen en practisch heeft het zijn voordeelen. Kerkelijke en bijzondere instellingen kunnen over goede krachten beschikken, doch ze wegens gemis aan fondsen niet benutten. Concentratie van armenzorg brengt mede, dat de armen minder lastig gevallen worden door armbezoekers, en zij geeft besparing in de gemeentekas door vermindering van administratiekos ten en van salarissen der armbezoekers. Waarom zou de overheid de instellingen van liefdadigheid niet steunen, die haar jaarlijks veel kosten uitwinnen? De meerderheid der commissie vond deze voordeelen evenwel niet gewichtig genoeg om er naar te handelen. De vrij willigheid der liefdadigheid moet het no bele kenmerk blijven en de vrijheid, dezen arbeid naar eigen goeddunken in te richten, behoort niet te worden aangetast Bij het aanvaarden van subsidie uit de overheidskas worden deze beginselen prijs gegeven, want het verleenen van subsidie eischt natuurlijk het opleggen van zekere voorwaarden of verplichtingen. Slechts in zeer bijzondere gevallen be hoorde subsidie te worden verleend. Minister Heemskerk deelde de mee ning van de commissie en drukte in art. 14 uit, dat de subsidie slechts bij uit zondering zou worden toegekend. Hij verklaarde, dat hij vermindering en be ëindiging der subsidieering aan de kerke lijke en bijzondere instellingen zeer ge wenscht vond. Het standpunt van den Minister is het onze niet Wij zien niet in, dat de over heid zoo uiterst gereserveerd moet op treden en vreezen niet den belemmeren den invloed, die de commissie verwacht. Wanneer de overheid zegt dr. Raay- makers, en wij halen het met instemming aan een bepaald bedrag zou mogen aanwenden om zelf te doen wat een lief dadige instelling doet, dan mag zij ook dat bedrag gebruiken om die instelling en haaf werkzaamheid te steunen, indien haar blijkt, dat de instelling evenveel voordeel afwerpt voor de maatschappij als de overheid zelf met dat bedrag zou kunnen bereiken. Indien dit gebleken is, is het subsidie gerechtvaardigd en dan mag ook de overheid zich uit hoofde van het subidie niet het recht aanmatigen om z,ich in de aangelegenheden dier in stelling te gaan mengen en allerlei voor waarden te gaan stellen. Bij het vele goede, dat dè nieuwe wet ons zal brengen, achten wij dit het zwakke punt. 't Kind van de rekening. De. tariefbestrijders willen het graag doen voorkomen alsof daarbij de ver bruiker het loodje zou moeten leggen. Natuurlijk is dit geheel anders bij vrijhan del. Men oordeele naar de feiten. In Duitschland heeft de Bondsraad het invoerrecht op aardappels, met het oog op de abnormaal hooge prijzen, eenigen tijd buiten werking gesteld. Nu zou Duitschland, tenminste gedeelte lijk, de overvloedige voordeelen van het vrijhandelssysteem kunnen genieten. Vrij handel beteekent tochvul in wat gij wilt aan mooie namen maar vooral goedkoopte. Deze goedkoopte heeft zich aldus geopenbaard. De Hollandsche Eigenheimers, aldus de „Köln. Zeitg" kostten vóór het be sluit van den Bondsraad f 2.87H tot f 2.90 per centenaar. Sedert het besluit moest men f 3.20 tot f 3.40 betalen. Zoodat men zo» concludeeren uar Vrijhandel beteekent: de verbruiker 't kind van de rekening. ALGEMEEN OVERZICHT. De Italiaansch-Turksche oorlog Iheeft weer danig om de belangstelling der we reld gevraagd door de beschieting van Beiroet en natuurlijk wordt een groot deel der buitenl. pers daardoor in beslag genomen. Vrijwel alle bladen zijn het erover eens, dat de beschieting een zeer ernstige ge beurtenis is, die wel eens internationale verwikkelingen zou kunnen veroorzaken. Zoo schrijft de „Berl. Morgenpost", dat het bombardement in tegenspraak is met de nog onlangs door de Italiaan- sche regeering gegeven verzekering, dat zij alles zou vermijden, wat tot verwik kelingen in Europa aanleiding zou kun nen geven. De beschieting heeft plaats gehad zonder dat de vreemde schepen in de haven daarvan van te voren in kennis waren gesteld, zooals het vol kerenrecht eischt. Het incident kan van de mogendheden, die bij den handel op Beiroet belang hebben, krachtige pro testen doen verwachten. De Fransche bladen vreezen ook voor de gevolgen van de beschieting van Bei- roer, waar de Europeesche mogendhe den, en in het bijzonder Frankrijk, groo te belangen hebben. Verschillende bla den manen het bevriende Italië tot de grootste voorzichtigheid aan. Andere la ken scherp het optreden van Italië, dat, voor zoover Tripolis betreft, niets zal uitwerken, maar wel de Fransche belan gen ernstig schaadt. Ook spreken de bladen de vrees uit, dat een tegen de christenen gerichte opwinding treurige tooiieelen in Turkije zal uitlokken. urp üc gc-voigen die het bombardement van Beiroet voor de christenen zou heb ben door een ontketenen van 't steeds dreigende muzelmansche fanatisme, wijst vooral de femps. Het is trouwens toch een ongeil' ckige kant van dezen oorlog, zegt het b ad, dat alle slagen die Italië aan een belangrijk Turkscii centrum zal willen toebrengen, de belangen van Europeanen op zijn minst evenzeer zul len schaden als die van Turkije. De Temps be oogt ten slot e de noodza kelijkheid, dat de beide oorlogvoerende partijen w it meer het oor leenen aan den raad om vrede te sluiten, dien alle mogendheden, voor welke dezelfde ge varen dreigen, natuurlijk gehoopt wor den te geven. 1 et recht van Italië in deze wordt echter wel in twijfel ge trokken. Zoo verwijst de Figaro hier omtrent naar een tractaatsai^ikel, ter Tweede Vredesconferentie ontworpen, volgende op liet artikel, dat verbiedt om onverdedigde havens, steden of nederzet tingen te beschieten. Immers een zeer belangrijke beperkende bepaling komt onmiddellijk na dit algemeen verbod. En als bijzonderheid mag worden medege deeld, dat die beperking voorgesteld is door de Franscjie gedelegeerden. Zij lyidt aldus: „In dit yerbod zijn /liet be grepen militaire gebouwen, inrichtingen, arsenalen, enz., noch oorlogsschepen in de haven liggende, welke de bevelheb ber eener scheepsmacht na een waar schuwing en na een redelijk tijdsverloop zal mogen vernielen met geschut, indien andere middelen niet mogelijk zjjn. In dien een bijzondere oorlogsnoodzakelijk heid, welke onmiddellijk handelen ver- eischt, niet toelaat eenigen termijn iri acht te nemen, zal de gezagvoerder alle maatregelen treffen, welke hij geschikt acht en waardoor zoo min mogelijk scha de voor de stad zal ontstaan. En aan het eind van dit artikel is nog te lezen, dat de gezagvoerder niet verantwoordelijk is voor schade, die on willekeurig wordt toegebracht, bij de be schieting. De tekst van deze bepalin gen laat dus geen twijfel over aan de bevoegdheid der Italiaansche oorlogs vloot, om in de haven van Beiroet Turk- sche oorlogsschepen onder vuur te ne men na waarschuwing. De aangehaal de regelen van oorlogsrecht, welke ter Vredesconferentie met 24 tegen 1 stem en 10 onthoudingen werden aanvaard, zijn duidelijk genoeg om Italië TCCnrr^ vaardigen iu jongste vlootbedrijf. Met dit al zijn allen het erover eens? dat het optreden van Italië in de Egei- sche zee slechts een vermeerdering van moeilijkheden meebrengt en gevaren doet ontstaan, waarvan geheel Europa de gevolgen zal ondervinden. Bovendien is het niet duidelijk wat Italië eigenlijk winnen zou, zoo het door dit optreden Turkije kon dwingen den vrede te tee kenen. Want de voornaamste taak van Italië: Tripolis te veroveren, blijft er even moeilijk door. £n daar gaat het dan ook om. Turkije schiet nu meteen ook uit zijn slof. Uit Konstantinopel wordt toch bericht dat de Turksche regeering aan de oorlogs vloot, gestationneerd in de Dardanellen bevel gegeven heeft zich gevechtsklaar te houden. Bij het verschijnen van de Italiaansche vloot moet zonder waar schuwing vuur gegeven worden. Voorts heeft de Porte, naar aan de „Lok. Anz." wordt gemeld, verklaard, dat zij na den aanval van de Italianen op Beiroet de Dardanellen met alle midde len beschermen moet. Zij wijst daarom alle verantwoordelijkheid van zich af voor schade, die het leggen van mijnen enz. den internationalen handel zou kunnen berokkenen. Volgens de laatste berichten uit de Engelsche mijnstreken duiden besluiten, op vergaderingen van mijnwerkers genomen, en gesprekken van voormannen der mijnwerkers en mijn eigenaars bijna alle op een staking. Men zegt, dat Asquith en Lloyd George heden op de vergadering van het' Mijn- werkersverbond van üroot-Brittanje zul len spreken. De „Daily News" heeft 're den te gelooven, dat de ministers, na hun beraadslaging met de mijneigenaars, ge wichtige concessies inzake het minimum loon zullen kunnen bekend maken. Men hoopt, dat dit de mijnwerkers zal be wegen, de aangekondigde staking te ver schuiven om tijd te geven voor onder handelingen over de onderdeelen van de nieuwe regeling. Asquith zoo meldt de „Daily News'^ verder deed een beroep op de vader landsliefde van aanzienlijke Welsche mijn eigenaars (wier hardnekkigheid inzake een minimumloon de grootste moei.' k- heid voor een schikking is), dat zij eTke beslissing zouden aannemen, waartoe de mijneigenaars in Engeland komen. Dat willigden zij ten slotte in. Niettemin worden er in alle garni zoensplaatsen voorbereidingen getroffen om troepen naar de mijnvelden te zenden. Intusschen is gisteren de staking be gonnen onder de mijnwerkers van Ches terfield (Derbyshire), die hun opzegbrie ven te vroeg hadden ingezonden, daar. de staking algemeen op 1 Maart begonnen zou worden. Er zijn geen ongeregeld heden voorgevallen en er worden er geen verwacht. Het Koninginnebloempje heeft, zooals men weet, in België een aardige cent opgebracht. De „Bien Public" deelt nu mede, dat koningin Elizabeth de som van 240.000 francs, die door de „bloemendames" Ln 1911 is bij elkaar gebracht, als volgt beeft verdeeld: le. voor het bouwen van een klein modelhospitaal te Leopoldville 100.000 frs.2e. voor dertig uitzetten voof missionarissen, jn .de hospitalen „werlc*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1