Kiezerslijst. Uit de Pers. De Liturgie. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 10 Febr. no. 711. Vail 1 tot en met 14 Februari gelegen heid tot aangifte voor de kiezerslijst Vóór 20 Februari kennisgeving aan de belastingschuldigen, die nog niet betaald hebben, door den Rijksontvanger. 4 Maart laatste betaaldag der belasting. 23 Maart ter visie ligging en verkrijg- haarstelling der voorloopige kiezerslijst en bijbehoorende lijsten. 23 Maart tot en met 15 April gelegen heid tot reclame. Tot 21 April: ter visieligging en ver- krijgbagrstelling der reclames. Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling 'der kiezerslijst. i\Vc zuilen dit lijstje nu en dan af drukken. Aanzien doet gedenken. Een lied per week. No. 39 uit „De Leeuwerk". Lied van den werkman. ^Voorden van Muziek van O. Krakelberg. Henri Thijssen. Ik ben eenvoudig arbeidsman, lis boog op rang noch geld. Geen adel voer ik in mijn schild, iBen toch op eer gesteld. |n deft'ge kringen hoor ik niet, Ik min deu burgerstand, ;11et beste deel der maatschappij', Oen steun van 't Vaderland, jjte» beste deel der maatschappij, Den steun van 't Vaderland. (Bekwame handen, sterk en rein, 'Zij zijn een goudmijn waard, Fen hart, dat God en menschen lieft, iVoor leed noch last vervaard, Een kloeke ziel in 't stalen lijf, Een wil verpand aan plicht: Ziedaar wat 's workman's adel is, iWot al zijn last verlicht Ziedaar wat 's werkman's. adel is, AVat al zijn last verlicht. 'Als 's avonds na volbrachte taak, ik ijlings huiswaarts spoed, Vacht mij een vrouw met blozend kroost, Die 's levens zuur verzoet. En leg ik 't moede hoofd ter rust, Tevreden kniel ik neer. En roep: „Ook Gij waart Werk mans- zoon, flleb innig dank, o Heer!" En roep: „Ook Gij waart .Wertmflf zoon, Heb innig dank, o Heer!" Do Invaliditeits- en Ouderdoms- v eraekering. In de Sociale Kroniek verklaarde idc. vrijzinnig-democraat mr. Tasman zich tegen de motie-Troels tra. Natuurlijk kreeg (Tasman heel wat te hooren van Het 3/olk. dat oogenblikkelijk geen mooiere Uitvinding kent dan de motie-Troelstra. Mr. Tasman geeft nu het volgende 'antwoord: „Hoofdzaak was voor ons, dat wij, te genstanders van staatspensioneering, als leidend beginsel voor onze ouder domsverzorging ook in de toekomst, en voorstander van gecombineerde ouder- doms- en invaliditeitsverzekering, imet den nadruk op het laatste, niet wen 6chcn mede te werken tot het doen van een eersten stap, die, wordt hij alleen gedaan, o.i. onvermijdelijk tot verdere Het Kerkelijk Jaar. iWat de liturgie'in het algemeen is, is het Kerkelijk jaar op bijzondere wijze een herinnering aan of een voorstelling yan het leven van den God-Mensch Jesus Christus op de wereld en van Zijn leven in de Kerk. Daar de liturgie door uitwendige vor- jpien het onzichtbare voor ons zichtbaar, liet onbegrijpelijke voor ons zooveel mo gelijk bevatbaar wil maken, is haar „een :cn eenig Middelpunt" iiij, Die door Zijn leven onder ons en door de leer Zijner Kerk de Waarheid heeft geopenbaard, (Wien te kennen is het alies-oversielpend geluk van hei bezit der Waarheid. Alle liturgische handelingen en gebeuen kee- feu zich naar Hem cn ontvangen van 10em hun leven en hun kracht als van „der zonnen Zon". Alle paden in den Jiturgischen hof, welks schoonheid iedere Ziel, die voelen kan de echte kunst, doet .trillen van schoonheidswellustenze.fsden an den liturgische» dienst vergrijsden Be nedictijn nog iedere.il dag doet huiveren yan heilige ontroering, alle paden in den (fiof leiden naar den Christus. „Door onzen Heer Jesus Christus, Uwen (Zoon, Die met U leeft en regeert in de leeuwen der eeuwen", met deze of een (dergelijke doxologie (d.w.z. „lofprijzing") sluiten bijna aile liturgische gebeden. Maar op bijzondere wijze stelt ons de Keik het leven van haren Bruidegom voor u-jj' de iiijiwl.itij, van hei k.rke- fójk Jaar. 0et Kerkeajk Jaar is geen stappen op 'c gebied der siaatspensionee- ring zal lelden. Wij wenschen het thans levende geslacht van ouden van dagen evenzeer te helpen als de motie-Troel stra dit doet, en liefst zoo spoedig moge lijk, maar niet langs een weg, die voor de toekomst ons uiterst bedenkelijk lijkt. Tegen voorgaan van de ouden van da gen, zooals bij een noodwet het geval zou zijn, bestaat geen bezwaar, omdat dan het achterblijven van de invaliden een voudig het gevolg zal zijn van de noodza kelijkheid, dat de uitvoering der invali diteitswet eenigen, wellicht geruimen tijd zal kosten. Dit moet zeker betreurd wor den, doch kan ons toch niet als argu ment worden tegengeworpen. Wat nu het tijdstip van gereedmaking betreft, o.i. zal het moment, waarop de invaliditeitsverzekering bij de Tweede Ka mer is afgehandeld, het geschikste tijd stip daarvoor zijn. Dan staat vast, in welken vorm het ontwerp dan is gebracht De Eerste Kamer kan het verwerpen, maar ni'et meer wijzigen. Aan net ont werp, zooals het dan voor ons ligt, kan deze noodwet zich aanpassen. Gaat alles vlug, dan is het niet absoluut uitgesloten dat wij vóór 1913 zoover zijn." Mr. Tasman toont dan verder met cita ten uit „'t Volk" aan,, dat het den soci aal-democraten er slechts om te doen is om het ontwerp van minister Talma te laten vallen cn staatspensioneering hier voor in de plaats te stellen. „Het Katholieke Volk" maakt van de ze discussie tusschen mr. Tasman en ,Het Volk" gewag, en teekent hierbij aan: De sociaal-democraten willen twee vlie gen in écn klap slaan: Bij de arbeiders doorgaan voor de ware bevorderaars van sociale wetgeving en tegelijk die wetge ving op allerlei sluw bedachte manieren tegenwerken. Hunne motie is eenvoudig een poging om ter elfder ure een spaak in het wiel te steken. Nu minister Talma kansen stijgen ziet, om zijn ontwerpen aangenomen te krijgen nog vóór 1913, moet het mogelijke gedaan worden om dit te verhinderen, om toch maar waar te maken, dat onze christelijke regeering met de belangen der arbeiders den spot drijft. Een schandelijke misleiding. De Twee de Kamer moge hierin een reden te meer vinden, om spoed te maken met haar werk en niet te veel op kleinigheden of ondergeschikte punten te letten. Wat liet denkbeeld van jnr. Tasman betreft om met een noodwetje als Troel stra wenscht, voor den dag te komen, wanneer het wetsontwerp van minister Talma aangenomen is, daarover zou te praten zijn. Alleen zou men dienen te weten, hoeveel tijd de voorbereiding kost van Hp in werking tredin.gr der JfjeheeJft wet en van de voorbereiding cn in-wer- kingtreding eener zoodanige noodwet. Wij gelooven* dat het verschil zóó ge ring is, dat van een noodwet best kan worden afgezien. Alles komt aan op jje vraag: hoe zijn onze in nood verkeeren- de oude en invalide arbeiders het spoe digst en het best. geholpen En wij hebben genoeg vertrouwen in minister Talma, om te verwachten dat deze vol ijverige bewindsman den koristen weg zal kiezen, om dit doel te bereiken. Ten slotte vestigen wij er nog eens de aandacht op, dat de in validi teits- verzekering, die de socialisten op den achtergrond willen schuiven, juist van het grootste belang is. Dit blijkt weer overduidelijk uit de volgende cijfers, die mr. Reimcr in „Het Centrum" laat overdrukken uit de „Amt- iiche Nachrichten des Reichsversichc- rungs-amtes" en die betrekking hebben op de Duitsche Invaliditeits- en Ouder- domsverzekering. 1897 1898 1899 1900 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 Invaliditeits rente. 161.670 210.859 264.899 324.319 405.335 486.915 547.842 663.140 734.955 780.761 814.575 841.992 868.086 893.5 Guuerd. rente. 203.955 203.644 201.329 195.133 188.472 179.450 168.550 J 56.620 145.466 134.100 125.603 116.887 103.637 102.362 willekeurige aaneenschakeling van gehei men en feesten, het wil niet zeggen, dat de Kerk een zekeren tijd heeft afgeba kend, binnen welke zij in ongeordende volgorde hare .herinneringsdagen viert. Neen, die feesten volgen niet slechts elkander op, maar sluiten aan elkander aan; er loopt een gouden draad door heen ze zijn vastgeschakeld tot één gouden keten, één geheel; door één ge dachte worden ze saamgebonden. En die gedachte is: het leven van den God- Mensch. In den tijd van een jaar wordt het geheele Verlossingswerk ons voor oogen gesteld, van het begin tot het einde, van de voorspellingen in het Oude Verbond toi de vervulling in het Nieuwe, van de Kribbe tot het Kruis, en van het Kruis tot de Verrijzenis, en van de Ver rijzenis tot de Hemelvaart, en van de Hemelvaart tot de voltooiing van Pink steren. Het Kerkelijk Jaar wordt verdeeld in drie groote feest-cirkels, tien Kersttijd, den Paaschtijd en den Pinkstertijd. De geboorte van Christus vormt het middel punt in de eerste, het jjjden en de verrijze nis het hoogtepunt in de tweede, de zen ding van den H. Geest door Christus en Diens leven en werken Ln de Kerk vormt het kernpunt in den derden feest- cirkel. De Kersttijd omvat een tijd van voor bereiding, de Advent, een eerste hoog feest (Kerstmis) met octaaf, een tweede hoogfeest (Lpiphania, de Openbaring des Heeren of het Driekoningenfeest) met octaaf, en een reeks Zondagen, nl. van na het ociaaf van Driekoningen tot aan Sc. .a (den derden Zondag voor de Vasten), Dus een voortdurende vermindering der ouderdomsrenten jen eene toenemen de stijging der invaliditeiisrenten, "terwijl de laatste nu reeds bijna -negen maal groo- ter zijn dan de eerste. Bovendien moet het volgende overwo gen worden Niet altijd is er gebrek bij ouden van dagen. Enkelen verrichten nog lichte werkzaamheden op 70-jarigen leeftijd waarmede zij meer verdienen dan de hoogste ouderdomsrente becragen kan, terwijl vele anderen een goede verzor ging genieten bij hun kinderen. Daarentegen zijn er duizenden invali den, die reeds op vrij jeugdigen leeftijd niet meer tot werken in staat zijn en niet zelden nog een gezin te onderhouden hebben. t Is inderdaad overduidelijk, dat de nood het meest dringt bij de invaliden, wien de sociaal-democraten voor wie weet hoe lange jaren, eene uitkeering willen onthouden. Het gaat hun ontglippen. Men herinnert zich, 'wat wij naar aan leiding van de vergadering van de Nieu we Vrijzinnige Kiesvereeniging te 's Gra- venhage geschreven hebben over „Het Motu Proprio en de baantjes". Over het zelfde onderwerp schrijft de Gelder lander: Het Motu Proprio „Quantavis diligen- tia" leek voor ieder van vrijzinnigen bloede, wien de vrijheid uit het harte popelt door alle anderen, een prachtig agitatiemiddel. Die Paus bemoeit zich toch ook overal mee en de katholieken moeten hem maar gehoorzamen tegen al le wetteii des lands in. In zijn Memorie van Antwoord echter aan het afdeelingsverslag der Justitiebe groting in de Eerste, Kamer, heeft Mi nister Regout, die toch ook wel bij be voegde personen zijn licht zal opgesto ken hebben, verklaard, dat het Motu Proprio voor Nederland niet geldig is. We zou Ln dus zoo zeggende kwestie is thans uit. Zelfs de felste anti-cleri- caal kan gerust zijnde uitvoering der Staatswetten blijft ook in katholieke lian- den vertrouwd. Maar daar zit juisi deTcnëep. Het Motu Proprio in o e t geldig zijn, want de uitvoering der Staatswetten mag niet aan katholieken toevertrouwd worden. Katholiek zijn vloekt tegen elke ambtelijke benoeming. En nu kon dat Motu Proprio daaraan zoo n heerlijk schijntje van recht geven. Al zegt dus onze Minister van Justitie, al zeggen alle bisschoppen, kardinalen en de Paus zelve, dat het Motu Proprio niet voor Nederland geldt, wij vrijzinni gen willen dat het wel van kracht is, en wij weten het natuurlijk beter. De Nieuwe Vrijzinnige Kiesvereeni ging ,,'s-Gravenhage" heeft dan ook on der voorzitterschap van den anticlericaal mr. Patijn, lid der Tweede Kamer, een motie aangenomen, waarin de verwach ting wordt uitgesproken, dat onze volks vertegenwoordiging bij de Regeering van haar eisch zou doen blijken, dat deze bij het doen van benoemingen en voor drachten ernstig rekening zou houden met het feit dat van personen, die tot het katholieke kerkgenootschap belioo- ren, de strikte handhaving van de wetten De Paaschtijd omvat de twee weken van Septuagesima tot Quinquagesima (den Zondag onmiddellijk voor de Vasten), de Vasten, het hoogfeest van Paschen met octaaf, de Hemelvaart des Heeren met octaaf. Hier sluit de Paaschtijd in en- geren zin, in wijderen zin behourt er ook nog bij het hoogfeest van Pinksteren met octaaf, als voltooiing van het Verlossings werk, hetwelk in den Paaschtijd op bij zondere wijze wordt herdacht De Pinkstertijd omvat de verdere Zon dagen tot aan den Advent Wij gedenken in dien tijd de veelvoudige werking van den Heiligen Geest in de door Christus gestichte Kerk en in de door Zijn Dood verloste zielen. Zoo zien we uit dit schematisch over zicht, dat, evenals ons jaar gemeten wordt naar de wenteiing der aarde om de zon, haar leven, licht en warmte, ook het Kerkelijk Jaar zich kringt om het mid delpunt der Kerk, Christus haar zon, haar leven van genade, haar licht van waarheid, haar warmte van liefde. De Zondagen in het Kerkelijk Jaar bereiden het feest voor, dat zij vooiaf gaan of ontvouwen den rijkdom van het feest, dat zij volgen. De andere dageii zijn bijna alle ge wijd aan dé gedachtenis van Heiligen, Ook hier is Christus het middelpunt, want de Heiligen stellen ons voor de wer king van Christus' genade in de zielen zij hebben hunne harten wijd opengezet voor den gloed Zijner liefde, en die uit gestraald in de koude wereldzij hebben zich gevormd naar Christus' leer, en staan voor ons, omstraald door het verblin dend licht, dat opwelt en ontspringt uit Christus' genade, yan hen kan gezegd van den staat niet ten allen tijde kan worden verwacht. Geen katholiek dus meer in ambte lijke benoemingen Daar gaat het eigenlijk om! Daarom moet het Motu Proprio van kracht zijn tegen elke regeeringsvcrklaring in. Wie weet, of een eventueele vrijzin nige Regeering het Motu Proprio voor ons land niet van kracht verklaren gaat Thans helaas, gaan de gevolgen ervan, die de vrijzinnigen zoo gaarne voor zich hadden opgeëicht hun ontglippen. Ingezonden Mededeelingen. De Week in tiet Buitenland. Alsof er geen koudje aan de lucht was, alsof de politieke constellatie er nog de zelfde was als jaren lang is Wilhelm II imperator rex, zijn „rooden" Rijksdag binnengeschreden in vol ornaat, om er zijn troonrede voor te lezen. In geen en kel opzicht was er iets bijzonders aan de plechtigheid. Als altijd droegen zijn veld maarschalken en militaire ministers schepter, kroon, rijksappel en zwaard, symbolische teekenen zijner macht voor hem uit. Zijn zoons en de voornaamste waardigheidsbekleders des rijks stop- den als van ouds aan den voet van den troon geschaard. i En in forsche lijnen, in imperatorstijl zou men bijna willen zeggen, gaf hij, zon der een opsomming van wetten cn wet- jes-in-de-maak, de richting aan, die de regeering uit wil, al aanstonds de overtui ging uitsprekend, dat de nieuw gekozen vertegenwoordigers des volks hunne bes te krachten aan den gemeenschappelijken arbeid zullen wijden. Ook van de socialisten verwachtte hij dus opbouwende, niet zooals we van de zen gewoon zijn slechts afbrekende par lementairen arbeid. Want hij weet het wel dat zij zulks nu aan zich zelf, aan hun positie van sterkste partij verplicht zijn, en men zou, zelfs in dien kalmen toon, wel een bedekt dreigement kunnen zien „pas op dat je doet wat ik van je verwacht, anders...." Men is er immers van overtuigd, dat 'n groot deel der 4-/2 millioen kiezers die nu hun stem op de soci's uitbrachten, dat alleen uit baloorig- heid gedaan hebben, slechts om de regee ring een oorveeg te geven, in het volle besef dat het toch geen kwaad kon. Wil den dc 110 rooden wat kwaads, een nieu we verkiezing met een patriottische leuze en de helft van de nieuwbakken parle mentsleden staat weer op straat De eerste slag is alzoo te verwachten bij de behandeling der komende leger- en vlootwetprojeclen. Heel kalm en zakelijk werd de medewerking verzocht der „ge- eerde heeren, om de weerkracht van 't Duitsche volk, dat aan weerbare jonge lingen geen gebrek heeft, te land en te water te handhaven en te versterken" met 't vervullen van welke „hooge taak" zij het vaderland een grooten dienst zullen bewijzen." Velen hadden van den kriigshaftigen Wilhelm een anderen toon verwacht, men had hem den gepantserden vuist willen zien ballen om de socialisten dreigend te vermanen, dat zij ?ijn wil hadden te eerbiedigen. Maar de keizer kent zijn Pappenheimers. Met vertrouwen ver klaarde hij over den strijd van het he den in de toekomst van het rijk te zien, bouwende op Gods bijstand en in ver trouwen op de gezonde kracht van het Duitsche volk, dat tot die kracht ge komen is door...het tarief, o heeren van links, die zoo ijvert voor vrjjhandel- politiek. Met vreugde toch constateerde de kei zer den vooruitgang in nijverheid en be drijf in handel cn verkeer, de stijgende bloei van den landbouw. En met het oog op dien gelukkigen vooruitgang zullen de verbonden regeeringen de grondslagen der tariefpolitiek in de toekomst niet ver laten. Meer dan ellenlange vertoogen spreekt worden, dat zij niet zelf leven, maar dat in hen leeft Christus. 't Kerkelijk jaar is niet slechts een her innering van de Bruid, de Kerk, aan de liefde en de goedheid en de zorgen van haren Bruidegom, terwijl de Bruidegom zelf verre is. Het is meer, het is werke lijk h e i d. Die Bruidegom leeft onder ons, en telken dage wordt een korte sa menvatting gegeven van heel zijn God- menschelijk leven op de wereld door het liefde-ofier van Zich-zelven in de H. Mis. En daarom hooren wij bij alle feesten van Christus en Zijn Heiligen door heel het Kerkelijk Jaar in de breviergebeden der Kerk slechts een zwakken toon van verlangen of vreugde of smart, die eerst aanzwelt tot dringend smeeken of los- jubelt in vlammenden geestdrift of uit klaagt in jammerend zuchten onder de heilige Mis. De heilige Mis is het centrum, het middelpunt der liturgie. Om de heilige Mis, waarvan Vondel dichtte: „Een Offer, zoo onschatbaar van waardij", Streeft al de pracht der offeren voorbij", verzamelt de Kerk de meest uitgelezen pracht barer liturgische schoonheid, leder gebed is volmaakt in bouw, in gedachte, in uitdrukking. En de gebeden zijn onder ling zoo verbonden, dat zij met zachten, maar haast onweerstaanbaren drang onze aandacht naar dc heilige offerhandeling trekken. Van de liturgie der H. Mis zegt Kard. Wiseman, dat geen menschelijke geest haar schoonheid en verhevenheid inag benaderen. 0et Kerkelijk Jaar moesten wij mee- dat woord van een vorst die met trots op zijn land wijst voor het tarief. Ons Ne derlanders, die op hetzelfde aambeeld hooren slaan, -zij dit een les Zoo was de zitting van den Rijksdag geopend en de pers toonde zich met de troonrede no^al ingeuomen. Het mocht ook. 't Was een fier en koninklijk woord, al bevatte het niet veel omhaal. Maar met die opening zat de Rijks dag meteen in het moeras. Er moest toch voor dit vreemde samenstel een presidi um komen, en zooals de zaken nu staan moest dat aan de linkerzijde opgedragen worden. Maar, eilacie, de liberale heeren zitten nu reeds met hun roode broeoers in hun maag. Want eerlijk gerekend z:jn zij nu in het linksche gedeelte de baas. Maar een socialistische» voorzitter is oolc den liberalen te kras en ze gaan ai mar- chandeeren. Er wordt van dien kant reeds beweerd: „'t Is nog niet zeker óf we wel de meerderheid hebben." Er wordt veel onderhandeld, er wordt reeds weer oni hulp naar het centrum, den grooten vijand uitgekeken, en we gelooven niet te veel beweerd te hebben, toen we een vonget maal zeiden, dat het centrum wel weer zou moeten goed maken wat de rest ver korven heeft. Intusschen lachen de con servatieven, die geweigerd hebben met socialisten het presidium te deelen, in hun vuistje en kijken kalm het linksche ge modder aan. Wat het worden zal. we weten het niet, evenmin als van de Beicrsche kwes tie. Ook daar heeft men met vereende krachten van linksch op het centrum in- gerammeid. Het heeft daar echter even min mogen baten, het is er de baas ge bleven, en heeft er naar alle waarschijn lijkheid een overwinning behaald. Er werd immers reeds over gesproken, dat het ministerie, dat juist bqt.jds om geen al te dwaas figuur te slaan is afgetreden, zonder de beide door het centrum bestre den ministers zou terugkomen. Tot nog toe is er echter nog niets vernomen van de vorming van een nieuw kabinet. Het leven, meevoelen! Het moest zijn als een grootsche kathedraal, waarin wij leven iederen dag, en we.KS kruis de lucht insteekt als een teeken van geloof, van vertrouwen en van liefde, en welks wierookgolven meedragen onze innigste verlangens, ons diepste lijden, onze heer lijkste vreugde. Maar hoe dit gemakkelijk te doen?, Hoe te dringen in den geest der Kerk? Wij hebben gezien, dat het Kerkelijk Jaar zich afwikkelt op de feesten en de Zondagen, die dienen als voorbereiding of ontvouwing van die feesten. Ook weten wij, dat de kern van de liturgie van een feestdag of een Zonuag gelegen is in de liturgie van de .Mis van dien dag. Welnu: een gemakkelijk, zeer gemak kelijk, middel om de heilige Mis van Zon- en feestdagen te volgen biedt ons het tijdschrift of het kerkboek zoo men het noemen wil: Het Kerkelijk Leven. Wij laten op dit werkje nog eens de volle aandacht vallen, omdat het niet te dringend kan worden aanbevolen. Daarin vindt men de Misgebeden van Zon- en feestdagen in het Latijn en in het Hollandsch. Wij vieren gedenkdagen van bekende feiten in de geschiedenis van de wereld of van ons vaderland, wij vieren gedenk dagen van onze familie en vrienden en kennissen cn van ons zelf! Maar niet de gedenkdagen van het leven en het lijden en den dood en de heerlijkheid en de zegepraal van Christus, onzen Koning? Dat mag niet! .Wij moeten meeleven het Kerkelijk jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 7