Kiezerslijst.
Uit de Pers.
De Liturgie.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 10 Febr. no. 711.
Vail 1 tot en met 14 Februari gelegen
heid tot aangifte voor de kiezerslijst
Vóór 20 Februari kennisgeving aan de
belastingschuldigen, die nog niet betaald
hebben, door den Rijksontvanger.
4 Maart laatste betaaldag der belasting.
23 Maart ter visie ligging en verkrijg-
haarstelling der voorloopige kiezerslijst
en bijbehoorende lijsten.
23 Maart tot en met 15 April gelegen
heid tot reclame.
Tot 21 April: ter visieligging en ver-
krijgbagrstelling der reclames.
Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling
'der kiezerslijst.
i\Vc zuilen dit lijstje nu en dan af
drukken. Aanzien doet gedenken.
Een lied per week.
No. 39 uit „De Leeuwerk".
Lied van den werkman.
^Voorden van Muziek van
O. Krakelberg. Henri Thijssen.
Ik ben eenvoudig arbeidsman,
lis boog op rang noch geld.
Geen adel voer ik in mijn schild,
iBen toch op eer gesteld.
|n deft'ge kringen hoor ik niet,
Ik min deu burgerstand,
;11et beste deel der maatschappij',
Oen steun van 't Vaderland,
jjte» beste deel der maatschappij,
Den steun van 't Vaderland.
(Bekwame handen, sterk en rein,
'Zij zijn een goudmijn waard,
Fen hart, dat God en menschen lieft,
iVoor leed noch last vervaard,
Een kloeke ziel in 't stalen lijf,
Een wil verpand aan plicht:
Ziedaar wat 's workman's adel is,
iWot al zijn last verlicht
Ziedaar wat 's werkman's. adel is,
AVat al zijn last verlicht.
'Als 's avonds na volbrachte taak,
ik ijlings huiswaarts spoed,
Vacht mij een vrouw met blozend
kroost,
Die 's levens zuur verzoet.
En leg ik 't moede hoofd ter rust,
Tevreden kniel ik neer.
En roep: „Ook Gij waart Werk mans-
zoon,
flleb innig dank, o Heer!"
En roep: „Ook Gij waart .Wertmflf
zoon,
Heb innig dank, o Heer!"
Do Invaliditeits- en Ouderdoms-
v eraekering.
In de Sociale Kroniek verklaarde
idc. vrijzinnig-democraat mr. Tasman zich
tegen de motie-Troels tra. Natuurlijk kreeg
(Tasman heel wat te hooren van Het
3/olk. dat oogenblikkelijk geen mooiere
Uitvinding kent dan de motie-Troelstra.
Mr. Tasman geeft nu het volgende
'antwoord:
„Hoofdzaak was voor ons, dat wij, te
genstanders van staatspensioneering, als
leidend beginsel voor onze ouder
domsverzorging ook in de toekomst, en
voorstander van gecombineerde ouder-
doms- en invaliditeitsverzekering,
imet den nadruk op het laatste, niet wen
6chcn mede te werken tot het doen van
een eersten stap, die, wordt hij alleen
gedaan, o.i. onvermijdelijk tot verdere
Het Kerkelijk Jaar.
iWat de liturgie'in het algemeen is, is
het Kerkelijk jaar op bijzondere wijze
een herinnering aan of een voorstelling
yan het leven van den God-Mensch Jesus
Christus op de wereld en van Zijn leven
in de Kerk.
Daar de liturgie door uitwendige vor-
jpien het onzichtbare voor ons zichtbaar,
liet onbegrijpelijke voor ons zooveel mo
gelijk bevatbaar wil maken, is haar „een
:cn eenig Middelpunt" iiij, Die door Zijn
leven onder ons en door de leer Zijner
Kerk de Waarheid heeft geopenbaard,
(Wien te kennen is het alies-oversielpend
geluk van hei bezit der Waarheid. Alle
liturgische handelingen en gebeuen kee-
feu zich naar Hem cn ontvangen van
10em hun leven en hun kracht als van
„der zonnen Zon". Alle paden in den
Jiturgischen hof, welks schoonheid iedere
Ziel, die voelen kan de echte kunst, doet
.trillen van schoonheidswellustenze.fsden
an den liturgische» dienst vergrijsden Be
nedictijn nog iedere.il dag doet huiveren
yan heilige ontroering, alle paden in den
(fiof leiden naar den Christus. „Door
onzen Heer Jesus Christus, Uwen
(Zoon, Die met U leeft en regeert in de
leeuwen der eeuwen", met deze of een
(dergelijke doxologie (d.w.z. „lofprijzing")
sluiten bijna aile liturgische gebeden.
Maar op bijzondere wijze stelt ons de
Keik het leven van haren Bruidegom
voor u-jj' de iiijiwl.itij, van hei k.rke-
fójk Jaar. 0et Kerkeajk Jaar is geen
stappen op 'c gebied der siaatspensionee-
ring zal lelden. Wij wenschen het thans
levende geslacht van ouden van dagen
evenzeer te helpen als de motie-Troel
stra dit doet, en liefst zoo spoedig moge
lijk, maar niet langs een weg, die voor
de toekomst ons uiterst bedenkelijk lijkt.
Tegen voorgaan van de ouden van da
gen, zooals bij een noodwet het geval zou
zijn, bestaat geen bezwaar, omdat dan
het achterblijven van de invaliden een
voudig het gevolg zal zijn van de noodza
kelijkheid, dat de uitvoering der invali
diteitswet eenigen, wellicht geruimen tijd
zal kosten. Dit moet zeker betreurd wor
den, doch kan ons toch niet als argu
ment worden tegengeworpen.
Wat nu het tijdstip van gereedmaking
betreft, o.i. zal het moment, waarop de
invaliditeitsverzekering bij de Tweede Ka
mer is afgehandeld, het geschikste tijd
stip daarvoor zijn. Dan staat vast, in
welken vorm het ontwerp dan is gebracht
De Eerste Kamer kan het verwerpen,
maar ni'et meer wijzigen. Aan net ont
werp, zooals het dan voor ons ligt, kan
deze noodwet zich aanpassen. Gaat alles
vlug, dan is het niet absoluut uitgesloten
dat wij vóór 1913 zoover zijn."
Mr. Tasman toont dan verder met cita
ten uit „'t Volk" aan,, dat het den soci
aal-democraten er slechts om te doen is
om het ontwerp van minister Talma te
laten vallen cn staatspensioneering hier
voor in de plaats te stellen.
„Het Katholieke Volk" maakt van de
ze discussie tusschen mr. Tasman en
,Het Volk" gewag, en teekent hierbij
aan:
De sociaal-democraten willen twee vlie
gen in écn klap slaan: Bij de arbeiders
doorgaan voor de ware bevorderaars van
sociale wetgeving en tegelijk die wetge
ving op allerlei sluw bedachte manieren
tegenwerken.
Hunne motie is eenvoudig een poging
om ter elfder ure een spaak in het wiel
te steken.
Nu minister Talma kansen stijgen
ziet, om zijn ontwerpen aangenomen te
krijgen nog vóór 1913, moet het mogelijke
gedaan worden om dit te verhinderen,
om toch maar waar te maken, dat onze
christelijke regeering met de belangen der
arbeiders den spot drijft.
Een schandelijke misleiding. De Twee
de Kamer moge hierin een reden te
meer vinden, om spoed te maken met
haar werk en niet te veel op kleinigheden
of ondergeschikte punten te letten.
Wat liet denkbeeld van jnr. Tasman
betreft om met een noodwetje als Troel
stra wenscht, voor den dag te komen,
wanneer het wetsontwerp van minister
Talma aangenomen is, daarover zou te
praten zijn. Alleen zou men dienen te
weten, hoeveel tijd de voorbereiding kost
van Hp in werking tredin.gr der JfjeheeJft
wet en van de voorbereiding cn in-wer-
kingtreding eener zoodanige noodwet.
Wij gelooven* dat het verschil zóó ge
ring is, dat van een noodwet best kan
worden afgezien. Alles komt aan op jje
vraag: hoe zijn onze in nood verkeeren-
de oude en invalide arbeiders het spoe
digst en het best. geholpen En wij
hebben genoeg vertrouwen in minister
Talma, om te verwachten dat deze vol
ijverige bewindsman den koristen weg
zal kiezen, om dit doel te bereiken.
Ten slotte vestigen wij er nog eens
de aandacht op, dat de in validi teits-
verzekering, die de socialisten op
den achtergrond willen schuiven, juist van
het grootste belang is.
Dit blijkt weer overduidelijk uit de
volgende cijfers, die mr. Reimcr in „Het
Centrum" laat overdrukken uit de „Amt-
iiche Nachrichten des Reichsversichc-
rungs-amtes" en die betrekking hebben
op de Duitsche Invaliditeits- en Ouder-
domsverzekering.
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
Invaliditeits
rente.
161.670
210.859
264.899
324.319
405.335
486.915
547.842
663.140
734.955
780.761
814.575
841.992
868.086
893.5
Guuerd.
rente.
203.955
203.644
201.329
195.133
188.472
179.450
168.550
J 56.620
145.466
134.100
125.603
116.887
103.637
102.362
willekeurige aaneenschakeling van gehei
men en feesten, het wil niet zeggen, dat
de Kerk een zekeren tijd heeft afgeba
kend, binnen welke zij in ongeordende
volgorde hare .herinneringsdagen viert.
Neen, die feesten volgen niet slechts
elkander op, maar sluiten aan elkander
aan; er loopt een gouden draad door
heen ze zijn vastgeschakeld tot één
gouden keten, één geheel; door één ge
dachte worden ze saamgebonden. En die
gedachte is: het leven van den God-
Mensch. In den tijd van een jaar wordt
het geheele Verlossingswerk ons voor
oogen gesteld, van het begin tot het
einde, van de voorspellingen in het Oude
Verbond toi de vervulling in het Nieuwe,
van de Kribbe tot het Kruis, en van het
Kruis tot de Verrijzenis, en van de Ver
rijzenis tot de Hemelvaart, en van de
Hemelvaart tot de voltooiing van Pink
steren.
Het Kerkelijk Jaar wordt verdeeld in
drie groote feest-cirkels, tien Kersttijd,
den Paaschtijd en den Pinkstertijd. De
geboorte van Christus vormt het middel
punt in de eerste, het jjjden en de verrijze
nis het hoogtepunt in de tweede, de zen
ding van den H. Geest door Christus
en Diens leven en werken Ln de Kerk
vormt het kernpunt in den derden feest-
cirkel.
De Kersttijd omvat een tijd van voor
bereiding, de Advent, een eerste hoog
feest (Kerstmis) met octaaf, een tweede
hoogfeest (Lpiphania, de Openbaring des
Heeren of het Driekoningenfeest) met
octaaf, en een reeks Zondagen, nl. van
na het ociaaf van Driekoningen tot aan
Sc. .a (den derden Zondag voor
de Vasten),
Dus een voortdurende vermindering
der ouderdomsrenten jen eene toenemen
de stijging der invaliditeiisrenten, "terwijl
de laatste nu reeds bijna -negen maal groo-
ter zijn dan de eerste.
Bovendien moet het volgende overwo
gen worden
Niet altijd is er gebrek bij ouden van
dagen. Enkelen verrichten nog lichte
werkzaamheden op 70-jarigen leeftijd
waarmede zij meer verdienen dan de
hoogste ouderdomsrente becragen kan,
terwijl vele anderen een goede verzor
ging genieten bij hun kinderen.
Daarentegen zijn er duizenden invali
den, die reeds op vrij jeugdigen leeftijd
niet meer tot werken in staat zijn en niet
zelden nog een gezin te onderhouden
hebben.
t Is inderdaad overduidelijk, dat de
nood het meest dringt bij de invaliden,
wien de sociaal-democraten voor wie weet
hoe lange jaren, eene uitkeering willen
onthouden.
Het gaat hun ontglippen.
Men herinnert zich, 'wat wij naar aan
leiding van de vergadering van de Nieu
we Vrijzinnige Kiesvereeniging te 's Gra-
venhage geschreven hebben over „Het
Motu Proprio en de baantjes". Over het
zelfde onderwerp schrijft de Gelder
lander:
Het Motu Proprio „Quantavis diligen-
tia" leek voor ieder van vrijzinnigen
bloede, wien de vrijheid uit het harte
popelt door alle anderen, een prachtig
agitatiemiddel. Die Paus bemoeit zich
toch ook overal mee en de katholieken
moeten hem maar gehoorzamen tegen al
le wetteii des lands in.
In zijn Memorie van Antwoord echter
aan het afdeelingsverslag der Justitiebe
groting in de Eerste, Kamer, heeft Mi
nister Regout, die toch ook wel bij be
voegde personen zijn licht zal opgesto
ken hebben, verklaard, dat het Motu
Proprio voor Nederland niet geldig is.
We zou Ln dus zoo zeggende kwestie
is thans uit. Zelfs de felste anti-cleri-
caal kan gerust zijnde uitvoering der
Staatswetten blijft ook in katholieke lian-
den vertrouwd.
Maar daar zit juisi deTcnëep.
Het Motu Proprio in o e t geldig zijn,
want de uitvoering der Staatswetten
mag niet aan katholieken toevertrouwd
worden. Katholiek zijn vloekt tegen elke
ambtelijke benoeming.
En nu kon dat Motu Proprio daaraan
zoo n heerlijk schijntje van recht geven.
Al zegt dus onze Minister van Justitie,
al zeggen alle bisschoppen, kardinalen
en de Paus zelve, dat het Motu Proprio
niet voor Nederland geldt, wij vrijzinni
gen willen dat het wel van kracht is, en
wij weten het natuurlijk beter.
De Nieuwe Vrijzinnige Kiesvereeni
ging ,,'s-Gravenhage" heeft dan ook on
der voorzitterschap van den anticlericaal
mr. Patijn, lid der Tweede Kamer, een
motie aangenomen, waarin de verwach
ting wordt uitgesproken, dat onze volks
vertegenwoordiging bij de Regeering van
haar eisch zou doen blijken, dat deze
bij het doen van benoemingen en voor
drachten ernstig rekening zou houden
met het feit dat van personen, die tot
het katholieke kerkgenootschap belioo-
ren, de strikte handhaving van de wetten
De Paaschtijd omvat de twee weken
van Septuagesima tot Quinquagesima (den
Zondag onmiddellijk voor de Vasten), de
Vasten, het hoogfeest van Paschen met
octaaf, de Hemelvaart des Heeren met
octaaf. Hier sluit de Paaschtijd in en-
geren zin, in wijderen zin behourt er ook
nog bij het hoogfeest van Pinksteren met
octaaf, als voltooiing van het Verlossings
werk, hetwelk in den Paaschtijd op bij
zondere wijze wordt herdacht
De Pinkstertijd omvat de verdere Zon
dagen tot aan den Advent Wij gedenken
in dien tijd de veelvoudige werking van
den Heiligen Geest in de door Christus
gestichte Kerk en in de door Zijn Dood
verloste zielen.
Zoo zien we uit dit schematisch over
zicht, dat, evenals ons jaar gemeten wordt
naar de wenteiing der aarde om de zon,
haar leven, licht en warmte, ook het
Kerkelijk Jaar zich kringt om het mid
delpunt der Kerk, Christus haar zon,
haar leven van genade, haar licht van
waarheid, haar warmte van liefde.
De Zondagen in het Kerkelijk Jaar
bereiden het feest voor, dat zij vooiaf
gaan of ontvouwen den rijkdom van het
feest, dat zij volgen.
De andere dageii zijn bijna alle ge
wijd aan dé gedachtenis van Heiligen,
Ook hier is Christus het middelpunt,
want de Heiligen stellen ons voor de wer
king van Christus' genade in de zielen
zij hebben hunne harten wijd opengezet
voor den gloed Zijner liefde, en die uit
gestraald in de koude wereldzij hebben
zich gevormd naar Christus' leer, en staan
voor ons, omstraald door het verblin
dend licht, dat opwelt en ontspringt uit
Christus' genade, yan hen kan gezegd
van den staat niet ten allen tijde kan
worden verwacht.
Geen katholiek dus meer in ambte
lijke benoemingen
Daar gaat het eigenlijk om! Daarom
moet het Motu Proprio van kracht zijn
tegen elke regeeringsvcrklaring in.
Wie weet, of een eventueele vrijzin
nige Regeering het Motu Proprio voor
ons land niet van kracht verklaren gaat
Thans helaas, gaan de gevolgen ervan,
die de vrijzinnigen zoo gaarne voor zich
hadden opgeëicht hun ontglippen.
Ingezonden Mededeelingen.
De Week
in tiet Buitenland.
Alsof er geen koudje aan de lucht was,
alsof de politieke constellatie er nog de
zelfde was als jaren lang is Wilhelm II
imperator rex, zijn „rooden" Rijksdag
binnengeschreden in vol ornaat, om er
zijn troonrede voor te lezen. In geen en
kel opzicht was er iets bijzonders aan de
plechtigheid. Als altijd droegen zijn veld
maarschalken en militaire ministers
schepter, kroon, rijksappel en zwaard,
symbolische teekenen zijner macht voor
hem uit. Zijn zoons en de voornaamste
waardigheidsbekleders des rijks stop-
den als van ouds aan den voet van den
troon geschaard. i
En in forsche lijnen, in imperatorstijl
zou men bijna willen zeggen, gaf hij, zon
der een opsomming van wetten cn wet-
jes-in-de-maak, de richting aan, die de
regeering uit wil, al aanstonds de overtui
ging uitsprekend, dat de nieuw gekozen
vertegenwoordigers des volks hunne bes
te krachten aan den gemeenschappelijken
arbeid zullen wijden.
Ook van de socialisten verwachtte hij
dus opbouwende, niet zooals we van de
zen gewoon zijn slechts afbrekende par
lementairen arbeid. Want hij weet het
wel dat zij zulks nu aan zich zelf, aan
hun positie van sterkste partij verplicht
zijn, en men zou, zelfs in dien kalmen
toon, wel een bedekt dreigement kunnen
zien „pas op dat je doet wat ik van je
verwacht, anders...." Men is er immers
van overtuigd, dat 'n groot deel der 4-/2
millioen kiezers die nu hun stem op de
soci's uitbrachten, dat alleen uit baloorig-
heid gedaan hebben, slechts om de regee
ring een oorveeg te geven, in het volle
besef dat het toch geen kwaad kon. Wil
den dc 110 rooden wat kwaads, een nieu
we verkiezing met een patriottische leuze
en de helft van de nieuwbakken parle
mentsleden staat weer op straat
De eerste slag is alzoo te verwachten
bij de behandeling der komende leger- en
vlootwetprojeclen. Heel kalm en zakelijk
werd de medewerking verzocht der „ge-
eerde heeren, om de weerkracht van 't
Duitsche volk, dat aan weerbare jonge
lingen geen gebrek heeft, te land en te
water te handhaven en te versterken" met
't vervullen van welke „hooge taak" zij
het vaderland een grooten dienst zullen
bewijzen."
Velen hadden van den kriigshaftigen
Wilhelm een anderen toon verwacht, men
had hem den gepantserden vuist willen
zien ballen om de socialisten dreigend
te vermanen, dat zij ?ijn wil hadden te
eerbiedigen. Maar de keizer kent zijn
Pappenheimers. Met vertrouwen ver
klaarde hij over den strijd van het he
den in de toekomst van het rijk te zien,
bouwende op Gods bijstand en in ver
trouwen op de gezonde kracht van het
Duitsche volk, dat tot die kracht ge
komen is door...het tarief, o heeren
van links, die zoo ijvert voor vrjjhandel-
politiek.
Met vreugde toch constateerde de kei
zer den vooruitgang in nijverheid en be
drijf in handel cn verkeer, de stijgende
bloei van den landbouw. En met het oog
op dien gelukkigen vooruitgang zullen de
verbonden regeeringen de grondslagen
der tariefpolitiek in de toekomst niet ver
laten.
Meer dan ellenlange vertoogen spreekt
worden, dat zij niet zelf leven, maar dat
in hen leeft Christus.
't Kerkelijk jaar is niet slechts een her
innering van de Bruid, de Kerk, aan de
liefde en de goedheid en de zorgen van
haren Bruidegom, terwijl de Bruidegom
zelf verre is. Het is meer, het is werke
lijk h e i d. Die Bruidegom leeft onder
ons, en telken dage wordt een korte sa
menvatting gegeven van heel zijn God-
menschelijk leven op de wereld door het
liefde-ofier van Zich-zelven in de H. Mis.
En daarom hooren wij bij alle feesten
van Christus en Zijn Heiligen door heel
het Kerkelijk Jaar in de breviergebeden
der Kerk slechts een zwakken toon van
verlangen of vreugde of smart, die eerst
aanzwelt tot dringend smeeken of los-
jubelt in vlammenden geestdrift of uit
klaagt in jammerend zuchten onder de
heilige Mis.
De heilige Mis is het centrum, het
middelpunt der liturgie. Om de heilige
Mis, waarvan Vondel dichtte:
„Een Offer, zoo onschatbaar van
waardij",
Streeft al de pracht der offeren
voorbij",
verzamelt de Kerk de meest uitgelezen
pracht barer liturgische schoonheid, leder
gebed is volmaakt in bouw, in gedachte,
in uitdrukking. En de gebeden zijn onder
ling zoo verbonden, dat zij met zachten,
maar haast onweerstaanbaren drang onze
aandacht naar dc heilige offerhandeling
trekken. Van de liturgie der H. Mis zegt
Kard. Wiseman, dat geen menschelijke
geest haar schoonheid en verhevenheid
inag benaderen.
0et Kerkelijk Jaar moesten wij mee-
dat woord van een vorst die met trots
op zijn land wijst voor het tarief. Ons Ne
derlanders, die op hetzelfde aambeeld
hooren slaan, -zij dit een les
Zoo was de zitting van den Rijksdag
geopend en de pers toonde zich met de
troonrede no^al ingeuomen. Het mocht
ook. 't Was een fier en koninklijk woord,
al bevatte het niet veel omhaal.
Maar met die opening zat de Rijks
dag meteen in het moeras. Er moest toch
voor dit vreemde samenstel een presidi
um komen, en zooals de zaken nu staan
moest dat aan de linkerzijde opgedragen
worden. Maar, eilacie, de liberale heeren
zitten nu reeds met hun roode broeoers
in hun maag. Want eerlijk gerekend z:jn
zij nu in het linksche gedeelte de baas.
Maar een socialistische» voorzitter is oolc
den liberalen te kras en ze gaan ai mar-
chandeeren. Er wordt van dien kant reeds
beweerd: „'t Is nog niet zeker óf we wel
de meerderheid hebben." Er wordt veel
onderhandeld, er wordt reeds weer oni
hulp naar het centrum, den grooten vijand
uitgekeken, en we gelooven niet te veel
beweerd te hebben, toen we een vonget
maal zeiden, dat het centrum wel weer
zou moeten goed maken wat de rest ver
korven heeft. Intusschen lachen de con
servatieven, die geweigerd hebben met
socialisten het presidium te deelen, in hun
vuistje en kijken kalm het linksche ge
modder aan.
Wat het worden zal. we weten het
niet, evenmin als van de Beicrsche kwes
tie. Ook daar heeft men met vereende
krachten van linksch op het centrum in-
gerammeid. Het heeft daar echter even
min mogen baten, het is er de baas ge
bleven, en heeft er naar alle waarschijn
lijkheid een overwinning behaald. Er
werd immers reeds over gesproken, dat
het ministerie, dat juist bqt.jds om geen
al te dwaas figuur te slaan is afgetreden,
zonder de beide door het centrum bestre
den ministers zou terugkomen. Tot nog
toe is er echter nog niets vernomen van
de vorming van een nieuw kabinet. Het
leven, meevoelen! Het moest zijn als
een grootsche kathedraal, waarin wij
leven iederen dag, en we.KS kruis de
lucht insteekt als een teeken van geloof,
van vertrouwen en van liefde, en welks
wierookgolven meedragen onze innigste
verlangens, ons diepste lijden, onze heer
lijkste vreugde.
Maar hoe dit gemakkelijk te doen?,
Hoe te dringen in den geest der Kerk?
Wij hebben gezien, dat het Kerkelijk
Jaar zich afwikkelt op de feesten en de
Zondagen, die dienen als voorbereiding of
ontvouwing van die feesten. Ook weten
wij, dat de kern van de liturgie van een
feestdag of een Zonuag gelegen is in
de liturgie van de .Mis van dien dag.
Welnu: een gemakkelijk, zeer gemak
kelijk, middel om de heilige Mis van
Zon- en feestdagen te volgen biedt ons
het tijdschrift of het kerkboek zoo
men het noemen wil:
Het Kerkelijk Leven.
Wij laten op dit werkje nog eens de
volle aandacht vallen, omdat het niet te
dringend kan worden aanbevolen. Daarin
vindt men de Misgebeden van Zon- en
feestdagen in het Latijn en in het
Hollandsch.
Wij vieren gedenkdagen van bekende
feiten in de geschiedenis van de wereld
of van ons vaderland, wij vieren gedenk
dagen van onze familie en vrienden en
kennissen cn van ons zelf! Maar niet de
gedenkdagen van het leven en het lijden
en den dood en de heerlijkheid en de
zegepraal van Christus, onzen Koning?
Dat mag niet!
.Wij moeten meeleven het Kerkelijk jaar.