Rona Cacao Oud-Leiden. DE-VOLKSDRANK tDe beste voor den prijs.. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 27 jan. no. 699. Een lied per week. No. 41 uit „De Leeuwerk". Patronaatsliied. Muziek van H. Tijssen. Omhoog de vaan, de vaan omhoog! Laat golven thans haar baan. He? op deez' standaard voor ons oog, De jong'lingsschap treedt aan. Wij groeten u, wij volgen u, In liefde u toegewijd. Gij blijft ons veilig teeken nu In levens harden strijd. Oii blijft ons veilig teeken nu fa ?s levens harden strijd. Qui leven toch, zoo jong, zoo broos, 'jHfaefê leiding noodig, kracht. 'Aas *s standaards voet vindt 't blijde altoos Ea eenheid, hulpe en macht. iHoe satan ook zijn lagen legt, Hot vleesch en wereld strijdt, Die onder deze vane vecht. Wij zegeviert altijd, enz. Leid thans deez' fiere jongrenschaar, Blij, vroom het leven in, Behoed ons steeds voor elk gevaar, •Sieclits deugd zij ons gewin, Staan wij geschaard om uwen voet, iDan duchten wij geen kwaad; En elkeen roemt zich, onversaagd, Trouw lid van 't Patronaat, enz. Oa voor ons uit, gij heilsbanier. iWijs ons den weg naar 't Licht, iOnz' oogen blijven vrank en, fier, !E« siaag op u gericht, ;Uv kleurenpracht drukt zinrijk uit. De hoop der zwakke jeugd, D'W beelt'nis spreekt tot 't harte luid, rAk>ysius' sterke deugd, enz. Omhoog de vaan, zingt luidt de faam, iMei edel jong lingsvuur, Bij haar staat pal, als broeders saam. Tot in uw stervensuur/ „Verraad, verzaak,, verlaat haar niet, De vaan van 't Patronaat, ÜBiijf trouw haar, wat ook 't leven biedt Zoo lang uw harte slaat, enz. Uit de Pers. De motie-Troelstra. in onze artikelen over S.aatspension- «eering merkten wij reeds op, zegt de (A. kuiL;" der S.aatspensiormêerfng' tootie-Troeis.ra in actualiteit had gewon- Steu. Deze uitspraak dient nader te wor den verduidelijkt en dies geven wij in korte trekken den stand van zaken aan. Het lange, veel te lange wachten moe- •tie heeft Mr. Troelstra een daad verricht die door meerderen als een „meesterlijke politieke zet" is geprezen. Hij wil de arme ouden van dagen direct helpen. Op deTolstandkoming van de Invaiiditeits wel, waaraan zoo groote parlementaire roifislomp verbonden is, mag niet langer worden gewacht Een eenvoudig middel tan hier uitkomst brengen. Minister Tal- eua toch heeft in zijn ontwerp een be langrijk art. 357, waarin bepaald wordt, dat aan hem, die bij het in werking tre den van art 1 der Invaliditeitswet den ouderdom van 70 jaar heeft bereikt onder bejvaalde voorwaarden recht op een rente wordt toegekend. Welnu, zegt mr. Troel- üira: pas* dit artikel nu direct, losgemaakt van de wet, toe en een breeae categorie van burgers is daardoor geholpen. Schijnbaar ligt er iets sympathieks in dit voorstel. Als propagandamiddel heeft het ongemeene waarde. Men denke zich de zaaK sicchls even in: Op de voiksver- gaclering met het gvesldriftlg woord of in het vurig vlugschrift een meewarige VII. Pastoor Bertius over de Klopjes. Door verschillende stormen van ver volgingen bij hare opkomst geteisterd, heeft zich de kerk van het vrouwelijke of devote geslacht bediend voor velerlei da den van godsvrucht en ter verdediging van hef Evangelie.-In de zwakke perso- üien der jongedochters schitterden groot moedige geesten, die de kinderen der Kerk van dezen weekelijken tijd in vu righeid verre overtreffen. Men zag er van tiaar met eenzelfde blijdschap ter marte ling snellen, als repten zij zich naar den bruiloft. Anderen gingen geestdriftig op waarts, ten aanzien van het volk, naar de ■openbare schouwplaats, om aan de we reld, aan de engelen en aan, de menschen een edelaardig schouwspel te toonen van hunne stand\aslighe!d en om van hun maagdelijk lichaam aan God een onge schonden offer op te dragen. Anderen betraden den brandstapel, als ware die een aangenaam rustbed. Nog anderen, «treden met de wilde dieren, welke me- ïiigmaamenschelijker dan de tijrannen, Christus' bruiden eerden en die onbe smette heiligdommen vari den Heiligen peest niet anders dan met de tong lek kend durfden aanraken. Zoodanig waren de Thecla's, leerlingen der Apostelen, tOoda:-ig de CalhaJna s, de Agnessen en «stelbare andere karnL^ecjinters der schep?, gegeven -van al de ellende die door artfie ouden van dagen wordt geleden! Dan gewezen op het eenvoudige van den voorgestelden maatregel, die onmiddellijk aan de stuitendste ellende ceu einde maakt Eu vervolgens de meeslecpende vraag gesteld: Wie, wie, die nog' eenig sociaal gevoel bezit, zou durven weigeren om de reddende hand uit te steken, die zoovele ineengebogenen kan opheffen en troosten? Worden er toch van die bar baren gevonden, dan dienen deze harte- loozc reactionairen met striemende slagen te worden gegeeseld! Waarlijk, we zeiden het reeds, als agi tatiemiddel is het onverbeterlijk. Hoe klonken de snerpende verwijlen reeds door het luchtruim over het onwaardig burgerlijk gedoe in onze Tweede Kamer, toen behalve de sociaal-democraten, zich slechts een drietal vrijzinnigen voor de onmiddellijke behandeling van dit voorstel verklaarden. Hoe voelde ook het Partijbestuur der S. D. A. P., dat hier kostelijke munt uit is te slaan. In een bom bastisch manifest, dat de^gehcelc voorzg- de van „Het Volk" besloeg, daet het in schetterende fanfares een beroep op het Nederlandsehe volk. Uit dezen ganschen opzet blijkt aizoo duidelijk dat het doemvonnis klaar ligt voor ieder, die der motie-TrocIslra gram is, en deze als onrein buiten den her- vormingsgezinden kring wordt gesloten. Dat vonnis zal ook over ons moeten geveld worden. Wij aarzelen het niet uit te spreken, dat Mr. Troelstra's voor stel allen indruk maakt niet ernstig door dacht te zijn. Men oordeele slechts! Op den voor grond staat de verzekering tegen i n v a li - d i t e i t. Daarnaast worden echter ook zij die zeventig jaar worden en nog uiet invaliede zijn verzekerd. Verzekerd! Zij ontvangen eene uilkeering, maar heb ben daarvoor eene premie te betalen en aan allerlei verplichtingen te voldoen. Doordat echter vroeger die verplichte verzekering ontbrak, moeten er uiteraard maatregelen worden gelrofien voor reeds oudere werklieden, welke niet meer aan de gestelde verplichtingen kunnen vol doen. Overgangsbepalingen zijn noodig. Overgangsbepa.ingen ook voor hen, die bij het inwerking treden der wet reeds 70 jaar zijn. Deze hebben uiteraard een zeer bijkomstig karakler, zijn ten aanvul ling, eën aanhangsel van de wet en kun nen siechis naast deze bestaan. Mr. Troelstra geeft nu echler in zijn voorstel aan dat bijkomstig een eereplaats, gaat eerst iets exceptioneels regelen voordat het stelsel Ls vastgesteld. Nu zou dit op zich zelf niet zoo ernstig deren, wanneer daardoor geen gewichtige belangen in het gedrang kwamen. Dit echter is niet zoo. Het gansche stelsel der invaliditeitsverzekering loopt gevaar. Voor tegenstanders der staHspensionneering is de motie beslist onmogelijk. Wordt vóór een wet aangenomen, die aan hen, welke den zevenügjarigen leeftijd bereiken een recht op pensioen toekent, zonder dat zij daartoe eenige premie betalen, tot Ld en wijle de Invaliditeitsverzekering is tot stand gekomen, dan laat zich het verloop gemakkelijk raden. Men ontvangt liever een pensioen zón der dan mét premiebetaling. Bij een groo te klasse 'gegadigden ontstaat alzoo het streven om de totstandkoming tegen te houden. De invaliditeitsverzekering raakt op den achtergrond. Elke prikkel tot het tot stand brengen dezer hervorming wordt afgestompt. Zoo brengt de aanne ming van het voorstel-Troelstra groote ellende met zich. Niet in den weg door hem aangegeven ligt dus het middel om uitredding te brengen. Dat middel is alleen en uitslui tend: spoedige behandeling der verzeke ringswetten. Op die verzekeringswezen behooren alle krachten te worden saam getrokken. Dan rijst ook de vraag of wel licht andere overgangsbepaling weusche- iijk is dan in art. 357 word! geboden, een vraag die wij aanvankelijk geneigd zijn bevestigend te beantwoorden. Ataar h >e dit antwoord ook uitvalle, in ieder geval is de methode van Mr. Troeisira faiikant verkeerd. Totstandbrenging der Invalidi teitsverzekering dat is thans eerst aan de orde en daarna kan en moet met ernst bedacht worden, hoe het best tijdelijke maatregelen kunnen worden getroffen ten behoeve van hen, voor wie deze verze kering niet zuiver kan werken. christelijke strijdmacht, welker gedach tenis de katholieke Kerk jaarlijks viert. In die rampvolle tijden, toen Chris tus' geloovigen als schapen geslacht wer den, herbergden die edelaardige maag den de priesters, spijzigden zij Gods be lijders en onttrokken de bisschoppen aan, de handen der tyrannen» Dat ook de pausen, de hoofden der Kerk, menigmaal bij de heilige Priscilla en bij andere der gelijke god gewij'de maagden geschuild hebben, blijkt genoeg uit de kerkelijke geschiedenis. Zij gingen er groot op, maar in den Heer, die maagden, wanneer zij eenig nut konden bijbrengen aan het lichaam van Christus, dat de Kerk is. Misschien hadden zij gelezen en bewaar den zij het ingeprent in 't geheugen wat de evangelieboeken tot lof van het vrou welijk geslacht verhalen, waar wij iezen dat twee zusters den Verlosser zelf als gast ontvangen hebben, dat andere vrou wen niet slechts de trouwe genooten van. den lijdenden Christus zijn geweest en. Hem tot den berg van Calvariën bege leid hebben, maar ook zijn ontzield li chaam met kostbaar reukwerk hebben ge balsemd en Zijn Graf, dat volgens den profeet heerlijk moest zijn, met hare tra nen hebben besproeid en het maar niet konden verlaten. De vrouwen der eer ste eeuwen verlangden erfgenamen, te zijn van de Apostolische deugden en aan, Gods dienaren diezelfde liefde te be- toonen, welke 7«'j a^n d°n Heer in. eigen persoon weuscliien toe te wijden. Eer BINNENLAND. Onverdachte getuigenissen. Uit een schrijven van de Tariefvereeni- ging ontleenen wij het volgende: Zoodra van onze zijde tegen de theo rieën der Vrijhandalaars argumenten worden aangevoerd,! wordt systematisch schouderophalend beweerd, dat wij het toch mis hebben en niet verder zien, dan onze neus lang isdat ieder wel weet, dat de welvaart in ons Vaderland groot is, evenals in Engeland, dat dit te danken is aan het onoverlrofren vrijhandelstelsel, en dat wij terwille van enkele achterlijke industrieëlen en uilra conservatieve agra riërs, nijverheid en landbouw, handel en scheepvaart willen opofferen, en alles duurder maken. Wij vinden het beter nu eens het woord te geven aan mannen, wier getuigenis stellig ook voor onze tegenstanders van groot gewicht is, in de hoop, dat daar door velen, die uit gewoon ie of traditie zich scharen aan de zijde van hen, die ons a outrance uestrijden, tct nadenken zullen worden gebracht Men hoort zoo vaak, dat wij eene bloei ende nijverheid hebben, en dat wanneer die door een tarief van invoerrechten als het thans aanhangige kunstmatig zal worden uitgebreid, er handen. ;e kort zul len komen voor den landbouw. In de Vergadering van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs van Zaterdag 15 October 1910 zeide de heer H. A. van IJsselsteijn, Directeur-Generaal van den Arbeid, vroeger Adjunct-Directeur der Publieke werken, te Rotterdam, aan het slot zijner voordracht letterlijk het vol gende: „Resumeert men den indruk van de sta tistieken die ik u gegeven heb, dan kan het toch zeker niet ontkend worden, dat, al kunnen wij op menig gebied met groo te voldoening op de ontwikkeling van zoo menige industrie wijzen, een cijfer van pl.nu 300.000 arbeiders, die door de nij verheid gevoed worden, niet wijst op een groote industrieele ontwikkeling. Indien men in aanmerking neemt dat Nederland, sedert de helft der vorige eeuw in zielental verdubbeld is dan houd! de toename der industrieele bevolking slechts nauwelijks gelijken tred met dien aanwas. Het is m.i. niet tegen te spreken, dat er een exces van werkkrachten in ons land is! Niets wijst daarop sterker dan Jaar 1903—1909 bij de meldden 41.791 Nederlandsehe werldie- den." Men weet, dat vóór ruim 30 jaar Duitschland van de zoogenaamde vrijhan- delsrichéing is teruggekomen en de Duit- sche industrie heeft trachten te ontwik kelen o.a. door een tarief van rechten van gelijke strekking als het thans in ons Vaderland aanhangige Tariefontwerp. En onze bestrijders wijzen ons tegen woordig herhaaldelijk op Duitschland, dat juist door dat vóór 30 jaar afwijken van de volgens hen eenig juiste rich ling, thans achterlijk zou zijn en door te groote uitbreiding der Nijverheid economisch 'n gevaarlijke crisis zou doormaken. En als tweede argument legen een tech nisch juister maar hooger tarief van in voerrechten voert men aan dat daardoor gevaar ontstaat voor het verbreken van den vrede Welnu, de correspondent te Berlijn, van „Het Vaderland" schrijf: in zijn blad van Woensdag 27 December 1911, No. 318 (ochtendblad) het volgende: „Berlin ne peut pas"zoo fluisterden enkelen ook dezen zomer, toen de Duit- schers het onmiddellijke oorlogsgevaar tijds zijn er ook in de Kerk oudere vrou wen geweest, welke diaconessen ge noemd werden, voor de opleiding der jongedochters, voor dezer covoeding in het geloof en onderrichting en voor der gelijke godvruchtige werkzaamheden, welke door vrouwen van beproefde deugd verricht werden tot opbouw van het lichaam der Kerk en tot vertroosting der priesters. Wij zien bijkans eenzelfde inrichting der Kerk in deze Vereenigde Provinciën, waar het geduld der geloovige Katholie ken gesard wordt door verschillende ver volgingen, zooveel gevaarlijker, als 2e verlokkelijker zijn voor het vleesch. Gees telijken en leeken samen verduren in Hol land den aanval der zoogenaamde her vormden, en daar is ook geene vrijstel ling voor het vrouwelijke geslacht, dat in dien geestelijken krijgsdienst onderwe zen, met de grootste siandvastigheid des geestes, tegen de hellemacht kamp voert. Waar de katholieke godsdienst in vrij heid bloeit, worden binnen de afsluitin gen der kloosters de godgewijde maag den bewaard, ten einde, vrij van alle lichamelijke smet des bederfs, de bloem der zuiverheid onbevlekt te bewaren en des te veiliger den Bruidegom der maag den te dienen. Maar in Holland zijn de kloosters verbrand, verwoest, wegge vaagd en heel en al uitgeroeid. Ook de abdijen zijn aan wereidsch gebruik prijs gegeven. En de overheden dulden niet, dat er meer dan drie., maagden te zaruen voor oogen ha-Jcl :;i Marine en Financiën zouden een oorlog met Frankrijk en En geland ernstig afgeraden hebben. Later werd deze mededeeling tegengesproken. Wat Marine aangaat, klonk het bericht niet ongeloofwaardig, doch de financieele kracht van Duitschland is in de laats'te veertig jaren ontzettend toegenomen en wordt, naar mijn vaste overtuiging, maar maar al te vaak onderschat. In financieele kringen acht men een oorlog juist voor Duitschland van groot gevaar, omdat het zich na den oorlog van 187071 steeds meer tot een indu strie-staat heeft ontwikkeld. Het onmid dellijk gevolg van het uitbreken van een oorlog zou zijn, dat de m e es tef abrieken stop moesten worden gezet Hoe meer Duitschland zich als indu strie-staat naar voren dringt, hoe grooter de partij, die het uitbreken van een oor log zal trachten tegen te houden." De correspondent van „Het Vader land" is stellig geen voorstander van onze beweging. En toch sterker bevesti ging van wat wij steeds beweren, is wel nimmer gehoord. Eene krachtige industrie maakt niet en kelen, maar het geheele land, ook de zoo genaamd zwakken, sterk, en is een waar borg voor den vrede. Men weet dat vóór meer dan 60 jaar in Engeland, door eigen steenkool- en erts- mijnen en 'n sterk protectionistisch stelsel zich eene industire had ontwikkeld, die over de geh.ele wereld eene goede repu tatie had. Toch begon deze, door de zich in Duitschland en Frankrijk ontwikkelen de industrie, concurrentie te ondervinden. Aanvankelijk traehite men door „dum ping", door het uitkoopen van den bui- tenlandschen concurrent en dezen tot handelsagent in zijn land voor de Britsche industrie aan te stellen, die mededinging den kop in te drukken. Toen dit echter wat al te kostbaar bleek, vond men er wat anders op. Men redeneerde in Enge land als volgt: „Onze nijverheid is be ter ontwikkeld, dan die in Duitsch.and en Frankrijk. Wij hebben dus op de Engel- schc markt geene concurrentie van Duit- sche of Fransche artikelen le vreezen. In Duitschland of Frankrijk zelf is voor ons de toestand echter anders. Daar wor den thans de artikelen nog niet zoo ge maakt als bij ons, maar dank zij de daar geheven invoerrechten, kunnen wij daar niet zoo goedkoop leveren als de inland- sche nijverheid. Deze zal zich daar dus van lieverlede ontwikkelen en volmaken, en tenslotte even goed fabriceeren als wij Daar wij nu op dit oogenblik in ons land die vreemde concurrentie nog niet hebben te vreezen e n op de Duitsche en Fran sche markt, als daar maar geene invoer rechten ons tegenhielden, door onze voor het oogenblik nog betere artikelen liet minder goede inlaadsche product gemak kelijk kunnen verdringen, moeten wij aan dringen op afscha liung van de bescher mende rechten e.i de leer van den vrijen tn ae Qigtfe— Het stelsel van den zoogenaamden vrijen handel werd omhelsd. En de Duitsche in dustrie zag zich in Duitschland haar af zetgebied door Engeland ontnemen, en in België en Frankrijk onderging de nij verheid geen beier lot. Wanneer iets niet uit Engeland kwara, dan deugde het niet, en de Britsche n.jverheid ondervond de „zegeningen van den vrijen handel" en de industrie op het vaste land dreigde ten onder te gaan. Maar Frankrijk en België zagen spoe dig in, dat maatregelen van verweer moes ten worden genomen, Duitschland volgde omstreeks 1879. En Nederland alleen deed niets, verlaagde zelfs in 1877 zijn tarief en rich.te de samenstelling der wet zóó gebrekkig in, dat thans ook de meest besliste vrijhandelaars een technische her ziening van het tarief dringend noodig achten. Thans staat voor de Duitsche, Fransche en Belgische Nijverheid, die zich zoo krachtig ontwikkelde, Nederland open en ...Engeland. In Engeland, dat thans over stroomd wordt met waren van het vaste land, heeft eindelijk de stem des volks ingezonden Mededeelingen. (416) verblijven. Men heeft aan diezelfde god vruchtige dochters om ze uit te jouwen den naam van Kloppen gegeven, op dat zij door het gemeen bespot zouden. Op aanhitsing der predikanten of oude synodaa.mannen worden dagelijks stren gere wetten tegen de godgewijde maag den gemaakt. Menigmaal ook worden er van Tiaar om wille van den godsdienst ballingen. Want de zoogenaamde her vormden kunnen dea geestelijken was dom niet dulden, die opbloeit uit hare aalmoezen, boetewerken, gebeden en uit haar voorbeeldig leven, dat ook aan on ze tegenstrevers genoeg bekend is. Zulke dochters nu worden niet slechts genomen en gekozen uit de gezirjien der volksklasse, maar ook aanzienlijke ka tholieke ouders in deze provinciën stem men gaarne toe, dat zij zich in het vaderlijk huis bescheiden, matig, kuisch en nederig g-dragen en er ten dienste der kerk verblijven. Eenigen hunner huren woningen, opdat daar met meer vrijheid de bijeenkomsten gehouden kunnen worden Anderen maken de alta ren gereed, anderen versieren de heilige gewadenanderen gaan twee of drie maal in de week de huizen der katho lieken langs om de geloovigen te waar schuwen voor het hooren der heilige mis; nog anderen doen des Zondags ca techismus en onderwijzen de jonge lieden, in het geloof, zooals uit een volgend hoofdstuk nvnr Vr' er zal blijken. Een elk eindelijk vervult hare eigen taak VAN HOUTEN'S is bestemd om to worden: bij uitnemendheid. GOED en GOEDKOOP. VOEDEND en GEMAKKELIJK VERTEERBAAR. 1 Kg. 1.50 - 0.80 V4Kcf. 0.4211 yiO.. - 0.18 zich verheven, die vraagt om werk en brood. De Tariff Reform League wordt hoe langer hoe krachtiger en men behoeft geen optimist genoemd te worden, als men voorspelt, dat wellicht reeds over twee of drie jaren, Engeland, dat in het belang van de eigen nijverheid en ten koste van die van het vaste land, de leer van den zoogenaamden vrijhandel uitvond thans, omdat die leer door het buitenland (Nederland voor het oogenblik u: gezon- derd) niet meer wordt beleden, in hel be lang dierzelfde Nijverheid haar ontrouw wordt. Kleine Kapitalistjes. Voor de kleine kapitalisljes hebben we een woord apart, dat vvc met bijzonde ren aandrang uitspreken, schrijft de „Rot terdammer". Tusschen 1 en 15 Februari moeten al le huur-, inkomen-, spaarbank- en exa menkiezers, die nog in den jare 1912 kiezer willen worden, hun slag slaan en Februari a.s. op politieke verovering uit moet. Een enkel tochtje naar de spaarbank is daartoe voldoende. Immers de zaak staat aldus: Spaar bankkiezer is in het nieuwe verkiezings jaar hij, die vanaf 1 Februari 1911 tot 1 Februari 1912 ten minste 50 gulden als zijn eigendom in de spaarbank heeft belegd. Wie dus na Februari van het vorig jaar zijn spaarduitj 2 wegbracht, mag dit jaar niet meer meéstemmen. AAaar nu komt er nog een jaar, het groote jaar 1913. In dat jaar moet elk antirevolutionair inee ten strijde optrek ken. Zulks kan, indien men slechts tijdig op zijn hoede is. Onze kleine kapitalistjes vooral behoo ren thans waakzaam te zjjn. Laat wie uit andere hoofde geen kie zer is vóór 1 Februari vijftig gul den brengen op de Rijkspost- spaarbank, de gemeentel ij ke spaarbank of een b ij zond ere en wel volgens aan ii:h° der oversten of priesters, opdat er zelfs niet de min ste verwarring ontsta tusschen haar on derling. Naar mijn oordeel dan (om overeen komstig de waarheid te getuigen), zou ik niet zonder zeer groote zielsbezorgd- heid zulke dochters, welke volgens mij ne bevinding den echte*', .geest voor de apostolische zending bcitten, tot het ge- meenschannelijke of '*a l°wn willen brengen met ontzaglijke scha de voor de zielen. Want ik weet, dat God in deze provinciën door middel van dergelijke dochters onmetelijke winsten maakt. Daarbij geven de Anostolische Stoel zelf en de Oversten der voornaam ste geestelijke Orden niet nlke-n ver'of, maar zij noodigen er toe uit en keuran het goed, dat de in deugden meest uit stekenden, die zij hebben, zich aan deze missies toewijden. En hetzelfde ziet men bij de bisschoppen gebeuren, die de meest uitgelezen priesters naar deze pro vinciën zenden, opdat deze zich ook met verwisseling van kleederdracht, aan gorden voor het waarlijk apostolische werk. Als wij dan letten op den geest der Kerk en het oordeel van den Hei ligen Stoel, is het plicht te erkennen, dat zulke dochters in Holland standvas tig moeten volhouden, om naar hare krachten aan den droeven toestand der Katholieken te gemoet te komen. P. L D. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5