Liefde en Haat.
BINNENLAND.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courantvan
Zaterdag 30 Dec. no. 677.
Minister Wentholt.
Verschillende bladen yan de linkerzijde
jbebben onze Ministers achtere volgens
fceprezen om hunne uitstekende eigen
schappen.
Heemskerk werd gehuldigd oin zijn
(kundede berde Regouts om hunne .wei-
Sprekendheid en groote zaakkennis; de
Wdarees van $winderen kan bij links geen
«waad doen; voor Colijn had men niets
klan lof; jde Waal Malefijt hetft door da-
men de neerhalende errtielc bij zijn <op-
jreden vernietigd, enz.
5 -tZou geen groote moeite leesten, ?n
§>k>emJezing van )al deze loftuitingen saam
|fce stellen.
Er is .echter één, die bij links geen
!$p>ed kan (doen.
En die [één is Wentholt, de Minister
Aan Marine.
!j( Zijn groofto misdaad is, dat hij van
'rjüen liberaal in een Christelijk Ministerie
^verging.
jf Dat kan men aan ide overzijde piet
petten.
Elke gelegenheid moet daarom .wonden
Aangegrepen om .Wentholt te bestrijden
Spn te verguizen.
r. Wie herinnert zich niet tie ailerake-
•jHgfste tooneelen, die de Kamer verleden
fflakr te vertoon en aanbood ljij bet debat
'lover den vlootpredikant? De linkerzijde
'ideed alles om den Minister zoo onaan
genaam mogelijk te wezen,
t; Thans is Jinks weer één in oordeel
.Over het aangevraagde pantsers chip.
Toot die aanvrage hiervoor yersdveen,
begon men reeds te stoken.
;j" Oeen zakelijke ppposiie werd gevoerd
verre van dat; het pantserschip zou
Aftanden en tegelijkertijd aan bet poli
tieke leven van den Minister een einde
'maken.
Het besluit (om de aanvrage in Februari
ts behandelen, .werd genoemd „uitstel van
executie".
Want men had hooien verluiden, naar
liet „Vad." thans vertelt, (dat „n et alleen
;{de geheele linkerzijde, maar ook
'eenige leden yan rechts tegen het voor
gestelde schip waren."
Let .wel: de geheele linkerzijde.
In zuiver technische quaesties, als de
bewapening en de vaartsnelheid .van een
schip, wordt dus niest één ter linkerzijde
'gevonden, die den Minister steunt.
Wel merkwaardig, dat links, ,anders op
jdefensiegebied zoo verdeeld, hier één ïijn
trekt
Dc politiek Jigt er duimen dik op.
V Hoe zit dat ook weer?
Hebben .we 't mis, of ijverde de z.g.u.
]H er vorming voor het vrije onderzoek,
lit.iwelk door de Katholieke Kerk heette
Onderdrukt te .worden?
Hebben we het mis, of staan de hc-
Idendaqgsche Protestanten nog op dat
standpunt?
We stellen deze vragen, wijl het ge
val Jatho ons meer en meer het spoor
bijster maakt.
Na de uitspraak van hei £pruchcollegi-
um, dat den bekenden Keulschen pre
dikant Jatho buiten de Protestantsche
kerk zette, heeft deze in Keulen tot zijn
vrienden en aanhangers gesproken in za
len.
Maar sedert .eenigen tijd wordt Item
idit onmogelijk gemaakt. Onder den in
vloed van allerlei niet te contToleetfen
Smachten, zoo .wordt uit Keulen gemeld,
hebben de eigenaars van zalen gewei
gerd, die voortaan te verhuren .voor
voordrachten van jatho. De Evangelisch-
Sibcrale gemeente heeft toen aan liet ge-
jineentebestuur gevaagd, om een zaal jn
(den .Giirzenich daarvoor te mogen hu
ren. Doch het stadsbestuur heeft dit
om principieele redenen geweigerd.
Onder zulke omstandigheden, zegt de
„Frankf. Ztg." zal het optreden van Ja
tho te Keulen wel onmogelijk gemaakt
worden.
Zeg dat .wel, „Frankf. Ztg."
j Van verdraagzaamheid getuigt het ge-
•Stook tegen jatho allerminst en waar den
FEUILLETON.
f ROMAN UIT .WESTFALEN.
"25)
Met tfit voornemen bezield kiauteide
•hij hit den boom en zag zijn schapen
Ui a.Alles was Ju orde; slechts Prins was
'jvan de kudde afgedwaald. .Tamelijk on-
Zacht dreef Hendrik hem naar zijn plaats
fterug, zich niet storend aan de valsche
streken van den onwillige.
Ginds kwam Jan Kas per, een knecht
..op den Schoutenhof, door de heide. Hen
drik stond met hem op goeden voet en
•kon het heel best met hem vinden, want
f-iwas .een vent, waarmede men kon
opschieten.
£i „Wat ga je doen?"
„De plaggen schoffelen", gaf de knecht
ten antwoord. „Ga je mee?"
Hendrik schudde het hoofd; hij had
•(Vandaag geen zin. Trees zou aanstonds
.voorbijkomen om de koeien te melken en
'dan .wilde hij haar direct .vertellen, wat
bij had afgeluisterd.
„Dan niet", meende Jan, en keerde
zich om. Plotseling viel hem iets te
binnen .en kwam hij terug.
socialisten .wordt toegestaan hun leerin
gen te .verkondigen dient zulks dezen
predikant niet belet tenzij door zijn
wettige overheid.
Maar /s zoo i ets wel jn overeenstem
ming niet do Protestantsche vrijheid?
Of (durft '(men zelf de .consequenties dier
vrijheid niet langer aan?
Wij vragen maar en verwijzen belang
stellenden naar het glasheldere boekje,
dat Pater H. Ermann S. J. aan het geval
Jatho .wijdde. („Een dominé voor het
scheidsgerecht" is de titel.)
De Week
in het Buitenland.
„J ah re kommen und vergehen" (Heine)
De jaren komen en vergaan. Bijna Js weer
een jaar met al zijn wirwar (van gebeurte
nissen voorbijgegaan, zijn duizenden tafe-
reelen snel als kinematograaf beelden ons
oog voorbijgetrild, nalatend een vage
impressie. (Heengesneld js het als op de
vlagen van ,een stormwind^ al reiden zich
de dagen slechts bij traagzame seconden
aaneen. En vooral in deze Jaatste .week
des jaars kwam de machtige jndruk van
de snelheid des tijds met meor duidelijk
heid over ons. Nauw hebben we het
beieren der Kerstklokken hooren ver
klinken, .of ,vve meenen reeds het kraken
te vernemen van den ophang der Oude-
jaarsdoodsklok, die aanstonds zal geluid
worden. Niet traag als een afgeleefd grijs
aard, maar vlug nog als een jongeling-
vliedt het oude jaar heen, als .was het
blij, dat ,er een einde aan gekomen is.
En geen .wonder, want niet veel aan
lokkelijks heeft het mogen zien, maar .wel
verschrikkingen, oproer en oorlog, pest
en hongersnood hier en daar, angstige
spanning overal.
Ook het .einde is er, jn de week waar
in het „vrede op aarde" .weerklonk, niet
beter op geworden Kanonnen braken
dood ;en verderf over het land van Tripo-
lrtanië en deden de bloedbesmeurde
krijgers met misvormde ledematen zich
wentelen jn het brandende Afrikaansche
zand. Geen verandering brachten daar
de vredefeesten, noch het naderend einde
van het jaar. Vooc hen Js het immers nog
geen tijd, de balans op te maken, daar
de rekening .voor hen zoo moeilijk te
vereffenen valt, .wijl geen van beiden van
geen toegeven .weten wil.
Zoo min als in het Engelsche katoen-
bedrijf, .waar men weer eens te meer
voor een ontzaglijke crisis staat. Terwijl
in andere stakingsgebieden van Enge
land, dank zij de bemoeiingen van den
vredebrengenden Askwith, de geschillen
zijn bijgelegd, dreigt het daar om een
onnöozelc reden tot een heftigen .strijd te
zullen komen. H^t blijft er de (oude vraag
van de macht der oude .Trade .Unions,
die de vertegenwoordigers van alle ar
beiders willen zijl». En om dit te be
reiken js geen middel hun bollig. (Wat zij
is ,een ander gemeen en om mens cl tol ijk
zouden schelden, volvoeren zij zelf. Uit
hun brood stooteu van hen, die zich niet
willen aansluiten bij de machtige bonden.
Twee arbeiders aan een fabriek waren
ongeorganiseerd, en nu eischtcn de overi
gen hun ontslag of dreigden met staking.
De patroons zwichtten hiervoor niet, maar
antwoorden als organisatie tegenover or-
nisatie, met .uitsluiting. Zoo staan nu
160.000 wevers op straat en weldra zullen
de spinnerijen, .wier werk met dat der
weverijen staat of ligt, hieraan jnoeten
mededoen, waardoor nogmaals 150.000
mensclien .werkloos zullen zijn. En dat
qp het oogenblik, dat het katoenbedrijf
een bloeitijdperk .was ingetreden, als Jict
in Jang niet gekend had, terwijl vele fa
brieken volop winstgevende bestellingen
hadden. Nu zullen die, als niet spoedig
een goede oplossing voor de kwestie
gevonden .wordt, .wegvloeien naar andere
landen. Gok ons land zal er .wellicht zijn
profijt van hebben, maar Lancashire zal
er een iloodelijken knak door krijgen.
In het (Hemelscho Rijk schijnen de Jaai-
ste dagen van het jaar ook de laatste
stooten te- zullen geven aan de wanke
lende troon tier Mantsjoe-dynastic. Had
Joeansjikai gedacht niet gedeeltelijk toe
geven ider .cischen van de revolutionairen
een voor den opstand doodelij'k uitstel
te kunnen krijgen, van hun kant hebben
„Kan je wel geschreven letters Jezen?"
Hendrik lachte. „Natuurlijk kan ik dat",
zei Jiij niet trots.
Jan haalde uit den zak van zijn kiel
een verfrommeld stuk papier te voor
schijn.
„Zachtjes, (Hendrik, de boer heeft me
gezegd, dat ik binnenkort als bruilofts-
noodiger uit moet. Hij heeft voor mij
opgeschreven, wat ik daarbij zeggen moet
Omdat hij echter zoo slecht schrijft, kan
ik het niet goed ontcijferen. Lees jij mij
au .eens duidelijk voor, wat er staat."
De jonge schaapherder bedacht zich
even. (Hij kan ,er wel ,wat mee verdienen.
Hij .was wel niet op de duiten gesteld
als (de duivel op ?n ziel, doch zoo'n kansje
om jets extra te hebben, liet lui niet
onbenut voorbijgaan.
„Dat wil ik wel doen", zei Hendrik,
„maar je moet er mij >wat voor geven.
Dan Jielp ik je net zoo lang, tot je de
boodschap yan buiten kent."
Jan was in ,een Jeelijke positie geraakt.
Van lezen wist hij niet veel af; hij was
al blij, als hij de gebeden in zijn kerk
boek kon volgen. Aan den anderen kant
ging 'thein aan 'thart geld te moeten
missen, al was 'tdan ook maar jenkele
penningen.
„Ik zal je twee penning geven", ant
woordde hij ten faalste met grootmoe
digheid,
dezen den schrandere» zei van den diplo
maat -doorzien .en met des te meer energie
hielden zij jm hun eisch lot invoering
eener republiek vast. De laatste berichten
wijzen er op, dat we nu aan het laatste
stadium van de revolutie zijn gekomen.
De volgelingen van Dr. Sun-jat-sen, dien
zij tot president van de door hen gepro
clameerde republiek hebben uitgeroepen,
zullen voor hun ideaal overwinnen of in
den strijd ten onder gaan. Het is nu
nog maar de vraag, of de huidige regee-
ring het tot denVstrijd tot het uiterste
zal laten komen t>f, zooals zij beloofde,
wanneer de volkswil zich zou uitgespro
ken hebben (en dat is dan toch Inu ge
schied), de plaats zal ruimen voor haar
opvolgster. En dan, zal de republiek het
verwachte goed brengen? Met het oog
op .wat andere republieken ons te zien
gaven, Js twijfel te verklaren. Maar toch,
de jaren, die komen en vergaan, gullen
het ons leer en.
„Jahre kommen und vergehen". Nog
weinige oogenblikken scheiden ons van
het oogenblik, waarop we van het .Oude,
dat we gaarne zien gaan, omdai het ons
zooveel goeds niet brachl, zül.en afscheid
nemen, om het Nieuwe, waarvan .vve alles
hopen, met open armen te verwelkomen.
Het idoodiSjgelüi'over den gestorvene zal
voor ons veranderen in vreugdeklanken
ter verwelkoming van den nieuwgebo
rene, die ons voor het raadsel van het
nog onbekende stelt
Laten we hopen, dat dit onbekende
alles voor ons b^vat, wat wij .wenschen,
en daarom, mijne lezers, zij u .van harte
toegewenscht een „Zalig Nieuwjaar".
.V.
Weekpr aatje.
Zoo'n .week gaal toch verbazend gauw
voorbij. Et was in deze streken niet veel
van te merken, geloof ik, dat de Tweede
Kerstdag niet meer verplichte feestdag
voor de Katholieken was. In Brabant
schijnt het op dommige plaatsen anders
gegaan te zijn. Dat blijkt uit de proces
verbaals, die tegen eenige werkgevers te
Eindhoven ,en .Breda door de rijkspolitie
zijn opgemaakt, omdat die menschen in
het openbaar arbeid Helen verrichten. Eer
gisteren liebt ge in de courant een ver
klaring van dat optreden kunnen Jezen.
Misschien hebt ge het overgeslagen. In
elk geval is het, dunkt me, de moeite
waard om daarover nog 'ns wat te pra
ten, want dat muisje zal een staartje
hebben. Volgens de Zondagswet van 1815
is alio openbare arbeid op algemeen er-
kende .Christelijke feestdagen verboden.
Nu is het de vraag, of na hetPauselijk
besluit ook .tweede Kerstdag, tweede
Paaschdag, tweede Pinksterdag nog tot
de algemeen erkende Christelijke feestda
gen gerekend- moeten worden. De Ka
tholieke hoogleeraai" aan de faculteit der
rechtsgeleerdheid der gemeentelijke uni
versiteit te Amsterdam, prof. Struycken
antwoordt in een artikel in „De Tijd"
beslist; neen. De Katholieken, zoo zegt
deze geleerde, kunnen op die dagen open
baren arbeid verrichten, zonder dat ze
daardoor de Zondagswet overtreden, zon
der dat ze behoeven te vreezen met de
politie in aanraking te komen. En dat
schijnt ook heel natuurlijk. Neem Goeden
Vrijdag. Die dag wordt door de Protes
tanten als feestdag gevierd, door de Ka
tholieken niet, is daarom nooit tot de
algemeen erkende Christelijke feestdagen
gerekend, zoo min als bv. de Katholieke
feestdag Allerheiligen. Tweede Kerstdag,
tweede Paaschdag, tweede Pinksterdag
komen nu, zoo redeneert men, na het
Pauselijk besluit, in hetzelfde geval te ver-
keeren als Goede Vrijdag. Het is toch
voor .een ieder duidelijk, dat dagen, die
door een zoo talrijk deel van de Christe
nen als de Katholieken, niet meer als
verplichte feestdag gevierd worden, niet
meer kunnen gerekend worden tot ajge-
meen erkende Christelijke kca.i,.0c,i.
Anderen verk..„^igen .ccluer een aan
de vorige tegenovergestelde opinie/Zij
zeggen, dat de Zondagswet van toepas
sing is niet op die dagen, .welke thans
algemeen erkende Christelijke feestda
gen zijn, maar welke dat waren, toen de
wet .werd uitgevaardigd jn 1815. Toen be-
Hendrik begon weer te lachen. „Ik
zal me druk maken voor 2 penningen."
Hij keerde zich am en wilde vvegloopcu.
„Doe je het voor drie penningen?"
„Nog te weinig, hou ze maar!"
Jan .was teleurgesteld, „Hè, ,wat ben
je duur. Wat moet zoo'n snotneus van
'n jongen met geld doen?"
„Geld wil ik ook niet hebben, doch
wel ,een beetje tabak", zei Hendrik hierop.
„W,at! ,Wil je tabak hebben? Ben je
heelemaal gek, jongen? (Wat moet 'je met
tabak doen?"
„Rooiken", gaf Hendrik heel kalmpjes
ten antwoord.
Jan schudde verbaasd het hoofd. „De
jongen Is dertien jaar oud en wil nou
al .rooken. Dat kan niemand begrijpen."
Nu .weid 't Hendrik ïe machtig. „Hou
je tabak en Jaat mij met rust. Maar ik
vertel op den hof, dat jij nog niet eens
geschreven letters kunt lezen."
Daar zat Jan thans met de gebakken
peren. Hij was geen stap vooruitgegaan
en zou bovendien nog worden bespot
De tabak kostte hem niets; af en toe
kreeg hij wat cadeau en dat bewaarde
hij in 'n zak, -die van een varkensblaas af
komstig was. Deze zak haalde hij uit zijn
kiel (te voorschijn en schudde den in
houd in Hendriks pet leeg. Hendrik
dankte en de vrede was hersteld.
Jan (be;h<>efde zich niet /neer met heen-
de tweede Kerstdag, en de bo
vengenoemde andere dagen daaronder.
Dus deze dagen vallen nu ook onder de
Zondagswet.
Volgens de laatste meening handelde
de rijkspolitie dus volgens de wet, toen zij
proces-verbaal opmaakte, 't Is echter
laten we dat er bij zeggen een opinie,
die wij slechts door 'n enkelen hebben
hooren verdedigen. Nu zal het ons benieu
wen, welke uitspraak <de rechter zal doen.
Mij kwam ter oore voor de waarheid
sta ik niet in dat .er bij de regee
ring zooveel vragen waren ingekom-en,
hoe de politie op tweeden Kerstdag moest
optreden, dat de ministers een minis
terraad hebben gehouden op Zondag
voor Kerstmis. Er werd me ook verteld,
dat zij tot geen definitief besluit zi£i
gekomen en het aan de politie-autori-
teiten hebben overgelaten.
Er js van de week een nieuwe bloem
op den Nederlandschen bodem gegroeid.
Wel een rare tijd-, midden in den
winter; het is ook 'n rare bloem. De
lezers weten dat er op den 30sten April
een tubercülosebloem werd verkocht,
welker opbrengst besteed werd ter be
strijding van de tuberculose hier te
lande. Nu werd dat bloempje „Juliana-
bloem" genoemd, omdat de verkoopdag
tevens de verjaardag was van het Prin
sesje. Dat vonden de socialisten ver
schrikkelijk. Maar het is bijna niet te
gelooven jts de Ned. Centrale (Vereeni-
ging tet bestrijding der tuberculose
voor die verontwaardiging van roode
zijde bezweken? Men heeft zich tot H-
M. de Koningin-Moeder gewend met het
verzoek de bloemen te mogen noemen
naar haar, die zich aan het hoofd van
de bestrijding der tuberculose hier te
lande heeft gesteld en ook het eerste
sanatorium heeft gesticht, en dus aan
de bloem den naam te mogen geven
van „Emma-bloem". De bloem zal nu
verkocht .worden op den datum, waarop
de Koningin in 1879 haar officieelen in
tocht (in de hoofdstad deed, namelijk 21
April, met dien verstande, dat, wanneer
die datum op Zondag valt (zooals dit
jaar het geval zal zijn) de 22ste April
hiervoor in de plaats treedt.
Nogmaals: Is men voor de socialisti
sche drijverij bezweken, en op de vlucht
gegaan? Eerlijk gezegd, men is niet pal
op zijn stuk blijven staan, vind jk. Emma-
bloem! 'tis een mooi idee, een mooie
naam, dat ïs waar. Maar men had geen
centimeter moeten wijken voor dat klein
geestig geschreeuw van rooie zijde. En
ofschoon men gelukkig een Oranje-
naam heeft behouden, Juliana-bloem
moest de naam gebleven zijn van de
tuberculose-bloem
Eerst terugkrabbelen en dan weer een
halve sjag naar rechts is een niet erg
sympathiek gedoe, 't Is jammer dat we
het zeggen moeten, maar het Js niet an
ders.
Met meer onverdeelde sympathie, of
liever met louter sympathie, hebben vve
kennis genomen van het besluii, dat de
Vereen iging voor Roomsch-Katholieke
Herstellingsoorden voor longlijders en
zwakke kinderen heeft genomen. Zij heeft
machtiging gegeven om een geldleening
aan te gaan, teneinde te komen lot de
oprichting van een sanatorium te Groes-
beek. Roonische charitas op lichamelijk
gebied, (Roomsche charitas ook op gees
telijk gebied. Jk stond verwonderd, toen
ik deze week in een circulaire van de
Apologetische (apologie f= geloofsverde-
dlging) Vereenigtng las, dat bij een co
mité, dat zich daartoe gevormd had, meer
dan vijfhonderd vragen van andersden
kenden .waren ingekomen oin inlichtingen
betreffende onzen godsdienst. Dat is een
heerlijk werk. Graag zou ik daar nog
wat over praten, maar nu niet meer. Ik
vind het zoo een mooi einde van het jaar.
Aan mijne praatgenooten den veel-
zeggenden of liever alles - zeggenden
wensch„Zalig Nieuwjaar".
Ziekte- en Radenwet.
In aansluiting met jde mededeeling dat
door het Bureau voor de R. K- .Vakorga
nisatie en R. K- Werklieden-Vereenigin-
gen een adres is gericht tot den minister
van L., H. en N. en aan de leden van de
Tweede Kamer, waarin zij naast hun in
genomenheid met de ziekte- en radenwet
ook eenige bezwaren piten, geven wij
hier een resumé, van dat gedeelte van
het adres, waarin die bezwaren vervat zijn
Er wordt voorgesteld:
In verband met de ingewikkelde ver
houdingen dier bedrijven en het over-
groote contingent werklieden, dat daar
steeds in losvasten dienst werkt en van
de uitkeering verstoken zou zijn, alsnog
in de Radenwet le bepalen, dat voor Ha
ven-, Dok- en (Veembedrijven een afzon
derlijke Raad van Arbeid zal worden op
gericht, die tevens ide verzekering der
losse arbeiders zal hebben te beheeren;
aan arbeiders, in dienst van publiek
rechtelijke lichamen, minstens dezelfde
uitkeering te waarborgen als bij de Ziek
tewet zal zijn bepaald;
In de wet op te nemen het geheele
Tramwegpersoneel en het $poorwegepr-
soneel der GentTerneuzen en Meche-
len—Terneuzen Spoorwegmaatschappijen
benevens het personeel der overige spoor
wegen in Nederland, dat niet jn vasten
dienst is opgenomen;
in art. 19 (der Ziektewet ïe bepalen, dat
gezinshoofden en kostwinners, vallende
onder de drie laagste loonklassen, van
premiebetaling geheel of gede-Lelijk zijn
vrijgesteld eii de kosten, hierdoor veroor
zaakt, te laten jdragen door den staat;
in art 31 (1) der Ziektewet te bepalen
dat in alle districten het ziekengeld be
draagt 70 pet. van het gemiddelde van
het dagloon;
in art. 40 der Ziektewet het recht op
uitkeering, alsnog een maand na het ein
digen der verzekering toegekend bij
onvrijwillige werkloosheid te bepalen
op de volle uitkeering, gedurende hoog
stens 180 dagen .en hèt recht op die uit
keering voor langer termijn toe te ken
nen, naarmate langer dan twee maanden
premie is betaald.
in art. 47 (der Ziektewet .een zoodanige»
regeUng te treffen, dat het bedrijfs-ziek-
tengevaar niet ten Jaste l/omt der arbei
ders. door de premiën. volgens gevaren-
klassen in verband met het bedrijfs-ziek-
tengevaar, vast te stellen en dat het ge
wone ziektengevaar als criterium wordt
gesteld voor het vaststellen der bijdra
gen van de arbeiders.
De overplaatsing der administratie van
de zoogenaamde kleine ongevallen naar
die der ziekenkassen wordt ten zeerste
toegejuicht, maar een principieel bezwaar
bestaat tegen de overplaatsing der gel
delijke schadeloosstelling voor ongeval.en
van de Rijksverzekeringsbank 'naar de zie
kenkassen.
Met het oog op het risico, wordt een
centraal verband voor wat het financieel
gedeelte der verzekering betreft, tusschen
de verschillende ziekenkassen, tot op ze
kere hoogte wenschelijk geacht. In ge
schillen, rakende geldelijke uitkeering
wordt op beslissing bij kort geding aan
gedrongen.
Een uitvoerige memorie van toelich
ting vergezelt het adres.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Zitting van Vrijdag 29 December.
(Vervolg).
Aan cle orde is de Indische Be-
g r ooti n g.
De heer Kraus (U.L.) betoogt, dat op
meer doeltreffende wijze moet worden
voorzien jn het tekort aan Jndaschc inge
nieurs dan door uitzending van ingenieurs
met hooger tractement. Het toetredeu
tot het corps moet aantrekkelijker .worden
gemaakt. Vervolgens wijst spr. op hot
tekort aan Indische mijn-ingenieurs en
schrijft dit o.a. toe aan de onvoldoende
opleiding van geologen aan de technische
hoögeschool.
Lc h: - W'clijcr (A.R.) brengt den
Gouverneur-Generaal en den Minister van
Koloniën dank voor hetgeen zij tot dus
ver gedaan hebben voor 't chrisielijk"
onderwijs ,en voor heigeen zij toegezegd
hebben, daarvoor nog te zullen doen.
toch acht het meer dan tijd dat op 't
gebied van het christelijk onderwijs eens
gaan te haasten. H'j het de uitnoodi-
ging ter bruiloft .eerst zeer duidelijk voor
lezen. 'tWas een lang stuk en bedroefd
keek hij voor zich. Zoo'n eeuwig lang
ding moest liij ,uit z'n hoofd leerenHij
moest het zelfs zeer goed kennen; an
ders bleef hij er in steken! O, hoere-
metijd! geen rozen zonder doornen. De
waardigheid van een bruiloftsnoodiger
was hoog en eervol, maar dat leeren!
Hij had het zijn leven Jang in 't diepst
van zijn binnenste verafschuwd. Nnnioest
hij (door den zuren appel bijten.
Met kennersblikken keek Jan vervol
gens naar de mooie kudde schapen. Hij
had Jang genoeg schapen gehoed om er
verstand van te hebben. „Mooie (dieren",
oordeelde hij.
„Dat mag jc met recht zeggen!" ant
woordde (Hendrik. „Kijk maar eens paar
onzen Prins. Is dat geen bok, als hij
zoo (fier opstaat?"
„Warrachies", prees de Joiccht, „dat-'s
een flinke ram. Me dunkt, hij zal mij
wel kunnen dragen."
„Probeer het maar 'ns."
Hendrik lachte in zijn vuistje, 't Was
een Jumineuse inval, want J>rins zou met
den zwaren Jan op zijn rug zeker hier
of daar 'n dollen streek uithalen; hij
was er grillig genoeg voor.
Jan was niet bang. ;Hij Jiet Prins blaten
en gat hem .ceu ,du\v om htm om te
draaien. Prins draaide zich om, echter
naar eigen inzichten. Met een paar
sprongen was hij achter Jan, nam een
kleinen aanloop en... bons... Jan lag
languit jn de heide. (Hij schreeuwde even
van pijn en opstaande, spuwde het zand
uit den mond, dat hij bij den val naar
binnen gekregen had, en betastte de ge
kwetste plaatsen op zijn rug. 't Scheen
te zijn aangekomen. „Zoo'n ellendig
dier", schimpte hij.
Hendrik stond te schudden van het
lachenzoodat tranen over zijn wan
gen biggelden. Zijn gelaat was pur
perrood. jan krabbelde op en verliet
toornig do kampplaats.
Na het vertrek van Jan moest Hei1"
driik nog tamelijk lang wachten, alvorens
Trees kwam, die vandaag later was dan
gewoonlijk. Eindelijk zag hij in de verte
haar groote witte muts. .Toen zij naderbij
was gekomen, bemerkte Jiij, dat ze niet
zoo opgeruimd was als anders. Donkere
trekken benevelden haar gelaat en zorgen
schenen baar te drukken. De onervaren
Hendrik begreep er echter niet veel van.
Hij vond het buitengewoon gewichtig.
Trees het nieuws te kunnen vertellen,
dat hij in den boom van den ouden
Plemping en Karei had afgeluisterd en
hij wachtte daarom niet Jaug met zijn
verhaal.
(Wordt vervolgd),