Liefde en Haat. BINNENLAND. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courantvan Zaterdag 30 Dec. no. 677. Minister Wentholt. Verschillende bladen yan de linkerzijde jbebben onze Ministers achtere volgens fceprezen om hunne uitstekende eigen schappen. Heemskerk werd gehuldigd oin zijn (kundede berde Regouts om hunne .wei- Sprekendheid en groote zaakkennis; de Wdarees van $winderen kan bij links geen «waad doen; voor Colijn had men niets klan lof; jde Waal Malefijt hetft door da- men de neerhalende errtielc bij zijn <op- jreden vernietigd, enz. 5 -tZou geen groote moeite leesten, ?n §>k>emJezing van )al deze loftuitingen saam |fce stellen. Er is .echter één, die bij links geen !$p>ed kan (doen. En die [één is Wentholt, de Minister Aan Marine. !j( Zijn groofto misdaad is, dat hij van 'rjüen liberaal in een Christelijk Ministerie ^verging. jf Dat kan men aan ide overzijde piet petten. Elke gelegenheid moet daarom .wonden Aangegrepen om .Wentholt te bestrijden Spn te verguizen. r. Wie herinnert zich niet tie ailerake- •jHgfste tooneelen, die de Kamer verleden fflakr te vertoon en aanbood ljij bet debat 'lover den vlootpredikant? De linkerzijde 'ideed alles om den Minister zoo onaan genaam mogelijk te wezen, t; Thans is Jinks weer één in oordeel .Over het aangevraagde pantsers chip. Toot die aanvrage hiervoor yersdveen, begon men reeds te stoken. ;j" Oeen zakelijke ppposiie werd gevoerd verre van dat; het pantserschip zou Aftanden en tegelijkertijd aan bet poli tieke leven van den Minister een einde 'maken. Het besluit (om de aanvrage in Februari ts behandelen, .werd genoemd „uitstel van executie". Want men had hooien verluiden, naar liet „Vad." thans vertelt, (dat „n et alleen ;{de geheele linkerzijde, maar ook 'eenige leden yan rechts tegen het voor gestelde schip waren." Let .wel: de geheele linkerzijde. In zuiver technische quaesties, als de bewapening en de vaartsnelheid .van een schip, wordt dus niest één ter linkerzijde 'gevonden, die den Minister steunt. Wel merkwaardig, dat links, ,anders op jdefensiegebied zoo verdeeld, hier één ïijn trekt Dc politiek Jigt er duimen dik op. V Hoe zit dat ook weer? Hebben .we 't mis, of ijverde de z.g.u. ]H er vorming voor het vrije onderzoek, lit.iwelk door de Katholieke Kerk heette Onderdrukt te .worden? Hebben we het mis, of staan de hc- Idendaqgsche Protestanten nog op dat standpunt? We stellen deze vragen, wijl het ge val Jatho ons meer en meer het spoor bijster maakt. Na de uitspraak van hei £pruchcollegi- um, dat den bekenden Keulschen pre dikant Jatho buiten de Protestantsche kerk zette, heeft deze in Keulen tot zijn vrienden en aanhangers gesproken in za len. Maar sedert .eenigen tijd wordt Item idit onmogelijk gemaakt. Onder den in vloed van allerlei niet te contToleetfen Smachten, zoo .wordt uit Keulen gemeld, hebben de eigenaars van zalen gewei gerd, die voortaan te verhuren .voor voordrachten van jatho. De Evangelisch- Sibcrale gemeente heeft toen aan liet ge- jineentebestuur gevaagd, om een zaal jn (den .Giirzenich daarvoor te mogen hu ren. Doch het stadsbestuur heeft dit om principieele redenen geweigerd. Onder zulke omstandigheden, zegt de „Frankf. Ztg." zal het optreden van Ja tho te Keulen wel onmogelijk gemaakt worden. Zeg dat .wel, „Frankf. Ztg." j Van verdraagzaamheid getuigt het ge- •Stook tegen jatho allerminst en waar den FEUILLETON. f ROMAN UIT .WESTFALEN. "25) Met tfit voornemen bezield kiauteide •hij hit den boom en zag zijn schapen Ui a.Alles was Ju orde; slechts Prins was 'jvan de kudde afgedwaald. .Tamelijk on- Zacht dreef Hendrik hem naar zijn plaats fterug, zich niet storend aan de valsche streken van den onwillige. Ginds kwam Jan Kas per, een knecht ..op den Schoutenhof, door de heide. Hen drik stond met hem op goeden voet en •kon het heel best met hem vinden, want f-iwas .een vent, waarmede men kon opschieten. £i „Wat ga je doen?" „De plaggen schoffelen", gaf de knecht ten antwoord. „Ga je mee?" Hendrik schudde het hoofd; hij had •(Vandaag geen zin. Trees zou aanstonds .voorbijkomen om de koeien te melken en 'dan .wilde hij haar direct .vertellen, wat bij had afgeluisterd. „Dan niet", meende Jan, en keerde zich om. Plotseling viel hem iets te binnen .en kwam hij terug. socialisten .wordt toegestaan hun leerin gen te .verkondigen dient zulks dezen predikant niet belet tenzij door zijn wettige overheid. Maar /s zoo i ets wel jn overeenstem ming niet do Protestantsche vrijheid? Of (durft '(men zelf de .consequenties dier vrijheid niet langer aan? Wij vragen maar en verwijzen belang stellenden naar het glasheldere boekje, dat Pater H. Ermann S. J. aan het geval Jatho .wijdde. („Een dominé voor het scheidsgerecht" is de titel.) De Week in het Buitenland. „J ah re kommen und vergehen" (Heine) De jaren komen en vergaan. Bijna Js weer een jaar met al zijn wirwar (van gebeurte nissen voorbijgegaan, zijn duizenden tafe- reelen snel als kinematograaf beelden ons oog voorbijgetrild, nalatend een vage impressie. (Heengesneld js het als op de vlagen van ,een stormwind^ al reiden zich de dagen slechts bij traagzame seconden aaneen. En vooral in deze Jaatste .week des jaars kwam de machtige jndruk van de snelheid des tijds met meor duidelijk heid over ons. Nauw hebben we het beieren der Kerstklokken hooren ver klinken, .of ,vve meenen reeds het kraken te vernemen van den ophang der Oude- jaarsdoodsklok, die aanstonds zal geluid worden. Niet traag als een afgeleefd grijs aard, maar vlug nog als een jongeling- vliedt het oude jaar heen, als .was het blij, dat ,er een einde aan gekomen is. En geen .wonder, want niet veel aan lokkelijks heeft het mogen zien, maar .wel verschrikkingen, oproer en oorlog, pest en hongersnood hier en daar, angstige spanning overal. Ook het .einde is er, jn de week waar in het „vrede op aarde" .weerklonk, niet beter op geworden Kanonnen braken dood ;en verderf over het land van Tripo- lrtanië en deden de bloedbesmeurde krijgers met misvormde ledematen zich wentelen jn het brandende Afrikaansche zand. Geen verandering brachten daar de vredefeesten, noch het naderend einde van het jaar. Vooc hen Js het immers nog geen tijd, de balans op te maken, daar de rekening .voor hen zoo moeilijk te vereffenen valt, .wijl geen van beiden van geen toegeven .weten wil. Zoo min als in het Engelsche katoen- bedrijf, .waar men weer eens te meer voor een ontzaglijke crisis staat. Terwijl in andere stakingsgebieden van Enge land, dank zij de bemoeiingen van den vredebrengenden Askwith, de geschillen zijn bijgelegd, dreigt het daar om een onnöozelc reden tot een heftigen .strijd te zullen komen. H^t blijft er de (oude vraag van de macht der oude .Trade .Unions, die de vertegenwoordigers van alle ar beiders willen zijl». En om dit te be reiken js geen middel hun bollig. (Wat zij is ,een ander gemeen en om mens cl tol ijk zouden schelden, volvoeren zij zelf. Uit hun brood stooteu van hen, die zich niet willen aansluiten bij de machtige bonden. Twee arbeiders aan een fabriek waren ongeorganiseerd, en nu eischtcn de overi gen hun ontslag of dreigden met staking. De patroons zwichtten hiervoor niet, maar antwoorden als organisatie tegenover or- nisatie, met .uitsluiting. Zoo staan nu 160.000 wevers op straat en weldra zullen de spinnerijen, .wier werk met dat der weverijen staat of ligt, hieraan jnoeten mededoen, waardoor nogmaals 150.000 mensclien .werkloos zullen zijn. En dat qp het oogenblik, dat het katoenbedrijf een bloeitijdperk .was ingetreden, als Jict in Jang niet gekend had, terwijl vele fa brieken volop winstgevende bestellingen hadden. Nu zullen die, als niet spoedig een goede oplossing voor de kwestie gevonden .wordt, .wegvloeien naar andere landen. Gok ons land zal er .wellicht zijn profijt van hebben, maar Lancashire zal er een iloodelijken knak door krijgen. In het (Hemelscho Rijk schijnen de Jaai- ste dagen van het jaar ook de laatste stooten te- zullen geven aan de wanke lende troon tier Mantsjoe-dynastic. Had Joeansjikai gedacht niet gedeeltelijk toe geven ider .cischen van de revolutionairen een voor den opstand doodelij'k uitstel te kunnen krijgen, van hun kant hebben „Kan je wel geschreven letters Jezen?" Hendrik lachte. „Natuurlijk kan ik dat", zei Jiij niet trots. Jan haalde uit den zak van zijn kiel een verfrommeld stuk papier te voor schijn. „Zachtjes, (Hendrik, de boer heeft me gezegd, dat ik binnenkort als bruilofts- noodiger uit moet. Hij heeft voor mij opgeschreven, wat ik daarbij zeggen moet Omdat hij echter zoo slecht schrijft, kan ik het niet goed ontcijferen. Lees jij mij au .eens duidelijk voor, wat er staat." De jonge schaapherder bedacht zich even. (Hij kan ,er wel ,wat mee verdienen. Hij .was wel niet op de duiten gesteld als (de duivel op ?n ziel, doch zoo'n kansje om jets extra te hebben, liet lui niet onbenut voorbijgaan. „Dat wil ik wel doen", zei Hendrik, „maar je moet er mij >wat voor geven. Dan Jielp ik je net zoo lang, tot je de boodschap yan buiten kent." Jan was in ,een Jeelijke positie geraakt. Van lezen wist hij niet veel af; hij was al blij, als hij de gebeden in zijn kerk boek kon volgen. Aan den anderen kant ging 'thein aan 'thart geld te moeten missen, al was 'tdan ook maar jenkele penningen. „Ik zal je twee penning geven", ant woordde hij ten faalste met grootmoe digheid, dezen den schrandere» zei van den diplo maat -doorzien .en met des te meer energie hielden zij jm hun eisch lot invoering eener republiek vast. De laatste berichten wijzen er op, dat we nu aan het laatste stadium van de revolutie zijn gekomen. De volgelingen van Dr. Sun-jat-sen, dien zij tot president van de door hen gepro clameerde republiek hebben uitgeroepen, zullen voor hun ideaal overwinnen of in den strijd ten onder gaan. Het is nu nog maar de vraag, of de huidige regee- ring het tot denVstrijd tot het uiterste zal laten komen t>f, zooals zij beloofde, wanneer de volkswil zich zou uitgespro ken hebben (en dat is dan toch Inu ge schied), de plaats zal ruimen voor haar opvolgster. En dan, zal de republiek het verwachte goed brengen? Met het oog op .wat andere republieken ons te zien gaven, Js twijfel te verklaren. Maar toch, de jaren, die komen en vergaan, gullen het ons leer en. „Jahre kommen und vergehen". Nog weinige oogenblikken scheiden ons van het oogenblik, waarop we van het .Oude, dat we gaarne zien gaan, omdai het ons zooveel goeds niet brachl, zül.en afscheid nemen, om het Nieuwe, waarvan .vve alles hopen, met open armen te verwelkomen. Het idoodiSjgelüi'over den gestorvene zal voor ons veranderen in vreugdeklanken ter verwelkoming van den nieuwgebo rene, die ons voor het raadsel van het nog onbekende stelt Laten we hopen, dat dit onbekende alles voor ons b^vat, wat wij .wenschen, en daarom, mijne lezers, zij u .van harte toegewenscht een „Zalig Nieuwjaar". .V. Weekpr aatje. Zoo'n .week gaal toch verbazend gauw voorbij. Et was in deze streken niet veel van te merken, geloof ik, dat de Tweede Kerstdag niet meer verplichte feestdag voor de Katholieken was. In Brabant schijnt het op dommige plaatsen anders gegaan te zijn. Dat blijkt uit de proces verbaals, die tegen eenige werkgevers te Eindhoven ,en .Breda door de rijkspolitie zijn opgemaakt, omdat die menschen in het openbaar arbeid Helen verrichten. Eer gisteren liebt ge in de courant een ver klaring van dat optreden kunnen Jezen. Misschien hebt ge het overgeslagen. In elk geval is het, dunkt me, de moeite waard om daarover nog 'ns wat te pra ten, want dat muisje zal een staartje hebben. Volgens de Zondagswet van 1815 is alio openbare arbeid op algemeen er- kende .Christelijke feestdagen verboden. Nu is het de vraag, of na hetPauselijk besluit ook .tweede Kerstdag, tweede Paaschdag, tweede Pinksterdag nog tot de algemeen erkende Christelijke feestda gen gerekend- moeten worden. De Ka tholieke hoogleeraai" aan de faculteit der rechtsgeleerdheid der gemeentelijke uni versiteit te Amsterdam, prof. Struycken antwoordt in een artikel in „De Tijd" beslist; neen. De Katholieken, zoo zegt deze geleerde, kunnen op die dagen open baren arbeid verrichten, zonder dat ze daardoor de Zondagswet overtreden, zon der dat ze behoeven te vreezen met de politie in aanraking te komen. En dat schijnt ook heel natuurlijk. Neem Goeden Vrijdag. Die dag wordt door de Protes tanten als feestdag gevierd, door de Ka tholieken niet, is daarom nooit tot de algemeen erkende Christelijke feestdagen gerekend, zoo min als bv. de Katholieke feestdag Allerheiligen. Tweede Kerstdag, tweede Paaschdag, tweede Pinksterdag komen nu, zoo redeneert men, na het Pauselijk besluit, in hetzelfde geval te ver- keeren als Goede Vrijdag. Het is toch voor .een ieder duidelijk, dat dagen, die door een zoo talrijk deel van de Christe nen als de Katholieken, niet meer als verplichte feestdag gevierd worden, niet meer kunnen gerekend worden tot ajge- meen erkende Christelijke kca.i,.0c,i. Anderen verk..„^igen .ccluer een aan de vorige tegenovergestelde opinie/Zij zeggen, dat de Zondagswet van toepas sing is niet op die dagen, .welke thans algemeen erkende Christelijke feestda gen zijn, maar welke dat waren, toen de wet .werd uitgevaardigd jn 1815. Toen be- Hendrik begon weer te lachen. „Ik zal me druk maken voor 2 penningen." Hij keerde zich am en wilde vvegloopcu. „Doe je het voor drie penningen?" „Nog te weinig, hou ze maar!" Jan .was teleurgesteld, „Hè, ,wat ben je duur. Wat moet zoo'n snotneus van 'n jongen met geld doen?" „Geld wil ik ook niet hebben, doch wel ,een beetje tabak", zei Hendrik hierop. „W,at! ,Wil je tabak hebben? Ben je heelemaal gek, jongen? (Wat moet 'je met tabak doen?" „Rooiken", gaf Hendrik heel kalmpjes ten antwoord. Jan schudde verbaasd het hoofd. „De jongen Is dertien jaar oud en wil nou al .rooken. Dat kan niemand begrijpen." Nu .weid 't Hendrik ïe machtig. „Hou je tabak en Jaat mij met rust. Maar ik vertel op den hof, dat jij nog niet eens geschreven letters kunt lezen." Daar zat Jan thans met de gebakken peren. Hij was geen stap vooruitgegaan en zou bovendien nog worden bespot De tabak kostte hem niets; af en toe kreeg hij wat cadeau en dat bewaarde hij in 'n zak, -die van een varkensblaas af komstig was. Deze zak haalde hij uit zijn kiel (te voorschijn en schudde den in houd in Hendriks pet leeg. Hendrik dankte en de vrede was hersteld. Jan (be;h<>efde zich niet /neer met heen- de tweede Kerstdag, en de bo vengenoemde andere dagen daaronder. Dus deze dagen vallen nu ook onder de Zondagswet. Volgens de laatste meening handelde de rijkspolitie dus volgens de wet, toen zij proces-verbaal opmaakte, 't Is echter laten we dat er bij zeggen een opinie, die wij slechts door 'n enkelen hebben hooren verdedigen. Nu zal het ons benieu wen, welke uitspraak <de rechter zal doen. Mij kwam ter oore voor de waarheid sta ik niet in dat .er bij de regee ring zooveel vragen waren ingekom-en, hoe de politie op tweeden Kerstdag moest optreden, dat de ministers een minis terraad hebben gehouden op Zondag voor Kerstmis. Er werd me ook verteld, dat zij tot geen definitief besluit zi£i gekomen en het aan de politie-autori- teiten hebben overgelaten. Er js van de week een nieuwe bloem op den Nederlandschen bodem gegroeid. Wel een rare tijd-, midden in den winter; het is ook 'n rare bloem. De lezers weten dat er op den 30sten April een tubercülosebloem werd verkocht, welker opbrengst besteed werd ter be strijding van de tuberculose hier te lande. Nu werd dat bloempje „Juliana- bloem" genoemd, omdat de verkoopdag tevens de verjaardag was van het Prin sesje. Dat vonden de socialisten ver schrikkelijk. Maar het is bijna niet te gelooven jts de Ned. Centrale (Vereeni- ging tet bestrijding der tuberculose voor die verontwaardiging van roode zijde bezweken? Men heeft zich tot H- M. de Koningin-Moeder gewend met het verzoek de bloemen te mogen noemen naar haar, die zich aan het hoofd van de bestrijding der tuberculose hier te lande heeft gesteld en ook het eerste sanatorium heeft gesticht, en dus aan de bloem den naam te mogen geven van „Emma-bloem". De bloem zal nu verkocht .worden op den datum, waarop de Koningin in 1879 haar officieelen in tocht (in de hoofdstad deed, namelijk 21 April, met dien verstande, dat, wanneer die datum op Zondag valt (zooals dit jaar het geval zal zijn) de 22ste April hiervoor in de plaats treedt. Nogmaals: Is men voor de socialisti sche drijverij bezweken, en op de vlucht gegaan? Eerlijk gezegd, men is niet pal op zijn stuk blijven staan, vind jk. Emma- bloem! 'tis een mooi idee, een mooie naam, dat ïs waar. Maar men had geen centimeter moeten wijken voor dat klein geestig geschreeuw van rooie zijde. En ofschoon men gelukkig een Oranje- naam heeft behouden, Juliana-bloem moest de naam gebleven zijn van de tuberculose-bloem Eerst terugkrabbelen en dan weer een halve sjag naar rechts is een niet erg sympathiek gedoe, 't Is jammer dat we het zeggen moeten, maar het Js niet an ders. Met meer onverdeelde sympathie, of liever met louter sympathie, hebben vve kennis genomen van het besluii, dat de Vereen iging voor Roomsch-Katholieke Herstellingsoorden voor longlijders en zwakke kinderen heeft genomen. Zij heeft machtiging gegeven om een geldleening aan te gaan, teneinde te komen lot de oprichting van een sanatorium te Groes- beek. Roonische charitas op lichamelijk gebied, (Roomsche charitas ook op gees telijk gebied. Jk stond verwonderd, toen ik deze week in een circulaire van de Apologetische (apologie f= geloofsverde- dlging) Vereenigtng las, dat bij een co mité, dat zich daartoe gevormd had, meer dan vijfhonderd vragen van andersden kenden .waren ingekomen oin inlichtingen betreffende onzen godsdienst. Dat is een heerlijk werk. Graag zou ik daar nog wat over praten, maar nu niet meer. Ik vind het zoo een mooi einde van het jaar. Aan mijne praatgenooten den veel- zeggenden of liever alles - zeggenden wensch„Zalig Nieuwjaar". Ziekte- en Radenwet. In aansluiting met jde mededeeling dat door het Bureau voor de R. K- .Vakorga nisatie en R. K- Werklieden-Vereenigin- gen een adres is gericht tot den minister van L., H. en N. en aan de leden van de Tweede Kamer, waarin zij naast hun in genomenheid met de ziekte- en radenwet ook eenige bezwaren piten, geven wij hier een resumé, van dat gedeelte van het adres, waarin die bezwaren vervat zijn Er wordt voorgesteld: In verband met de ingewikkelde ver houdingen dier bedrijven en het over- groote contingent werklieden, dat daar steeds in losvasten dienst werkt en van de uitkeering verstoken zou zijn, alsnog in de Radenwet le bepalen, dat voor Ha ven-, Dok- en (Veembedrijven een afzon derlijke Raad van Arbeid zal worden op gericht, die tevens ide verzekering der losse arbeiders zal hebben te beheeren; aan arbeiders, in dienst van publiek rechtelijke lichamen, minstens dezelfde uitkeering te waarborgen als bij de Ziek tewet zal zijn bepaald; In de wet op te nemen het geheele Tramwegpersoneel en het $poorwegepr- soneel der GentTerneuzen en Meche- len—Terneuzen Spoorwegmaatschappijen benevens het personeel der overige spoor wegen in Nederland, dat niet jn vasten dienst is opgenomen; in art. 19 (der Ziektewet ïe bepalen, dat gezinshoofden en kostwinners, vallende onder de drie laagste loonklassen, van premiebetaling geheel of gede-Lelijk zijn vrijgesteld eii de kosten, hierdoor veroor zaakt, te laten jdragen door den staat; in art 31 (1) der Ziektewet te bepalen dat in alle districten het ziekengeld be draagt 70 pet. van het gemiddelde van het dagloon; in art. 40 der Ziektewet het recht op uitkeering, alsnog een maand na het ein digen der verzekering toegekend bij onvrijwillige werkloosheid te bepalen op de volle uitkeering, gedurende hoog stens 180 dagen .en hèt recht op die uit keering voor langer termijn toe te ken nen, naarmate langer dan twee maanden premie is betaald. in art. 47 (der Ziektewet .een zoodanige» regeUng te treffen, dat het bedrijfs-ziek- tengevaar niet ten Jaste l/omt der arbei ders. door de premiën. volgens gevaren- klassen in verband met het bedrijfs-ziek- tengevaar, vast te stellen en dat het ge wone ziektengevaar als criterium wordt gesteld voor het vaststellen der bijdra gen van de arbeiders. De overplaatsing der administratie van de zoogenaamde kleine ongevallen naar die der ziekenkassen wordt ten zeerste toegejuicht, maar een principieel bezwaar bestaat tegen de overplaatsing der gel delijke schadeloosstelling voor ongeval.en van de Rijksverzekeringsbank 'naar de zie kenkassen. Met het oog op het risico, wordt een centraal verband voor wat het financieel gedeelte der verzekering betreft, tusschen de verschillende ziekenkassen, tot op ze kere hoogte wenschelijk geacht. In ge schillen, rakende geldelijke uitkeering wordt op beslissing bij kort geding aan gedrongen. Een uitvoerige memorie van toelich ting vergezelt het adres. STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. Zitting van Vrijdag 29 December. (Vervolg). Aan cle orde is de Indische Be- g r ooti n g. De heer Kraus (U.L.) betoogt, dat op meer doeltreffende wijze moet worden voorzien jn het tekort aan Jndaschc inge nieurs dan door uitzending van ingenieurs met hooger tractement. Het toetredeu tot het corps moet aantrekkelijker .worden gemaakt. Vervolgens wijst spr. op hot tekort aan Indische mijn-ingenieurs en schrijft dit o.a. toe aan de onvoldoende opleiding van geologen aan de technische hoögeschool. Lc h: - W'clijcr (A.R.) brengt den Gouverneur-Generaal en den Minister van Koloniën dank voor hetgeen zij tot dus ver gedaan hebben voor 't chrisielijk" onderwijs ,en voor heigeen zij toegezegd hebben, daarvoor nog te zullen doen. toch acht het meer dan tijd dat op 't gebied van het christelijk onderwijs eens gaan te haasten. H'j het de uitnoodi- ging ter bruiloft .eerst zeer duidelijk voor lezen. 'tWas een lang stuk en bedroefd keek hij voor zich. Zoo'n eeuwig lang ding moest liij ,uit z'n hoofd leerenHij moest het zelfs zeer goed kennen; an ders bleef hij er in steken! O, hoere- metijd! geen rozen zonder doornen. De waardigheid van een bruiloftsnoodiger was hoog en eervol, maar dat leeren! Hij had het zijn leven Jang in 't diepst van zijn binnenste verafschuwd. Nnnioest hij (door den zuren appel bijten. Met kennersblikken keek Jan vervol gens naar de mooie kudde schapen. Hij had Jang genoeg schapen gehoed om er verstand van te hebben. „Mooie (dieren", oordeelde hij. „Dat mag jc met recht zeggen!" ant woordde (Hendrik. „Kijk maar eens paar onzen Prins. Is dat geen bok, als hij zoo (fier opstaat?" „Warrachies", prees de Joiccht, „dat-'s een flinke ram. Me dunkt, hij zal mij wel kunnen dragen." „Probeer het maar 'ns." Hendrik lachte in zijn vuistje, 't Was een Jumineuse inval, want J>rins zou met den zwaren Jan op zijn rug zeker hier of daar 'n dollen streek uithalen; hij was er grillig genoeg voor. Jan was niet bang. ;Hij Jiet Prins blaten en gat hem .ceu ,du\v om htm om te draaien. Prins draaide zich om, echter naar eigen inzichten. Met een paar sprongen was hij achter Jan, nam een kleinen aanloop en... bons... Jan lag languit jn de heide. (Hij schreeuwde even van pijn en opstaande, spuwde het zand uit den mond, dat hij bij den val naar binnen gekregen had, en betastte de ge kwetste plaatsen op zijn rug. 't Scheen te zijn aangekomen. „Zoo'n ellendig dier", schimpte hij. Hendrik stond te schudden van het lachenzoodat tranen over zijn wan gen biggelden. Zijn gelaat was pur perrood. jan krabbelde op en verliet toornig do kampplaats. Na het vertrek van Jan moest Hei1" driik nog tamelijk lang wachten, alvorens Trees kwam, die vandaag later was dan gewoonlijk. Eindelijk zag hij in de verte haar groote witte muts. .Toen zij naderbij was gekomen, bemerkte Jiij, dat ze niet zoo opgeruimd was als anders. Donkere trekken benevelden haar gelaat en zorgen schenen baar te drukken. De onervaren Hendrik begreep er echter niet veel van. Hij vond het buitengewoon gewichtig. Trees het nieuws te kunnen vertellen, dat hij in den boom van den ouden Plemping en Karei had afgeluisterd en hij wachtte daarom niet Jaug met zijn verhaal. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9