N i euwjaarswensctien
Liefde en Haat.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
b ij De Leidsche Courantvan
Vrijdag 22 Dec. no. 672.
Evenals vorige jaren bestaat gelegen
heid om op goeékoope en doeltreffende wijze
de gebruikelijke
NIEUWJAARSWENSCHEN
bij advertentie in „De Leidsche Courant''
Van Zaterdag 30 December, te plaatsen b.v'
J. VAN LEIDEN
>.f. 1-1-1912.
FEUILLETON.
ROMAN UIT WEST FALEN.
21)
Bij "hun terugkeer van 't land speelden de
itnannen kaart en na de koffie brak het ge
zelschap ,op om met eigen wagens huis
waarts te keeren. De wegen waren zoo
$leeht,dat 'tn.'et geraden scheen, zonder
'noodzaak rs avonds te rijden.
Boer Tweehuis bleef met zijn vrouw
ien Dirk jrtog een poosje na, om, naaatde
gasten, vertrokken waren, eens rustig over
öe verfbvlng èn öe oru^oft te kunnen
praten.
Dirk zeide niet veel. Jeanne was deti
ganschen dag zoo eigenaardig geweest,
«en dat stemde hem tot nadenken. Hij
-.was den Jaatsten tijd veel angstiger ge
worden jdan jn 'April, toen hij zoo plot
seling zijn relaties mei Hedwig had af
gebroken. Üit Clemens' woorden had hij
toen zooveel vernomen, wat in zijne
<>ogen de scheiding rechtvaardigde. Hij
.achtte zich in 't geringst niet van schuld be
wust. [Een jongensdwaasheid, een ezels-
Streek noemde [hij het. Maar als de men-
scheu wisten, 'dat hij terzelfder tijd, dat hij
bij .Oröhjing als aanstaanden schoonzoon
vergeeflijke kv/aad school in de ver-
t o o n in g zelve.
Het opkomen van het collegium tegen
Prof. Van der Vlugt's rede, en tegen de
aanplakking van het stuk ad valvas
Academiae, toont, helaas, opnieuw,
hoe weinig er van oprechte verootmoe
diging sprake is.
Men blijft vergoelijken, wat door ieder
weldenkende als een gmwel van immo
raliteit moet verfoeid worden, en even
als voor twee jaar zal 't ook nu- weer
tenslotte uitloopen op een studentikoos
zeggen, dat'ttochnietzóó erg ge
weest is; en het Kamerdebat werkje
dit in (de hand."
De lezer houde hierbij in het oog, dat
andere bladen, zooals „De Tijd", die het
in extenso plaatste en ons blad, dai een
resumé van het stuk gaf, met die opne
ming nog volstrekt geen volledige in
stemming willen betuigen.
werd ontvangen, met de dochter van den
heibewoner omging, dan zouden zij heel
anders over hem spreken. Wanneer deze
gedachte bij Dirk opkwam, sloe^ hij be
schaamd de oogen neer. Hij had echter
zooveel verontschuldigingenHedwig was
een meisje, met wie ieder zich kon ver
maken, en zij had hem meegesleept En
één geluk was het: niemand wist er iets
van, want Clemens zou er niets van
zeggen; daarvoor kende hij zijn broeder
te goed.
Dat alles had hij de laatste dagen al
meermalen bij zich zeiven overwogen en
toch was hij erg ongerust, toen hij Jean
ne's veranderde houding bem rkte. Mis
schien had hij nog gelegenheid haar
eenige oogcnblikken alleen te spreken;
dan kon alles ophelderen.
Zonder tegenspraak voegde hij zich
naar de regeling der ouders ten opzichte
van [de verloving, die vóór en van het
huwelijk, [dat na den oogsttijd zou wor
den gehouden. „Dat is de meest ge
schikte tijd", meende de oude Tweehuis,
en vader Oröhling stemde er mee in.
De avond kwam en daarmede brak de
-tijd voor heengaan aan. Jeanne en de
ouders deden de bezoekers uitgeleide.'De
ouders liepen vooraan en. DTk met Jeanne
bleven hier en daar staan, zoodat zij
een heel stuk achter raakten. Toen vatte
Dirk moed en vroeg: „Wat scheelt je
niet worden uiigebreid als er geen werk
voor hen te vinden is. Ook .de verhou
ding tusschen hoofd- en subalterne of
ficieren moet anders worden en er moet
gebroken worden met het stelsel van re
serve-officieren. [Bezuiniging zal uitslui
tend verkregen kunnen wordeei als het
beroepspersoneel zooveel mogelijk inge
krompen wordt 3pr. critiseert dat voor
de kwartiermeesters een mindere maat
staf geldt 'dan voor de gevechtsofficieren.
I cn slotte besprak spr. het beleid van
den Minister. J>pr. en ook anderen heb
ben zich ten aanzien zijner begrooling 1de
vraag gesteld of zij de legerorganisatie
veilig jn handen van Minister Colijn kun
nen laten. [En deze vraag beant
woord i spr. bevestigend in de
hooplat !de Minister zich niet op het
standpunt zal stellen dat hij. geen conces
sies wil 'doen aan Spr.'s inzichten. Daarom
zal hij met andere politieke vrienden voor
de begrooting stemmen.
De heer Jydeman (O. L.) bespreekt
meer speciaal de voorgenomen organisa
tie van een luchtvaartdienst, welke uit
een financieel en defensie oogpunt hoogst
gewichtige zaak z. i. te veel incidenteel
en oppervlakkig "is behandeld en niet vol
doende is t oegelicht
Spr. ontzegt elke waarde aan het te
kwader ure 'aanvaarde ballongeschenk van
den heer Jochems, waaraan tevens het na
deel verbonden is dat als deze post gevo
teerd wordt wij vastzitten aan het stelsel
van den bestuurbaren luchtballon over
welke waarde men het .nog niet eens is.
Spr. raadt den Minister aan den post
terug te nemen om 'deze geheele zaak be
ter te kunnen voorbereiden.
De heer JE 1 a n d (U. L.) hoewel nog
eenige bedenkingen hebbende tegen de
traktementsregeling der officieren, zal
niettemin vóór de regeling stemmen. Hij
bepleit een regeling, waarbij de officieren
van gezondheid, evenals de infanterie-of-
ficieren op 40-jarigen leeftijd op pensioen
kunnen gaan.
De heer .Ter Laan (S. D.), bepleitte
in de eerste plaats vermindering van het
aantal 'officieren en wel met 1 luitenant
per compagnie ten einde te bezuinigen
en den onderofficieren gelegenheid te ge
ven zich meer te Ontplooien. Spr. critiseert
het stelsel 'der regeling zelf, waardoor b.
v. een aantal kapiteins uit den gewonen
dienst zullen gaan, met een pensioen van
f 1094, om bij de landweer over te gaan op
een tractement van f900, waar zij zoo
goed als niets voor zullen behoeven te
doen. $pr. komt op tegen de z.i. onge
hoord verre terugwerkende kracht n!. 'tot
1 April 1911 welke de Minister aan deze
regeling wil geven.
Spr. wenscht, dat de Kamer gelegen
heid krijge zich lós van de regeling, af
zonderlijk over de tei ugwerkende kracht
uit te spreken. Ook bij de pensioenrege
ling treedt weer het onbillijke stelsel op
den voorgrond, dat de allerhoogste ran
gen bevoordeeld worden en de lagere
niet. Spreker noemt het een gloeiend
schandaal, dat, waar alle burgeilijke
ambtenaren storten moeten voor hun
pensioen, de officieren zonder storting
kunnen gepensionneerd worden.
Hierna de oorlogsbegtooting zelf be
sprekende, komt spr. op tegen de stij
ging van het eindcijfer, en bespreekt
hij de gehouden legermanoeuvres, waar
bij hij o.a. opkwam, tegen den maatre
gel, om de manschappen die op marsdi
uitvielen, op vermoeden van simulatie
te straffen door ze Zondags in de ka
zernes te houden. Ook critiseert hij het
nahouden van de mannen die voor her
halingsoefeningen onder de wapenen
waren. Spr. gispt dat bij de jongste in
spectie van de landweer zooveel pro
vooststra f is uitgedeeld. In zake het ge
val van der Breggen betoogt spr. dat de
militaire geneeskundige dienst letterlijk
in alles ten achter is bij den burgerlij
ken geneeskundigen dienst. Ten slotte
laakte spr. dat tegenover de sociaal
democratische miliciens door dezen Mi
nister hetzelfde oeroude en kleinzieli
ge standpunt wordt ingenomen als door
Minister Bergansius. Nadrukkelijk pro
testeerde spr. er tegen dat geschriften
van de S.D.A.P. gelijk worden gesteld
met geschriften die de goede zeden aan
randen en daarom niet in de kazernes
toch, Jeanne? Heb ik je wat misdaan?"
Jeanne haalde zonder te spreken een
verfrommeld birefje uit haar zak en over
handigde het aan Dirk, die het lang
zaam aannam. Met beangst hart vouwde
hij het open en tas:
„Dirk Tweehuis, waarmede gij nu
verkeert, Is eiken Zondag met de
dochter van den heidebewoner Menne
uitgeweest. H»j ïs een minne kerel. Zij
wil hem aanklagen. Wees op uw
hoede."
De jonge boer keek een" heele poos
naar het 'hoekige ongelijkmatige schrift
van het briefje. Zijn hand beefde en ver
geefs deed hij moeite bit bewijs van zijn
schrik te verbergen. Hij schaamde zich
voor Jeanne en voor zijn eigen. Reeds
nu kwam 'de straf, het schandaal! Van
de verloving en de bruiloft zou niets ko
men. Hij was gebrandmerkt en met den
vinger zou men hem nawijzen en elkan
der zeggen: Weetje het nieuws al? Haha.
De zoon van boer Tweehuis heeft zich
ingelaten met zoo'n meisje! Een gewone
boerendochter is voor hem te goed.
Neen, dat moest, dat zou men niet zeg
gen. Liever poogde hij zich dan door een
leugen te redden.
Hij behoefde slechts de gedachte uit
te spreken, die eiken Zondag bij hem
was opgekomen als hij Clemens ont
moette,, [Zoo frij eens alle schuld .op zijn
worden toegelaten.
In verband met hevige interrupties
verklaarde M i n i s t e r C o 1 ij n dat dit
de bedoeling niet was. Alle geschriften
van welken aard en van welke partij
ook afkomstig, die de krijgstucht en goe
de zeden ondermijnen, worden geweerd.
De lieer v. Sasse v. IJ s s e 11 (R.K.)
bespreekt eveneens den slechten toe
stand van den geneeskundigen militai
ren dienst en wijst, sprekende over de
afschaffing der kleine hospitalen, die
hij intusschen goedkeurt, op het gevolg
daarvan, dat nu verscheidene subalterne
officieren van gezondheid zonder prac-
tijk zijn. Voor hen dient dus een regeling
gemaakt.
De heer Marchant (V.D.) consta
teert dat er in het leger een geest var»
onwaarheid en vrees voor verantwoor
delijkheid heerscht, met het gevolg dat,
wat betreft dit laatste, zonderlinge straf
fen worden opgelegd, waar 't beter wa
re geweest niet te straffen.
Aan de op zich zelf noodige veihoo-
ging der officierstractementen zaj spr.
niet zijn stem kunnen geven als deze
niet gepaard gaat met inkrimping van de
sterkte der formatie in plaats van uit
breiding der formatie. Hij wil daarom
trent een forme el e toezegging van den
Minister.
De heer V e r!i e ij (U.L.) vraagt steun
voor de weerba.heidkorpsen.
De heer L i e f t i n c k (U.L.) heeft be
zwaar dat de paardenartsen, die een be
langrijken werkkring hebben, bij den
nieuwe regeling achtergesteld worden
bij andere officieren.
De lieer D u y m a e r v a n T w i s t (A.
R.) vraagt onderzoek naar een onbil
lijke behandeling van een onderofficier
lid van de christelijke onderofficiersver-
eeniging, omdat deze propaganda zou
hebben gemaakt Naar aanleiding van een
artikel van luit.-generaal Snijders, be
treffende de landweer, vraagt spr. of
die opperofficier wel de aangewezen
inan is om den vinger op de wondeplek
te leggen. Spr. dringt verder aan op h^t
behoud van het garnizoen te Gouda. Hij
bespreekt daarna het eindcijfer der be
grooting, waarvan hij de stijging ook
zeer bedenkelijk vindt.
Hij dring sterk op bezuiniging aan.
Spreker zal Vrijdag zijn rede voort
zetten.
Avondvergadering.
De behandeling der Landbouwbe-
grooting werd voortgezet bij de af-
deeling .Scheepvaart, waarbij de heer v. d.
Voort van JZijp (A. R.) de noodzake
lijkheid van verbetering van den rechts
toestand der schepelingen.
Met een beroep op de jongste Ara-
sterdamsche staking, bepleiftïook deheer
Schaper (S.D.) verbetering van den
rechtstoestand der zeelieden.
De M i n i s t e r v a n L a n éHvou w, de
heer .Talma, beloofde spoed bij de ge
vraagde regeling, die ook z. i. urgent is.
De beraadslaging werd g e s 1 ote n.
Bij Üe afdeeling Arbeid betoogde de
heer Arts (R.K.) de noodzakelijkheid
van strafrechterlijke bestrijding van de
gedwongen winkelnering in de Lang
straat, daarbij aandringende op overleg
ging van het oorspronkelijke rapport-
Staalman en publiceering daarvan, om
dat dit, zoolang er geen wettelijke rege
ling js, het beste middel is tot bestrij
ding van het kwaad.
De heer Druckcr (V.D.) betoogde,
dat de gedwongen winkelnering in haar
verschillende vormen moeilijk docr een
strafwet is te bestrijden. Met 'de wet
op het arbeidscontract, door verbetering
van de Industrie en door de actie der
vakvereetiiging js er reeds veel tegen
te idoen.
Daarentegen achtte 'de heer Schaper
(S.D.) strafbepalingen meer afdoende.
De M iTi i s t e r verbaasde zich, dat
overlegging van het oorspronkelijke rap
port-Staalman werd gevraagd. Bij de reeds
plaats gehad hebbende publicatie is niets
achtergehouden. $pr. erkende, dat een
goede strafbepaling zou helpen, maar zTj
is moeilijk. Ér zal echter met Justitie
overleg worden gepleegd. Maar de beste
bestrijding 'der gedwongen winkelnering
achtte de Minister publicatie.
broeder schoof? Slechts voor Jeanne;
niemand anders behoefde het te weten.
En Jeanne zou zwijgen, als hij het haar
vroeg. Om zijnentwil zou zij den misstap
van een toekomstigen verwant bedekken.
„Nu, wat is er van waar?" vroeg
Jeanne scherp.
Dirk antwoordde snel. Hij noemde den
inhoud van den brief grove leugens. Cle
mens was wel eens met Hedwig omge
gaan. [Of hij haar iets had beloofd, wist
hij niet; thans was alles tusschen hun
tweetjes uit.
Met groote beslistheid had Dirk dit
gezegd en bij de Jaatste wóórden keek
hij zijn bruid openhartig aan.
Met een onderzoekenden blik mon
sterde Jeanne hem. Zij had zich het denk
beeld eigengemaakt ïn hem den verloofde
te zien en van hem te houden. En zij
beminde hem met haar kalme natuur.
Zij was een onschuldig meisje en ge
loofde, dat hij het ook zou zijn: Gods
zegen zou niet op het huwelijk neerdalen,
als op een der echtgenoot en een blaam
rustte. Dat was haar meening.
De meisjes van Sengen waren geen
engelen. Zij mochten gaarne na zwaren
arbeid eenige ontspanning nemen en
waren bij zulke gelegenheden uitgelaten
vrooüjk. Van zoenen hielden ze niet. Op
ééne zaak echter slonden ze erg stipt:
ze .dulden geen woordbreuk. Dit was een
De b e g r o o t i n g en een wetsont
werp tot wijziging der Visscherijvvet wer
den na verder debat aangenomen en
de vergadering gesloten.
Staatsmijnvelden.
Een verhooging met f 1.900.000 wordt
voorgesteld van het Xe hoofdstuk van
de Staatsbegrooting, teneinde de staas^
mijnen in de jgelegethcid te stellen een
transactie aan te gaan, volgens welkfl
de concessieaanvragers van de Maasvel-
den van al hunne aanspraken afzien te
gen een vergoeding tot het bovenge
noemd bedrag.
De minister van landbouw beveelt dö
beoogde vergrooting van het staatsmijn-»
veld uit een bedrijfsoogpunt ten zeer
ste aan, vooral om de staatsmijnen in de
toekomst in de Limburgsche kolenmijn-
industrie een meer overwegende positie
te doen verkrijgen en behouden.
Door toevoeging van het Maasveld zal
het staatsveld een oppervlakte krijgen
van 16.000 a 17.000 H.A. ontginbaar
kolenveld.
De koopprijs is niet hoog, in verhou
ding tot de waarde van het te verkrij
gen veld en cke staai verkrijgt voor dd
f 1.900.000 de vrije beschikking over een
mijnveld, geraamd op een waarde van
t 4.800.000.
In een gelijktijdig ingediend wetsont
werp wordt voorgesteld het Maa6veld
voor staatsexploitatie te reserveeren.
Gemeenteraad van Leiden.
(Vervolg.)
Aan de orde is
3o. Voorstel in zake de leiding van:
den op 1 Januari 1914 in te voeren Ge
meentelijken Reinigingsdienst.
B. en W. igeven den Raad in overwe
ging
A. te besluiten, dat de op 1 lanuari
1914 in te voeren Gemeentelijke Rei
nigingsdienst voor zooveel deze betreft
de werkzaamheden, die direct verband
houden met de verbranding van het
verzamelde vuil, zal worden onderge
bracht bij den dienst der Stedelijke Fa
brieken van Gas en Electriciteit, doch
voor zooveel betreft den ophaaldienst
en den dienst in de stad bij den dienst
der Gemeentewerken, met dien ver
stande, dat de opperleiding over het
laatstgenoemde deel van den dienst
zal berusten bij den Directeur van Ge
meentewerken of diens plaatsvervan
ger zijnde de Ingenieur van Gemeente
werken, terwijl onder hen met de uit
voering van dien dienst op de boven
geschetste wijze zal belast zijn een
adJur.ct-Directeur der Gemeentereini
ging te benoemen op een tractement
van f1800 met drie driejaar lijksche
verhoogingen van f 200 tot een maxi
mum van f 2400.
B. te besluiten dat de nieuw te be
noemen adjunct-Directeur, vanaf eeu
nader door B. en W. te bepalen da
tum tot zijns definitieve indiensttre
ding als adviseur in dienst der ge
meente zal treden tegen een bezoldi
ging, gelijk staande met de helft vair
zijn aanvangsalaris.
De heer van Griiting, die zich ovef
het algemeen met de voorstellen kan ver
eenigen, bestrijdt echter de aanstelling
van een adj.-directeur op een salaris van
f1800 tot f2400. Spr. stelt voor een
hoofdopzichter te benoemen, die minder
zal verdienen.
De heer Fokker wijst op de tegen
strijdige meeningen in de rapper', en, aan
B. en W. en den Raad uitgebracht. Hier
op past: zooveel hoofden, zooveel zin
nen. Spr. gelooft, dat de zaak. wel wat
erg breed wordt opgezet Spr. wcnscht
deze zaak te houden onder gemeentewer
ken en slechts .een hoofdopzichter te be
noemen, voor welke meening spr. zich
beroept op het rapport van den directeur
der Gemeentewerken. Reeds thans be
staat er een zeer nauw verband tusschen
den reinigingsdienst en het bureau van
gemeentewerken. De directeur van ge
meentewerken zou betreuren als die band
werd verbroken. Spr. Js bevreesd dat dit
zal geschieden door .de nieuwe organisa
tie. Men wil de adjunct-directeur reeds
als adviseur aanstellen. Naar waarheid
moet deze adviseur 'de gemeente vcorlich-
oeroude overlevering, die van geslacht
op geslacht was overgegaan en heilig
gehouden, ondanks alle verandering in
denkbeelden. Het was een wet, die in
aller harten was gegrift: Gij zult buiten
het huwelijk niets dulden noch toestaan
wat uw onschuld bevlekt. God heeft al
dus bevolen en Zijn straf treft den over
treder.
Doch Godlof, Dirk had gezegd, dat
het briefje hem niets aanging. Hij had
zijn woord dus niet gebroken, 't Ging
zijn broeder aan, maar hieraan kon Dirk
niets doen. Zij moest slechts persoonlijke
schuld wegen en daarnaar rechten.
Toen zij 'dit alles overwogen had, ver
anderde weer haar gelaatsuitdrukking.
De 'donkere trekken verdwenen en 'in haar
oogen schitterde weer te\ redenheid en
een stille hartelijke vroolijkheid.
„Ik geloof }e, Dirk", zei ze blijde, en
verscheurde het heillooze papiertje in
kleine stukjes, die zij den wind prijsgaf.
Dirk kreeg een gevoel, alsof met deze
woorden 'inderdaad alles aan tie vergetel
heid werd overgeleverd, alsof alles van
hem was weggenomen, dat hem kon ver
ontrusten. Hij pakte Jeanne hartelijk beet
en overlaadde haar met liefkozingen.
Daarna verhaastten ze hun pas om de
ouders jn te halen.
JW.ordt vervolgd.),
deze advertentie kost f 0.2S per vakje.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De oorlogsbegrcoting. Landbouw
afgehandeld.
Minister Colijn, die na een maand rust
fwecr voor de Kamer verschijnt om zijn
ibegrcoting te verdedigen, kan van geen
£>flgelukkigen dag spreken. Zelfs de heer
(Thomson, de felste bestrijder van den
Minister bij 'de Militiewet, sprak zijn ver
trouwen pit Jn 's heeren Colijns beleid.
Hoe komt dat overeen? De heer Thom
son [lichtte toe, dat hij in organisatorisch
iópzicht \egenover 'den Minister staat. Maar
met vertrouwen laat hij hom de uitvoering
van [de Militiewet óver, nu de Kamer ze
eenmaal heeft goedgekeurd. Hij ziet in
■den [Minister jremand, die met zijn denk
beelden in menig opzicht sympathiseert;
de Minister Js een man van energie en
tlaad wit.
Wat zegt men nu wel van 41 dezen
lof? Achtereenvolgens hebben alle Mi
nisters van. hun grootste tegenstanders
5de .uitbundigste loftuitingen ontvangen
tnaar nis het 1913 is geworden, zal men
links toch één lijn trekken om dit Ka
binet te kelderen.
Bij de debatten is naar aanleiding van
liet treurige geval van der Breggen op
reorganisatie van den geneeskundigen
tlienst aangedrongen, opdat dergelijke
voorvallen in de toekomst vermeden wor
den/.
Overigens was de hoofdschotel de of
ficierstractementen, die over 't algemeen
instemming vonden, behalve bij den heer
Ter Laan» die, naar men in ons verslag
kan lezen, ook in ander opzicht erg on
tevreden was.
De reusachtige papieren omslag in 't
leger werd door den heer Thomson aan
de kaak gesteld door eenige frappante
Maaltjes. Hoe zal men echter verbete
ring krijgen
In de avondvergadering is de land
bouwbegroting afgehandeld Tegen de
verplichte winkelnering wilden de hee
ren Arts en. Schaper strafrechtelijke be
palingen ontwerpen, en ook de Minis
ter voelt veel voor dit denkbeeld; de
moeilijkheid schuilt alleen erin, hoe het
pit te voeren.
De groen en-kwestie.
In „De Standaard" lezen we:
„Het bestuur van het Leidsche studen
tencorps zond ook ons, met verzoek om
(plaatsing, een lang stuk over de ellesi-
'dige gebeurtenis.
We plaatsen dit niet. Reeds de ver
klaring van het collegium, dat z.i. zulk
een vertooning geen enkele onschuldige
ziel kon bederven, getuigt van een op
vatting die we volstrekt onjuist en .ge
vaarlijk achten.
Ons blad althans heeft zich in geen
mi kei opzicht te verontschuldigen, dat
het zijn lezers in den waan had gebracht,
als ware de tentoongestelde zonde ge
pleegd. Dit was de zaak niet Het on-
Bouwsubsidie bijzondere scholen.
Aan alle rechtsche Kamerleden en aan
de Ministers van Binnen!. "Zaken en
Financiën Js een molSe opgezonden na
mens een vergadering van leden van
schoolbesturen en andere voorstanders
van christelijke scholen, bezocht door pl.
in. 100 personen uit alle deel en der pro
vincie Overijsel, ,en samengekomen te
Almelo in het Gebouw voor Christelijke
belangen op 13 Dec. 1911.
In de motie wordt o.a. overwogen
dat, behalve Ju de groote steden vaft
ons land, er verschillende arme streken
zijn, waar uit gebrek aan geld geen bij
zondere school kan worden opgericht of
de bestaande biet kan worden uitgebreid,
zoodat daardoor lal van kinderen, voor
welke bijzondei' onderwijs begec rd wordt,
moeten worden teruggewezen, uit gebrek
aan de noodige middelen;
dat, behalve ide vele millioenen, welke
liet Rijk uitkeert, jiog jaarlijks ongeveer
f8.000.000 door ide gemeenten wordt be
taald voor het openbaar lager onderwijs
dat het ider vergadering wenschelijk
voorkomt te trachten het Unierapport te
verwezenlijkenmaar zoolang dit nog
toeft, aan te dringen op aanzienlijk meer
deren steun voor onze bijzondere scholen
dat op het program van actie bij de
Kamerverkiezingen in [1909 als een der
voornaamste punten Stond: schoolbouw,
subsidie.
De vergadering spreekt ten slofte als haar
raeen'ng urt, dat het dringend noodzakelijk
is, dat de bouwsubsidie van onze bijz.
scholen aanmerkelijk verhoogd wordt, om
dat nog voor Jiet jaar 1913 meer rechts
gelijkheid worde verkregen tusschen het
openbaar en het bijzonder lager onder
wijs; en lioopt, tlai onze rechtsche Kamer
leden hun invloed krachtig zullen aan
wenden ter bereiking van het in deze
motie uitgesproken verlangen.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 2/ Dec. (Vcrv.)
Aan de orde istleOorlogsbegroo-
tlng.
De heer .Thomson (U. L.) betoogt
dat de werving alleen moet geschieden
met do bedoeling om kader te vormenhij
klaagt over 'den administratieven omslag
aan het 'departement, waarvan hij staal
tjes geeft die tot groote vroolijkheid aan
leiding geven, bespreekt de opleiding tot
troépen aan voering en keurt daarbij af,
dat nog steed9 die opleiding gaat in de
richting van den bajonet-aanval in plaats
van tot 'de vuurtactiek. In dit verband cri
tiseert spr. de jongste legermanoeuvres,
waarbij groote iroepenmachten op elkan
der werden losgelaten.
Spr. behandelde daarna de Laïidweer
en bestrijdt daarbij het encadreeren met
beroepskader waardoor het stukje volks-
leger^ 'dat nog in de Landweer schuilt,
wordt verstild. Jn de zaak van der Breg
gen sluit spr, zich jn hoofdzaak aan bij
den heer Scheurer.
Hierna behandelde spr. het wetsont
werp betreffende (de officieren traktemen
ten, waarbij hij tn de eerste plaats nog
maals aandringt op herziening van de ge
heel e organisatie van het officiers wezen,
die niet (deugt.
Zoo moet het aantal hoofdofficieren