Liefde en Haat.
Uit de Pers.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 9 Dec. no. 661.
Een lied per week.
Nb. 33 uit „De Leeuwerk",
Hou zee.
Woorden en muziek van M. A.
Brandts Buys.
Hou zee, hou zee,
Hou moedig' zee!
Gij leus van onze vad'ren.
Stort kracht en moed' in de a
i let loope tegen, 't loope mee..
Hou zee, hou zee!
tiam zee èum im.
In krijg en vree!
Kamp wakker met de golven,
Wel .worst'lend, nooit bedolven:
H loope tegen, 't loope mee
Hou zee, hou zee!
Hou zee, hou zee,
Hou krachtig zee!
Wat stormen u omgeven,
Tot God' de ziel geheven
Het loope tegen, 't loope mee
Hou zee, hou zee!
Hou zee, hou zee,
Hou juichend zee!
Wie dan zijn vlag moog' strijken,
Ons Neerland zal niet wijken,
Het loope ons tegen, 't loope ons mee,
't Houdt zee, 't houdt zee.
Hoe Pater Zoetemelk op
zijn Missiepost kwam.
„Te Nguludi heb ïk mijn fiets in elkaar
gezet, zoodat ik geen dragers noodig had
dat scheelde alweer voor de Missie, en
Ük deed de reis veel vlugger en gemak
kelijker, .want het is allesbehalve plei-
zierig om vijf a tien uren per dag tus-
schen twee stokken te hangen, of te gaan
met den beenenwagen, wat hier onder
den Afrikaanschen hemel ook niet mee-
vali.
Ik zal maar niet in Tt bijzonder be
schrijven alles wat er voorvieltrouwens
•jk heb geen enjcele nota gemaakt, en
uit mijn hoofd weet ik het niet i.ieer;
in de dagen van het reizen is men hier
zijn hersentjes min of meer kwijt, zoodat
jmen soms twijfelt of het Zondag of
.Vrijdag is.
Mijn hoofdzorg gedurende die zeven
dagen van de reis bestond in het voor
bereiden van liet kamp voor den avond.
's Morgens zoo" gauw het licht begon
te worden, vlug op het zadel, en dan
.vooruit. Gewoonlijk was er 'n afstand
Van 7_9 Uren. Ik heb die dagen zeker
'een heel bijzondere .Engelbewaarder ge
had, anders was ik nooit heelhuids over
gekomen. Zonder een woord van de taal
tc kennen, zander kennis van den weg;
door bosschen heen. waar nauwelijks
mijn stuur doorheen kon, en dat vier a
vijf uur achter elkander; in streken vol
tijgers, hyena's, leeuwen, buffels enz,,
zonder bijna een mensch te ontmoeten;
.vol kruiswegen, rivieren enz.; dat alles
•zonuer eenig letsel, zonder een enkelen
keer een stap afgedwaald te zijn van
den goeden weg; al de anderen begre
pen er niets van.
Op de plaats gekomen, waar we halt
moesten houden, zocht ik een gunstige
plek uit voor onze tenten, en wachtte*
daar de anderen .af; zoo'n halt-plaats
.is gewoonlijk aan een rivier, teneinde
daar water te halen, wat men soms dagen
lang niet in voldoende mate aanwezig
vindt."
Na aldus de tenten bereid te hebben,
wachtte Pater Zoetemelk op de afge
sproken plaats de komst der anderen,
die per karavaan kwamen. Deze bewoog
frich langzaam voort, want: „van tien
tot twee uur moet men wachten, daar het
zand dan zoo heet wordt, dat de negers
pr niet in kunnen loopen.
Na eenige dagen kwam de karavaan
.en trokken zij gezamenlijk verder."
li tj vervolgt
FEUILLETON.
ROMAN UIT WESTFALEN.
11)
Of. het drinken bij Rothmann daaraan
ook schuld had? Mogelijk wel! Maar
ffcvenzeer Hedwig's innemende verschij
ning. Dit alles had zijn hart tegelijk be
stormd en hij was er niet tegen bc tand
•geweest Thans was het schoone meisje
•hei zijne; hij was gelukkig en toch niet
.tevreden.
't Was een groote dwaasheid de moge
lijkheid van een vreedzame oplossing met
'zijn vader te veronderstellen. Daarvoor
;kende hij hem veel te goed. Zou hij zijn
Woord' terugnemen, of eenvoudig allen
Omgang met Hedwig mijden? Zoo iets
gebeurde wel meer. Er werd zoo dik-
\wijls gevrijd, zonder dat een huwelijk
volgde. Maar de gewoonten der boeren
(waren op dit punt zeer gestreng.
En zou woordbreuk geluk aanbren
gen
Dirk-kon het met zich zelf niet eens
worden. Hedwig te laten loopen, kv.am
hem Qjigehoord.vpo/, Doch even joiiuaii-
„7 October kwamen we aan in do
Mua-missie, de eerste Missiepost der
Witte Paters. Wij .werden door de ne
gers met zangen en dansen binnenge
leid; vooral de witte zusters hadden zeer
veel bekijk.
Nu is de groote vraag om weer verder
ta komen (wij hebben al weer tien dagen
moeten wachten), misschien langs het
Nyassa-meer, misschien door het land,
maar het is zeer moeilijk tengevolge van
de slaapziekte.
In die dagen ben jk even naar Mta-
kaka een anderen Missiepost, onge
veer 3 uur ver geweest. Daar,zijn zoo
ongeveer 600 Christenen en de Missie
bestaat slechts 6 jaar. Aanhoudend hoorde
ik: „(non buana": ^roeden moi^en (dat
hoort men daar tot 's avonds ,9 uur). ïk
heb er ook verscheidene gezongen HH.
Missen gehoord die zwarten zingen nog
zoo kwaad niet als jk wel gedacht had.
Xawiü ik schrijf neb uiiiu tafs-
rondom ófcécr met iTeine negertjes, die
vol bewondering zijn voor mijn schrijven
en het trachten te ontcijferen zou der veel
succes; zij hebben wel cetis wat Engelsch
gehoord en denken, dat elke vreemde
taal Engelsch is."
Dezelfde brief vervolgt uit Likuri
Maandagmiddag te Mua vernam ik
mijne benoeming te Likuri. 's Middags
om 3 uur beklom ik den grooten berg
tot aan Bimbeke, vertrok daar 's mor
gens om half zeven en zat om één uur
(per fiets goed 100 Kilometers) te Li-
kïïrt, waar -ik .alzoo geplaatst blijf, 'k
Moet dus hier de taal léërerr.
Da streek is zoo ongeveer 1200 meter
boven de zee. De Missiepost beslaat zoo
ongeveer 7 jaren en belooft veel wel
slagen."
Zoo is Pater Zoetemelk gekomen op
de plaats zijner bestemming, en als we
later weer iets van hem vernemen, hopen
we de lezers van dc „Leidsche Courant"
eenige mededcelingcn te doen, daar hij
voor velen een zeer goede bekende is.
B. v. L.
- Beroeps=lasteraars.
In de „Nieuwe Rott. Courant"
lezen wij met de redactioneele inlei
ding „men schrijft ons"
In de „Protestant", uitgegeven door
de Evangelische Maatschappij, lezen wij
het volgende bericht, overgenomen uit
de „Deutsche Zeitung"* in Amsterdam
van 18 dezer:
„Bij den roomschen pastoor te Boven-
karspel (Bovenkarspel in West-Fries
land was een nog jeugdige keukenmeid,
in dienst getreden. Het aardige vlugge
meisje was bij alle dorpsbewoners zeer
geliefd. Des te meer viel het op, dat zij
sedert eenigen tijd niet meer gezien
werd. Thans vond men haar lijk in een
kelder. Voorloopig is nog niet opgehel
derd, of men hier te doen heeft met een
ongeluk, zelfmoord of misdaad. Natuur
lijk zijn er allerlei geruchten en vermoe
dens in omloop. In het algemeen belang
is het te wenschen, dat die justitie zoo
spoedig mogelijk licht aanbrengt in de
ze duistere zaak. Met recht mag dit
zelfs geëischt worden. Het onderzoek
naar de oorzaak van overlijden, (onge
luk, zelfmoord of misdaad), behoeft niet
zoo lang te duren. Aan de onzekerheid
moet een einde komen, het geheimzin
nige moet worden opgelost".
Dit bericht heeft in de omgeving van
Bovenkarspel onder Protestantsdie le
zers bevreemding gewekt. Want van „al
lerlei geruchten en vermoedens" om
trent deze treurige zaak is ter plaatse
niets bekend. Eenvoudig feit is, dat niet
te Bovenkarspel, maar in het daaraan
grenzende dorp Grootebroek de dienst
bode van den pastoor, die reeds tien ja
ren zijn huishoudster geweest was, bij
zijn overplaatsing daarheen, in de nieuwe
pastorie komende, wegens onbekendheid
met de pas betrokken woning in het
avondduister een verkeerde deur inge
stapt zijnde, van de keldertrap is geval
len en na kort lijden aan hersenschud
ding is bezweken.
Het komt ons raadzaam voor, nu het
onbegrijpelijk verzinsel van de Deut
sche Zeitung verder verbreid is gewor-
genaam zou hij het vinden den statigen
boerenhof aan den Brink te moeten
verliezen.... Als vader toch maar toestem
ming voor het huwelijk wilde geven! O,
wat zou dat een geluk zijn.
Dirk begon, om zich zelf te paaien, de
boeren uit de naaste en verder afgelegen
omgeving te tellen, die beneden hun
stand waren gehuwd. Hun aantal was
niet groot, en er was geen enkele groote
invloedrijke boer onder, die voor hem als
voorbeeld had kunnen dienen. De voor
name boeren waren zeer voorzichtig ge
weest in de keuze hunner wederhelften,
en bewogen zich bij voorkeur in hun
eigen kring. Daarom trouwden zij pas op
rijperen leeftijd', als het hart koel en ver
standig was. Ja, Dirk was nog jong. Hij
had zich door zijn gemoed laten meevoe
ren en nu moest het verstand de aange
brachte schade weer goed maken. Dat
zou een zwaar werk wezen.
Toen hij op den Schoutenhof terug
kwam, was het eten reed's gebruikt In
dén haard knetterde een geweldig vuur
en Hendrik .Weikamp legde er voortdu
rend nog maar nieuwe beukenstukken
op, die opvlamden en opflikkerden en
spookachtige schaduwfiguren tegen den
muur en op den grond vormden.
De mannen rekten zich behaaglijk jijt
den door een blad, dat zich de bestrij
ding van het ullramontanisine ten doel
stelt, dit dwaze bericht terstond tegen
te spreken. Voor de zuiverheid van de!
Protestantsche actie onder Katholieken
blijft het te betreuren, dat het blad van
de Evangelische Maatschappij in stede
van vooraf ter plaatse naar de juistheid:
van deze verdachtmaking te informee-
ren, ze klakkeloos heeft overgenomen,
en, zij het te goedertrouw, verbreidt."
Het „ICath o 1 i ek e Volk" teekent
hierbij aan
Ziehier een teekenend geval van de
wijze, waarop afcti-papistisclie sensatie
verhalen in de wereld komen.
Inderdaad.
Het ongeluk van de keukenmeid (nog
jeugdige keukenmeid, de verongelukte
was nota bene 48 jaar) moet tc kwa
der trouw veranderd zijn in een misda
dige vcrrhchtmaking van een Kathoii^
«Meiijke.
Een geval van stelselmatige» fasfcT. 1
Dit wordt nu eens ontdekt en aan de
kaak gesteld door een eerlijken Protes
tant, die met het ongeluk te Groote
broek bekend, was en den schandelijken
laster niet verdragen kon.
De lasteraar is 'n keer onvoorzichtig j
geweest.
Maar hij, die van zulk een fanatiek
antipapisme is doorzogen, wat moet hij
wekelijks aan zijn protestantsche lezers
wel voor fraais opdisschen over de.'
Roomsche kerk.
En dan veranderen wij ons. soms
over de malle begrippen en vooroordee-
len, welke m sommige kringen ten op
zichte der R. K. Kerk béstóatt.—
Men ziet het: de waanvoorstellingen
worden gefokt.
Maar zou het :net dat al geen tijd
worden, dat eens een officier van jus
titie in den arm genomen werd, om bla
den als de „Deutsche Zeitung" te Am
sterdam en andere, die „zich de bestrij
ding van hei ultramontanisme ten doel
stellen", doch er maar op los lasteren,,
eens aan het versland te brengen, dat
zoo iets in Holland niet gaat. Voor de
familieleden der verongelukte, ware
zulks in dit geval misschien moeilijk
al ware het te probeeren omdat niet
gepreciseerd werd, maar er worden au-
deren verdacht gemaakt, die met een
klacht succes zouden hebben.
De ontgroening.
In „Studiën en Schetsen"
schrijft Prof. Fabius een kalm, maar
raak woord over het groenwezen, naar
aanleiding van de Leidsche schandalen.
Zeer eigenaardig is het te lezen, hoe
Justinianus in zijn tijd reeds opkwam te
gen wat men tegenwoordig noemt „ont
groenen".
Men moet niet alleen staren, zegt prof.
Fabius op de gemeenheden, die thans
voorkwamen.
Tot vermindering van schuld der daar-
daar'oij betrokkenen is aangevoerd, dat
in denzelfden trant zij het al iels
minder erg tooneelen in de laatste
jaren gewoonte waren geworden.
Wat in zekeren zin den toestand
nog bedenkelijker maakt.
En dit alles, terwijl juist eene bewe
ging tegen hei groenwezen opkwam,
welke mocht doen verwachten, dat de
voorstanders te voorzichtiger zouden
zijn.
Dat desniettemin heeft kunnen gebeu
ren wat voorviel, is dit niet bewijs, hoe
giftig de wortel zelve van dat instituut
is? Oppervlakkigheid is het dan ook te
wanen, dat men inet de besnoeiing van
de uitwassen hier iets wezenlijks doet.
Reeds leest men in de Constitutie van
Justinianus: Oinnem neipublicae
van 16 Dec. 533, waarbij het rechtsge
leerd onderricht nader geregeld werd,
par. 8Wij bevelen echter hiermede dit
als hoogst noodzakelijk, en onder de
scherpste vermaning, dat noch jiier in
deze schitterende stad (Constantinopel)
noch in de schoone stad Berytus, nie
mand van hen, die zich met de studie
der wetten bezighouden, het wage on
waardige en zeer slechte, ja, bij slaven
passende grappen uit te halen, waarvan
de gevolgen beleedigend zijn, of zich
andere vergrijpen, zoo min tegen de
hoogleeraren, als tegen zijn kameraden
én warmde zich aan het vuur. Op de
voornaamste plaats zatdehterbotj- in zijn
zwaren leuningstoel. Dan volgde J one-
man, die reeds 44 jaar op den hof in
dienst was. Gewoonlijk vertelde hij van
den verschrikkelijken tijd, dien hij als
jongen beleefde, van Napoleon, en van
de groote kometen van 1S11, van 1812
en 1813.
Onuitputtelijk was zijn voorraad spook
geschiedenissen. Dan kuchte hij, spuwde
in het vuur, en begon met gedempt stem
geluid te vertellen van het spook, dat'
in het oude keizerslot rondwaarde, van
den heidebewoner, die tusschen gloeien
de kettingen fabelachtige schatten be
waart, van den wilden jager, van den
man, die het hoofd onder de armen
draagt, van de toovenaars der Einsbos-
schen en meerdere griezelige verhalen.
Het werkvolk voer bij het hooren de
zer verhalen eene huivering door de le
den. Jan Kasper en Heindirk geloofden
stellig en vast aan spoken. Hendrik echter
de dertienjarige schaaplièrder, lachte me
nigmaal ongeloovig en vertrouwde de ver
tellingen van Joneinan maar halfjes.
In het spinvertrek werd genoeglijk ge
babbeld. Daar zat Trees met "het vrouwe
lijk personeel en de kleine voorraad van
nieuwijc-s werd nog eens besproken.
Nadat Dirk gegeten had, zette Jiij zich
en vooral niet tegen hen, die
als nieuwelingen tot de beoe
fening van de wetten komen,te
veroorloven. Want hoe kan men grap
pen noemen datgene waaruit vergrijpen
ontstaan
Wordt de boom niet met wortel en
tak uitgeroeid, verzet men zich niet prin
cipieel tegen het groenwezen, zoo zal
telkens weder het kwaad uitbreken.
Zonder eenige waarde zijn ook de
verklaringen van vélen, dat zij bij hun
aankomen niets van het groenwezen te
lijden hebben gehad.
Immers heeft nooit iemand beweerd,
dat allen voorwerp van onbehoorlijke be
jegening zijn geweest.
En het kwaad houdt niet op dit te
zijn, wijl het ïs bevorderd, zij het zelfs
uitgelokt door het verlegene of stumper
achtige van dsasxttderrL
tïët groenwereir is feitelijk liet bie
den van de gelegenheid aan ouderen,
sich ten koste van jongeren te ver
maken.
Onder welken fraaien schijn dit óOh4
manteld wordt
Principieel dient daartegen positie ge
nomen te worden.
Het omgekeerde moet ais het alleen
geoorloofde worden uitgesproken.
Dat de oudere student zijn meerdere
ervaring gebruikt orti den jongeren te
helpen, gelijk ouders, wier een zoon
reeds eenigen tijd aan de Hoogeschooi
vertoeft, en die nu een tweeden der
waarts zenden, natuurlijk niets anders
venvachten, dan dat de oudere broe
der, voor zijn jongeren broeder zal zor
gen, hem met goeden raad ter zijde staan
Oeen^orebruik nw^^j--^a4LJÏL6erderheid
om daarmee over den ^walckercfl—txr-
heersclien, maar wel om dezen te
dienen.
Slechts als onomwonden die princi-
pieele tegenstelling wordt aanvaard, de
ze laatste eiscli gesteld, is hope op uit
roeiing van het kwaad in grooten om
vang.
De agrarische partij.
Onze waarschuwing voor den Agrari-
schen bond als een politieke vereeniging
vinden we bevestigd in de volgende drie
star van het „Huisgezin".
De agrarische partij is opgericht en
haar statuten zijn vastgesteld.
Op den kop af vijf en twintig per
sonen hebben daaraan meegewerkt.
Het is niet veel voor een partij, die
heel liet land wil bestrijken en vijf pro
vincies op haar algemeene vergadering
niet vertegenwoordigd zag.
Wij vernamen, dat de boerenstand op
zijn eigen beenen moet leeren staan,
en dat het vragen om subsidie een kan
ker is.
Waarom zouden alleen de landbou
wers moeten afzien van subsidies voor
hun cursussen, hun leenbanken on an
dere instellingen van algemeen nut.
Indien verder subsidies zoo ontzenu
wend werken, waarom begint de agrari
sche partij dan met begunstigers aan
te nemen, wat toch ook een vorm van
subsidieering is.
In elk dorp zal de agrarische partij
een kern van leden zien te krijgen, die
haar ideeën propageeren. En de dorps-
vereenigingeii in hetzelfde kiesdistrict
voor de Tweede Kamer zal men vereeni-
gen, ten einde invloed te doen gelden
bij de verkiezingen.
Zoo worden de afdeelingen der agra
rische partij en moeten zij worden po
litieke vcreenigingen, al zegt men dan
ook honderdmaal dat de politiek*,,in den
gewonen zin des woords" buiten de or
ganisatie wordt gehouden.
Wapent U.
Onder bovenstaand opschrift lezen ,wij
in „Het Katholieke Volk" de vol
gende behartenswaardige woorden
Wees gerust: aan een expeditie naar
Tripoli denken wij niet, en sabels en
geweren zijn hier overbodig.
Toch moet gij u wapenen, wapenen
voor een strijd, die voor't volksleven be
slissender is dan-alle oorlogen samen.
Gij moet u wapenen voor den strijd
des geestes voor de .wereldworsteling
tusschen de goede en kwade beginselen,
tusschen geloof en ongeloof.
eveneens aan het haardvuur neder. Niet
lang daarna kwam Clemens. JHij stopte
zijïï pijp -es -ttflarde zonder te spreken in
het vuur. De eene knecni na dt SllëSTê
brak op; Joneman was in slaap gevallen,
en weidra zat de boer inet zijn beide
zonen alleen.
„Ik moet eens met jullie praten", ving
hij aan.
Clemens keek niet op; met een onver
schilligen trek op het gelaat bleef hij zijn
pijpje rooken. Dirk evenwel keek ver
baasd op. Hij was nieuwsgierig en had
bovendien geen gerust geweten.
„Met Gröhling alleen zijn wij buren",
vervolgde de boer. „Dirk zal Jeanne.
Clemens Elsje trouwen. Iets beiers laat
zich niet denken en ik wil dat de zaak
spoedig zijn beslag krijgt:."
Als vader op zulk een toon sprak, duld
de hij geen tegenspraak. Dirk wist dat
en ook Clemens had het kunnen weten.
Niettemin zeide hij
„Ik kan met Elsie jiiet trouwen. Ik
trouw heelemaal niet."
„Wat zeg je? Ben je nu dwaas? Elsje
is een knap meisje en een hofstede als
die van Gröhling vindt je zoo gauw niet
weer. Je antwoord is erg dom. Ik zeg jc,
jij trouwt de dochter van Gröhling en
daannde basta
De boer stond op. Hij was een in-
Gij houdt immers van uwe beginselen
en zijt gehecht aan uw geloof?
Gij wilt die u dierbare goederen im
mers verdedigen, wanneer zij worden be
dreigd
Gij wilt den tegenstander jmmers te
woord kunnen staan, wanneer hij aan
randt de leerstellingen, waarop geheel uw
zedelijk leven is gebouwd?
Welnu dan, wapent ,u!
Het kost u niets; hoogstens wat moeite,
die dubbel en dwars beloond wordt door
het genoi van meer wijsheid en kennis*
En gij hebt den tijd: de winteravonden
zijn lang. Laat cfie kostbare uren niet
verloren gaan.
Bezoekt onze sociale cursussen en onze
cursussen in geloofsverdediging. Bezoekt
ze trouw en straks kunt ge meespreken
over vele kwesties van den dag, ook
mg?sfrljdtrn voor onze Katholieke over
tuiging. En is dat niet heerlijk?
Wapent u!
STATEN-QENERAAL.
TWEEDE K-.MEK.
Begrooting van Financiën.
Dc Minister deelt in de Memorie van
Antwoord mede, dat binnenkort de in
voering van een nikkelen stuiverstuk zal
worden voorgesteld, dat onmogelijk tot
verwarring met eenige andere munt aan
leiding kan geven.
Een wijziging van de Muntwet met
'toog op de sterke afneming van den
zilvervoorraad bij de Nederlandsche Bank
is in bewerking. Bij de Nederl. en Ja-
vasche Bank te zamen is er nog ongeveer
f43 millioen aan zilver beschikbaar, na-
genoeg uitsluitend rijksdaalders.
Kg» waisj- verlaging van de
personeele belasting voor
ders zal eerstdaags kunnen worden in
gediend. De Minister heeft eenigen tijd
geleden een maatregel getroffen, krach
tens welken bij de bepaling der huur
waarde van koffiehuizen enz. het vergun
ningsrecht voor het vervolg buiten aan
merking zal worden gelaten.
Overwegende bezwaren zijn er tegen
het toestaan van het gebruik van vijf
cents postzegels ter voldoening van het
verschuldigde zegelrecht van 5 cents.
In afwachting der beslissing van den
Hoogen Raad over eene aanhangige straf
zaak, wordt voorloopig een afwachtende
houding aangenomen ten aanzien van het
aanleggen van eigen loterijenf^ die het
crediet, hetwelk de Staat .loterij geniet,
afbreuk doen. Indien de cassatie wordt
afgewezen, zai het tegengaan van derge
lijke strafbare handelingen in de eerste
plaats aan de justitie moeten worden over
gelaten. Maar inocht dit niet baten, dan
zal de Minister niet aarzelen maatregelen
te nemen, die de tot dusver gevolgde
praktijken onmogelijk maken. Uitbreiding
van het aantal loten der Staatsloterij is
van den Minister niet te verwachten.
Door den storm van 30 Sep:, jl. is
aan verschillende Staatseigendommen
schade van meer of minder belang toe
gebracht, die intusschen, voor zooveel is
na te gaan, is of zal kunnen worden
hersteld uit de daarvoor beschikbare
middelen. Dit zal echter het geval niet
kunnen zijn met de verwoesting van de
werken der bedijking van de buitengron
den in de Oösterschelde, benoorden den
spoorvvegdam onder de gemeenten
Woensdrechi en Rilland Bath. Hiervoor
en voor nog andere werken wordt een
crediet van f270.000 aangevraagd.
De Minister zal de spoedige indiening
van het wetsontwerp tot pensioneering
van nieuwe categorieën van ambtenaren
zooveel mogelijk bevorderen. Een ont-
werpweduwenwet voor de mindere ge
ëmployeerden, werklieden en bedienden
bij inrichtingen van 's Rijks zee- en land
macht heeft het Depaitement verlaten.
Het ontwerp betrekkelijk de pensioe
nen van .onderwijzers aan normaallessen
zal de Kamer spoedig bereiken.
Officierstractementen Militaire
Luchtvaart.'
In zijn antwoord op het afdelings
verslag op het wetsontwerp tot wijziging
en aanvulling van de Oorlogsbegrooiing
1911 (officierstractementen en militaire
luchtvaart) deelt de Minister van Oorlog
druk makende verschijning; lang, iets stijf
en onbeholpen, als uit eikenhout gesne
den, met hoogrood gelaai, blauwe oogen
met ijzeren blik. Iedere trek van zijn ge
laat geiulgdü Y3u zelfbewustzijn, nu nog
meer dan anders.
Ook Clemens stond op. Hij was liet
evenbeeld zijns vaders. Zijn lichaam wa9
nog krachtiger gebouwd; zijn gelaatsuit
drukking koud en koel. Slechts een scherp
zinnigen opmerker ontdekte in een ver
scholen hoekje moeilijk teruggehouden
weekheid'.
„Ik' kan niet en ik wil niet trouwen.
Vader, h et is niet goed van u, dat u ons
wilt dwingen. Dat geeft geen geluk."
Clemens' stem beefde licht.
De toorn van den boer laaide op.
Met twee passen was hij aan de blanke
tafel en hield' zich met beide handen aan
het eiken dekblad vast. 't ,Was, alsof hij
daardoor zichzelf wilde beheerschen, om
voor zijn zonen zijn waardigheid niet prijs
te geven
Zcii dan die onnadenkende jongen over
winnen? Uit domheid of eigenwijsheid
zou hij zich zelf den weg tot geluk ver
sperren, welken hij sinds lang voor hen
had ceha J en vrij gehouden?
(Wordt vervoigd)*