Liefde en Haat. wijziging van dc ó.Ii.'pciivvet en van den algeineenen maatregel van bestuur tot uitvoering van de wet. Een zoodanige wijziging van dit deel der scheepvaart wetgeving is thans in voorbereiding. Wellicht is het mogelijk verdere sa menwerking met gemeentelijke keurings diensten te bevorderen en daarbij tevens te bewerken, dat door omliggende ge meenten van bestaande keuringsdiensten partij getrokken wordt. Een ontwerp van wet strekkende tot bescherming van de arbeiders is in be werking. Of en zoo ja welke wettelijke maatregelen ten aanzien van de huisin dustrie moeten worden genomen kan eerst worden overwogen, nadat het on derzoek naar de toestanden in dien tak van nijverheid zal zijn afgeloopcn en daaromtrent verslag zal zijn uitgebracht. Dit onderzoek, dat gelijk bekend, thans door den centralen dienst der arbeidsin spectie wordt geleid, is niet weinig ver traagd, doordien in d en loop ervan tel kens bleek, dat werkzaamheden in huis industrie worden verricht, waarvan het tot nog toe ten eeneninale onbekend was, dat zij in dien vorm voorkomen. Het eerste deel van bedoeld verslag zal nog in den loop van dit jaar verschij nen, terwijl de volgende deelen binnen niet langen tijd daarna zullen volgen. Wat de vraag betreft, of nieuwe wet- (elijke maatregelen, betreffende de ge dwongen winkelnering naast of in plaats van artikel 1637 S. van het Burgerlijk Wetboek noodig zijn, acht de Minister thans den tijd niet gekomen, om over die vraag eene beslissing te nemen, waar het onderzoek, dat vanwege zijn departe ment, naar de gedwongen winkelnering wordt ingesteld, nog niet is afgeloopen. Tot zijn leedwezen is dc Minister ge noodzaakt om de uitgetrokken bijdrage in de kosten van proefneming met 'n pro cédé tot het tegengaan van waterveront reiniging der aardappelmeelfabrieken, van de begrooting af te nemen. De Minister zal gaarne overwegen, wat in het belang der textiel-nijverheid van Regeeringsvege kan worden gedaan, ter bevordering van de bestrijding van wa terverontreiniging in de centra der Twentsche textielindustrie. Het rapport over het onderzoek, naar d>e werking der vrijwillige landbouwver- zekcring, zal eerstdaags aan den Minister worden aangeboden. Begrooting voor Binnenlandsche Zaken. De Minister had eerder verwacht, dal men hem al te grooie spaarzaamheid, dan gemis aan een ernstig streven naar be zuiniging zou verwijten. Pensioneering van gemeente ambtena ren en hunne weduwen eu weezen. Een wetsontwerp is aan het Departement opgesteld. Dezer dagen is het overleg daarover met den Minister van Financiën geopend. Kieswet. De Minister is gaarne be reid te overwegen, of, en zoo ja, langs welken weg het mogelijk zóu zijn te be vorderen dat visschers oj) zee en anderen die thans niet in de gelegenheid zijn hun stem uit te brengen, zooveel mogelijk aan de verkiezingen kunnen deelnemen. Waar de door den vroegeren burge meester van Doornspijk gepleegde han delingen de justitie geen aanleiding ga ven tot een strafrechterlijke vervolging, ontbrak den Minister voldoend materiaal 0111 met zekerheid ie beoordeelen, of diens handelingen van dien aard waren, dat hij een niet-eervol ontslag verdiende. Inzake het overlijden van een van dronkenschap verdachten man, (die later bleek door een zonnesteek te zijn getrof fen) op 11 Aug. 1.1. in het arrestantenlo kaal te Jutphaas kan uit niets worden af geleid, dat de veldwachter, die den man arresteerde, in deze is te kort geschoten, en dit betreurenswaardige voorval aan iets anders te wijten zou zjjn dan aan een volkomen begrijpelijke vergissing. De Memorie van Antwoord betreffende het wetsontwerp tot regeling van de po sitie van vrouwelijke rijksambtenaren en onderwijzeressen bij het openbaar lager onderwijs, die in het huwelijk treden, kan spoedig worden tegemoet gezien. Maatregelen tot het tegengaan van de toeneming van hei aaniai bierhuizen zijn j bereids i n bewerking. Naar aanleiding van de in den laatsten tijd weder opgedoken geruchten omtrent personen, wier practijken .o.a. daarin be stonden, dat zij voorspiegelden in staat te zijn tegen betaling van een som gelds de afkeuring van lotelingen voor den dienst der militie te verkrijgen, js een on derzoek hangende. De Minister acht het intern, congres voor zedelijke opvoeding niet van genoeg zaam algemeen belang om daarvoor een rijkssubsidie op de begrooting uit te trek ken. De Minister van Waterstaat heeft bezwaar regen het afstaan van de Gra felijke Zalen voor het Congres. De klacht over onvoldoenden genees kundigen bijstand op hei platteland schijnt den Minister, in het algemeen, niet juist. Een beroep op rijkssteun wordt niet licht afgewezen. De maatregel van bestuur tot vaststel ling var. de voorwaarden, waa-' irder o. a. aan de gemeenten rijksbijdragen zul len worden verleend voor de oplichting van een ontsmeitingsdienst kan zeer spot dig verwacht worden. Met de bij de zaak betrokken departe menten wordt overleg gepleegd omtrent eventueel te stellen maatregelen in ver band met water onttrekking, waaromtrent van de Staatscommissie bereids een ad vies is ontvaugen. Het begrotingsartikel voor kosten van voorziening in de behoefte van drinkwa ter is nader van f25.000 op f63.000 ge bracht, wegens onderzoek in de Schoort- scbe duinen teri behoeve van den aanleg van een waterleiding van West-Friesland en een onderzoek van de domaniale dui nen onder Haamstede voor den aanleg van de prise d'cau voor een waterleiding voor Schouwen en Duivcland. De Minister acht de oprichting van. een afzonderlijk onderwijs-departcmeni, reeds met het oog op de geldelijke gevolgen, thans niet verantwoord. Over het rapport der ineenschakelinys commissie is reeds herhaaldelijk door den Minister van gedachten gewisseld. Een onderzoek ten behoeve van een ho moeopathisch ziekenhuis, is eerst bij het afdrukken dezer memorie, aan 's Minis ters departement ontvangen. Tot de instelling van een leerstoel voor de Slavische talen, meent de Minister thans hei voorstel nog niet te mogen doen Hoogleeraar in het volkenrecht. De Minister erkeni, dat de omvang welke de wetenschappelijke beoefening van het volkenrecht heeft gekregen, in de laatste jaren, zeer is -toegenomen. Toch ver trouwt hij, dat het mogelijk zal blijken, een geleerde te vinden bereid, en in staat dit onderwijs, ook, naast een anderen maaischappelijken werkkring, op zich te nemen, en die mitsdien, evenals de afge treden funciioiiaris, als buitengewoon leer aar ware te benoemen. Wel echter acht ook de Minister het gewenscht, voor het geval hij zich in deze verwachting teleur gesteld mocht zien, de gelegenheid open te laten aan de Koningin de benoeming .van e enge woon hoogleeraar voor te dra gen. Onder dit voorbehoud acht hij zich dus gerechtigd de aanvrage voor een ge wonen leerstoel aan de Siaten-Generaal alsnog voor te leggen, heigeen in verband mei dr. Marquani's vertrek, zonder na dere verhooging der ontwerp-begrooting kan geschieden. Evenmin te Leiden als te Groningen acht de Minister thans tot de instelling van een lectoraat in de aardrijkskunde te mogen overgaan. De klachten over de gebouwen en in richting erkennende, hoopt de Min. dat het overleg met zijn ambtgenoot van Fi nanciën er toe zal leiden, de middelen te vinden om ook de Leidsche universiteit in het bezit te stellen van de inrichtingen waarop zij rechtmatige aanspraak kan doen gelden. Een wetsontwerp tot het opnemen van het onderwijzend personeel aan bijzonde re H. B. Scholen, en aan gewezen gym nasia onder de pensioengerechtigde amb tenaren, bij het departement van Finan- cinë in voorbereiding, zal eerlang .wor den ingediend. De Memorie treedt jn een uitvoerige weerlegging van het tot de Regeering ge richte verwijl, dat zij zich met weinig ernst kwijt van den haar in art. 102 der Grondwet opgclegdcn plicht. Een onder zoek -naar do ju het .Voorloopig Verslag medegedeelde feiten, waaruit zou blijken, dat niet nauwlettend wordt toegezien pp naleving der wettelijke voorschriften bij benoeming van onderwijzers, heeft geen onregelmatigheden aan het licht gebracht. Een wettelijke regeling van het yoor- laereidend onderwijs, waarin ook het vraagstuk der substdieering oplossing vindt, koml den Minister inderdaad ur gent voor. Het aangekondigde wetsontwerp Leer plichtwet is reeds van den Raad van Sta te terug ontvangen en zal dus de Kamer, naar de Minister zich vleit, zeer spoedig bereiken. Dat de salariecring der onderwijzers reeds het peil bereikt heeft, dat met de belangrijkheid van het onderwijzersambt overeenkomt, zal ook de Minister niet be weren, doelt de aanzienlijke verbetering der onderwijzerswedden m het laatste tiental jaren, maakt zeker den drang, om dit onderwerp thans reeds weer aan de orde te stellen, niet onafwijsbaar, wat vooral van gewicht is, nu de stand van 's Rijks geldmiddelen tot de meest moge lijke zuinigheid noopt. De nieuwe schoolopziener in het arron dissement Helder was ook reeds bij zijne benoeming geen vreemde op het gebied van het onderwijs, daar hij sinds jaren lid van de plaatselijke commissie van toe zicht op het L. O. en lid van het bestuur -eener bijzondere schooi te Helder .was. De Minister is overtuigd, dat de gewone bezigheden van den benoemde gecne be lemmering zijn voor dc richiige vervulling der beirekking van schoolopziener en hij kan niet het oordeel onderschrijven van de leden die meenden, dat mei deze be noeming het belang van het onderwijs niet is gediend. Palcis te Amsterdam. De onderha vige aangelegenheid verkeert niet in een stadium, waarin de Minister zijn gevoelen zou kunnen mededeelen. De Minister zal de aandacht van de ge meentebesturen (naar aanleiding van den brand te Vlissingen) vestigen op de wenschelijkheid, oin bij gemeenteverorde ning, maatregelen \oor te schrijven, welke ten doel hebben brandgevaar te voorko men in al die gevallen, waarin zoodanig gevaarte duchten is, inzonderheid als aan daken of goten met vuur of benzine moet worden gewerkt, waardoor herhaling van dergelijke rampen zal worden tegenge gaan. De Minister is in beginsel bereid de restauratie der door brand getroffen Gr. Kerk te Vlissingen spoedig tè steunen. De toestand der lands geldmiddelen heeft den Minister op het oogenblik moe ten terughouden van steun voor de res tauratie der kerken te Zuidbroek, te Spijk en te Oud-Vosscmeervan de R. K. kerk te Harderwijk eu van den toren te Duiven. Als eisch voor subsidieeriiig van open bare leeszalen is door de Regeering ge steld, dat in 't algemeen rijks- en ge meente-subsidie niet meer mogen beloo- pen (tezamen) dan anderhalf maal het be drag van particuliere bijdragen en het Rijkssubsidie het gemeentesubsidie niet overtreffen. Moreel schadelijke en zuiver propagan distische lectuur moet geweerd met dien verstande, dat de regeering niet zuivere propaganda voor haar rekening neemt, maar haar steun schenkt aan slechts wer kelijk onderrichtende en achtenswaardige lectuur. Een leeszaal dus, die bijna uit sluitend litteratuur in één richting bevat, zou niet voor subsidie in aanmerking komen. Er moet onpariijdigheid worden betracht en lectuur van iedere richting aanwezig zijn. Noch romans, noch couranten mogen hoofdzaak zijn, wel tijdschriften en boek werken, waaruit te leeren valt. Van Roomsch Katholieke vereenigin- gen zijn twee aanvragen ingekomen, die in onderzoek zijn. Middelbaar Onderwijs. In de Memorie van Antwoord betrek kelijk het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de wet fot regeling van het middelbuur onderwijs (buitenleerlin gen der li. B. Scholen) betoogt de Mi nister van Binnenlandsche Zaken, dat niet juist is de stelling, dat het Fl. B. S> onderwijs zich blijkens de ervaring tof rijks onderwijs zou moeten ontwikkelen. Aan dit wetsontwerp, dat juist ide moge lijkheid opent om evenredig sohoolgekl in te voeren en dus de rijkeren zwaardeti te belasten, kan toch kwal ijk de strekking worden toegeschreven de meer vermo gende ingezetenen ten koste van het al gemeen belang te bevoordeelen.' Het heeft den minister wel eenigszins! teleurgesteld tc vernemen, dat vele !<?deiv zich met het aan het ontwerp ten grond slag gelegde stelsel niet kunnen vereeni- gen. De schildering van de nadcelige gevolgen welke de tegenstanders van! het ontwerp in de toepassing in <d c pr act ijk vreezen kan niet nalaten den, indruk te wekken in al te sombere tint te zijn gehouden. De bezwaren der buitengemeenten zijn te breed uitgemeten en onbegrijpelijk is het, dat men van de zijde der gemeenten' van vestiging van H. B. S. nadeel vreest. Het denkbeeld, dat door de wet de laagste gemiddelde kostprijs als univer seel bedrag van het schoolgeld zou aan gewezen worden, is voor verwezenlijking niet vatbaar. De onbemiddelden en min- dergegoeden zullen immers dit bedrag! niet kunnen opbrengen. Anderen eischen voor de besturen der buitengemeenten de vrijheid op te be slissen, of de kinderen harer ingezetenen al dan niet eene elders gevestigde school zullen bezoeken. Mutatis mutandis komt dit denkbeeld overeen met de poging tot het vrijwillig doen sluiten van con tracten, met welke eene niet geslaag de proef reeds is genomen. Het meeren- deel der buitengemeenten zou werkeloos' blijven en de kinderen zouden dupe 'wor den. Met leedwezen heeft de minister ver nomen, dat men bij de beoordeeling van, dit wetsontwerp den schoolstrijd niet buiten het geding heeft weten te houden. Toepassing van een stelsel als in dit wetsontwerp ontwikkeld, ook op andere; gemeentelijke instellingen van onder wijs, van welke door omliggende ge-i meenten inede gebruik gemaakt wordt, zou de minister ongetwijfeld in theorio juist achten. Doorvoering daarvan zal echter eerst dan noodig worden wanneer, de toeloop van buitenleerlingen ook tot die inrichtingen zulke afmetingen zou gaan aannemen als thans ten aanziesii van de Hoogere Burgerscholen het gevat is. Voorshands is daarvan cohter geeai' sprake. Marinebegrooting. De Minister van Marine betoogt, dat de behoefte aan torpedobooten geheel los staat van de instelling van het fonds voor de kustverdediging. Zoodra de minister door kennisneming van de uit Indië ontvangen adviezen dö vrijheid erlangde om zich over de voor stellen der bekende Staatscommissie uit te spreken en met zijn ambtgenoot vat» koloniën tot overeenstemming was ge komen omtrent de keuze van het type! der schepen nl. artillerie of torpedo- vloot waaruit de kern van de vloot in Indic moet worden samengesteld, kon naar zijne overtuiging niet langer ge wacht worden met het in aanbouw bren gen van een pantserschip voor den alge- meenen dienst, omdat lo. de toestand van de schepen type-Kortenaer van dien aard is dat er geen sprake van kan zijn, er na 1915 nog gevechtswaarde van eenig belang aan toe te kennen2e. de schepen type-Kortenaer niet kunnen worden ver vangen voordat die van het type-Koningin Regentes vrijkomen; 3o. dit vrijkomen eerst kan plaats hebben zoodra voor de defensie van Indië over nieuwe pant serschepen kan worden beschikt; 4o. dit ook dringend noodig is omdat de sche pen van het type-Regentes, ofschoon nog. in staat goede diensten te bewijzen bij de verdediging van Nederland, geen vol doende gevechtswaarde hebben dat zij in den tegenwoordigen tijd nog mogen wor den aangemerkt in staat te zijn, een krachtigen tegenstander in onzen Oost- Indischen Archipel, waar ze los van ver sterkingen aan den wal moeten kunnen optreden, tot ernstige krachtsontwikke ling te noodzaken, zelfs niet waar het Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Maandag 4 Dec. no. 656. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Begrooting Landbouw, Nijverheid en Handel. De Minister verdedigt in de Memorie yan Antwoord breedvoerig zijn beleid, ontkennende dat aan zijn Departement een geest van centralisatie en bureaucra tie bestaat. Hij kan ook nu niet toegeven dat er sprake is van opdrijving van uitgaven» of gebrek aan zuinigheid. De Minister meent ook thans niet te kunnen ingaan op de in het Voorloopig .Verslag opgenomen beschouwingen aan gaande het pachtwezen, aangezien, gelijk hem bekend is, de Staatscommissie voor •den Landbouw het laatste gedeelte van hare taak in het volgende jaar denkt te beëindigen. Het ontwerp-Landarbeiders- wet zal aan eene herziening van het pachtrecht geenszins in den weg staan. Het advies van de Staatscommissie voor den Landbouw, betreffende de wet telijke regeling der ruilverkaveling is in gekomen. De Minister heeft vooralsnog geen plan tot het toekennen van directen finan cieel en steun van Rijkswege aan coöpe ratieve landbouwvercenigingen. Het oprichten van cursussen tev voor bereiding voor het lager land- en iuin- bouvvoiKferwijs is van den Minister niette verwachten. Over een te laat ingrijpen ter zake van eene in Noord- en Zuid-Beveland heer- schende ziekte (besmettelijke borstziek te» onder de paarden, kan bezwaarlijk worden geklaagd. Over de deugdelijkheid der entstoffen van de Rijksscruminrichting wordt zoo wel hier te lande als in het buitenland met lof gesproken en de aanvragen ne men steeds toe. .De Minister heeft opdracht gegeven om een rapport samen te stellen omtrent den toestand van het Haagsche bosoh vóór den storm, den omvang der bescha digingen, de leeringen, die uit de ramp kunnen worden getrokken, en de midde len, welke tot herstel zuilen worden aangewend. In afwachting van de vol tooiing van da-t rapport, he/ welk zal wor den gepubliceerd, meent hij thans niet in bijzonderheden tc moeten treden aan gaande de ramp, die het bosch door den storm in den nacht van 30 September op 1 October j.l. heeft getroffen. Het herstellingswerk zal zeer spoedig -en krachtig worden ter hand genomen en er op zijn gericht o:n liet bosch zijn oud karakter te doen behouden. De Minister verdedigt breedvoerig zijn voorstel om .de zuivelconsulenten tot Rijksambtenaren te maken. Naar aanleiding van de opmerkingen betreffende de z.g. Maasconcessies, deelt de Minister mede, dat een wetsontwerp deze aangelegenheid rakende, het Depar tement van Landbouw heeft verlaten en dat hij hoopt, dat het ontwerp spoedig 'bij de Kamer zal kunnen worden inge diend. Dc herziening der mijnwetgeving, .wordt aan het Departement van den Mi nister voorbereid. Wat de diepboringen aangaat ,kan de Minister mededeelen, dat het zich Iaat aanzien, dat het werk binnen enkele ja ren zal zijn afgeloopen. De Minister is tegen openbaarheid van de zittingen van den Zuiderzee-vissche- rijfaad. Nu de herziening van lief tweede Boek ivan het Wetboek van Koophandel, welke aan het maken van eene Schepelingenwet zou' moeten voorafgaan, voorloopig niet ,ter hand genomen kan wordën, verdient bet naar de meening van den Minister, aanbeveling, om de onderwerpen van pu,- blickrechtelijken aard, welke in eene Schepelingenwet geregeld zouden wor sen, niet langer te beschouwen als een onafscheidelijk deel van die toekomstige ge Schepelingenwetmaar deze onder- Werpen afzonderlijk te regelen, bijv. Idoor FEUILLETON. ROMAN UIT WESTFALEN. 6) Het bloed bruischfe in haar aderen. Karei Plemping, een loeren arbeider, zou jiaar Trees krijgen Zij dacht aan de woorden van drie en Öertig jaar geleden: „Pas op, dat je kin- Üeren daarom niet gestraft worden." O, tij zou toezien en oppassen! Vlug liep zij door den hof. Aan hot hek yoor de eerste huurwoning stonden de Jneisjes en babbelden .en giechelden er justig o>p los. Een man was bij haar [Karei Plemping, De vrouw zag hem ^t leerst van allen. i ,,Kom meisje^-, zeide zij, „vlug aan deii Üktbeid gegaan, 't Is hoog tijd; je hebt jflu lang genoeg gepra.it." Als een zwerm bijen stoven de meis jes uiteen. Toen de boerin zich ook om keerde, zag zij hoe .Trees Karel's hand [drukte. Dit maakte haar toornig en nij dig wierp zij Karei voor de voeten„Gröh fcingshof is er ook nog en er zijin daar meisjes, die beter bij jou passen dan ppz« ftcn, tt wü je foet aist w$c «a- der do oogeu zien." Daarna ging zij terug, vast besloten aan den omgang van haar dochter een einde te maken. In het voorhuis rammel den de emmers, rinkinkten de kettingen, klapperden de klompen. 'Alles was druk aan het werk. Tn de woonkamer echter werd Trees op strenge wijze onder han den genomen. „Wat heeft dat te beduiden, dat jij je door Karei de hand laat geven 1 Je hebt geen grijntje verstand in je hersens. Hij is niets, en hij heeft niets, en lichtzinnig is nog op den koop toe. Ik zeg je vader wil van zulke zaken niets weten, en duld daarbij geen scherts. Als je vader aahter deze vrijerij komt, gooit hij je het huis uit Denk daar wel om.'-* Jrees beet ziqh op de lippenZoo slecht is Karei niet, fluisterde de trcxts ën dlo iiiefde haar In. JEn ik blijf hem trouw, nu nog meer dan anders! Zij wachtte zkh wel, deze gedachte te uiten en bewaarde op de woorden van hare moeder het stilzwijgen. Geërgerd door deze houding keerde de boerin Trees den rug toe en liet haar ataan. IU In het dwrp ging het heden «eet te- Het geheete kerspel Sengen was bij Rothmann vertegenwoordigd. Van de ou deren waren zij aanwezig, die geen gele genheid lieten voorbijgaan, waar een snaps gedronken werd en de nieuwsgie righeid had ,de jongeren gelokt. Het le ven op de afgelegen boerenhofsteden was zoo eentonig, dat elk extra-pleiziertje mits het maar niet veel geld kostte, een welkome afwisseling bood. Er zou iets gebeuren. Allen wachtten daarop. Het gelaat van den kastelein straalde van genoegen; de tijden konden voor hem niet beter zijn. Zooveel brandewijn als hij in de laatste twee maanden had ge sleten, verkocht hij anders het heele jaar niet. Terwijl hij de glazen zijner gasten vulde, vertelde hij de eene gruwelgeschie- deniis na de andere. Ze waren wel niet allemaal waar, soms zelfs niet ieens goed' verzonnen, maar toch werd er jnet graagte naar geluisterd. In leeai hoek zat J oris Kan m eier, die ou de veldwachter. JHij was een kleine man, met verschrompeld gelaat, zware wenk brauwen en geelachtig haar. Zijn Jdee- dij geleek op een soort piriform en zoo doende herkende men hem als handhaver van de orde. Het spel, idat op het tooneel werd op gevoerd, beviel hem niet. Er wetd menig oneerbiedig jyoord gebezigd En de mëa: schen toonden geen haartje achting voor zijn gezag^ zij bekommerden zich niet om hem en zelfs niemand presenteerde hem een glaasje! Bovendien maakte men een verschrikkelijk lawaai. Hij zou laten zien, dat hij op zijn post was. Af en tqe stond hij driftig van zijn plaats op, stak den rechter wijsvinger tusschen de kraag van zijn jas, als wilde hij zich lucht voor spreken verschaffen en kraaide dan niet zijn hoog stemgeluid tegen het lawaai in. Niemand verstond hem en niemand lette op hem. Thans achtte Willem Banning het oogenblik gekomen, waarop hij een be- slissenden invloed op den loop der ge beurtenissen zou kunnen uitoefenen. De knoop moest doorgehakt worden. Willem Banning speelde gaarne haan tje-de-voorste. Hij kon haren knippen en scheren en deed dikwijls als bruilofts- noodiger dienst Jn de kerk was hij het liefst bij 't klokgelui, bij het patroons feest zat hij gaarne op den schimmel en wanneer er processie was, liep hij ?t dichtst bij den troonhemel. Jn deze omge ving verschafte hem voor alles zijn krach tig stemgeluid een toonaangevende plaats. „Al is hij ook nog zoo dom", -zei den de menschen „bulken kan hij zoo hard als vijftig ossen en huilen ?oo luid ajs .veertig kiadêceij.'- „Wij willen ook revolutie hebben", schreeuwde hij boven allen uit en sloeg ter bekrachtiging van zijn woorden met zijn zwaren vuist op de tafel, zoodat de glazen opsprongen. „Er moet revolutie komen." Uitdagend liet hij zijn blikken over de aanwezigen glijden, om te. zien of zijn woorden indruk maakten. 'Met een hoo nenden lach zag hij den politieman aan,> die, schier radeloos, in zijn hoek zat, onrustig op zijn stoel heen en weer schui- vend. Dat gaf den barbier moed. De gebalde vuisten omhoog heffend, klonk donde rend door de zaal: „Ja, ioris, ik zeg het nog eens: wij willen ook revolutie heb ben 't Was nu te erg; 't ,was persoonlijke smaad. Woedend sprong Joris Jdanmeier op, zette met een ruk schako en sabel recht en riep zoo hard hij kon: „Ik kan dat niet dulden, dat je van revolutie spreekt; anders breng ik je naar het ar* restantenlokaal." Eenige stevige handen grepen den pu- den veldwachter beet, tilden hem Jn <ctó hoogte, en algemeen zette men jn: j,Onze politie zal lang leven; Zij leve hoog.'- - CKoidj ymoigdl» j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5