Liefde en Haat.
wijziging van dc ó.Ii.'pciivvet en van den
algeineenen maatregel van bestuur tot
uitvoering van de wet. Een zoodanige
wijziging van dit deel der scheepvaart
wetgeving is thans in voorbereiding.
Wellicht is het mogelijk verdere sa
menwerking met gemeentelijke keurings
diensten te bevorderen en daarbij tevens
te bewerken, dat door omliggende ge
meenten van bestaande keuringsdiensten
partij getrokken wordt.
Een ontwerp van wet strekkende tot
bescherming van de arbeiders is in be
werking.
Of en zoo ja welke wettelijke
maatregelen ten aanzien van de huisin
dustrie moeten worden genomen kan
eerst worden overwogen, nadat het on
derzoek naar de toestanden in dien tak
van nijverheid zal zijn afgeloopcn en
daaromtrent verslag zal zijn uitgebracht.
Dit onderzoek, dat gelijk bekend, thans
door den centralen dienst der arbeidsin
spectie wordt geleid, is niet weinig ver
traagd, doordien in d en loop ervan tel
kens bleek, dat werkzaamheden in huis
industrie worden verricht, waarvan het
tot nog toe ten eeneninale onbekend was,
dat zij in dien vorm voorkomen.
Het eerste deel van bedoeld verslag
zal nog in den loop van dit jaar verschij
nen, terwijl de volgende deelen binnen
niet langen tijd daarna zullen volgen.
Wat de vraag betreft, of nieuwe wet-
(elijke maatregelen, betreffende de ge
dwongen winkelnering naast of in plaats
van artikel 1637 S. van het Burgerlijk
Wetboek noodig zijn, acht de Minister
thans den tijd niet gekomen, om over die
vraag eene beslissing te nemen, waar
het onderzoek, dat vanwege zijn departe
ment, naar de gedwongen winkelnering
wordt ingesteld, nog niet is afgeloopen.
Tot zijn leedwezen is dc Minister ge
noodzaakt om de uitgetrokken bijdrage in
de kosten van proefneming met 'n pro
cédé tot het tegengaan van waterveront
reiniging der aardappelmeelfabrieken,
van de begrooting af te nemen.
De Minister zal gaarne overwegen, wat
in het belang der textiel-nijverheid van
Regeeringsvege kan worden gedaan, ter
bevordering van de bestrijding van wa
terverontreiniging in de centra der
Twentsche textielindustrie.
Het rapport over het onderzoek, naar
d>e werking der vrijwillige landbouwver-
zekcring, zal eerstdaags aan den Minister
worden aangeboden.
Begrooting voor Binnenlandsche
Zaken.
De Minister had eerder verwacht, dal
men hem al te grooie spaarzaamheid, dan
gemis aan een ernstig streven naar be
zuiniging zou verwijten.
Pensioneering van gemeente ambtena
ren en hunne weduwen eu weezen.
Een wetsontwerp is aan het Departement
opgesteld. Dezer dagen is het overleg
daarover met den Minister van Financiën
geopend.
Kieswet. De Minister is gaarne be
reid te overwegen, of, en zoo ja, langs
welken weg het mogelijk zóu zijn te be
vorderen dat visschers oj) zee en anderen
die thans niet in de gelegenheid zijn hun
stem uit te brengen, zooveel mogelijk aan
de verkiezingen kunnen deelnemen.
Waar de door den vroegeren burge
meester van Doornspijk gepleegde han
delingen de justitie geen aanleiding ga
ven tot een strafrechterlijke vervolging,
ontbrak den Minister voldoend materiaal
0111 met zekerheid ie beoordeelen, of
diens handelingen van dien aard waren,
dat hij een niet-eervol ontslag verdiende.
Inzake het overlijden van een van
dronkenschap verdachten man, (die later
bleek door een zonnesteek te zijn getrof
fen) op 11 Aug. 1.1. in het arrestantenlo
kaal te Jutphaas kan uit niets worden af
geleid, dat de veldwachter, die den man
arresteerde, in deze is te kort geschoten,
en dit betreurenswaardige voorval aan
iets anders te wijten zou zjjn dan aan een
volkomen begrijpelijke vergissing.
De Memorie van Antwoord betreffende
het wetsontwerp tot regeling van de po
sitie van vrouwelijke rijksambtenaren en
onderwijzeressen bij het openbaar lager
onderwijs, die in het huwelijk treden, kan
spoedig worden tegemoet gezien.
Maatregelen tot het tegengaan van de
toeneming van hei aaniai bierhuizen zijn j
bereids i n bewerking.
Naar aanleiding van de in den laatsten
tijd weder opgedoken geruchten omtrent
personen, wier practijken .o.a. daarin be
stonden, dat zij voorspiegelden in staat
te zijn tegen betaling van een som gelds
de afkeuring van lotelingen voor den
dienst der militie te verkrijgen, js een on
derzoek hangende.
De Minister acht het intern, congres
voor zedelijke opvoeding niet van genoeg
zaam algemeen belang om daarvoor een
rijkssubsidie op de begrooting uit te trek
ken. De Minister van Waterstaat heeft
bezwaar regen het afstaan van de Gra
felijke Zalen voor het Congres.
De klacht over onvoldoenden genees
kundigen bijstand op hei platteland
schijnt den Minister, in het algemeen, niet
juist. Een beroep op rijkssteun wordt
niet licht afgewezen.
De maatregel van bestuur tot vaststel
ling var. de voorwaarden, waa-' irder o.
a. aan de gemeenten rijksbijdragen zul
len worden verleend voor de oplichting
van een ontsmeitingsdienst kan zeer spot
dig verwacht worden.
Met de bij de zaak betrokken departe
menten wordt overleg gepleegd omtrent
eventueel te stellen maatregelen in ver
band met water onttrekking, waaromtrent
van de Staatscommissie bereids een ad
vies is ontvaugen.
Het begrotingsartikel voor kosten van
voorziening in de behoefte van drinkwa
ter is nader van f25.000 op f63.000 ge
bracht, wegens onderzoek in de Schoort-
scbe duinen teri behoeve van den aanleg
van een waterleiding van West-Friesland
en een onderzoek van de domaniale dui
nen onder Haamstede voor den aanleg
van de prise d'cau voor een waterleiding
voor Schouwen en Duivcland.
De Minister acht de oprichting van. een
afzonderlijk onderwijs-departcmeni, reeds
met het oog op de geldelijke gevolgen,
thans niet verantwoord.
Over het rapport der ineenschakelinys
commissie is reeds herhaaldelijk door den
Minister van gedachten gewisseld.
Een onderzoek ten behoeve van een ho
moeopathisch ziekenhuis, is eerst bij het
afdrukken dezer memorie, aan 's Minis
ters departement ontvangen.
Tot de instelling van een leerstoel voor
de Slavische talen, meent de Minister
thans hei voorstel nog niet te mogen doen
Hoogleeraar in het volkenrecht. De
Minister erkeni, dat de omvang welke
de wetenschappelijke beoefening van het
volkenrecht heeft gekregen, in de laatste
jaren, zeer is -toegenomen. Toch ver
trouwt hij, dat het mogelijk zal blijken,
een geleerde te vinden bereid, en in staat
dit onderwijs, ook, naast een anderen
maaischappelijken werkkring, op zich te
nemen, en die mitsdien, evenals de afge
treden funciioiiaris, als buitengewoon leer
aar ware te benoemen. Wel echter acht
ook de Minister het gewenscht, voor het
geval hij zich in deze verwachting teleur
gesteld mocht zien, de gelegenheid open
te laten aan de Koningin de benoeming
.van e enge woon hoogleeraar voor te dra
gen. Onder dit voorbehoud acht hij zich
dus gerechtigd de aanvrage voor een ge
wonen leerstoel aan de Siaten-Generaal
alsnog voor te leggen, heigeen in verband
mei dr. Marquani's vertrek, zonder na
dere verhooging der ontwerp-begrooting
kan geschieden.
Evenmin te Leiden als te Groningen
acht de Minister thans tot de instelling
van een lectoraat in de aardrijkskunde te
mogen overgaan.
De klachten over de gebouwen en in
richting erkennende, hoopt de Min. dat
het overleg met zijn ambtgenoot van Fi
nanciën er toe zal leiden, de middelen te
vinden om ook de Leidsche universiteit
in het bezit te stellen van de inrichtingen
waarop zij rechtmatige aanspraak kan
doen gelden.
Een wetsontwerp tot het opnemen van
het onderwijzend personeel aan bijzonde
re H. B. Scholen, en aan gewezen gym
nasia onder de pensioengerechtigde amb
tenaren, bij het departement van Finan-
cinë in voorbereiding, zal eerlang .wor
den ingediend.
De Memorie treedt jn een uitvoerige
weerlegging van het tot de Regeering ge
richte verwijl, dat zij zich met weinig
ernst kwijt van den haar in art. 102 der
Grondwet opgclegdcn plicht. Een onder
zoek -naar do ju het .Voorloopig Verslag
medegedeelde feiten, waaruit zou blijken,
dat niet nauwlettend wordt toegezien pp
naleving der wettelijke voorschriften bij
benoeming van onderwijzers, heeft geen
onregelmatigheden aan het licht gebracht.
Een wettelijke regeling van het yoor-
laereidend onderwijs, waarin ook het
vraagstuk der substdieering oplossing
vindt, koml den Minister inderdaad ur
gent voor.
Het aangekondigde wetsontwerp Leer
plichtwet is reeds van den Raad van Sta
te terug ontvangen en zal dus de Kamer,
naar de Minister zich vleit, zeer spoedig
bereiken.
Dat de salariecring der onderwijzers
reeds het peil bereikt heeft, dat met de
belangrijkheid van het onderwijzersambt
overeenkomt, zal ook de Minister niet be
weren, doelt de aanzienlijke verbetering
der onderwijzerswedden m het laatste
tiental jaren, maakt zeker den drang,
om dit onderwerp thans reeds weer aan
de orde te stellen, niet onafwijsbaar, wat
vooral van gewicht is, nu de stand van 's
Rijks geldmiddelen tot de meest moge
lijke zuinigheid noopt.
De nieuwe schoolopziener in het arron
dissement Helder was ook reeds bij zijne
benoeming geen vreemde op het gebied
van het onderwijs, daar hij sinds jaren lid
van de plaatselijke commissie van toe
zicht op het L. O. en lid van het bestuur
-eener bijzondere schooi te Helder .was.
De Minister is overtuigd, dat de gewone
bezigheden van den benoemde gecne be
lemmering zijn voor dc richiige vervulling
der beirekking van schoolopziener en hij
kan niet het oordeel onderschrijven van
de leden die meenden, dat mei deze be
noeming het belang van het onderwijs
niet is gediend.
Palcis te Amsterdam. De onderha
vige aangelegenheid verkeert niet in een
stadium, waarin de Minister zijn gevoelen
zou kunnen mededeelen.
De Minister zal de aandacht van de ge
meentebesturen (naar aanleiding van den
brand te Vlissingen) vestigen op de
wenschelijkheid, oin bij gemeenteverorde
ning, maatregelen \oor te schrijven, welke
ten doel hebben brandgevaar te voorko
men in al die gevallen, waarin zoodanig
gevaarte duchten is, inzonderheid als aan
daken of goten met vuur of benzine moet
worden gewerkt, waardoor herhaling van
dergelijke rampen zal worden tegenge
gaan.
De Minister is in beginsel bereid de
restauratie der door brand getroffen Gr.
Kerk te Vlissingen spoedig tè steunen.
De toestand der lands geldmiddelen
heeft den Minister op het oogenblik moe
ten terughouden van steun voor de res
tauratie der kerken te Zuidbroek, te
Spijk en te Oud-Vosscmeervan de R. K.
kerk te Harderwijk eu van den toren te
Duiven.
Als eisch voor subsidieeriiig van open
bare leeszalen is door de Regeering ge
steld, dat in 't algemeen rijks- en ge
meente-subsidie niet meer mogen beloo-
pen (tezamen) dan anderhalf maal het be
drag van particuliere bijdragen en het
Rijkssubsidie het gemeentesubsidie niet
overtreffen.
Moreel schadelijke en zuiver propagan
distische lectuur moet geweerd met dien
verstande, dat de regeering niet zuivere
propaganda voor haar rekening neemt,
maar haar steun schenkt aan slechts wer
kelijk onderrichtende en achtenswaardige
lectuur. Een leeszaal dus, die bijna uit
sluitend litteratuur in één richting bevat,
zou niet voor subsidie in aanmerking
komen. Er moet onpariijdigheid worden
betracht en lectuur van iedere richting
aanwezig zijn.
Noch romans, noch couranten mogen
hoofdzaak zijn, wel tijdschriften en boek
werken, waaruit te leeren valt.
Van Roomsch Katholieke vereenigin-
gen zijn twee aanvragen ingekomen, die
in onderzoek zijn.
Middelbaar Onderwijs.
In de Memorie van Antwoord betrek
kelijk het wetsontwerp tot wijziging en
aanvulling van de wet fot regeling van
het middelbuur onderwijs (buitenleerlin
gen der li. B. Scholen) betoogt de Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, dat
niet juist is de stelling, dat het Fl. B. S>
onderwijs zich blijkens de ervaring tof
rijks onderwijs zou moeten ontwikkelen.
Aan dit wetsontwerp, dat juist ide moge
lijkheid opent om evenredig sohoolgekl
in te voeren en dus de rijkeren zwaardeti
te belasten, kan toch kwal ijk de strekking
worden toegeschreven de meer vermo
gende ingezetenen ten koste van het al
gemeen belang te bevoordeelen.'
Het heeft den minister wel eenigszins!
teleurgesteld tc vernemen, dat vele !<?deiv
zich met het aan het ontwerp ten grond
slag gelegde stelsel niet kunnen vereeni-
gen. De schildering van de nadcelige
gevolgen welke de tegenstanders van!
het ontwerp in de toepassing in <d c
pr act ijk vreezen kan niet nalaten den,
indruk te wekken in al te sombere tint
te zijn gehouden.
De bezwaren der buitengemeenten zijn
te breed uitgemeten en onbegrijpelijk is
het, dat men van de zijde der gemeenten'
van vestiging van H. B. S. nadeel vreest.
Het denkbeeld, dat door de wet de
laagste gemiddelde kostprijs als univer
seel bedrag van het schoolgeld zou aan
gewezen worden, is voor verwezenlijking
niet vatbaar. De onbemiddelden en min-
dergegoeden zullen immers dit bedrag!
niet kunnen opbrengen.
Anderen eischen voor de besturen der
buitengemeenten de vrijheid op te be
slissen, of de kinderen harer ingezetenen
al dan niet eene elders gevestigde school
zullen bezoeken. Mutatis mutandis komt
dit denkbeeld overeen met de poging
tot het vrijwillig doen sluiten van con
tracten, met welke eene niet geslaag
de proef reeds is genomen. Het meeren-
deel der buitengemeenten zou werkeloos'
blijven en de kinderen zouden dupe 'wor
den.
Met leedwezen heeft de minister ver
nomen, dat men bij de beoordeeling van,
dit wetsontwerp den schoolstrijd niet
buiten het geding heeft weten te houden.
Toepassing van een stelsel als in dit
wetsontwerp ontwikkeld, ook op andere;
gemeentelijke instellingen van onder
wijs, van welke door omliggende ge-i
meenten inede gebruik gemaakt wordt,
zou de minister ongetwijfeld in theorio
juist achten. Doorvoering daarvan zal
echter eerst dan noodig worden wanneer,
de toeloop van buitenleerlingen ook tot
die inrichtingen zulke afmetingen zou
gaan aannemen als thans ten aanziesii
van de Hoogere Burgerscholen het gevat
is. Voorshands is daarvan cohter geeai'
sprake.
Marinebegrooting.
De Minister van Marine betoogt, dat de
behoefte aan torpedobooten geheel los
staat van de instelling van het fonds voor
de kustverdediging.
Zoodra de minister door kennisneming
van de uit Indië ontvangen adviezen dö
vrijheid erlangde om zich over de voor
stellen der bekende Staatscommissie uit
te spreken en met zijn ambtgenoot vat»
koloniën tot overeenstemming was ge
komen omtrent de keuze van het type!
der schepen nl. artillerie of torpedo-
vloot waaruit de kern van de vloot in
Indic moet worden samengesteld, kon
naar zijne overtuiging niet langer ge
wacht worden met het in aanbouw bren
gen van een pantserschip voor den alge-
meenen dienst, omdat lo. de toestand
van de schepen type-Kortenaer van dien
aard is dat er geen sprake van kan zijn,
er na 1915 nog gevechtswaarde van eenig
belang aan toe te kennen2e. de schepen
type-Kortenaer niet kunnen worden ver
vangen voordat die van het type-Koningin
Regentes vrijkomen; 3o. dit vrijkomen
eerst kan plaats hebben zoodra voor de
defensie van Indië over nieuwe pant
serschepen kan worden beschikt; 4o. dit
ook dringend noodig is omdat de sche
pen van het type-Regentes, ofschoon nog.
in staat goede diensten te bewijzen bij
de verdediging van Nederland, geen vol
doende gevechtswaarde hebben dat zij in
den tegenwoordigen tijd nog mogen wor
den aangemerkt in staat te zijn, een
krachtigen tegenstander in onzen Oost-
Indischen Archipel, waar ze los van ver
sterkingen aan den wal moeten kunnen
optreden, tot ernstige krachtsontwikke
ling te noodzaken, zelfs niet waar het
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Maandag 4 Dec. no. 656.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Begrooting Landbouw, Nijverheid
en Handel.
De Minister verdedigt in de Memorie
yan Antwoord breedvoerig zijn beleid,
ontkennende dat aan zijn Departement
een geest van centralisatie en bureaucra
tie bestaat.
Hij kan ook nu niet toegeven dat er
sprake is van opdrijving van uitgaven»
of gebrek aan zuinigheid.
De Minister meent ook thans niet te
kunnen ingaan op de in het Voorloopig
.Verslag opgenomen beschouwingen aan
gaande het pachtwezen, aangezien, gelijk
hem bekend is, de Staatscommissie voor
•den Landbouw het laatste gedeelte van
hare taak in het volgende jaar denkt te
beëindigen. Het ontwerp-Landarbeiders-
wet zal aan eene herziening van het
pachtrecht geenszins in den weg staan.
Het advies van de Staatscommissie
voor den Landbouw, betreffende de wet
telijke regeling der ruilverkaveling is in
gekomen.
De Minister heeft vooralsnog geen
plan tot het toekennen van directen finan
cieel en steun van Rijkswege aan coöpe
ratieve landbouwvercenigingen.
Het oprichten van cursussen tev voor
bereiding voor het lager land- en iuin-
bouvvoiKferwijs is van den Minister niette
verwachten.
Over een te laat ingrijpen ter zake van
eene in Noord- en Zuid-Beveland heer-
schende ziekte (besmettelijke borstziek
te» onder de paarden, kan bezwaarlijk
worden geklaagd.
Over de deugdelijkheid der entstoffen
van de Rijksscruminrichting wordt zoo
wel hier te lande als in het buitenland
met lof gesproken en de aanvragen ne
men steeds toe.
.De Minister heeft opdracht gegeven
om een rapport samen te stellen omtrent
den toestand van het Haagsche bosoh
vóór den storm, den omvang der bescha
digingen, de leeringen, die uit de ramp
kunnen worden getrokken, en de midde
len, welke tot herstel zuilen worden
aangewend. In afwachting van de vol
tooiing van da-t rapport, he/ welk zal wor
den gepubliceerd, meent hij thans niet
in bijzonderheden tc moeten treden aan
gaande de ramp, die het bosch door den
storm in den nacht van 30 September
op 1 October j.l. heeft getroffen. Het
herstellingswerk zal zeer spoedig -en
krachtig worden ter hand genomen en er
op zijn gericht o:n liet bosch zijn oud
karakter te doen behouden.
De Minister verdedigt breedvoerig zijn
voorstel om .de zuivelconsulenten tot
Rijksambtenaren te maken.
Naar aanleiding van de opmerkingen
betreffende de z.g. Maasconcessies, deelt
de Minister mede, dat een wetsontwerp
deze aangelegenheid rakende, het Depar
tement van Landbouw heeft verlaten en
dat hij hoopt, dat het ontwerp spoedig
'bij de Kamer zal kunnen worden inge
diend.
Dc herziening der mijnwetgeving,
.wordt aan het Departement van den Mi
nister voorbereid.
Wat de diepboringen aangaat ,kan de
Minister mededeelen, dat het zich Iaat
aanzien, dat het werk binnen enkele ja
ren zal zijn afgeloopen.
De Minister is tegen openbaarheid van
de zittingen van den Zuiderzee-vissche-
rijfaad.
Nu de herziening van lief tweede Boek
ivan het Wetboek van Koophandel, welke
aan het maken van eene Schepelingenwet
zou' moeten voorafgaan, voorloopig niet
,ter hand genomen kan wordën, verdient
bet naar de meening van den Minister,
aanbeveling, om de onderwerpen van pu,-
blickrechtelijken aard, welke in eene
Schepelingenwet geregeld zouden wor
sen, niet langer te beschouwen als een
onafscheidelijk deel van die toekomstige
ge Schepelingenwetmaar deze onder-
Werpen afzonderlijk te regelen, bijv. Idoor
FEUILLETON.
ROMAN UIT WESTFALEN.
6)
Het bloed bruischfe in haar aderen.
Karei Plemping, een loeren arbeider, zou
jiaar Trees krijgen
Zij dacht aan de woorden van drie en
Öertig jaar geleden: „Pas op, dat je kin-
Üeren daarom niet gestraft worden." O,
tij zou toezien en oppassen!
Vlug liep zij door den hof. Aan hot hek
yoor de eerste huurwoning stonden de
Jneisjes en babbelden .en giechelden er
justig o>p los. Een man was bij haar
[Karei Plemping, De vrouw zag hem ^t
leerst van allen.
i ,,Kom meisje^-, zeide zij, „vlug aan deii
Üktbeid gegaan, 't Is hoog tijd; je hebt
jflu lang genoeg gepra.it."
Als een zwerm bijen stoven de meis
jes uiteen. Toen de boerin zich ook om
keerde, zag zij hoe .Trees Karel's hand
[drukte. Dit maakte haar toornig en nij
dig wierp zij Karei voor de voeten„Gröh
fcingshof is er ook nog en er zijin daar
meisjes, die beter bij jou passen dan
ppz« ftcn, tt wü je foet aist w$c «a-
der do oogeu zien."
Daarna ging zij terug, vast besloten
aan den omgang van haar dochter een
einde te maken. In het voorhuis rammel
den de emmers, rinkinkten de kettingen,
klapperden de klompen. 'Alles was druk
aan het werk. Tn de woonkamer echter
werd Trees op strenge wijze onder han
den genomen.
„Wat heeft dat te beduiden, dat jij je
door Karei de hand laat geven 1 Je hebt
geen grijntje verstand in je hersens. Hij
is niets, en hij heeft niets, en lichtzinnig
is nog op den koop toe. Ik zeg je
vader wil van zulke zaken niets weten,
en duld daarbij geen scherts. Als je vader
aahter deze vrijerij komt, gooit hij je het
huis uit Denk daar wel om.'-*
Jrees beet ziqh op de lippenZoo
slecht is Karei niet, fluisterde de trcxts ën
dlo iiiefde haar In. JEn ik blijf hem trouw,
nu nog meer dan anders!
Zij wachtte zkh wel, deze gedachte te
uiten en bewaarde op de woorden van
hare moeder het stilzwijgen.
Geërgerd door deze houding keerde de
boerin Trees den rug toe en liet haar
ataan.
IU
In het dwrp ging het heden «eet te-
Het geheete kerspel Sengen was bij
Rothmann vertegenwoordigd. Van de ou
deren waren zij aanwezig, die geen gele
genheid lieten voorbijgaan, waar een
snaps gedronken werd en de nieuwsgie
righeid had ,de jongeren gelokt. Het le
ven op de afgelegen boerenhofsteden was
zoo eentonig, dat elk extra-pleiziertje
mits het maar niet veel geld kostte, een
welkome afwisseling bood. Er zou iets
gebeuren. Allen wachtten daarop.
Het gelaat van den kastelein straalde
van genoegen; de tijden konden voor
hem niet beter zijn. Zooveel brandewijn
als hij in de laatste twee maanden had ge
sleten, verkocht hij anders het heele jaar
niet. Terwijl hij de glazen zijner gasten
vulde, vertelde hij de eene gruwelgeschie-
deniis na de andere. Ze waren wel niet
allemaal waar, soms zelfs niet ieens goed'
verzonnen, maar toch werd er jnet graagte
naar geluisterd.
In leeai hoek zat J oris Kan m eier, die ou
de veldwachter. JHij was een kleine man,
met verschrompeld gelaat, zware wenk
brauwen en geelachtig haar. Zijn Jdee-
dij geleek op een soort piriform en zoo
doende herkende men hem als handhaver
van de orde.
Het spel, idat op het tooneel werd op
gevoerd, beviel hem niet. Er wetd menig
oneerbiedig jyoord gebezigd En de mëa:
schen toonden geen haartje achting voor
zijn gezag^ zij bekommerden zich niet
om hem en zelfs niemand presenteerde
hem een glaasje! Bovendien maakte men
een verschrikkelijk lawaai.
Hij zou laten zien, dat hij op zijn post
was. Af en tqe stond hij driftig van zijn
plaats op, stak den rechter wijsvinger
tusschen de kraag van zijn jas, als wilde
hij zich lucht voor spreken verschaffen
en kraaide dan niet zijn hoog stemgeluid
tegen het lawaai in. Niemand verstond
hem en niemand lette op hem.
Thans achtte Willem Banning het
oogenblik gekomen, waarop hij een be-
slissenden invloed op den loop der ge
beurtenissen zou kunnen uitoefenen. De
knoop moest doorgehakt worden.
Willem Banning speelde gaarne haan
tje-de-voorste. Hij kon haren knippen en
scheren en deed dikwijls als bruilofts-
noodiger dienst Jn de kerk was hij het
liefst bij 't klokgelui, bij het patroons
feest zat hij gaarne op den schimmel en
wanneer er processie was, liep hij ?t
dichtst bij den troonhemel. Jn deze omge
ving verschafte hem voor alles zijn krach
tig stemgeluid een toonaangevende
plaats. „Al is hij ook nog zoo dom", -zei
den de menschen „bulken kan hij zoo
hard als vijftig ossen en huilen ?oo luid
ajs .veertig kiadêceij.'-
„Wij willen ook revolutie hebben",
schreeuwde hij boven allen uit en sloeg
ter bekrachtiging van zijn woorden met
zijn zwaren vuist op de tafel, zoodat de
glazen opsprongen. „Er moet revolutie
komen."
Uitdagend liet hij zijn blikken over de
aanwezigen glijden, om te. zien of zijn
woorden indruk maakten. 'Met een hoo
nenden lach zag hij den politieman aan,>
die, schier radeloos, in zijn hoek zat,
onrustig op zijn stoel heen en weer schui-
vend.
Dat gaf den barbier moed. De gebalde
vuisten omhoog heffend, klonk donde
rend door de zaal: „Ja, ioris, ik zeg het
nog eens: wij willen ook revolutie heb
ben
't Was nu te erg; 't ,was persoonlijke
smaad. Woedend sprong Joris Jdanmeier
op, zette met een ruk schako en sabel
recht en riep zoo hard hij kon: „Ik kan
dat niet dulden, dat je van revolutie
spreekt; anders breng ik je naar het ar*
restantenlokaal."
Eenige stevige handen grepen den pu-
den veldwachter beet, tilden hem Jn <ctó
hoogte, en algemeen zette men jn:
j,Onze politie zal lang leven;
Zij leve hoog.'- -
CKoidj ymoigdl» j