Liefde en haat.
Uit de Pers.
BINNENLAND.
^■RaMBItoaó» ■«■■■in i J ia u i h'i M
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 2 Dec. no. 655.
Een lied per week.
No. 7 uit „De L euwerk".
Mijn Nederland.
{^oorden van Muziek van
'P. Lotiwerse. Richard Hol.
Waar de blanke top der duinen
Schittert in den zonnegloed,
En de Noordzee vrie id'lijk bruisend,
Neêrlands smalle Dist begroet,
Juich ik aan het vla ke strand:
'lc Heb it lief, mijn Nederland!
Waar het lachend' groen der heuvels
't Kleed der stille h ide omzoomt,
Waar langs rijk beladen velden
Rijn of Maas of S'helde stroomt,
Klinkt mijn lied op ouden trant:
'1c Heb u lief, mijn Nederland!
Blijf gezegend, land der Vad'ren,
Make u eendracht sterk en groot;
Blijve 'tvolk der Kg inginne
Houw en trouw in nood en dood'.
Doe zoo ieder 't woord gestand:
'k Heb u lief, mijn Nederland!
St. Nicolaas in zicht.
(Slot.)
Toen ik den volgende morgen volgens
afspraak mij weer vroegtijdig naar het
tijdelijk verblijf van dei: goeden Sint be-
igaf, stroomden mij reeds van verre de
lieflijkste klanken tegemoet. Pieterman
was n.l. bezig zijn virtuositeit in het
pianospel te toonen en als een klate
rende waterval siroomoen de kristalhel
dere tonen ontlokt aai een piano van
H. J. BIK, Br eest raat.
Z. D. H. zat in een gemakkelijke fau
teuil diep-aandaciitig tc luisteren, zoodat
bij zelf in het eerst «in;jn binnenkomen,
niet bemerkte. Mijn zwak handgeklap als
goedkeuring voor de heerlijk gespeelde
'Beethoven-sonate deeed hen echter naar
an ij omzien
„Goed dat ge komt, mijn waarde we
zaten al op je te wa.hien m.t het ontbijt,
laat ons maar spoedig beginnen, want
zelfs de muziek kan mij mijn ram
melenden maag niet dom vergeten.
Spoedig vielen wij aa op een heerlijk
dejeuner met de meest verfijnde zorg
iüitgezocht en toebereid door A1AISON
VAN DIJK, Br eest ra. at, waarbij we
ons als echte zuiderlingen een glaasje
van dien verrukkelijk opwekkenden
Spaansche wijn van W H1LAR1US op
de Breestra.at wel lieten smaken.
Terwijl wij nog aan tafel zaten werd
een telegram binnengebracht, luidende
Si. Nicolaas Leiden. Naar Uw wensch
zend ik U D. H. een collectie rijwielen.
Om de waarde der verschillende merken
en ue Igw&iiteit der banden beter te doen
uitkomen heb ik eenige bekende racers
uit de'Meer verzocht ze U D. H. in wed
strijd te bezorgen.
(w g. VV. StlPDONK, Roelof."rendsveen)
Nauwelijks hadden wij van 'deze missi
ve kennis genomen of een vreeselijk ge-
bel deed ons naar buiien kijken en ja-»
wel, daar arriveerd.cn reeds in de kamp de
eersten, die nog, toegejuicht door de aan-
stroomende straatjeugd en meeracendc
slagersjongens, e en ex ra rondje langs
beide zijden van het Rapenburg reden.
Achtereenvolgens arriveerden nu ook
met zeer kleine tusschenpoozen de ande
ren, die evenmin ais de beide eerste
eenig mankement aan hun fietsen hadden.
De snelrijders werden allen binnen
ontboden, waar bun een verfrisscliend
glas Champagne-Pilz van A. J. AIOONS
J a n v o s s e n s t e e g, werd aangeboden,
oen met een hartelijke toespraak Z. Em,
'eenige prijzen voor dezen wedstrijd uit
deelde. De eerst aankomende werd begif
tigd met een V e 1 o Wasch m a chine
uit liet magazijn aan de Ni euwstraa t,
no. 2 werd verblijd met een waterdichte
fietscape van PEEK CLOPPENBURG
Breestra at. De anderen kregen als
kleinere prijzen parap'uies en wandel-
FEUILLETON.
ROMAN UIT WESTFALEN.
5J
Wederom liep hij o,p en neer. Reeds
ide mogelijkheid, dat zijn plan kon mis
lukken, maakte hem verdrietig. De tijden
Waren slecht genoegschulden drukten
op den hof. Wanneer Clemens met de
oudste van Gröhling huwde, werd de
tweede dochter Dirk's vrouw. En bij de
.Gröhlings zat geld. Dat moest Clemens
toch inzien, ondanks hij n domoor was.
iTerwille van den Schoutenlliof moest (hij
leen offer brengen zulks was eenvoudig
zijn plicht.
Ook de boerin stond peinzend op en
keek naar de kronkelende vlammen. Zij
iwas volstrekt nog niet overtuigd, dat
,Clemens zoo maar zonder meer zou toe
geven.
„Men moet in 's hemelsnaam- maar
probeeren" meende" zij en ging lang
zaam naar buiten.
Het schemerde reeds.
„Nu, 't is hoog tijd, dat ik' de jongens
roep", sprak zij en stapte door de keuken
paar het voor huis, waar hetal volslagen
stokken van SARONI op den Nieu
wen Rijn en sierlijk omlijste etsjes uit
het Magazijn van S. BONTEN, Noord
einde terwijl de laatste als troostprijs
ontving het sdhoone werk „Hoe ontwik
kel ik mijn spieren" geleverd door den1
boekhandel van DIEBEN in de Maars
in a n s t e e g.
Toen de verheugde jongelingen, na
ieder nog een puike sigaar van J. DB
CLER Beestenmarkt 36, te hebben:
opgestoken, met hunne cadeaux waren
afgetrokken, opperde Pieterman het plan
om nu ook eens, wat ten vorigen jare In
de slof was gebleven, den Burcht te gaan
bezichtigen.
We konden dan tegelijk in het Café
DEN BURCHT een proefje gaan ne
men van het juist weer verkrijgbare voor
treffelijke v. WAVEREN'S BOCK.
Zoo gezegd, zoo gedaan. De chauffeur
werd geroepen om nieft de auto voor te
komen, maar deze kwam: zeggen da# er
iöts aan het ding defect was, wat hij on
mogelijk kon vinden.
„Geen nood", zei ik, „ga maar even
naar VAN HEERINGEN, op de Pie-
fterskerkgracht, 'tis dicht genoeg
bij en die zal heit ongemak wel spoedig
verholpen hebben". Binnen geen tijd dan
ook was de auito gerepareerd, en konden
we vertrekken.
In plaats van behoorlijk zijn weg langs
de Breestraat te nemen, reed de chauffeur
er bij vergissing voorbij ging hij de Haar
lemmerstraat in. Door zijn helsch getoeter
dat plotseling opkomt, werden wij op
merkzaam gemaakt, op de moeite die hij
had, om door de menschenmenigte te ko
men.
„Wat is er aan de hand?" vroegen we
aan een kleinen jongen.
„Roodkapje bij KRUIJFHOOFT. Fijn,
zèg mot je ook niet kijken?"
We stapten uit en bezichtigden de epi
sode uit Rood'kapje's leven, alleraardigst
gegroepeerd door die firma tusschen haar
winkelwaren.
„Heel mooi en pakkend", vond de Sint,
toen we door de menigte terugdrongen
naar onze auto, die nu langs een beteren
weg reed naar de Burcht.
Nadat we deze Leidsche bezienswaar
digheid bezocht hadden, (Pieterman vond
het niet veel zaaks, maar het bier in
het café was goed) gingen we eerst nog
even naar H. A. TIMMERMAN, op den
Nieuwen R ij n, waar de Sint zich een
nieuwen bontkraag bestelde. „Voor van
nacht, weet je, dan zou het wel eens
koud kunnen zijn", meende hij.
Ik begreep niert veel van zijn woor
den, -maar eenmaal weer in de a into ge
zeten, maakte hij het mij spoedig duidie-
1 ijk. Z.D.H. inviteerde mij nl. op een ou-
derwetsch rondrit je over de daken, waar
bij hij mij aanspoorde ook een flinke jas
aan te trekken.
Daarom reden we langs „MAGAZIJN
DE FAAM, o pde Vischmarkt, waar
ik een stevige „Starcoating" mocht uit
zoeken. Bij de dames BRUNS ANKER
MAN in de Maarsmanssteeg werd
terloops nog een bestelling gedaan van
een paar aardige kostuums en blouses.
Toen beging de chauffeur een onver
geeflijke dwaasheid. Met een vaartje licit
hij de wagen de Vischbrug opsnellen de
Hoogstraat over en de Donkersteeg in.
De politieagent op de Vischbrug had
mooi zijn hand opsteken, hij zag het
niet, maar op de Haarlemmerstraat al
wachtte ons de wraak van den H. Her
mandad. Ni-et zoodra waren wij de
nauwe Donkersteeg, waar aardig wat aan
vaart verminderd was, uïlgezwenkt of de
grootste van onze Leidsche agenten pos
teerde zich in zijn volle lengte voor de
auto met een gebiedend „Halt", en een
procesverbaal wegens het rijden langs
verboden weg kon zelfs door den naam
van den grooten bisschop, niet verhinderd
worden.
„Recht is reciht, en -de wetten moeten
geëerbiedigd worden", zeide deze, berus
tend in het geval.
Juist toen de auto weer in beweging
zou gebracht worden, bracht een zware
knal de omstanders in opsclüudding.
Eerst dacht men aan een aanslag, doch
spoedig bleek bleek, dat een der auto
banden gesprongen was. Noch stonden
we te delibereeren wat te doen stom/,
donker was. Het vee balkte en rommelde
met de kettingen. Het voeder was dit
jaar nog schaarsdher dan anders en dat
wilde heel wat zeggen, want in Ihet voor
jaar is er nooit overvloed.
De boerin opende met 'n ruk de_groo-
te deur en deed eenige schreden verder.
De meisjes waren niet te zien zij ston
den waarschijnlijk voor een van de kleine
huurwoningen, die -tot den hof behoor
den en welks bewoners zomers en win
ters vaste arbeiders waren.
Onwillekeurig dacht de kleine ronde
vrouw aan den tijd, toen zij op 'den hof
kwam. Drie en dertig jaren waren sinds
dien voorbijgegaan. 'tWas in hetzelfde
jaar, dat Napoleons overwinningsvuren,
na een korte opflikkering, voor altijd
werden gedoofd. Ook in haar hart was
toendertijd een vuur gebluscht. Zij zelve
had het gedaan en niemand merkte er
iets van. Haar liefde was geheim ge
bleven. Zoo moest dat wezen.
Men bemint niet om ongelukkig te
worden en van liefde alleen kan men niet
leven. En ook 'niet van twee stevige
handen alléén; er moet een vaste grond
slag zijn. Zoo'n statig boerenhof'bijvoor
beeld! Door den rijken Schoutenhof had
zij lichtzinnig haar liefde prijs gegeven.
Doch daarvan zou zij niet sterven.
Het geval had zich aldus toegedra
gen: Zij was een wees en rijk, ondanks
tóen de heer A. ALT, grossier in rijwielen
en onderdeden, aan de Lange Mare
met een paar knecWts k.vvam aangeloo-
pen, die ons een hieuwen band offreer
de en met een ondeugend lachje zijn re
clamekaart aan den Sint gaf;'Ja, we had
den hem vergeten, maar nu ontving hij de
belofte, met een goede bestelling scha
deloos te worden gesteld.
Terwijl de reparatie geschiedde, be
zochten we de winkel van J. C. KORT,
Haarlemmerstraat, waar 'n paar
stellen tafelgèed werden besteld.
Nadat de reparatie verricht was, stap^
ten we weer iA en reden huiswaarts, waar
waar een heerlijke lunch opgediend stond
waarop we met een flinken honger aan
vielen.
Groote plakken sneden we van een
sappig banke'ihhmmetje van W. A. AL
KEMADE, uit Wassenaar, terwijl St.
Nicolaas zich behielp met een paar rnoo-
ten vette gerookte paling van M. ROOS,
H a a r 1 e in nierstraat, waarbij een
gias heerlijke volle melk van RIJSBER-
GEN, uit de Kwaaierstraat werd
gedronken. Tegen het opbreken van het
vet deden we ons daarna te goed aan
heerlijke Tafelappelen van KWAAD
GRAS, uit de Dief steeg
Langzaam daalde den avond over de
de stadde duizenden lichten langs stra
ten en grachten werden ontstoken, de
winkels illumineerden ook na 9 uur ter
eere van den hoogen bezoeker en overal
was het gezellig druk. Toen stegen we
op naar het ^ak van het huis, waar reeds
een paar vurrge rossinanten voor ons ge
zadeld stonden.
„Nu zal ik je laten zien, wat je nog
nimmer hebt gezien, wat je nimmer heot
durven droomen", zei de Sint als een ex
plicateur voor een kermistent. „Zet je
-maar flink schrap in den zadel en houdt
vooreerst je oogen maar dicht, want je
mocht soms eens last van duizeligheid
krijgen. Heb je de lamp bij je, Pieter
man
„Zoo juist heb ik een nieuwe electri-
sche zaklantaarn gehaald bij VOCKING
op de H o o g e w o e r d".
„Uitstekend.' Vooruit dan op onze in
spectiereis."
Het zou moeilijk zijn om alles te ver
halen wat we op onzen tocht te zien kre
gen, het zou boekdeelen vullen. Slechts
enxele bijzonderheden wil ik aanstippen.
In een woning van twee vertrekken,
armelijk gemeubeld, maar helder en net
on^eihouueii, zat een gezin van vrouw
en vijf kinderen aan tafel, in een bedstee
in een hoek van het vertrek lag de -man,
bleek en ui-ge.eer-d door een zwarei
ziekte, die hem ten grave zou dalen.
Er was gegeten, ten minste kruimels
brood die nog op de blankgeschuurde
tafel lagen, deden zulks vermoeden.
„Moeder krijg ik nog een "boterham,
ik heb nog honger" klaagde een der klei
nen.
„Neen kind, nu is er niet meer. Ga
maar zoet naar bed. Morgen als je op
staat, krijg je weer eten als de bakker
nog borgen wil", voegde ze er -met een
zucht zachtjes voor zich aan toe.
„Zie, hier is goed werk te verrichten",
fluisterde de Sint mij toe. Help me ont
houden, dat i k hierheen wat spek laat
zenden door VERHOEF, van de S t e e n-
s tra at, en voor den man, den tering
lijder versterkende middelen en melk
van NUTRICIA, filiaal Korenbrug
steeg.
,/t is wel treurig" ,vond ik, maar de
Bisschop zeide mij nog veel erger el
lende te kunnen laten zien.
We wendden de paarden. „Ziedaar!"
klonk het.
Een zolderkamertje zagen we, treurig
verlicht door een klein petroleumlampje
dat op de tafel stond, waaraan een vrouw
van middelbare leeftjjd met ingevallen
bleeke w,angen en vuurrood omrande
oogen, zich duchtig zat te weren ,aan
pogenbedervend naaiwerk.
„Zie eens, sprak hij, hier zou 'n naai
machine van LEWENSTEIN, (filiaal
Haarlemmerstraat) goede diensten be
wijzen. Die vrouw moet er het brood
mee verdienen voor haar verlamden va
der eii haar twee jonge kinderen, waar
mede zij als weduwe achterbleef. Toen
langzamerhand onze oogen zich wend
de slechte tijden. „Hij" was maar .een
vondeling en arm; hij bezat niets dan
zijn vlijtige handen. Knap was hij; de
oogen vol vuur; gekruld zwart haar; blo
zende wangen als een uitgezochte ap
pel. Door dit alles had zij hem lief ge
kregen en misschien daarom hield zij
van hem, omdat zij alleen voor haar
oogen had. Toen kwam de strijd
tusschen liefde en verstand. Immers
wat zo-uden de menschen wel den
ken dat zij, die eens over een hof zou
kunnen bevelen, een knecht huwde. Zij
zouden lachen en zeggen: „Dat meisje is
niet goed wijs!" Doch van den anderen
kant was het zoo zoet toe te geven aan
dat gevoeldoor hem van ganscher har
te te worden bemind.
Lang duurde de strijd. Zij hield zich
goed' en niemand bemerkte iets aan haar
althans niet hij, om wien zij streed'.
Dan kwam Vastenavond, het feest,
waarop men zich sinds Kerstmis vlaste.
Natuurlijk nam zij daaraan deel. Op den
boerenhof, die ditmaal aan de beurt was,
kwam het jonge volk bijeen. 7t Ging er
levendig, ja zelfs ruw toe. Zij danste ge
lijk de anderen, maar a." en toe kon zij
zich niet weerhouden haar blikken te
vestigen op den knappen jongeling, die
naast die bei-de muzikanten stond, daar
om kwam hij niet dichterbij en npodigde
hij haar ten dans.?, Vandaag zou ,dal
den aan de duisternis, zagen wij ook op
een-matras in een hoek van de kamer ide
twee arme bloedjes liggen, die, hun ar
moede nog niet beseffend, vredig slie
pen, ternauwernood toegedekt met hun
kleertejs. Bij een half-uit potkacheltje
zat de oude man, op zijn stoet scheef ge
zakt. Een traan parelde in het oog van
den bisschop.
„Laten we bij M. v. .GELDEREN op de
Haarlemmerstraat een ledikantje
voor die kleinen bestellen, zijn buurman
uit den GOEDKOOPE BEDDENWIN
KEL kan er dan het toebehooren voor
leveren ien schrijf dan voor den ouden
man op een paar vilten pantoffels met
warme vacht gevoerd, van ANT. VAN
HELVERT op de Ji a a rle m m erstr.,
misschien idat het zijn verstijfde ledema
ten -nog wat goed doet.
„Laten -we nu maar terug gaan", stel
de-ik voor, „ik heb genoeg ellende,gezien.
O, -als ik eens rijk was."
„En -dan... mijn oogen, anders zoudt ge
de echte armoede todh niet hereiken.
Ware armoede is d.e fatsoenlijke, die
klaagt en vraagt niet".
Onder deze wijze les hadden we ons
dak weer bereikt.
Nog een oogenblik bleven we samen,
waarin St. Nicolaas me zijn laatste or
ders gaf. Den volgenden dag zou hij
voor „DEN VERGULDEN HOED",
Haarlemmerstraat een ommegang
door de stad maken (wellicht heeft me
nige lezer dit gezien) en daarop direct
afreizen, want, er was nog heel wat voor
hem te doen.
Ik moest nog wat dassen bestellen bij
PETIT op de Breestraat en .wat warme
omslagdoeken bij VAN KLEEF op de
Haarlemmerstraat, en bij VAN
WEEREN, ïn de B a k k e r s tie e g, een
boodschap sturen, dat hij den rommel van
papier en breekwaar, die nog wat waarde
had/ kwam weghalen.
Voor we scheidden met een warmen
handdruk, de beste wenschen en een tot
weerziens, kreeg ik nog 'n blanco crediet
bij DUIJNSTEE v. d. VELDEN, op het
Rapenburg, om alles te betalen en
hiermede was deze corvée, die tot de
aangenaamste van het jaar behoord (had,
ten einde. Ik hoop nu maar voor den lezer
dat St. Nicolaas' beschikkingen goed voor
hem uitvallen.
Moderne Secteschool in Indië.
De „Standaard" driestart:
Lens voor al heeft Groen van Prinste-
rer, nog steeds onzemaësitro zonder
evenknie op schoolgebied, ieder onzer ge
leerd, dat een neutrale school feite
lijk niet neutraal kan zijn, maar steeds
blijken zal te wezen een moderne secte
school."
Hier te lande staat dit in den Christe-
lijken kring dan ook vast. Neutraal is
eenerzijils een negatief, maar ook an
derzijds een positief begrip, zich kee-
rend tegen de eere van den Christus.
Daarom nu is het zoo bitter droef,
dat men dit in onze koloniale politiek
vergeet, en dat zelfs thans, nu we een be
lijdend Christen als Gouverneur-Gene-1
raai op Buitenzorg bezitten, stellig tegen
diens zin en bedoelen, dit voor ons on
aannemelijk stelsel wordt aanbevolen.
Er heerscht geen misverstand.
Groen van Prinsterer stelde zijn eisch
Particuliere schoolregel, Openbare aan
vulling, op een oogenblik, toen het parti
culiere Schoolwezen ten onzent, in 1868,
nog pas even begon zijn vleugelen uil te
slaan. Feitelijk was derhalve toen nog
bijna geheel ons Lager onderwijs, Mid
delbaar onderwijs en Hooger ouderwijs
in moderne hand-en. Als feit moest dit
aanvaard. Het kon niet anders. Maar het
uitgangspunt was en bleef: Particulier
moet regel worden, en slechts zoolang
dit niet zoo is, trede liet Openbaar er
voor in plaats.
Wie op dit standpunt staat, begint imet
aan het Particuliere het opkomen op alle
manier gemakkelijk te maken, en gaat
er, komt het, voor uit den weg.
Staat ge daarentegen op het tegenover
gestelde standpunt, dan bekommert ge
u om 't Particuliere niet, suösidieert 't
niet opvallen en zij verlangde er naar met
hem over den dansvloer te zweven
Verdrietig verliet zij het huis en wan
delde in den tuin. 't Was bitter koud;
de sterren fonkelden aan den hemel; de
oude eiken bromden elkaar iets toe en
bewogen hun kale takken. Zij bleef staan
en legde de hand op het kloppende hart,
dat heden weerspanniger was dan an
ders en niet wilde bedaren.
Dan hoorde zij haastige voetstappen.
Hij is het, juichte zij jn haar binnenste.
Zij stond' toe, dat hij haar hand greep en
die hartelijk drukte. Zij trok zich niet te
rug, als hij zich tegen haar aanvleide.
Hij sloeg zijn arm om haar heen. Zij beef
de wel even, maar vreugde maakte zich
van haar week hart meester en zij dacht
zich gelukkig.
Doch plotseling streek de koude noor
denwind langs haar heen. Een ijzige
ademtocht omzweefde haar en de oude
eikeifi ch en-en te brommen: Dwaas,
dwaas! Of zeiden ze wellicht iets an
ders? Neen, „dwaas" riepen zij haar
voortdurend toe de rijke boerendoch
ter verstond het, keerde zich barschom,
ging haastig naar den dansvloer terug en
keek niet meer naar den man, die met
verbaasden blik haar nastaarde. Dat was
het einde van haar liefde geweest.
Ver wr.S zij trolsch en hooghar
tig teg hem geworden en had zij
aiieen, zóó dat het even op kan komen^
en gaat met het Openbare door als hei
eigenlijk door u bedoelde, waanmee de|
concurrentie van het Particuliere u niet
deren kan.
Hier te lande steunt het Rijk Ihet Par
ticulier en het Openbaar finantieel op
voet van gelijkheid. Niet in Indië, hoe"
zeer juist daar die gelijkheid stellig een
onafwijsbare eisch moest zijn, en zelfs
tegen Vs komt men in verzet, en difl
onderwijl men zeer goed weet, dat do
missie onmogelijk voor een bevolking
als de Indische het surplus vinden kan.
Strijd staat hier alzoo voor de deur.
Er moet verandering komen. Nu men
van Links zich hardnekkig hiertegen vet"
zet, met liet kennelijk doel om de Javaan*
sche bevolking naar den modernen kant
te trekken, rust op heel den Ghristelij-
ken kring de plicht hiertegen te nrotesH
teeren, en van dit protest niet af te la"
ten, dan nadat de keer, die komen moety
er is.
Het verschil met de Ethischen, dat
hierbij nog hinderlijk in den weg treedt
zal spoedig opgelost zijn. De strijd te
gen Links daarentegen kan een hardnek
kig karakter aannemen.
Gedoogde toch de Christenheid van
Nederland, dat de ontwakende bevol
king op Java, met ons gedoogen, ja door
ons toedoen, aan het Modernisme in de
armen werd geworpen, dan zou er eett
vloek gaan rusten op geheel onzen Zen-
dingsarbeid, omdat er de onwaarheid van
in het oog zou springen.
Een krachtige particuliere actie om
Javaansche mannen en vrouwen naar derf
Doop te lokken, en een publieke houding
van Gouvernementswege, die den leiden
den stand op Java ten prooi aan het Mo
dernisme of Hindoïsme laat, gaat niet
saam.
Althans zoolang ons Gouvernement
Rechts blijft, mag hierin op zijn steun;
ja, op zijn voorgang worden gerekend.
Ook van Roomsche zijde heeft men
voor het dreigend gevaar een open oog
en reeds nu blijkt, dat ook onze best»
provinciale organen het critieke van derf
toestand inzien.
„Kloosterschandalen."
Onder dit opschrift plaatst „De Katho
lieke Diamantbewerker" een artikel,
waaraan wij het volgende ontleenen:
Men kent zegt het blad den anti-
clericalen geest, die sinds eenige jaren
in de z.g. neutrale of „moderne" vakbe
weging heerscht en die ook herhaal
delijk in het .Weekblad van den A. N. D.
B. tot uiting kwam. Zelden is dit anti-
clericalisme op zoo grove en laag-bij^-de-
grondsche wijze vertoond, als in de laat
ste nummers, bij gelegenheid van de op
richting eener Diamantbewerkersvak
school door de $t. Josephgezellenvereeni-
ging te Antwerpen.
In de dagbladpers werd eerst gelan
ceerd een bericht, dat de Voorzitter der
N. R. K. D. V. en de Redacteur van de
„Kath. Diamantbewerker" een contract
hadden aangegaan met een Belgisch
klooster, om aan de kloosterlingen de be
oefening der diamantindustrie te leeren,
van welk contract zij niet meer terug
konden.
De heer Henri Polak heeft vervolgens
in het weekblad van den A. N. D.
een tweetal artikelen geschreven, waarin
grove en platte scheldwoorden als be
wijsvoering moeten dienen.
Wat is nu van het geheele geval waar?,
Niets anders dan het volgend, dat ons,
na grondige informatie, gebleken is.
De Antwerpsche St. Josephgezellenver-
eeniging, die aldaar in de Londenstraat
in een reusachtig gebouwencomplex een
aantal vakscholen heeft ingericht, is
overgegaan tot de oprichting van een
vakschool voor diamantbewerkers.
In plaats van met een klooster heb
ben we hier te doen met een werklied en-
vereen iging, gelijk wij die in Nederland
in enkele plaatsen aantreffen, o.a. ook
dn Amsterdam. Gelijk men weet, beoogen
deze verdienstelijke vereenigingennaast
de godsdienstige vorming van de jonge
lingschap, ook de vakopleiding van den
hem ontweken. Eéns nog had hij met
haar gesprokeu. 't Was toen zij zich met
d'en heerboer Tweehuis verloofd had.
„Ik wensch je veel geluk en zegen,
had hij gezegd. „Marie, Marie: je huwt
om d'en hof. Om jou zal ik lijden; pas'
op, dat je kinderen daarom niet gestraft
worden. En nu. vaarwel!"
Aan deze woorden moest zij ju:st nu
dienken, nu haar man haar over zijn toe
komstplannen had gesproken. Zij was
overtuigd', dat deze plannen niet in vervul
ling konden gaan. Jen opzichte van Cle
mens maakte zij zich niet zoo bezorgd,
want hij was er de jongen niet naar, om
zichzelf en anderen ten schande te maken.
Men zou zich aan zijn zonderlingen per
soon wennen, en ook als hij ongetrouwd
zijn leven op den Schoutenhof zou slijten
was dat in haar oogen zoo'n betreurens
waardig lot niet, omdat hij .was en bleef
heerboer. Maar Trees, de eenige dochter!
Voor haar was zij bezorgd'. Van de vier
meisjes was zij alleen overgeblevende
anderen waren haar ontnomen. Geen won
der, dat zij bijzondere voorliefde voor
Trees had en voor haar geluk vurig en
zonder ophouden bad. Want Trees co-
quetteerde eerst met dezen dan met ge
nen jongen, ofschoon geen van allen voor
haar een goede partij was. En nu ging
zij zelfs ,oin met Karei Plemping.
(Wordt vervolgd.)'