Liefde en haat. Uit de Pers. BINNENLAND. ^■RaMBItoaó» ■«■■■in i J ia u i h'i M Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 2 Dec. no. 655. Een lied per week. No. 7 uit „De L euwerk". Mijn Nederland. {^oorden van Muziek van 'P. Lotiwerse. Richard Hol. Waar de blanke top der duinen Schittert in den zonnegloed, En de Noordzee vrie id'lijk bruisend, Neêrlands smalle Dist begroet, Juich ik aan het vla ke strand: 'lc Heb it lief, mijn Nederland! Waar het lachend' groen der heuvels 't Kleed der stille h ide omzoomt, Waar langs rijk beladen velden Rijn of Maas of S'helde stroomt, Klinkt mijn lied op ouden trant: '1c Heb u lief, mijn Nederland! Blijf gezegend, land der Vad'ren, Make u eendracht sterk en groot; Blijve 'tvolk der Kg inginne Houw en trouw in nood en dood'. Doe zoo ieder 't woord gestand: 'k Heb u lief, mijn Nederland! St. Nicolaas in zicht. (Slot.) Toen ik den volgende morgen volgens afspraak mij weer vroegtijdig naar het tijdelijk verblijf van dei: goeden Sint be- igaf, stroomden mij reeds van verre de lieflijkste klanken tegemoet. Pieterman was n.l. bezig zijn virtuositeit in het pianospel te toonen en als een klate rende waterval siroomoen de kristalhel dere tonen ontlokt aai een piano van H. J. BIK, Br eest raat. Z. D. H. zat in een gemakkelijke fau teuil diep-aandaciitig tc luisteren, zoodat bij zelf in het eerst «in;jn binnenkomen, niet bemerkte. Mijn zwak handgeklap als goedkeuring voor de heerlijk gespeelde 'Beethoven-sonate deeed hen echter naar an ij omzien „Goed dat ge komt, mijn waarde we zaten al op je te wa.hien m.t het ontbijt, laat ons maar spoedig beginnen, want zelfs de muziek kan mij mijn ram melenden maag niet dom vergeten. Spoedig vielen wij aa op een heerlijk dejeuner met de meest verfijnde zorg iüitgezocht en toebereid door A1AISON VAN DIJK, Br eest ra. at, waarbij we ons als echte zuiderlingen een glaasje van dien verrukkelijk opwekkenden Spaansche wijn van W H1LAR1US op de Breestra.at wel lieten smaken. Terwijl wij nog aan tafel zaten werd een telegram binnengebracht, luidende Si. Nicolaas Leiden. Naar Uw wensch zend ik U D. H. een collectie rijwielen. Om de waarde der verschillende merken en ue Igw&iiteit der banden beter te doen uitkomen heb ik eenige bekende racers uit de'Meer verzocht ze U D. H. in wed strijd te bezorgen. (w g. VV. StlPDONK, Roelof."rendsveen) Nauwelijks hadden wij van 'deze missi ve kennis genomen of een vreeselijk ge- bel deed ons naar buiien kijken en ja-» wel, daar arriveerd.cn reeds in de kamp de eersten, die nog, toegejuicht door de aan- stroomende straatjeugd en meeracendc slagersjongens, e en ex ra rondje langs beide zijden van het Rapenburg reden. Achtereenvolgens arriveerden nu ook met zeer kleine tusschenpoozen de ande ren, die evenmin ais de beide eerste eenig mankement aan hun fietsen hadden. De snelrijders werden allen binnen ontboden, waar bun een verfrisscliend glas Champagne-Pilz van A. J. AIOONS J a n v o s s e n s t e e g, werd aangeboden, oen met een hartelijke toespraak Z. Em, 'eenige prijzen voor dezen wedstrijd uit deelde. De eerst aankomende werd begif tigd met een V e 1 o Wasch m a chine uit liet magazijn aan de Ni euwstraa t, no. 2 werd verblijd met een waterdichte fietscape van PEEK CLOPPENBURG Breestra at. De anderen kregen als kleinere prijzen parap'uies en wandel- FEUILLETON. ROMAN UIT WESTFALEN. 5J Wederom liep hij o,p en neer. Reeds ide mogelijkheid, dat zijn plan kon mis lukken, maakte hem verdrietig. De tijden Waren slecht genoegschulden drukten op den hof. Wanneer Clemens met de oudste van Gröhling huwde, werd de tweede dochter Dirk's vrouw. En bij de .Gröhlings zat geld. Dat moest Clemens toch inzien, ondanks hij n domoor was. iTerwille van den Schoutenlliof moest (hij leen offer brengen zulks was eenvoudig zijn plicht. Ook de boerin stond peinzend op en keek naar de kronkelende vlammen. Zij iwas volstrekt nog niet overtuigd, dat ,Clemens zoo maar zonder meer zou toe geven. „Men moet in 's hemelsnaam- maar probeeren" meende" zij en ging lang zaam naar buiten. Het schemerde reeds. „Nu, 't is hoog tijd, dat ik' de jongens roep", sprak zij en stapte door de keuken paar het voor huis, waar hetal volslagen stokken van SARONI op den Nieu wen Rijn en sierlijk omlijste etsjes uit het Magazijn van S. BONTEN, Noord einde terwijl de laatste als troostprijs ontving het sdhoone werk „Hoe ontwik kel ik mijn spieren" geleverd door den1 boekhandel van DIEBEN in de Maars in a n s t e e g. Toen de verheugde jongelingen, na ieder nog een puike sigaar van J. DB CLER Beestenmarkt 36, te hebben: opgestoken, met hunne cadeaux waren afgetrokken, opperde Pieterman het plan om nu ook eens, wat ten vorigen jare In de slof was gebleven, den Burcht te gaan bezichtigen. We konden dan tegelijk in het Café DEN BURCHT een proefje gaan ne men van het juist weer verkrijgbare voor treffelijke v. WAVEREN'S BOCK. Zoo gezegd, zoo gedaan. De chauffeur werd geroepen om nieft de auto voor te komen, maar deze kwam: zeggen da# er iöts aan het ding defect was, wat hij on mogelijk kon vinden. „Geen nood", zei ik, „ga maar even naar VAN HEERINGEN, op de Pie- fterskerkgracht, 'tis dicht genoeg bij en die zal heit ongemak wel spoedig verholpen hebben". Binnen geen tijd dan ook was de auito gerepareerd, en konden we vertrekken. In plaats van behoorlijk zijn weg langs de Breestraat te nemen, reed de chauffeur er bij vergissing voorbij ging hij de Haar lemmerstraat in. Door zijn helsch getoeter dat plotseling opkomt, werden wij op merkzaam gemaakt, op de moeite die hij had, om door de menschenmenigte te ko men. „Wat is er aan de hand?" vroegen we aan een kleinen jongen. „Roodkapje bij KRUIJFHOOFT. Fijn, zèg mot je ook niet kijken?" We stapten uit en bezichtigden de epi sode uit Rood'kapje's leven, alleraardigst gegroepeerd door die firma tusschen haar winkelwaren. „Heel mooi en pakkend", vond de Sint, toen we door de menigte terugdrongen naar onze auto, die nu langs een beteren weg reed naar de Burcht. Nadat we deze Leidsche bezienswaar digheid bezocht hadden, (Pieterman vond het niet veel zaaks, maar het bier in het café was goed) gingen we eerst nog even naar H. A. TIMMERMAN, op den Nieuwen R ij n, waar de Sint zich een nieuwen bontkraag bestelde. „Voor van nacht, weet je, dan zou het wel eens koud kunnen zijn", meende hij. Ik begreep niert veel van zijn woor den, -maar eenmaal weer in de a into ge zeten, maakte hij het mij spoedig duidie- 1 ijk. Z.D.H. inviteerde mij nl. op een ou- derwetsch rondrit je over de daken, waar bij hij mij aanspoorde ook een flinke jas aan te trekken. Daarom reden we langs „MAGAZIJN DE FAAM, o pde Vischmarkt, waar ik een stevige „Starcoating" mocht uit zoeken. Bij de dames BRUNS ANKER MAN in de Maarsmanssteeg werd terloops nog een bestelling gedaan van een paar aardige kostuums en blouses. Toen beging de chauffeur een onver geeflijke dwaasheid. Met een vaartje licit hij de wagen de Vischbrug opsnellen de Hoogstraat over en de Donkersteeg in. De politieagent op de Vischbrug had mooi zijn hand opsteken, hij zag het niet, maar op de Haarlemmerstraat al wachtte ons de wraak van den H. Her mandad. Ni-et zoodra waren wij de nauwe Donkersteeg, waar aardig wat aan vaart verminderd was, uïlgezwenkt of de grootste van onze Leidsche agenten pos teerde zich in zijn volle lengte voor de auto met een gebiedend „Halt", en een procesverbaal wegens het rijden langs verboden weg kon zelfs door den naam van den grooten bisschop, niet verhinderd worden. „Recht is reciht, en -de wetten moeten geëerbiedigd worden", zeide deze, berus tend in het geval. Juist toen de auto weer in beweging zou gebracht worden, bracht een zware knal de omstanders in opsclüudding. Eerst dacht men aan een aanslag, doch spoedig bleek bleek, dat een der auto banden gesprongen was. Noch stonden we te delibereeren wat te doen stom/, donker was. Het vee balkte en rommelde met de kettingen. Het voeder was dit jaar nog schaarsdher dan anders en dat wilde heel wat zeggen, want in Ihet voor jaar is er nooit overvloed. De boerin opende met 'n ruk de_groo- te deur en deed eenige schreden verder. De meisjes waren niet te zien zij ston den waarschijnlijk voor een van de kleine huurwoningen, die -tot den hof behoor den en welks bewoners zomers en win ters vaste arbeiders waren. Onwillekeurig dacht de kleine ronde vrouw aan den tijd, toen zij op 'den hof kwam. Drie en dertig jaren waren sinds dien voorbijgegaan. 'tWas in hetzelfde jaar, dat Napoleons overwinningsvuren, na een korte opflikkering, voor altijd werden gedoofd. Ook in haar hart was toendertijd een vuur gebluscht. Zij zelve had het gedaan en niemand merkte er iets van. Haar liefde was geheim ge bleven. Zoo moest dat wezen. Men bemint niet om ongelukkig te worden en van liefde alleen kan men niet leven. En ook 'niet van twee stevige handen alléén; er moet een vaste grond slag zijn. Zoo'n statig boerenhof'bijvoor beeld! Door den rijken Schoutenhof had zij lichtzinnig haar liefde prijs gegeven. Doch daarvan zou zij niet sterven. Het geval had zich aldus toegedra gen: Zij was een wees en rijk, ondanks tóen de heer A. ALT, grossier in rijwielen en onderdeden, aan de Lange Mare met een paar knecWts k.vvam aangeloo- pen, die ons een hieuwen band offreer de en met een ondeugend lachje zijn re clamekaart aan den Sint gaf;'Ja, we had den hem vergeten, maar nu ontving hij de belofte, met een goede bestelling scha deloos te worden gesteld. Terwijl de reparatie geschiedde, be zochten we de winkel van J. C. KORT, Haarlemmerstraat, waar 'n paar stellen tafelgèed werden besteld. Nadat de reparatie verricht was, stap^ ten we weer iA en reden huiswaarts, waar waar een heerlijke lunch opgediend stond waarop we met een flinken honger aan vielen. Groote plakken sneden we van een sappig banke'ihhmmetje van W. A. AL KEMADE, uit Wassenaar, terwijl St. Nicolaas zich behielp met een paar rnoo- ten vette gerookte paling van M. ROOS, H a a r 1 e in nierstraat, waarbij een gias heerlijke volle melk van RIJSBER- GEN, uit de Kwaaierstraat werd gedronken. Tegen het opbreken van het vet deden we ons daarna te goed aan heerlijke Tafelappelen van KWAAD GRAS, uit de Dief steeg Langzaam daalde den avond over de de stadde duizenden lichten langs stra ten en grachten werden ontstoken, de winkels illumineerden ook na 9 uur ter eere van den hoogen bezoeker en overal was het gezellig druk. Toen stegen we op naar het ^ak van het huis, waar reeds een paar vurrge rossinanten voor ons ge zadeld stonden. „Nu zal ik je laten zien, wat je nog nimmer hebt gezien, wat je nimmer heot durven droomen", zei de Sint als een ex plicateur voor een kermistent. „Zet je -maar flink schrap in den zadel en houdt vooreerst je oogen maar dicht, want je mocht soms eens last van duizeligheid krijgen. Heb je de lamp bij je, Pieter man „Zoo juist heb ik een nieuwe electri- sche zaklantaarn gehaald bij VOCKING op de H o o g e w o e r d". „Uitstekend.' Vooruit dan op onze in spectiereis." Het zou moeilijk zijn om alles te ver halen wat we op onzen tocht te zien kre gen, het zou boekdeelen vullen. Slechts enxele bijzonderheden wil ik aanstippen. In een woning van twee vertrekken, armelijk gemeubeld, maar helder en net on^eihouueii, zat een gezin van vrouw en vijf kinderen aan tafel, in een bedstee in een hoek van het vertrek lag de -man, bleek en ui-ge.eer-d door een zwarei ziekte, die hem ten grave zou dalen. Er was gegeten, ten minste kruimels brood die nog op de blankgeschuurde tafel lagen, deden zulks vermoeden. „Moeder krijg ik nog een "boterham, ik heb nog honger" klaagde een der klei nen. „Neen kind, nu is er niet meer. Ga maar zoet naar bed. Morgen als je op staat, krijg je weer eten als de bakker nog borgen wil", voegde ze er -met een zucht zachtjes voor zich aan toe. „Zie, hier is goed werk te verrichten", fluisterde de Sint mij toe. Help me ont houden, dat i k hierheen wat spek laat zenden door VERHOEF, van de S t e e n- s tra at, en voor den man, den tering lijder versterkende middelen en melk van NUTRICIA, filiaal Korenbrug steeg. ,/t is wel treurig" ,vond ik, maar de Bisschop zeide mij nog veel erger el lende te kunnen laten zien. We wendden de paarden. „Ziedaar!" klonk het. Een zolderkamertje zagen we, treurig verlicht door een klein petroleumlampje dat op de tafel stond, waaraan een vrouw van middelbare leeftjjd met ingevallen bleeke w,angen en vuurrood omrande oogen, zich duchtig zat te weren ,aan pogenbedervend naaiwerk. „Zie eens, sprak hij, hier zou 'n naai machine van LEWENSTEIN, (filiaal Haarlemmerstraat) goede diensten be wijzen. Die vrouw moet er het brood mee verdienen voor haar verlamden va der eii haar twee jonge kinderen, waar mede zij als weduwe achterbleef. Toen langzamerhand onze oogen zich wend de slechte tijden. „Hij" was maar .een vondeling en arm; hij bezat niets dan zijn vlijtige handen. Knap was hij; de oogen vol vuur; gekruld zwart haar; blo zende wangen als een uitgezochte ap pel. Door dit alles had zij hem lief ge kregen en misschien daarom hield zij van hem, omdat zij alleen voor haar oogen had. Toen kwam de strijd tusschen liefde en verstand. Immers wat zo-uden de menschen wel den ken dat zij, die eens over een hof zou kunnen bevelen, een knecht huwde. Zij zouden lachen en zeggen: „Dat meisje is niet goed wijs!" Doch van den anderen kant was het zoo zoet toe te geven aan dat gevoeldoor hem van ganscher har te te worden bemind. Lang duurde de strijd. Zij hield zich goed' en niemand bemerkte iets aan haar althans niet hij, om wien zij streed'. Dan kwam Vastenavond, het feest, waarop men zich sinds Kerstmis vlaste. Natuurlijk nam zij daaraan deel. Op den boerenhof, die ditmaal aan de beurt was, kwam het jonge volk bijeen. 7t Ging er levendig, ja zelfs ruw toe. Zij danste ge lijk de anderen, maar a." en toe kon zij zich niet weerhouden haar blikken te vestigen op den knappen jongeling, die naast die bei-de muzikanten stond, daar om kwam hij niet dichterbij en npodigde hij haar ten dans.?, Vandaag zou ,dal den aan de duisternis, zagen wij ook op een-matras in een hoek van de kamer ide twee arme bloedjes liggen, die, hun ar moede nog niet beseffend, vredig slie pen, ternauwernood toegedekt met hun kleertejs. Bij een half-uit potkacheltje zat de oude man, op zijn stoet scheef ge zakt. Een traan parelde in het oog van den bisschop. „Laten we bij M. v. .GELDEREN op de Haarlemmerstraat een ledikantje voor die kleinen bestellen, zijn buurman uit den GOEDKOOPE BEDDENWIN KEL kan er dan het toebehooren voor leveren ien schrijf dan voor den ouden man op een paar vilten pantoffels met warme vacht gevoerd, van ANT. VAN HELVERT op de Ji a a rle m m erstr., misschien idat het zijn verstijfde ledema ten -nog wat goed doet. „Laten -we nu maar terug gaan", stel de-ik voor, „ik heb genoeg ellende,gezien. O, -als ik eens rijk was." „En -dan... mijn oogen, anders zoudt ge de echte armoede todh niet hereiken. Ware armoede is d.e fatsoenlijke, die klaagt en vraagt niet". Onder deze wijze les hadden we ons dak weer bereikt. Nog een oogenblik bleven we samen, waarin St. Nicolaas me zijn laatste or ders gaf. Den volgenden dag zou hij voor „DEN VERGULDEN HOED", Haarlemmerstraat een ommegang door de stad maken (wellicht heeft me nige lezer dit gezien) en daarop direct afreizen, want, er was nog heel wat voor hem te doen. Ik moest nog wat dassen bestellen bij PETIT op de Breestraat en .wat warme omslagdoeken bij VAN KLEEF op de Haarlemmerstraat, en bij VAN WEEREN, ïn de B a k k e r s tie e g, een boodschap sturen, dat hij den rommel van papier en breekwaar, die nog wat waarde had/ kwam weghalen. Voor we scheidden met een warmen handdruk, de beste wenschen en een tot weerziens, kreeg ik nog 'n blanco crediet bij DUIJNSTEE v. d. VELDEN, op het Rapenburg, om alles te betalen en hiermede was deze corvée, die tot de aangenaamste van het jaar behoord (had, ten einde. Ik hoop nu maar voor den lezer dat St. Nicolaas' beschikkingen goed voor hem uitvallen. Moderne Secteschool in Indië. De „Standaard" driestart: Lens voor al heeft Groen van Prinste- rer, nog steeds onzemaësitro zonder evenknie op schoolgebied, ieder onzer ge leerd, dat een neutrale school feite lijk niet neutraal kan zijn, maar steeds blijken zal te wezen een moderne secte school." Hier te lande staat dit in den Christe- lijken kring dan ook vast. Neutraal is eenerzijils een negatief, maar ook an derzijds een positief begrip, zich kee- rend tegen de eere van den Christus. Daarom nu is het zoo bitter droef, dat men dit in onze koloniale politiek vergeet, en dat zelfs thans, nu we een be lijdend Christen als Gouverneur-Gene-1 raai op Buitenzorg bezitten, stellig tegen diens zin en bedoelen, dit voor ons on aannemelijk stelsel wordt aanbevolen. Er heerscht geen misverstand. Groen van Prinsterer stelde zijn eisch Particuliere schoolregel, Openbare aan vulling, op een oogenblik, toen het parti culiere Schoolwezen ten onzent, in 1868, nog pas even begon zijn vleugelen uil te slaan. Feitelijk was derhalve toen nog bijna geheel ons Lager onderwijs, Mid delbaar onderwijs en Hooger ouderwijs in moderne hand-en. Als feit moest dit aanvaard. Het kon niet anders. Maar het uitgangspunt was en bleef: Particulier moet regel worden, en slechts zoolang dit niet zoo is, trede liet Openbaar er voor in plaats. Wie op dit standpunt staat, begint imet aan het Particuliere het opkomen op alle manier gemakkelijk te maken, en gaat er, komt het, voor uit den weg. Staat ge daarentegen op het tegenover gestelde standpunt, dan bekommert ge u om 't Particuliere niet, suösidieert 't niet opvallen en zij verlangde er naar met hem over den dansvloer te zweven Verdrietig verliet zij het huis en wan delde in den tuin. 't Was bitter koud; de sterren fonkelden aan den hemel; de oude eiken bromden elkaar iets toe en bewogen hun kale takken. Zij bleef staan en legde de hand op het kloppende hart, dat heden weerspanniger was dan an ders en niet wilde bedaren. Dan hoorde zij haastige voetstappen. Hij is het, juichte zij jn haar binnenste. Zij stond' toe, dat hij haar hand greep en die hartelijk drukte. Zij trok zich niet te rug, als hij zich tegen haar aanvleide. Hij sloeg zijn arm om haar heen. Zij beef de wel even, maar vreugde maakte zich van haar week hart meester en zij dacht zich gelukkig. Doch plotseling streek de koude noor denwind langs haar heen. Een ijzige ademtocht omzweefde haar en de oude eikeifi ch en-en te brommen: Dwaas, dwaas! Of zeiden ze wellicht iets an ders? Neen, „dwaas" riepen zij haar voortdurend toe de rijke boerendoch ter verstond het, keerde zich barschom, ging haastig naar den dansvloer terug en keek niet meer naar den man, die met verbaasden blik haar nastaarde. Dat was het einde van haar liefde geweest. Ver wr.S zij trolsch en hooghar tig teg hem geworden en had zij aiieen, zóó dat het even op kan komen^ en gaat met het Openbare door als hei eigenlijk door u bedoelde, waanmee de| concurrentie van het Particuliere u niet deren kan. Hier te lande steunt het Rijk Ihet Par ticulier en het Openbaar finantieel op voet van gelijkheid. Niet in Indië, hoe" zeer juist daar die gelijkheid stellig een onafwijsbare eisch moest zijn, en zelfs tegen Vs komt men in verzet, en difl onderwijl men zeer goed weet, dat do missie onmogelijk voor een bevolking als de Indische het surplus vinden kan. Strijd staat hier alzoo voor de deur. Er moet verandering komen. Nu men van Links zich hardnekkig hiertegen vet" zet, met liet kennelijk doel om de Javaan* sche bevolking naar den modernen kant te trekken, rust op heel den Ghristelij- ken kring de plicht hiertegen te nrotesH teeren, en van dit protest niet af te la" ten, dan nadat de keer, die komen moety er is. Het verschil met de Ethischen, dat hierbij nog hinderlijk in den weg treedt zal spoedig opgelost zijn. De strijd te gen Links daarentegen kan een hardnek kig karakter aannemen. Gedoogde toch de Christenheid van Nederland, dat de ontwakende bevol king op Java, met ons gedoogen, ja door ons toedoen, aan het Modernisme in de armen werd geworpen, dan zou er eett vloek gaan rusten op geheel onzen Zen- dingsarbeid, omdat er de onwaarheid van in het oog zou springen. Een krachtige particuliere actie om Javaansche mannen en vrouwen naar derf Doop te lokken, en een publieke houding van Gouvernementswege, die den leiden den stand op Java ten prooi aan het Mo dernisme of Hindoïsme laat, gaat niet saam. Althans zoolang ons Gouvernement Rechts blijft, mag hierin op zijn steun; ja, op zijn voorgang worden gerekend. Ook van Roomsche zijde heeft men voor het dreigend gevaar een open oog en reeds nu blijkt, dat ook onze best» provinciale organen het critieke van derf toestand inzien. „Kloosterschandalen." Onder dit opschrift plaatst „De Katho lieke Diamantbewerker" een artikel, waaraan wij het volgende ontleenen: Men kent zegt het blad den anti- clericalen geest, die sinds eenige jaren in de z.g. neutrale of „moderne" vakbe weging heerscht en die ook herhaal delijk in het .Weekblad van den A. N. D. B. tot uiting kwam. Zelden is dit anti- clericalisme op zoo grove en laag-bij^-de- grondsche wijze vertoond, als in de laat ste nummers, bij gelegenheid van de op richting eener Diamantbewerkersvak school door de $t. Josephgezellenvereeni- ging te Antwerpen. In de dagbladpers werd eerst gelan ceerd een bericht, dat de Voorzitter der N. R. K. D. V. en de Redacteur van de „Kath. Diamantbewerker" een contract hadden aangegaan met een Belgisch klooster, om aan de kloosterlingen de be oefening der diamantindustrie te leeren, van welk contract zij niet meer terug konden. De heer Henri Polak heeft vervolgens in het weekblad van den A. N. D. een tweetal artikelen geschreven, waarin grove en platte scheldwoorden als be wijsvoering moeten dienen. Wat is nu van het geheele geval waar?, Niets anders dan het volgend, dat ons, na grondige informatie, gebleken is. De Antwerpsche St. Josephgezellenver- eeniging, die aldaar in de Londenstraat in een reusachtig gebouwencomplex een aantal vakscholen heeft ingericht, is overgegaan tot de oprichting van een vakschool voor diamantbewerkers. In plaats van met een klooster heb ben we hier te doen met een werklied en- vereen iging, gelijk wij die in Nederland in enkele plaatsen aantreffen, o.a. ook dn Amsterdam. Gelijk men weet, beoogen deze verdienstelijke vereenigingennaast de godsdienstige vorming van de jonge lingschap, ook de vakopleiding van den hem ontweken. Eéns nog had hij met haar gesprokeu. 't Was toen zij zich met d'en heerboer Tweehuis verloofd had. „Ik wensch je veel geluk en zegen, had hij gezegd. „Marie, Marie: je huwt om d'en hof. Om jou zal ik lijden; pas' op, dat je kinderen daarom niet gestraft worden. En nu. vaarwel!" Aan deze woorden moest zij ju:st nu dienken, nu haar man haar over zijn toe komstplannen had gesproken. Zij was overtuigd', dat deze plannen niet in vervul ling konden gaan. Jen opzichte van Cle mens maakte zij zich niet zoo bezorgd, want hij was er de jongen niet naar, om zichzelf en anderen ten schande te maken. Men zou zich aan zijn zonderlingen per soon wennen, en ook als hij ongetrouwd zijn leven op den Schoutenhof zou slijten was dat in haar oogen zoo'n betreurens waardig lot niet, omdat hij .was en bleef heerboer. Maar Trees, de eenige dochter! Voor haar was zij bezorgd'. Van de vier meisjes was zij alleen overgeblevende anderen waren haar ontnomen. Geen won der, dat zij bijzondere voorliefde voor Trees had en voor haar geluk vurig en zonder ophouden bad. Want Trees co- quetteerde eerst met dezen dan met ge nen jongen, ofschoon geen van allen voor haar een goede partij was. En nu ging zij zelfs ,oin met Karei Plemping. (Wordt vervolgd.)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9