SLAVENKETENEN 383 lij lijkt een veroordeelde. Hij vreesde uitge- loten te worden, zei 'hij gisteren. Heeft men loit zulk een bescheidenheid gezien. Arme clit groote dichter. Hij kent zijn eigen talent niet. Spoedig zal hij de toejuichingen hoo- '0°tjren. Ik verheug me reeds bij voorbaat." Het gordijn ging op en het stuk begon on- ier de grootste stilte. De tooneelen volgden e ee elkander op, stijgende aandacht en geest- eei kift. Dit stuk van Jacques d'Elbris was werkelijk een meesterstuk en de Amerikaian- zaafeche reclame had een werkelijk talent aan iet licht gebracht. Met ieder bedrijf werd verbet applaus stormachtiger. En de auteur? Diep ontroerd hoorde hij mailde toejuichingen aan, hij dacht aan Yvonne om-en hoe ze bij de eerste kennismaking met zijn werk had gezegd: „Hoe schoon!" En daarna „Jacques, vergeet niet, te midden van uw triomfen de dochter van den armen Job." Het gordijn viel na het laatste bedrijf en dejde storm van toejuichingen wilde geen einde nemen. Miss Bilson was tevreden. Zijn for tuin was gemaakt. Den volgenden d,ag wenschte zij den jon gen secretaris van haar vadeT geluk en op een feestmaal, door sir Bilson aangericht, werd hij door alle aanzittenden gevleid. Toen men van tafel opstond en de heeTen in de rookzaal verdwenen, begon Jacques een gesprek met miss Bilson. Ze vroeg hem toen naar zijn plannen en sprak: i „Nu zult ge spoedig naar Frankrijk terug- keeren, terwijl wij hier uw jeügdigen roem 'blijven verzorgen. Wij laten de opkomende ster niet ondergaan. Dan zult ge ons mevrouw d'El bris hier brengen. Ik beloof u ze als een zuster te zullen liefhebben." Jacques dankte haar voor hetgeen ze voor hem gedaan had. „Bedank mij niet. De gedachte tot uw geluk te hebben medegewerkt, maakt mij zelf gelukkig. Gjj, als schrijver, maakt romans op het papier. Ik, als praktisch 'kind1 der Nieuwe Wereld, maak een roman in het leven. Ik zie Jacques d'Elbris en Yvonne Herzei reeds voor het altaar in de kleine Bretonsohe kerk geknield, om den tegen te ontvangen." Een gelukkige glimlach verscheen op het ge laat van Jacques. Hij had werkelijk haast om den Oceaan over te steken en het dieribaiar huis van zijn oom terug te zien, waaraan hij de voorkeur gaf boven het weelderig verblijf van Sir Bilson. Hij verzonk in gedachten! en zag miss May zelfs niet meer, hoe bevallig ze ook was. Hjj zag slechts zijn verloofde, die 'hij spoedig -hoopte weer te zien. Miss Bilson wekte- hem met haar vroolijk gebabbel weder uit zijn droomen. (Wordt vervolgd.) Naar het Duitsch van pater HUONDER S. J. (Die Rachc des Mcrcedariers. Uitgave van B. HERDER, Freiburg lm Brei3gau.) Het eerste steeg een man in ridderkleeding uit, aan wiens handen en voeten nog roes tige kettingen hingen. (Y e r v.o 1 g.) EG, goede man, had de roover geen andere christen gevangenen aan boord „Ik geloof van wel, ik heb ten minste vrouwen en kind-eren jam merlijk hooren huilen. Zij moeten ergens gin der in een kajuit van het achterkasteel opge sloten zijn." Toen Balduin de van buiten gegrendelde deuren der aangeduide kajuit opende, klonken hem vertwijfelende angstkreten tegen en hij zag, hoe -bij de twintig knapen, trouwen en meisjes schreiend en sidderend in den versten hoek wegkropen. Toen echter in het binnen vallende licht de vreedzame witte gestalten ver schenen en de gevangenen tot het besef kwa men, diat het uur -d'er bevrijding geslagen had, veranderde op slag hun doodsangst in luid ge juich en zij wisten niet, hoe zij hun vreugde en dankbaarheid het best zouden uiten. Onder aanmoedigende woorden -bracht de prior zijt buibgemaakte slaven op den „Redempt-or" over DE HERDENKINGSTENTOONSTELLING-VAN HET 90-JARIG BESTAAN VAN DE HAARLEMSCHE KUNSTVEREENIGING „KUNST ZIJ ONS DOEL.": bet Haarlemsche Kunstgenootschap van dezen naam heeft bij zijn 90-jarig bestaianj een interessante tentoonstelling bijeengebracht van moderne schilderstukken en teekeningen, in. het bezit van kunstlievende Haarlemmers. Ruim 150, waaronder hoogst belangrijke werken, zijn aldus bijeengebracht en smaakvol geexposeewd. Onze foto geeft ivan -een hoekje de-er be'angwekkenr!e tentoonstelling een aapdig kiekje. EEN NIEUW SOORT VLIEGTUIG: de vliegtuigen van allerlei vorm verdringen mekaar om zoo 'te zeggen! Het bovenstaande is een der nieuwste uitvindingen en ook een der eigenaardigste, omdat het zoo bedrieglijk- den vorm van een vogel nabootst, zooals het ..geraamte" van het vliegtuig al heel duidelijk laat zien. Wanneer het vliegen even natuurlijk en gemakkelijk gaat als dat Van den vogel, dan voorspellen we aan dit model een groote toekomst! om de uitgeputte stakkerds met spijs en drank te verkwikken. Geheel volgens den regel van de orde liet Archibald van alles wat zich op het vrij-buitersschip bevond, slechts e-enige kostbaarheden verwijderen, diie naar alle waarschijnlijkheid uit Christenkerken kwamen, alsook een deel der rijke eet- en drinkvoorra- den om de nu zeer talrijk geworden bemanning tot Mar seille toe te kunnen onderhouden. Hierna had aan boord een plechtige godsdienstoefening plaats, waaraan zich de lijkdienst voor de gevallen -medebroeders aan sloot. In zeildoek gewikkeld en bezwaard- met steenen, werden hun lijken onder het zingen v-an „De profundds" in zee gelaten. De ondergaande zon wierp haar goudien stralen over de wijde vlakte, die zich geruisohloos boven de gesneuvelde dapperen sloot. Nu werd de enterhrug losgehaakt en de beide schepen van elkander ges too ten. De Cataloniërs, merk baar versterkt door een deel der vroegere galeislaven, die zich vrijwillig beschikbaar hadden -gesteld-, grepen naar de riemen, en door een flinke bries begunstigd, stevende de „Redemptor" noordwest verder in den vreedzamen nacht. Het rooversschip was door den grauwbaard en zijn makkers op vier verschillende punten in brand gestoken, en weldra stond het in lich terlaaie. Allen stonden op dek en beschouwden zwijgend het buitengewone tooneel. Op eenmaal slaakte iemand een luiden .kreet: „Daar, kijk, twee menschen in het touwwerk," riep hij, en wees met den vinger twee -don kere gedaanten, dae als waanzinnig naar den top van den mast klauterden en duidelijk zichtbaar waren tegen den hellen vuurgloed. „Welnu," liet Archibald zich hooren, „dat zullen twee roovers zijn, die zich verborgen hebben gehouden." ,,'t Is Verschrikkelijk," kreunde de oude Montfort, die naast hem stond. De vlammen lekten hoe langer hoe hooger en de twee, ziöh bedreigd ziende, deden' een vertwijfelenden sprong 'n de diepte en verdwenen voor altijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 17