Uit de Pers. Liefde en Haat. Gemengd Nieuws. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Donderdag 30 Nov. no. 653. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. Jndië. Rechts tegen Links. Justitie Het relletje voor het Kamergebouw. 't Is gisteren in de Kamer toegegaan, feooals te voorzien was: de beslissing jjover het amendement ter Laan en over de reorganisatie van het onderwijs in jde Tvlinahassa viel bij zuivere partijstem- jmiwg: rechts tegen links. De onderwijs- xjuaestie, in welken voLrm ze zich ook vooxdoet, jaagt de linkerzijde als een (man [te hoop en de argumenten raken niet uit geput als 't ex op aankomt 'het bijzonder onderwijs !te knauwen. De Minister heeft echter zijn voorstellen door de eenstem migheid van rechts er door gekregen. Allerlei belangen en belangetjes kwa- Itnen vervolgens ter sprake, concessie -die Jniet in 't voordeel van de bevolking! ïouden zijn post- en telegraafdiensten, die georganiseerd moeten worden; be zoldigingen welker herziening urgent is, (lotsverbetering, waarop niet gewacht kan Worden enz. Van al het gesprokene ver- jdient slechts afzonderlijke vermelding de 'op den Minister uitgeoefenden aandrang !om jongelui, die als ingenieur naar Indië Willen gaan, te steunen, opdat goede iHollandsche krachten ,in onze koloniën een bestaan vinden. 's Avonds bij de voortzetting der Justi tiebegroting ging 't aanvankelijk niet tuinder taai toe dan het den geheelen Idag was geweest. De ecne spreker volgde den andere op om verschillende zaken bepleiten, waaraan de Minister zijn wei- Willende aandacht beloofde te wijden of om inlichtingen te vragen, die de Minister •in ruime mate verstrekte. Eerst toen het bekende straatrelletje jtegen jhr. de Savornin Lohman werd op gerakeld, ontstond een warme discussie. Veel behoeven wij daarover te zeggen jde vrijheid, die de socialisten in overvloe- idige mate voor zich opelschen, gunnen zij een ander niet. Wanneer een Kamer meerderheid anders beslist dan de socia listen verlangen, moet het revolutionaire 'gevoel der menigte worden opgewekt ont te manifesteeren, dat het „volk") waar- Onder dan te verstaan Jan Rap ai zijn jmaat, belust op relletjes, en- niet de or delievende arbeiders) .met de socialis ten meeleeft. Het is de groote verdien ste van baron van Wijnbergen geweest, dat hij ondanks heftige interrupties de ze waarheden den socialisten eens flink gezegd heeft, De socialisten moge den vorm afkeuren, waarin gemanifesteerd Werd, zij zijn de massa niet meester, als zij door hun eigen schuld en door him ophitsen de gemoederen eenmaal in op stand hebben gebracht. Zij keuren af, wat hun elders in dit opzicht is wedervaren, maar juichen bedektelijk toet wat een an der overkomt, omdat dien „ander" is hun politieke tegenstander. 'Met allerlei drogredenen, waarmede zelfs hun leider imr. Troelstra aankomt, moet de goe-ge- fneente zand in de oogen worden ge strooid. Wat zou Troelstra, Duys of wel ke andere socialist ook, zeggen, als c'wi Katholieke arbeiders hen bij het verlaten van 't Kamergebouw uitjouwden en uit- floten om hun lasterlijke en verdachtma- kende taal, die zij in de Katncr tegen -che Katholieke Kerk en haar bedienaren, te gen ons, Katholieken, uitstooten? De heerschappij van het proletariaat. De redevoering van Maandagavond van den socialist Duys waarvan het „li a n d e 1 s b la d" zegi, dat Duys met deze wilde schendrede het Kamerrecord van schandaalrhetoriek heeft behaald, geeft de (lib.) „Nieuwe Couran t" aanleiding tot eene uitvoerige nabetrach ting. - Wij ontleen en daaraan Indien de sociaal-democratische Kamer- groep na het optreden van sommige ha- rer leden in het laatste jaar, zich als par- FEUILLETON. ROMAN UIT WESTFALEN. 3) „Dat kan. ik je wel zeggen/' ant woordde Gerrit. Een boel spektakel en als het te ver gaat, kunnen er nog klap pen uitged'eeld worden bovendien. En dan zal die oude vos, Willem Banning, leens duchtig worden afgeranseld. „Dat kan nog prettig worden". De kinderen hadden Sengen reeds ver laten en ook de vrouwen en meisjes (toefden er niet lang. Trees echter, litfi pp zich wachten zij moest bij Knotmal- ,ïer inkoopen doen en dat duurde zoo lang, dat zij ten slotte alleen achterbleef. jErg bezorgd scheen zij daarover niet te fc*ijn. Vanmiddag zou zij nog lang genoeg gezelschap hebben. Het kerkpad kronkelde zich langs struiken eii velden. In het kreupelhout heerschte een opgewekt leven. Daar w,a- ren de gevederde bouwmeesters aan het werk en zetten hun nestejs in elkaar. Al blies de wind nog zoo ruw door de blad- looge takken, al yvas het vpcdsel nog lementaire fractie nog compromiiteeren kon, dan is dit Maandagavond geschied door de drie-en-een-half-uur lange „re de" van den heer Duys. Wij hebben van de woorden van dezen overspannen jongeling, die bij de gees telijke ontwikkeling van de sociaal-de mocratie hier te lande een heel eind ten achter is en nog in de periode van „De Roode Duivel" en dergelijke schandaal- colportage uit den bloeitijd van Domela Nieuwenhuis verkeert, een uitvoerig ver slag opgenomen, om aan onze lezers niets te onthouden, waaruit zij zich een eigen oordeel kunnen vormen over die in ons parlement tot nu toe ongeëve naarde schend- en lastertaal. Als spreker in de Volksvertegenwoordiging, aan wiens betoogen en critiek fatsoenlijke burgers aandacht hebben te schenken, in de waarde van wiens gegevens en „feiten" zij «enig vertrouwen hebben te stellen, aan wiens opvattingen en inzich ten, schoon behoorende in het kader eener hun tegenstaande partij, zij eenige achting niet hebben te onthouden, heeft deze man dan ook voorgoed afgedaan... Er moet heel wat gebeuren voordat de eene sociaal-democraat tegenover bourgeois den anderen verloochent hoogstens op een onderling congres noemt de heer Troelstra (zooals eens den heer Duys overkwam) den partij genoot nog wel eens „een veulen" of erger. De heer Troelstra heeft veel te doen; maar eenige dressuur van „het veulen" dat hij in de eerste plaats uit de wei heeft helpen halen, moet er nog bij. Want het dier richt schade aan. Niet aan de rechterlijke macht of an dere instellingen, waar het naar schopt die hebben veeleer reden tot tevre denheid, dat door oen zoo dolzinnigen aanval meestal elke andere, bezadigde gerechtvaardigde, verdiende critiek „ein- geschüchtert" zoo niet gesmoord wordt. Maar schade aan het parlement, waar van <ie heer Troelstra een der sieraden is, Wij hebben gezien, vervolgt de ,N. Ctr", hoe. de plaatsvervangende voor zitter, de „heer van Nispen (Nijmegen), d'eu spreker gedurende drie en een half uur met de meest gespannen aandacht heeft gevolgd. Dikwijls greep hij naar den hamer, maar hij heeftd ien slechts enkele malen gebruikt, wanneer de hoo- nende qualificaties van den spreker pit diens eigen brein voortkwamen en niet aan geschriften en polemieken van an deren waren ontleend. Blijkbaar, volgde de heer van Nispen bij zijn handhaving der orde een bepaald systeem en dit lijkt ons zeer gewenscht Het geeft den voorzitter een houvast en stelt hem in staat om, als hij dan ook optreedt,vol te houden tegenover den weerbarstigste. Het behoedt hem voor een gedwongen terugtocht, waartoe niets ontziende volks debaters als de meeste sociaal-democra ten zijn, een niet buitengewoon krachti- gen Kamerpresident zoo vaak en be trekkelijk zoo gemakkelijk nopen. Maar dat systeem beschermt niet in voldoende mate de waardigheid van het parlement. Het blad zoekt afdoende maatregelen tegen excessen als thans begaan niet zoozeer in verscherping van het regle ment van orde als in toepassing van art. 62, hetwelk den voorzitter machtigt aan de Kamer voor te stellen een spreker gedurende eerf vergadering over het ju behandeling zijnde onderwerp het woord te ontnemen. Wij begrijpen volkomen de bijzondere moeilijkheid in zulk een toepassing ge legen voor een plaatsver vangen de n Voorzitter. Maar wij zijn er bijna zeker van, dat indien de heer Van Nis pen Maandag na driemaal herhaalde waarschuwing aan d'c Katner had voorge steld den heer Duys het woord te ont nemen, dit met een overweldigende meer derheid zou zijn aangenomen. En zoo iets werkt zeer kalmeerend. Een paar malen achtereen toegepast, temt het zelfs veulens. Het blad herhaalt, dat zijn opmerkin gen staan buiten het ter sprake gebrachte onderwerp: de rechterlijke macht Onze opmerkingen, besluit het, gelden de waardigheid van het parlement. Indien erg karig, toch liet het vroolijke muzi kantenvolkje zich hooren. Het wedijver de om het hoogste lied. Trees Tweehuis luisterde niet naar dit heerlijk concert. In haar binnenste voerde zij strijd; tegenstrijdige ge dachten kwamen bij haar op. Haar rustig leven werd door pijnlijke zorgen ge stoord. Reeds als kind had zij Karei Pleim- ping graag mogen leiden. Zijn levenslus tige drieste natuur stond haar wal aan. Toen werd Karei soldaat. Hij diende in Potsdam bij de garde. Jaarlijks kwam hij met verlof naar huis en dan wist hij het altijd zoo aan te leggen, dat hij ook Trees sprak. ,Wat kon hij veel verhalen! Trees stond er verbaasd van en ging er heelemaal in op. Ongemerkt won hij haar hart. En zij bleef Karei trouw, toen hij na afloop van zjjn diensttijd weer in het dorp terugkeer de en zich op de boerderij van Gröhling als knecht verhuurde. Hij noemde deze dienstbetrekking een overgang, want in zijn hoofd woelden allerlei toekomstplan nen dooreen. Als zijn voornemen slaagde, moest Trees zijn vrouw worden; -dat had hij haar dikwijls genoeg in de ooren ge fluisterd. Deze gedachte maakte haar gelukkig. XqcJi verh^ijd(e zij zich u^t4 dat het haar die, onvermijdelijk, allengs moet dalen en voorbestemd is oin ten slotte onder te gaan, moge het dan teil minste niet zijn zonder het vastberaden en taai ver zet eener parlementaire élite tegen „de heerschappij van het proletariaat" STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag'29 Nov. (Verv.) Aan de orde is de Indische Be grooting. De Minister vin Koloniën, de heer de Waal Mal ef ijt, betoogt dat d'e regeering in de Djelatoeng concessies niet afgegaan is op losse adviezen. Het is gebleken dat de inlandsche bevolking 20 a 50.000 boomen per maand uit roeit voor deze getah-waininig dat niet wordt tegengegaan door doelmatige ex ploitatie zullen ten slotte wel voldoende boomen overblijven om de bevolking dat middel van bestaan te doen aangrijpen. Uit Indië heeft de Minister bericht ge kregen dat men met het u:tgeven van ver* dere concessies wil wachten om de wer king eerst eens na te gaan en ook om eens te overwegen of er niet een middel te vinden is om de bevolking een eigen methode tot het aftoppen der boomen aan de hand te doen. Ten slotte wordt het betrekkelijk ar tikel goedgekeurd. Bij de afd. Personeel van den Water staat en de Burgerlijke Openbare Wer ken, bepleit de heer de J o n g h steun, ook in de studiekosten, aan jonge inge nieurs, die naar Indië zullen gaan. Er gaan te veel Duitsche ingenieurs naar Indië, terwijl we daar behoefte hebben aan eerste rangs Hollandsche krachten. De heer Bos (V. D.) sloot zich hierbij aan. De Minister van Koloniën ver klaarde, dat het in de bedoeling ligt om zoo spoedig mogelijk een regeling als bedoeld te ontwerpen. Bij de afd. Post en Telefoon betoogt de heer Hub recht (U. L.) dat de tele graafdienst in Indië niet opgewassen js tegen de eischen, welke de krachtig zich ontwikkelende economische toestanden stellen. Spr. dring? op spoedige yerbe- tering aan. De heer Bog aardt dringt aan op verbetering van het Indische post wezen, welke voornamelijk moet worden gezocht in verbetering der organisatie van het personeel. De Minister van Koloniën kan nog niet zeggen wat gedaan moet worden om de toestanden te verbeteren. De kwestie van de or ganisatie van het postpersoneel in In dië, zal door den Minister nauwkeurig worden nagegaan. 3 Bij de onderafdeeling Oorlog vraagt de heer D ii y m a e r van Twist (A. R.) betere maatregelen tegen de be strijding van het concubinaat in het In dische leger. Vervolgens dringt spr. bij hernieuwing aan op steun aan de veree- niging „Weduwenzorg". De heerScheu rer (A.R.) betoogt, dat als het concu binaat niet af te schaffen is, men het al thans moet verbeteren. De beraadslaging wordt tot Donder dag verdaagd. Avondvergadering. De beraadslaging over de Justitie- begrooti ng wordt voortgezet. De heer de Beaufort (O.L.) vrees de van de beperking in de aanstelling van onbezoldigde rijksveldwachters ver zwakking van de politie en de veilig heid ten plattelande. De heer v. A s c h v. |W ij c k (A. R.) kwam op tegen het overdreven verbali seeren van automobilisten, wegens te snel rijden, vooral ten plattenlande. De heer Sm een ge (U.L.) critiseer- de de bewaking van het Kamergebouw door Rijksveldwachters, die aan den dienst op het platteland worden ont trokken. Als er bewaking noodig is, dan moet de Kamer eigen „stokbewaarders" aanstellen. De heer Schaper (S.D.) heeft zich} verbaasd dat men hier niet had gespro ken over de wijze waarop een „hoog staand Kamerlid", bij het uitgaan der Kamer is uitgejouwd. Men heeft het voor gesteld of spr. die zaak mooi vond zwaren strijd zou kosten, wilde zij den drang des harten opvolgen. Nooit zouden haar ouders toestemming geven, dat zij Karei huwde; Karei, den zoon van een boer, wiens bankroet niet kon uitblij ven. Bovendien bestond er vijandschap tusschen hem en zijn vader. Nog iets anders beangstigde haar ge moed. Steeds meer moest zij hooren, dat Karei naar zijn vader aarde, dat hij even lichtzinnig als deze was. Zij verzette zich met alle geweld tegen deze gedachte; zij nam den geliefde in bescherming; maar in het diepst van haar binnenste moest zij bekennen dat men gelijk had. Zij miste evenwel den moed, om de ban den met Karei te verbreken. Spoedig kwam haar moeder achter pet geheim. Van dien dag af bespiedden wan trouwige oogen al haar doen en laten. Dat prikkelde haar trots. Nu zou zij op haar stuk blijven staan; de menschen mochten zeggen wat zij wilden, Tt zou haar koud laten. Dit voornemen hernieuwde Trees op den eenzamen weg. Eensklaps ritselde iets tusschen de boo men. Trees bleef staan. Bang was zij wel'niet, maar nu kwam toch een rilling over haar ledematen. Waarom was zij niet liever een anderen weg "egaan? ^eldya klonk ha^r een blijde Jach tege- alsof ueze ;nan is gesteenigd. Maar die geachte collega leeft nog. Er is alleen ge floten en gejouwd. De sociaal-democra ten zijn echter jarenlang op de gruwelijk ste wijze gemolesteerd, getrapt en ge steenigd. Heeft spr. dan goedgekeurd wat hier op het Binnenhof Js gebeurd? Hij 1 e:f alleen in een Openbare vergade ring in Concordia in den Haag gezegd dat, toen de sociaal-democraten hier zoo schande1 ijk behandeld werden, daarbui ten kloeke mannen stonden, die zich met hen solidair verklaarde. Maar hij heeft er bijgevoegd: dat is niet de manier. De heer van W ij n b e r g e n (R. K.) meende dat bewaking der Kamer door rijksveldwachters noodig is. In verband •met hetgeen onlangs is gebeurd en wat ieder weldenkend mensch afkeurt kan bij een uitgebreider beweging op- tre ien der veldwachters noodig zijn. De heer Troelstra (S. D.meende dat de bewaking van het Kamergebouw moest worden geregeld, niet naar één incident, maar naar de gewone omstan digheden. En de Kamerleden zitten hier als hei ware in een middeleeuwsch kas teel. De arbeiders moesten zich veel meer met het Parlement bemoeien. Spr. heeft de Haagse' e arbeiders erop attent geraakt, dat de Parlementen in tijden van groo'e beweging moeten voelen dat het volk zich bemoeit met wat Ihier voor komt. De heer de S t u e r s (R. K.) Foei De heei' Troelstra: Zeg dat tot uw geestelijken in Limburg. Maar als hier de rechten der sociaal-democraten wor den gekrenkt, dan is het de taak van on ze paxiijgenooten hier te komen om zich solidair met ons te verklaren. Spr. ge loofde niet dat het weex zou gebeuren, maar zoo ja, dan kunnen hier rare dingen gebeuren en zijn 5 veldwachters niet vol doende tegen de verbolgenheid die dan zal worden gewekt. De Minister van Justitie meen de dat na uitgebreid nauwkeurig onder zoek bleek, zonder schade voor politie en justitie, het aantal onbezoldigde rijks veldwachters te kunnen worden beperkt. De bewaking van liet Kamergebouw is de taak der politie, maar overigens zijn de we,ïsc' en der Kamer voor de Regeering maszgc iud. De Minister il der Kamer zooveel po litie ter beschikking stellen als zij noodig heeft om vrij en ongehinderd haar taak te vervullen. (Teekenen van instemming.) Na heftige replieken tusschen deheeren van Wijnbergen en Troelstra werd het debat gesloten. De heer Smeenge (U.L.) vroeg ver volgens lotsverbetering voor de rijksveld wachters en de heer Oosterbaan (A.R.) Zondagsrust voor deze ambtena ren en betere promotie. De Minister, van_ Justitie ant woordde, dat Zondagsrust wordt bevor derd. Voor de brigadiers-titulair is een extra-vergoeding ingevoerd. Afwijking van de bestaande regels voor vergoeding bij transporten is ongewenscht. De heer Hugenholtz (S.D.) be treurde, dat in deze parlementaire periode niets zal komen van een reorganisatie vkn ons gevangeniswezen en dus van wijziging van ons celstelsel. Ook is re organisatie van de werkinrichting teVeen- huizen dringend noodig. De Minister van Justitie be toogde, dat a&n de reorganisatie van het gevangeniswezen moet voorafgaan het wetsontwerp nopens de behandeling der misdadige psychopathen. De reorganisatie van Veenliuizen die gereed lag, moest worden uitgesteld, om dat zij niet meer pa?te. Bij de ingetreden vermindering van bevolking in die in richting. Die vermindering is geen ge volg van een circulaire, maar van het feit dat er harder dan vroeger moet ge werkt worden. De heer ,T r o e I s t r a (S. D.) besprak het ontslag van den onderwijzer Schriel aan het Rijksopvoedingsgesticht te Amersfoort, welke onderwijzer bij het Koninginnefeest, tijdens het spelen van het Wilhelmus het hoofd niet had ont bloot. Spr. deelde de feiten omstandig mede. De Minister va n Justitie gaf zijnerzijds een andere lezing van de zaak, waarin hij meende volkomen correct ge- moet en stond Karei Plemping voor haar. Hij had. haar opgewacht; wellicht wilde hij haar verschrikken door zoo ineens uit het dennenboschje te voorschijn te ko men. In zijn oogen schitterde een zeld zame gloed en zijn handen waren erg warm. „Eindelijk, eindelijk zijn wij weer eens bij elkaar," fluisterde hij haar toe. Zijn heete adem streek over haar wan gen. Ruw maar toch hartelijk sloeg hij zijn arm om Trees' lijf en plukte aan haar grooten omslagdoek. Onwillekeurig trad zij een schrede terug. Zij had een gevoel, alsof hij zich vrijheden veroorloofde, die zij niet mocht dulden. „Laat dat", zeïde zij besloten, „anders loop ik weg." „Nou, nou, je moet geen oud zemeltje worden. Als alle meisjes zoo waren, dan hadden we geen bruiloften meer." Hij was korzelig, dat bemerkte ze wel. En hem verdriet veroorzaken wilde ze niet. Ze liepen stil verder, tot de trotsche eiken van den Schoutenhof zich aan hen vertoonden. „Ik kom straks met de andere meisejs •een poosje in den tuin. Als je wilt, kun je bij het groote hek op me wachten." Het groote hek aan den ingang van den Schoutenhof was een vreedzaam haiideld te hebben. Schriel is geenszins gestraft omdat hij Christen-socialist was. Na re- en dupliek wordt het debat gesloten, en na nog eenige discussie wordt de verdere behandeling verdaagd tot Maandagavond, acht uur. Onder de tram. Te Rotterdam Hep een juffrouw met haar beide kin deren, een jongen en een meisje, in de Kruisstraat Een hond deed de kinderen, die elkaar aan de hand hielden, schrik ken en van het trottoir op de straat springen, juist vóór een motorwagen der clectrische train. Een voorbijganger rukte het oudste kind, het meisje, voor dien wagen vandaan, maar de 4-jarige jongen werd door den motorwagen gegrepen en kreeg een voorwiel dwars over het onder lijf. Het ventje was aldra dood. Spoorwegongeluk. De eerste personentrein van Roosendaal naar Vlis- singen is gistermorgen op het station Kruiningen-Ierseke in botsing gekomen met twee wagens van een rangeerenden goederentrein, met het gevolg, dat deze vernield werden, de locomotief kantelde en het perron belangrijk beschadigd werd. Een van de reizigers heeft ernstige in wendige kneuzingen opgeloopen en er zijn drie koeien gedood. Het signaal stond op veilig. De weg was een tijd lang versperd; reizigers en post werden met het onge schonden deel van den trein verder ver voerd; de beide mailtreinen en twee gewone treinen waren te half een nog niet te Middelburg aangekomen. Verdere ongelukken hadden niiet plaats. Tegen den middag was het verkeer op de lijn hersteld. Het parket te Middelburg heeft een onderzoek ingesteld. Verdacht. .Te Rotterdam is gister middag een landlooper aangehouden, in wiens bezit gevonden werden 127 rijks daalders, waarvan hij de herkomst niet kon opgeven. De man is voorloopig in bewaring gesteld. Onze militaire discipline. Bij éénen, diezer dagen te 's-Gravenhage. Vijf landweersoldaten trekken in de denk- baarst mogelijke wanorde langs den Lu- therschen Burgwal. Het geweer over den rechterschouder, een sigaar in het hoofd. Ee hunner voert bovendien een fiets aan de hand. De gang van sommigen wijst op drankgebruik. Meer daii luidruchtige gesprekken. Een korporaal van de jagers passeert En in plaats van het militair saluut te brengen, wordt met breed armgezwaai den gegradueerde toegezongen„Daar heb je Manus"enz. In een regenput. Gisteren is een meisje van twee jaar in een regen put op het Maarland te Brielle verdron- ken. Beleediging van Prins Hen drik op jacht. Mén meldt arnn de „Tel." uit Apeldoorn: j Het optreden van den groot-grondbe zitter te Vaarsen, den heer J. M. ten C., tijdens de jachtpartij van Z. K. H. Prins Hendrik, te Beemte-Broekland, waarvan wij reeds eerder melding gemaakt heb ben, moet, volgens verklaring van den heer M. ten C., liggen in de minder aan gename behandeling door hem ondervon- cen van de zijde van bei jaclitdepartement Het Loo, chef de iheer G. E. H. Tutein NoltbeVus. Zijn optreden gold dan ook! dezen -A niet Prins Hendrik. Het na fluiten en nazingen van het jachtgezel schap, neemt hij dan ook niet voor zijn rekening, doch schuift dit geheel op de schouders van de arbeiders. Verontschuldigingen zijn door hem aan Z. K. H. aangeboden. Verver breide roem. De roenij van den Knochendokter, die eiken Woensdag te Gronau zitting houdt, is wel ver doorgeedrongen tenminste eene Amerikaansche dame, uit den staat Mi chigan,' waarschijnlijk door een Hol- landscli blad ingelicht omtrent de be1- kwaamheden van dezen man, heeft hemi per brief doen weten, dat ze voornemens is de reis van Michigan naar Gronau te ondernemen, om zich onder zijne behan deling te stellen. plekje om ongestoord te babbelen. Deze gedachte beurde hem op en met een haastig: „Tot straks", ging hij vlug een zijpad op. Trees liep langzaam verder. Zij was ontevreden over zich zelve en .wist toch niet waarom. Was ze te trotsch tegen over hem? Het kon wel zijn. „Wij heer- boeren zijn eigenaardige menschen", had vader dikwijls gezegd. Van den kant der kleine huurhuizen van den Schoutenhof, hoorde men reeds uit de verte een vroolijk lachen. De dienst meiden vertelden aan de vrouwen de nieuwtjes, an de kinderen stoeiden of speelden in het zand. De grootsten hun ner doorkruisten met Hendrik Weikamp het uitgestrekte bosch en haalden daar allerlei dolle streken uit 't Was hun eenig Zondagsvermaak; zij werden daardoor gezond en sterk en hadden een geweldi gen honger, als zij 's middags aan den maaltijd zaten. De Schoutenhof zelf scheen in volstrekte rust Niets hoorde men. De keuken was verlaten; ju den haard vlamde een groot vuur, .waarboven een koperen ketel hing met borrelend kokend water. (Wordt vervolgd.)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5