Uit de Pers.
Liefde en Haat.
Gemengd Nieuws.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Donderdag 30 Nov. no. 653.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
Jndië. Rechts tegen Links. Justitie
Het relletje voor het Kamergebouw.
't Is gisteren in de Kamer toegegaan,
feooals te voorzien was: de beslissing
jjover het amendement ter Laan en over
de reorganisatie van het onderwijs in
jde Tvlinahassa viel bij zuivere partijstem-
jmiwg: rechts tegen links. De onderwijs-
xjuaestie, in welken voLrm ze zich ook
vooxdoet, jaagt de linkerzijde als een (man
[te hoop en de argumenten raken niet uit
geput als 't ex op aankomt 'het bijzonder
onderwijs !te knauwen. De Minister heeft
echter zijn voorstellen door de eenstem
migheid van rechts er door gekregen.
Allerlei belangen en belangetjes kwa-
Itnen vervolgens ter sprake, concessie -die
Jniet in 't voordeel van de bevolking!
ïouden zijn post- en telegraafdiensten,
die georganiseerd moeten worden; be
zoldigingen welker herziening urgent is,
(lotsverbetering, waarop niet gewacht kan
Worden enz. Van al het gesprokene ver-
jdient slechts afzonderlijke vermelding de
'op den Minister uitgeoefenden aandrang
!om jongelui, die als ingenieur naar Indië
Willen gaan, te steunen, opdat goede
iHollandsche krachten ,in onze koloniën
een bestaan vinden.
's Avonds bij de voortzetting der Justi
tiebegroting ging 't aanvankelijk niet
tuinder taai toe dan het den geheelen
Idag was geweest. De ecne spreker volgde
den andere op om verschillende zaken
bepleiten, waaraan de Minister zijn wei-
Willende aandacht beloofde te wijden of
om inlichtingen te vragen, die de Minister
•in ruime mate verstrekte.
Eerst toen het bekende straatrelletje
jtegen jhr. de Savornin Lohman werd op
gerakeld, ontstond een warme discussie.
Veel behoeven wij daarover te zeggen
jde vrijheid, die de socialisten in overvloe-
idige mate voor zich opelschen, gunnen
zij een ander niet. Wanneer een Kamer
meerderheid anders beslist dan de socia
listen verlangen, moet het revolutionaire
'gevoel der menigte worden opgewekt ont
te manifesteeren, dat het „volk") waar-
Onder dan te verstaan Jan Rap ai zijn
jmaat, belust op relletjes, en- niet de or
delievende arbeiders) .met de socialis
ten meeleeft. Het is de groote verdien
ste van baron van Wijnbergen geweest,
dat hij ondanks heftige interrupties de
ze waarheden den socialisten eens flink
gezegd heeft, De socialisten moge den
vorm afkeuren, waarin gemanifesteerd
Werd, zij zijn de massa niet meester, als
zij door hun eigen schuld en door him
ophitsen de gemoederen eenmaal in op
stand hebben gebracht. Zij keuren af, wat
hun elders in dit opzicht is wedervaren,
maar juichen bedektelijk toet wat een an
der overkomt, omdat dien „ander" is
hun politieke tegenstander. 'Met allerlei
drogredenen, waarmede zelfs hun leider
imr. Troelstra aankomt, moet de goe-ge-
fneente zand in de oogen worden ge
strooid. Wat zou Troelstra, Duys of wel
ke andere socialist ook, zeggen, als c'wi
Katholieke arbeiders hen bij het verlaten
van 't Kamergebouw uitjouwden en uit-
floten om hun lasterlijke en verdachtma-
kende taal, die zij in de Katncr tegen -che
Katholieke Kerk en haar bedienaren, te
gen ons, Katholieken, uitstooten?
De heerschappij van het proletariaat.
De redevoering van Maandagavond
van den socialist Duys waarvan het
„li a n d e 1 s b la d" zegi, dat Duys met
deze wilde schendrede het Kamerrecord
van schandaalrhetoriek heeft behaald,
geeft de (lib.) „Nieuwe Couran t"
aanleiding tot eene uitvoerige nabetrach
ting.
- Wij ontleen en daaraan
Indien de sociaal-democratische Kamer-
groep na het optreden van sommige ha-
rer leden in het laatste jaar, zich als par-
FEUILLETON.
ROMAN UIT WESTFALEN.
3)
„Dat kan. ik je wel zeggen/' ant
woordde Gerrit. Een boel spektakel en
als het te ver gaat, kunnen er nog klap
pen uitged'eeld worden bovendien. En
dan zal die oude vos, Willem Banning,
leens duchtig worden afgeranseld.
„Dat kan nog prettig worden".
De kinderen hadden Sengen reeds ver
laten en ook de vrouwen en meisjes
(toefden er niet lang. Trees echter, litfi
pp zich wachten zij moest bij Knotmal-
,ïer inkoopen doen en dat duurde zoo
lang, dat zij ten slotte alleen achterbleef.
jErg bezorgd scheen zij daarover niet te
fc*ijn. Vanmiddag zou zij nog lang genoeg
gezelschap hebben.
Het kerkpad kronkelde zich langs
struiken eii velden. In het kreupelhout
heerschte een opgewekt leven. Daar w,a-
ren de gevederde bouwmeesters aan het
werk en zetten hun nestejs in elkaar. Al
blies de wind nog zoo ruw door de blad-
looge takken, al yvas het vpcdsel nog
lementaire fractie nog compromiiteeren
kon, dan is dit Maandagavond geschied
door de drie-en-een-half-uur lange „re
de" van den heer Duys.
Wij hebben van de woorden van dezen
overspannen jongeling, die bij de gees
telijke ontwikkeling van de sociaal-de
mocratie hier te lande een heel eind ten
achter is en nog in de periode van „De
Roode Duivel" en dergelijke schandaal-
colportage uit den bloeitijd van Domela
Nieuwenhuis verkeert, een uitvoerig ver
slag opgenomen, om aan onze lezers
niets te onthouden, waaruit zij zich een
eigen oordeel kunnen vormen over die
in ons parlement tot nu toe ongeëve
naarde schend- en lastertaal. Als spreker
in de Volksvertegenwoordiging, aan
wiens betoogen en critiek fatsoenlijke
burgers aandacht hebben te schenken,
in de waarde van wiens gegevens en
„feiten" zij «enig vertrouwen hebben te
stellen, aan wiens opvattingen en inzich
ten, schoon behoorende in het kader
eener hun tegenstaande partij, zij eenige
achting niet hebben te onthouden, heeft
deze man dan ook voorgoed afgedaan...
Er moet heel wat gebeuren voordat de
eene sociaal-democraat tegenover
bourgeois den anderen verloochent
hoogstens op een onderling congres
noemt de heer Troelstra (zooals eens
den heer Duys overkwam) den partij
genoot nog wel eens „een veulen"
of erger.
De heer Troelstra heeft veel te doen;
maar eenige dressuur van „het veulen"
dat hij in de eerste plaats uit de wei heeft
helpen halen, moet er nog bij.
Want het dier richt schade aan.
Niet aan de rechterlijke macht of an
dere instellingen, waar het naar schopt
die hebben veeleer reden tot tevre
denheid, dat door oen zoo dolzinnigen
aanval meestal elke andere, bezadigde
gerechtvaardigde, verdiende critiek „ein-
geschüchtert" zoo niet gesmoord wordt.
Maar schade aan het parlement, waar
van <ie heer Troelstra een der sieraden
is,
Wij hebben gezien, vervolgt de ,N.
Ctr", hoe. de plaatsvervangende voor
zitter, de „heer van Nispen (Nijmegen),
d'eu spreker gedurende drie en een half
uur met de meest gespannen aandacht
heeft gevolgd. Dikwijls greep hij naar
den hamer, maar hij heeftd ien slechts
enkele malen gebruikt, wanneer de hoo-
nende qualificaties van den spreker pit
diens eigen brein voortkwamen en niet
aan geschriften en polemieken van an
deren waren ontleend. Blijkbaar, volgde
de heer van Nispen bij zijn handhaving
der orde een bepaald systeem en dit
lijkt ons zeer gewenscht Het geeft den
voorzitter een houvast en stelt hem in
staat om, als hij dan ook optreedt,vol
te houden tegenover den weerbarstigste.
Het behoedt hem voor een gedwongen
terugtocht, waartoe niets ontziende volks
debaters als de meeste sociaal-democra
ten zijn, een niet buitengewoon krachti-
gen Kamerpresident zoo vaak en be
trekkelijk zoo gemakkelijk nopen.
Maar dat systeem beschermt niet in
voldoende mate de waardigheid van het
parlement.
Het blad zoekt afdoende maatregelen
tegen excessen als thans begaan niet
zoozeer in verscherping van het regle
ment van orde als in toepassing van art.
62, hetwelk den voorzitter machtigt aan
de Kamer voor te stellen een spreker
gedurende eerf vergadering over het ju
behandeling zijnde onderwerp het woord
te ontnemen.
Wij begrijpen volkomen de bijzondere
moeilijkheid in zulk een toepassing ge
legen voor een plaatsver vangen
de n Voorzitter. Maar wij zijn er bijna
zeker van, dat indien de heer Van Nis
pen Maandag na driemaal herhaalde
waarschuwing aan d'c Katner had voorge
steld den heer Duys het woord te ont
nemen, dit met een overweldigende meer
derheid zou zijn aangenomen.
En zoo iets werkt zeer kalmeerend.
Een paar malen achtereen toegepast, temt
het zelfs veulens.
Het blad herhaalt, dat zijn opmerkin
gen staan buiten het ter sprake gebrachte
onderwerp: de rechterlijke macht Onze
opmerkingen, besluit het, gelden de
waardigheid van het parlement. Indien
erg karig, toch liet het vroolijke muzi
kantenvolkje zich hooren. Het wedijver
de om het hoogste lied.
Trees Tweehuis luisterde niet naar
dit heerlijk concert. In haar binnenste
voerde zij strijd; tegenstrijdige ge
dachten kwamen bij haar op. Haar rustig
leven werd door pijnlijke zorgen ge
stoord.
Reeds als kind had zij Karei Pleim-
ping graag mogen leiden. Zijn levenslus
tige drieste natuur stond haar wal aan.
Toen werd Karei soldaat. Hij diende in
Potsdam bij de garde. Jaarlijks kwam hij
met verlof naar huis en dan wist hij het
altijd zoo aan te leggen, dat hij ook
Trees sprak. ,Wat kon hij veel verhalen!
Trees stond er verbaasd van en ging
er heelemaal in op.
Ongemerkt won hij haar hart. En zij
bleef Karei trouw, toen hij na afloop van
zjjn diensttijd weer in het dorp terugkeer
de en zich op de boerderij van Gröhling
als knecht verhuurde. Hij noemde deze
dienstbetrekking een overgang, want in
zijn hoofd woelden allerlei toekomstplan
nen dooreen. Als zijn voornemen slaagde,
moest Trees zijn vrouw worden; -dat had
hij haar dikwijls genoeg in de ooren ge
fluisterd.
Deze gedachte maakte haar gelukkig.
XqcJi verh^ijd(e zij zich u^t4 dat het haar
die, onvermijdelijk, allengs moet dalen
en voorbestemd is oin ten slotte onder
te gaan, moge het dan teil minste niet
zijn zonder het vastberaden en taai ver
zet eener parlementaire élite tegen „de
heerschappij van het proletariaat"
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Woensdag'29 Nov. (Verv.)
Aan de orde is de Indische Be
grooting.
De Minister vin Koloniën, de
heer de Waal Mal ef ijt, betoogt dat
d'e regeering in de Djelatoeng concessies
niet afgegaan is op losse adviezen. Het
is gebleken dat de inlandsche bevolking
20 a 50.000 boomen per maand uit
roeit voor deze getah-waininig dat niet
wordt tegengegaan door doelmatige ex
ploitatie zullen ten slotte wel voldoende
boomen overblijven om de bevolking dat
middel van bestaan te doen aangrijpen.
Uit Indië heeft de Minister bericht ge
kregen dat men met het u:tgeven van ver*
dere concessies wil wachten om de wer
king eerst eens na te gaan en ook om
eens te overwegen of er niet een middel
te vinden is om de bevolking een eigen
methode tot het aftoppen der boomen
aan de hand te doen.
Ten slotte wordt het betrekkelijk ar
tikel goedgekeurd.
Bij de afd. Personeel van den Water
staat en de Burgerlijke Openbare Wer
ken, bepleit de heer de J o n g h steun,
ook in de studiekosten, aan jonge inge
nieurs, die naar Indië zullen gaan. Er
gaan te veel Duitsche ingenieurs naar
Indië, terwijl we daar behoefte hebben
aan eerste rangs Hollandsche krachten.
De heer Bos (V. D.) sloot zich hierbij
aan.
De Minister van Koloniën ver
klaarde, dat het in de bedoeling ligt om
zoo spoedig mogelijk een regeling als
bedoeld te ontwerpen.
Bij de afd. Post en Telefoon betoogt de
heer Hub recht (U. L.) dat de tele
graafdienst in Indië niet opgewassen js
tegen de eischen, welke de krachtig zich
ontwikkelende economische toestanden
stellen. Spr. dring? op spoedige yerbe-
tering aan. De heer Bog aardt dringt
aan op verbetering van het Indische post
wezen, welke voornamelijk moet worden
gezocht in verbetering der organisatie
van het personeel. De Minister van
Koloniën kan nog niet zeggen wat
gedaan moet worden om de toestanden
te verbeteren. De kwestie van de or
ganisatie van het postpersoneel in In
dië, zal door den Minister nauwkeurig
worden nagegaan. 3
Bij de onderafdeeling Oorlog vraagt
de heer D ii y m a e r van Twist (A.
R.) betere maatregelen tegen de be
strijding van het concubinaat in het In
dische leger. Vervolgens dringt spr. bij
hernieuwing aan op steun aan de veree-
niging „Weduwenzorg". De heerScheu
rer (A.R.) betoogt, dat als het concu
binaat niet af te schaffen is, men het al
thans moet verbeteren.
De beraadslaging wordt tot Donder
dag verdaagd.
Avondvergadering.
De beraadslaging over de Justitie-
begrooti ng wordt voortgezet.
De heer de Beaufort (O.L.) vrees
de van de beperking in de aanstelling
van onbezoldigde rijksveldwachters ver
zwakking van de politie en de veilig
heid ten plattelande.
De heer v. A s c h v. |W ij c k (A. R.)
kwam op tegen het overdreven verbali
seeren van automobilisten, wegens te
snel rijden, vooral ten plattenlande.
De heer Sm een ge (U.L.) critiseer-
de de bewaking van het Kamergebouw
door Rijksveldwachters, die aan den
dienst op het platteland worden ont
trokken. Als er bewaking noodig is, dan
moet de Kamer eigen „stokbewaarders"
aanstellen.
De heer Schaper (S.D.) heeft zich}
verbaasd dat men hier niet had gespro
ken over de wijze waarop een „hoog
staand Kamerlid", bij het uitgaan der
Kamer is uitgejouwd. Men heeft het voor
gesteld of spr. die zaak mooi vond
zwaren strijd zou kosten, wilde zij den
drang des harten opvolgen. Nooit zouden
haar ouders toestemming geven, dat zij
Karei huwde; Karei, den zoon van een
boer, wiens bankroet niet kon uitblij
ven. Bovendien bestond er vijandschap
tusschen hem en zijn vader.
Nog iets anders beangstigde haar ge
moed. Steeds meer moest zij hooren, dat
Karei naar zijn vader aarde, dat hij even
lichtzinnig als deze was. Zij verzette zich
met alle geweld tegen deze gedachte;
zij nam den geliefde in bescherming;
maar in het diepst van haar binnenste
moest zij bekennen dat men gelijk had.
Zij miste evenwel den moed, om de ban
den met Karei te verbreken.
Spoedig kwam haar moeder achter pet
geheim. Van dien dag af bespiedden wan
trouwige oogen al haar doen en laten.
Dat prikkelde haar trots. Nu zou zij op
haar stuk blijven staan; de menschen
mochten zeggen wat zij wilden, Tt zou
haar koud laten.
Dit voornemen hernieuwde Trees op
den eenzamen weg.
Eensklaps ritselde iets tusschen de boo
men. Trees bleef staan. Bang was zij
wel'niet, maar nu kwam toch een rilling
over haar ledematen. Waarom was zij
niet liever een anderen weg "egaan?
^eldya klonk ha^r een blijde Jach tege-
alsof ueze ;nan is gesteenigd. Maar die
geachte collega leeft nog. Er is alleen ge
floten en gejouwd. De sociaal-democra
ten zijn echter jarenlang op de gruwelijk
ste wijze gemolesteerd, getrapt en ge
steenigd. Heeft spr. dan goedgekeurd
wat hier op het Binnenhof Js gebeurd?
Hij 1 e:f alleen in een Openbare vergade
ring in Concordia in den Haag gezegd
dat, toen de sociaal-democraten hier zoo
schande1 ijk behandeld werden, daarbui
ten kloeke mannen stonden, die zich met
hen solidair verklaarde. Maar hij heeft
er bijgevoegd: dat is niet de manier.
De heer van W ij n b e r g e n (R. K.)
meende dat bewaking der Kamer door
rijksveldwachters noodig is. In verband
•met hetgeen onlangs is gebeurd en
wat ieder weldenkend mensch afkeurt
kan bij een uitgebreider beweging op-
tre ien der veldwachters noodig zijn.
De heer Troelstra (S. D.meende
dat de bewaking van het Kamergebouw
moest worden geregeld, niet naar één
incident, maar naar de gewone omstan
digheden. En de Kamerleden zitten hier
als hei ware in een middeleeuwsch kas
teel. De arbeiders moesten zich veel
meer met het Parlement bemoeien. Spr.
heeft de Haagse' e arbeiders erop attent
geraakt, dat de Parlementen in tijden
van groo'e beweging moeten voelen dat
het volk zich bemoeit met wat Ihier voor
komt.
De heer de S t u e r s (R. K.) Foei
De heei' Troelstra: Zeg dat tot uw
geestelijken in Limburg. Maar als hier
de rechten der sociaal-democraten wor
den gekrenkt, dan is het de taak van on
ze paxiijgenooten hier te komen om zich
solidair met ons te verklaren. Spr. ge
loofde niet dat het weex zou gebeuren,
maar zoo ja, dan kunnen hier rare dingen
gebeuren en zijn 5 veldwachters niet vol
doende tegen de verbolgenheid die dan
zal worden gewekt.
De Minister van Justitie meen
de dat na uitgebreid nauwkeurig onder
zoek bleek, zonder schade voor politie
en justitie, het aantal onbezoldigde rijks
veldwachters te kunnen worden beperkt.
De bewaking van liet Kamergebouw is de
taak der politie, maar overigens zijn de
we,ïsc' en der Kamer voor de Regeering
maszgc iud.
De Minister il der Kamer zooveel po
litie ter beschikking stellen als zij noodig
heeft om vrij en ongehinderd haar taak
te vervullen. (Teekenen van instemming.)
Na heftige replieken tusschen deheeren
van Wijnbergen en Troelstra
werd het debat gesloten.
De heer Smeenge (U.L.) vroeg ver
volgens lotsverbetering voor de rijksveld
wachters en de heer Oosterbaan
(A.R.) Zondagsrust voor deze ambtena
ren en betere promotie.
De Minister, van_ Justitie ant
woordde, dat Zondagsrust wordt bevor
derd. Voor de brigadiers-titulair is een
extra-vergoeding ingevoerd. Afwijking
van de bestaande regels voor vergoeding
bij transporten is ongewenscht.
De heer Hugenholtz (S.D.) be
treurde, dat in deze parlementaire periode
niets zal komen van een reorganisatie
vkn ons gevangeniswezen en dus van
wijziging van ons celstelsel. Ook is re
organisatie van de werkinrichting teVeen-
huizen dringend noodig.
De Minister van Justitie be
toogde, dat a&n de reorganisatie van het
gevangeniswezen moet voorafgaan het
wetsontwerp nopens de behandeling der
misdadige psychopathen.
De reorganisatie van Veenliuizen die
gereed lag, moest worden uitgesteld, om
dat zij niet meer pa?te. Bij de ingetreden
vermindering van bevolking in die in
richting. Die vermindering is geen ge
volg van een circulaire, maar van het
feit dat er harder dan vroeger moet ge
werkt worden.
De heer ,T r o e I s t r a (S. D.) besprak
het ontslag van den onderwijzer Schriel
aan het Rijksopvoedingsgesticht te
Amersfoort, welke onderwijzer bij het
Koninginnefeest, tijdens het spelen van
het Wilhelmus het hoofd niet had ont
bloot.
Spr. deelde de feiten omstandig mede.
De Minister va n Justitie gaf
zijnerzijds een andere lezing van de zaak,
waarin hij meende volkomen correct ge-
moet en stond Karei Plemping voor haar.
Hij had. haar opgewacht; wellicht wilde
hij haar verschrikken door zoo ineens uit
het dennenboschje te voorschijn te ko
men. In zijn oogen schitterde een zeld
zame gloed en zijn handen waren erg
warm.
„Eindelijk, eindelijk zijn wij weer eens
bij elkaar," fluisterde hij haar toe.
Zijn heete adem streek over haar wan
gen. Ruw maar toch hartelijk sloeg hij
zijn arm om Trees' lijf en plukte aan haar
grooten omslagdoek. Onwillekeurig trad
zij een schrede terug. Zij had een gevoel,
alsof hij zich vrijheden veroorloofde, die
zij niet mocht dulden.
„Laat dat", zeïde zij besloten, „anders
loop ik weg."
„Nou, nou, je moet geen oud zemeltje
worden. Als alle meisjes zoo waren, dan
hadden we geen bruiloften meer."
Hij was korzelig, dat bemerkte ze wel.
En hem verdriet veroorzaken wilde ze
niet.
Ze liepen stil verder, tot de trotsche
eiken van den Schoutenhof zich aan hen
vertoonden.
„Ik kom straks met de andere meisejs
•een poosje in den tuin. Als je wilt, kun
je bij het groote hek op me wachten."
Het groote hek aan den ingang van
den Schoutenhof was een vreedzaam
haiideld te hebben. Schriel is geenszins
gestraft omdat hij Christen-socialist was.
Na re- en dupliek wordt het debat
gesloten, en na nog eenige discussie
wordt de verdere behandeling verdaagd
tot Maandagavond, acht uur.
Onder de tram. Te Rotterdam
Hep een juffrouw met haar beide kin
deren, een jongen en een meisje, in de
Kruisstraat Een hond deed de kinderen,
die elkaar aan de hand hielden, schrik
ken en van het trottoir op de straat
springen, juist vóór een motorwagen der
clectrische train. Een voorbijganger rukte
het oudste kind, het meisje, voor dien
wagen vandaan, maar de 4-jarige jongen
werd door den motorwagen gegrepen en
kreeg een voorwiel dwars over het onder
lijf. Het ventje was aldra dood.
Spoorwegongeluk. De eerste
personentrein van Roosendaal naar Vlis-
singen is gistermorgen op het station
Kruiningen-Ierseke in botsing gekomen
met twee wagens van een rangeerenden
goederentrein, met het gevolg, dat deze
vernield werden, de locomotief kantelde
en het perron belangrijk beschadigd werd.
Een van de reizigers heeft ernstige in
wendige kneuzingen opgeloopen en er
zijn drie koeien gedood. Het signaal
stond op veilig.
De weg was een tijd lang versperd;
reizigers en post werden met het onge
schonden deel van den trein verder ver
voerd; de beide mailtreinen en twee
gewone treinen waren te half een nog
niet te Middelburg aangekomen.
Verdere ongelukken hadden niiet plaats.
Tegen den middag was het verkeer op
de lijn hersteld.
Het parket te Middelburg heeft een
onderzoek ingesteld.
Verdacht. .Te Rotterdam is gister
middag een landlooper aangehouden, in
wiens bezit gevonden werden 127 rijks
daalders, waarvan hij de herkomst niet
kon opgeven. De man is voorloopig in
bewaring gesteld.
Onze militaire discipline. Bij
éénen, diezer dagen te 's-Gravenhage. Vijf
landweersoldaten trekken in de denk-
baarst mogelijke wanorde langs den Lu-
therschen Burgwal. Het geweer over den
rechterschouder, een sigaar in het hoofd.
Ee hunner voert bovendien een fiets aan
de hand. De gang van sommigen wijst
op drankgebruik. Meer daii luidruchtige
gesprekken.
Een korporaal van de jagers passeert
En in plaats van het militair saluut te
brengen, wordt met breed armgezwaai
den gegradueerde toegezongen„Daar
heb je Manus"enz.
In een regenput. Gisteren is
een meisje van twee jaar in een regen
put op het Maarland te Brielle verdron-
ken.
Beleediging van Prins Hen
drik op jacht. Mén meldt arnn de
„Tel." uit Apeldoorn: j
Het optreden van den groot-grondbe
zitter te Vaarsen, den heer J. M. ten C.,
tijdens de jachtpartij van Z. K. H. Prins
Hendrik, te Beemte-Broekland, waarvan
wij reeds eerder melding gemaakt heb
ben, moet, volgens verklaring van den
heer M. ten C., liggen in de minder aan
gename behandeling door hem ondervon-
cen van de zijde van bei jaclitdepartement
Het Loo, chef de iheer G. E. H. Tutein
NoltbeVus. Zijn optreden gold dan ook!
dezen -A niet Prins Hendrik. Het na
fluiten en nazingen van het jachtgezel
schap, neemt hij dan ook niet voor zijn
rekening, doch schuift dit geheel op de
schouders van de arbeiders.
Verontschuldigingen zijn door hem aan
Z. K. H. aangeboden.
Verver breide roem. De roenij
van den Knochendokter, die eiken
Woensdag te Gronau zitting houdt, is
wel ver doorgeedrongen tenminste eene
Amerikaansche dame, uit den staat Mi
chigan,' waarschijnlijk door een Hol-
landscli blad ingelicht omtrent de be1-
kwaamheden van dezen man, heeft hemi
per brief doen weten, dat ze voornemens
is de reis van Michigan naar Gronau te
ondernemen, om zich onder zijne behan
deling te stellen.
plekje om ongestoord te babbelen.
Deze gedachte beurde hem op en met
een haastig: „Tot straks", ging hij vlug
een zijpad op.
Trees liep langzaam verder. Zij was
ontevreden over zich zelve en .wist toch
niet waarom. Was ze te trotsch tegen
over hem? Het kon wel zijn. „Wij heer-
boeren zijn eigenaardige menschen", had
vader dikwijls gezegd.
Van den kant der kleine huurhuizen
van den Schoutenhof, hoorde men reeds
uit de verte een vroolijk lachen. De dienst
meiden vertelden aan de vrouwen de
nieuwtjes, an de kinderen stoeiden of
speelden in het zand. De grootsten hun
ner doorkruisten met Hendrik Weikamp
het uitgestrekte bosch en haalden daar
allerlei dolle streken uit 't Was hun eenig
Zondagsvermaak; zij werden daardoor
gezond en sterk en hadden een geweldi
gen honger, als zij 's middags aan den
maaltijd zaten. De Schoutenhof zelf
scheen in volstrekte rust Niets hoorde
men. De keuken was verlaten; ju den
haard vlamde een groot vuur, .waarboven
een koperen ketel hing met borrelend
kokend water.
(Wordt vervolgd.)'