Tweede Blad, behoorende bij De Leidsehe Courant van Zaterdag 18 Nov. no. 643. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. De Indische Begrooting. We moeien ons nu gaan haasten met tfe afdoening van staatsbegrotingen. (Gisteren begonnen we met de Indische, ld. i. ruim een week later dan verleden Ijjaar. De tijd is krap toegemeten om vóór (Kerstmis klaar te komen 't zal haastwerk 'zijn, want al heelen er geen belangrijke Zaken voor de algeme-ene beschouwingen ite wachten, als de leden van de Kamer eenmaal aan het redeneeren slaan, kent hun breedsprakigheid geen einde. De so cialisten hebben b.v. dankbare onder werpen in de zeeliedenstaking to Ain- eterdam en de weigering van Minister (Heemskerk om het petitonnement per soonlijk in ontvangst te nemen; de Jibe- 'iralen gooien daarbij wel een duit in het llzakje en zetten dc viering van het kies rechtverbroederingsfeest met vrijzinnig- democraten voort ,enz Zoover zijn we echter nog niet. We zijn pas aan de Indische begrooting en ach tereenvolgens hebben Indische „sterren" Sin 'i parlement geschitterd. Dc Kanter, van Lènnep, de Meester, $cheurer, Boogaardt, van Hoogstraten 'zijn aan het woord geweest om voor 'Indische belangen 'n lans te breken. Heb ben de heeren de Kanter en de Meester ■Zich in hoofdzaak bepaald tot financieele 'beschouwingen, die een optimistischen 'ondergrond hadden, bepleitte de heer van iLennep decentralisatie ,en bracht hij hul de aan het be'.cicl van gouverneur-gene raal idenburg, de heeren .Scheurer en Bo gaardt hebben naast materieele zaken-ook !en voornamelijk besproken de geestelij ke belangen van de Inlandsche bevolking. Van dat standpunt bezien .waren de redevoeringen van beide laatstgenoemden 'ons 't dierbaarst. Het. was de fout van de i.Nederlandsche regeering, aldus dr. Scheu rer, dat zij wegen en bruggen en andere in a t e r i e e 1 e voordeelen gaf aan dé be volking, doch niet den godsdienst van (den overheerschei". De ontwikkeling van 'den Javaan moet niet geschieden op neu traal terrein, zonder de religie. Men heeft jWestersche cultuur in het Oosten ge bracht, maar wat beteekent dit zonder godsdienst? De rijke ervaring, .waarover "dr. Scheurer bezit deden hem staaltjes vertellen, wat de Westersche „bescha- vings"-arbeid zonder ,God uitwerkt. Als 'de Javaansche jongeling vloekte, gaf hij l'als erklaring, dat dit de adat is van -den [{Westerling. 'Is het Westersche .cultuur, ["vroeg dr. Scheurer scherp, als ik 's nachts Haar de kampong geroepen, in de socië teit nog de Europeanen zag drinken en "spelen Indië moet gekerstend worden naar de roeping ons door God gegeven. Daar mede alleen wordt de inlander gebaat; bi) moet niet gebracht worden in de hand j'yan het ongeloof. De xegeeriiig behoort 'alles te verwijderen, wat die kerstening in den weg staat. In gelijken geest sprak de lieer Bo- Hoe zij, bij wie pastoor Bertins kerkte, gestraft werden. -I!.. Vervolgens daagden de schouten den huisvader o.m van zijn 'doen nauwkeurige rekenschap te geven, inaar op raad van oudcro Katholieken kwam hij niet voor den dag en poogde bij zijne afwezigheid de huisvrouw zoo goed mogelijk heel die zaak teverontscluildigen. Zij gaf de stel lige verzekering en het was waar dat volgens de afspraak eene vergade ring van slechts weinig menschen be legd zou worden, maar het volk was van alle kanten naar het huis heen getoopen op het onzekere gerucht, dat daar het Mis offer zou worden opgedragen. Opdat men nu niet ïn het onbehoorlijk nachtelijk uur op de straten zou blijven tot ergernis van voorbijgangers en buren, had zij die 'talrijke volksmenigte bij afwezigheid van iden man ingelaten Maar tranen noch zuch ten, noch woorden, noch redenceringen mochten baten. Al te klaar bleek de mis daad (althans 'indien het een misdaad ge noemd moet worden meer aan God te gehoorzamen dan aan de menschen of [niettegenstaande de straffen van kerker 'jen van ballingschap de goddelijke gebo den niet ie willen schenden). De namen van huisvader en huismoeder werden dan '•Opgeschreven. Je gelijk ging het bevel '.om voor de heeren overheidspersonen te 'komen, zoo dikwijls zij zouden worden gedaagd. .Toen hadden de schouten him ambtswerk volbracht en gingen zij met de soldaten Jieen. Twee dagen later kwam pde openbare stadsbode in naam der over heidspersonen gelasten, dat de huisvader üen zijne vrouw voor schout en rechters izoiiden verschijnen om zich betreffende pde voornoemde misdaad (zoo zij zeiden) pie verantwoorden. .Toen zij in tegenwoor- Qdigheid van de schepenen en stadsover sten waren gekomen, vroeg, na een barre jjen nog wel openbare terechtwijzing van t'den schout, de burgemeester-voorzitter, fjhoc zij zoo stout en vermetel het hadden i gewaagd de vaderlandschc wetten aan te Aandien ,en ze met grppte ergernis te gaarde De grondgedachte van onze Is- lam-politiek is de erkenning van de Is lam als de nationale godsdienst der Ja vanen. Maar deze grondgedachte is on juist. Onder de Soendaneezen, de Ma- doereezen en de bewoners der kuststre ken, vindt men Mohamedenen. Maar de meeste Javanen belijden het Jiindoe-Ja- vanisme, zijnde een Hindoe-Javaansch ani misme. De heer Bogaardt bestreed daarom uit voerig de opvatting van den regeerings- adviseur, dr. [Snouck Hurgronje, als zou de heel Java Mohamedaansch zijn. Hij meent, dat Idr. Snouck niet van partijdig heid is vrij te pleiten, terwijl hij tevens 'n juist 'inzicht in de zaken mist. Want eens aangenomen, dat alle Javanen Mohame- d'anen zijn, zou men dan gelooven dat men zoo'n fanatieke bevolking kan be- heerschen en rustig houden met een macht van nog geen tien duizend man? Lang stond de heer Bogaardt stil bij d'e Mekka-bedevaarten, die gevaarlijk voor do rust in Jndië zijn, omdat zij niet uit religieuzen drang .worden onder nomen, maar alleen als middel om zich boven de rest der bevolking te verheffen. Wie uit Mekka terugkeert is hadji, d. w. z. vijand van het Nederlandsche gou vernement. Ten onrechte verzet men zich onder dien invloed van de verkeerde theorieën van den Leidschen hoogleeraar dr. Snouck Hurgronje, tegen de zending en de zen dingsscholen. Zoo lang de zending op Java gedreven wordt is er nooit een dissonant geweest. Integendeel, het puikje van de bevolking, de zoons van inl. hoofden, gaan bij voor keur op de godsdienstige scholen. Het is niet waar, dat de Javaan behoort tot een anti-godsdienstig volk. Het doel der zen ding is dan ook niet de deugden van den inlander weg te nemen, .wel de ondeug den. Zij wil de deugden doortrekken mei den adel van het .Christendom. De heer van Hoogstraten, de laatste spreker van dezen dag, bracht warme hulde aan het beleid van den gouver neur-generaal, die het uitnemend voet spoor van generaal van JHeutsz volgt. Zijn d6 socialisten er anders zeer vlug bij om bun bekende donderspeech tegen het kapitalistisch bestuur van Jndië af te steken, gisteren zwegen zij. Wel was Vliegen in druk gesprek met van Kol, die in een der zijloges zat, om van de zen socialistischen kolonialen adviseur de noodige 'instructies voor zijn rede te ontvangen. De Week ïm tiet Buitenland. Sedert we de laatste maal onzen blik over de landen rood gus en -nog- verder- lieten gaan, is er niets noemenswaardigs gebeurd en wanneer men het aantal re gels ziet, die er des ondanks over volge schreven zijn, moet an en het zonde vinden van het papier en de inkt die er aan ver morst is. Dit is natuurlijk, achteraf be keken, ons oordeel. Inderdaad zijn we echter iederen dag blij nadere bijzonderheden te vernemen over de diverse gebeurtenissen die ons in spanning houden, al is die blijdschap ook meestal getemperd door de wetenschap dat den volgenden dag weer andere be- schendcii. De katholieken wisten niet welke verontschuldiging zij zouden in brengen en overdekt met schaamte uiter mate, hadden zij geene .woorden, waar mede zij aan de rechters voldoening kon den geven. "Na velerlei ondervraging werd ten laatste gelast heen te gaan. Den vol genden Zaterdag zouden zij het vonnis der rechters vernemen. Heel dien tusschentijd liet ik niets on beproefd om aan mijne schapen in hunne bedruktheid ten minste eenige goede diensten te bewijzen door middel van mij en mijne vrienden. Persoonlijk bezocht ik de aanzienlijke Katholieken der stad en de Fransche kooplieden mijner ge meente en verzocht hun alle mogelijke moeite te willen doen bij de overheidsper sonen, opdat zij ten minste ietwat ge nadig met onze katholieken zouden han delen en hen niet tot altijddurende bal lingschap zouden veroordeelen, vooral omdat onze menschen huil Jiulsgezin met d'agelijkschen arbeid mpesten onderhou den en nimmer iets dergelijks bij hen was voorgevallen en zij ook in de toe komst dat niet zouden bestaan. Maar onze zorgen waren vergeefsch on d'esmee kingen bij d'e overheidspersonen nutte loos, zooals (tegen de verwachting van alle katholieken) de uitkomst bewees. Want op den bepaalden dag luidde de openbare stadsklok, terwijl oen zeer groo- te volksmenigte aanwezig was het was namelijk marktdag en de schouten en schepenen en de overheidspersonen van anderen rang bestegen hunne plaatsen bij de vensters. En door een stadsschrij- ver .werd uit een vooruitspringend ven ster openlijk en met duidelijke stem het vonnis gelezen, dat nagenoeg in deze be woordingen vervat was: „Dat meester N. met zijne huisvrouw N., wegens schen nis van de wetten der Hoogmogende Staten, on wel omdat zij het hadden be staan eene i>aj>istenvergadering, nog wel des nachts, oo dat en dat uur. te beleg gen, vóór zonsondergang, op last van schout -en overheidspersonen, als ballin gen d'e stad moesten verlaten en yóór het vertrek tweehonderd gulden aan den schrijver moesten uittellen, behalve nog al de kosten van het gerecht enz." Tegen de verwachting van alle katholieken, vooral van ,d<5 Fransche kooplieden» idje erg hun richten komen die de vorige gladweg tegenspreken en ons alzoo niet wijzer maken dan .we zijn. Zoo met den. oorlog tusschen Italië en Turkije. Hoevele malen is al niet ge meld, dat Italië, teneinde den Turk nu eens afdoend te dwingen den vrede te sluiten, een krachtige vloot-operatie zou beginnen in de Aegeïsche zee daar eeni ge eilanden zou bezetten, die het later weliswaar zou moeten terug geven, om daardoor den Turk wat steviger de duim schroeven aan te zetten. Maar hoe dik wijls het ook diet veel ophef verkondigd is, hoe dikwijH ook de Italiaansche oor logsschepen bij de Turksche kusten ge signaleerd zijn, van een bombardement of blokkade hébben we nog steeds niet ge hoord. De Turk schijnt er zich trouwens niet bezorgd over te maken, vooreerst hierom niet, dat die eilanden grootendeels door Grieken bewoond worden en dus even- tueele schade door anderen geleden wordt, en vervolgens in de overtuiging dat de mogendheden ter bescherming hunner onderdanen, die daar in groote menigte wonen, ook nog wel een woord je zullen meespreken. Waarschijnlijk is dit laatste dan ook wel de hoofdzakelijke reden, dat de Italiaansche vloot nog steeds niet van zich heeft doen hooien. Ook van het eigenlijke oorlogsiooneel hooren we niets bijzonders. ,Het bericht toch der laatste dagen, dat de Turken, die zich reeds zoo mooi in de oase inge vochten hadden, deze mooie positie zou den opgeven om terug te trekken in de woestijn 'is toch te belachelijk om waar te zijn. Veeleer is daarentegen aan te ne men dat zij steeds meer aanvallcnderwijze optreden, iets wat ook zou op te maken zijn uit een telegram van heden, dat in da jongste gevechten (waar we notabene niets van gehoord hebben) aan beide zij den ernstige verliezen geleden zijm. En fin, de waarheid zal wel eens aan het licht komen. Ook uit (China veel geruchten maar weinig betrouwbaar nieuws. Joean-sji-kai weet blijkbaar zelf ook niet wat hij wil of hij doet maar zoo om alleman te vriend te houden. We hooren immers zoowel dat hij wil trachten de monarchie staande te houden, alsook dat hij voor een republi- keinsche regeeringsvorm te vinden zou zijn waarvan hij zelf het hoofd zou wor den. Wat dat laatste aangaat is niet goed aan ie nemen, dat de rebellenleiders hier voor te vinden zouden zijn, vooral niet dat Lijoéënghoeng, die zich nu al zoo lang en met zulk een succes heeft weten te handhaven iegen een sterke regeerings troepenmacht, zijn positie zou prijs ge ven zonder de meest gunstige voorwaar den voor zich zelf te bedingen. Maar ook mst de talrijke_prOYmcies in Midden- en Zuid-China dte "zich autonoom verklaard hebben is ernstig rekening te houden. Terwijl het ons dus niet mogelijk voor komt dat de troon voor de huidige dynas tie behouden zal kunnen blijven, geloo ven wij dat de oplossing alleen gezocht en gevonden zal kunnen worden in een statenbond van het vereenigde China. Voor Portugal ïs deze week in zooverre gelukkig geweest dat ze er nu ten minste weer een ministerie hebben. Dat heeft anders moeite gekost, ze zijn als het wa re bij elkaar geraapt .waarna de heeren best gedaan hadden, om verzachting te vragen, werd zulk een streng vonnis ge veld, dat zeer vele burgers in verslagen heid bracht. Want zij vreesden bij de minste vergadering, die zij zouden hou den, balling te zullen worden en als zoo danig te worden afgekondigd. Maar met een gelaten gemoed droegen de gevon- nisde katholieken dat ongelukkig Jot, en dienzelfden dag vóór zonsondergang wer den zij tot groote schade voor hun tijdelij ke welvaart ballingen en deden hun de vrienden uitgeleide tot aan de stadspoort waar niet zonder tranen het laatste vaar wel beteekend' werd. Hadden echter de schouten mij gevangen, dan zouden zij veel strenger en onmenschelijker met mij gehandeld hebben; maar Hem, die de zijnen uit allen druk .weet te bevrijden, behaagde het mij te ontrukken aan hun ne handen. .Wil ik echter in waarheid, zooals mijn plicht is, mijn ambt vervullen, dan moet ik elk uur en elk oogenbiik bij dag en bij nacht zulk een geval, geluk kig voor mij en roemrijk, met voorberei den geest verwachten, zooals blijken zal uit het volgende gevaar, .waarvan ik ga verhalen. Toen onze ballingen twee dagen later heimelijk in de stad waren gekomen om op de aangelegenheden van huis en ge zin althans eenige orde te stellen. Voor al ook onder de dienstknechten, wier ge tal niet gering was, kwam ik, om eenigs- zins hunne droefheid te lenigen en mijne bedroefde schapen te verstrooien, dien zelfden dag in het schemerdonker bij hen, overtuigd' dat mijne tegenwoordig heid hun veel vreugde zou geven. Wij spraken dan samen in het binnenvertrek over verschillende dingen en naar zwak vermogen poogde ik hunne droefheid tc verzachten. Daar opeens snelt met groo- ten haast tot ons een der dienstknechten, een beste Katholiek, wien van ontstelte nis des geestes bijkans èn woorden ont braken èn adem. Ik vroeg hem, waarom hij zoo in de war was. Nadat hij een wei nig bekomen .was, zeid'e hij: „Ach eer waarde, twee schouten, begeleid door soldaten, zijn in de buurt Ik zelf heb hen in het donker ontdekt, en zij komen recht hierop aan. (Wee mijl Wat te doen! Want, vader, zij zullen u in het huis vin den en 4e twee, die zij ja ballingschap om de verschillende p .r. r .iiiie it omgestaan. Zulks zóu men ten te uit het eindelooze geschuild v v:randerin- gen willen opmaken. ze heb ben nutoch een ministerie, liet met een ten doode opgeschreven. De presi dent-minister had eergister rnooi verkla ren dat het nieuwe ministerie zou be ginnen met het bestudeeren van wetten openz.; het zal wel bij liet bestudee ren blijvep. Doch daarom niet getreurd; de dichter zegt immers: „het pogen zelfs is schoon jn 't worstelperk der eer." Woensdag is ook de Belgische Kamer met haar vergaderingen begonnen. Voor dat de president-minister namens de ko ning de zitting opende met een rede, die volgens het gebruik belooft, wat we in het nieuwe jaar aan nieuws :en verbeteringen krijgen, tracteerde hij de Jiberalen op een tegenvaller. Grooten ophef hadden deze en hun makkers, de socialisten gemaakt van den uitslag der verkiezingen voorde gemeenieraden waarmee zij wilden bewij zen dat de meerderheid des volks links was. In vertrouwen daarop hadden zijde regeering willen ontvangen met den kreet „ontbinding" om bij nieuwe Kamerverkie zingen hun geluk te beproeven. En daar kwam nu plotseling de minister-president verklaren dat de regeering zoodra zij in het bezit js der uitkomsten van de volks telling, bij de Kamer een voorstel tot vermeerdering van het aantal zetels zou aanhangig maken en voor nieuwe verkie zingen de Kamers ontbinden. Paf stonden ze, hun vertrouwen op Je linksehe meerderheid scheen aanmerkelijk verzwakt, enkabaal bleef ,uit. Zoo zet men stoute kinderen recht. V. Weekpraatje. Het kan den beste gebeuren, zegt men wel eens, nu, ik heb deze woorden in de laatste dagen telkens in mijn hoofd^ en 't scheelt niet veel of een ieder, dien ik ontmoet zou ik willen zeggen„Ja 't kan den beste gebeuren." Ik heb daar natuurlijk reden voor, en die reden is, een ieder begrijpt het terstond, ik ben er in geloopen, ik heb! me blij gemaakt met een dooie musch. Verbeeld je; ik hoor iets wat bijzonder interessant is, iets nieuws, iets onge hoords, ik maak me blij, tracht anderen, in mijn blijdschap te doen deel en, (gedeel de vreugd is dubbele vreugd) en een dag je later, komt daar iemand me wijsmaken, ja wijsmaken noem ik het, dat ik het iglad! mis heb, dat ik er niets van wist, nu ja ik wist er wel iets van, maar het fijne toch niet, en omdat ik liet fijne Injet wist, daarom wist ik er toch eigenlijk heelemaal niets van. Ik beriep me na tuurlijk terstond op het gezag van mijn zegsman. D i e kon het toch wei weien", zoo Iemand m o esT van de zaken op de\ hoogte zijn, 't kon toch niet ander9, vooral als ik dacht aan de kennis va!n| dien persoon ('t is een Jantje Wect-alles) hij kon het niet mis hebben. En toch, hij had het mis en toen dacht ikach het is toch rnaar een mensch. Errare huma- num est, werd er vroeger al gezegd, te genwoordig zeggen ze het in 't Hol- landscliDwalen is menschelijk, doch de ouden (ze waren zoo-stom niet) zei den er meer bij nl.perseverare diaboli- curn en dat wil zeggen„in je dwaling waanden, en zij zullen hen meevoeren naar de gevangenis." Het was zeer waar, wat de knecht had gezegd en ;dit gevaar was nog veel erger dan het vorige, want er was volstrekt geen plek om te ontsnappen. Bij die on- verwachto tijding ontstelde ik eensklaps ik beken het allerergst, en dat te meer omdat ik niet wist waar heen ine te wenden, minder nog de ballingen, die biinuen met mij waren. Zonder toeven liep Ik het vertrek uit, vloog naar de bin nenplaats, waar Ik gelukkig een ladder vond, en ïk greep die, klom op den muur, maar wijl -er aan den anderen kant geen ladder was, koos ik toen, om zoo gauw mogelijk te ongaan aan het erger gevaar, dat dreigde ,en me vanwege de schou ten boven het hoofd hiing, een ander dat minder was. Want, niet wetend waar ik vallen zou, viel ik van den muur met zwaren smak van het lichaam in het huis daarnaast, en verbrijzelde alle aardewerk voor de huishouding, dat beneden op planken ongelukkig was neergezet, scha len, schotels, potten en dergelijke din gen van d'agelijksch gebruik. De huisva der sliep reeds, maar van dat gedruisch wakker geworden, sprong hij uit bed, en alleen gedekt met liet onderkleed, liep hij naar de binnenplaats, waar hij mij vond staan. Verwonderd mij daar te zien en niet wetend wat dat beduiden moest, vooral In dat onbehoorlijk nachtelijk uur ongeveer elf uren vroeg hij, waar om Ik op den muur was geklommen, of er iets viel te vreezen. Wat mij betreft, was ik door dat geval zoo geweldig ont steld en verward, dat ik hoegenaamd geen antwoord op dat oogenbiik ge ven kon. Ja ilc voelde zelfs de gekregen wonde aan het scheenbeen jniet, welke ik nog verscheidene maanden gehad heb en waarvan ïk h^t ingeprente litteeken nog vele jaren zal houden. Nadat wij bin nenshuis gegaan w..ren, legde ik het on voorziene geval uit en hoe ml), otn aan de handen der schouten te ontkomen, geen middel in de gedachte kwam meer voor •de hand, dan tot hem te vluchten. Even eens bood ik hem mijne verontschuldi ging aan. Terstond stak hij licht aan, ten einde wij «de schade van de gebroken schalen en schotels in oogenschouw zou den nemen. Wjj zagen dat al .het a^ir de- volharden is duivelsch." Een ieder legt deze woorden uit zooals hij wil, doch' mij dunkt dat de bedoeling van deze woorden hierop neerkomt, dat, wanneer, je je dwaling niet herroept (als je ten minste in de gelegenheid ben), wanneer je geen ongelijk wilt bekennen, dat je dan 'n echte satan bent, en 't aankijken niet waard', 'de menschen moeten je dan maar links laten liggen, zich niet met je bemoeien, en 'die zich wel met je bemoei en, nu Vooral als je er nog anderen in hebt laten vliegen is het dubbel noodig je| dwaling te herroepen. En daarom eerlijk} gezegd alle sympathie (ze was zeerf i klein) voor mijn zegsman is verdwenen1,, hij liet me er in Ioopen, Van een na dere zijde hoorde ik dat ik het mis had* en ofschoon ik daarna mijn zegsman nog gesproken heb, en hij reeds wist dat hij het mis had, en hij daarenboven niet wist dat ik van andere zijde uit mijn dwaling was geholpen, toch heeft hij geen stom woord' gezegd. .Vindt u die be handeling netejs? Neen? Ik ook niet. Docli misschien vraagt iemand w'at doet zoo'n persoonlijke kwestie, van iemand die er in heeft gezeten hier ter zake? Ja, eigenlijk gezegd, dat zou ilc ook wel eens willen weten. De eenige verontschuldiging die ik ook voor dit meedeelen heb, is het bekende: „Ge deelde smart is halve smart", ik heb' natuurlijk over dat zaakje de p... in en ik hoop dat anderen daarvan wat over nemen, dan raak1 ik het kwijt. j Misschien is er echter iemand die in dezelfde gemoedstoestand verkeert als; ik (gezien ten minste de gebeurtenissen! van deze week) en dan spreekt het van zelf dat zulke personen wat opkikkeren door bovenstaande ontboezemingen. Misschien zeg ik daar, neen 't is" zeker dat menigeen er in gevlogen is precies als ik. We hielden er een goede kennis op na, van wien we dachten dat hij van alles op de hoogte was. Ik moet er bij vertellen (eerlijkheidshalve) dat ik den man slechts van naam kende, ik sprak hem zelden, toch zullen er velen' geweest zijn die druk met hem conver seerden. Doch wat nooit gebeurde is nu ge beurd, deze week sprak ik hem /ik ge loof voor de 2e maal van mijn leven) en toen kwam hij me gauw vertellen dat we voortaan op d'e dagen voor groote feest dagen ,dus op vigiliedagen, die we steeds heiigiden door vasten en onthouding.dat we op die dagen niet meer door de vas ten en onihoudingswet gebonden zijn. Eerlijk gezegd toen hij me dat vertelde was ik blij (want een mensch is maar eert mensch, en al zien we dat de deugd vanj versterving schoon is, toch laten we lie ver 's morgens onze beterham niet staan). Niemand zal me dus kwalijk ne men dat ik blij was. 's Morgens geen hon ger meer hebben, en 's middags een stuk je vleesch, niemand kan daar tegen heb- -ben. Doch den volgenden dag begon het al mis te .worden, ik heb hem toen niet gesproken maar een kennis had van hem de wijsheid op gedaan, dat dezes bepalingen alleen voor het aartsbisdom Utrecht golden. Dat was dus de eerstel .strop, ik wist echter niet dat er een. nog grootere zou volgen, en wel dieni werk verbrijzeld was, en bij denzelfden aanblik bemerkte ik rechts een open put, ongeveer vijftien of twintig voet diep, ge vuld met regenwater, zooals dat gebrul- kelijk is ïn Holland. Honderd, ja duizend malen heb ik de beschermende hand van mijnen God bewonderd, welke mijnen ondergang voorkwam om niet Jn voor noemden put te vallen en te verdrinken. Terwijl ik dit schrijf en dat alles me voor den geest roep, weet ik niet wat dame ik brengen moet aan die beschermende rechterhand. .Want toen dat plaats greep was ik door den val zoo verbijsterd, dat ik voor zoo overgroot een weldaad niet voldoenden dank gebracht heb aan God den Gever van alie goed. Daarom stort ik nu het binnenste mijns harten in lof prijzing uit; en, zoolang ik leef, zal ik, op Gods bijstand vertrouwend, nimmer die genade vergeten. Wat moeite echter, wat beleid en zorg ik persoonlijk en door mijn beste vrien den heb aangewend bij de heeren over heidspersonen, de man, die de vergade ring jn zijn huis had opgenomen, kon het vonnis der ballingschap niet ontvluch ten. Een geheel jaar en eenige dagen, bleef hij balling, voordat hij vrij werd, zooals dat voorzeid had een uit de over heid, wiens naam ik verzwijg; een aller- grimmigst vijand van dc Katholieken, die hun ondergang scheen gezworen te heb ben en, als hij niet in den raad geweest was, zouden de schouten genadiger met onze ballingen gehandeld hebben. Maar ik heb waargenomen wat de aandacht en opmerkzaamheid ten zeerste waardig iSjidat namelijk jn datzelfde jaar die over heidspersoon met zijne vrouw uit dit le ven Is heengegaan. Het is eene. misdaad lichtvaardig te oordeelen. Ook zou ilc daarover mijn beslist vonnis niet willen vellen. Maar iik kan toch in die gebeur tenis vermoeden, dat naar Goddelijk raadsbesluit degene die onschuldigen tot ballingschap veroordeeld had, in datzelfde jaar met den dood gestraft Ls. En aan stonds na zijn verscheiden .werden on ze katholieken jn de stad teruggeroepen, waar God hun voor de geleden schadd dubbelen zegen schenkt. Dit js voldoende betreffende de eerste vervolging vanwe ge jd'e schortten. Q,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5