Derde Blad, behoorende bij DeLeidsche Courant van Zaterdag 25 Nov. no. 64?. St. Nicolaas in zicht. f Ths# geheelen dag had een aschgrau- pto Novemberluchi jboven de stad ge- Siangn» Geen zonnestraaltje was door- jgc breien en telkens dreigden die ge zwollen waterzeilen over ons uiteen te jbarsten. Een scherpe Noordooster blies jjjziij koud ons om de ooren. Wie niet !op de straat noodig had, waa'gde er Sadch «let pp en de weinigen die niet Sanders kanden, probeerden hun ooren jjtoo diep mogelijk in de hoogopgesla- Jfeti jaskragen pn hun handen in de wij- jttfe wïsterzakken te doen wegzinken. Da ilies zag jnen niet, dan gelijk Mahome- Idaansche jonkvrouwen, geheel ingepakt Roodst slechts de oogen zichtbaar wa- Zulk een dag werkt drukkend ook op liet werk .en met niet geringe voldoening Was dan ook de laatste regel op het pa pier gezet Nog eerst wat orde in den Jpaperassen-chaos op de schrijftafel ge bracht en toen in versnelde pas naar huis ftvaar moeder-de-vrouw mij oudergewoon ie wachtte met een heerlijk bittertje van ÖXL G. SCHRETLEN, Hooigracht, %want hoezeer pok apprecieerende het Werk van Kruisverbond en Mariaver- «eniging, ik houd' me aan de gulden woor Öeh.dic onze groote Dr. Schaepman mis schien wel, misschien nooit gesproken heeft: „Den werkman komt een bor rel toe". JEn vooral met dit weer ging het erin als een klokspijs. Het middagmaal had vervolgens het gewone verloop. De kinderen aten als .wolven, wat niet onbegrijpelijk is met jde kou. Ook ik deed stevig mijn best en onwillekeurig dacht ik aan de minder be deelden dan .wij. Ook zij hebben meer trek in den winter, omdat het lichaam meer voedings warmte vraagt En op hen drukt ,in meerdere mate nog dan op ons, ■jde duurte. ,Wie dus een paar verroeste dubbeltjes te veel heeft, brenge deze naar de heeren van de St Vincentius Vereeni- ging, die .weten er raad mede. juist was ik zoover met mijn overpein zingen gekomen, toen ik door scherven- gerinkel eruri opgeschrikt werd. Mijn éénjarige jongste ielg die inet volkomen uiinachling van vork en lepel de aanmin nige gewoonte heeft zijn „tien gebo den" bij de middagmaaltijd te gebruiken, ien ten slotte een onweerstaanbare nei ging heeft om de laatste schoonmaak uiet zijn tong te verrichten, had hierbij zijn bord uit de poezelige handjes laten guppen, dai nu in gruis op den grond lag. (k wilde een onaangenaamheid zeg gen over niet oppassen, dat de kleine ook altijd.maar mijn oudste dochter tje coupeerde dit nog bijtijds met de wijsgeerige opmerking: „O. Pa, dat hin dert nieis. VAN DER STOK, op de Haarlemmerstraat, heeft er nog veel meer, en het i-s nu toch gauw jSi. Nicolaas." Daar ik dit laatste chapitre maar lie ver niet aanroer (bij de gedachte aan wat het vorige jaar ine kostte, krijg ik nog kippenvel), stelde ik maar spoedig voor te bidden, .waarna ik de inmiddels ge komen courant nog eens op mijn gemak ging doorkijken, onder het genot van •een fijne sigaar -uit het magazijn van P. J. A. DE N1JS, H ooge woerd. Vrouwlief zette inmiddels .thee van ALEX MEIJER Co., die in zijn fili aal BREESTRAAT ook puike koffie ver koopt, en na met kleine teugjes een kopje •van dit geurige vocht genoten te hebben vouwde ik mijn krant dicht en mijn han den over mijn ontluikend buikje samen, om als naar gewoonte inijn siesta te ne men. Nog nasoezelend over het gele- OUD-LEIDEN. in. Hoe pastoor Bertius een tweeden keer aan zijn vervolgers ontkwam. In het volgende jaar 1057 leed ik andermaal onrecht van de Schouten. (Want heel in de vroegte te vier uren, 5n den ochtend kwamen zij bij het huis, Waar ik eene vergadering belegd had', en dat door de soldaten van alle kan tten bezet was. Hoegenaamd geen hoop om te ontsnappen restte mij. Want zoo tiauw hielden zij door middel van de sol daten toezicht, dat er geen opening om heen te gaan overbleef. Daar stond ik te midden van de vergadering en wist itiiet waarheen me te keeren. Gelukkig viel me in, dat de naaste buur een op perbest katholiek was, die zich ten op zichte van onze Waalsche gemeente zeer verdienstelijk had gemaakt. Ik besloot dus zonder eenig uitstel, dat ook zijn gevaar had, naar hem te vluchtte. Dat Was echter zonder ladder voor mij onmo gelijk. Ik moest op het tamelijk hooge dak klimmen om dan vallend op de aan grenzende binnenplaats te komen; maar J'k vreesde dat de Schouten, .middelerwijl k dat beproefde, in huis zouden komen jen mij aanstonds zouden grijpen, Wat ook Zeer gemakkelijk was te doen. De tijd nu drong en bijkans in één oogenblik imoest er beslist en gehandeld worden. Er was Itoch volstrekt geen plaats over om te talmen of te beraadslagen. Ik wapende mij dan met het teeken des kruises en klom od het dak. zene en denkend aan de vreugde die de met zoo flinke meerderheid aangenomen militiewet overal jn den lande moest wek ken, dommelde ik in. Doch niet Jang duurde de pret. Een langgerekt: „ma-&-a-a-n" (feed me wak ier schrikken, „Hé, ,wat is er?" informeerde ik. „Noot vraag ik al driemaal wat aan je en Verwonderd dat ze niet doorsprak (ze kan anders woorden genoeg vinden) keek ik nog oogknippend naar haar en zag met ontzetting dat ze een adverten tiepagina onzer courant voor zich had'. O, was het in dien tijd! „Nou, en....?" „Mientje zei zooeven aan tafel, dat bet spoedig SL Nicolaas is." Daar kreeg ik weer zoo'n kippenvel- aanval. „Je bedoelt?" „Dat we dan onze inkoopen maar eens moesten gaan doen." „Denk er om vrouw, de dure tijden." „Ik weet het. Daarom wilde ik in „DE KROON", Haarlemmerstraat, hoek Pelikaanstraat, een paar mutsjes en doekjes, en een wollen trui voor Piet koopen. Daar is het nu net uitverkoop wegens opheffing. En dan zal ik de spe culaaspoppen bestellen bij B1ESIOT, dat is nogal een goedkoop adres." „Prachtig, dan kom ik er voor een koopje af." „Dan wil ik voor Mientje dat aardige horlogetje koopen, dat we onlangs bij WESSEL, H a a r 1 e in m erstr aai in de etalage zagen liggen, en. „Nou ja, goed, ga jij je gang maar, on derbrak ik, vreezend een nog geduchter aanval op mijn porteinonnaie. Je weet, hoeveel we jaarlijks voor dat fraais uit leggen, en ik laat het graag aan je over, dan is het voor mij ook een verrassing, vooral als ik in mijn klomp vind een paar warme pantoffels van H. J. SNEL, Haar lem m erstraat. „Nee, maak nou geen gekheid. Ik kan alles ook niet alleen. Oa liever met me mee ,wat winkelen, dan komen we veel gauwer klaar en....... „De koorden van je beurs gaan wat losser", vulde ik aan. Edoch, ik had inooi bedenkingen in brengen, ze werden allen inet vrouwelij ke handigheid weerlegd en gedachtigaan 'tFransche spreekwoord: „Ce que femme veut, Dieu veut", eindigde ik met toe te geven. In minder dan geen tijd had ze zich gekleed en kwam verdacht gedienstig met met mijn jas en hoed aandragen, mijn beste nog wel, die ik pas bij ALB. ,B. TIMMERMANN, 3 reestraat, had ge kocht. .Zij zelf had haar reuzenbontinuts die ze, volgens eigen zeggen althans, voor een prikje bij WISBRUNN en LIF- MANN, Haarlemmerstraat had gekocht, en die haar werkelijk uitstekend stond, opgezet „En waar gaat de reis heen?" vroeg ik gedwee. „Nieuwe jRijn, Botermarkt, Béeestraat enzoovoort, decreteerde ze, en ik zuchtte en greep krampachtig naar de plaats waar mijn beurs zich bevindt! Met een opgewekt gezicht stevende ze de kille avondlucht in. Wel blies de Noord oosicr ons nog stevig in het gezicht, en verschafte ons gloeiende neuzen en ooren, maar de wolken waren 'er door weggejaagd en de sterretjes schitterden dat hei een lust was. Reeds jn de Donkersteeg wilde ze mijn opmerkzaamheid trekken voor de mooie nikkelen serviezen bij G. H.GOES „Neen, melieve, we gaan volgens je wil jnaar de Nieuwe Rijn, Botermarkt „Enzoovoort", heb ik gezegd, „en dit is een gedeelte van het enzoovoort/' „Ja maar dat komt later, kijk liever eens naar de heerlijke vleeschwaren-uit- stalling van TAVERNE; om van te watertanden, Jiè?" „Ziezoo, dat ik afgewend, en aan die eetwaren heb ik ook wat. dacht ik wel wat egoïstisch. In dcu naam des Heeren en uiterst snel viel ik en bereikte het naburige huis. Tot dat uiterste van benauwdheid gebracht, begreep ik, dat God als het ware zicht baar hen bij de hand leidt, van wie Hij weet dat zij leed verduren te Zijner lief de. Overeenkomstig het woord van den profeet: „Nabij is de Heer aan de be drukte van harte en de terneergeslage- nen van geest zal Hij verlossen" (ps. XXXIII, 19). En op een andere plaats lezen we: „dat Hij met hen in de kuil daalde en in de boeien hen niet verliet". (Wijsh. X, 13), Toen ik nu in dat huis was, overtuigde ik mij, dat ik volstrekt niet aan het ge vaar was ontkomen. Het kan toch ge makkelijk gebeuren, zooals de veelvuldi ge ondervinding uitwijst, dat de Schou ten ook de naburige huizen doorzoeken, wanneer zij in de vergadering den ge- wenschten buit, te weten den priester, niet vinden. Na me dan ontdaan te heb ben van al mijne kleederen, ging ik in bed liggen, niet om rustig te slapen dat is genoegzaam te begrijpen maar oin mijnen vijanden allen argwaan te benemen en opdat zij niet zouden mer ken wie ik was. Ook had ik' me vastelijk' voorgenomen om; als de Schouten bij geval aan den ingang kwamen, uit het bed toe te loopen, naar de -deur te snel len en zonder dralen te openen. Even1- eens zou ik ook den meester gewekt en* alsof ïk zijn knecht was, hem gevraagd' hebben, of het hem beliefde tot de (hee ren te spreken. Ook had ik aan de oud ste mijner vergadering gelast, om hoe- Ook bij de firma POLLMANN op de Hoogstraat was ik niet tot stilstand te brengen, ondanks de snoezige wij waterbakjes, naar Gntwerpen van Mol ken boer, die ze er opmerkte. Toen pp de Nieuwe Rijn was het met mijn rust gedaan. Voor de etalage van JHOELEN was ze bijna niet weg te krijgen. „Kijk eens wat een schat van een blouse, en wat e$n pracht van een avond mantel, en zie dajtr die sjawl „Och kom, weerde ik af, we gaan im mers nooit naarjde komedie, de stukken zijn er tegen wpordig gemeenlijk niet naar dat een fatsoenlijk man met zijn vrouw er heen kan gaan, en wat heb je dan aan een avondmantel.?" Nog mokkend over mijn directe afwij king, .was ze zelfs niet te bewegen een oog te slaan in de uitstalling van de fir ma J. J. v. d. PAS, waar toch zulke mooie Juxekisten sigaren geëtaleerd ston- Idlen. Bij de firma STROTM ANN, waar een overweldigende hoeveelheid bontwerk in de ruiine kasten lag, deed ze me niet onduidelijk verstaan, dat haar garnituur nog al van de mot geleden had en dat de moffen nu vee'; grooter zijn enz. Gelukkig werd haar blik bij het naar mij omeen getrokken door het vele licht der winkels aan den overkant. „Hé, de nieuwe winkel van GRüNDE- MANN op de Vis ch markt heb ik nog niet bij avond gezien," en zij erop af. Gedwee volgde i k met sombere voor gevoelens. Hier zou de eerste serieuse aanval beginnen. „Zeg man, kijk nou eens, hoe sjiek. Zoo'n ulster met de elegante groote flu weel en jkraag; zoo iets moest je me nou koopen." „Och kom, mijn beste, zoo'n modern ding staat je niét" Had jk dat ongelukkige woord maar niet gesprokenmet een: „dat zullen we zien", bad ze de deur al openges tooien. Diverse soorten werden er haar aange past, en ik moest toegeven, ze stonden goed. „ja maar, waagde ik op te merken, die mantels zijn zoo laag open. Ik vrees je zult .ernstig kou vatten", en ik hing een vreeselijik tafereel op van influenza, bron chitis, diphteritis en alle andere iti<s die die mij maar invielen. „Wees maar niet bang", zeide zij on bezorgd, daarvoor koop ik zoo'n aardige bef bij GERSON op de Breestraat en als ik dan toch verkouden wordt, koop ik ine een doosje zoute dropjes bij BROERSE, drogisterij Boeriiave op de Haarlemmerstraat, gekscheerde ze Enfin, ze kreeg haar mantel en was er blij mee, maar nu was ook het hek van den dam, de kooplust was onweer staanbaar ju haar gevaren. Met geen mogelijkheid was ze voor bij den winï&f van MAARTENSE ie krijgen. Daar moest en zou zoo'n aardig zegelringetjc gekocht worden voor haar zuster, die wel eens voor ons op de kinderen past. Toen naar WILLE, waar we minstens een half uur noodig hadden om al de aar digheden van poppetjes, vaasjes, asch- bakjes enz. ie bezichtigen en aange zien vele kleintjes een groote maken was mijn beurs a anzienlijk lichter toen we weer op de straat stonden. In het voor bijgaan bad ze nog een aardig lapje zij opgemerkt in het couponmagazijn van LEOP. MUNDHEIM Co. dat, naar ze inet een scha'ksch glimlachje op merkte op 6 Dec. een werkelijke verras sing voor haar zou zijn. De diverse mo dellen bij KREYMBORG Co. brach ten haar op het idéé dat een ulster voor mij heel aardig zou staan bij de hare. Het zou zoo leuk staan als we eender ge kleed .waren, en het waren zulke warme jassen. ,Ze gunde het me graag. Hm! jawel, ik betaal het toch zelf, dacht ik. Bij JH OOG EN DOORN, vond ze, kon ik (wel eens aanloopen, om zoo'n war men voetenzak te bestellen. Ze had zoo dikwijls koude voeten, vooral als ze stil zat om aan handwerkjes haar vrouwe- genaamd niemand naar dat huis te laten gaan, ten einde vooraf alle aanleiding zou worden afgesiiciien om het te doorzoe ken of, zoo zij iiet al doorzochten, dan. zouden zij niets vinden, wat heit hinder de. ïntusschen verdroeg het volk met gelatenheid het allerergste ongemak zoo wel vanwege de groote menigte inen- schen als van de beperktheid der plaats en de ongelooflijke hitte; want het was midden in den zomer. Ongeveer vijfhon derd geloovige katholieken waren daar opgesloten en vastgehouden in een arm zalig binnenvertrek en op een kleinen zolder, behoudens nog de plaats van het altaar, waarop ik de heilige Geheimen moest vieren. Toch hield het volk vier volle uren dat hinderlijke van de weers gesteldheid uiten niet één volgde^me naar het naburige huis, waarheen ik was geklommenmaar met groot geduld wachtten zij het onderzoek der Schouten af. Dezen durfden niet in het huis gaan, noch zich wagen onder die heftig bewogen menigte. Bij den ingang der deur stonden de schouten, van twee regimenten soldaten pmringd. Alle Ka tholieken moesten pp hun bevel naar buiten komen, en toen er niemand meer over was dan die tot het huisgezin be hoorden, gingen rij naar binnen om alle plaatsen, kelders, kamers, bedden enz. te bezichtigen, teneinde nauwlettend mij te zoeken. Eéne zaak verwonderde hen ten zeerste, dat wij zulk een talrijke menigte van menschen in die beperkte plaats padden verzameld. Zij hadden dan lijke kluis.vaarui-luid boi te vieren. Toen ze eenmaal op dat chapitre was trok ze me als het ware mee voort naar BEUZE- MAKER, op de Vischmarkt, waar deze te kust en te keur uitgestald lagen. Wat een pracht van geschenken! Ze kon nog net zoo'n paar kleinigheidejs vóór de Sint klaar krijgen en niet waar! "daarmede had je toch altijd het meeste succes. Het uitzoeken nam nog a! wat tijd in beslag, vooral was er heel wat voor noodig eer de bijeenpassende kleuren gevonden waren. Verwonderlijk is ech ter de eigenschap der vrouwen om onder verschillende bezigheden, nog aan iets anders, dat er liefst in de verste verte niet mee te maken heeft, te denken. Immers, joen de winkeljuffrouw zich even' ver wijderde om nog andere kleurtjes zijde te balen, fluisterde ze me tusschen brons en groen in het oor: „Zeg man, heb je die mooie insluithaard gezien bij J. C. BERNARD; die zou eenig staan in on zen salon." „Ach kom, wie neemt nu nog een haard in den tijd van de vulkachels." „Je kunt er ook vulhaarden krijgen. „Maar die zijn nogal prijzig." „Toch ni>et. Zullen we eens gaan kijken Gelukkig kwam de juffrouw weer met de juiste kleur, en was het gevaar voor het oogenblik afgewend. „Nu gaan we nog even kijken bijMAR- TINOT in de Maarmanssteeg. Marietje moet noodig een nieuw hoedje hebben, en ik heb er een Kate-Greena- way gezien, nee maar, doddig! Door de Kapelsteeg was deze winkel spoedig te bereiken, maar ik had buiten den waard, of liever buiten de verlokke lijke uitstalling van porceleirt en luxearti kelen der firma HEGENBARTH gere kend. Met onweerstaanbare kracht trok die haar aan en wel een kwartier lang ver gaapte zij zich aan al het moois. Ook ik gaapte, maar dat kwam door de verveling die ine langzamerhand beving. Maar ge lukkig kwam er hulp in den nood, zoo als altijd, van boven. Het schoot haar in, dat VROOM EN DREESMAN zoo aardig uitgestald was met linnegoederen en dat ook de blouze- kast er zoo beelderig uitzag. Dat moesten we zien. Maar nauwelijks hadden we twee passen in deze richting gezet of daar klonken trillend door de heldere avondlucht de tonen van ons carillon en als bij tooverslag was al het licht in de uitstalramen gedoofd. Een teleurgesteld: Ah! klonk uit vrouwlief's mond ze had aan onze roem ruchte negenuursluiting niet gedacht. Maar als ik nooit dat prachtige idee der wikeliers toegejuicht had, zou ik (het nu gedaan hebben. „Ach heer. klaagde ze, nou had ik nog even een roomkaasje willen halen bij v. d. MOST VAN SPIJK op de H a a r- .leminerstra at, maar eer we daar zijn, is die ook gesloten." „Nou dan, stelde ik voor, in versnelde pas naar MEEUWS op de Breestraat over het stadhuis, daar kunnen we in twee minuten nog komen en ik heb veel trek in wat hartigs." Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik was blij, dat ik tenminste ook nog van de ver moeiende wandeling zou profiteeren en uit pure dankbaarheid kocht ik in het voorbijgaan bij PEEPERKORN (firma Aalberse) op de Oude Rijn een heer lijke boterletter (waarvan ik tusschen twee haakjes, zelf ook dolveel houd.) Nog even sloeg ik in het magazijn LABOR VINC1T in de Donkersteeg wat sigaren in en toen ging het recht op huis aan waar we ieder nog een verras sing vonden. Op het hooren van den sleutel, die in het slot knarste kwam de meid naar voren loopen otn mijn vrouw te zeggen, dat de dames X. IJ. Z. op haar zaten te wachten. Haar gelaat, door de opgewondenheid en de koude wind al aardig gekleurd, kreeg een nog vroolijker trek. ook, als zij niet verblind waren geweest, gemakkelijk den ijver der Katholieken kunnen opmerken. Jn één oogenblik ook, om zoo te spreken, waren alle versier selen van het altaar verborgen en ver dwenen. Want nadat het Hoogwaardig Sacrament was weggenomen, grepen de Katholieken der vergadering, de een den kelk, een ander het misboek, weer een ander albe, amict, stool, ampullen en kaarsen. En d'enzelfden dag bracht een ieder trouw aan de oudsten terug wat hij medegenomen en verborgen had En zoo dikwijls dergelijke stoornissen zijn voor gekomen, heb ik zelfs niet het geringste kerksieraad verloren. Terwijl ik nu in dat naburige huis neerlag in afwachting en overdenking van het einde, om te weten wat' God over mij beschikt had, bad ik.vurig het heugt me nog best dat mij uit den muil der leeuwen zou bevrijden de Allerhoogste, Die voorheen d'e drie jon gelingen aan den oven met vuur had ontrukt. En daartoe werd ik zooveel tc meer aangezet, naarmate ik gemakke lijker, ook van de legerstede, het spreken en roepen der soldaten hoorde. Maar ook het gerucht, dat mijne schapen maak ten, en de bedreigingen der schouten verstond ik duidelijk. Want alleen de tusschenruimte van den muur scheidde ons van elkander; en ik was vast over tuigd, dat jn dat oogenblik mijne kudde haren herder ging verliezen. Nadat dan de schouten mij overal hadden gezocht en niet gevonden, kwa men zij /niet naar het naburige huis. „Ais van den hemel gezonden", meende ze, JHet waren nL de dames die met haar een comité gevormd hadden om een Sint Nicolaasavond voor behoeftige kinderen te organiseeren. Opgewekt stapte ze naar binnen enliep als een wekker af. „Goeden avond! Gut! wat zitten julici hier nog aangedaan. Toe doe je hoeden en mantel9 af. Komen julie voor het feestje?" Prachtig, daar heb ik juist een goeden zin voor. Hangen jullie je mantel» maar in de gang en geef mij je hoeden; die leg ik achter op de canapée. Hé Jet wat heb je een beeldige toque. Van MACK op de Botermarkt? Ja? Dacht ik wel. Sjiek hoor. En wat zul je gebruiken. Een kop chocola? Je moet eens proeven, ik heb niet een nieuw soort van JONKHEID. Je weet wel de Gouden Kroon op de Haarlemmerstraat. Wat een geluk zeg, (dat was tottnij) dat je net die banketletter gekocht hebKlaartje(dat is ons dienstmeisje) breng even een nieuw emmertje anthraciet. Zeg die moet jelui ook eens probeeren. Ze is van PERQUIN die is nu verhuisd naar de Breestraat. En nu schuif je stoelen bij en maak het je zoo 'gezellig mogelijk."- Ik dacht, dat nu volgens damesmode wel eerst een half uurtje zou verbeuzeld worden met over koetjes en kalfjes te babbelen maar met de beslistheid van een goede presidente bracht mijn vrouw dadelijk de agenda aan de orde. „En nu zouden we eens beraadslagen waar we inkoopen zullen doen. Toe rnian neem jij een papiertje, dan kun je ons ook een handje helpen. Ik benoem je plechtig tot onzen Secretaris en als je wilt, moog je een volgende vergadering ook op boterletters trakteeren." „Het eerst noodige is...." „Pepernoten en suikergoed om te strooien", meende Mevr. IJ. „Goed, waar halen we die, bij STIJN- MAN Ja? Nu dan Secretaris, 10 pond van ieder bij S. in de Butrgsteeg. „Dan moesten we voor de meisjes wat omslagdoekjes hebben, aldus juffr. Z, die kunnen we zeer goedkoop krijgen bij KRUIFHOOFT, op de Haarlemmer straat." „En voor de jongens wat warme truien bij N. C. KUYPER Magazijn de Zon op de Haarlemmerstraat. „Laten we voor de meisjes ook wat naaidoosjes koopen bij VISSER over de Janvossensteeg. „We moeten ook voor de huisgezinnen wat geven, merkte mijn vrouw heel prac- tisch op. Als we eens wat spek bestel den bij VAN LEEUWEN in het Noord- einde?" „Hé ja, zei juffr. X. en dan wat broo- den van GASTELE IN van den Lagen R ij n d ij k. „We beginnen al een mooi lijstje te krijgen meende mevr. Z., zouden we er nog n et wat sigaretjes bij doen voor de ^ongens. „Uitstekend, die komen dan van HO- GERVORST op de Haarlemmer straat. Heb je het man, 100 doosjes cigaretten Hé, hoor ik daar de bus niet gaan? Het was zoo, er zat een dikke brief in de bus met vijf groote zegels uit het buitenland er op. Ik weet niet wie de nieuwsgierigste was van ons vijven was en mijn: „Is het gepermitteerd, dames !"- werd met een meer dan volmondig vier stemmig: „Ga uw gang maar", beant woord. Aller oogen waren op wij gevestigd, toen ik de zegels verbrak en de enve loppe opende. Ik had no^ geen vijf regels gelezen, of mijn vrouw zag aan mijn gezicht, dat het iets bijzonders was. „Het schijnt een vrooüjke brief te zijn. Mogen we ook meelachen nieuws- gierigde zij. „Een oogenblikje nogHè, dat is interessant." „Wat? wat?" kwam het u:t vier monden. Wordt vervolgd.) waar ik zonder slaap op de legerstede neerlag en waakte; maar zij waarschuw den den huisvader, bij wien de verga dering geweest was, oin op den vastge- stelden dag voor de overheidspersonen te verschijnen en zijn vonnis te* ontva- gen, waarna zij met de soldaten ver trokken. Twee dagen later werd het vonnis openlijk afgekondigd, ongevder in deze bewoordingen vervat: „dat vóór zonsondergang dienze'.fdcn dag hij tnet zijne vrouw als ballingen de stad moes ten verlaten en te voren tweehonderd gulden moesten neertellen voor den secretaris, behalve nog de andere on kosten voor hel gerecht. Ge hadt den zc-stigjarigen man jn zijn eerbiedwaar dige naastenliefde moeten zien met zijne huisvrouw ongeveer van denzelfden leef tijd, hoe zij met blijden geest en vroolijk gelaat voor het vertrek afscheid namen van hunne vrienden, naar de wjjze der eerste christenen, .van wie ik niet weet, of zij met meer standvastigheid een zelfde vervolging zouden hebben ver duurd. Onze oude vader Bertius is nog lang niert ten einde met het verhaal zijner lotgevallen. Ter afwisseling zullen wij echter een volgenden keer uit zijn ver slag van den toestand der Hollandsche Missie iets anders onder de aandacht der lezers brengen, ,en wel allereerst: hoe pastoor Bertius dacht over het ge mengde huwelijk. D.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5