Derde Blad, behoorende
bij DeLeidsche Courant van
Zaterdag 25 Nov. no. 64?.
St. Nicolaas in zicht.
f Ths# geheelen dag had een aschgrau-
pto Novemberluchi jboven de stad ge-
Siangn» Geen zonnestraaltje was door-
jgc breien en telkens dreigden die ge
zwollen waterzeilen over ons uiteen te
jbarsten. Een scherpe Noordooster blies
jjjziij koud ons om de ooren. Wie niet
!op de straat noodig had, waa'gde er
Sadch «let pp en de weinigen die niet
Sanders kanden, probeerden hun ooren
jjtoo diep mogelijk in de hoogopgesla-
Jfeti jaskragen pn hun handen in de wij-
jttfe wïsterzakken te doen wegzinken. Da
ilies zag jnen niet, dan gelijk Mahome-
Idaansche jonkvrouwen, geheel ingepakt
Roodst slechts de oogen zichtbaar wa-
Zulk een dag werkt drukkend ook op
liet werk .en met niet geringe voldoening
Was dan ook de laatste regel op het pa
pier gezet Nog eerst wat orde in den
Jpaperassen-chaos op de schrijftafel ge
bracht en toen in versnelde pas naar huis
ftvaar moeder-de-vrouw mij oudergewoon
ie wachtte met een heerlijk bittertje van
ÖXL G. SCHRETLEN, Hooigracht,
%want hoezeer pok apprecieerende het
Werk van Kruisverbond en Mariaver-
«eniging, ik houd' me aan de gulden woor
Öeh.dic onze groote Dr. Schaepman mis
schien wel, misschien nooit gesproken
heeft: „Den werkman komt een bor
rel toe". JEn vooral met dit weer ging
het erin als een klokspijs.
Het middagmaal had vervolgens het
gewone verloop. De kinderen aten als
.wolven, wat niet onbegrijpelijk is met
jde kou. Ook ik deed stevig mijn best en
onwillekeurig dacht ik aan de minder be
deelden dan .wij. Ook zij hebben meer
trek in den winter, omdat het lichaam
meer voedings warmte vraagt En op hen
drukt ,in meerdere mate nog dan op ons,
■jde duurte. ,Wie dus een paar verroeste
dubbeltjes te veel heeft, brenge deze naar
de heeren van de St Vincentius Vereeni-
ging, die .weten er raad mede.
juist was ik zoover met mijn overpein
zingen gekomen, toen ik door scherven-
gerinkel eruri opgeschrikt werd. Mijn
éénjarige jongste ielg die inet volkomen
uiinachling van vork en lepel de aanmin
nige gewoonte heeft zijn „tien gebo
den" bij de middagmaaltijd te gebruiken,
ien ten slotte een onweerstaanbare nei
ging heeft om de laatste schoonmaak
uiet zijn tong te verrichten, had hierbij
zijn bord uit de poezelige handjes laten
guppen, dai nu in gruis op den grond
lag.
(k wilde een onaangenaamheid zeg
gen over niet oppassen, dat de kleine
ook altijd.maar mijn oudste dochter
tje coupeerde dit nog bijtijds met de
wijsgeerige opmerking: „O. Pa, dat hin
dert nieis. VAN DER STOK, op de
Haarlemmerstraat, heeft er nog
veel meer, en het i-s nu toch gauw
jSi. Nicolaas."
Daar ik dit laatste chapitre maar lie
ver niet aanroer (bij de gedachte aan wat
het vorige jaar ine kostte, krijg ik nog
kippenvel), stelde ik maar spoedig voor
te bidden, .waarna ik de inmiddels ge
komen courant nog eens op mijn gemak
ging doorkijken, onder het genot van
•een fijne sigaar -uit het magazijn van P.
J. A. DE N1JS, H ooge woerd.
Vrouwlief zette inmiddels .thee van
ALEX MEIJER Co., die in zijn fili
aal BREESTRAAT ook puike koffie ver
koopt, en na met kleine teugjes een kopje
•van dit geurige vocht genoten te hebben
vouwde ik mijn krant dicht en mijn han
den over mijn ontluikend buikje samen,
om als naar gewoonte inijn siesta te ne
men. Nog nasoezelend over het gele-
OUD-LEIDEN.
in.
Hoe pastoor Bertius een tweeden
keer aan zijn vervolgers ontkwam.
In het volgende jaar 1057 leed ik
andermaal onrecht van de Schouten.
(Want heel in de vroegte te vier uren,
5n den ochtend kwamen zij bij het huis,
Waar ik eene vergadering belegd had',
en dat door de soldaten van alle kan
tten bezet was. Hoegenaamd geen hoop
om te ontsnappen restte mij. Want zoo
tiauw hielden zij door middel van de sol
daten toezicht, dat er geen opening om
heen te gaan overbleef. Daar stond ik
te midden van de vergadering en wist
itiiet waarheen me te keeren. Gelukkig
viel me in, dat de naaste buur een op
perbest katholiek was, die zich ten op
zichte van onze Waalsche gemeente zeer
verdienstelijk had gemaakt. Ik besloot
dus zonder eenig uitstel, dat ook zijn
gevaar had, naar hem te vluchtte. Dat
Was echter zonder ladder voor mij onmo
gelijk. Ik moest op het tamelijk hooge
dak klimmen om dan vallend op de aan
grenzende binnenplaats te komen; maar
J'k vreesde dat de Schouten, .middelerwijl
k dat beproefde, in huis zouden komen
jen mij aanstonds zouden grijpen, Wat ook
Zeer gemakkelijk was te doen. De tijd nu
drong en bijkans in één oogenblik imoest
er beslist en gehandeld worden. Er was
Itoch volstrekt geen plaats over om te
talmen of te beraadslagen.
Ik wapende mij dan met het teeken
des kruises en klom od het dak.
zene en denkend aan de vreugde die de
met zoo flinke meerderheid aangenomen
militiewet overal jn den lande moest wek
ken, dommelde ik in.
Doch niet Jang duurde de pret. Een
langgerekt: „ma-&-a-a-n" (feed me wak
ier schrikken,
„Hé, ,wat is er?" informeerde ik.
„Noot vraag ik al driemaal wat aan je
en
Verwonderd dat ze niet doorsprak (ze
kan anders woorden genoeg vinden)
keek ik nog oogknippend naar haar en
zag met ontzetting dat ze een adverten
tiepagina onzer courant voor zich had'.
O, was het in dien tijd!
„Nou, en....?"
„Mientje zei zooeven aan tafel, dat
bet spoedig SL Nicolaas is."
Daar kreeg ik weer zoo'n kippenvel-
aanval.
„Je bedoelt?"
„Dat we dan onze inkoopen maar eens
moesten gaan doen."
„Denk er om vrouw, de dure tijden."
„Ik weet het. Daarom wilde ik in „DE
KROON", Haarlemmerstraat,
hoek Pelikaanstraat, een paar mutsjes
en doekjes, en een wollen trui voor Piet
koopen. Daar is het nu net uitverkoop
wegens opheffing. En dan zal ik de spe
culaaspoppen bestellen bij B1ESIOT, dat
is nogal een goedkoop adres."
„Prachtig, dan kom ik er voor een
koopje af."
„Dan wil ik voor Mientje dat aardige
horlogetje koopen, dat we onlangs bij
WESSEL, H a a r 1 e in m erstr aai in de
etalage zagen liggen, en.
„Nou ja, goed, ga jij je gang maar, on
derbrak ik, vreezend een nog geduchter
aanval op mijn porteinonnaie. Je weet,
hoeveel we jaarlijks voor dat fraais uit
leggen, en ik laat het graag aan je over,
dan is het voor mij ook een verrassing,
vooral als ik in mijn klomp vind een paar
warme pantoffels van H. J. SNEL, Haar
lem m erstraat.
„Nee, maak nou geen gekheid. Ik kan
alles ook niet alleen. Oa liever met me
mee ,wat winkelen, dan komen we veel
gauwer klaar en.......
„De koorden van je beurs gaan wat
losser", vulde ik aan.
Edoch, ik had inooi bedenkingen in
brengen, ze werden allen inet vrouwelij
ke handigheid weerlegd en gedachtigaan
'tFransche spreekwoord: „Ce que femme
veut, Dieu veut", eindigde ik met toe te
geven.
In minder dan geen tijd had ze zich
gekleed en kwam verdacht gedienstig met
met mijn jas en hoed aandragen, mijn
beste nog wel, die ik pas bij ALB. ,B.
TIMMERMANN, 3 reestraat, had ge
kocht. .Zij zelf had haar reuzenbontinuts
die ze, volgens eigen zeggen althans,
voor een prikje bij WISBRUNN en LIF-
MANN, Haarlemmerstraat had
gekocht, en die haar werkelijk uitstekend
stond, opgezet
„En waar gaat de reis heen?" vroeg
ik gedwee.
„Nieuwe jRijn, Botermarkt, Béeestraat
enzoovoort, decreteerde ze, en ik zuchtte
en greep krampachtig naar de plaats
waar mijn beurs zich bevindt!
Met een opgewekt gezicht stevende ze
de kille avondlucht in. Wel blies de Noord
oosicr ons nog stevig in het gezicht,
en verschafte ons gloeiende neuzen en
ooren, maar de wolken waren 'er door
weggejaagd en de sterretjes schitterden
dat hei een lust was.
Reeds jn de Donkersteeg wilde ze
mijn opmerkzaamheid trekken voor de
mooie nikkelen serviezen bij G. H.GOES
„Neen, melieve, we gaan volgens je
wil jnaar de Nieuwe Rijn, Botermarkt
„Enzoovoort", heb ik gezegd, „en dit
is een gedeelte van het enzoovoort/'
„Ja maar dat komt later, kijk liever
eens naar de heerlijke vleeschwaren-uit-
stalling van TAVERNE; om van te
watertanden, Jiè?"
„Ziezoo, dat ik afgewend, en aan die
eetwaren heb ik ook wat. dacht ik wel
wat egoïstisch.
In dcu naam des Heeren en uiterst snel
viel ik en bereikte het naburige huis. Tot
dat uiterste van benauwdheid gebracht,
begreep ik, dat God als het ware zicht
baar hen bij de hand leidt, van wie Hij
weet dat zij leed verduren te Zijner lief
de. Overeenkomstig het woord van den
profeet: „Nabij is de Heer aan de be
drukte van harte en de terneergeslage-
nen van geest zal Hij verlossen" (ps.
XXXIII, 19). En op een andere plaats
lezen we: „dat Hij met hen in de kuil
daalde en in de boeien hen niet verliet".
(Wijsh. X, 13),
Toen ik nu in dat huis was, overtuigde
ik mij, dat ik volstrekt niet aan het ge
vaar was ontkomen. Het kan toch ge
makkelijk gebeuren, zooals de veelvuldi
ge ondervinding uitwijst, dat de Schou
ten ook de naburige huizen doorzoeken,
wanneer zij in de vergadering den ge-
wenschten buit, te weten den priester,
niet vinden. Na me dan ontdaan te heb
ben van al mijne kleederen, ging ik in
bed liggen, niet om rustig te slapen
dat is genoegzaam te begrijpen maar
oin mijnen vijanden allen argwaan te
benemen en opdat zij niet zouden mer
ken wie ik was. Ook had ik' me vastelijk'
voorgenomen om; als de Schouten bij
geval aan den ingang kwamen, uit het
bed toe te loopen, naar de -deur te snel
len en zonder dralen te openen. Even1-
eens zou ik ook den meester gewekt en*
alsof ïk zijn knecht was, hem gevraagd'
hebben, of het hem beliefde tot de (hee
ren te spreken. Ook had ik aan de oud
ste mijner vergadering gelast, om hoe-
Ook bij de firma POLLMANN op de
Hoogstraat was ik niet tot stilstand
te brengen, ondanks de snoezige wij
waterbakjes, naar Gntwerpen van Mol
ken boer, die ze er opmerkte.
Toen pp de Nieuwe Rijn was het
met mijn rust gedaan. Voor de etalage
van JHOELEN was ze bijna niet weg te
krijgen.
„Kijk eens wat een schat van een
blouse, en wat e$n pracht van een avond
mantel, en zie dajtr die sjawl
„Och kom, weerde ik af, we gaan im
mers nooit naarjde komedie, de stukken
zijn er tegen wpordig gemeenlijk niet
naar dat een fatsoenlijk man met zijn
vrouw er heen kan gaan, en wat heb
je dan aan een avondmantel.?"
Nog mokkend over mijn directe afwij
king, .was ze zelfs niet te bewegen een
oog te slaan in de uitstalling van de fir
ma J. J. v. d. PAS, waar toch zulke
mooie Juxekisten sigaren geëtaleerd ston-
Idlen. Bij de firma STROTM ANN, waar een
overweldigende hoeveelheid bontwerk in
de ruiine kasten lag, deed ze me niet
onduidelijk verstaan, dat haar garnituur
nog al van de mot geleden had en dat de
moffen nu vee'; grooter zijn enz.
Gelukkig werd haar blik bij het naar
mij omeen getrokken door het vele
licht der winkels aan den overkant.
„Hé, de nieuwe winkel van GRüNDE-
MANN op de Vis ch markt heb ik
nog niet bij avond gezien," en zij erop
af. Gedwee volgde i k met sombere voor
gevoelens. Hier zou de eerste serieuse
aanval beginnen.
„Zeg man, kijk nou eens, hoe sjiek.
Zoo'n ulster met de elegante groote flu
weel en jkraag; zoo iets moest je me nou
koopen."
„Och kom, mijn beste, zoo'n modern
ding staat je niét"
Had jk dat ongelukkige woord maar
niet gesprokenmet een: „dat zullen we
zien", bad ze de deur al openges tooien.
Diverse soorten werden er haar aange
past, en ik moest toegeven, ze stonden
goed.
„ja maar, waagde ik op te merken, die
mantels zijn zoo laag open. Ik vrees je
zult .ernstig kou vatten", en ik hing een
vreeselijik tafereel op van influenza, bron
chitis, diphteritis en alle andere iti<s die
die mij maar invielen.
„Wees maar niet bang", zeide zij on
bezorgd, daarvoor koop ik zoo'n aardige
bef bij GERSON op de Breestraat en
als ik dan toch verkouden wordt, koop
ik ine een doosje zoute dropjes bij
BROERSE, drogisterij Boeriiave op de
Haarlemmerstraat, gekscheerde ze
Enfin, ze kreeg haar mantel en was
er blij mee, maar nu was ook het hek
van den dam, de kooplust was onweer
staanbaar ju haar gevaren.
Met geen mogelijkheid was ze voor
bij den winï&f van MAARTENSE ie
krijgen. Daar moest en zou zoo'n aardig
zegelringetjc gekocht worden voor haar
zuster, die wel eens voor ons op de
kinderen past.
Toen naar WILLE, waar we minstens
een half uur noodig hadden om al de aar
digheden van poppetjes, vaasjes, asch-
bakjes enz. ie bezichtigen en aange
zien vele kleintjes een groote maken was
mijn beurs a anzienlijk lichter toen we
weer op de straat stonden. In het voor
bijgaan bad ze nog een aardig lapje zij
opgemerkt in het couponmagazijn van
LEOP. MUNDHEIM Co. dat, naar
ze inet een scha'ksch glimlachje op
merkte op 6 Dec. een werkelijke verras
sing voor haar zou zijn. De diverse mo
dellen bij KREYMBORG Co. brach
ten haar op het idéé dat een ulster voor
mij heel aardig zou staan bij de hare. Het
zou zoo leuk staan als we eender ge
kleed .waren, en het waren zulke warme
jassen. ,Ze gunde het me graag. Hm!
jawel, ik betaal het toch zelf, dacht ik.
Bij JH OOG EN DOORN, vond ze, kon
ik (wel eens aanloopen, om zoo'n war
men voetenzak te bestellen. Ze had zoo
dikwijls koude voeten, vooral als ze stil
zat om aan handwerkjes haar vrouwe-
genaamd niemand naar dat huis te laten
gaan, ten einde vooraf alle aanleiding zou
worden afgesiiciien om het te doorzoe
ken of, zoo zij iiet al doorzochten, dan.
zouden zij niets vinden, wat heit hinder
de. ïntusschen verdroeg het volk met
gelatenheid het allerergste ongemak zoo
wel vanwege de groote menigte inen-
schen als van de beperktheid der plaats
en de ongelooflijke hitte; want het was
midden in den zomer. Ongeveer vijfhon
derd geloovige katholieken waren daar
opgesloten en vastgehouden in een arm
zalig binnenvertrek en op een kleinen
zolder, behoudens nog de plaats van het
altaar, waarop ik de heilige Geheimen
moest vieren. Toch hield het volk vier
volle uren dat hinderlijke van de weers
gesteldheid uiten niet één volgde^me
naar het naburige huis, waarheen ik was
geklommenmaar met groot geduld
wachtten zij het onderzoek der Schouten
af.
Dezen durfden niet in het huis gaan,
noch zich wagen onder die heftig
bewogen menigte. Bij den ingang der
deur stonden de schouten, van twee
regimenten soldaten pmringd. Alle Ka
tholieken moesten pp hun bevel naar
buiten komen, en toen er niemand meer
over was dan die tot het huisgezin be
hoorden, gingen rij naar binnen om alle
plaatsen, kelders, kamers, bedden enz.
te bezichtigen, teneinde nauwlettend mij
te zoeken. Eéne zaak verwonderde hen
ten zeerste, dat wij zulk een talrijke
menigte van menschen in die beperkte
plaats padden verzameld. Zij hadden dan
lijke kluis.vaarui-luid boi te vieren. Toen
ze eenmaal op dat chapitre was trok ze
me als het ware mee voort naar BEUZE-
MAKER, op de Vischmarkt, waar
deze te kust en te keur uitgestald lagen.
Wat een pracht van geschenken! Ze
kon nog net zoo'n paar kleinigheidejs
vóór de Sint klaar krijgen en niet
waar! "daarmede had je toch altijd
het meeste succes.
Het uitzoeken nam nog a! wat tijd in
beslag, vooral was er heel wat voor
noodig eer de bijeenpassende kleuren
gevonden waren. Verwonderlijk is ech
ter de eigenschap der vrouwen om onder
verschillende bezigheden, nog aan iets
anders, dat er liefst in de verste verte niet
mee te maken heeft, te denken. Immers,
joen de winkeljuffrouw zich even' ver
wijderde om nog andere kleurtjes zijde
te balen, fluisterde ze me tusschen brons
en groen in het oor: „Zeg man, heb je
die mooie insluithaard gezien bij J. C.
BERNARD; die zou eenig staan in on
zen salon."
„Ach kom, wie neemt nu nog een
haard in den tijd van de vulkachels."
„Je kunt er ook vulhaarden krijgen.
„Maar die zijn nogal prijzig."
„Toch ni>et. Zullen we eens gaan
kijken
Gelukkig kwam de juffrouw weer met
de juiste kleur, en was het gevaar voor
het oogenblik afgewend.
„Nu gaan we nog even kijken bijMAR-
TINOT in de Maarmanssteeg.
Marietje moet noodig een nieuw hoedje
hebben, en ik heb er een Kate-Greena-
way gezien, nee maar, doddig!
Door de Kapelsteeg was deze winkel
spoedig te bereiken, maar ik had buiten
den waard, of liever buiten de verlokke
lijke uitstalling van porceleirt en luxearti
kelen der firma HEGENBARTH gere
kend.
Met onweerstaanbare kracht trok die
haar aan en wel een kwartier lang ver
gaapte zij zich aan al het moois. Ook ik
gaapte, maar dat kwam door de verveling
die ine langzamerhand beving. Maar ge
lukkig kwam er hulp in den nood, zoo
als altijd, van boven.
Het schoot haar in, dat VROOM EN
DREESMAN zoo aardig uitgestald was
met linnegoederen en dat ook de blouze-
kast er zoo beelderig uitzag. Dat moesten
we zien. Maar nauwelijks hadden we
twee passen in deze richting gezet of
daar klonken trillend door de heldere
avondlucht de tonen van ons carillon
en als bij tooverslag was al het licht in
de uitstalramen gedoofd.
Een teleurgesteld: Ah! klonk uit
vrouwlief's mond ze had aan onze roem
ruchte negenuursluiting niet gedacht.
Maar als ik nooit dat prachtige idee der
wikeliers toegejuicht had, zou ik (het nu
gedaan hebben.
„Ach heer. klaagde ze, nou had ik
nog even een roomkaasje willen halen
bij v. d. MOST VAN SPIJK op de H a a r-
.leminerstra at, maar eer we daar zijn,
is die ook gesloten."
„Nou dan, stelde ik voor, in versnelde
pas naar MEEUWS op de Breestraat
over het stadhuis, daar kunnen we in
twee minuten nog komen en ik heb veel
trek in wat hartigs."
Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik was blij,
dat ik tenminste ook nog van de ver
moeiende wandeling zou profiteeren en
uit pure dankbaarheid kocht ik in het
voorbijgaan bij PEEPERKORN (firma
Aalberse) op de Oude Rijn een heer
lijke boterletter (waarvan ik tusschen
twee haakjes, zelf ook dolveel houd.)
Nog even sloeg ik in het magazijn
LABOR VINC1T in de Donkersteeg
wat sigaren in en toen ging het recht op
huis aan waar we ieder nog een verras
sing vonden. Op het hooren van den
sleutel, die in het slot knarste kwam de
meid naar voren loopen otn mijn vrouw
te zeggen, dat de dames X. IJ. Z. op haar
zaten te wachten.
Haar gelaat, door de opgewondenheid
en de koude wind al aardig gekleurd,
kreeg een nog vroolijker trek.
ook, als zij niet verblind waren geweest,
gemakkelijk den ijver der Katholieken
kunnen opmerken. Jn één oogenblik ook,
om zoo te spreken, waren alle versier
selen van het altaar verborgen en ver
dwenen. Want nadat het Hoogwaardig
Sacrament was weggenomen, grepen de
Katholieken der vergadering, de een den
kelk, een ander het misboek, weer een
ander albe, amict, stool, ampullen en
kaarsen. En d'enzelfden dag bracht een
ieder trouw aan de oudsten terug wat hij
medegenomen en verborgen had En zoo
dikwijls dergelijke stoornissen zijn voor
gekomen, heb ik zelfs niet het geringste
kerksieraad verloren.
Terwijl ik nu in dat naburige huis
neerlag in afwachting en overdenking
van het einde, om te weten wat' God
over mij beschikt had, bad ik.vurig
het heugt me nog best dat mij uit
den muil der leeuwen zou bevrijden de
Allerhoogste, Die voorheen d'e drie jon
gelingen aan den oven met vuur had
ontrukt. En daartoe werd ik zooveel tc
meer aangezet, naarmate ik gemakke
lijker, ook van de legerstede, het spreken
en roepen der soldaten hoorde. Maar
ook het gerucht, dat mijne schapen maak
ten, en de bedreigingen der schouten
verstond ik duidelijk. Want alleen de
tusschenruimte van den muur scheidde
ons van elkander; en ik was vast over
tuigd, dat jn dat oogenblik mijne kudde
haren herder ging verliezen.
Nadat dan de schouten mij overal
hadden gezocht en niet gevonden, kwa
men zij /niet naar het naburige huis.
„Ais van den hemel gezonden", meende
ze, JHet waren nL de dames die met haar
een comité gevormd hadden om een Sint
Nicolaasavond voor behoeftige kinderen
te organiseeren. Opgewekt stapte ze naar
binnen enliep als een wekker af.
„Goeden avond! Gut! wat zitten julici
hier nog aangedaan. Toe doe je hoeden
en mantel9 af. Komen julie voor het
feestje?" Prachtig, daar heb ik juist een
goeden zin voor. Hangen jullie je mantel»
maar in de gang en geef mij je hoeden;
die leg ik achter op de canapée. Hé Jet
wat heb je een beeldige toque. Van
MACK op de Botermarkt? Ja?
Dacht ik wel. Sjiek hoor. En wat zul je
gebruiken. Een kop chocola? Je moet
eens proeven, ik heb niet een nieuw soort
van JONKHEID. Je weet wel de Gouden
Kroon op de Haarlemmerstraat. Wat een
geluk zeg, (dat was tottnij) dat je net die
banketletter gekocht hebKlaartje(dat
is ons dienstmeisje) breng even een
nieuw emmertje anthraciet. Zeg die moet
jelui ook eens probeeren. Ze is van
PERQUIN die is nu verhuisd naar de
Breestraat. En nu schuif je stoelen
bij en maak het je zoo 'gezellig mogelijk."-
Ik dacht, dat nu volgens damesmode
wel eerst een half uurtje zou verbeuzeld
worden met over koetjes en kalfjes te
babbelen maar met de beslistheid van
een goede presidente bracht mijn vrouw
dadelijk de agenda aan de orde.
„En nu zouden we eens beraadslagen
waar we inkoopen zullen doen. Toe rnian
neem jij een papiertje, dan kun je ons
ook een handje helpen. Ik benoem je
plechtig tot onzen Secretaris en als je
wilt, moog je een volgende vergadering
ook op boterletters trakteeren."
„Het eerst noodige is...."
„Pepernoten en suikergoed om te
strooien", meende Mevr. IJ.
„Goed, waar halen we die, bij STIJN-
MAN Ja? Nu dan Secretaris, 10 pond
van ieder bij S. in de Butrgsteeg.
„Dan moesten we voor de meisjes wat
omslagdoekjes hebben, aldus juffr. Z, die
kunnen we zeer goedkoop krijgen bij
KRUIFHOOFT, op de Haarlemmer
straat."
„En voor de jongens wat warme truien
bij N. C. KUYPER Magazijn de Zon op
de Haarlemmerstraat.
„Laten we voor de meisjes ook wat
naaidoosjes koopen bij VISSER over de
Janvossensteeg.
„We moeten ook voor de huisgezinnen
wat geven, merkte mijn vrouw heel prac-
tisch op. Als we eens wat spek bestel
den bij VAN LEEUWEN in het Noord-
einde?"
„Hé ja, zei juffr. X. en dan wat broo-
den van GASTELE IN van den Lagen
R ij n d ij k.
„We beginnen al een mooi lijstje te
krijgen meende mevr. Z., zouden we er
nog n et wat sigaretjes bij doen voor de
^ongens.
„Uitstekend, die komen dan van HO-
GERVORST op de Haarlemmer
straat. Heb je het man, 100 doosjes
cigaretten
Hé, hoor ik daar de bus niet gaan?
Het was zoo, er zat een dikke brief
in de bus met vijf groote zegels uit het
buitenland er op. Ik weet niet wie de
nieuwsgierigste was van ons vijven was
en mijn: „Is het gepermitteerd, dames !"-
werd met een meer dan volmondig vier
stemmig: „Ga uw gang maar", beant
woord.
Aller oogen waren op wij gevestigd,
toen ik de zegels verbrak en de enve
loppe opende. Ik had no^ geen vijf
regels gelezen, of mijn vrouw zag aan
mijn gezicht, dat het iets bijzonders was.
„Het schijnt een vrooüjke brief te zijn.
Mogen we ook meelachen nieuws-
gierigde zij.
„Een oogenblikje nogHè, dat is
interessant."
„Wat? wat?" kwam het u:t vier
monden.
Wordt vervolgd.)
waar ik zonder slaap op de legerstede
neerlag en waakte; maar zij waarschuw
den den huisvader, bij wien de verga
dering geweest was, oin op den vastge-
stelden dag voor de overheidspersonen
te verschijnen en zijn vonnis te* ontva-
gen, waarna zij met de soldaten ver
trokken. Twee dagen later werd het
vonnis openlijk afgekondigd, ongevder in
deze bewoordingen vervat: „dat vóór
zonsondergang dienze'.fdcn dag hij tnet
zijne vrouw als ballingen de stad moes
ten verlaten en te voren tweehonderd
gulden moesten neertellen voor den
secretaris, behalve nog de andere on
kosten voor hel gerecht. Ge hadt den
zc-stigjarigen man jn zijn eerbiedwaar
dige naastenliefde moeten zien met zijne
huisvrouw ongeveer van denzelfden leef
tijd, hoe zij met blijden geest en vroolijk
gelaat voor het vertrek afscheid namen
van hunne vrienden, naar de wjjze der
eerste christenen, .van wie ik niet weet,
of zij met meer standvastigheid een
zelfde vervolging zouden hebben ver
duurd.
Onze oude vader Bertius is nog lang
niert ten einde met het verhaal zijner
lotgevallen. Ter afwisseling zullen wij
echter een volgenden keer uit zijn ver
slag van den toestand der Hollandsche
Missie iets anders onder de aandacht der
lezers brengen, ,en wel allereerst: hoe
pastoor Bertius dacht over het ge
mengde huwelijk. D.