Gemengd Nieuws. vaak in hoeken, die door anderen on- doorzocht worden gelaten. Toen de heer Van Jieirtsz als overste in Atjeh terugkeerde, vond hij er het leger, tengevolge der staatkunde van con centratie, tot weinig wenschelijke ge woonten gekomen. Bij een terugtocht voor den vijand, door hem meegemaakt, ontbrak het in den aanvang aan orde en aan standhouden, waar dit noodig was. Hij plaatste zich toen naast een colonne, nam het bevel over en deed een aantal paradebewegingen piIvoeren, daar bij tellend als op het exercitieveld en het w">de vuren vervangende door nauw keurige inachtneming der schoolsche voorschriften Orde, rust en vertrouwen keerden da.i or in het peleton terug. Een oogenb.ik later zag hij hetzelfde verrichten door een ander peleton, onder leiding van een jongen luitenant, die het voorbeeld van den overste had afgekeken en dezelfde gunstige uitkomst bereikte. Deze jonge luitenant was de huidige Minister van Oorlog en deze gebeurtenis maakte hem later tot adjudant en ver trouwde van den gouverneur van Atjeh Van Heutsz. Als zoodanig stuurde de laaiste hem als gezag' "der naar het vlakbij gele gen eilano o a bang, toen de Russische vloot, op weg ten oorlog naar Japan, aldaar werd verwacht en strikt moest worden gewaakt voor verbreking onzer onzijdigheid. Met zijn warm hart voor dappere medestrijders in Atjeh gaf de gouverneur van Atjeh aan de .weduwe van een gesneuvelden onderofficier ver lof om op Sabang te trachten wat te verdienen door spiritualiën teverkoopen. De nieuwbenoemde gezagvoerder Colijn echter weigerde de vrouw de gëlegen- heid tot gebruikmaking van dit verlof, omdat hij onder de omstandigheden het gebruik van sterken drank zooveel mo gelijk meende te moeten tegengaan. Ook een bevestiging van 's gouverneurs bevel deed hem niei wijken. ,Toen hij vervol gens naar Kota-Radja werd opgeroepen, bleef de krachtige berisping dientenge volge Can den gouverneur Van Jiewisz niet uit, doch dadelijk deed deze erop volgen, dat de logeerkamer voor den standvastige in orde was gebracht, en nooit heeft deze gebeurtenis den minsten afbreuk gedaan aan de uitmuntende ver standhouding tusschen deze beide merk waardige mannen, mannen van stavast cn van de daad. Dit voorval teekent hen beiden en brengt schoone hoedanigheden van hen naar het daglicht. Toen vervolgens de gouverneur-gene raal geworden krijgsman Van Heuisz het schijngezag van Nederland in de JBuiten bezittingen rechts en links in werkelijk bestuur deed verkeeren en orde schiep, de landzaten er onttrok aan vorstelijke willekeur en dwingelandij en de nood wendige geldelijke algemeene lasten ging verdeelen over de geheele kolonie om die niet langer bijkans uitsluitend op de schouders van den Javaan te laten Fusten, koos hij, om plaatselijke onder zoekingen in te stellen en hem van raad te dienen ten aanzien van het burgerlijk besiuur, den kapitein Colijn. b^iet omdat deze krijgsman was, niet omdat de moge lijkheid was uitgesloten, dat ook onder de burgerlijke ambtenaren geschikte krachten zouden te vinden zijn, doch omdat hij den kapitein volkomen kende en wist, dat deze naast zijn krijgskundig- heden ook deze taak naar 's landvoogds inzichten en ten beste zou vervullen. Deze ongewone keuze heeft storm ver wekt, maar de uitkomst bewees des generaals merkwaardige gave in de keus zijner medewerkers. De uitvoerige nota over de Buitenbezittingen, vier statige gedrukte boekdeelen vormend, voor den dienst bestemd en niet algemeen ver krijgbaar, in welke de nieuwbenoemde inspecteur der B-iitenbezitlingen Co ijn de uitkomsten van zijn onderzoek, voor zoo ver dit geen personen betrof, neergelegd heeft, is een bewijs van den studiezin van dezen gewezen onderofficier van het moederlandsche leger, van zijn vaardig heid in het voeren der pen en van zijn heideren, samenvattenden geest, die zich in het pas afgeloopen Kamerdebat op nieuw heeft geopenbaard. De anti-revolutionaire partij heeft een goede keus gedaan toen zij dezen partij genoot naar de volksvertegenwoordiging riep. En de slechts even veertigjarige kapitein van het Ned.-Indische leger, ma joor-titulair, is gebleken ook aan het hoofd van het Nederlandsche leger vol komen op zijn plaats te zijn. Inderdaad, een pluim op den hoed van generaal Van Jieutsz! Voor den vaderlander, die meer oog heeft voor het geheele Nederlandsche rijk dan voor partijzaken, is het een bevredi ging en een voldoening, dat, dank zij tndië, dank zij frisschen geesten als gene raal Van Heutsz, loopbanen als die van den heer Colijn niet geheel onmogeli^ blijken, ook in ons bedaagde Nederland. Het debat over de Militiewet. Het „Hgz." heeft een goed werk ver richt door na te gaan welk aandeel de rerschillende partijen en de Regeering pi het debat over de Militiewet hebben tehad. In het geheel zijn volgesproken 847 tolommen druks, waarvan door de regeering 167, door de rechterzijde 120, door de linkerzijde 560 kolommen. De linkerzijde heeft dus twee keer fooveel gesproken als de regeering en Ie rechterzijde te zamen. Zet men aan de linkerzijde de sociaal democraten apart, dan heeft men deze uitkomst de vrijzinnigen 257, de sociaal-democraten 303 kolommen. En spitst men rechter- en linkerzijde in groepen, dan komt men tot dit re sultaat: katholieken 32 anti-revolutionnairen 59 christelijk-historischeii 29 oud-liberalen Unie-liberalen vrijzinnig-democraten sociaal-democraten 120 rechts. 48 161 48 303 .560 links. Het blad geeft aan, hoeveel kolommen de leden der onderscheidene partijen vol- spraken. Mgr. Nolens heeft 10 kolom voor zijn rekening; de heer Duymaer van Twist 40 kolom; de heer Thomson niet minder dan 108 kolom en de heer Marchant 48 ko-lom. De sociaal-democraten namen, be halve den heer Vliegen, allen aan het debat deel. De heer Jer jLaan legde alleen op 202 kolom beslag. De langste redevoeringen zijn gehou den door: den heer ,Ter Taan een van pl.m. 40 en een van 22 kolomden heer Duys een van 22 kolom; den heer Thom son een van 22, een van 14, een van 12 en een van 11 kolom, den heer Mar chant een van 15 kolom. Van rechts was de langste redevoering een van den heer Duymaer van Twist van 10 kolom. Minister Colijn hield een' redevoering van 22, een van 14 en een van 11 kolom. Minister Heemskerk heeft één keer ruim 10 kolom aan een stuk gesproken. De kortste redevoering was die van den heer Passtoors: '8 regels. Hulde! Beperking van militaire huwelijken. De minister van Koloniën heeft een besluit genomen, dat nogal opzien zal baren, schrijft „De West". Bepaald is, dat van de militairen bij de troepen in Suriname gehuwd mogen zijn De sergeant-majoor geweermaker, het schrijvers-personeel, onder wie de sergeant-majoor-kwartiermeester, drie onderofficieren, en drie militairen beneden dien rang. In het geheel dus 10 militairen. Als men nu weet, dat het aantal ge huwden thans bedraagt 19 onderofficie ren en 34 minderen, dan ligt het voor de hand, dat het jaren zal duren, alvorens het thans toegestaan aantal zal worden bereikt. Eenige jaren geleden werd door den gouverneur (tengevolge van het aandrin gen van den vader eener huwbare doch ter) het aantal militairen, dat getrouwd mag zijn, voor Suriname uitgebreid tot 60 Ook van andere, vooral van Roomsch- Katholieke zijde, is herhaaldelijk drang geoefend om militairen te doen huwen. Zoo is hier tenslotte een verhouding tusschen het aantal gehuwde en onge huwde militairen ontstaan, geheel ver schillend van de toestanden bij het leger in de Oost. Een verhouding waartegen uit militair oogpunt overwegende bezwa ren schijnen te bestaan. Het geldt hier een moeilijk probleem, waarbij nog komt, dat de onder drang gesloten huwelijken geenszins altijd tor de gelukkigste behooren. De militair beneden den rang van onderofficier is financieel niet in staat een gezin behoor lijk te onderhouden. Het inkomen van een fuselier bestaat uit 30 cent soldij per dag, benevens 75 cent voedingsgeld. Hoe kan de man daarvan met vrouw en casu quo kinderen leven, en nog huishuur betalen (Eerst met ingang van Januari a.s. zal vermoedelijk voor huishuur aan de mindere militairen vergoeding worden gegeven.) Het is dan ook een feit, van genees kundige zijde vastgesteld, dat het physiek der gehuwde militairen achterstaat bij dat van de ongehuwde. Een gevolg van minder gunstige levensomstandigheden. Bij grootere oefeningen is herhaaldelijk hetzelfde geconstateerd. Uit een militair oogpunt is dus zeker het besluit van den minister gerecht vaardigd, al valt niet te ontkennen, dat het in ander opzicht inconvenient zal opleveren. Djt laatste is ook onze meening en het woord „inconveniënt" lijkt ons daarbij veel te zwak. Tegen het besluit van den minister zijn dan ook ernstige bezwaren aan te voeren. Katholieke feestdagen en de Zondagswet. Prof. Struycken schrijft in De Tijd het volgende over het Pauselijk Decreet betreffende de Katholieke feestdagen en de Zondagswet: Ingevolge Pauselijk Decreet is thans voor alle Bisdommen ten onzent de van ouds bestaande gelijkstelling van den tweeden Kersidag, den tweeden Paasch- dag en den tweeden Pinksterdag met den Zondag opgeheven, zoodat de verplich ting van Mishooren en van onthouding van z.g. slaf el ijken arbeid voortaan op die dagen niet meer bestaat. Deze veran dering in het kerkelijk recht brengt eene eigenaardige verandering in het burger lijk recht met zich, eigenaardig, wijl ze zich niet bepaalt tot de Katholieken, maar zich tot alle inwoners van ons land uit strekt. Immers, ten onzent geldt nog steeds behalve misschien voor de pro vincie Limburg de oude Wot van 1 Maart 1815, Stbl. 21, houdende voor- schriften ter viering der dagen, a^an den 1 openbaren Christelijken Godsdienst toe gewijd. Volgens die wet is op „Zonda gen en op zoodanige'godsdienstige feest dagen als door de kerkgenootschappen van den christelijken godsdienst dezer landen algemeen erkend en gevierd wor den in 't algemeen alle openbare arbeid verboden inogen met uitzondering van geringe eetwaren geen koopwa ren hoegenaamd op markten, straten of openbare plaatsen worden uitgestald of verkocht; mogen kpoplieden en winke liers hunne waren niet uitstallen, noch met open deuren verkoopen "moeten ge durende den tijd, voor de openbare gods dienstoefeningen bestemd, de deuren der herbergen en andere plaatsen, alwaar drank wordt verkocht, gesloten zijn mo gen gedurende dien tijd geenerhande spelen, hetzij kolven, balslaan of derge lijke plaats hebben, mogen behou dens toestemming van de plaatselijke be sturen geen openbare vermakelijkhe den, noch schouwburgen, publieke dans partijen, concerten en harddraverijen, ge doogd worden. Op grond dier wet heeft de Hooge Raad steeds de genoemde feestdagen on der de algemeen erkende Christel ij!,*4 feestdagen gerangschikt, en mitsdien de wet op die dagen toepasselijk verklaard. Door de beslissing, te Rome genomen, en hier onlangs ingevoerd, is nu de toe passelijkheid der wet op die dagen op geheven. Hoewel toch.de Hooge Raad zooals nog niet lang geleden met be trekking tot den Hemelvaartsdag werd beslist voor de beantwoording der vraag of een dag als een feestdag in den zin der wet moet worden beschouwd, niet de eisch stelt, dat alom in den lande bij alle kerkelijke gemeenten, die dag als zoodanig wordt gevierd, verlangt hij wél dat door de Christelijke kerkgenoot schappen in 'i algemeen de dag als met een Zondag gelijk gesteiden feestdag wordt beschouwd. Waar nu voor een zoo talrijk kerkgenootschap als het Roomsch Katholieke, voor het geheele land die gelijkstelling is opgeheven, is dus ook de toepasselijkheid der Zondagswet op bedeelde dagen geëindigd, zoowel voor Katholieken als voor niet-Katholieken. Eigenaardig daarbij is, dat voor de toe passing van het Wetboek van Koophan del de oude toestand zal biijven voort bestaan, omdat in dat Wetboek in het 1904 de genoe^uc feestdagen door tie wet uitdrukkelijk met den Zondajj zjjn gelijkgesteld, zoadat o.a. de betaling van wissels op die dagen, evenmin als vroe ger, zal kunnen worden geëischt. De bu reaux van den Burgerl. Stand evenwel zullen voortaan op die dagen, evenals op andere werkdagen, moeten geopend zijn, daar de Gemeentewet de afzonder lijke regeling der uren ter beperking van de werkzaamheden van de Ambtena ren van den burgerlijken Stand alleen toelaat voor den Zondag en de alge meen erkende Christ, feestdagen. Gedwongen winkelnering. Men schrijft uit Kaatsheuvel aan de „Tel" Na liet verschijnen \an het rapport over de gedwongen winkelnering door den Regèerings-enquêteur, den heer Staalman, is in de geheele Langstraat en in tal van plaatsen van de Meierij te 's-Hertogenbosch de belangstelling voor die zaak opnieuw gewekt. Al is sedert dat onderzoek dit sociale euvel op ver schillende plaatsen tot een minimum beperkt, in enkele gemeenten blijft deze misstand niet alleen bestaan, doch neemt zelfs voortdurend grooter afmetingen. Niet zonder reden maakt in deze streken zoowel de patroon als de arbeider er zich bezorgd over. Op aansporing van den Nederlandschen Lederbewerkers^ Arbeidersbond zal eerstdaags in die plaatsen, vooral in de lederindustrie buiten de Langstraat, opnieuw de strijd tegen genoemd stelsel worden aange bonden. Het meerendeel der patroons, die voor korten tijd verklaarden, dat de gedwongen winkelnering de kanker was voor de Nederlandsche schoennijverheid het is moeilijk uit te maken, wie er het meeste nadeel van ondervindt, de patroon of de arbeider zullen dit maatschappelijk euvel mee helpen be strijden het geldt hier het belang van een groot deel van Noord-Brabant. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 14 Nov. (Vervolg.) Aan de orde is het Kiesrechtdebat. De heer Troelstra (S.D.) zijn re de vervolgend, ontwikkelde tegen het be staande kiesrcchtstelsel vijf bezwaren, n.l.1e uitsluiting van de vrouw van het kiesrecht2e. het willekeurige en te hooge van den kiesrechtleeftijd, 3e. het feit, dat op 13 vijf en twintigjarige man nen nog steeds vijf ?ijn uitgesloten van het kiesrecht4e. bevoorrechting van het platteland; 5e. onredelijke verdee ling van het land in kiesdistricten. In verband daarmede constateerde hij, dat de agitatie tegen dat verkeerde kies rcchtstelsel volkomen gerechtvaardigd is. En daarom kenschetst hij de houding van de verschillende politieke partijen, van wie men nu verwachten kon een ze keren drang van activiteit om tot be tere toestanden te komen, doch die' juist het tegenovergestelde doen, als zoo te leurstellend. Van een liberale concentratie verwacht spr. geen heil, omdat de inzet daarvan niet is het algemeen kiesrecht, snaar het veroveren van het regeerkasteel op de rechterzijde. In dit verband bracht spr. hulde aan de vrij-liberale partij, die zoo als ze trouwens doet, duidelijk en klaar voor hare mecning is uitgekomen en evenmin van zulk een concentratie gun stige verwachtingen heeft. Beter achtte hij het, dat de democraten ter linkerzijde toenadering zochten tot de democraten ter rechtezrijde, ten einde ter zake van het kiesrecht tot een vergelijk te komen. Spr. zette uiteen dat in Katholieke krin gen een kentering is gekomen in de be schouwing van het kiesrechivraagstuk. Spr. ontwikkelt verder de stelling dat wij ter zake her algemeen kiesrecht met de thans ondernomen grondwetsherzie ning niet vee! verder zullen komen als met die van 1887. Wat de politieke ge volgen van de kiesrechtbeweging aangaat die zullen moeten afgewacht worden, in concrete voorstellen omtrent ^kies recht. De S. D. A. P. heeft op 't oogen- blik niets anders te doen dan de kracht in ons volk te versterken, opdat men in zie, dat het algemeen kiesrecht is een politieke noodzakelijkheid. De Kamer spreke zich thans duidelijk uit. Het verdere gedeelte van den middag ging de Kamer afdeelingsarbeid verrich ten, en werd de vergadering omstreeks 3 uur verdaagd tot Woensdag 11 uur. Koloniën. Treurig. Hoe gevaarlijk hef is meer bejaarde mcnschen uit Holland naar Indië te zen den, om daar betrekkingen te beklce- den, blijkt uit een correspondentie uit Bandjermassin aan het Soer. Hbl., waar in wij o.m. lezen De heer Den B., een man van bij de 50 jaar, onderwijzer aan een der scholen alhier, ruim een jaar in Indië, en sedert een paar maanden van Jogja naar Band- jermasin overgeplaatst, schijnt niei te gen 't klimaat te kunnen. De warmte der laatste dagen heeft hem geheel in de war gebracht Naar men zegt, heeft zijn ge drag op de school geen achterdocht ge wekt, ofschoon de onderwijzers met wie hij in aanraking kwam, wel vonden, dat hij zeer opgewonden en vaak met een ze ker pathos sprak. In het begin der va- cantie echter begon zijn eigenaardigen geestestoestand allengs duidelijker te worden. Hij liep de huizen zijner beken den uit en in, dikwijls op de ongelegen- ste uren en werd lastig, ofschoon nog niet zoo, -dat 't bestuur zich genoodzaakt achtte in te grijpen. Den vorigen Woens dagmiddag echter zat hij schijnbaar kalm aan tafel.toen er een briefje kwam van iemand, die veel bij hem aan huis ver keert, welk briefje hem zoo buiten zich zelf bracht, dat hij tot handtastelijkhe den overging. Met een zoet lijntje heeft men den ongelukkige toen naar het hos pitaal weten te krijgen, waar hij zich nu nog bevindt. Van de blokzaal, waarin hij zich eerst bevond, heeft men hem naar de provoost moeten overbrengen, omdat hij de wan den der zaal met zijn sterke vuisten ver brijzelde. Met de eerste Java-boot zal hij naar Soerabaia gebracht worden, om dan verder door te gaan naar La wang. Voor het gezin dat in het geheel uit 6 personen bestaat en naar ik hoor, ook naar Java za! oversteken, is de)toestand allertreurigst. In verschillende Indische bladen is ge klaagd over de schandelijke wijze waarop het vervoer van den ankzinnige heeft plaats gehad, hij werd gedurende de fan- ge reis van Eandjermasin naar Soerabaia en van daar naar Porrong met touwen vastgebonden gehouden. In Bandjerma- sin had men den ongelukkige niet in het hospitaal, maar in de gevangenis onder gebracht. Ook de directeur-geneesheer van het geslicht te Porrong heeft over die behandeling zijn verontwaardiging uitgesproken. Er is nu door de justitie een onderzoek gelast. Cholera. Het Cholera-bureau te Batavia meldt d.d. 18 Oct. Er zijn 6 choleralij'ders bijgekomen. Er overleden 5 Oosterlingen zoodat 1 Europeaan en 2 Oosterlingen in behandeling blijven.. D.d. 12 OcL wordt uit Soerabaja ge meld: De laatste dagen komen hier weer veel gevalien van cholera voor. Voor Maandag, Dinsdag en Woensdag waren de cijfers resp. 6, 5 en 3. Besmetverklaring opgeheven. Naar uit Padang wordt gemeld, is de besmetverklaring met cholera van de on- derafdeeling Tingkarak in de afdeelrirg Tanah Datar opgeheven. Een middel tegen Pest. De Chinees Jap Tiauw Hwee te Soera baja heeft aan de regeering kennis ge geven, dat hij een middel heeft uitgevon den tegen de pest. Hij stelde zijn uit vinding ter beschikking voor het nemen van proeven. Door den waarnemend chef van den burgerlijken geneeskundigen dienst te Batavia is Ihans aan dezen zoon van het Hemelsche rijk verzocht zijn uit- ding naar Batavia te willen opzenden, ten einde te kunnen onderzoeken of zijn be weringen juist zijn, meldt het Soer. Hbl. Aardbeving. Uit het Banjöewangische, westelijk deel, bericht men ons een aardbeving in den morgen van Woensdag 11 October, om vijf uur 2 min., welke liep van Noord naar Zuid, horizontaal, die circa 10 se conden duurde en vrij hevig wasal thans een slaapkamerraam sprong er door open. De golvingen waren kort, doch nog al krachtig. Den 18den October werd uit Soera baja aan de Java-Bode bericht: Gisteren zijn te Loemadjang 2 hevi ge aardschok' en gevoeld, richting Zuid west-Oost. De Chineezen in Indië en de opstand. De Java Bode schrijft o.a.: De meeningen onder de Chineezen al hier, over wat thans in het Hemelsche Rijk plaats grijpt, zijn verdeeld. Er zijn er, die de Mantsjoedynastic trouw blij' ven, er zijn er, die hun sympathie aan de revolutionairen geschonken hebben eii meer dan dat. Want van hier uit zijn al reeds duizenden guldens naar de revo lutionaire partij in China overgemaakt alles te zamen zeker reeds meer dan f50.000. Nu beteekent in zulk een strijd een halve ton gouds niet veel; maar uit dat oogpunt is deze hulp niet minder be langrijk. Waar het op aankomt, is dat hier heel wat Chineezen worden gevon den, die voor het doel, dat de revolu- tionnairen zich gesteld hebben, hun bij drage offeren. Dat de verdeeldheid ou der de Chineezen hier aanleiding zal ge ven tot onregelmatigheden, behoeft tucn niet te vreezen, zij blijven slechts toe schouwers van den strijd, zelfs al steu nen zij een der partijen met geld. Maar dat de revolutie in China hier niet groote belangstelling wordt ge volgd, is zeker. Ingezonden Stukken, Buiten verantwoordelijkheid derRedactlj Hillegom, 12 November 1911. Geachte Redactie. Beleefd verzoek ik U plaats voor her volgende: Met verwondering las ik het verslag van „Tuindersbelang" te Roelofarends- veen. De „beschouwing" van voor tien jaren, dat is het, waarover ik in arren moede ga schrijven. Een geluk is het, dat de Veensche Augurken enz. zoo voor treffelijk zijn; het is ook gelukkig dat wij dit nu mochten vernemen van „Tuinders- belang". Maar nu moest gewaarschuwd? Och hemel, dat was noodig I Zegt de Secretaris zelf niet, dat Duitsche fabri kanten de augurken prijzen en weet hij dan niet, dat al jaren her evengoed au gurken van Zoeterwoude, Hillegom, Rijp- wetering enz. naar Duitschland gezonden zijn van uit de Veen Dat is wel een bewijs dat ook andere augurken le klasse „waare" kunnen zijn. Ik weet wel dat .er veel aan sorteering gelegen is. Maar heusch daarvoor behoeft gij de Besturen der Vereenigingen (want wien moest.anders gewaarschuwd?) niet op te v/ijzen. Ze hebben volgens Uw eigen woord bewezen daarop te letten. Neen, vrienden, dat is de zaak nietmaar kunt gij het wel goed aanzien dat andere ver eenigingen zooveel leden buiten hebben. Overigens het is ook niet Duitschers (wat een eer, hé) die hier vandaan goed betrokken, gesproken, en ook die prezen het goed van hier. Verder heb ik eenige jaren geleden een partij augurken, gegroeid onder tropische warm te, ingemaakt en nog wel in kanaalwater te Hillegom. Ik heb ze ruim een jaar later aan Gebrs. den Haan te Rijnsburg,, ook voor 't buitenland verkocht en ga nu eens informeeren, dan zult gij hooren, dat zij ook zéér goed waren. Nog .een andere reden had ik voor dit schrijven. Uw verslag kon den Veenders doen meenen, dat zij schade kónden heb ben van dat buitengoed. En nu vraag ik, waardoor heeft de Veen zijn wereldnaam, door het vele goed toch? ofschoon daar, volgens u, nogal eens zoodjes onder zijn. En daarom komen overal kooplui vandaan, Daar is wat te koop. En zou het nu beter zijn als al het buitengoed op andere kleine veilingen onder de markt verkocht werd en zoo ook Uw augurken goedkooper maakte Hoogachtend, B. SASSEN. Branden. Te Tilburg is de;, schuur van den landbouwer S. afgebrand de daarin geborgen oogst ging geheel verloren. Oorzaak onbekend, de schuur was verzekerd, de oogst niet. Te Boxmeer is gisternacht afgebrand de stalling van den neeer B., met het daarnaast gelegen perceel. Verzekering dekt de vrij aanzienlijke schade. Aanranding. De Tel. meldt, dat een zekere H. te Almelo, toen hij Zon dagavond ongeveer 11 uur van zijn meis je huiswaarts keerde, onverhoeids zonder eenige aanleiding, door een persoon aan gerand en met een zwaar voorwerp zoo danig op het hoofd geslagen is, dat hij nog steeds in bewusteloozen toestand keert. De politie stelt een onderzoek in. Verzet. Te Oostburg, Zeeland-, heeft zekere L. W., bij een opstootje van een brigadier der marechaussee een zoodanigen slag met diens sabel op het hoofd gekregen, dat de man niet buiten gevaar verkeert. W. is gehuwd. Een All an der persoon, die in kennelijken staat van dronkenschap gearresteerd werd en geboeid is weggeleid, wist te ontsnap pen. maar is den volgenden dag weer gevat. Hij werd aangehouden wegen zich verzetten tegen de politie en aanranding van een vrouw. Misdaad. Te Vaucouleurs, ïm Frankrijk, is dezer dagen een afschuwe lijke misdaad gepleegd. Een rentenier- ster, mevr. Gravière, 70 jaar oud, werd door bandieten in haar woning overval'-» len, gebonden en gewurgd. De misdaadj werd" on'dekt, terwijl de bandieten nogs ter plaatse waien. De gendarmen ver*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 6