Gemengd Nieuws.
vaak in hoeken, die door anderen on-
doorzocht worden gelaten.
Toen de heer Van Jieirtsz als overste
in Atjeh terugkeerde, vond hij er het
leger, tengevolge der staatkunde van con
centratie, tot weinig wenschelijke ge
woonten gekomen. Bij een terugtocht
voor den vijand, door hem meegemaakt,
ontbrak het in den aanvang aan orde
en aan standhouden, waar dit noodig
was. Hij plaatste zich toen naast een
colonne, nam het bevel over en deed een
aantal paradebewegingen piIvoeren, daar
bij tellend als op het exercitieveld en het
w">de vuren vervangende door nauw
keurige inachtneming der schoolsche
voorschriften Orde, rust en vertrouwen
keerden da.i or in het peleton terug.
Een oogenb.ik later zag hij hetzelfde
verrichten door een ander peleton, onder
leiding van een jongen luitenant, die het
voorbeeld van den overste had afgekeken
en dezelfde gunstige uitkomst bereikte.
Deze jonge luitenant was de huidige
Minister van Oorlog en deze gebeurtenis
maakte hem later tot adjudant en ver
trouwde van den gouverneur van Atjeh
Van Heutsz.
Als zoodanig stuurde de laaiste hem
als gezag' "der naar het vlakbij gele
gen eilano o a bang, toen de Russische
vloot, op weg ten oorlog naar Japan,
aldaar werd verwacht en strikt moest
worden gewaakt voor verbreking onzer
onzijdigheid. Met zijn warm hart voor
dappere medestrijders in Atjeh gaf de
gouverneur van Atjeh aan de .weduwe
van een gesneuvelden onderofficier ver
lof om op Sabang te trachten wat te
verdienen door spiritualiën teverkoopen.
De nieuwbenoemde gezagvoerder Colijn
echter weigerde de vrouw de gëlegen-
heid tot gebruikmaking van dit verlof,
omdat hij onder de omstandigheden het
gebruik van sterken drank zooveel mo
gelijk meende te moeten tegengaan. Ook
een bevestiging van 's gouverneurs bevel
deed hem niei wijken. ,Toen hij vervol
gens naar Kota-Radja werd opgeroepen,
bleef de krachtige berisping dientenge
volge Can den gouverneur Van Jiewisz
niet uit, doch dadelijk deed deze erop
volgen, dat de logeerkamer voor den
standvastige in orde was gebracht, en
nooit heeft deze gebeurtenis den minsten
afbreuk gedaan aan de uitmuntende ver
standhouding tusschen deze beide merk
waardige mannen, mannen van stavast
cn van de daad.
Dit voorval teekent hen beiden en
brengt schoone hoedanigheden van hen
naar het daglicht.
Toen vervolgens de gouverneur-gene
raal geworden krijgsman Van Heuisz het
schijngezag van Nederland in de JBuiten
bezittingen rechts en links in werkelijk
bestuur deed verkeeren en orde schiep,
de landzaten er onttrok aan vorstelijke
willekeur en dwingelandij en de nood
wendige geldelijke algemeene lasten ging
verdeelen over de geheele kolonie om
die niet langer bijkans uitsluitend op de
schouders van den Javaan te laten
Fusten, koos hij, om plaatselijke onder
zoekingen in te stellen en hem van raad
te dienen ten aanzien van het burgerlijk
besiuur, den kapitein Colijn. b^iet omdat
deze krijgsman was, niet omdat de moge
lijkheid was uitgesloten, dat ook onder
de burgerlijke ambtenaren geschikte
krachten zouden te vinden zijn, doch
omdat hij den kapitein volkomen kende
en wist, dat deze naast zijn krijgskundig-
heden ook deze taak naar 's landvoogds
inzichten en ten beste zou vervullen.
Deze ongewone keuze heeft storm ver
wekt, maar de uitkomst bewees des
generaals merkwaardige gave in de keus
zijner medewerkers. De uitvoerige nota
over de Buitenbezittingen, vier statige
gedrukte boekdeelen vormend, voor den
dienst bestemd en niet algemeen ver
krijgbaar, in welke de nieuwbenoemde
inspecteur der B-iitenbezitlingen Co ijn de
uitkomsten van zijn onderzoek, voor zoo
ver dit geen personen betrof, neergelegd
heeft, is een bewijs van den studiezin
van dezen gewezen onderofficier van het
moederlandsche leger, van zijn vaardig
heid in het voeren der pen en van zijn
heideren, samenvattenden geest, die zich
in het pas afgeloopen Kamerdebat op
nieuw heeft geopenbaard.
De anti-revolutionaire partij heeft een
goede keus gedaan toen zij dezen partij
genoot naar de volksvertegenwoordiging
riep. En de slechts even veertigjarige
kapitein van het Ned.-Indische leger, ma
joor-titulair, is gebleken ook aan het
hoofd van het Nederlandsche leger vol
komen op zijn plaats te zijn. Inderdaad,
een pluim op den hoed van generaal
Van Jieutsz!
Voor den vaderlander, die meer oog
heeft voor het geheele Nederlandsche rijk
dan voor partijzaken, is het een bevredi
ging en een voldoening, dat, dank zij
tndië, dank zij frisschen geesten als gene
raal Van Heutsz, loopbanen als die van
den heer Colijn niet geheel onmogeli^
blijken, ook in ons bedaagde Nederland.
Het debat over de Militiewet.
Het „Hgz." heeft een goed werk ver
richt door na te gaan welk aandeel de
rerschillende partijen en de Regeering
pi het debat over de Militiewet hebben
tehad.
In het geheel zijn volgesproken 847
tolommen druks, waarvan
door de regeering 167,
door de rechterzijde 120,
door de linkerzijde 560 kolommen.
De linkerzijde heeft dus twee keer
fooveel gesproken als de regeering en
Ie rechterzijde te zamen.
Zet men aan de linkerzijde de sociaal
democraten apart, dan heeft men deze
uitkomst
de vrijzinnigen 257,
de sociaal-democraten 303 kolommen.
En spitst men rechter- en linkerzijde
in groepen, dan komt men tot dit re
sultaat:
katholieken 32
anti-revolutionnairen 59
christelijk-historischeii 29
oud-liberalen
Unie-liberalen
vrijzinnig-democraten
sociaal-democraten
120 rechts.
48
161
48
303
.560 links.
Het blad geeft aan, hoeveel kolommen
de leden der onderscheidene partijen vol-
spraken. Mgr. Nolens heeft 10 kolom
voor zijn rekening; de heer Duymaer
van Twist 40 kolom; de heer Thomson
niet minder dan 108 kolom en de heer
Marchant 48 ko-lom.
De sociaal-democraten namen, be
halve den heer Vliegen, allen aan het
debat deel. De heer Jer jLaan legde
alleen op 202 kolom beslag.
De langste redevoeringen zijn gehou
den door: den heer ,Ter Taan een van
pl.m. 40 en een van 22 kolomden heer
Duys een van 22 kolom; den heer Thom
son een van 22, een van 14, een van
12 en een van 11 kolom, den heer Mar
chant een van 15 kolom. Van rechts was
de langste redevoering een van den heer
Duymaer van Twist van 10 kolom.
Minister Colijn hield een' redevoering
van 22, een van 14 en een van 11 kolom.
Minister Heemskerk heeft één keer ruim
10 kolom aan een stuk gesproken.
De kortste redevoering was die van
den heer Passtoors: '8 regels. Hulde!
Beperking van militaire huwelijken.
De minister van Koloniën heeft een
besluit genomen, dat nogal opzien zal
baren, schrijft „De West".
Bepaald is, dat van de militairen bij
de troepen in Suriname gehuwd mogen
zijn
De sergeant-majoor geweermaker,
het schrijvers-personeel, onder wie de
sergeant-majoor-kwartiermeester,
drie onderofficieren, en
drie militairen beneden dien rang.
In het geheel dus 10 militairen.
Als men nu weet, dat het aantal ge
huwden thans bedraagt 19 onderofficie
ren en 34 minderen, dan ligt het voor
de hand, dat het jaren zal duren, alvorens
het thans toegestaan aantal zal worden
bereikt.
Eenige jaren geleden werd door den
gouverneur (tengevolge van het aandrin
gen van den vader eener huwbare doch
ter) het aantal militairen, dat getrouwd
mag zijn, voor Suriname uitgebreid tot 60
Ook van andere, vooral van Roomsch-
Katholieke zijde, is herhaaldelijk drang
geoefend om militairen te doen huwen.
Zoo is hier tenslotte een verhouding
tusschen het aantal gehuwde en onge
huwde militairen ontstaan, geheel ver
schillend van de toestanden bij het leger
in de Oost. Een verhouding waartegen
uit militair oogpunt overwegende bezwa
ren schijnen te bestaan.
Het geldt hier een moeilijk probleem,
waarbij nog komt, dat de onder drang
gesloten huwelijken geenszins altijd tor
de gelukkigste behooren. De militair
beneden den rang van onderofficier is
financieel niet in staat een gezin behoor
lijk te onderhouden. Het inkomen van
een fuselier bestaat uit 30 cent soldij per
dag, benevens 75 cent voedingsgeld. Hoe
kan de man daarvan met vrouw en casu
quo kinderen leven, en nog huishuur
betalen (Eerst met ingang van Januari
a.s. zal vermoedelijk voor huishuur aan
de mindere militairen vergoeding worden
gegeven.)
Het is dan ook een feit, van genees
kundige zijde vastgesteld, dat het physiek
der gehuwde militairen achterstaat bij
dat van de ongehuwde. Een gevolg van
minder gunstige levensomstandigheden.
Bij grootere oefeningen is herhaaldelijk
hetzelfde geconstateerd.
Uit een militair oogpunt is dus zeker
het besluit van den minister gerecht
vaardigd, al valt niet te ontkennen, dat
het in ander opzicht inconvenient zal
opleveren.
Djt laatste is ook onze meening en het
woord „inconveniënt" lijkt ons daarbij
veel te zwak.
Tegen het besluit van den minister
zijn dan ook ernstige bezwaren aan te
voeren.
Katholieke feestdagen en de
Zondagswet.
Prof. Struycken schrijft in De Tijd
het volgende over het Pauselijk Decreet
betreffende de Katholieke feestdagen en
de Zondagswet:
Ingevolge Pauselijk Decreet is thans
voor alle Bisdommen ten onzent de van
ouds bestaande gelijkstelling van den
tweeden Kersidag, den tweeden Paasch-
dag en den tweeden Pinksterdag met den
Zondag opgeheven, zoodat de verplich
ting van Mishooren en van onthouding
van z.g. slaf el ijken arbeid voortaan op
die dagen niet meer bestaat. Deze veran
dering in het kerkelijk recht brengt eene
eigenaardige verandering in het burger
lijk recht met zich, eigenaardig, wijl ze
zich niet bepaalt tot de Katholieken, maar
zich tot alle inwoners van ons land uit
strekt. Immers, ten onzent geldt nog
steeds behalve misschien voor de pro
vincie Limburg de oude Wot van 1
Maart 1815, Stbl. 21, houdende voor-
schriften ter viering der dagen, a^an den 1
openbaren Christelijken Godsdienst toe
gewijd. Volgens die wet is op „Zonda
gen en op zoodanige'godsdienstige feest
dagen als door de kerkgenootschappen
van den christelijken godsdienst dezer
landen algemeen erkend en gevierd wor
den in 't algemeen alle openbare arbeid
verboden inogen met uitzondering
van geringe eetwaren geen koopwa
ren hoegenaamd op markten, straten of
openbare plaatsen worden uitgestald of
verkocht; mogen kpoplieden en winke
liers hunne waren niet uitstallen, noch
met open deuren verkoopen "moeten ge
durende den tijd, voor de openbare gods
dienstoefeningen bestemd, de deuren der
herbergen en andere plaatsen, alwaar
drank wordt verkocht, gesloten zijn mo
gen gedurende dien tijd geenerhande
spelen, hetzij kolven, balslaan of derge
lijke plaats hebben, mogen behou
dens toestemming van de plaatselijke be
sturen geen openbare vermakelijkhe
den, noch schouwburgen, publieke dans
partijen, concerten en harddraverijen, ge
doogd worden.
Op grond dier wet heeft de Hooge
Raad steeds de genoemde feestdagen on
der de algemeen erkende Christel ij!,*4
feestdagen gerangschikt, en mitsdien de
wet op die dagen toepasselijk verklaard.
Door de beslissing, te Rome genomen,
en hier onlangs ingevoerd, is nu de toe
passelijkheid der wet op die dagen op
geheven. Hoewel toch.de Hooge Raad
zooals nog niet lang geleden met be
trekking tot den Hemelvaartsdag werd
beslist voor de beantwoording der
vraag of een dag als een feestdag in
den zin der wet moet worden beschouwd,
niet de eisch stelt, dat alom in den lande
bij alle kerkelijke gemeenten, die dag als
zoodanig wordt gevierd, verlangt hij wél
dat door de Christelijke kerkgenoot
schappen in 'i algemeen de dag als met
een Zondag gelijk gesteiden feestdag
wordt beschouwd. Waar nu voor een zoo
talrijk kerkgenootschap als het Roomsch
Katholieke, voor het geheele land die
gelijkstelling is opgeheven, is dus ook
de toepasselijkheid der Zondagswet op
bedeelde dagen geëindigd, zoowel voor
Katholieken als voor niet-Katholieken.
Eigenaardig daarbij is, dat voor de toe
passing van het Wetboek van Koophan
del de oude toestand zal biijven voort
bestaan, omdat in dat Wetboek in het
1904 de genoe^uc feestdagen door tie
wet uitdrukkelijk met den Zondajj zjjn
gelijkgesteld, zoadat o.a. de betaling van
wissels op die dagen, evenmin als vroe
ger, zal kunnen worden geëischt. De bu
reaux van den Burgerl. Stand evenwel
zullen voortaan op die dagen, evenals
op andere werkdagen, moeten geopend
zijn, daar de Gemeentewet de afzonder
lijke regeling der uren ter beperking
van de werkzaamheden van de Ambtena
ren van den burgerlijken Stand alleen
toelaat voor den Zondag en de alge
meen erkende Christ, feestdagen.
Gedwongen winkelnering.
Men schrijft uit Kaatsheuvel aan de „Tel"
Na liet verschijnen \an het rapport
over de gedwongen winkelnering door
den Regèerings-enquêteur, den heer
Staalman, is in de geheele Langstraat en
in tal van plaatsen van de Meierij te
's-Hertogenbosch de belangstelling voor
die zaak opnieuw gewekt. Al is sedert
dat onderzoek dit sociale euvel op ver
schillende plaatsen tot een minimum
beperkt, in enkele gemeenten blijft deze
misstand niet alleen bestaan, doch neemt
zelfs voortdurend grooter afmetingen.
Niet zonder reden maakt in deze streken
zoowel de patroon als de arbeider er
zich bezorgd over. Op aansporing van
den Nederlandschen Lederbewerkers^
Arbeidersbond zal eerstdaags in die
plaatsen, vooral in de lederindustrie
buiten de Langstraat, opnieuw de strijd
tegen genoemd stelsel worden aange
bonden. Het meerendeel der patroons,
die voor korten tijd verklaarden, dat de
gedwongen winkelnering de kanker was
voor de Nederlandsche schoennijverheid
het is moeilijk uit te maken, wie er
het meeste nadeel van ondervindt, de
patroon of de arbeider zullen dit
maatschappelijk euvel mee helpen be
strijden het geldt hier het belang van
een groot deel van Noord-Brabant.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 14 Nov. (Vervolg.)
Aan de orde is het Kiesrechtdebat.
De heer Troelstra (S.D.) zijn re
de vervolgend, ontwikkelde tegen het be
staande kiesrcchtstelsel vijf bezwaren,
n.l.1e uitsluiting van de vrouw van het
kiesrecht2e. het willekeurige en te
hooge van den kiesrechtleeftijd, 3e. het
feit, dat op 13 vijf en twintigjarige man
nen nog steeds vijf ?ijn uitgesloten van
het kiesrecht4e. bevoorrechting van
het platteland; 5e. onredelijke verdee
ling van het land in kiesdistricten.
In verband daarmede constateerde hij,
dat de agitatie tegen dat verkeerde kies
rcchtstelsel volkomen gerechtvaardigd
is. En daarom kenschetst hij de houding
van de verschillende politieke partijen,
van wie men nu verwachten kon een ze
keren drang van activiteit om tot be
tere toestanden te komen, doch die' juist
het tegenovergestelde doen, als zoo te
leurstellend.
Van een liberale concentratie verwacht
spr. geen heil, omdat de inzet daarvan
niet is het algemeen kiesrecht, snaar het
veroveren van het regeerkasteel op de
rechterzijde. In dit verband bracht spr.
hulde aan de vrij-liberale partij, die zoo
als ze trouwens doet, duidelijk en klaar
voor hare mecning is uitgekomen en
evenmin van zulk een concentratie gun
stige verwachtingen heeft. Beter achtte
hij het, dat de democraten ter linkerzijde
toenadering zochten tot de democraten
ter rechtezrijde, ten einde ter zake van
het kiesrecht tot een vergelijk te komen.
Spr. zette uiteen dat in Katholieke krin
gen een kentering is gekomen in de be
schouwing van het kiesrechivraagstuk.
Spr. ontwikkelt verder de stelling dat
wij ter zake her algemeen kiesrecht met
de thans ondernomen grondwetsherzie
ning niet vee! verder zullen komen als
met die van 1887. Wat de politieke ge
volgen van de kiesrechtbeweging aangaat
die zullen moeten afgewacht worden,
in concrete voorstellen omtrent ^kies
recht. De S. D. A. P. heeft op 't oogen-
blik niets anders te doen dan de kracht
in ons volk te versterken, opdat men in
zie, dat het algemeen kiesrecht is een
politieke noodzakelijkheid. De Kamer
spreke zich thans duidelijk uit.
Het verdere gedeelte van den middag
ging de Kamer afdeelingsarbeid verrich
ten, en werd de vergadering omstreeks
3 uur verdaagd tot Woensdag 11 uur.
Koloniën.
Treurig.
Hoe gevaarlijk hef is meer bejaarde
mcnschen uit Holland naar Indië te zen
den, om daar betrekkingen te beklce-
den, blijkt uit een correspondentie uit
Bandjermassin aan het Soer. Hbl., waar
in wij o.m. lezen
De heer Den B., een man van bij de
50 jaar, onderwijzer aan een der scholen
alhier, ruim een jaar in Indië, en sedert
een paar maanden van Jogja naar Band-
jermasin overgeplaatst, schijnt niei te
gen 't klimaat te kunnen. De warmte der
laatste dagen heeft hem geheel in de war
gebracht Naar men zegt, heeft zijn ge
drag op de school geen achterdocht ge
wekt, ofschoon de onderwijzers met wie
hij in aanraking kwam, wel vonden, dat
hij zeer opgewonden en vaak met een ze
ker pathos sprak. In het begin der va-
cantie echter begon zijn eigenaardigen
geestestoestand allengs duidelijker te
worden. Hij liep de huizen zijner beken
den uit en in, dikwijls op de ongelegen-
ste uren en werd lastig, ofschoon nog
niet zoo, -dat 't bestuur zich genoodzaakt
achtte in te grijpen. Den vorigen Woens
dagmiddag echter zat hij schijnbaar kalm
aan tafel.toen er een briefje kwam van
iemand, die veel bij hem aan huis ver
keert, welk briefje hem zoo buiten zich
zelf bracht, dat hij tot handtastelijkhe
den overging. Met een zoet lijntje heeft
men den ongelukkige toen naar het hos
pitaal weten te krijgen, waar hij zich
nu nog bevindt.
Van de blokzaal, waarin hij zich eerst
bevond, heeft men hem naar de provoost
moeten overbrengen, omdat hij de wan
den der zaal met zijn sterke vuisten ver
brijzelde. Met de eerste Java-boot zal
hij naar Soerabaia gebracht worden, om
dan verder door te gaan naar La wang.
Voor het gezin dat in het geheel uit 6
personen bestaat en naar ik hoor, ook
naar Java za! oversteken, is de)toestand
allertreurigst.
In verschillende Indische bladen is ge
klaagd over de schandelijke wijze waarop
het vervoer van den ankzinnige heeft
plaats gehad, hij werd gedurende de fan-
ge reis van Eandjermasin naar Soerabaia
en van daar naar Porrong met touwen
vastgebonden gehouden. In Bandjerma-
sin had men den ongelukkige niet in het
hospitaal, maar in de gevangenis onder
gebracht. Ook de directeur-geneesheer
van het geslicht te Porrong heeft over
die behandeling zijn verontwaardiging
uitgesproken. Er is nu door de justitie
een onderzoek gelast.
Cholera.
Het Cholera-bureau te Batavia meldt
d.d. 18 Oct. Er zijn 6 choleralij'ders
bijgekomen. Er overleden 5 Oosterlingen
zoodat 1 Europeaan en 2 Oosterlingen
in behandeling blijven..
D.d. 12 OcL wordt uit Soerabaja ge
meld: De laatste dagen komen hier weer
veel gevalien van cholera voor. Voor
Maandag, Dinsdag en Woensdag waren
de cijfers resp. 6, 5 en 3.
Besmetverklaring opgeheven.
Naar uit Padang wordt gemeld, is de
besmetverklaring met cholera van de on-
derafdeeling Tingkarak in de afdeelrirg
Tanah Datar opgeheven.
Een middel tegen Pest.
De Chinees Jap Tiauw Hwee te Soera
baja heeft aan de regeering kennis ge
geven, dat hij een middel heeft uitgevon
den tegen de pest. Hij stelde zijn uit
vinding ter beschikking voor het nemen
van proeven. Door den waarnemend chef
van den burgerlijken geneeskundigen
dienst te Batavia is Ihans aan dezen zoon
van het Hemelsche rijk verzocht zijn uit-
ding naar Batavia te willen opzenden, ten
einde te kunnen onderzoeken of zijn be
weringen juist zijn, meldt het Soer. Hbl.
Aardbeving.
Uit het Banjöewangische, westelijk
deel, bericht men ons een aardbeving in
den morgen van Woensdag 11 October,
om vijf uur 2 min., welke liep van Noord
naar Zuid, horizontaal, die circa 10 se
conden duurde en vrij hevig wasal
thans een slaapkamerraam sprong er
door open. De golvingen waren kort,
doch nog al krachtig.
Den 18den October werd uit Soera
baja aan de Java-Bode bericht:
Gisteren zijn te Loemadjang 2 hevi
ge aardschok' en gevoeld, richting Zuid
west-Oost.
De Chineezen in Indië en de
opstand.
De Java Bode schrijft o.a.:
De meeningen onder de Chineezen al
hier, over wat thans in het Hemelsche
Rijk plaats grijpt, zijn verdeeld. Er zijn
er, die de Mantsjoedynastic trouw blij'
ven, er zijn er, die hun sympathie aan
de revolutionairen geschonken hebben eii
meer dan dat. Want van hier uit zijn al
reeds duizenden guldens naar de revo
lutionaire partij in China overgemaakt
alles te zamen zeker reeds meer dan
f50.000. Nu beteekent in zulk een strijd
een halve ton gouds niet veel; maar uit
dat oogpunt is deze hulp niet minder be
langrijk. Waar het op aankomt, is dat
hier heel wat Chineezen worden gevon
den, die voor het doel, dat de revolu-
tionnairen zich gesteld hebben, hun bij
drage offeren. Dat de verdeeldheid ou
der de Chineezen hier aanleiding zal ge
ven tot onregelmatigheden, behoeft tucn
niet te vreezen, zij blijven slechts toe
schouwers van den strijd, zelfs al steu
nen zij een der partijen met geld.
Maar dat de revolutie in China hier
niet groote belangstelling wordt ge
volgd, is zeker.
Ingezonden Stukken,
Buiten verantwoordelijkheid derRedactlj
Hillegom, 12 November 1911.
Geachte Redactie.
Beleefd verzoek ik U plaats voor her
volgende:
Met verwondering las ik het verslag
van „Tuindersbelang" te Roelofarends-
veen. De „beschouwing" van voor tien
jaren, dat is het, waarover ik in arren
moede ga schrijven. Een geluk is het,
dat de Veensche Augurken enz. zoo voor
treffelijk zijn; het is ook gelukkig dat wij
dit nu mochten vernemen van „Tuinders-
belang". Maar nu moest gewaarschuwd?
Och hemel, dat was noodig I Zegt de
Secretaris zelf niet, dat Duitsche fabri
kanten de augurken prijzen en weet hij
dan niet, dat al jaren her evengoed au
gurken van Zoeterwoude, Hillegom, Rijp-
wetering enz. naar Duitschland gezonden
zijn van uit de Veen
Dat is wel een bewijs dat ook andere
augurken le klasse „waare" kunnen zijn.
Ik weet wel dat .er veel aan sorteering
gelegen is. Maar heusch daarvoor behoeft
gij de Besturen der Vereenigingen (want
wien moest.anders gewaarschuwd?) niet
op te v/ijzen. Ze hebben volgens Uw eigen
woord bewezen daarop te letten. Neen,
vrienden, dat is de zaak nietmaar kunt
gij het wel goed aanzien dat andere ver
eenigingen zooveel leden buiten hebben.
Overigens het is ook niet Duitschers
(wat een eer, hé) die hier vandaan
goed betrokken, gesproken, en ook
die prezen het goed van hier. Verder
heb ik eenige jaren geleden een partij
augurken, gegroeid onder tropische warm
te, ingemaakt en nog wel in kanaalwater
te Hillegom. Ik heb ze ruim een jaar later
aan Gebrs. den Haan te Rijnsburg,, ook
voor 't buitenland verkocht en ga nu eens
informeeren, dan zult gij hooren, dat zij
ook zéér goed waren.
Nog .een andere reden had ik voor dit
schrijven. Uw verslag kon den Veenders
doen meenen, dat zij schade kónden heb
ben van dat buitengoed. En nu vraag ik,
waardoor heeft de Veen zijn wereldnaam,
door het vele goed toch? ofschoon daar,
volgens u, nogal eens zoodjes onder zijn.
En daarom komen overal kooplui vandaan,
Daar is wat te koop. En zou het nu beter
zijn als al het buitengoed op andere kleine
veilingen onder de markt verkocht werd
en zoo ook Uw augurken goedkooper
maakte
Hoogachtend,
B. SASSEN.
Branden. Te Tilburg is de;,
schuur van den landbouwer S. afgebrand
de daarin geborgen oogst ging geheel
verloren. Oorzaak onbekend, de schuur
was verzekerd, de oogst niet.
Te Boxmeer is gisternacht afgebrand
de stalling van den neeer B., met het
daarnaast gelegen perceel. Verzekering
dekt de vrij aanzienlijke schade.
Aanranding. De Tel. meldt, dat
een zekere H. te Almelo, toen hij Zon
dagavond ongeveer 11 uur van zijn meis
je huiswaarts keerde, onverhoeids zonder
eenige aanleiding, door een persoon aan
gerand en met een zwaar voorwerp zoo
danig op het hoofd geslagen is, dat hij
nog steeds in bewusteloozen toestand
keert. De politie stelt een onderzoek in.
Verzet. Te Oostburg, Zeeland-,
heeft zekere L. W., bij een opstootje
van een brigadier der marechaussee een
zoodanigen slag met diens sabel op het
hoofd gekregen, dat de man niet buiten
gevaar verkeert. W. is gehuwd. Een All
an der persoon, die in kennelijken staat
van dronkenschap gearresteerd werd en
geboeid is weggeleid, wist te ontsnap
pen. maar is den volgenden dag weer
gevat. Hij werd aangehouden wegen zich
verzetten tegen de politie en aanranding
van een vrouw.
Misdaad. Te Vaucouleurs, ïm
Frankrijk, is dezer dagen een afschuwe
lijke misdaad gepleegd. Een rentenier-
ster, mevr. Gravière, 70 jaar oud, werd
door bandieten in haar woning overval'-»
len, gebonden en gewurgd. De misdaadj
werd" on'dekt, terwijl de bandieten nogs
ter plaatse waien. De gendarmen ver*